Toezegging over de opvolging van aanbevelingen in toezichtrapport 79 over de inzet van virtuele agenten door de AIVD en de MIVD
Toezichtsverslagen AIVD en MIVD
Brief regering
Nummer: 2025D10222, datum: 2025-03-11, bijgewerkt: 2025-03-18 16:22, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29924-277).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.P. Brekelmans, minister van Defensie (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29924 -277 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD.
Onderdeel van zaak 2025Z04381:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Medeindiener: R.P. Brekelmans, minister van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-03-13 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-27 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-06-19 13:00: IVD-aangelegenheden (Commissiedebat), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD
Nr. 277 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2025
Inleiding
Op 11 september 2024 vond het commissiedebat IVD-aangelegenheden plaats met de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken. Tijdens dat debat kwam het Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) toezichtrapport 79 over de inzet van virtuele agenten door de AIVD en de MIVD (hierna: de diensten) aan de orde. Hierin worden een aantal aanbevelingen gedaan. Wij hebben tijdens het debat toegezegd om uw Kamer binnen zes maanden een schriftelijke terugkoppeling te geven over de opvolging van deze aanbevelingen.
Algemeen
De CTIVD constateert in het rapport dat haar algemene beeld is dat de diensten rechtmatig handelen bij de inzet van virtuele agenten. Ook constateert de CTIVD dat het beleid van de diensten voorziet in de technische en organisatorische maatregelen die nodig zijn bij de inzet van een virtueel agent. Hierbij verloopt ook de zorgplicht voor virtuele agenten – van veiligheid tot geheimhouding van bronnen – rechtmatig. De werkwijze van virtuele agenten leveren een belangrijke bijdrage voor het vergaren van informatie ten behoeve van de diensten.
Aanbevelingen
In haar toezichtrapport doet de CTIVD drie aanbevelingen. Zoals bij de aanbieding van dit toezichtrapport aan de Tweede Kamer is aangegeven, zijn de eerste twee aanbevelingen in zijn geheel overgenomen en de derde gedeeltelijk. Voor deze aanbevelingen en onze reactie verwijs ik u door naar onze beleidsreactie1.1 De aanbevelingen van de CTIVD hebben de diensten geholpen verdere stappen te zetten in de borging en bestendiging van een rechtmatig, efficiënt en effectief beleid en werkwijze.
Opvolging aanbevelingen
Het proces van de implementatie van de overgenomen aanbevelingen is inmiddels succesvol afgerond. Het uitgangspunt is het creëren van een situatie waarbij het uitvoeren van gezamenlijke operaties dan wel het wederzijds ondersteunen van operaties zo optimaal mogelijk is. Eenheid van beleid is daarvoor randvoorwaardelijk. Daarom is de opvolging door de diensten gezamenlijk opgepakt en dit heeft geresulteerd in consistent beleid dat op elkaar aansluit. Ten aanzien van de gedeeltelijk overgenomen aanbeveling zijn de diensten en CTIVD in gesprek over de technische haalbaarheid en uitvoerbaarheid.
Tot slot
Wij hebben de CTIVD geïnformeerd over de implementatie van de verbetermaatregelen naar aanleiding van haar aanbevelingen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans
Kamerstuk 29 924, nr. 264.↩︎