Amendement van het lid Aartsen over opschortende werking van een schorsing of intrekking
Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten)
Amendement
Nummer: 2025D10266, datum: 2025-03-11, bijgewerkt: 2025-04-02 13:30, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.A. Aartsen, Tweede Kamerlid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 36446 -43 Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten).
Onderdeel van zaak 2025Z04399:
- Indiener: A.A. Aartsen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
36 446 | Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten) | |
Nr. 43 | AMENDEMENT VAN HET LID aartsen | |
Ontvangen 11 maart 2025 | ||
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: |
Aan de met artikel I, onderdeel I, voorgestelde paragraaf 3 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 12na Opschortende werking
De werking van een schorsing als bedoeld in artikel 12l en een intrekking als bedoeld in artikel 12m wordt opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist.
Toelichting
Dit amendement voorziet in een schorsende werking indien een uitlener beroep instelt tegen de schorsing of intrekking van een (voorlopige) toelating of indien de beroepstermijn tegen het desbetreffende besluit nog niet is verstreken. Hiermee wordt voorkomen dat besluiten die door de uitlener nog kunnen worden aangevochten tot onomkeerbare financiële schade leiden. Hiermee sluit het voorstel aan bij het principiële uitgangspunt van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat aanvragers niet meteen dienen te worden gestraft als zij een fout maken.1 Ook worden met dit amendement onbedoelde foute beoordelingen van ambtenaren van de Toelatende Instantie ondervangen.
Aartsen
“Minder strenge regels in sociale zekerheid: ‘Vergissen is menselijk’” De Telegraaf (21 februari 2025).↩︎