Amendement van het lid Ergin over een uitzondering op de toelatingsplicht voor de topsportsector
Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten)
Amendement
Nummer: 2025D10211, datum: 2025-03-11, bijgewerkt: 2025-04-04 12:16, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36446-39).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.A. Ergin, Tweede Kamerlid (DENK)
Onderdeel van kamerstukdossier 36446 -39 Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten).
Onderdeel van zaak 2025Z04376:
- Indiener: D.A. Ergin, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2025-04-08 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 446 Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten)
Nr. 39 AMENDEMENT VAN HET LID ERGIN
Ontvangen 11 maart 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel C, wordt het voorgestelde artikel 1b als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «2.» geplaatst.
2. Voor het tweede lid (nieuw) wordt een lid ingevoegd, luidende:
1. Sportorganisaties, voor zover van landelijke betekenis, zijn uitgezonderd van het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 3a.
Toelichting
Dit amendement maakt gebruik van de mogelijkheid om uitzonderingen toe te passen op de toelatingsplicht en daarmee op de toetsing aan het normenkader, dat later via een AMvB wordt vastgesteld. De indiener beoogt met het uitzonderen van een specifieke sector de reikwijdte van de wet te verscherpen en onnodige regeldruk, evenals in sommige gevallen een onzinnige toepassing van deze wet, te voorkomen. De indiener stelt een uitzondering voor de Nederlandse professionele topsport voor.
De Nederlandse professionele topsport wordt uitgezonderd omdat veel sportsegmenten te maken hebben met internationale reglementen, bijvoorbeeld op het gebied van voetbal via FIFA en UEFA. Dit brengt met zich mee dat er doorgaans duidelijke normenkaders bestaan met betrekking tot in- en uitleenconstructies, toezicht en handhaving. Daarnaast hebben verschillende professionele topsportsectoren te maken met strikte licentievereisten die door de sportbonden worden opgelegd. De indiener is van mening dat het uitzonderen van deze sector onnodige administratieve lasten en kosten voorkomt in een sector waarin sprake is van verregaande (zelf)regulering.
De indiener kan zich goed voorstellen dat er mogelijk ook andere sectoren zijn die binnen het uitzonderingsbeginsel passen en voert daarom geen wijziging door in de bepaling dat sectoren en segmenten per AMvB kunnen worden uitgezonderd van het toelatingsstelsel waar de wet in voorziet.
Ergin