[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Kathmann en Mutluer over het onbetrouwbare algoritme dat jongeren als crimineel bestempelt

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D09232, datum: 2025-03-06, bijgewerkt: 2025-03-11 15:18, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-1551).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z01206:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1551

Vragen van de leden Kathmann en Mutluer (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie over het onbetrouwbare algoritme dat jongeren als crimineel bestempelt (ingezonden 24 januari 2025).

Antwoord van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 6 maart 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1296.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Onbetrouwbaar algoritme bestempelt jongeren als toekomstig crimineel» (Follow the Money, 20 januari)?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u volledig uitleggen wat het doel en de functie is van het Preselect Recidive-algoritme? Hoe hangt dit samen met andere risicotaxatie-instrumenten?

Antwoord 2

Met het risicotaxatie-instrument Preselect Recidive wordt van jongeren die door de politie als verdachte worden verhoord een eerste inschatting gemaakt van het risico op herhaling. Deze inschatting wordt gemaakt met behulp van een wetenschappelijk gevalideerd analysemodel met informatie die bekend is bij de politie. In dit model zitten variabelen als eerdere politiecontacten, gepleegde delict(en) en leeftijd en geslacht van de jongere. De uitkomst van de Preselect Recidive wordt gebruikt bij de afweging in het zogenaamde afstemmingsoverleg «ZSM» ten aanzien van de vraag of verdere risicotaxatie voor de jongere noodzakelijk is. Er is bij de toepassing van de Preselect Recidive dus altijd sprake van een besluit door mensen, niet door een algoritme, waarbij ook andere informatie over de jongere wordt gebruikt. In het artikel van Follow the Money wordt de indruk gewekt dat de uitkomst van dit instrument bepalend is voor het vervolgtraject van een jeugdige verdachte. Dit is niet het geval. Het instrument wordt meegewogen bij de vraag of verdere risicotaxatie voor de jongere nodig is.

Voor een verdere toelichting op het doel en de functie van risicotaxatie-instrumenten in het algemeen en van de Preselect Recidive in het bijzonder, verwijs ik naar de brief van 6 maart 2025, waarin ik op verzoek van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid een reactie heb gegeven op het artikel van Follow the Money.In het antwoord op vraag 3 ga ik in op andere risicotaxatie-instrumenten en de samenhang met de Preselect Recidive.

Vraag 3

Welke soortgelijke instrumenten worden ook ingezet in de jeugdstrafrechtketen? Kunt u toelichten welke rol deze spelen, de relevante documentatie delen, en de systemen opnemen in het Algoritmeregister?

Antwoord 3

Diverse risicotaxatie-instrumenten uit de jeugdstrafrechtketen zijn gebundeld in het Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ). Het gaat daarbij, naast de Preselect Recidive, om de volgende instrumenten:

Halt-signaleringsinstrument.Het Halt-signaleringsinstrument (Halt-SI) wordt door Halt ingezet om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de jongere en diens omstandigheden. De uitkomsten geven inzicht in het recidiverisico, risicofactoren voor recidive en een eventueel zorgelijke psychosociale ontwikkeling bij een jongere. De uitkomst wordt gebruikt om vast te stellen of doorverwijzing naar hulpverlening nodig is en om te bepalen welke modules en leeropdrachten ingezet moeten worden.

Ritax.Met behulp van de Ritax wordt het Dynamisch Risico Profiel (DRP) in kaart gebracht. Dit risicoprofiel geeft een overzicht van de dynamische risico- en beschermende factoren die van invloed zijn op de kans dat de jongere opnieuw met politie en justitie in aanraking komt. Door de Raad voor de Kinderbescherming wordt Ritax gebruikt om een advies te formuleren ten aanzien van het vervolgtraject van een jeugdige verdachte. Aan de hand van het DRP kan worden onderzocht of schorsing van de voorlopige hechtenis van de jongere mogelijk is. Ook kan bekeken worden welke gedragsinterventie of jeugdreclasseringstoezicht passend is. De jeugdreclassering gebruikt de Ritax voor het opstellen van een plan van aanpak voor de jongere, een tussenevaluatie en een eindevaluatie.

Module Zorg. De Module Zorg is onderdeel van de Ritax. Naast het inschatten van relevante risico- en beschermende factoren, worden in de Module Zorg signalen van zorgwekkende opgroei- en opvoedsituaties in kaart gebracht. De Module Zorg heeft een signaalfunctie voor ketenpartners.

Een uitgebreide omschrijving van de inhoud en werking van de verschillende instrumenten is te vinden in de Handleiding LIJ (zie bijlage 1).

Een van de doelstellingen van het LIJ als geheel is informatiedeling en een eenduidige werkwijze van ketenpartners. Ketenpartners bouwen waar mogelijk voort op informatie die al eerder in de keten verzameld is. Dit scheelt tijd en voorkomt dat jongeren en ouders steeds weer dezelfde vragen moeten beantwoorden.

Er zijn Rijksbrede afspraken om eind 2025 ten minste alle hoog risico AI-systemen in het Algoritmeregister te publiceren. Ik wil transparant zijn over de risicotaxatie-instrumenten uit de jeugdstrafrechtketen en deze in het Algoritmeregister publiceren. De Ritax, het meest uitgebreide instrument uit het LIJ, is in 2023 door de Raad voor de Kinderbescherming opgenomen in het Algoritmeregister. Deze publicatie wordt voor eind 2025 aangevuld met de aanvullende Module Zorg. De Politie voert de Preselect Recidive in 2025 op in het Algoritmeregister. Voor Halt-SI wordt door JenV, in samenwerking met Halt, bezien of dit een hoog risico of impactvol algoritme betreft. Indien dit het geval is worden met Halt afspraken gemaakt over opname in het Algoritmeregister in 2025.

Vraag 4

Hoe worden het Dynamisch Risico Profiel (DRP) en het Algemeen Recidive Risico (ARR) berekend? Welke rol spelen deze profielen in het jeugdrecht?

Antwoord 4

Het Algemeen Recidive Risico

Het ARR is de uitkomst van het instrument Preselect Recidive. Het ARR geeft de geschatte kans dat een jongere opnieuw met politie en justitie in aanraking komt vanwege het plegen van een delict. Voor het vaststellen van het ARR («laag», «midden» of «hoog») wordt gebruik gemaakt van statische (onveranderbare) risicofactoren. De variabelen uit het model zijn te vinden in hoofdstuk 3 van de Handleiding LIJ, deze wordt voor de volledigheid meegezonden (zie bijlage 1).

Het ARR wordt gebruikt bij de afweging in het zogenaamde afstemmingsoverleg ZSM ten aanzien van de vraag of verdere risicotaxatie voor de jongere noodzakelijk is. Naast het gepleegde delict en het ARR wordt hierbij ook gebruik gemaakt van andere informatie over de jongere die op dat moment bij de ketenpartners bekend is. Het ARR is daarmee altijd ondersteunend aan menselijke besluitvorming. De rol van de Preselect Recidive en het ARR in de jeugdstrafrechtketen wordt toegelicht in de beantwoording van vraag 17, in de genoemde brief van 6 maart 2025 en de Handleiding LIJ (bijlage 1).

Het Dynamisch Risico Profiel

Het DRP is de uitkomst van de Ritax en wordt berekend door een optelsom van risico- en beschermende factoren van een jongere, gemeten op negen (leef)domeinen, zoals gezin, geestelijke gezondheid en agressie. Ieder domein kent diverse items, waarbij de professional vraagt naar onderwerpen zoals «Ernst/heftigheid van conflicten tussen gezinsleden», «Stemming» en «Meldingen van gewelddadig gedrag». De totaalscores per domein (domeinscore) worden berekend door de scores van de verschillende items uit de betreffende domeinen bij elkaar op te tellen. Het DRP vormt samen met het ARR een indicator om toe te leiden naar passende interventies die door de Raad voor de Kinderbescherming of de Jeugdreclassering worden geadviseerd aan OM, de rechter en/of ten behoeve van het plan van aanpak voor toezicht en begeleiding van de Jeugdreclassering.

Voor een verdere uitleg over de berekening van het DRP verwijs ik u naar de Handleiding LIJ die voor de volledigheid wordt meegezonden (bijlage 1). De rol van de Ritax en het DRP in de jeugdstrafrechtketen wordt toegelicht onder vraag 3.

Vraag 5

Klopt het dat u overwogen hebt Preselect uit werking te nemen? Waarom heeft het gebruik van het algoritme toch doorgang gevonden? Geldt dit ook voor soortgelijke instrumenten?

Antwoord 5

Ten tijde van oplevering van het meeste recente validatieonderzoek (2023), is met ketenpartners besproken of het instrument nog voldoende betrouwbaar was voor toepassing in de praktijk. Destijds is geconcludeerd dat dit het geval was. Wel werd van belang geacht dat doorontwikkeling zo snel mogelijk plaatsvindt vanwege een afname in de voorspelkracht (zie vraag 27 voor een toelichting op het doorontwikkeltraject van de Preselect Recidive). Voor deze afweging is onder meer gekeken naar de impact op de jeugdstrafrechtketen, en daarmee de jongeren, indien het instrument tijdelijk niet meer gebruikt wordt en het voldoen aan de geldende wet- en regelgeving rondom toepassing van dergelijke instrumenten. Ook de afgenomen voorspelkracht van het instrument is meegewogen. Aangezien deze nog steeds acceptabel is volgens internationale standaarden, is geoordeeld dat het instrument nog steeds van meerwaarde is voor de praktijk (zie toelichting in de alinea hieronder over het gestructureerd professioneel oordeel).

In de eerder genoemde brief van 6 maart 2025 beschrijf ik daarnaast dat de huidige versie van Preselect Recidive grotendeels voldoet aan de vijf voorwaarden zoals gesteld door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en hierdoor nog op een verantwoorde wijze kan worden gebruikt tot de nieuwe versie wordt ingevoerd. In de afweging om de Preselect Recidive te blijven gebruiken wordt ook de waarde van dit instrument voor de praktijk meegenomen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat een voorspelling op basis van een gestructureerd professioneel oordeel (een combinatie van de professionele blik en een instrument) beter is dan een voorspelling op basis van een ongestructureerde klinische blik (zie vraag 17). Zonder een instrument ontstaat er een risico op tunnelvisie, waarmee de rechtsgelijkheid in het geding komt.

Voor de overige instrumenten van het LIJ wordt ook periodiek een validatieonderzoek uitgevoerd. Indien de resultaten van deze onderzoeken hier aanleiding toe geven, of wijzigingen in wet- en regelgeving, worden de instrumenten herzien.

Vraag 6

Waaruit blijkt dat Preselect voldoet aan wetenschappelijke normen en betrouwbaar genoeg is om gebruikt te worden in besluitvorming die kwetsbare jongeren aangaat?

Antwoord 6

Wetenschappelijke normen voor risicotaxatie-instrumenten kunnen betrekking hebben op: (a) theoretische onderbouwing, (b) betrouwbaarheid en (c) de predictieve validiteit.

Preselect Recidive heeft een stevige theoretische basis: de variabelen die onderdeel uitmaken van het instrument zijn ruimschoots theoretisch en empirisch onderbouwd in de wetenschappelijke literatuur.2

De betrouwbaarheid van instrumenten kan afnemen door een verschil in inschatting tussen personen die het instrument hanteren. Dit speelt niet bij de Preselect Recidive omdat dit instrument automatisch vanuit de politiesystemen gevuld wordt. De uitkomst van de Preselect Recidive wordt wel met betekenisvolle menselijke tussenkomst toegepast.

De predictieve validiteit van een instrument heeft betrekking op hoe vaak een juiste voorspelling wordt gemaakt met een instrument. De predictieve validiteit van Preselect Recidive is in meerdere studies onderzocht en is vergelijkbaar met instrumenten die wereldwijd worden ingezet. De predictieve validiteit van de Preselect Recidive was bij ontwikkeling hoog volgens internationale standaarden.3 In het laatste validatieonderzoek was dit acceptabel, en daarmee één van de redenen voor doorontwikkeling (zie het antwoord vraag 27).

Vraag 7

Kunt u alle documentatie over de ontwikkeling, technische werking en toepassing van dit algoritme delen met de Kamer?

Antwoord 7

Ik verwijs naar de Handleiding LIJ in bijlage 1. Hierin staat de ontwikkeling/opbouw, werking en toepassing van het algoritme beschreven (hoofdstuk 1 en 3).

Daarnaast verwijs ik naar diverse publicaties van Van der Put (Universiteit van Amsterdam). In deze publicaties staat de (statistische) ontwikkeling van de Preselect Recidive uitgewerkt:

Van der Put, C. E (2012). Preselect Recidive.4

van der Put, C. E. (2014). Youth actuarial risk assessment tool (Y-ARAT) the development of an actuarial risk assessment instrument for predicting general offense recidivism on the basis of police records. Assessment, 21(3), 340–351.5

Van der Put, C.E. (2015). Ontwikkeling en validatie Preselect Recidive. Beschikbaar via:6

Van der Put, C.E. (2023). Validatie Preselect Recidive.7

Vraag 8

Is er een Privacy Impact Assessment (PIA) uitgevoerd voor het gebruik van Preselect? Wat waren de resultaten van deze PIA en is daar opvolging aan gegeven? Wanneer is voor het laatst een PIA uitgevoerd op Preselect en wanneer is de eerstvolgende PIA voorzien?

Antwoord 8

In 2025 wordt een gegevensbeschermingseffectbeoordeling (GEB/DPIA) uitgevoerd, als onderdeel van het implementatieproces van de herziene Preselect Recidive. Zie ook het antwoord op vraag 27 voor een toelichting op de herziening van de Preselect Recidive. Eerder is nog geen (D)PIA uitgevoerd voor de Preselect Recidive. De risicotaxatie-instrumenten die de politie gebruikt zijn ten tijde van ingebruikname getoetst in het kader van de toen geldende wettelijke privacykaders. De Preselect Recidive dateert uit 2013. Een (D)PIA, sinds 2018 verplicht, wordt door politie uitgevoerd in geval van de ingebruikname van een nieuw of vernieuwd instrument. De politie heeft in 2023 wel een toets gedaan op de kwaliteit van bronnen die gebruikt worden voor hun risicotaxatie-instrumenten in brede zin. Hier kwamen geen onregelmatigheden uit naar voren die aanleiding gaven tot aanpassing van de Preselect Recidive.

Vraag 9

Welke instanties maken gebruik van Preselect? Kunt u per instantie uitleggen met welk doel het algoritme wordt toegepast?

Antwoord 9

Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 3 en de genoemde brief van 6 maart 2025.

Vraag 10

Hoe zorgt u ervoor dat instanties die Preselect momenteel gebruiken om voorspellende lijsten met verdachte jongeren op te stellen, deze werkwijze zo snel mogelijk stopzetten?

Antwoord 10

Preselect Recidive is ontwikkeld om in te schatten of aanvullende risicotaxatie nodig is voor een jeugdige verdachte in het strafrecht. De Preselect Recidive mag uitsluitend gebruikt worden op het ZSM-overleg en niet voor andere doeleinden. Waar eerder in de praktijk is gesignaleerd dat risicotaxatie-instrumenten of scores werden hergebruikt of toegepast in niet daarvoor bedoelde processen, zijn door de politie maatregelen genomen om dit te stoppen. Met politie worden periodiek overleggen gevoerd over onder andere de juiste toepassing van de Preselect Recidive.

Vraag 11

Is er één standaard vastgesteld voor het verantwoorde gebruik van Preselect? Zo ja, kunt u deze delen? Zo niet, kunt u deze zo snel mogelijk ontwikkelen?

Antwoord 11

Ja, er is één standaard vastgesteld voor het verantwoorde gebruik van de Preselect Recidive. Ik verwijs u naar de Handleiding LIJ (bijlage 1) voor een gedetailleerde beschrijving.

Vraag 12

Op basis van welke factoren berekent Preselect een score voor jongeren? Kunt u een lijst maken van alle bronnen die het algoritme raadpleegt?

Antwoord 12

De Preselect Recidive wordt gevuld op basis van het landelijke bedrijfsprocessensysteem van de Politie (BVI). Hieruit wordt informatie gehaald zoals het totaal aantal incidenten waarbij de jongere de rol van verdachte heeft, de leeftijd van de jongere ten tijde van het eerste delict en het totaal aantal incidenten waarbij de jongere de rol van betrokkene heeft. Voor een volledig overzicht verwijs ik u naar hoofdstuk 3 van de Handleiding LIJ.

Vraag 13

Worden registraties van verdenkingen die nooit zijn bewezen of hebben geleid tot vrijspraak ook meegerekend in de risicoscore van een jongere?

Antwoord 13

Bij een sepot onterecht verdachte of vrijspraak wordt de registratie niet meer meegerekend in de risicoscore van de jongere. Tevens worden registraties die ouder zijn dan vijf jaar verwijderd (conform artikel 8, zesde lid Wet politiegegevens) en hierdoor niet meegenomen in de berekening.

Vraag 14

Hoe voorkomt u dat er ongelijke behandeling plaatsvindt bij hetzelfde misdrijf door het gebruik van het algoritme?

Antwoord 14

Met de Preselect Recidive wordt op basis van een wetenschappelijk getoetst en genormeerd model een inschatting gemaakt of verdere risicotaxatie noodzakelijk is bij de jeugdige verdachte. Deze inschatting wordt gemaakt op basis van diverse factoren uit het politieregistratiesysteem (zie hoofdstuk 3 van de Handleiding LIJ voor de lijst met variabelen). Bij jongeren die eenzelfde delict plegen, maar op andere variabelen die voorspellend zijn voor recidive anders scoren (bijvoorbeeld het aantal eerdere registraties van de betreffende jongere in de rol van verdachte), volgt mogelijk een andere uitkomst van de Preselect Recidive. Hierbij is er geen sprake van een ongelijke behandeling ten nadele van de jongere, maar van een afweging over de meest passende interventie om het risico op recidive te beperken. De afweging over het vervolg en het advies van de Preselect Recidive hierbij is maatwerk, de uitkomst van het instrument is ondersteunend aan menselijke beoordeling. Bovendien versterkt juist de combinatie van de professionele blik en een objectief gestructureerd instrument een uniforme werkwijze en daarmee gelijkere bejegening. De toepassing van een instrument verkleint de kans dat het eigen interpretatiekader van professionals een (grote) rol speelt in het besluit over het vervolgtraject van de jeugdige verdachte.

Vraag 15

Vindt u het terecht dat variabelen als «omstander» of «huisgenoot» als risicofactor kunnen worden beschouwd in het Preselect-algoritme? Zo ja, kunt u aangeven hoe u dat relateert aan het concept «afgeleide schuld»?

Antwoord 15

Als een ARR-score wordt opgesteld, dan is de jongere inmiddels zelf in de rol van verdachte bekend bij politie. De Preselect Recidive wordt dus alleen afgenomen als een jeugdige zelf verdacht wordt van een strafbaar feit. Daarnaast weten we uit de wetenschappelijke literatuur dat blootstelling aan crimineel gedrag dan wel (ervaren) druk om mee te participeren risicofactoren zijn voor recidive. Dat blijkt ook uit onderzoeken uitgevoerd op politiegegevens. In het huidige model zijn deze variabelen (aantal registraties rol betrokken («omstander») en aantal registraties medebewoners rol verdachte («huisgenoot»)) opgenomen.

Voor de instrumenten van het LIJ wordt daarbij altijd kritisch gekeken naar de samenstelling van de instrumenten. Indien blijkt dat variabelen uit het model achterwege gelaten kunnen of moeten worden dan gebeurt dit ook. Voor alle variabelen uit het model wordt dit heroverwogen in de doorontwikkeling van de Preselect Recidive. Daarbij wordt ook afgewogen of er belangrijke informatie wordt gemist voor een passende behandeling.8

Het concept afgeleide schuld9 speelt hier geen rol: de Preselect Recidive geeft een advies over de noodzaak van aanvullende risicotaxatie en niet over schuldbepaling dan wel de benodigde strafmaat. Bovendien spelen variabelen als «omstander» of «huisgenoot» pas een rol als de jongere zelf wordt verdacht van een strafbaar feit en de Preselect Recidive wordt toegepast.

Vraag 16

Op welke data is Preselect getraind? Is deze data zuiver en voldoende representatief? Is er gecontroleerd voor (onbewuste en/of systematische) vooroordelen in de trainingsdata?

Antwoord 16

De Preselect Recidive maakt gebruik van statische (onveranderbare) risicofactoren. Bij het bepalen van deze factoren is gebruik gemaakt van twee (willekeurige) steekproeven in de data, waarbij de ene steekproef is gebruikt om Preselect Recidive op te ontwikkelen en de andere steekproef om deze te valideren.10 Deze data zijn afkomstig uit het landelijke bedrijfsprocessensysteem van de politie (BVI).

De kwaliteit van een dataset is altijd afhankelijk van de kwaliteit van ingevoerde data. Dat is voor de Preselect Recidive niet anders dan voor andere instrumenten. Pakkans en prevalentie van de doelgroep spelen ook een rol bij de representativiteit van de data. Daarom worden instrumenten van het LIJ periodiek geëvalueerd en ook tussentijds wordt continue afgewogen of er voldoende gerechtvaardigd belang en empirische onderbouwing is van het model.

Vraag 17

Deelt u de zorgen dat een algoritme in grote mate sturend kan zijn voor de betrokken (politie)medewerker die een casus beoordeelt? Hoe wordt waardevolle menselijke tussenkomst gegarandeerd?

Antwoord 17

Ik begrijp de zorg want het instrument geeft inderdaad mede richting aan het besluit, maar met betekenisvolle menselijke tussenkomst en het gebruik van diverse informatiebronnen ondervangen we dat er automatische en eenzijdige besluitvorming plaatsvindt. Dat gebeurt als volgt.

Betekenisvolle menselijke tussenkomst is een essentieel onderdeel in de opvolging van de Preselect Recidive. De inschatting van laag, midden of hoog risico (het ARR) is een van de informatiebronnen waar de het afstemmingsoverleg ZSM gebruik van maakt. In dit overleg wordt met de diverse betrokken professionals door het Openbaar Ministerie op basis van deze verschillende informatiebronnen besloten welk vervolg de jeugdige verdachte krijgt. Uit onderzoek blijkt dat een voorspelling op basis van een gestructureerd professioneel oordeel (een combinatie van de professionele blik en een instrument) beter is dan een voorspelling op basis van een ongestructureerde klinische blik.11 Daarmee is de combinatie die op het ZSM-overleg wordt gehanteerd, namelijk een professioneel oordeel aangevuld met de analyse door een instrument, een meer betrouwbare manier waarop een besluit genomen kan worden dan uitsluitend op basis van het oordeel van de professional.

Vraag 18

Met welke regelmaat wordt de werking en het gebruik van Preselect onafhankelijk doorgelicht? Kunt u alle bij u bekende onderzoeken naar dit algoritme delen met de Kamer?

Antwoord 18

De doelstelling van het LIJ is om instrumenten eens in de vijf jaar te valideren. Deze termijn biedt de mogelijkheid om tot voldoende respondenten (jongeren) te komen waarbij het instrument is afgenomen, om vervolgens valide uitspraken te kunnen doen. Ook wordt hiermee aangesloten bij de termijn van drie tot vijf jaar voor recidivemetingen, zoals gehanteerd door het WODC en/of het CBS. Daarnaast worden alle instrumenten of aanpassingen daaraan steeds voorgelegd aan een onafhankelijke toetsingscommissie. Voor de Preselect Recidive heeft dit langer geduurd, vanwege vertraging in het leveren van de benodigde data. Zie onder vraag 7 welke documenten ik hierover met u deel.

Vraag 19

Wat is het percentage valspositieven dat Preselect oplevert? Hoe vaak komt het voor dat een jongere ten onrechte een te hoge of lage score wordt toebedeeld?

Antwoord 19

Het bepalen van valspositieven of -negatieven is complex, omdat:

de Preselect Recidive geen «ja/nee» uitkomst heeft, maar een indeling in drie groepen (laag, midden en hoog risico) aangezien ook voor de groep met een laag risico de inschatting is dat er nog enige kans op recidive is, en;

het bepalen van causaliteit ingewikkeld is omdat hiervoor gecontroleerd moet worden voor een eventueel ingezette interventie.

De score wordt altijd bezien in het geheel van andere beschikbare informatie en heeft geen één-op-één-relatie met de gekozen interventie. Aan de Preselect Recidive score is geen direct gevolg gekoppeld; zie ook het antwoord op vraag 17.

Vraag 20

Waarom staat het algoritme niet opgenomen in het Algoritmeregister? Kunt u alsnog het algoritme zo snel als mogelijk volledig transparant in het Algoritmeregister opnemen?

Antwoord 20

In 2025 registreert de politie het algoritme van de Preselect Recidive in het Algoritmeregister.

Vraag 21

Gaat u ouders, jongeren en jeugdrechtadvocaten voortaan altijd informeren als en hoe Preselect is toegepast in de besluitvorming? Op welke termijn en op welke manier gaat u dit doen?

Antwoord 21

Ja, dat zal ik in 2025 doorvoeren voor alle jongeren bij wie de Preselect Recidive wordt afgenomen. Nu gebeurt dat al bij een deel van de jongeren, namelijk bij de jongeren voor wie de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek doet. Ik wil voor deze ontwikkeling aanhaken bij al bestaande voorzieningen om jongeren, ouder(s)/verzorger(s) en andere betrokken zo laagdrempelig mogelijk te informeren.

Vraag 22

Bent u bereid om een inschatting te (laten) maken of jongeren onrechtmatig of incorrect zijn geprofileerd door het gebruik van Preselect? Kunt u de eventuele gevolgen die dit heeft gehad ook inschatten?

Antwoord 22

Door voor de instrumenten uit het LIJ periodiek te toetsen of aanpassing nodig is, breng ik in kaart of de instrumenten werken zoals beoogd en voldoen aan wet- en regelgeving. In het IAMA dat uitgevoerd wordt voor de herziene Preselect Recidive is bovendien specifiek aandacht voor het naleven van de grondrechten en daarmee onder andere het risico op profilering bij de inzet van algoritmes. Waar nodig stuur ik bij. Het is echter inherent aan risicotaxatie-instrumenten dat deze geen perfecte schatting geven. De Preselect Recidive wordt daarom nooit gebruikt als automatische doorverwijzing, maar er is altijd sprake van betekenisvolle menselijke tussenkomst. Bovendien kan er op verschillende momenten in de jeugdstrafrechtketen bijgestuurd worden indien het ingezette traject toch te zwaar of te licht blijkt.12 Hiermee wordt ook voorzien in bijsturing op casusniveau. Een inschatting geven is daarnaast complex, omdat de Preselect Recidive in de besluitvorming niet de enige factor is die wordt meegewogen.

Vraag 23

Gaat u jongeren, ouders en jeugdrechtadvocaten in staat stellen om bezwaar te maken als zij vermoeden dat het algoritme heeft geleid tot een verkeerde uitkomst?

Antwoord 23

Zoals ook is toegelicht in het antwoord op vraag 17, liggen verschillende informatiebronnen ten grondslag aan de beslissing welk vervolg een jeugdige verdachte krijgt. Er is dus geen besluitvorming op basis van enkel de uitkomst van de Preselect Recidive. Ik zie daarom geen aanleiding om het bezwaar maken tegen een beslissing vanwege de uitkomst van de Preselect Recidive mogelijk te maken.

Vraag 24

Deelt u de conclusie van de vier wetenschappers van de Radboud Universiteit dat «de voorspellende waarde van Preselect beperkt [is] en voor jongeren riskante gevolgen [kan] hebben»?

Antwoord 24

De voorspellende waarde van Preselect is vergelijkbaar met instrumenten die wereldwijd worden toegepast om recidive te voorspellen; zie ook het antwoord op vraag 6. Omdat de voorspellende waarde nooit perfect is, is de uitkomst van het instrument nooit leidend. Preselect Recidive wordt gebruikt om te adviseren of aanvullende risicotaxatie nodig is. Daarmee deel ik de conclusie niet dat dit riskante gevolgen kan hebben voor een jeugdige verdachte, maar juist helpt te komen tot een goed passende interventie.

Vraag 25

Kunt u het onderzoek van de Universiteit van Amsterdam uit 2023, waaruit naar eigen zeggen blijkt dat de voorspellende waarde van Preselect laag is, delen met de Kamer?

Antwoord 25

Ja, zie mijn antwoord op vraag 7 voor de gevraagde publicatie.

Vraag 26

Hoe is er opvolging gegeven om de tekortkomingen die de Algemene Rekenkamer in 2022 constateerde bij de inzet van algoritmes in het jeugdrecht? Zijn alle aanbevelingen geïmplementeerd?13 14

Antwoord 26

Voor het antwoord op de vraag verwijs ik u naar het «Verantwoordingsonderzoek 2023 Ministerie van Justitie en Veiligheid» van de Algemene Rekenkamer.15 Hieruit is gebleken dat de aanbevelingen naar tevredenheid van de Algemene Rekenkamer zijn opgevolgd en dat het aandachtspunt16 dat de Algemene Rekenkamer meegaf, is komen te vervallen. De aanbevelingen en vereisten die hieruit naar voren kwamen, worden nu standaard meegenomen in de ontwikkeling rondom alle instrumenten van het LIJ waaronder de Preselect Recidive.

Vraag 27

Op welke manier wordt Preselect nu doorontwikkeld? Kunt u de Kamer blijvend informeren over het gebruik en de doorontwikkeling van het algoritme?

Antwoord 27

Voor de Preselect Recidive is het meest recente valideringsonderzoek in 2023 uitgevoerd. Met dit onderzoek is getoetst of het instrument nog werkt zoals beoogd. Hieruit bleek dat een aanpassing van het model zoals ontwikkeld in 2013 noodzakelijk was, vooral op de volgende punten:

het verhogen van de predictieve validiteit (voorspelkracht) door een aanpassing van het onderliggend statistische model;

het opnieuw inschatten van een juiste subgroep-indeling (wanneer wordt de kans op recidive op laag, midden of hoog geschat), en;

onderzoeken in hoeverre de variabelen uit het model nog (empirisch) verantwoord zijn.

Vervolgens heeft de Universiteit van Amsterdam in opdracht van mijn ministerie in 2024 een vervolgonderzoek uitgevoerd naar de benodigde aanpassingen. Dit onderzoek dient als uitgangspunt voor de verbeteringen die in 2025 worden doorgevoerd, zoals hierboven genoemd. Daartoe behoort het aanscherpen van de bestaande kwaliteitscyclus, zoals de standaard periodieke evaluaties, het uitvoeren van een Data protection impact assessment (DPIA) en een Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes (IAMA), het herinrichten van taken en verantwoordelijkheden en het verbeteren van de informatievoorziening aan jongeren, ouder(s)/verzorger(s). Over de voortgang van de doorontwikkeling zal ik de Kamer in de tweede helft van 2025 informeren.

Vraag 28

Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en zo spoedig mogelijk beantwoorden?

Antwoord 28

Met bovenstaande beantwoording verwacht ik aan uw verzoek te hebben voldaan.


  1. Follow the Money, 20 januari 2025, «Onbetrouwbaar algoritme bestempelt jongeren als toekomstig crimineel» (https://www.ftm.nl/artikelen/algoritme-bestempelt-jongeren-onterecht-als-toekomstig-crimineel).↩︎

  2. Zie ook publicaties van de UvA (bijlagen).↩︎

  3. Dit wordt mede ook uitgelegd in de voor ketenpartners beschikbaar gestelde Handleiding LIJ. Aanvullende bronnen: De Vries, G. M., Bijlsma, J., Mackor, A. R., Meynen, G., & Bex, F. (2021). AI-risicotaxatie: nieuwe kansen en risico’s voor statistische voorspellingen van recidive. Boom Strafblad, 2021(2), 58–66; Rice, M. E., & Harris, G. T. (2005). Comparing effect sizes in follow-up studies: ROC Area Cohen's d, and r. Law and human behavior, 29, 615–620; Helmus, L. M., & Babchishin, K. M. (2017). Primer on risk assessment and the statistics used to evaluate its accuracy. Criminal Justice and Behavior, 44(1), 8–25.↩︎

  4. https://pure.uva.nl/ws/files/218219026/20120611_v1.1_PreselectRecidive.pdf↩︎

  5. https://dare.uva.nl/search?identifier=03cb8d3f-a5ad-4a5a-8139-4e5eca66f054↩︎

  6. https://pure.uva.nl/ws/files/218219166/Rapport_nieuwe_model_Preselect_Recidive_4-2-2015.pdf↩︎

  7. https://pure.uva.nl/ws/files/219227282/Validatieonderzoek_Preselect_Recidive_27-6-2023.pdf↩︎

  8. Zodoende ook voor deze betreffende variabele.↩︎

  9. Met afgeleide schuld kan o.a. bedoeld worden: schuld door verwantschap. Een persoon wordt dan als schuldig aangemerkt vanwege daden van anderen met wie deze persoon banden heeft.↩︎

  10. Op één van die twee groepen worden de analyses gedaan(ontwikkelsteekproef). Vervolgens worden deze uitkomsten op de andere groep getoetst (validatiesteekproef). Zo wordt gelijk getoetst of de gevonden resultaten ook voor een nieuwe groep toepasbaar zijn. Als deze resultaten in de twee groepen niet significant afwijken is er een solide basis voor de conclusies.↩︎

  11. Dit wordt mede ook uitgelegd in de voor ketenpartners beschikbaar gestelde Handleiding LIJ. Voor aanvullende bronnen, zie voetnoot 2.↩︎

  12. De Raad voor de Kinderbescherming doet alleen onderzoek als het Openbaar Ministerie besluit tot strafrechtelijke vervolging. Mocht het Openbaar Ministerie later alsnog afzien van vervolging (bijvoorbeeld bij onvoldoende bewijs) dan wordt het raadsrapport vernietigd. Het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming kan ook uitmonden in een advies aan de Officier van Justitie om de jongere alsnog naar Halt te verwijzen voor een zogenoemde Halt plus-afdoening, en vice versa. Zie ook: Protocol Strafzaken Raad voor de Kinderbescherming 2022.↩︎

  13. Kamerstuk 36 360 VI, nr. 2.↩︎

  14. Kamerstuk 36 560 VI, nr. 2.↩︎

  15. Voor meer informatie, zie: Resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 Ministerie van Justitie en Veiligheid | Rapport | Algemene Rekenkamer↩︎

  16. De Algemene Rekenkamer onderscheidt in hun onderzoeken naar bedrijfsvoering van ministeries drie niveaus van tekortkomingen, oplopend in ernst: 1) aandachtspunt, 2) onvolkomenheid, en 3) ernstige onvolkomenheid. Een aandachtspunt is een tekortkoming die geen afbreuk doet aan het positieve oordeel van de Algemene Rekenkamer, maar waarvan de Algemene Rekenkamer wel vindt dat de Minister er iets aan moet doen. Zie ook: Onderzoek naar de bedrijfsvoering | Algemene Rekenkamer↩︎