[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Handreiking zorgplicht onder artikel 13 van de Wet bodembescherming bij bodemverontreiniging met PFAS

Bodembeleid

Brief regering

Nummer: 2025D10872, datum: 2025-03-13, bijgewerkt: 2025-03-19 10:58, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30015-129).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30015 -129 Bodembeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z04715:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

30 015 Bodembeleid

35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

Nr. 129 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 maart 2025

Er wordt steeds meer bekend over de aanwezigheid van PFAS in de Nederlandse bodem. Op sommige locaties zijn door verontreiniging de concentraties PFAS zo hoog, dat risico’s ontstaan voor volksgezondheid of milieu en er moet worden bepaald of bodemsaneringsmaatregelen nodig zijn. Veel van deze PFAS-verontreinigingen zijn ontstaan door handelingen of activiteiten na de inwerkingtreding van de Wet bodembescherming en voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Daarom kan de wettelijke zorgplicht uit artikel 13 van de Wet bodembescherming van toepassing zijn op deze verontreinigingen, via overgangsrecht uit de Aanvullingswet Bodem.

Mijn voorganger heeft uw Kamer toegezegd samen met de bevoegde overheden te kijken hoe deze zorgplicht ingevuld kan worden.1 Het resultaat hiervan is de «Handreiking zorgplicht onder artikel 13 van de Wet Bodembescherming bij bodemverontreiniging met PFAS», die u als bijlage bij deze brief aangeboden wordt.

Focus van de handreiking

Op veel plekken in het land komen PFAS in lage concentraties voor. Dat noemen we diffuse achtergrondbelasting met PFAS. Voor deze situaties is eerder het handelingskader PFAS aan uw Kamer aangeboden.2 De voorliggende handreiking is bedoeld voor bronlocaties met verhoogde gehalten aan PFAS in de bodem en/of het grondwater. Voor deze PFAS-verontreinigingen zal het veelal gaan om bodem- en grondwaterverontreinigingen die zijn veroorzaakt in de periode van 1 januari 1987 tot 1 januari 2024, de datum van de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Vanuit de uitvoeringspraktijk kwamen vragen op over wanneer en hoe de zorgplicht specifiek voor PFAS-verontreinigingen moet worden toegepast. Gemeentes en provincies zijn voor bodem- en grondwaterverontreinigingen het bevoegd gezag. Bevoegde gezagen zijn zelf verantwoordelijk voor het nemen en motiveren van besluiten. Zij dienen te beoordelen of er in een concrete situatie sprake is van een overtreding van de wettelijke zorgplicht op grond van de Wet bodembescherming, of dat de Omgevingswet van toepassing is. Daarnaast dient het bevoegd gezag de situatiespecifieke omstandigheden per casus te beoordelen en ook welke herstelmaatregelen er verwacht worden.

De voorliggende handreiking is een verduidelijking van bestaande wet- en regelgeving en met name de zorgplicht onder de Wet bodembescherming, en omvat geen aanvullend of nieuw beleid.

Bredere context

Deze handreiking is een belangrijke stap binnen bredere ontwikkelingen op het gebied van bodemregelgeving. Voor vragen rond het overgangsrecht uit de Aanvullingswet bodem en de Omgevingswet en de ontwikkeling van toekomstig beleid lopen afzonderlijke trajecten. Ik licht hierna een aantal van deze sporen toe.

Bevoegd gezag en overgangsrecht

In oktober 2023 heeft het Ministerie van IenW aan alle provincies en gemeenten een brief gestuurd, waarin staat toegelicht hoe het overgangsrecht voor de Wet bodembescherming voor lopende saneringen moet worden gelezen. Ook op de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) staat dit toegelicht.3 Eind vorig jaar is de «redeneerlijn overgangsrecht lopende saneringen Aanvullingswet bodem» aangepast. Aan deze redeneerlijn is uitleg toegevoegd over het overgangsrecht voor de zorgplicht uit de Wet bodembescherming, in de vorm van Q&A’s. De aangepaste redeneerlijn is gepubliceerd op de website van IPLO.4

Dat neemt niet weg dat overheden vragen hebben over wie er aan de lat staat bij PFAS-verontreinigingen. Dat heeft onder meer te maken met de vraag wie in een bepaald geval bevoegd gezag is en wie de aangewezen partij is om regie te nemen. Die vragen worden belangrijker, omdat we aan het begin staan van de inventarisatie van locaties met hoge PFAS-concentraties (zogenaamde aandachtslocaties), die mogelijk om maatregelen vragen. De opgave om zicht te krijgen op de omvang is belegd bij de bevoegde gezagen op grond van de Wet bodembescherming. Voorkomen moet worden dat door rolonduidelijkheid de inventarisaties van aandachtslocaties en het treffen van noodzakelijke maatregelen onnodige vertraging oplopen. Na de publicatie van deze handreiking zal het Ministerie van IenW daarom met de koepels van provincies en gemeenten bekijken of en hoe de resterende vragen hieromtrent beantwoord kunnen worden, binnen de rollen en verantwoordelijkheden van alle partijen.

Herijking bodemregelgeving

Op 12 november jl. heb ik uw Kamer ingelicht over de voortgang van het project Herijking bodemregelgeving.5 In dit project wordt in een eerste fase gekeken naar het aanpakken van actuele knelpunten in de uitvoeringspraktijk binnen het huidige wettelijke kader. Op dit moment wordt een analyse gemaakt van uitvoeringsknelpunten op het gebied van saneringen, waarover uw Kamer voor de zomer wordt geïnformeerd. Daarnaast worden knelpunten met betrekking tot de bodemregelgeving in de Omgevingswet besproken met medeoverheden in de werkgroep «Bodemregels in de Omgevingswet».

In de tweede fase van het project Herijking bodemregelgeving wordt gekeken naar de noodzakelijke modernisering/herinrichting van de wet- en regelgeving om deze toekomstbestendig te maken. In dit spoor kunnen ook de punten die raken aan toekomstig beleid voor bodemverontreiniging met PFAS worden meegenomen.

Kennis- en innovatieprogramma PFAS

Een ander aandachtspunt is dat de technieken om PFAS uit de bodem te verwijderen nog beperkt voorhanden en kostbaar zijn. Daarom werkt het Ministerie van IenW aan een Kennis- en Innovatieprogramma PFAS, om de sanering van met PFAS vervuilde locaties met behulp van innovatieve technieken te kunnen versnellen.6 Ik verwacht u dit voorjaar nader te informeren over de invulling van dit programma.

Tot slot

Ik vertrouw erop met deze handreiking een duidelijk afwegingskader te bieden voor de uitvoeringspraktijk, over hoe om te gaan met de invulling van de bestaande wet- en regelgeving en met name de zorgplicht onder de Wet bodembescherming. Komend jaar zal het Ministerie van IenW samen met het veld de werking van deze handreiking in de praktijk monitoren.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
C.A. Jansen


  1. Kamerstuk 35 334, nr. 209.↩︎

  2. Kamerstuk 30 015, nr. 120.↩︎

  3. https://iplo.nl/thema/bodem/regelgeving/overgangsrecht/lopende-saneringen. Hier is tevens de brief te vinden.↩︎

  4. https://iplo.nl/zoeken/@287620/redeneerlijn-overgangsrecht-saneringen/↩︎

  5. Kamerstuk 30 015, nr. 127.↩︎

  6. Kamerstukken 30 015 en 35 334, nr. 122.↩︎