Holocausteducatie
Schriftelijke vragen
Nummer: 2025D10152, datum: 2025-03-11, bijgewerkt: 2025-03-12 14:27, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2025Z04361).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. Becker, Tweede Kamerlid (VVD)
- Mede ondertekenaar: U. Ellian, Tweede Kamerlid (VVD)
Onderdeel van zaak 2025Z04361:
- Gericht aan: I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Indiener: B. Becker, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: U. Ellian, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2025Z04361
Vragen van de leden Becker en Ellian (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over Holocausteducatie (ingezonden 11 maart 2025).
Vraag 1
Herinnert u zich de afspraak in het Hoofdlijnenakkoord dat inburgering kennis over de Holocaust en de slachtoffers daarvan moet omvatten en de uitwerking hiervan in het regeerprogramma, namelijk «kennis over de Holocaust wordt een vast onderdeel van inburgering»?
Vraag 2
Op welke wijze heeft u uitvoering gegeven aan de gewijzigde motie-Diederik van Dijk c.s. waarin de regering wordt verzocht bij de uitwerking van het Hoofdlijnenakkoord en/of het Nationaal Plan Versterking Holocausteducatie te betrekken dat nieuwkomers een bezoek brengen aan een locatie zoals het Nationaal Holocaustmuseum in het kader van hun inburgering?1
Vraag 3
Klopt het dat u nog geen stappen heeft gezet om Holocausteducatie zo spoedig mogelijk onderdeel te maken van de inburgering van nieuwkomers? Zo ja of nee, waarom?
Vraag 4
In hoeverre beseft u dat bij het tegengaan van antisemitisme, inburgering een belangrijke rol speelt?
Vraag 5
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat kennis over de Holocaust een vast onderdeel van inburgering wordt en binnen welke termijn kan de Kamer een voorstel hiertoe verwachten?
Vraag 6
Kunt u deze vragen afzonderlijk en binnen drie weken beantwoorden?
Kamerstuk 30 950, nr. 399.↩︎