[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitstel beoogde inwerkingtreding bedrag ineens en vooronderzoek Nibud naar keuzetool bedrag ineens

Wijziging van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen in verband met de herziening van de mogelijkheid tot afkoop in de vorm van een bedrag ineens alsmede tot wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet herziening bedrag ineens)

Brief regering

Nummer: 2025D10690, datum: 2025-03-13, bijgewerkt: 2025-03-20 17:20, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36154-21).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36154 -21 Wijziging van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen in verband met de herziening van de mogelijkheid tot afkoop in de vorm van een bedrag ineens alsmede tot wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet herziening bedrag ineens).

Onderdeel van zaak 2025Z04633:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 154 Wijziging van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen in verband met de herziening van de mogelijkheid tot afkoop in de vorm van een bedrag ineens alsmede tot wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet herziening bedrag ineens)

Nr. 21 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 maart 2025

In deze brief informeer ik uw Kamer over uitstel van de beoogde inwerkingtreding van het keuzerecht bedrag ineens (Kamerstuk 36 154) naar 1 juli 2026. Daarnaast ga ik in op de uitkomsten van een vooronderzoek door het Nibud naar een tool voor bedrag ineens. Het opnemen van een bedrag ineens heeft gevolgen voor het inkomen en daarmee mogelijk ook voor het recht op toeslagen. Om die reden heb ik eerder aangegeven dat het belangrijk is dat er een tool als laagdrempelige keuzehulp beschikbaar is om mensen te ondersteunen bij hun keuze voor een bedrag ineens. Deze brief stuur ik u mede namens de Staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane.

Ontwikkeling van een tool als keuzehulp

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer op 25 september jl. heb ik aangegeven de invoering van een tool voor bedrag ineens te willen ondersteunen. Deze tool zou de deelnemer bij de keuze rondom de ingangsdatum van een pensioen of lijfrente meer inzicht kunnen bieden in de gevolgen van het opnemen van een bedrag ineens. Insteek is dat deze tool openbaar toegankelijk is.

Een eerste aanzet tot de ontwikkeling van deze tool is het vooronderzoek dat het Nibud in opdracht van SZW heeft verricht. Het Nibud is onder andere verzocht in te gaan op:

• de wensen binnen de sector;

• de complexiteit voor deelnemers (vereist doenvermogen);

• de meerwaarde/functionaliteiten van de tool bij het inzichtelijk maken van de gevolgen van bedrag ineens voor fiscaliteiten en inkomensafhankelijke regelingen; en

• de tijdlijnen voor de ontwikkeling van zo’n tool.

Het Nibud rapport is als bijlage bijgevoegd.

Opzet Nibud vooronderzoek

Ten behoeve van het ophalen van de wensen in de sector heeft het Nibud gesprekken gevoerd met stakeholders binnen de sector, waaronder de AFM, Belastingdienst, Pensioenfederatie, Verbond van Verzekeraars, Stichting Pensioenregister, pensioenfondsen en verzekeraars.

Ook heeft het Nibud een literatuuronderzoek uitgevoerd. Een verslag van de gesprekken en uitkomsten van het literatuuronderzoek zijn als bijlagen in het Nibud rapport opgenomen.

Varianten tool bedrag ineens

Het Nibud onderscheidt een oriëntatietool en een rekentool. De rekentool kan in verschillende varianten van complexiteit worden ontwikkeld. Het Nibud beschrijft in het vooronderzoek een beperkte en een uitgebreide variant.

• Een oriëntatietool brengt de keuzes rondom pensionering op hoofdlijn en kwalitatief in kaart. Zo’n tool kan worden ingezet aan het begin van het keuzeproces rondom pensionering en is globaal gericht op 55- of 60-plussers. Deze tool biedt geen ondersteuning op het keuzemoment en sluit ook niet aan bij de wensen binnen de sector.

• Een standaard (beperkte) rekentool biedt ondersteuning in de besluitvormingsfase voor een deelnemer met of zonder partner. De AOW-, pensioen- en lijfrente-uitkeringen dienen handmatig ingevoerd te worden. De tool kan de ingevoerde bedragen niet omrekenen naar een andere ingangsdatum. De ingevoerde bedragen kunnen wel op verschillende ingangsdata liggen. Bij de uitkomst kan focus worden gelegd op het risico door middel van een risicometer met een kleurenschema in plaats van een precies bedrag in euro’s. Bij een risicometer wordt volgens het Nibud rekening gehouden met zowel gebruiksgemak als bruikbaarheid van de tool.

• Een uitgebreidere rekentool biedt ook ondersteuning in de besluitvormingsfase en gaat ook uit van de door de deelnemer handmatig ingevoerde bedragen. Deze tool is complexer en kan ingevoerde bedragen wel indicatief omrekenen naar een andere ingangsdatum. Ten opzichte van de beperkte rekentool is een grotere rekenprecisie mogelijk en kan een uitgebreidere range aan huishoudtypen worden bediend (bijvoorbeeld ook een huishouden met kinderen1). Ook is er expliciete aandacht voor de doelgroep van uitgestelde betaling. Keerzijde bij deze variant is dat de deelnemer meer gegevens moet invoeren dan bij de beperkte variant waardoor meer visuele ondersteuning nodig is.

Het Nibud merkt op dat bij het ontwerpen van de tool een balans gevonden zal moeten worden tussen precisie en complexiteit aan de ene kant en het beslag op doenvermogen en gebruiksgemak aan de andere kant. Volgens het Nibud kan een te complexe tool die te veel beslag legt op het doenvermogen leiden tot fouten in de invoer, en dus ook tot een foute uitkomst, die door de schijnbare precisie van een bedrag in euro’s wordt versluierd.

De door het Nibud geschetste invulling van beide rekenvarianten is niet vastomlijnd maar richtinggevend en zal nog verder moeten worden uitgewerkt. Daarin kunnen ook nog diverse keuzes over het wel en niet opnemen van opties worden gemaakt. Bij de ontwikkeling van de tool is van belang dat gebruikers en stakeholders worden betrokken.

Voorkeur voor een rekentool inclusief uitgestelde betaling

Een rekenkundige keuzehulp, die deelnemers in de besluitvormingsfase inzicht geeft in mogelijke gevolgen van bedrag ineens op toeslagen, maar tegelijkertijd rekening houdt met het doenvermogen, heeft mijn voorkeur.

De te ontwikkelen tool ondersteunt een goede risico inschatting door de deelnemer. Tegelijkertijd moet ook worden gewaakt voor schijnzekerheid. De tool zal daarom niet voorzien in alle mogelijke inkomenssituaties, keuzes en precieze uitkomsten in euro’s omdat deze te zeer afhankelijk zijn van invoer door de gebruiker. Uit oogpunt van doenvermogen en gebruikersgemak is het logischer om te focussen op het risico met een kleurenschema («risicometer») in plaats van een precies bedrag in euro’s.

De tool dient de deelnemer daarbij inzage te bieden in de gevolgen van de keuze voor bedrag ineens op het inkomen van het jaar van uitkering en van de inkomens in latere jaren. De tool moet rekening kunnen houden met het huishoudinkomen van een deelnemer met of zonder partner, waarbij de pensioen- en AOW-datum van de deelnemer en partner kunnen verschillen. De focus van de tool ligt op bruto- en netto bedragen inclusief toeslagen. De tool dient ook inzage te geven in de gevolgen van een keuze voor uitgestelde betaling van bedrag ineens. Verder dient er aandacht te zijn voor het doenvermogen van kwetsbare doelgroepen.

Waar de tool wel en niet voor bedoeld is zal expliciet in de tool worden benoemd als ook de situaties waarvoor de tool niet geldt. De tool geeft bijvoorbeeld geen inzage in de gevolgen van bedrag ineens voor de gemeentelijke inkomenstoeslag.

Onderwerpen die volgens het Nibud belangrijk zijn voor een dergelijke de tool

Het Nibud adviseert om in een tool bedrag ineens in de keuzefase van de deelnemer (richting besluitvorming) ten minste aandacht te besteden aan de volgende vijf onderdelen:

• algemene informatie over een bedrag ineens;

• de mogelijkheden van een bedrag ineens, zoals hoogte, tijdstip, bedrag ineens bij meerdere uitvoerders, situatie partner, minimaal grensbedrag;

• de effecten en risico’s van een bedrag ineens, zoals invloed op belasting, toeslagen, lager inkomen op langere termijn en gevolgen voor de ex-partner;

• alternatieve keuzes bij ingang van de pensioenuitkering (bijvoorbeeld hoog/laag pensioen) en waarschuwing voor een stapeling van keuzes, en;

• doorverwijzing naar pensioenuitvoerders, derde pijler aanbieders en adviseurs voor concrete besluitvorming rond het bedrag ineens en afwegingen in een breder kader.

Complexere tool vereist meer doenvermogen

Voor alle varianten van de rekentool geldt dat de deelnemer zelf de benodigde gegevens moet invoeren.2 Automatische deling van de gegevens van de Belastingdienst, verzekeraars en pensioenuitvoerders met het Nibud is wettelijk niet toegestaan. Ook geeft het Nibud aan dat de cijfers van de Belastingdienst zeer beperkt bruikbaar zijn omdat deze achterlopen (aangiftejaar) bij het jaar waarin de afkoop plaats gaat vinden (afkoopjaar) en geen inzicht geven in de toekomstige situatie na pensionering.

Een uitgebreidere tool vereist meer doenvermogen omdat de deelnemer meer gegevens in moet voeren en complexere informatie moet verwerken. Deze afweging is ook onderdeel van de keuze om bepaalde functionaliteiten wel of niet in de tool op te nemen. Dat geldt bijvoorbeeld het meenemen van de uitgavekant in de jaren na pensionering.

Een dergelijke optie zou de tool complexer maken en meer invoer van de deelnemers vergen (zoals vaste lasten). De tool zal in ieder geval hulpmiddelen moeten bevatten die de deelnemer begeleiden bij het opzoeken van de juiste gegevens en moeten worden getest met gebruikers.

Bij het invoeren van pensioengegevens kan de deelnemer gebruik maken van de pensioengegevens en AOW-gegevens in Mijnpensioenoverzicht.nl. Deze website toont hoe hoog het bedrag ineens is bij 5% en 10% opname en de bijbehorende pensioenbedragen. De deelnemer kan ook gebruikmaken van de gegevens die de pensioenuitvoerder en/of aanbieder van een derde pijler lijfrenteproduct verstrekt over bedrag ineens en de bijbehorende uitkeringen.

Een aantal andere functionaliteiten zijn te zeer afhankelijk van de specifieke regeling en actuariële factoren van de pensioenuitvoerder in kwestie om deze in een algemene tool op te nemen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de afweging tussen verschillende keuzeopties (zoals hoog-laag pensioen) of de uitruil tussen partnerpensioen en ouderdomspensioen.

Uitgangspunt is dat de deelnemer uiteindelijk in de keuzeomgeving van de uitvoerder een eventuele afwijkende (pensioen) ingangsdatum en andere flexibiliseringskeuzes bepaalt. Bij een door de deelnemer geuit voornemen om te kiezen voor een bedrag ineens informeert de uitvoerder de deelnemer waar meer informatie over bedrag ineens te vinden is, waaronder de vindplaats van de tool bedrag ineens. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de deelnemer om wel of geen gebruik te maken van de tool.

Het Nibud benoemt de mogelijkheid om de tool (tegen betaling) aan te bieden bij uitvoerders. Uitvoerders die daarvoor kiezen zouden de tool kunnen integreren in hun eigen keuzeomgeving en eventueel extra functionaliteiten kunnen toevoegen. Als uitvoerders de tool integreren in hun eigen keuzeomgeving kan in opdracht van de deelnemer geautomatiseerde gegevensuitwisseling tussen pensioenuitvoerders via het pensioenregister ten behoeve van keuzebegeleiding plaatsvinden. De geautomatiseerde gegevensverstrekking is wettelijk verankerd3.

De rekentool kan begin 2026 in gebruik zijn

De ontwikkeltijd van een rekentool is volgens het Nibud zo’n 8–10 maanden, afhankelijke van de uiteindelijke complexiteit en opties. Uitgaande van de start van de ontwikkeling op korte termijn, kan de tool begin 2026 in gebruik worden genomen.

Ik merk daarbij op dat een deelnemer op dit moment op de site van de Belastingdienst met een proefberekening4 kan inschatten wat de gevolgen voor de toeslagen zijn bij een bepaald jaarinkomen. Het is mogelijk om een (gecombineerde) proefberekening te maken voor de huurtoeslag, het kindgebonden budget, de kinderopvangtoeslag en de zorgtoeslag. De hoogte van toeslagen hangt onder andere af van de hoogte van het toetsingsinkomen.

Bij de berekening van het toetsingsinkomen kan de hoogte van een eenmalige of periodieke uitkering opgegeven worden en daarmee dus ook van een bedrag ineens. Via deze (algemene) rekentool kunnen de gevolgen van een eenmalige uitkering dus ook nu al in beeld worden gebracht.

Voor pensioenuitvoerders kan een tool voor bedrag ineens ondersteunend zijn in de keuzebegeleiding die zij moeten bieden bij de keuze voor een bedrag ineens. De uitvoerder is niet wettelijk verplicht om de gevolgen van bedrag ineens voor inkomensafhankelijke regelingen kwantitatief in beeld te brengen. De pensioenuitvoerder beschikt immers niet over de volledige inkomenspositie van een deelnemer en eventuele partner. De tool voor bedrag ineens ontslaat pensioenuitvoerders echter niet van hun wettelijke verplichting om adequate keuzebegeleiding te bieden.

Uitstel beoogde inwerkingtreding bedrag ineens naar 1 juli 2026

Ik vind het belangrijk dat deelnemers goed worden geïnformeerd over het keuzerecht voor opname van een bedrag ineens en de gevolgen die de keuze voor hen kan hebben. Dit vergt allereerst goede informatie vanuit (pensioen)uitvoerders en daarnaast voldoende tijd voor een deelnemer om een weloverwogen keuze te kunnen maken. De (vertegenwoordigers van) pensioenuitvoerders hebben aangegeven na instemming van beide Kamers ten minste 9 maanden nodig te hebben om de wet te implementeren. Deelnemers worden in de praktijk 6 tot 9 maanden voor de pensioendatum geïnformeerd.

Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer op 25 september jl. heb ik aangegeven in de gaten te zullen houden of uitvoerders zich nog comfortabel voelen bij de huidige beoogde invoeringsdatum van 1 juli 2025 en daarover in overleg te blijven. Momenteel resteren minder dan vijf maanden tot 1 juli 2025. Daarbij heeft het kabinet er oog voor dat de transitie veel tijd en capaciteit vergt van uitvoerders. Ook de ontwikkeling van de tool bedrag ineens vergt tijd.

Gelet op het bovenstaande zal het keuzerecht bedrag ineens niet eerder dan 1 juli 2026 in werking treden, waarbij de uiteindelijke datum afhankelijk zal zijn van de voortgang van het parlementaire proces. Dit leidt tot een derving van 13 miljoen euro in zowel 2025 als 2026. Deze derving moet conform begrotingsregels gedekt worden binnen het inkomstenkader. Het kabinet zal de derving betrekken bij de besluitvorming over de lasten in het voorjaar.

Vervolg

Het Nibud heeft aangegeven een subsidieaanvraag te willen doen voor de ontwikkeling van een rekentool voor bedrag ineens. Bij de beoordeling van deze aanvraag kan onder andere worden getoetst aan de randvoorwaarden waaraan zo’n tool dient te voldoen zoals beschreven in de brief. Als de subsidie wordt verleend, vindt de ontwikkeling en onderhoud van de tool plaats onder verantwoordelijkheid van het Nibud.

Het Ministerie van SZW zal daarnaast, zoals eerder toegezegd, een centraal informatiepunt inrichten voor bedrag ineens. Deelnemers kunnen daar tijdens de besluitvormingsfase informatie vinden over bedrag ineens waaronder de vindplaats van de tool voor bedrag ineens.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Y.J. van Hijum


  1. Het Nibud benoemt dat in deze levensfase in verreweg de meeste situaties sprake is van een huishouden zonder kinderen.↩︎

  2. Nibud Vooronderzoek tool bedrag ineens, onderdeel 4.2.4, pag. 27.↩︎

  3. Artikel 51, tweede lid, onderdeel b, van Pensioenwet, artikel 62, tweede lid, onderdeel b, Wet Verplichte Beroepspensioenregeling en artikel 9f Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling.↩︎

  4. Proefberekening toeslagen↩︎