Debat over migraties van overheids-ICT naar het buitenland (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D10933, datum: 2025-03-13, bijgewerkt: 2025-03-14 09:45, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-03-13 18:45: Debat over migraties van overheids-ICT naar het buitenland (Plenair debat (debat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Migraties van overheids-ICT naar het buitenland
Voorzitter: Paulusma
Migraties van overheids-ICT naar het buitenland
Aan de orde is het debat over migraties van
overheids-ICT naar het buitenland.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het debat over migraties van
overheids-ICT naar het buitenland. Ik heet alle leden in de Kamer van
harte welkom, alsook de beide bewindspersonen in vak K, minister
Beljaarts van Economische Zaken en staatssecretaris Szabó van
Binnenlandse Zaken. Ik ga meteen beginnen met de eerste spreker en dat
is mevrouw Kathmann van de fractie van GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Het is vijf voor twaalf. De wereld staat op z'n kop.
De president en vicepresident van de Verenigde Staten zeggen eigenlijk
hardop dat ze lak hebben aan Europa. Ze zijn erop uit om onze techsector
te slopen en onze wetten te ondermijnen. Big tech doet daar vrolijk aan
mee met hun CEO's op de eerste rij om te profiteren van de chaos. En
onze overheid hangt aan het infuus van diezelfde techmiljardairs. We
zijn totaal afhankelijk van Microsoft, Google en Amazon. Ons hele hebben
en houwen moet en zal de Amerikaanse cloud in, ten koste van alles.
Lekker goedkoop, lekker makkelijk!
Nu pas hebben we eigenlijk door hoe slecht dat is. Met elk stukje van de
digitale overheid dat nu nog naar Microsoft verhuist, wordt Nederland
dommer en zwakker. De overheid begrijpt haar eigen computers straks niet
meer, omdat we alles naar de Microsoft-cloud hebben gezet. Als er dan
iets stuk gaat, is er ook niemand meer die het kan repareren. Het is
gewoon een keer klaar. Dat is een gevaar voor onze cyberveiligheid, onze
privacy en de toekomst van de Europese techsector. GroenLinks-PvdA doet
vandaag vier voorstellen om onafhankelijk te worden van buitenlandse
techgiganten.
Een. Niet noodzakelijke cloudmigraties stoppen, te beginnen met al die
aangekondigde migraties naar de cloud. GroenLinks-PvdA wil dat alle
migraties van de overheids-ICT naar Amerikaanse techgiganten die nu op
de planning staan, worden stopgezet. Elke overheidsorganisatie die in
z'n uppie de keuze voor de Amerikaanse cloud maakt, zet gemakzucht en
zuinigheid boven het nationaal belang. Ik wil dat de staatssecretaris
voor Digitale Zaken de totale regie krijgt over de keuze voor de cloud
en gewoon keihard nee verkoopt. De volledige afhankelijkheid van
Microsoft is wat ons betreft voorbij. Alleen in het uiterste geval maken
we een uitzondering, als je onafhankelijk kunt bewijzen dat
dienstverlening voor burgers anders in gevaar komt. Dat mag alleen met
onderbouwing en goedkeuring van de staatssecretaris en volledige
transparantie richting de Tweede Kamer, en niks minder.
Ten tweede zal er iets nieuws gebouwd moeten worden. GroenLinks-PvdA wil
dat het kabinet samen met Nederlandse ICT'ers een beperkte rijkscloud
bouwt. Deze moet twee functies hebben: vertrouwelijk mailverkeer en
dataopslag. Meer niet. We hoeven niet Microsoft 365 opnieuw uit te
vinden. Ik geloof dat we dit in Nederland kunnen. Bouw een goede dienst
en beloof als overheid dat je die gaat gebruiken. Doe een eenmalige
investering en zet de vraag uit bij Nederlandse partijen. Zo blijft de
kennis over Nederlandse computers waar die thuishoort, in Nederland. Dat
is ook goed voor ons toekomstig verdienvermogen en dus voor onze eigen
ondernemers.
Ten derde wil GroenLinks-PvdA een grote lenteschoonmaak. Zorg ervoor dat
elk stukje van de Nederlandse overheid dat nu in de cloud van big tech
staat, een risicoanalyse heeft en een exitstrategie bij Nederlandse of
Europese leveranciers. Voor twee derde van de clouddiensten die de
overheid heeft uitbesteed, hebben we namelijk geen idee of het riskant
is. Een snelle exitstrategie, een plan B voor als het misgaat, is er
voor de meeste diensten ook niet. Ik wil dat die gaten dit jaar nog zijn
opgevuld, in het belang van onze veiligheid.
En tot slot wil GroenLinks-PvdA dat het systeem waarmee nieuwe
.nl-websites worden geregistreerd, volledig in Nederland blijft. Ons
.nl-domein is zo'n beetje de digitale driekleur, in hetzelfde rijtje als
onze klompen en tulpen. Inmiddels hebben we met iedereen en alles
gesprekken gevoerd over de SIDN-casus. Je hoeft me niet uit te leggen
dat er echt hard gewerkt is aan een oplossing en dat SIDN ook een pluim
verdient. Meer partijen zouden zichzelf op deze manier onder de loep
moeten nemen. Ik ben het alleen niet eens met de conclusie. We kunnen
dit juist wél in Nederland. Het kabinet moet nu in actie komen. Help
SIDN, zet Nederlandse leveranciers aan tafel, kom met een oplossing!
Houd .nl in Nederland, want alleen als de politiek een vuist maakt,
kunnen we de macht van big tech echt breken.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dit geeft aanleiding tot een vraag.
De heer Buijsse (VVD):
Ik waardeer de urgentie die mevrouw Kathmann in dit debat uitspreekt. Ik
kan de urgentie in grote lijn ook volgen. De voorstellen die zij doet,
zijn wat mij betreft anderzijds ook heel draconisch. Wij kunnen niet
vandaag alle migratie stoppen. Wij kunnen niet in één keer het hele
Microsoft Officepakket tenietdoen en morgen ineens onze ambtenaren iets
anders aanbieden. Ik begrijp de urgentie dus, maar ik zou graag wat meer
reflectie willen en wat meer diepgang willen horen van mevrouw Kathmann
over de tijdigheid waarmee zij deze voorstellen wil indienen.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
In de eerste plaats wil ik zeggen dat bizarre tijden als deze vragen om
draconische maatregelen. "Draconische maatregelen" vind ik dus niet zo
erg. Ten tweede heb ik misschien grote woorden gebruikt, maar die vind
ik terecht. Als u tussen de zinnen door goed heeft geluisterd, dan geef
ik ook aan dat je migratie misschien niet moet stopzetten als
dienstverlening richting burgers daarmee in gevaar komt. Kunnen we
Microsoft 365 nabouwen? Nee, dat kunnen we niet. Maar begin met
mailverkeer en dataopslag. Er zit dus zeker een trap in die je kunt
gebruiken. Is er een risicoanalyse gedaan die aangeeft dat hier echt
geen bloed uitkomt? Is dat goedgekeurd door de staatssecretaris of
desnoods door een andere coördinator die er wel heel veel verstand van
heeft? Er gebeurt nu namelijk gewoon te veel bij ministeries, of gewoon
helemaal niet, of er zijn te weinig mensen met genoeg kennis over wat we
nou eigenlijk aan het doen zijn. Als die check gedaan is en als iemand
weet dat het risico eigenlijk wel meevalt, dan zou het in principe ook
kunnen.
De voorzitter:
Er is een vervolgvraag. Of niet; dat hoeft ook niet.
De heer Buijsse (VVD):
Ik vind dat wel goed, want wat mij betreft komt mevrouw Kathmann nu wel
meer tot rede. Dit ligt ook dicht bij het voorstel dat ik zo meteen in
mijn bijdrage in eerste termijn zal doen. Dat gaat erom dat we een
impuls geven aan de rijksdienst. Ik hoor straks ook graag de
bewindspersonen over wat voor mogelijkheden zij zien om een impuls te
geven. Het Algemene Rekenkamerrapport schetst namelijk ook het beeld dat
er een enorme achterstand is in het borgen van maatregelen voor onze
continuïteit, soevereiniteit en gegevensbescherming. Die achterstand
moeten we gewoon inhalen. Ik vraag straks aan de bewindslieden, en nu
ook aan u: laten we dat samen doen. Ik heb daarvoor straks een voorstel.
Laten we daarin samen optrekken.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Nou, dat lijkt me een goed voorstel. Volgens mij heb ik datzelfde
voorstel gedaan: kom in ieder geval zo snel mogelijk met risicoanalyses
en exitstrategiën.
De voorzitter:
Dank voor uw bijdrage. Dan nodig ik met alle plezier mevrouw Koekkoek
van de fractie van Volt uit voor haar bijdrage in de eerste termijn.
Gaat uw gang.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Dank, voorzitter. De digitalisering van onze samenleving vraagt om
strategische keuzes. Lange tijd werd het risico van buitenlandse
cloudaanbieders onderschat. Er waren weliswaar zorgen over privacy, maar
er was weinig reden om te twijfelen aan de intenties van de Amerikaanse
diensten. Maar de geopolitieke realiteit is veranderd. Ook na een
kritisch rapport van de Algemene Rekenkamer, Kamervragen en uitingen van
kritische experts blijven we afwachten en achteroverleunen, terwijl de
dreiging er al is. Dat blijkt uit het dreigement om te stoppen met
Starlink voor Oekraïne in de oorlog tegen Rusland. Of concreter, in
Nederland blijkt dat uit de mogelijkheid dat het ICC, het Internationaal
Strafhof, geen gebruik meer zou mogen maken van Microsoft. We leven in
een veranderende wereld, met een onbetrouwbare president in de VS die er
niet voor terugschrikt om per decreet de spelregels te veranderen. Met
dit in het achterhoofd wil ik aan de staatssecretaris vragen: welke
concrete stappen gaat de staatssecretaris na dit debat zetten om onze
onafhankelijkheid te waarborgen?
De heer Valize (PVV):
"Per decreet", hoor ik mevrouw Koekkoek van Volt zeggen. Maar u weet
ook, net zo goed als de rest van ons die kranten leest, dat de decreten
die de heer Trump uitvaardigt door het Supreme Court weer kunnen worden
teruggedraaid. Dat gebeurt ook regelmatig. Hoe staat u daar tegenover?
Het lijkt mij dat dat een groot deel van die zorgen ook weer
wegneemt.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Nee, ik deel niet met mijn collega dat dat de zorgen weer wegneemt. Ik
ben erg blij dat ook in de VS het systeem zo werkt dat op het moment dat
een president iets illegaals doet, je nog een onafhankelijke rechter
hebt die hem kan terugroepen en dat dat dan effect sorteert. Maar dat
dat nodig is, dat je een president hebt die per decreet dingen doet die
niet mogen van de grondwet van dat land, baart mij veel zorgen. Dat is
zeker zo als ik zie dat de digitale afhankelijkheid wordt ingezet als
chantagemiddel richting Europa. Het is nog niet zo heel lang geleden dat
de vicepresident van de Verenigde Staten zei: als jullie Twitter gaan
modereren, Europa, dan stappen wij uit de NAVO. Van dat soort zaken kan
je zeggen "dat is grootspraak", maar ik denk dat als iemand keer op keer
bewijst wie die is, dat je hem dan moet geloven en dat je daar ook op
moet handelen.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Dank voorzitter. De migratie van de digitale werkplekken en de
verplaatsing van het domeinregistratiesysteem naar Amazon Web Services
roepen fundamentele vragen op over onze digitale autonomie. Daarom wil
ik de staatssecretaris het volgende vragen. Amazon zou gebonden zijn aan
regels voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens. Maar zulke
afspraken met de VS komen nu onder druk te staan. Kan de
staatssecretaris hierop reflecteren? Wat vindt hij daarvan? Met
betrekking tot de gedeeltelijke migratie van het
domeinregistratiesysteem: kan de staatssecretaris aangeven hoe het
risico voor onze digitale autonomie is gewogen tegen de voordelen op
kostenefficiëntie?
Voorzitter. We moeten waken dat we niet de consument worden van de
waarden van een ander. Er wordt vaak gesteld dat Europese
cloudaanbieders niet kunnen concurreren met de Amerikaanse hyperscalers,
maar dat hoeft ook niet de maatstaf te zijn. We kunnen alternatieven
ontwikkelen die binnen onze eigen spelregels passen, mogelijk zelfs
samen met Amerikaanse wetenschappers die nu in de VS onder druk komen te
staan. Nu migreren naar een Amerikaanse aanbieder zonder een helder plan
voor Europese alternatieven is een strategische fout.
Dit is juist het moment om autonomie te waarborgen door te investeren in
Europese alternatieven. Daarom de volgende vragen. In hoeverre is
onderzocht of we kunnen investeren in specifieke Europese alternatieven
in plaats van een volledige afhankelijkheid van Amerikaanse
hyperscalers? Welke delen van onze digitale infrastructuur kunnen al
worden gemigreerd naar die Europese alternatieven? Voor onderdelen waar
dat nog niet mogelijk is: is de staatssecretaris bereid te wachten tot
die alternatieven voldoende ontwikkeld zijn, in plaats van nu een
overstap naar Amerikaanse aanbieders te maken? En zo nee, waarom
niet?
Het is essentieel dat Nederland en de EU zelf investeren in die
alternatieven. Dat betekent dat de Nederlandse overheid niet alleen
afwacht maar ook echt vooroploopt in investeringen om te komen tot een
Europese cloudaanbieder. Mijn vraag is of de staatssecretaris dit ook zo
ziet. Zetten we ook in op het aantrekken van techtalent om die Europese
alternatieven echt te realiseren? Zoals ik al zei: op dit moment komen
veel mensen die zich bezighouden met tech en wetenschap in Amerika onder
druk te staan, dus daar ligt echt een kans voor ons in Europa.
Tot slot, voorzitter. De VS zijn recent gestopt met digitale aanvallen
op Rusland. De minister van Defensie geeft aan dat we leven in een grijs
gebied tussen vrede en oorlog. Met dat en mijn eerdere motie in het
achterhoofd wil ik de vraag stellen: gaan we zelf ook zo'n digitale
ambassade opzetten? Ik weet dat de staatssecretaris daarmee bezig is
geweest. Ik breng het hier ook op omdat wat mij betreft veiligheid — of
het nu gaat over data of over zo'n digitale ambassade — de kern is van
dit debat vandaag. Vandaar dat ik die vraag hier ook stel.
Voorzitter. We kunnen niet afwachten tot onze data worden ingezet als
wapen in een dataoorlog. In plaats daarvan moeten we investeren in
alternatieven die aansluiten bij onze democratische waarden, en dat
betekent ook dat we nu moeten kiezen voor Europese oplossingen in plaats
van te migreren naar bedrijven die onder de vlag van Trump
opereren.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik graag de heer Six Dijkstra van de fractie van
NSC uit voor zijn bijdrage in eerste termijn.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Nieuw Sociaal Contract pleit al sinds haar
oprichting voor een hogere mate van digitale autonomie. We moeten onze
overheid losweken van de macht van de Amerikaanse big tech. De noodzaak
voor digitale autonomie was er al langere tijd, maar de urgentie is wat
ons betreft sinds een aantal weken aanzienlijk toegenomen door de
opstelling van de Verenigde Staten. We moeten geen struisvogelpolitiek
bedrijven. De wereld is onomkeerbaar veranderd en we moeten beseffen dat
we niet meer zullen teruggaan naar de situatie van vroeger.
De VS zullen niet schuwen de cloud als drukmiddel te hanteren. Kijk
bijvoorbeeld naar hoe president Trump sancties richting het
Internationaal Strafhof heeft aangekondigd, waarbij mogelijk de
cloudtoegang van het ICC zou worden afgesloten. Kijk ook naar de
hoogoplopende handelsconflicten tussen de VS en andere landen. Let op
hoe de bigtechbazen, die bij de inauguratie van president Trump aanwezig
waren, openlijk steun voor zijn politieke koers uitspreken. "Regulering
van Amerikaanse techbedrijven door de EU kan op een tegenreactie van de
VS rekenen", aldus Trump. Ik heb daarom een vraag aan de minister van
EZ.
De situatie dat de VS ooit zullen dreigen de Nederlandse toegang tot
Amerikaanse clouddiensten af te sluiten is op z'n minst voorstelbaar.
Daarom hebben we een digitale overheid nodig die niet met één decreet
vanuit het Witte Huis platgelegd kan worden. Dat geldt overigens
ongeacht welke regering daar aan de macht is. Is de staatssecretaris het
met mij eens dat er een risicovolle digitale afhankelijkheid van de VS
bestaat? Wat zou er concreet gebeuren als onze overheid vandaag geen
toegang meer zou hebben tot Amerikaanse clouddiensten? Welke
overheidsdiensten zouden tot stilstand komen? Hoe zit dat als de
Belastingdienst volledig over is naar Microsoft 365? Kunnen burgers dan
nog hun toeslagen ontvangen of een belastingaangifte doen? Graag een
antwoord hierop.
Het programma Beter Samen Werken, dat toewerkt naar een toekomstige
digitale werkomgeving van alle rijksambtenaren, gaat volgens het rapport
van AcICT ook naar de Amerikaanse cloud. Klopt dat? Wat gebeurt er als
dat stil zou komen te liggen in de toekomst?
Voorzitter. Het is niet alleen een kwestie van de continuïteit van onze
diensten, maar ook een kwestie van de vertrouwelijkheid van onze data.
De staatssecretaris geeft in reactie op de zeer terechte vragen van
collega Buijsse aan dat de risico's van het EU-US Data Privacy Framework
juridisch op een acceptabel niveau zijn. Echter, een belangrijke
waarborg van het framework was het onafhankelijk toezicht vanuit het
Privacy and Civil Liberties Oversight Board. Nu heeft Trump in zijn
eerste week als president precies die toezichthouder ontmanteld.
Verandert dit feit voor de staatssecretaris iets aan de risico's, vraag
ik hem.
Wat betreft de SIDN-casus, het nl-domein, ook aangehaald door collega's
Koekkoek en Kathmann, wil ik de staatssecretaris vragen om te overwegen
of beperkte onderdelen uit de vertrouwelijke bijlage van de
kabinetsbrief, zoals de aanbevelingen van en de duiding door de AIVD,
gederubriceerd en openbaar beschikbaar zouden kunnen worden gesteld. Zo
niet, zou hij of de minister van BZK dan met een schriftelijke
onderbouwing van dat besluit willen komen?
Tot slot wil ik graag benadrukken dat ik weet en waardeer dat de
staatssecretaris en ook de minister het belang van digitale
soevereiniteit inzien. Maar ik wil de staatssecretaris wel vragen hoe
hij dit wil vertalen in concrete doelen. Vorige week is de motie-Six
Dijkstra aangenomen om het Coördinatiebesluit uit te breiden, zodat de
staatssecretaris meer kan sturen op interdepartementale digitale
autonomie. Wanneer verwacht hij het besluit te hebben aangepast en hoe
zou hij deze coördinerende taak invulling geven?
De voorzitter:
Ik hoorde een punt. Dat geeft de ruimte voor een vraag. Gaat uw
gang.
De heer Valize (PVV):
Een vraag aan de heer Six Dijkstra van Nieuw Sociaal Contract over het
verzoek om die informatie, het adviesrapport, de risicoanalyse van de
AIVD, gederubriceerd te doen toekomen, of in ieder geval delen daarvan.
We hebben gisteren een brief ontvangen van de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties dat dat ter inzage zal komen, maar dan wel
geheim. Is de informatie die u nu aan de staatssecretaris vraagt anders
dan deze informatie?
De heer Six Dijkstra (NSC):
Ja, inderdaad. De minister heeft het gederubriceerd van "staatsgeheim"
naar "departementaal vertrouwelijk". Ik denk dat het waardevol zou zijn
als de onderdelen uit die brief die heel belangrijk zijn — ik heb hem
vertrouwelijk ingezien; ik kan in het plenaire debat verder niet ingaan
op de inhoud — openbaar worden. Ik schat daarvan in dat het ook wel kan.
Ik snap dat dat niet voor het hele rapport kan, maar voor onderdelen
daarvan. Het gaat specifiek om de aanbevelingen van de AIVD, die ook al
geparafraseerd worden in de andere brief, en om de duiding. Ik denk dat
daar nog wel ruimte zit. Ik denk dat dat het nadere debat ook ten goede
zou komen. Ik snap dat de staatssecretaris daar in beperkte mate over
gaat. De AIVD valt onder de minister. Hij kan er misschien nog
schriftelijk op terugkomen, maar ik denk dat er meer openbaarheid
mogelijk zou zijn, vandaar deze vraag.
Voorzitter. Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen het initiatief van
vijf Nederlandse universiteiten en SURF om de open source Nextcloud te
gebruiken? Zou een dergelijke aanpak ook voor de overheid kunnen
werken?
Voorzitter, dan nu echt tot slot. Wat Nieuw Sociaal Contract betreft
moet de continuïteit van onze digitale overheid niet langer direct
afhankelijk zijn van partijen uit de Verenigde Staten, zeker niet daar
waar het dataopslag of dienstverlening betreft. Ik begrijp dat dit een
lange adem vergt en dat we daar niet morgen of overmorgen zijn; dat is
terecht aangehaald door de heer Buijsse. Maar er moeten nu wel stappen
gezet worden. Op dit punt overweeg ik dan ook een motie.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat geeft toch nog aanleiding tot een vraag. Gaat uw
gang.
De heer Buijsse (VVD):
Een verdiepende vraag. U zoekt eigenlijk naar een specificering van de
doelstelling van het kabinet. Ik heb een verdiepende vraag over die
doelstelling. Als het aan u zou liggen, meneer Six Dijkstra, hoever
reikt deze doelstelling? Want enerzijds kunnen we alles op Nederlandse
bodem doen. We kunnen het op Europese bodem doen. We kunnen de
afhankelijkheid van Amerikaanse servers verkleinen. We kunnen zelfs
chips van NVIDIA niet toelaten in onze IT-infrastructuur. Kan de heer
Six Dijkstra het iets meer toespitsen en uitleg geven over hoever deze
doelstelling zou moeten reiken?
De heer Six Dijkstra (NSC):
Zeker. Hoe ik dit nu bedoel — dan betreft het de gezien de geopolitieke
omstandigheden nijpende situatie — gaat het echt om de push-button
power, als ik dat zo mag noemen: wat er in het ergste geval met één druk
op de knop uitgezet kan worden. Dan gaat het om dienstverlening, om
dataopslag. Als je het, even technisch gezien, hebt over de stack, gaat
het vooral om de bovenste lagen. Chips en grondstoffen kunnen niet op
afstand uitgezet worden. Ze kunnen natuurlijk ook een groter
handelsconflict opleveren, maar ik denk dat we daar een sterkere positie
hebben, bijvoorbeeld gezien ASML in Nederland. Ze zullen ook een minder
urgent en direct effect hebben. Het gaat mij echt om de directe
afhankelijkheden. Chips, grondstoffen en de zaken die wat lager op de
stack zitten, laat ik dan even buiten beschouwing.
De voorzitter:
Dank u wel. Een korte vervolgvraag.
De heer Buijsse (VVD):
Een verduidelijkingsvraag. Dank u wel voor het antwoord. Ik zit ook met
de tijdigheid. U kunt het namelijk op heel korte termijn verlangen of op
een iets ruimere termijn. Hoe ziet u dat voor zich?
De heer Six Dijkstra (NSC):
In mijn spreektekst had ik het zojuist over een doelstelling en sprak in
dat kader ook over een motie. Wil je op een gegeven moment op een
bepaald punt uitkomen, dan moet je wel dat punt bepalen waarop je wil
uitkomen. Daarom zal ik het niet verwoorden als "we moeten nu op stel en
sprong, van vandaag op morgen gelijk stoppen met alle Amerikaanse
diensten." Dat kan niet en is ook onverantwoord, want dan valt er heel
veel stil. Maar gezien de verhouding die we met de Verenigde Staten
hebben en hoe die zich in de toekomst kan ontwikkelen, en ook gezien de
onvoorspelbaarheid van dat beleid denk ik dat het wel nodig is om na te
denken over wat die stip aan de horizon is en waar we willen landen. We
willen immers landen op het punt waar de Verenigde Staten niet onze
infrastructuur kunnen uitzetten als het in hun belang is om dat te
doen.
Zoals ik al zei, begrijp ik dat dat niet vandaag zal gebeuren, niet
morgen, niet overmorgen en niet eens volgend jaar. Maar we kunnen wel
stappen zetten in de richting van die autonomie, op een verantwoorde
snelheid en kijkend naar meerdere oplossingen, of dat nou open source
Nextcloud is, strategische inkoop via Nederlandse cloudproviders of het
Bijenkorf Megascaler-model zoals Clingendael dat heeft. Ik sta er
allemaal sympathiek tegenover. Ik denk dat er gewoon heel veel opties
zijn, die we goed en verantwoord moeten uitlopen, als we maar de
doelstelling van het stopzetten van de push-button power voor ogen
houden.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Buijsse (VVD):
Afrondend. De staatssecretaris komt natuurlijk met de nationale
digitaliseringsstrategie. Ik denk dat wij allebei verwachten dat er in
die nationale digitaliseringsstrategie een paragraafje over zal staan —
"paragraafje", want ik heb uit eerdere berichten vernomen dat die
strategie maximaal tien pagina's zal zijn, dus het moet kort. Ik ben dus
ook heel benieuwd naar de reactie van het kabinet. Als u wilt, kunt u
daar nog een reflectie op geven.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Ja, een reflectie. Ik heb niets liever dan dat mijn motie totaal
overbodig is en dat het kabinet alles gaat doen wat ik wil. Maar de
strategie ligt er nog niet. En hoewel ik hoop dat het bij dit kabinet
anders gaat, heb ik de afgelopen jaren iets te veel ietwat lege termen
gezien als het gaat om open strategische autonomie, in de trant van "ja,
maar niet alle afhankelijkheden zijn slecht" en zo. Soms voelt dat een
beetje aan als een excuus om net te weinig te doen. Dus deze
doelstelling wil ik graag markeren. Als die al in de NDS wordt
opgenomen, is dat geen enkel probleem, maar zo niet, wil ik er wel graag
een Kameruitspraak over.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik nu de heer Buijsse uit voor zijn bijdrage in de
eerste termijn.
De heer Buijsse (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Inwoners en ondernemers in Nederland moeten erop
kunnen vertrouwen dat hun gegevens bij de overheid in veilige handen
zijn. Het kan niet zo zijn dat in tijden van geopolitieke crisis een
Amerikaans bedrijf, wellicht onder invloed van de eigen regering, de
toegang naar essentiële gegevens van onze inwoners en ondernemers
onmogelijk maakt en, nog erger, dat die buitenlandse overheid juist wél
toegang krijgt tot die gegevens. Ook in tijden van crises moeten mensen
toegang hebben tot deze gegevens en tot overheidsinformatie. Dat is
bedoeld voor hun veiligheid. Het is goed om vandaag in dit debat te
overwegen om dit type toepassingen volledig in Nederlandse handen te
houden, dus met Nederlandse servers bij Nederlandse bedrijven op
Nederlandse bodem. Bij ons is in ieder geval de urgentie heel groot om
hier stappen in te nemen. We moeten niet schromen om voor de zaken van
nationaal belang en zaken die het hoogste veiligheidsniveau vereisen uit
te spreken dat we deze voorzieningen, zoals de .nl-domeinregistratie,
volledig in Nederlandse handen willen houden. Dit zoals de AIVD
adviseert bij het voornemen van SIDN om een deel van de infrastructuur
te migreren naar Amazon.
In de ogen van de VVD spelen de recente geopolitieke ontwikkelingen een
grote rol in de manier waarop we blind konden vertrouwen op de afspraken
die we met de VS hadden. De alarmbellen gaan af als de toezichthouder
van de EU-US Data Privacy Framework in de eerste weken van de
regering-Trump al is ontslagen. We moeten dus in actie komen.
Drie zaken wil ik voorbrengen, voorzitter. Allereerst baalt de VVD ervan
dat dit kabinet in de beantwoording van mijn schriftelijke vragen geen
ruimte ziet om SIDN in zijn geheel te behouden voor Nederland. Ik krijg
het beeld dat het helemaal terughalen van deze infrastructuur naar
Nederland juist een verslechtering geeft van de dienstverlening van
SIDN. Kan de staatssecretaris dit bevestigen? En daarbij, met
terugwerkende kracht, vraag ik de staatssecretaris en de minister of we,
als we de huidige geopolitieke situatie twee jaar geleden al hadden
gehad, deze migratie door hadden laten gaan. Had u dan met het oog op de
beveiliging van onze persoonsgegevens en met het oog op de nationale
veiligheid hetzelfde gedaan? Dat is een vraag aan de staatssecretaris en
de minister.
Ten tweede. De VVD wil dat we het voor de toekomst beter gaan regelen.
De Algemene Rekenkamer zegt dit ook in haar onderzoek en geeft een
handreiking hiervoor. De Algemene Rekenkamer concludeert dat het Rijk
onvoldoende maatregelen neemt voor het borgen van de soevereiniteit, de
continuïteit van de dienstverlening en de gegevensbescherming in
cloudcontracten. Ze doen daarbij de aanbeveling om de handhaving van het
rijksbrede cloudbeleid beter in te richten. Via een motie zal ik de
regering vragen om een impuls te geven om achterstanden weg te werken en
hierover voor het meireces de Kamer te informeren.
Voorzitter. Ten derde en afrondend. De VVD vindt dat we ook naar onszelf
moeten kijken. We moeten scherper zijn en meer regie pakken op de ICT
binnen de overheid zelf. Te vaak vinden ICT-projecten geïsoleerd vanuit
een departement plaats en wordt de brede expertise en kennis buiten deze
departementen niet of onvoldoende benut. De overheid is een lappendeken
als het om de ICT gaat, waar departementen onderling te veel
verschillend beleid voeren of niet tot voldoende kwaliteit komen. We
missen daardoor slagkracht.
Ik hoor van CIO Rijk in de technische briefings die we gehad hebben, dat
departementen ook wel artikel 44 van de Grondwet gebruiken als argument
om hun autonomie te benadrukken. Echter, tegelijk is er ook een
coördinatiebesluit genomen dat het CIO-stelsel regelt onder coördinatie
van de minister van Binnenlandse Zaken, maar blijkbaar is dit
coördinatiebesluit nog niet van dien aard dat dit de samenwerking
voldoende slagvaardig maakt. De VVD wil daarom de positie van CIO's en
de CIO Rijk binnen het CIO-stelsel versterken. Ik overweeg daarom om in
de tweede termijn van dit debat een motie in te dienen die de regering
verzoekt dit te regelen, zodat de slagkracht van de rijksoverheid,
bijvoorbeeld voor migraties, bij het informatievoorzienings- en
digitaliseringsbeleid wordt versterkt.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dit geeft aanleiding voor vragen. Meneer Six Dijkstra, gaat uw gang.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Dank, voorzitter. Laat ik allereerst beginnen met de heer Buijsse te
complimenteren. Ik hoor hem heel veel zinvolle dingen zeggen in zijn
inbreng waar ik het mee eens ben. Ik zou eigenlijk terug willen komen op
het interruptiedebatje dat wij net hadden. Is de heer Buijsse het met
mij eens dat wij allicht als politiek en als overheid de doelstelling
zouden moeten hebben om daar waar het echt gaat om de directe
push-button power, dienstverlening en dataopslag niet rechtstreeks
afhankelijk te zijn van partijen uit de Verenigde Staten?
De heer Buijsse (VVD):
Ik ben het niet eens met dat laatste stukkie, de afhankelijkheid van de
Verenigde Staten, want ik zie daarin wel een risicoafweging. In mijn
optiek — zo heb ik het me ook laten vertellen — is niet alles onveilig
in Amerikaanse handen. U hoorde het misschien in mijn betoog ook wel
terug. Het gaat er natuurlijk om dat we als er veel risico bestaat voor
onze nationale veiligheid of als het echt expliciet gaat om de
bescherming van onze persoonsgegevens, vinden dat dat een veel hoger
risicoprofiel heeft dan gewone data, zomaar een e-mail of zomaar een
bericht of een document anderszins. Dus er zit wel een
risicocategorisering in. We richten ons op het risicoprofiel. We volgen
daarin ook het advies van de Algemene Rekenkamer. Amerika uitsluiten is
geen doel op zich.
De voorzitter:
Een vervolgvraag.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Maar dan vraag ik de heer Buijsse wel te reflecteren op het volgende.
Stel dat straks 80%, 90% of 100% van de Nederlandse overheid in de cloud
zit, niet alleen voor dataopslag, maar ook voor dienstverlening. Dan kan
in theorie wel de hele overheid platliggen. Is dat geen nationaal
veiligheidsrisico?
De heer Buijsse (VVD):
De expertise om dat te beoordelen, ligt niet bij mij. U zult in mijn
betoog terughoren dat ik daarin adviezen volg van de AIVD. Ook qua
continuïteit hebben we zaken geborgd in de wet. De AVG verlangt in
wetgeving bijvoorbeeld allerlei zaken waar de Autoriteit
Persoonsgegevens op kan controleren bij overheden. Ik volg graag die
route, de route van wetgeving en de route van het handhaven, om
mogelijke hoogrisicosituaties met de cloud in beeld te krijgen. Als
daaruit blijkt dat er mogelijk toezicht of handhaving nodig is bij die
overheden, dan verwacht ik van deze autoriteiten dat ze gaan handelen.
Mijn oproep is dan ook, in lijn met de Algemene Rekenkamer, dat we dit
een impuls gaan geven, want er is een grote achterstand. Het Algemene
Rekenkamerrapport — daar zijn we het, denk ik, allebei over eens — legde
een grote achterstand bloot. We hebben de risicoanalyse niet eens. Ik
zou het kabinet willen meegeven: aan de slag! Ga aan de slag met de
risico-inventarisaties. Ga aan de slag met de overheden waar mogelijk
nog ongevonden risico's zijn. Dat is het antwoord.
De voorzitter:
Kort, afrondend.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Maar het is geen hogere wiskunde. Iets kan een beperkt risico zijn voor
één overheidsorganisatie. Maar neemt het risico niet exponentieel toe
als alle overheidsorganisaties bij elkaar dezelfde keuze maken en je
uiteindelijk afhankelijk bent van maximaal drie partijen die allemaal in
hetzelfde land gevestigd zijn, onder dezelfde regelgeving, onder
hetzelfde presidentschap, waar ik de heer Buijsse ook allemaal kritische
dingen over heb horen zeggen? Is die eenzijdige afhankelijkheid van één
land dan niet problematisch?
De heer Buijsse (VVD):
Een uitstekende vraag. Dit is precies de reden waarom ik het CIO-stelsel
wil verstevigen, want de CIO's zijn aanwezig binnen alle departementen
van de rijksoverheid. Als wij de positie van deze mensen verstevigen,
hebben we het eerder in beeld en kun je, hopelijk met meer
coördinatiebevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken, die
providers van die diensten aanpakken en zou je misschien meer
gediversifieerd beleid voeren over de departementen heen. Maar ik wil
dus graag de coördinerende bevoegdheid van de minister verstevigen.
Mevrouw Van der Werf (D66):
De heer Buijsse deed net in zijn inbreng de oproep om meer op eigen
benen te gaan staan en minder afhankelijk te worden van de Amerikanen.
Dan gaat het natuurlijk niet alleen om kabels en servers, maar ook om
kennis en innovatie om tot die oplossingen te komen. Nou wil het dat de
partij van de heer Buijsse met dit kabinet een enorme
onderwijsbezuiniging doorvoert, van maar liefst 12 miljard euro. De heer
Buijsse doet daar lacherig over, maar in het hoger onderwijs zijn ze
daar op dit moment voor aan het staken. Hoe verhoudt dat zich tot uw
oproep?
De heer Buijsse (VVD):
Nou, ik had deze vraag niet zien aankomen. Ik ga hier geen
onderwijsdebat voeren. Voor mij zit er ook geen relatie tussen wat daar
speelt en wat voor voorstel ik hier vandaag op tafel leg. Dus alle
begrip voor de achtergronden waar u aan refereert — daar heb ik geen
kennis van, want ik zit niet op het onderwijsdossier — maar dit dragen
wij als VVD uit en daar is dat in meegewogen.
De voorzitter:
Een vervolgvraag.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Ik zal de heer Buijsse even meenemen naar bijvoorbeeld het Groeifonds.
Dat is nu de nek om gedraaid. Daarbij richtte men zich juist op
sleuteltechnologieën en veiligheid. Zonder dit soort fondsen kun je niet
op eigen benen staan. Dit soort innovaties heeft Nederland nodig om die
volgende stap te kunnen zetten. Dus wat is dan de stip aan de horizon
die de heer Buijsse zet om samen met het bedrijfsleven en de
universiteiten op eigen benen te kunnen gaan staan?
De heer Buijsse (VVD):
Ik ben een beetje verrast door de relatie die gelegd wordt met de
hogescholen en universiteiten. Die relatie heb ik in mijn hele betoog
niet gelegd en wil ik eerlijk gezegd ook niet leggen. Ik wil twee
dingen, of eigenlijk drie. Ik wil dat er met terugwerkende kracht iets
met SIDN wordt gedaan om toch zeker te stellen dat we het op Nederlandse
bodem houden, als dat zou kunnen. Ten tweede wil ik dat we iets doen met
de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer. Ten derde wil ik dat we
iets met het CIO-stelsel gaan doen om het allemaal te verbeteren. U
heeft het over kennis en talent. Dat gaat mij ook aan het hart. Ik zie
dat we met het versterken van het CIO-stelsel de inzet van bestaand
talent kunnen verstevigen, zodat we talent beter kunnen inzetten,
verdeeld over de departementen. En ja, verder kan ik eerlijk gezegd geen
antwoord geven op deze vraag.
De voorzitter:
Afrondend.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Als kennis en talent je aan het hart gaan, dan moet je niet bezuinigen
op een kenniseconomie. Dan moet je de mogelijkheden om als Nederland die
volgende stappen te zetten niet kapotmaken. Als de heer Buijsse meent
wat hij hier zegt, dan verwacht ik ook voorstellen van hem in de tweede
termijn om dit te gaan repareren.
De heer Buijsse (VVD):
Ik kan hier eigenlijk weinig aan toevoegen.
De voorzitter:
U gaat over uw eigen woorden. Mevrouw Kathmann.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Ik ben blij met de woorden van de heer Buijsse over SIDN en dat dat in
Nederland moet blijven. Verder ben ik ook blij dat hij zegt dat we
stappen moeten gaan zetten richting meer onafhankelijkheid. Maar mij is
eigenlijk niet helemaal duidelijk wat de VVD nou wil. Welke stappen gaan
we concreet zetten en wanneer?
De heer Buijsse (VVD):
Ik zou graag het gesprek over SIDN willen aangaan. Over het antwoord op
mijn schriftelijke vraag was ik best teleurgesteld. De staatssecretaris
deed niet de handreiking om te onderzoeken wat de mogelijkheden zouden
zijn. Ik weet dat het een moeilijke opgave zal zijn. Als we vandaag de
boel zouden terugdraaien, dan schaadt dat ook de dienstverlening van
SIDN. Ik vroeg de staatssecretaris om een bevestiging of mijn
interpretatie klopt. Ik wil dat we een en ander beter gaan regelen,
conform de adviezen van de Algemene Rekenkamer. Ik wil dat zodra de
stemming over de moties is geweest, er een impuls wordt gegeven.
De maatregelen voor het borgen van de soevereiniteit, de continuïteit
van dienstverlening en de gegevensbescherming zouden volgens het
Algemene Rekenkameronderzoek onvoldoende zijn. Daar moeten we nu mee aan
de slag. Ik vraag straks in mijn motie om de Kamer nog voor het meireces
te informeren over de uitkomst, over de resultaten die geboekt worden,
welke belemmeringen er ervaren worden. Ik wil die actie met de hoogste
prioriteit uitzetten. De staatssecretaris is bezig met het CIO-stelsel.
Ik wil dat de positie van het CIO Rijk en van onze CIO's zo snel
mogelijk wordt verstevigd.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Eigenlijk blijft dezelfde vraag gewoon overeind. Nogmaals, ik ben heel
blij met de woorden van de VVD over dat ".nl" gewoon lekker in Nederland
moet blijven, maar het gaat hier gewoon over de migratie van de overheid
naar de Amerikaanse cloud. Dan hoor ik de VVD zeggen: we moeten stappen
ondernemen om meer onafhankelijk te worden. Alleen, mij is volstrekt
niet duidelijk welke stappen we volgens de VVD wanneer gaan zetten.
Hebben we een bondgenoot aan u dat we bijvoorbeeld zo snel mogelijk een
rijkscloud gaan bouwen met al die mooie Nederlandse ondernemers?
De heer Buijsse (VVD):
Het Algemene Rekenkameronderzoek concludeerde dat er een grote
achterstand is in het nemen van maatregelen voor het borgen van de
soevereiniteit, de continuïteit van dienstverlening en de
gegevensbescherming. Oftewel, heel veel overheden hebben een
achterstand, hebben geen risicoanalyse als het gaat om
cloudtoepassingen, nemen niet voldoende maatregelen om zaken te regelen
zoals beschreven. Ik roep het kabinet op om de Kamer nog voor het
meireces te informeren over stappen, over een impuls. Dat is wat ik wil.
Volgens mij staan wij aan dezelfde kant van het touw.
De voorzitter:
Afrondend, mevrouw Kathmann.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Ik denk niet dat we helemaal aan dezelfde kant staan. Ik denk wel dat we
stappen moeten zetten naar onafhankelijkheid. GroenLinks-PvdA doet daar
concrete voorstellen voor. Maar ik hoor de VVD eigenlijk zeggen: we gaan
gewoon nog meer onderzoeken en nog meer constateren dat we de
risicoanalyses niet op orde hebben.
De heer Buijsse (VVD):
Wij zijn het gewoon eens met elkaar. Laten we eerlijk zijn: ten tijde
van de presentatie van het onderzoek van de Algemene Rekenkamer waren we
gewoon in schok. Het was verschrikkelijk om de boodschap aan te horen
dat we het binnen de overheid eigenlijk superslecht doen. Zo simpel is
het gewoon. We zeiden toen ook: "We moeten echt actie ondernemen,
jongens. We moeten deze achterstand inhalen. Deze risicoanalyses moeten
plaatsvinden en deze maatregelen moeten genomen worden. We moeten
overheden ook helpen om dat te doen. Waarschijnlijk hebben de CIO's
binnen de overheidsdepartementen ook een beetje hulp en een betere
positie nodig om die departementen ook echt te helpen." Daar sta ik voor
en daar zou ik graag samen met u in optrekken.
De voorzitter:
Heel, heel kort.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Eén laatste vraag, voorzitter. De vraag is gewoon concreet: gaan we wat
de VVD betreft wel of niet een Rijkscloud bouwen met cloudondernemend
Nederland? Gaan we wat de VVD betreft wel of niet die migratiestopknop
indrukken, met een paar tenzijs als het echt moet, en gaan we daar dus
ook gewoon een goede investeringsagenda naast leggen? Dat zijn de
concrete vragen.
De heer Buijsse (VVD):
Fair enough. Die snap ik. Mijn lijn is dat het hebben van een rijkscloud
geen doel op zich is. Maar als het uiteindelijk een uitkomst is van de
exercitie die we vanaf vandaag gaan doen, dan vinden we elkaar, schudden
we elkaar de hand en gaan we weer verder. Het gaat natuurlijk ook om een
financiële claim. Uiteindelijk kost alles ook geld. Ik geef terug aan
het kabinet: "Jongens, ga aan de slag en geef die impuls. Rapporteer de
Kamer erover. Rapporteer je bevindingen. Rapporteer de obstakels waar je
tegenaan loopt." Voor mij is het geen doel op zich, maar het zou zomaar
kunnen dat het wel een gevolg gaat zijn.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik graag mevrouw Van der Werf uit voor haar
bijdrage in de eerste termijn. Gaat uw gang.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Dank, voorzitter. Als het om Amerikaanse ICT-voorzieningen gaat, denk ik
dankzij Bert Hubert aan de bouw aan de bouw van Radio Kootwijk begin
vorige eeuw. Voor communicatie met Indonesië was Nederland afhankelijk
van Engelse kabels. Maar de Engelsen maakten vrij verkeer van berichten
onmogelijk. Daarom besloot men in 1918 om een eigen radioverbinding te
bouwen. Het vroeg om, voor die tijd, gigantisch stroomgebruik, een
aparte treinverbinding en woningen voor arbeiders, maar vijf jaar later
werd de verbinding geopend. Deze daadkracht hoop ik vandaag ook bij het
kabinet te zien. In een snel veranderende wereld moeten we geen
ondoordachte besluiten nemen over onze kritieke IT-infrastructuur en
gevoelige informatie. Zo zijn sommige waterschappen volledig afhankelijk
geworden van Microsoft. Oftewel, zonder Microsoft kan er geen sluis open
of dicht. Gemeenten maken zich terecht zorgen over de toegang van de
Amerikaanse overheid tot hun gegevens. De AIVD signaleert bij het
verhuizen van het .nl-domein: er zijn nationale veiligheidsrisico's
wanneer we grote delen van onze digitale infrastructuur uitbesteden
buiten Nederland.
Voorzitter. Het moge duidelijk zijn: we staan op een kantelpunt voor de
Nederlandse digitale soevereiniteit. De Amerikaanse overheid was nog
nooit zo onvoorspelbaar. Waar defensie en energie nu bovenaan de
geopolitieke agenda staan, lijkt onze digitale afhankelijkheid een
bijzaak. Maar dat is het niet. Onze gegevens en onze dienstverlening
zijn van grote waarde. We zijn chantabel geworden. Meer dan de helft van
de publieke clouddiensten van de rijksoverheid wordt bij drie grote
Amerikaanse bedrijven ingekocht.
De rijksoverheid heeft geen alternatief voor Microsoft, maar dat we geen
alternatief hebben wil niet zeggen dat we dan maar door moeten gaan op
de huidige weg, puur omdat dat nu wel praktisch is. Het is in het belang
van onze veiligheid om dit te heroverwegen en een pas op de plaats te
maken. Gaat de staatssecretaris de pauzeknop indrukken en ook over de
volle breedte onze kritieke infrastructuur langs de lat van digitale
soevereiniteit leggen? Gaat hij alle lopende aanbestedingen en migraties
stopzetten, toetsen aan scherpe criteria en desnoods opnieuw beginnen?
Gaat hij kijken naar alternatieven voor het Microsoftinfuus, waar onze
overheid aan hangt?
Voorzitter. Europa heeft alternatieven. We moeten er alleen in durven
investeren. Dat betekent wat D66 betreft het volgende. We zetten
Europese bedrijven op één bij aanbestedingen, met soevereiniteitseisen.
We dwingen het uitwisselen van gegevens af, zodat er concurrentie
ontstaat. We investeren in eigen datakabels, datacentra en Europese
cloudbedrijven. We investeren dus ook meer in onderzoek en innovatie in
plaats van dat we bezuiniging op bezuiniging stapelen.
Als het kabinet net als ik van mening is dat het stuur radicaal om moet,
dan moet het ook met een pakket komen om innovatie en bedrijvigheid te
stimuleren. Dan moeten de overheid en andere publieke sectoren de vraag
formuleren, zodat er aanbod kan ontstaan. Gaat het kabinet dat
doen?
Voorzitter. Ik verwacht na vandaag een ommezwaai en fundamentele
stappen, want ons land biedt enorme kansen door zijn uitstekende
infrastructuur en geografische ligging. En wij hebben zó veel talent.
Het is aan ons om vandaag die kansen te grijpen en digitaal door te
pakken, zodat we bij onze communicatie, onze data en onze fysieke
infrastructuur op eigen benen gaan staan, net als Radio Kootwijk.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank voor uw bijdrage. Die geeft aanleiding tot een vraag. Meneer
Buijsse, gaat uw gang.
De heer Buijsse (VVD):
Mevrouw Van der Werf had het over een "Microsoftinfuus". Wat zou volgens
mevrouw Van der Werf dan een alternatief zijn? Kan zij dat iets meer
toelichten? Want het is natuurlijk wel zo dat iedereen gebruikmaakt van
Microsoft. Kunt u daar wat meer duiding aan geven? Welke alternatieven
ziet u, wat is daarbij het tijdpad et cetera?
Mevrouw Van der Werf (D66):
Nou, ik gaf het net ook al aan bij de inbreng van de heer Buijsse: als
je alternatieven wil, als je over vijf of tien jaar van andere bedrijven
en niet van andere landen afhankelijk wil zijn, dan zul je moeten
innoveren en dan zul je geld opzij moeten zetten voor kennis en
innovatie. Dat is precies wat dit kabinet niet doet. Dan heb je dus geld
nodig om te achterhalen welke sleuteltechnologieën we kunnen gebruiken
en welke andere bedrijven, van Europese en liefst Nederlandse grond, dit
voor ons kunnen gaan doen.
De voorzitter:
Een vervolgvraag.
De heer Buijsse (VVD):
Bent u bekend met openDesk? Dat is een soortgelijk, Frans initiatief.
Men probeert hetzelfde te doen. Persoonlijk denk ik dat daar best wel
kansen voor zijn, mits we kennis en talent inzetten om dat wat groter te
laten worden. Maar het is niet zo dat het er dan gelijk, morgen of
overmorgen, is. Bent u bekend met dit initiatief? Hoe ziet u dat voor
zich?
De voorzitter:
Via de voorzitter, alstublieft. Mevrouw Van der Werf, gaat uw gang.
Mevrouw Van der Werf (D66):
In Frankrijk zijn ze al in 2016 met een alternatief begonnen. Dat
betekent dat zij zich al een lange tijd terug gerealiseerd hebben dat ze
dat op een andere manier zullen moeten doen. Maar het betekent ook dat
die mogelijkheden er zijn en dat we dus niet continu naar de Amerikanen
en de hyperscalers aan de overkant van de oceaan hoeven te kijken om
onze informatie op een veilige plek op te kunnen slaan.
De voorzitter:
Kort en afrondend.
De heer Buijsse (VVD):
Kort en afrondend. In een nog niet zo lang verleden hebben de heer Six
Dijkstra en ik een motie ingediend over SBIR-gelden, om daarmee een
soort fieldlabs en kleinere bedrijvigheid te stimuleren, om echt het
ecosysteem van IT te versterken. Nou, dat heeft ertoe geleid dat binnen
onze rijksoverheid een pilot plaatsvindt met openDesk. Ik zou mevrouw
Van der Werf eigenlijk willen aanmoedigen om in die richting mee te
denken, want dan heeft zij onze steun.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Ik ben bereid om met alle sympathieke moties van de heer Buijsse mee te
denken, maar ik gaf net ook al aan dat dit een druppel is op de
gloeiende plaat van de bezuiniging van 12,6 miljard op onderwijs,
waartoe de partij van de heer Buijsse, de VVD, deze kabinetsperiode
heeft besloten. Ik zie dat hij ook hier wat lacherig over doet, maar dat
doen de mensen op de Nederlandse universiteiten niet. En de mensen bij
het bedrijfsleven die hier dolgraag mee aan de slag willen gaan, doen
dat ook niet. Dat is de conclusie die ik trek.
De voorzitter:
Dank voor uw bijdrage.
Dan nodig ik nu de laatste spreker van de Kamer uit voor zijn bijdrage
in eerste termijn, en dat is de heer Valize van de fractie van de PVV.
Gaat uw gang.
De heer Valize (PVV):
Ja, voorzitter, dank voor het woord. Vandaag een bijzonder debat over
migraties van overheids-ICT naar het buitenland. Dit naar aanleiding van
een tweetal situaties waarin bedrijven, al dan niet gelieerd aan de
overheid en onderdeel uitmakend van de kritieke digitale infrastructuur
van Nederland, aankondigden diensten te willen afnemen bij Amerikaanse
big tech, met als overweging om zo niet-primaire taken over te dragen
aan derde diensten, opdat zijzelf zich konden richten op hun primaire
taken, de kerntaken, zonder daarbij capaciteit te verliezen aan
randzaken. We kennen allemaal het gezegde "schoenmaker, blijf bij je
leest".
In een bedrijf waar de kerntaken, expertise, corebusiness liggen op
cloudservices en de inrichting van werkstations, zijn ze voortdurend
bezig met deze taken, gedreven, professioneel, en doen ze dat 24/7. De
capaciteit is daarop ingericht. Dat is een dienst die voortkomt uit een
vraag; de marktwerking. Bij bedrijven waar de kerntaken elders liggen,
is er vaak minder capaciteit voor dergelijke diensten en ondersteuning
beschikbaar. Dit houdt in dat in het geval van calamiteiten er minder
snel geschakeld kan worden, en dat oplossingen dus ook minder snel
geboden worden, wat leidt tot downplaying. Wanneer alles goed loopt,
staan de mensen die belast zijn met deze taken vaak spreekwoordelijk uit
hun neus te eten. Immers, alles is up and running. Maar deze taak 24/7
beschikbaar houden, vergt middelen, budgetten, geld. Hierdoor zijn er
minder middelen beschikbaar voor de kerntaken, wat ten koste gaat van de
kwaliteit en innovatie. Wat doe je dan? Je besteedt dat uit.
Voorzitter. Dat is dus exact wat SIDN en SSC-ICT hebben getracht te
doen, en waar dit debat over zou moeten gaan. Hiervoor kennen wij
"markt". Je gaat kijken welke processen niet tot de kernprocessen
behoren en zoekt een alternatief. Het alternatief dat het beste aansluit
bij de wensen van de organisatie, wordt de dienstverlener. Je maakt
afspraken, voert risicoanalyses uit en zorgt voor een goede borging.
Maar nu komt de crux, en de kern van dit debat: we spreken van
overheidsbedrijven, bedrijven en/of organisaties die onderdeel uitmaken
van onze kritieke digitale infrastructuur. Daar kunnen risico's aan
zitten, met een grote impact. Dat vraagt om een gedegen afweging en
borging.
Hoe zit het daarmee? De zorgen vanuit de Kamer, maar ook vanuit het
veld, zijn terecht. Je wilt te allen tijde voorkomen dat belangrijke,
gevoelige of staatsgeheime informatie, gerubriceerde informatie, ook
persoonsgegevens die verwerkt worden door overheidsinstanties, in handen
komen van derde partijen. Daarvoor is er een rijksbreed cloudbeleid.
Deze wordt momenteel geëvalueerd en herzien, zoals in de brieven is te
lezen. Gisteren vernamen we dat dat medio 2025 aan de Kamer zal
toekomen. Kan dat ietsje geconcretiseerd worden, zodat we iets beter de
termijn weten waarop dat naar de Kamer toe komt? Is dat voor de zomer of
na de zomer?
Daarnaast zijn deze discussiepunten onderwerp van onderzoek van de
Algemene Rekenkamer, waarvan het rapport reeds aan de Kamer is
toegekomen, "Het Rijk in de cloud", en waarvoor een plenair debat is
aangevraagd. Daar zullen we dus nog inhoudelijk over gaan spreken over
deze zorgen en de opvolging daarvan. Een van de inhoudelijke punten is
ook de aansturing, de verantwoordelijkheid en de centrale regie. Maar
ook hiervan heeft de staatssecretaris reeds aangegeven daar werk van te
maken. Dit gaat onderdeel worden van de Nederlandse
Digitaliseringsstrategie, de NDS, dewelke in het voorjaar verwacht mag
worden. Daar zal ook nog eens apart over gedebatteerd worden. Al met al,
dit debat is voor nu wat de PVV betreft toch wel iets ontijdig. We
hebben de aanvraag destijds dan ook niet gesteund, maar wel het debat
over het rapport van de Algemene Rekenkamer, waarin we ongetwijfeld
veelal een herhaling zullen zien van dit debat.
Voorzitter, ik ga afronden. Dit debat lijkt op een aanval op big tech.
Sommige producten, zoals ook blijkt uit de evaluaties die zijn gedeeld
met de Kamer, zijn nu eenmaal beter bij deze partijen; marktwerking!
Mits voldaan wordt aan strenge eisen, die ongetwijfeld verder
aangescherpt zullen worden — en terecht, want overheidsdata houd je het
liefst on-premises, in eigen beheer — ziet de PVV geen kwaad in het
gebruik van Amerikaanse diensten voor de dingen die daar niet onder
vallen. Hoezeer die eisen zullen moeten worden aangescherpt, daar volgt
nog een debat over. En voor nu wil ik het daarbij laten. Dank.
De voorzitter:
Dank. Dat geeft aanleiding tot vragen. Mevrouw Van der Werf, ga uw
gang.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Ja, voorzitter, dank. De heer Valize heeft het over risico's, maar daar
wordt hij niet heel precies over. Nu heb ik gelezen dat de
veiligheidsdiensten heel duidelijk zijn: als je een groot deel van je
IT-infrastructuur in het buitenland plaatst, dan levert dat
nationaleveiligheidsrisico's op. Wanneer is het voor de heer Valize dan
voldoende veilig om dit op deze manier te doen?
De heer Valize (PVV):
Dank. Goede vraag, uitstekende vraag. Een van de dingen waar je naar
kijkt, is onder andere of de diensten of producten geleverd worden
vanuit vijandige landen. Nou, Amerika is wat mij betreft geen vijandig
land. Het is altijd een goede bondgenoot geweest en daarbij toch wel een
betrouwbare partner gebleken. Op dit moment zijn de geopolitieke
verhoudingen wat anders, dus er is wel debat over, maar we hebben wél
dat framework, waar al meerdere malen aan gerefereerd werd, en dat biedt
toch wel voldoende houvast. Daarnaast, zoals ik net al bij mevrouw
Koekkoek had aangegeven, kan een decreet dat een president uitvaardigt,
nog altijd teruggedraaid worden door het Supreme Court.
De voorzitter:
Gaat uw gang.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Nou, als ik naar de afgelopen zes tot acht weken kijk, ben ik helemaal
niet zo optimistisch over dat houvast dat de Amerikaanse regering ons
zou bieden. Dus kan de heer Valize wat concreter aangeven in hoeverre
het voor hem gewoon prima is dat de Amerikaanse regering de komende
drie, vier jaar — laten we de nabije toekomst kiezen — bij alle
gegevens, correspondentie en, zoals de heer Six Dijkstra ook noemde,
"push-buttonzaken" van Nederland zou kunnen?
De heer Valize (PVV):
Ik begrijp de vraag, maar ik ben het er eigenlijk niet mee eens dat dit
hier nu bij betrokken wordt, want het gaat hier in dit debat specifiek
over SIDN en SSC-ICT. Dat zijn de aanleidingen geweest voor dit debat.
Een van de punten waar rekening mee is gehouden, is dat het overdragen
van het gedeelte dat SIDN zou willen overdragen naar de Amerikaanse
cloud niet zou leiden tot stilstand op het moment dat er een knop zou
worden omgezet zodat er geen toegang meer toe is. Dat is een van de
analyses die ze hebben uitgevoerd. Dat is ook verder uitgewerkt. Ik ben
het er wel met eens dat je dat soort data, die overheidsdata en de
kritieke infrastructuur het liefst gewoon on site hebt. Maar er gaat een
evaluatie van het cloudbeleid aan komen. Dat is toegezegd voor ergens
medio 2025. Ik heb een iets exactere datum aangevraagd bij de
staatssecretaris. Daar gaan we dus nog over debatteren zodra we eenmaal
inzichtelijk hebben wat daar de opties zijn.
De voorzitter:
Kort en afrondend. Gaat uw gang.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Ik denk dat de heer Valize en ik een wat verschillende inschatting maken
van de wenselijkheid van het parkeren van onze gegevens in en het
migreren van onze gegevens naar de Verenigde Staten. Maar los daarvan
had ik het in mijn inbreng het al over dat Microsoftinfuus. Ik zei dat
deze discussie in feite veel breder gevoerd zou moeten worden dan alleen
over SIDN. Er zijn in Nederland namelijk veel meer instellingen en
overheden waar dit nu speelt. Ook breder zou je de buitenlandse
afhankelijkheid niet moeten willen. Waarom verkiest de heer Valize van
de PVV dan buitenlandse bedrijven boven Nederlandse bedrijvigheid? Je
zou ook kunnen zeggen: Nederland eerst, of "Netherlands First". Ik zou
daar wel een reflectie op willen van de heer Valize.
De voorzitter:
Meneer Valize, gaat uw gang.
De heer Valize (PVV):
Er is gekeken naar mogelijke alternatieven, maar uit het rapport is ook
gebleken dat die er niet zijn op dit moment. Daar zou naar gekeken
moeten worden. Als er alternatieven zijn, kunnen we daarnaar kijken. Dat
is geen enkel probleem.
De voorzitter:
Heel, heel kort nog op dit punt.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Wat de heer Valize hier oprakelt, is natuurlijk een beetje een
kip-eidiscussie. Als we namelijk helemaal niets gaan doen, als we die
alternatieven niet de kans gaan geven, niet willen investeren in
innovatie en er geen lucht komt voor bedrijven en anderen om dit op te
pakken, dan blijven we voor de komende eeuwen afhankelijk van de
Verenigde Staten. Dus wat gaat de heer Valize nou doen om de komende
vijf á tien jaar een stip op de horizon te zetten, zodat we in elk geval
een keuze hebben?
De heer Valize (PVV):
Allereerst wachten we heel eventjes af tot we die evaluatie hebben en
dan kunnen we daar verder over praten. Er is sowieso al een debat
aangevraagd over het rapport van de Algemene Rekenkamer. Daar gaan we
het dus nog uitvoerig over hebben, maar ik wil eerst weten wat er in het
rapport staat.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Het is best kwalijk voor het gevoel van veiligheid van heel veel
Nederlanders dat de grootste partij van Nederland totaal geen
bedenkingen heeft bij de uitspattingen van de Amerikaanse president als
het gaat over technologie. Ik bedoel, organisaties worden gewoon al
bedreigd: joh, gooi ze lekker uit de cloud. Het is geen sciencefiction,
hè; het gebeurt gewoon. We worden al een soort van bedreigd: joh, als
jullie jullie regels gaan handhaven, dan stappen we lekker uit de NAVO.
Je moet er dus heel veel bedenkingen bij hebben en je moet woorden van
presidenten van Amerika ook gewoon heel serieus nemen. Dat even
terzijde.
Laat ik een concrete vraag stellen aan de PVV. Ze hebben normaal altijd
— D66 zei het al — de driekleur hoog in het vaandel: Netherlands first.
De PVV heeft er de mond vol van: laat de markt lekker zijn werk doen.
Maar die markt is allang dood, die is al decennia dood. Het enige wat er
gebeurt, is dat er veel te grote partijen zijn aan de andere kant van de
oceaan die er continu met de buit vandoor gaan. De Nederlandse
ondernemers hebben continu het nakijken.
Als de PVV het niet over de veiligheid wil hebben, zegt "joh, ga
allemaal rustig slapen, er is helemaal niks aan de hand" en blind is
voor het geopolitieke vaarwater waar we in zitten, hartstikke dikke
prima, maar laten we dan even kijken naar het toekomstig verdienvermogen
van Nederland, naar kennis die we gewoon keihard nodig hebben. Dat
willen we ook met mondkapjes en medicatie. Als er hier straks een
cyberaanval plaatsvindt en shit hits the fan, om het maar zo te zeggen,
dan willen we toch kennis in huis hebben om dingen te kunnen repareren,
zelf te kunnen maken en Nederland weer aan de praat te krijgen? Daar zit
toch een ongelofelijk groot risico als we niet meer onafhankelijk willen
zijn?
De heer Valize (PVV):
Het duurde even lang. Om het goed te formuleren: we hebben het
hoofdlijnenakkoord en daarin hebben we ook aangegeven dat we daarin
investeren. Dat is dus geen enkel probleem. U wordt op uw wenken
bediend.
Op dit moment is het als volgt. U gaat gewoon naar de beste partij, die
de beste veiligheid kan bieden, en op dit moment is dat in sommige
gevallen gewoon een Amerikaanse dienstverlener. Daar kunnen we nu niet
onderuit. Op het moment dat er in de markt een ander aanbod kan worden
gedaan, dat voldoet aan alle punten uit het eisenpakket … Ik bedoel, bij
de partijen waar we nu mee in zee gaan, wordt een DPIA uitgevoerd. Er
wordt gekeken naar diverse risicoanalyses. Er wordt uitvoerig getoetst,
getest en gemonitord.
Verder wil ik het eventjes bij het kabinet laten om met die evaluatie te
komen. Daarna kunnen we verder praten. Dan kunnen we beter over de
inhoud praten, ook naar aanleiding van het rapport van de Algemene
Rekenkamer. Dat zit eraan te komen; dat staat op de planning. Het staat
op de longlist, dat nog wel, maar het kan naar voren gehaald worden,
indien u dat zou willen. U kunt in de regeling van werkzaamheden vragen
om het nog voor de zomer te doen. Maar het rapport komt nog. Daar gaan
we uitvoerig over debatteren en dan gaat het juist over deze
zaken.
Voor nu hebben we het eigenlijk over SIDN. SIDN bestaat uit twee delen,
zoals al is aangegeven. Je hebt het domeinregistratiesysteem en het
domeinnaamsysteem. Dat zijn twee verschillende systemen. Het ene systeem
bevat ook de IP-adressen die eraan gekoppeld zijn, het andere systeem
niet. Die IP-adressen blijven hier in Nederland.
De voorzitter:
Gelukkig geven lange interrupties ook aanleiding tot een lang antwoord.
Ik ben heel coulant met de interrupties, maar ik ga u allen wel vragen
om het een stukje bondiger en korter te houden.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Ik ga mijn best doen, voorzitter. De heer Valize zegt eigenlijk: laat de
markt z'n werk doen en kies de meest efficiënte, effectieve partij. Dat
zou ik begrijpen als het een discussie was over beddenwinkels of over de
bakkers op de hoek, die hun cloud moeten kiezen. Maar we bouwen hier een
heel sterke afhankelijkheid op van een ander land, dat al eerder heeft
aangetoond bereidwillig te zijn om zeer ver te gaan in
handelsconflicten. Kijk naar de relatie tussen de Verenigde Staten en
Canada. Er wordt nu over en weer al gedreigd met het afsluiten van de
elektriciteit. Hoe kijkt de heer Valize tegen die risico's aan? Ziet hij
dat echt niet als een reëel risico?
De heer Valize (PVV):
Ik ga hier geen geopolitiek debat voeren. Ik heb al aangegeven: als er
een decreet wordt uitgevaardigd, kan dat worden teruggedraaid door het
Supreme Court. Voor dit onderdeel … Wij zijn geen vijandig land. We
staan bij de Verenigde Staten ook niet te boek als vijandig land. We
hebben een goede verstandhouding met de Verenigde Staten. Laten we dat
vooral zo houden. Laten we hier geen oorlogshetze voeren, alleen maar om
de popiejopie uit te hangen. Ik weet niet wat het doel is. We hadden een
goede verstandhouding, maar als iedereen hier Amerikanen op deze wijze
gaat aanpakken en te kijk zet en dit soort hetze tegen hen start, ja …
Dan draagt u zelf bij aan dat klimaat.
De voorzitter:
Graag via de voorzitter. Een vervolgvraag van de heer Six Dijkstra.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Maar dit ís een geopolitiek debat. De cloud is geopolitiek. Dat kun je
niet meer lostrekken. We zijn niet vijandig bezig. Amerika voert onder
het huidige bewind een zeer agressieve handelsstrategie. Dat is gewoon
een feit, wat je er ook van vindt. Wil je sterk staan in je
handelspositie, dan is het toch nodig dat je geen eenzijdige
afhankelijkheid hebt, ook al ben je beste vrienden? De Verenigde Staten
en Canada zijn echt nauwe bondgenoten. Uit mijn mond zul je niets anders
horen. Maar als je naar de handelsbelangen kijkt, is het toch heel
kortzichtig om te zeggen: laat ons maar eenzijdig afhankelijk zijn op
technologisch vlak?
De heer Valize (PVV):
Het is niet helemaal ... Excuus, ik had nog niet het woord gekregen, dus
nu doe ik het via de voorzitter. Ik heb aangegeven dat er strenge eisen
moeten zijn en dat die moeten worden aangescherpt. Ik heb ook aangegeven
dat wij de Nederlandse rijksdata, de belangrijke data en informatie,
zoals persoonsgegevens, dus de gerubriceerde informatie, het liefst on
site zouden hebben. Maar dan moet er wel een partij zijn die dat kan, en
die is er op dit moment niet.
De voorzitter:
Dat was het laatste woord dat er gezegd is. Dank voor uw bijdrage. De
bewindspersonen hebben aangegeven ruim een halfuur nodig te hebben voor
de voorbereiding van de beantwoording. Ik ben de minste niet, dus ik
schors tot 20.20 uur.
De vergadering wordt van 19.47 uur tot 20.20 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het debat over migraties van
overheids-ICT naar het buitenland. Wij zijn toegekomen aan de eerste
termijn van het kabinet. Ik geef met veel plezier het woord aan de
staatssecretaris voor zijn beantwoording. Gaat uw gang.
Staatssecretaris Szabó:
Dank u wel, voorzitter. Sinds mijn aantreden heb ik met veel
organisaties gesproken, alsook met de leden van de Kamercommissie
Digitale Zaken en met de Eerste Kamer en de Tweede Kamer, over hoe wij
als overheid verantwoord digitale technologie kunnen inzetten. Niet
alleen voor goede dienstverlening, maar ook voor de bescherming van onze
digitale autonomie en onze veiligheid. Digitale technologie is allang
geen hulpmiddel meer. Het is de ruggengraat van onze samenleving. Onze
samenleving, economie, democratie en nationale veiligheid zijn
afhankelijk van digitale infrastructuur. Geopolitieke ontwikkelingen,
cyberdreigingen en de macht van enkele grote techbedrijven maken
duidelijk hoe groot die afhankelijkheid is. Het is van belang dat we
onze digitale infrastructuur en data beschermen daar waar nodig en dat
we slim samenwerken met de markt waar dat kan. Een verdere aanscherping
is derhalve nodig en ik waardeer dan ook de aandacht van de Kamer voor
dit thema.
Een veelvoudig terugkerend thema is het gebruik van cloudtechnologie.
Daar praten we vandaag specifiek over. Het gebruik van cloud biedt veel
voordelen, zoals flexibiliteit en innovatie. Het gebruikmaken daarvan
vereist ook zorgvuldige afweging om de digitale autonomie en veiligheid
te waarborgen. Deze punten worden nadrukkelijk meegenomen in het nieuwe
rijksbrede cloudbeleid dat de Kamer medio 2025 zal ontvangen. De vraag
is net gesteld: wat is medio 2025? Welnu, dat is medio 2025, en dat kan
net voor of na het reces zijn. Ik denk dat, als u terugkomt van het
reces, het cloudbeleid al bijna in uw brievenbus is geland. Dat is het
antwoord hierop: dus net na het reces.
Met de herziening van het cloudbeleid scherpen we het gebruik van de
publieke cloud aan, afhankelijk van de belangen die we willen
beschermen. Daarnaast werkt het kabinet actief samen met Europese
partners aan alternatieve oplossingen en een goedwerkende Europese
markt. Maar daar zijn we nog lang niet. Misschien komt dat verderop in
het debat terug. Er is een lange weg te gaan en dat heb ik ook gehoord
bij de inleidingen. Ik ben ook heel blij dat de Kamer heeft aangegeven
dat de urgentie hoog is. Het gaat gewoon een aantal jaren duren voordat
we die industrie hier zelf ook volwassen hebben kunnen maken binnen
Europa.
Digitale afhankelijkheden zijn niet te voorkomen en horen bij het open
handelssysteem. Sommige digitale afhankelijkheden kunnen een
risicoafweging en aanvullende beveiligingsmaatregelen vereisen. Een
consequentie van een aangescherpt beleid is dat er mogelijk minder
digitale diensten van de rijksoverheid in de publiek cloud kunnen worden
ontwikkeld, afhankelijk van de te beschermen belangen bij de
desbetreffende diensten. Zoals reeds aangekondigd in de kabinetsreactie
op de initiatiefnota Wolken aan de horizon, zal er voor dergelijke
diensten dan ook onderzocht gaan worden of er een soevereine
overheidscloud kan worden opgezet. "Onderzoek" betekent voor mij dat we
gewoon die kant opgaan. Ik neem dit ook mee in de Nederlandse
digitaliseringsstrategie, die ik inmiddels al bij u heb aangekondigd. Ik
hoop dat ik die strategie binnen twee maanden aan u kan overleggen en
presenteren.
We staan voor grote uitdagingen, in een zich snel veranderende wereld.
Dus ik heb begrip voor de zorgen die ik hier vandaag hoor, maar ook
buiten dit gebouw. We nemen deze zorgen zeker mee bij de herziening van
ons cloudbeleid. Ook wordt het versterken van de digitale autonomie
meegenomen in de Nederlandse digitaliseringsstrategie. Al deze
ontwikkelingen hebben wat mij betreft topprioriteit. Ik deel met u de
ambitie om als één overheid samen op te trekken om de digitale
veiligheid en dienstverlening te versterken. Samen kunnen we ervoor
zorgen dat burgers en ondernemers altijd kunnen vertrouwen op
betrouwbare en veerkrachtige overheidsdiensten.
Dat qua inleiding, voorzitter. Ik heb drie blokjes als het gaat om het
beantwoorden van vragen.
De voorzitter:
Ik snap dat u een vraag heeft, mevrouw Kathmann, maar ik laat de
staatssecretaris even de blokjes aankondigen. Dan geef ik u daarna het
woord.
Staatssecretaris Szabó:
Cloud, SIDN, overige.
De voorzitter:
Dat ging heel snel. Dat waardeer ik enorm. Gaat uw gang, mevrouw
Kathmann.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Ik heb toch meteen een vraag over de inleiding. Ik luister altijd graag
naar deze staatssecretaris. Hij heeft ambitie en kennis van zaken en als
ik iets wil en weer aan het doordrammen ben, krijg ik soms ook nog mijn
zin. Af en toe ben ik dus best vrolijk gestemd, maar gisteren was ik wat
minder vrolijk gestemd. Er is al meerdere malen door deze Kamer gevraagd
om een overzicht van wat we nou eigenlijk uitgeven en wat welk
ministerie doet. Geef ons nou een overzicht, ook van de investeringen.
Dan krijgen we een brief terug, waarin staat: dat gaan we die Kamer
lekker niet geven; dat moet elk ministerie maar gewoon eventjes zelf
doen en dat overzicht komt er niet.
Nu hoor ik de staatssecretaris zeggen: dat moeten wij doen als één
overheid. Van die woorden word ik dus weer hartstikke blij. Maar wat is
het nou? Gaan we opereren als één overheid met deze staatssecretaris als
coördinator en krijgen we een overzicht, zodat we ook weten wat we nu
uitgeven aan big tech en hoeveel we geld we zouden kunnen uittrekken als
we zouden willen investeren in alternatieven? Dan moeten we een
overzicht hebben. Dan moet kennis centraal bij elkaar komen. Gaan we dat
overzicht nou toch krijgen nu ik de staatssecretaris over één overheid
hoor praten?
Staatssecretaris Szabó:
U heeft een brief ontvangen. Die heb ik hier voor mij liggen. Daarin heb
ik aangegeven dat het moeilijk is om één overzicht te geven, buiten het
feit dat het heel veel tijd komt om dat allemaal op te halen. We hebben
met meer dan 2.000 overheidsorganisaties te maken. Ook binnen die
overheidsorganisaties is die specifieke informatie niet altijd aanwezig.
Op dit moment kan ik u dat overzicht dus niet geven. Waar ik wel naar ga
streven, ook vanuit de Nederlandse digitaliseringsstrategie, is om de
eerste keer dat we met alle overheden samen aan tafel gaan zitten gaan
kijken waar wij ons geld aan uitgeven en hoe we dat verdelen. Onderdeel
daarvan zou kunnen zijn dat we kijken wat we in Nederland uitgeven en
wat we daarbuiten doen. Ook dat is niet iets wat we van vandaag op
morgen hebben geregeld. Het is een gigantische exercitie. Ik denk dus
dat we eerst aan tafel moeten zitten om meer specifiek te krijgen waar
we op dat moment specifiek behoefte aan hebben, als we verder werken
vanuit de gedachte van één overheid. Dat gaan we de komende maanden
uitwerken nadat die digitaliseringsstrategie op tafel is gekomen.
De voorzitter:
U kunt bijna verder. Dit gaf aanleiding tot een vraag. Gaat uw gang,
mevrouw Van der Werf.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Het is een vraag die enigszins voortborduurt op de vraag van collega
Kathmann. De staatssecretaris gaf eind vorig jaar een interview aan het
FD. Hij had het daar over een behoorlijk prijskaartje, namelijk 800
miljoen per jaar. De staatssecretaris gaf net aan dat die
digitaliseringsstrategie eraan komt. De staatssecretaris hangt al zijn
hoop en dromen op aan deze digitaliseringsstrategie, maar ik kan me
voorstellen dat wel fijn is als het dan niet gratis is en de
staatssecretaris daar dan ook wat mee kan doen. Hoe zit het precies met
zijn financiële speelruimte op dat terrein?
Staatssecretaris Szabó:
Op dit moment staat het niet op mijn begroting wat we gaan doen met de
Nederlandse digitaliseringsstrategie, want de strategie ligt er nog
niet. Die 800 miljoen waren fiches die zijn ingediend in de
onderhandelingen voor dit nieuwe kabinet. Dat was dat bedrag. Daar stond
nog niet alles in wat we bij die Nederlandse digitaliseringsstrategie
willen bewerkstelligen, want toen die 800 miljoen werd ingediend hadden
we nog niet eens een begin van een discussie, bijvoorbeeld over de vraag
waar we het vanavond over hebben: wat doen we met cloud? We hadden niet
eens het begin van een discussie over de vraag wat we met AI doen en hoe
we dat gaan oppakken. Dat kun je gezamenlijk oppakken. Dan kost het wat
minder dan wanneer je het met 2.000 overheidsorganisaties doet.
We hadden nog niet eens een begin over post-quantum cryptografie. Dat
stond een beetje op de agenda, via u waarschijnlijk, maar voor de rest
ook nog niet. Toen was het dus nog niet duidelijk waar we op gingen
lopen. We hebben nu een aantal onderwerpen gedefinieerd waar we op
willen gaan lopen in de Nederlandse digitaliseringsstrategie. Het is een
concept, want het moet nog definitief worden gemaakt. We hebben
besproken, ook met de medeoverheden, bij wie ik de afgelopen weken langs
ben geweest, dat we op het moment dat de digitaliseringsstrategie er
ligt — het denken is nu al begonnen, ook in het kader van cloudbeleid,
kan ik u wel meegeven — een aantal maanden gaan uittrekken voor de vraag
wat het gaat kosten wat we hebben opgeschreven. Dat is, denk ik, een
ander bedrag dan die 800 miljoen, omdat de prioriteiten ook anders zijn
dan bij die 800 miljoen.
De voorzitter:
Een vervolgvraag.
Staatssecretaris Szabó:
Maar, voorzitter …
De voorzitter:
Bijna.
Staatssecretaris Szabó:
Hoe zit ik erin? Digitalisering werd tot voor kort gezien als iets
waarmee je geld kunt besparen en de efficiëntie mee kunt verhogen. Ik
denk — en dat zie je ook in het debat van vandaag — dat we een aantal
slagen met elkaar moeten maken, want die soevereine cloud gaat ook geld
kosten.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Een verduidelijkende vraag. Heb ik de staatssecretaris dan goed begrepen
dat, hoewel zijn inzet in november vorig jaar 800 miljoen was, dat een
minimum is? Dat fiche ligt er blijkbaar, maar de staatssecretaris zegt
nu dat er een aantal dingen bij zijn gekomen en dat de geopolitieke
situatie is veranderd, zodat we meer van hem kunnen verwachten.
Staatssecretaris Szabó:
Die 800 miljoen was niet mijn inzet. Die lag er al toen ik nog in het
bedrijfsleven werkte, dus toen dit kabinet er nog niet was. Dat was het
bedrag dat door ambtenaren is opgeteld voor de zomer, voor de
onderhandelingen. Dat bedrag moest er mogelijk bij. Ik ga me daar niet
op vastpinnen. Ik ga een serieuze discussie aan met de medeoverheden
over wat de prioriteiten, die in de Nederlandse Digitaliseringsstrategie
komen te staan, gaan kosten. Daar betrek ik de Kamer ook bij.
Weerbaarheid kost ook geld.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Staatssecretaris Szabó:
Ik had dus drie blokjes, zoals ik aangaf: cloud, SIDN, maar dat leg ik
met name bij mijn collega van EZ neer, en een aantal overige vragen.
Daarmee hoop ik alle vragen die zijn gesteld, te kunnen
beantwoorden.
Allereerst mevrouw Koekkoek. Zij vraagt: wat gaat de staatssecretaris na
dit debat doen om onze onafhankelijkheid te waarborgen? Een goede vraag.
Het thema soevereiniteit is een essentieel onderdeel van de Nederlandse
Digitaliseringsstrategie. Concreet verwacht ik medio dit jaar een visie
en beleidskader voor digitale autonomie en soevereiniteit voor de
overheid te hebben. Ook in het herziene rijksbrede cloudbeleid zal het
gebruik van publieke clouddiensten aangescherpt worden. Zoals reeds
aangekondigd in de kabinetsreactie op uw initiatiefnota "Wolken aan de
horizon" willen wij ook een onderzoek laten uitvoeren naar een
overheidsbrede soevereine cloud, en dan niet zozeer of die er moet
komen, maar wat we moeten doen om daartoe te komen. Ook dit is een zeer
belangrijk onderdeel van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie.
De heer Six Dijkstra vraagt: wat zou er concreet gebeuren als we geen
toegang meer zouden hebben tot Amerikaanse clouddiensten? Welke
clouddiensten zouden tot stilstand komen en hoe zit het als de
Belastingdienst niet overgaat naar 365? Kan men dan nog wel
belastingaangifte doen? Het eerlijke antwoord is: dit zou een grote
impact hebben op geheel Nederland en de Europese Unie, niet alleen voor
de overheid, maar ook voor burgers en bedrijven. U kunt dan denken aan
het ontbreken van diverse kantoorapplicaties, social media die
stilvallen, diverse digitale diensten binnen onze samenleving, en
daarmee ook — ik hoop het niet natuurlijk — belastingaangiften en dat
soort zaken, de diensten die burgers en bedrijven van de overheid
afnemen.
Gelukkig hebben we een langdurige trans-Atlantische relatie met de
Verenigde Staten. De Verenigde Staten is en zal een cruciale partner
voor Nederland blijven, met gedeelde veiligheids- en economische
belangen, waaronder ook de digitale aspecten vallen die we vanuit
Europees perspectief met elkaar bespreken.
Dan een vraag van de heer Six Dijkstra: hoe kijk ik aan tegen het
rapport van AcICT? Als u denkt dat alles naar de cloud gaat, is dat niet
juist. Waar samenwerking in Microsoft Teams voorzien is, gebeurt dit in
de Microsoftcloud. De opslag van de daarin geproduceerde documenten is
voorzien in een eigen documentmanagementsysteem. Mede daarom is BSW,
Beter Samen Werken, het traject van vier ministeries, begonnen met het
beproeven van autonome oplossingen, bijvoorbeeld door het hergebruiken
en aanpassen van de Franse chatapp. Ook openDesk, waar net over
gesproken is, wordt hier als experiment in meegenomen. Na de publicatie
van het rapport heb ik op 16 september 2024, althans mijn voorgangster,
een brief hierover aan de Kamer gestuurd.
Dan nog een vraag van de heer Six Dijkstra: hoe kijkt de
staatssecretaris aan tegen het initiatief van vijf Nederlandse
universiteiten en SURF om een digitale dienstverlening via de
opensource-Nextcloud te laten lopen? Zou een dergelijke aanpak ook voor
de overheid kunnen werken, is de vraag. Ik vind het een mooi initiatief.
SURF werkt met deze aanpak goed aan de kans om op lange termijn meer
keuze in samenwerkingsomgevingen te ondersteunen. Er is dan ook geen
sprake van een verbod op big tech, ook niet bij SURF. Hoe meer software
beschikbaar is die voldoet aan onze publieke waarden, hoe meer
keuzemogelijkheden er zijn. Wij volgen deze ontwikkelingen op de
voet.
Dan vroeg mevrouw Van der Werf van D66 of ik ga kijken naar
alternatieven voor het Microsoftinfuus waar onze overheid aan hangt,
zoals zij dat noemt, zoals het Franse La Suite. Spreek ik dat goed uit?
Het antwoord is dat ik daar inderdaad aandacht voor vraag. We onderzoek
actief alternatieven om minder afhankelijk te zijn van één leverancier.
Zo testen we momenteel technische onderdelen van zowel het Franse La
Suite als het Duitse openDesk en Nextcloud. Dan hebben we het over
opensourceoplossingen waarmee ze in Duitsland aan de slag zijn. In het
tweede kwartaal starten we pilots waarin ambtenaren deze oplossingen in
de praktijk zullen gaan beproeven. We hechten er belang aan dat er meer
Europese cloudalternatieven komen. We stimuleren Europese partijen door
middel van financiering. We zijn onder andere met meerdere landen
betrokken bij IPCEI CIS om innovatieve cloudoplossingen te
ontwikkelen.
Ik kom even terug op wat ik in mijn inleiding zei. Ik ben blij met het
feit dat u snapt dat dit niet van vandaag op morgen is bewerkstelligd.
Dit gaan jaren kosten. Daarom ben ik intensief met de Nederlandse
cloudcommunity in contact. Ik reis ook veel naar het buitenland, hier
binnen Europa, om te kijken wat er te koop is en hoe we dat gecombineerd
met Nederlands waar in de toekomst al dan niet zouden kunnen inzetten.
Maar er moeten binnen de industrie nog wel een aantal slagen worden
gemaakt. Ik blijf er dus bovenop zitten.
Dan de vraag over het rijksbrede cloudbeleid dat nu wordt herzien.
Gisteren vernamen we dat dit medio 2025 wordt toegezonden. Dat antwoord
heb ik al gegeven.
Mevrouw Van der Werf vraagt of ik alle lopende aanbestedingen en
migraties wil stopzetten en toetsen aan scherpe criteria en desnoods
opnieuw wil beginnen. Nee, lopende aanbestedingen en migraties worden
niet stopgezet, maar het gebruik van clouddiensten vraagt altijd om een
zorgvuldige afweging. In de herziening van het cloudbeleid wordt
digitale autonomie meegenomen. Andere belangrijke punten die nu al
onderdeel van de afweging zijn, zijn het voorkomen van vendor lock-in,
de beveiliging en de continuïteit van dienstverlening, privacyregels en
dataregie, nationale veiligheid en publieke waarden. Deze elementen
wegen mee om verantwoorde keuzes te maken die in het belang zijn van de
overheid, de samenleving, burgers en bedrijven. Zoals reeds aangekondigd
in de kabinetsreactie op uw initiatiefnota Wolken aan de horizon, willen
wij een overheidsbrede, soevereine cloud. Onder "overheidsbreed" versta
ik overheidsbreed. Ik merk dat er hier vandaag ook vaak wordt gesproken
over "Rijk" en "departementen", maar de digitaliseringsstrategie gaat
uit van één overheid. Dat zijn dus ook provincies, gemeentes,
waterschappen en zbo's.
De voorzitter:
Dat geeft aanleiding tot een vraag.
Mevrouw Van der Werf (D66):
De staatssecretaris geeft aan: ik ga niet zomaar lopende trajecten
stopzetten. Maar er zijn nu wel aanbestedingen bezig en in het
cloudbeleid staat dat er wordt getoetst op soevereiniteit. Hoeveel
speelruimte, of manoeuvreerruimte, is er als de staatssecretaris wel wil
blijven toetsen maar op voorhand al zegt dat hij niks gaat stopzetten of
terugdraaien?
Staatssecretaris Szabó:
Nee, er zijn regels voor overheden, met risicoanalyses en allerlei
andere zaken die ze nu al uitvoeren. Maar als ik op dit moment zeg dat
ik alle aanbestedingen stopzet die bijvoorbeeld te maken hebben met de
Verenigde Staten en als ik weer opnieuw moet beginnen, dan neem ik
daarmee wel een risico voor onze bedrijfsvoering. Dat risico wil ik niet
nemen. Wat ik aangeef, is dat er een nieuw cloudbeleid komt. Daar zitten
een aantal aanscherpingen in. Dat komt binnenkort. Dan wordt dat ook
effectief. Dat proces loopt dus ook. Maar om nu te zeggen: ik stop de
honderden aanbestedingen die we hebben lopen, ik zou niet eens weten hoe
ik dat zou moeten doen.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Dan denk ik even met de staatssecretaris mee. Oké, je zet niet per
definitie alles stop. Maar als je bereid bent om op de meest urgente
terreinen risicoanalyses te doen, dan moet je voor jezelf wel de
manoeuvreerruimte houden om mogelijk iets stop te zetten. Maar dat hoor
ik de staatssecretaris ook niet zeggen. Het lijkt mij dus niet heel
verstandig om sowieso met alles maar door te gaan, omdat dat nu eenmaal
handig is. Dat heb ik ook al in mijn inbreng gezegd. Ik verwacht dat
deze staatssecretaris toch in elk geval de nationale veiligheidsrisico's
meeweegt die ook door de AIVD zijn aangegeven.
Staatssecretaris Szabó:
De overheden hebben een plicht om de risico's te onderzoeken bij
aanbestedingen. Ik ga er ook van uit dat ze dat doen.
De heer Buijsse (VVD):
Met het risico dat ik misschien te vroeg ben met deze vraag, maar u
heeft natuurlijk ook met de gemeentes gesproken. In het bijzonder voor
de gemeentes vraag ik mij af hoe u de situatie omtrent cloudcontracten
beoordeelt. Ziet u daar bijzondere risico's?
De voorzitter:
De staatssecretaris.
De heer Buijsse (VVD):
O, sorry, de staatssecretaris. Met excuses. Ziet u daar bijzondere
risico's en hoe reflecteert u daarop?
Staatssecretaris Szabó:
Ook voor de gemeenten geldt dat zij een aantal risico's dienen te
mitigeren. Ik heb vanuit de VNG niet gehoord dat er op dit moment
problemen zouden zijn in dat kader.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Ik hoorde de staatssecretaris net zeggen dat hij ervan uitgaat dat de
overheidsinstanties die risicoafweging daadwerkelijk uitvoeren voordat
ze naar de cloud gaan. Biedt het recente rapport van de Algemene
Rekenkamer de staatssecretaris genoeg comfort dat dat inderdaad in het
merendeel van de gevallen gebeurt?
Staatssecretaris Szabó:
Ik heb het hier voor me liggen. Helaas was dat niet het enige puntje dat
niet goed was geregeld. Dit rapport ligt er al een tijdje. Het is ook
gelezen door de overheidsorganisaties. Ik spreek — namens u, voorzitter,
ik weet niet eens of dat mag, procedureel — hier ook gewoon alle
overheidsorganisaties aan dat als er risico's moeten worden gemeten, dat
ze dan ook de processen goed doorlopen. Want de cijfers zoals ze door de
Algemene Rekenkamer zijn gepubliceerd, zijn voor mij volstrekt
onacceptabel.
De voorzitter:
Gaat u verder. Nee, u gaat bijna verder, merk ik. Mevrouw Kathmann.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Ja, dank, voorzitter. Het is ook weer fijn om te horen dat dat
onacceptabel is. Want inderdaad, het rekenkamerrapport zegt gewoon dat
we rücksichtslos de hele Nederlandse overheid in de cloud gedonderd
hebben, zonder na te denken, zonder risicoanalyse. Dat is gewoon wat
daar staat. Gelukkig delen we allemaal dat dat zeer en zeer zorgwekkend
is. Ik ben ook heel blij dat de staatssecretaris nu zegt: het is
onacceptabel.
Alleen zou ik dan wel iets meer boter bij de vis willen. Als de
staatssecretaris zegt "ik kan nu niet alle migraties stopzetten, ik zou
niet eens weten hoe dat zou moeten, maar die risicoanalyses moeten
gebeuren", hoe gaat de staatssecretaris dan vanaf nu monitoren of dit
wel gebeurt? En hoe wordt de Tweede Kamer dan op de hoogte gehouden van
die risicoanalyses? Dan weten we tenminste zeker dat als blijkt dat het
risico te hoog is, dat we het dan gewoon niet gaan doen.
Staatssecretaris Szabó:
Nou, ik heb in ieder geval hier de oproep gedaan aan de overheden dat ze
dat gewoon wel gaan doen. Ik denk ook dat als we kijken naar de
digitaliseringsstrategie waarmee we aan de slag gaan en de regie die we
willen voeren op dit soort onderwerpen, dat er gewoon geluisterd moet
worden. Ook binnen het CIO-beraad en in andere overlegorganen spreken we
daarover. Die spreken we hier ook op aan. Maar ik leg hier een duidelijk
signaal neer. Het kan niet zo zijn dat als de Algemene Rekenkamer over
een jaar of twee jaar weer met dit rapport komt, dat we nog steeds dit
soort percentages hebben. Sterker nog, die moeten naar nul.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Op zich hele terechte punten die de staatssecretaris hier noemt. Daar
wil ik ook mijn waardering voor uitspreken. Ik zit wel met een zorg en
ik wil graag dat de staatssecretaris daarop reflecteert. Over de
SIDN-casus komen we straks nog te spreken, maar voor zover dat openbaar
is, heeft de AIVD eigenlijk geadviseerd "doe het niet; het geeft hele
grote risico's voor de nationale veiligheid om het in de publieke cloud
te zetten". Daar wordt niet naar geluisterd. Als zelfs een
toonaangevende instantie als onze eigen Algemene Inlichtingen- en
Veiligheidsdienst niet gehoord wordt, als AIVD-adviezen niet opgevolgd
worden, als toch telkens een andere afweging wordt gemaakt, hoe kan elke
andere overheidsinstantie dan voldoende geëquipeerd zijn om de risico's
te overzien, goed te toetsen en de uitkomst vervolgens na te leven?
Staatssecretaris Szabó:
Ik wil benadrukken dat die risicoanalyse van de AIVD uitsluitend over de
SIDN-casus gaat en niet over cloudmigraties in het algemeen.
De voorzitter:
Een korte vervolgvraag.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Dat begrijp ik, maar in de SIDN-casus wordt daar niet naar geluisterd.
Er is geen kwalitatieve analyse gedaan door de Algemene Rekenkamer. In
verreweg de meeste gevallen wordt er überhaupt geen risicoanalyse
gedaan. Ik kan mij zo voorstellen dat als overheidsinstanties een
risicoanalyse doen, ze niet geëquipeerd zijn om dat op hetzelfde niveau
te doen als de AIVD dat doet. Begrijpt de staatssecretaris dus mijn zorg
dat een risicoanalyse die door een overheidsinstantie zelf is
uitgevoerd, zonder kwalitatieve toets, misschien niet helemaal het
speelveld van de nationale veiligheid omvat zoals we dat graag zouden
willen zien in deze Kamer?
Staatssecretaris Szabó:
Ik begrijp uw zorg, maar de vraag "de SIDN luistert niet naar de analyse
van de AIVD" heb ik niet helemaal begrepen.
De voorzitter:
Wellicht kan de heer Six Dijkstra heel bondig zijn vraag
verduidelijken.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Zo bondig mogelijk. In het openbare stuk dat wij hebben gekregen van de
minister van EZ, staat dat de AIVD heel erg zorgen heeft over de
nationale veiligheid wanneer een stuk van het DNS-verkeer in de
AWS-cloud zou belanden. Ik heb niet het idee dat opvolging is gegeven
aan de zorgen geuit door de AIVD.
Staatssecretaris Szabó:
Ik begrijp van de minister van wel, dus hij komt straks nog terug op dit
onderwerp.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Even voor de zekerheid, want ik heb de vraag van collega Six Dijkstra
als volgt begrepen. Op het moment dat je het hebt over digitale
autonomie en daar een risicoanalyse op loslaten, dan is het niet simpel,
ook als lagere overheden, om dat te doen, terwijl het wel moet als ik de
staatssecretaris zo hoor. Ik vind persoonlijk dat een oproep doen en
hopen dat men luistert … Als ik zelf lokaal bestuurder was, zou ik dat
misschien nog meer afgebakend willen hebben en zou ik ook willen weten
hoe dan. Op het moment dat het ingewikkeld is of dat ik moet kiezen voor
kostenefficiëntie, waar kan ik dan aankloppen om het wél goed te
doen?
Staatssecretaris Szabó:
We zijn bezig met het nieuwe cloudbeleid, dat naar u toe wordt gezonden.
Daarbij kijken we ook naar de risicoanalyses. Efficiëntere risicoweging
wordt daar ook in meegenomen. We gaan daar een stap verder in, maar geef
mij twee maanden respijt om met een antwoord hierop te komen. Het staat
namelijk in de nieuwe strategie, maar daarover zijn we nog in overleg
met degenen die straks gebruik moeten maken van deze strategie.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Ik hoor de staatssecretaris inderdaad vaker terugkomen op die strategie,
dus ik kijk daar ook reikhalzend naar uit. Mijn vraag ziet niet alleen
op het hoe van de strategie, maar vooral op: hoe ga je ervoor zorgen dat
iedereen zich eraan houdt? Ik hoor de staatssecretaris net aangeven: als
de Algemene Rekenkamer dit zegt en ik een duidelijke oproep doe, dan
verwacht ik dat het ook gedaan wordt. Gezien de complexiteit en vooral
gezien het dilemma dat ik zelf in mijn inbreng noemde tussen
kostenefficiëntie en je eigen waarden hooghouden, en in dit geval dus
ook je eigen veiligheid: soms, of vaak, wint kostenefficiëntie, en daar
ziet mijn vraag op. Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat we
die strategie straks niet alleen op papier hebben, maar dat die ook in
de praktijk gevolgd gaat worden?
Staatssecretaris Szabó:
Het gaat hier niet om de Digitaliseringsstrategie. Het gaat hier om het
cloudbeleid 2025, dat kort na het reces naar u wordt toegezonden. Dit
onderwerp hebben wij scherp, alleen kan ik daar op dit moment nog geen
uitlatingen over doen, omdat we de zaak moeten vervolmaken. Dus geeft u
mij die paar maanden, en dan kunnen we daarna daarover in discussie.
De voorzitter:
Ik wil heel graag coulant blijven, geachte leden van de Kamer, maar ik
ben ook op de tijd aan het letten. Ik ga straks wél streng worden. Ik
geef u dus een korte, bondige vraag.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Ja, en als ik een fijn antwoord krijg op deze vraag, dan ben ik ook
eigenlijk best wel klaar, want volgens mij hebben we het …
De voorzitter:
Maar we zijn niet aan het onderhandelen, mevrouw Kathmann, dus gewoon
een goede korte, bondige vraag.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Nee, maar het scheelt een hoop vragen. Het is goed dat mevrouw Koekkoek
zegt dat het niet gaat om het hoe van de strategie. Volgens mij gaat het
hier over het hoe van de regie. Dat is waar wij als Kamer naar op zoek
zijn. We krijgen allemaal documenten waar ook allerlei technische dingen
onder zitten. We horen heel veel mooie woorden, maar moeten wachten op
toekomstig beleid. Dus hoe gaat deze staatssecretaris de regie pakken,
zodat wij rustig kunnen slapen omdat we weten dat het echt geregeld gaat
worden? Hoe worden we geïnformeerd, hoe krijgen we de terugkoppelingen
en hoe wordt de regie gepakt?
Staatssecretaris Szabó:
Ik ben heel blij met deze vraag, want ik wil ook graag die regie pakken.
Daar heb ik het al vaker over gehad, ook in de Kamer met de Kamerleden.
Ik ben niet de staatssecretaris van het wat en van maar blijven "watten"
en het ene plan na het andere plan afstoten; ik ben met name van het
hoe. Dus nogmaals, in het cloudbeleid zal het onderwerp dat we hier
bespreken specifiek aan de orde komen en dan zal ook de hoevraag verder
worden behandeld.
De heer Valize (PVV):
Ik wil aan de staatssecretaris vragen — wellicht is het een kleine
handreiking — of de mogelijkheid bestaat om daarbij de vraag te
betrekken of wij kunnen controleren en eventueel sanctioneren op het
moment dat er niet wordt gevolgd conform het cloudbeleid.
Staatssecretaris Szabó:
Ook hier begrijp ik het ongeduld, maar ik moet u toch vragen om te
wachten tot kort na het reces.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog en de beantwoording.
Staatssecretaris Szabó:
Voorzitter. Dan kom ik bij de andere vragen. Ik heb zonet al een
opmerking gemaakt over SIDN en de rest wordt straks opgepakt door de
minister van Economische Zaken.
Mevrouw Koekkoek vraagt mij of Amazon gebonden zou zijn aan regels over
het opslaan van gegevens op de eigen cloud. Kan de staatssecretaris
hierop reflecteren? Amazon valt onder de EU-U.S. Data Privacy Framework
ten aanzien van het verwerken van persoonsgegevens. Ik vraag uw Kamer om
vragen die zien op het adequaatheidsbesluit tussen de EU en de VS, het
zogenoemde de EU-U.S. Data Privacy Framework, en algemene vragen over de
werking van Algemene verordening gegevensbescherming door te geleiden
naar de staatssecretaris Rechtsbescherming. Hij heeft bescherming
persoonsgegevens en daarmee de werking van het stelsel van de AVG in
zijn portefeuille. Ik geef u mee dat u met ons spreekt over
rechtsbescherming, persoonsgegevens en digitale grondrechten op 18 maart
aanstaande. Tijdens dat debat zou deze vraag aan de orde kunnen
komen.
Dan nog een vraag van mevrouw Koekkoek. Kan de staatssecretaris wachten
tot Europese alternatieven voldoende ontwikkeld zijn in plaats van nu
naar Amerikaanse diensten over te stappen en in hoeverre is er onderzoek
of we kunnen investeren in specifieke Europese alternatieven in plaats
van volledige afhankelijkheid van Amerikaanse hyperscalers? Voor de
goede orde: er wordt door de rijksoverheid ruim gebruikgemaakt van
Europese dienstverleners — ik kan wel een rijtje opnoemen — en er zijn
geen mogelijkheden om overheidsopdrachten alleen maar aan Europese en/of
Nederlandse ondernemers te gunnen. Dit is juridisch gewoon niet mogelijk
door de verplichtingen die voortvloeien uit de Government Procurement
Agreement en onze handelsakkoorden.
Het categorisch uitsluiten van landen gaat ook in tegen het
landenneutrale kabinetsbeleid ten aanzien van bedrijven. Ook kan dit een
averechts effect hebben op de economische weerbaarheid, omdat dit het
gelijke speelveld verder zou verstoren en de wederkerigheid in
internationale markten onder druk zou zetten. Tot slot is het in strijd
met de Nederlandse inzet in Europa om juist meer wederkerigheid bij
toegang tot internationale markten te zoeken om de werking van de
interne markten te verbeteren met behoud van de open economie.
Dan nog een vraag van mevrouw Koekkoek. De VS is recent gestopt met
digitale aanvallen tegen Rusland. Gaan we een digitale ambassade
opzetten? Ja, daar hebben we inderdaad eerder over gesproken en ook dat
dossier is beweging, daar waar je dacht "we kunnen het misschien wel in
Oostenrijk neerzetten of in Luxemburg, want dan is het ook al vrij
dichtbij". De motie is natuurlijk bij ons bekend. We zijn momenteel aan
het onderzoeken wat hiervoor de mogelijkheden zijn en voor het
zomerreces delen wij onze eerste inzichten met u. Ik vind dit ook een
heel interessant en spannend onderwerp.
Dan een vraag van de heer Six Dijkstra. De staatssecretaris heeft in
reactie op … Ik kan dit niet lezen. O ja, dit gaat ook weer over het
privacy framework. Volgens mij heb ik aangegeven dat op 18 maart een
debat hierover plaatsvindt waarin dit onderwerp ook met de
staatssecretaris voor Rechtsbescherming zou kunnen worden
besproken.
Een andere vraag van de heer Six Dijkstra. Vorige week is de motie-Six
Dijkstra aangenomen om het coördinatiebesluit uit te breiden, zodat de
staatssecretaris meer kan sturen op interdepartementale digitale
autonomie. Wanneer verwacht hij dat dit besluit is aangepast en hoe zal
hij dit gebruiken om onze digitale autonomie te bevorderen? De aanpak
voor de uitvoering van deze motie wordt op dit moment verder uitgewerkt.
Hij ligt maar net goedgekeurd op tafel. Ik kan u wel toezeggen dat ik
verwacht dat we voor het zomerreces een update kunnen geven. Dus nog
even geduld alstublieft, meneer Six Dijkstra.
Een andere vraag van de heer Six Dijkstra. Is de staatssecretaris het
ermee eens dat er een risicovolle digitale afhankelijkheid van de VS
bestaat? Het kabinet werkt aan het mitigeren van risicovolle
strategische afhankelijkheden. We spreken van een strategische
afhankelijkheid als die essentieel is voor het borgen van publieke
belangen. Risicovolle strategische afhankelijkheden ontstaan wanneer er
een hoog risico op leveringsonderbreking bestaat. Vanwege de
gevoeligheid wordt er niet in het openbaar gecommuniceerd over
risicovolle strategische afhankelijkheden. De Kamer wordt hier op
vertrouwelijke wijze over geïnformeerd. Normaalgesproken loopt dit via
de vaste Kamercommissie voor Economische Zaken.
Dat waren de vragen die ik diende te beantwoorden, voorzitter. Met veel
plezier.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik nu graag de minister het woord voor de
beantwoording van de vragen die aan hem gesteld zijn.
Minister Beljaarts:
Dank u wel, voorzitter. In januari heb ik mede namens de
staatssecretaris het kabinetsbesluit over het domeinregistratiesysteem
van de onafhankelijke organisatie en tevens beheerder van het
.nl-domein, de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland, de SIDN,
waar we het eerder over hadden, met uw Kamer gedeeld. Dit volgt op een
zorgvuldig proces waarin Economische Zaken en de staatssecretaris van
Buitenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties diverse acties en onderzoeken
in gang hebben gezet om de risico's, waaronder die voor de nationale
veiligheid, in kaart te brengen. Sta mij toe dat ik daar wat over
uitweid.
Ik licht graag twee belangrijke trajecten uit het besluitvormingsproces
toe, welke de basis hebben gevormd voor dit kabinetsbesluit. De
quickscan naar het cloudaanbod heeft namelijk uitgewezen dat er geen
Nederlandse of Europese cloudaanbieders volledig kunnen voldoen aan de
door de SIDN opgestelde technische en functionele criteria. De AIVD
heeft in haar risicoanalyse risico's voor de nationale veiligheid
geconstateerd. Daarnaast stelt de AIVD dat indien er geen Nederlandse
oplossing voorhanden is, er onder strikte voorwaarden enkel een beperkt
deel van het domeinregistratiesysteem bij de clouddienstleverancier
buiten Nederland ondergebracht kan worden. Deze risicoanalyse is
landenneutraal opgesteld.
Op basis van deze twee trajecten heb ik samen met de staatssecretaris
geconcludeerd dat de SIDN onder strikte voorwaarden de migratie naar de
public cloud van AWS kan maken. Graag benadruk ik dat dit alleen kan
voor een veel beperkter deel van het domeinregistratiesysteem dan SIDN
vooraf had voorzien en op voorwaarde dat de risico's die door de AIVD in
kaart zijn gebracht voor het domeinregistratiesysteem daadwerkelijk
gemitigeerd worden door de maatregelen vooropgesteld door de AIVD te
implementeren.
Ik ben met SIDN overeengekomen dat zij de voorgestelde waarborgen
volledig toepassen en de afgesproken maatregelen implementeren voordat
ze voor dat beperkte deel gebruik kunnen maken van de public cloud van
AWS, Amazon Web Services. SIDN heeft ook aangegeven dat, wanneer er een
geschikte Europese of Nederlandse cloudoplossing komt, SIDN graag al hun
diensten weer hier in Nederland wil onderbrengen. Dit zal worden
vormgegeven in de zogenaamde exitstrategie. Deze kon niet eerder
uitgewerkt worden, omdat SIDN geen akkoord vanuit het kabinet had voor
hun geplande migratie.
Ook wil ik graag benadrukken dat er toezicht op het besluit is ingericht
met de RDI en door aanvullende afspraken vast te leggen in een addendum
op het bovenstaande convenant tussen Economische Zaken en SIDN. Het
autonoom en soeverein functioneren van de DNS-keten en de continuïteit,
stabiliteit en veiligheid van het .nl-domein, een vitaal proces, wordt
met dit addendum geborgd. Ik had ook, net als meerdere Kamerleden hier,
liever gezien dat SIDN direct gebruik kon maken van een Nederlandse of
Europese oplossing, maar de realiteit is dat er op dit moment geen
oplossing is die voldoet aan de functionele en technische eisen van
SIDN, een onafhankelijke stichting.
Met uw welbevinden, ga ik nu over naar de beantwoording van de
specifieke vragen.
De voorzitter:
Ik heb gewacht tot u klaar was met uw inleiding, want die geeft
aanleiding tot vragen.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Er stond een interessante voetnoot in de brief die het kabinet heeft
gestuurd, namelijk voetnoot 5: "een reflectie op de criteria die SIDN
heeft opgesteld voor de migratie van haar domeinregistratiesysteem was
geen onderdeel van de opdracht". Is de minister toch in staat om een
reflectie te geven op de opgestelde eisen?
Minister Beljaarts:
Het is een onafhankelijke stichting. Het is geen overheidsorganisatie of
taakorganisatie, dus daar past ons een andere rol. Wat we daar wel
hebben gedaan is het volgende. De functionele eisen zijn opgesteld door
SIDN, want dat is de partij die dat kan inschatten. Op ons verzoek zijn
die ook doorgelicht door KPMG. Die uitkomsten, samen met de inzichten
van de AIVD, hebben wij meegenomen en daar is deze oplossing voor
gekomen. Misschien ter volledigheid: we hebben in aanloop naar dit debat
ook een technische briefing aangeboden met de AIVD. Daar was iets te
kort tijd voor, omdat het voor de Kamer van belang was om dit debat nu
te hebben. Maar dat aanbod staat nog steeds, dus dat wil ik graag
herhalen.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Ik wil graag weer helpen, want misschien zijn we wel heel snel klaar met
dit gesprek. De minister heeft het over de voorwaarden waarvoor SIDN
toch mogelijk dat kleine stukje naar de AWS-cloud kan brengen. De
voorwaarde is dat ze pas mogen gaan als er een exitstrategie is. De
voorwaarde is ook dat als ze de exitstrategie gevonden hebben, dus een
alternatief, ze niet gaan. Volgens mij hoeven ze de gang niet te maken,
want ze kunnen pas gaan als het alternatief rond is. Volgens mij hebben
we het dan vanavond nog geregeld.
Minister Beljaarts:
In het enthousiasme van mevrouw Kathmann wil ik graag meegaan.
Inhoudelijk is dit juist de zorgvuldige lijn die we gekozen hebben. SIDN
heeft ook toegezegd dat wanneer die alternatieve cloudoplossing er is,
het liefst binnen Nederland of binnen Europa, ze de overstap ook gaan
maken. Die toezegging heb ik. Maar ik heb nog veel gedetailleerde
antwoorden in mijn verdere beantwoording van de vragen. Misschien komen
we daar later nog op terug.
De voorzitter:
Ik zou me zo kunnen voorstellen dat we dat dan even afwachten, mevrouw
Kathmann, behalve als u een zeer prangende korte vraag heeft.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Ja, want het ging zojuist eigenlijk over een constatering of iets wat
als feit werd neergezet, namelijk dat er geen alternatief voorhanden is.
Maar dat weten we helemaal niet, want er zijn bijvoorbeeld helemaal geen
een-op-eengesprekken met leveranciers geweest en er is nooit door SIDN
aan partijen gevraagd: hé, zou jij dat specifieke ding voor mij kunnen
bouwen? Het is allemaal via een quickscan gegaan. We weten dat dus
helemaal niet. Het zou hartstikke prachtig zijn — ik zou eigenlijk wel
willen dat de minister dit zou toezeggen — als die uitvraag er alsnog
komt, en dan lekker transparant.
Minister Beljaarts:
Ik begrijp de zorg. Het laatste wat ik wil doen, is een onafhankelijke
stichting wegzetten als een organisatie die geen zorgvuldig proces heeft
doorlopen, al was het maar omdat ze geen verantwoording aan de Staat
verschuldigd zijn. Zij zijn de vragende partij, zij zijn de specialisten
op dit gebied. Zij hebben de uitvraag gedaan over wat zij nodig hebben
om te kunnen werken. Wat we al gedaan hebben met de ingreep — dat is
best een forse interventie van overheidswege bij een onafhankelijke
stichting — vind ik al aardig fors.
Juist om de zorgen, mede vanuit de AIVD aangegeven, te adresseren en dat
deel van het domeinregistratiesysteem veilig te stellen, hebben we
behoorlijk ingegrepen. Maar ik wil niet zo ver gaan dat we bij een
onafhankelijke stichting ook het tenderproces gaan bepalen of gaan
voorschrijven hoe ze de gesprekken moeten voeren. Ik heb er alle
vertrouwen in dat SIDN, de Kamer en ik hetzelfde willen. Ik heb geen
enkele aanleiding om te veronderstellen dat ze een proces niet volledig
of snel genoeg doorlopen hebben om ergens niet aan te voldoen. Ik heb
zeker het comfort dat we met al deze drie partijen hetzelfde voor ogen
hebben en dat daar wat ons betreft ook dezelfde snelheid achter zit.
De voorzitter:
De heer Buijsse. Ik stel voor dat de minister daarna gaat beginnen met
de beantwoording van de vragen. Ga uw gang.
De heer Buijsse (VVD):
Uit de beantwoording van mijn schriftelijke vragen heb ik begrepen dat
de staat van de software op dit moment zo verouderd is dat SIDN wel naar
een alternatief móét. Dat is dan Amazon geworden. Ik zou graag een
Nederlandse oplossing willen, zoals de AIVD ook adviseert. Ik vraag me
af voor hoelang u een contract met Amazon afsluit en wat voor type
contract dat is. Is dat een jaarcontract? Is het een contract voor twee
jaar? Is het onbeperkt? Wanneer treedt zo'n exitstrategie dan in
werking? Kunnen we zelf op de button drukken? Bepalen we zelf dat er een
exitstrategie komt? Of moet er eerste een escalatie plaatsvinden
waardoor we die exitstrategie kunnen activeren? Ik vraag dus gewoon om
wat verduidelijking.
De voorzitter:
De staatssecretaris. Of nee, de minister. Excuus.
Minister Beljaarts:
Dank voor de vraag. Ik begrijp de zorg. Ik moet toch weer even refereren
aan waar ik net mee begon, dat het een onafhankelijke stichting betreft
waar wij van overheidswege al aanzienlijk hebben ingegrepen.
Uiteindelijk hebben we dat in de gezamenlijkheid teruggebracht, zodat ze
het ook hebben omarmd en in het convenant hebben opgenomen, waaronder
ook de exitstrategie. Maar het is denk ik echt niet onze taak om ook
voor te schrijven dat ze met maximaal een jaarcontract moeten gaan
werken. Dat is echt de competentie van de stichting. Zoals ik net tegen
mevrouw Kathmann aangaf, heb ik de volle overtuiging, ook in de
afspraken die wij hebben gemaakt, dat de stichting SIDN dezelfde
intentie heeft. Dat hebben ze ook uitgesproken. Zodra het mogelijk is om
terug te gaan naar een Nederlandse of een Europese provider, zullen ze
dat ook doen. Wij zijn in ieder geval niet zo ver gegaan dat wij gaan
voorschrijven dat er maximaal met jaarcontracten gewerkt mag worden. Dat
is echt de competentie van de stichting zelf.
De heer Buijsse (VVD):
Een hele korte vraag. Is het een optie dat u de Kamer blijft informeren
over de voortgang van het gesprek dat u op dit onderwerp met SIDN
heeft?
De voorzitter:
De staatssecretaris. Excuus, ik bedoel de minister. Ook voor mij was het
een lange dag.
Minister Beljaarts:
Dat was ik sowieso voornemens te doen vanwege de interesse daarin en het
belang daarvan. Dat is dus geen enkel probleem.
De voorzitter:
Gaat u verder met de beantwoording.
Minister Beljaarts:
Ik begin met een vraag van de heer Buijsse. Hij vroeg mij om de ruimte
voor SIDN in Nederland te behouden. Misschien doubleer ik wat zaken
omdat het net al aan de orde is gekomen, maar ik denk dat goed is om te
benoemen dat SIDN in Nederland gevestigd blijft. Dat is ook in het
convenant, waar ik net ook aan refereerde, bevestigd en opgeschreven.
SIDN mag alleen een heel beperkt deel van het domeinregistratiesysteem
naar de cloud van Amazon verplaatsen. Het belangrijkste en cruciale deel
blijft dan ook in Nederland. Het beperkte deel van dat
domeinregistratiesysteem dat nu dus voorzien wordt naar AWS te gaan, had
ik natuurlijk ook liever in Nederland gehouden. Ik baal hier net als de
heer Buijsse ook van; om zijn woorden te gebruiken. Ik denk dat we daar
dus hetzelfde over denken. Maar de realiteit is dus dat er op dit moment
geen oplossing is die ook voldoet aan de functionele en technische eisen
van SIDN, zoals ook bevestigd met de quickscan.
Mevrouw Koekkoek vroeg mij naar het risico voor onze digitale autonomie
en hoe dat gewogen wordt ten opzichte van de kostenefficiëntie. Dank
voor de vraag. Daar kan ik wel helder over zijn. De reden voor SIDN om
naar Amazon te gaan, heeft niets maken met kostenefficiëntie. Er zijn
volgens SIDN namelijk grote continuïteitsrisico's bij de voortzetting
van het huidige systeem. Daar werd net ook al aan gerefereerd. Het is
lastig te onderhouden en het is lastig om personeel te vinden dat dat
systeem nog draaiende kan houden. Mijn toezichthouder, de RDI, heeft dit
ook als heel aannemelijk ingeschat. In de risicoanalyse van de AIVD zijn
bovendien de veiligheidsrisico's in kaart gebracht. Die ontstaan voor de
digitale soevereiniteit en de strategische autonomie wanneer SIDN delen
van het domeinregistratiesysteem uitbesteedt aan derden. Dat onderzoek,
onder andere in combinatie met de quickscan van KPMG, die uw Kamer in
januari heeft ontvangen, heeft ertoe geleid dat besloten is dat slechts
een heel beperkt deel onder strikte voorwaarden naar AWS mag en het
overgrote deel dus gewoon in Nederland moet blijven.
De heer Buijsse stelde mij een mooie vraag. Hij vroeg met terugwerkende
kracht of we twee jaar geleden anders hadden besloten als de
geopolitieke situatie van toen net zo was als die van nu. Dat is een
mooie vraag en dat meen ik oprecht. Maar het is wel een "wat als"-vraag.
Dan zou ik moeten speculeren en ik houd mij liever bij de feiten. Het
advies van de AIVD benoemt namelijk de nationale veiligheidsrisico's van
het exclusief uitbesteden van de DNS-infrastructuur aan derden en is
landenneutraal opgesteld. Dat is denk ik belangrijk. De staatssecretaris
refereerde daar ook aan.
Naar aanleiding van de risicoanalyse zijn de juiste maatregelen
getroffen om zo de risico's voor de nationale veiligheid te beperken. De
Verenigde Staten zijn en blijven op veel dossiers een strategische
partner, niet in de laatste plaats voor onze welvaart en veiligheid.
Tegelijkertijd moeten we natuurlijk ook zelf meer verantwoordelijkheid
nemen en eensgezind optrekken als de EU en zelf initiatief nemen.
Dan ben ik aangekomen bij de vraag van de heer Six Dijkstra over de
veranderende geopolitieke situatie. Wat ik net eigenlijk ook zei, is dat
de Verenigde Staten op veel dossiers de belangrijkste strategische
partner zijn en blijven. Tegelijkertijd moeten we ook zelf de
verantwoordelijkheid nemen. Dat doen we binnen de EU, maar dat moeten we
ook binnen Nederland doen. Zo zetten we ook stevig in op het versterken
van de Europese sector, zowel met stimulerende als beschermende
maatregelen. Belangrijke voorbeelden zijn de AI-fabriek en de
IPCEI-projecten, die ook bekend zijn. Ontwikkelingen in de Verenigde
Staten, ook ten aanzien van tech, volgen elkaar snel op. Elke dag zien
we dat gebeuren. We houden die ontwikkelingen op technologisch en
veiligheidsgebied dan ook nauwlettend in de gaten.
Mevrouw Van der Werf vroeg mij naar het inzetten van Europese
clouddiensten en de digitale infrastructuur en hoe we dit gaan doen. Ja,
het kabinet zet zich al in voor een goedwerkende cloudmarkt en zal zich
onverminderd hiervoor blijven inzetten. Zo werken we dus ook aan wet- en
regelgeving om gebruikers te beschermen en marktpartijen een eerlijk
speelveld te bieden. Dat gebeurt bijvoorbeeld met de Dataverordening,
waar we het in deze Kamer ook eerder over hebben gehad, waarmee
interoperabiliteit tussen aanbieders wordt afgedwongen. Ook stimuleren
we lokale innovatie en toetreding van nieuwe cloudaanbieders. We blijven
ons dus inzetten voor lopende initiatieven als Gaia-X, maar ook IPCEI
CIS. Daarnaast verkennen we de nieuwe IPCEI-projecten voor het
versterken van de Europese cloud. Dat is een nieuw initiatief, waar wij
hard aan werken. We voeren ook gestructureerde dialogen met de
Nederlandse cloudsector voor beter inzicht in hun uitdagingen en
kansen.
Verder ontwikkelen we samen met hen een afwegingskader om afnemers van
de clouddiensten te ondersteunen bij de inkoop daarvan. Ook niet
onbelangrijk. Daarnaast verkennen we hoe we kunnen bijdragen met
beleidsregels voor cloudgebruik binnen de overheid. Het tegengaan van
marktconcentraties en afhankelijkheden van één of enkele grote
marktpartijen nemen we momenteel mee in de aanscherping van een
rijksbreed cloudbeleid en de kaders voor digitale economie, waar de
staatssecretaris het ook over had.
De voorzitter:
Was u klaar met dit antwoord?
Minister Beljaarts:
Nee, nog niet.
De voorzitter:
Ik geef u de gelegenheid om het af te maken.
Minister Beljaarts:
Dank. We zijn ook aan het werk met de overheidsbrede soevereine cloud.
Die is weer onderdeel van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie, waar
de staatssecretaris het net ook over had.
Twee specifieke punten over de zeekabels. Met de Zeekabel Coalitie
hebben we al verkennende gesprekken gehad. Daarbij kijken we proactief
naar de mogelijkheden om nieuwe internationale kabelaanlandingen in
Nederland te realiseren.
Er is ook een specifieke vraag geweest over de aanbesteding. Nou, wij
zijn in EU-verband actief betrokken bij de herziening van het Europese
aanbestedingskader en we verkennen hoe we dat kader kunnen aanpassen,
zodat het kan bijdragen aan de strategische autonomie van deze
cloudsector.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Het antwoord van minister Beljaarts valt niet tegen. Ik vrees alleen dat
de praktijk voor veel Nederlandse bedrijven tot nu toe wel tegenvalt.
Want wat gebeurt er? Tot nu toe wordt elke keer voor de grote
Amerikaanse jongens gekozen, waardoor natuurlijk niet echt een sector
van de grond komt. Ik zei dat in de eerste termijn ook al tegen collega
Buijsse van de VVD: als je het Groeifonds de nek omdraait, dan kom je er
niet aan toe om de Nederlandse versie van OpenDesk te gaan gebruiken.
Dus wat gaat deze staatssecretaris nou concreet doen om innovatie van de
grond te krijgen en de kleine Nederlandse bedrijven die willen groeien
en die elke euro juist hartstikke nuttig gebruiken, een zetje in de rug
te geven?
De voorzitter:
Het bleek besmettelijk. Ik ga ervan uit dat de minister antwoord
geeft.
Minister Beljaarts:
Dank, voorzitter. Dat zal ik zeker doen. Ik begrijp het. We hebben hier
natuurlijk een situatie waarin we wel kunnen stimuleren, maar zeker niet
gaan voorschrijven. U heeft het over "kiezen voor Amerikaanse
cloudproviders", maar het is gewoon aan bedrijven en particulieren om
daarover te beslissen. Zij maken voor hun bedrijfsvoering of voor hun
privépakket thuis natuurlijk een eigen afweging tussen prijs, kwaliteit
en veiligheid.
Aan de aanbesteding van overheidswege heeft de staatssecretaris net al
even gerefereerd. Wat wij onder andere voor bedrijven in deze sector
doen, is heel breed. Denk bijvoorbeeld aan de WBSO-regeling. Als je in
de start-upfase zit, kun je ook daar gebruik van maken. De
staatssecretaris Fiscaliteit en ik zijn heel hard bezig — de afgelopen
weken elke dag — met een voorstel voor de medewerkersparticipatie.
Hopelijk komt dat binnenkort naar uw Kamer. Daarbij zetten wij ons er
ook voor in dat juist start-ups kunnen groeien en met hun intellectual
property hier blijven, en dus niet naar de Verenigde Staten gaan om daar
naar de scale-upfase te gaan. Er zijn dus heel veel onderwerpen en
vlakken waarop het kabinet dit soort bedrijven stimuleert. Maar ik zeg
het heel eerlijk: dit is ook iets wat wij in Europees verband moeten
doen. Daar kunnen niet alleen onze Nederlandse regelingen het antwoord
op zijn.
Mevrouw Van der Werf (D66):
In alle eerlijkheid: ik had hier toch wat meer verwacht, zeker van een
minister van de PVV, die het nu heeft over dialogen en
medewerkersparticipatie. Ik had gewoon keiharde knaken en plannen
verwacht van iemand die ook zelf uit het bedrijfsleven komt. Want wat ik
van hen hoor, is: hoe gaan we dat dan doen als elke keer niet voor ons
wordt gekozen en als tegelijkertijd research and development de nek om
wordt gedraaid? Kan deze minister dus wat concreter worden over de
plannen die er nu liggen voor ondernemend Nederland?
Minister Beljaarts:
Op het gevaar af dat we te breed gaan discussiëren, want we hebben het
echt over cloud en tech op dit gebied, hecht ik er toch aan te
benadrukken dat de keuze voor een bedrijf, of dat nou een Amerikaans of
een Nederlands bedrijf is, echt wel aan de vragende partij is. In dit
geval zijn dat particulieren of bedrijven. Dus dat is niet iets wat wij
gaan sturen of iets waar wij kunnen interveniëren; dat is nou echt wel
aan de vrije markt om daarin een weg te vinden. Wat we wel doen, is die
bedrijven, met de regelingen die ik heb genoemd, ook die IPCEI-projecten
waar we in Europees verband aan werken, helpen. We hebben het eerder
gehad over het aanbestedingskader. We zijn er echt mee bezig om te
zorgen dat we dit soort zaken daarin kunnen meenemen, en ook dat we
bijvoorbeeld eerder kiezen voor Europese bedrijven dan voor wat anders.
Maar dat zijn in Europees verband wel hele lange trajecten, iets wat
echt niet overnight tussen juli en nu geregeld is. Maar dat betekent
niet dat we daar niet enorme stappen in aan het zetten zijn. Dus ik wil
graag het beeld rechtzetten, mocht het ontstaan zijn, dat we
achteroverleunen en niets doen. Er wordt op heel veel vlakken, zowel op
Nederlands gebied met Nederlandse regelingen alsook in Europees verband,
hard aan gewerkt.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Voordat ik mijn vraag stel, wil ik eerst even dit gezegd hebben. De
minister had het net over het bekritiseren van SIDN, maar volgens mij
zei ik juist dat die een pluim verdienen voor hoe ze zich hebben
doorgelicht. Alleen deel ik de conclusie niet. En ik snap heel goed dat
D66 hier staat op te komen voor onze cloudondernemers, maar ook hier
heeft de minister het dan over wat er voor start-ups gebeurt.
We hebben gewoon volwassen Nederlandse cloudbedrijven. Als we daar wat
voor willen doen, dan begint het ermee dat we ze geen klap in het
gezicht geven. En dat hebben we bij die SIDN-casus wel gedaan. Want we
zeggen hier altijd: zonder big tech kunnen we het niet. Dat is naïef.
Kunnen we hetzelfde als wat zij doen? Dat kunnen we niet, maar we kunnen
wel wat. Kunnen we alles? Nee, dat kunnen we niet. Maar wat SIDN kan,
dát kunnen we nou juist wel in Nederland. En als we nu gaan constateren,
wat ook in de media allemaal is gezegd, van "ja, maar dit kunnen we niet
in Nederland hè, die .nl's hier" ... Die domeinregistratie, sommige van
onze volwassen, zeer professionele cloudondernemers noemen dat een
veredelde Excelsheet. Die willen niet beledigd worden met dat ze dat
niet in Nederland zouden kunnen. Mijn vraag is of de minister erop kan
reflecteren dat de cloudsector dat ook zo ervaren heeft. En nogmaals,
het zou heel mooi zijn als er gewoon een een-op-eenuitvraag komt: welke
cloudondernemer, welke volwassen cloudondernemer in Nederland, zou dit
klusje willen klaren?
Minister Beljaarts:
Dank voor de vraag. Ik kan me niet herinneren dat de cloudsector
beledigd is. Daarom hecht ik eraan om te blijven terugkeren op het feit
dat SIDN een zelfstandige stichting is, die zelf haar afwegingen maakt,
ook in de eisen en vereisten voor de dienstverlening. Dat SIDN heeft
geconstateerd dat de Nederlandse of Europese cloudpartijen momenteel
niet in staat zijn om te voldoen aan dat eisenpakket. Dat is geen
belediging voor de cloudsector; dat is een afweging van een
zelfstandige, niet-overheidsgerelateerde stichting. Die heeft die
afweging gemaakt. En wij gaan natuurlijk niet dicteren aan een
onafhankelijke stichting welke voorwaarden en vereisten ze moeten
hebben.
Ik ben heel trots op de cloudaanbieders die er zijn. Ik heb nooit de
woorden in de mond genomen dat ze niet goed functioneren of dat ze
nergens in kunnen voorzien. Voor deze hele specifieke casus, waar we nu
voor staan, ben ik overigens ook heel trots op SIDN, want we zijn als
Nederland natuurlijk koploper en kartrekker van het internet geweest in
de kwaliteit en de lage prijs die we, mede door het handelen van SIDN,
kunnen aanbieden. Die is van wereldklasse; dat durf ik wel te zeggen.
Dus die zorgvuldigheid die zij betrachten door te zeggen "dit zijn de
vereisten die wij nodig hebben", die staat als een paal boven water.
De voorzitter:
Gaat u verder met uw beantwoording.
Minister Beljaarts:
Dank. Ik heb een vraag, en dat is de laatste vraag, van mevrouw
Koekkoek, naar aanleiding van het aantrekken van technisch talent uit de
Verenigde Staten. Nou, ik kan mevrouw Koekkoek geruststellen:
technologisch talent is essentieel voor het Nederlandse
vestigingsklimaaat. Nederland voert daarom ook een uitnodigend beleid
voor kennismigranten. Daarvoor is er onder meer die
kennismigrantenregeling. Ook in Europees verband is er een mogelijkheid
voor visa voor toptalent, de zogenaamde "blauwe kaart", wellicht bekend.
Op dit moment werkt Nederland ook samen met MIT om talent voor studie-
en werkmogelijkheden naar Nederland te halen.
Dan ben ik aan het eind gekomen van de beantwoording.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan kunnen wij door naar de tweede termijn van de Kamer.
Mevrouw Kathmann van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid is
onze eerste spreker. Gaat uw gang.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Anderhalve minuut, vier moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de totale afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten
een gevaar vormt voor de autonomie en cyberveiligheid van
Nederland;
verzoekt de regering om te stoppen met migraties van overheids-ICT naar
clouddiensten van Amerikaanse techgiganten, tenzij:
onafhankelijk onderbouwd kan worden dat de continuïteit van dienstverlening aan burgers hierdoor in gevaar komt;
dẹ coördinerend bewindspersoon, zijnde de staatssecretaris Digitalisering, is geraadpleegd en de keuze heeft goedgekeurd;
en de Kamer hierover tijdig is geïnformeerd,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kathmann, Six Dijkstra en Van
der Werf.
Zij krijgt nr. 1315 (26643).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de totale afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten
een gevaar vormt voor de autonomie en cyberveiligheid van
Nederland;
verzoekt de regering om een aanbesteding uit te schrijven voor een
rijkscloud in volledig Nederlands beheer, met functionaliteit voor
vertrouwelijke communicatie tussen departementen en veilige
dataopslag,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kathmann.
Zij krijgt nr. 1316 (26643).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
spreekt uit dat de volledige DNS-keten van het .nl-internetdomein in
Nederland dient te draaien;
verzoekt de regering om in overleg te gaan met SIDN en nationale
cloudaanbieders om ook het beperkte deel van de DNS-keten dat naar
Amazon gaat weer in Nederland te krijgen, en de Kamer voor het
zomerreces te informeren over de uitkomst,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kathmann, Six Dijkstra en
Buijsse.
Zij krijgt nr. 1317 (26643).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat twee derde van de clouddiensten die de overheid
gebruikt niet beschikken over een risicoanalyse en ook exitstrategieën
grotendeels ontbreken;
verzoekt de regering om alle clouddiensten die momenteel worden
afgenomen van Amerikaanse techgiganten nog dit jaar te voorzien van een
risicoanalyse en een exitstrategie bij Nederlandse of Europese
leveranciers;
verzoekt de regering om eenduidig en rijksbreed te formuleren wanneer
deze exitstrategieën in werking treden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kathmann.
Zij krijgt nr. 1318 (26643).
Chapeau! Dank u wel. Ademhalen, zou ik zeggen. Mevrouw Koekkoek, gaat uw gang.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Dank, voorzitter. Eens kijken of ik het sneller kan.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat cloudaanbieders uit de Verenigde Staten een dominante
positie hebben in de Europese markt en dat Amerikaanse wetgeving, zoals
de CLOUD Act, de Amerikaanse overheid toegang kan geven tot data van
Europese burgers, bedrijven en overheden;
overwegende dat de geopolitieke situatie steeds onvoorspelbaarder wordt
en dat de Amerikaanse president, via decreten en wetgeving, maatregelen
kan nemen die de toegang tot of veiligheid van Europese data in
Amerikaanse cloudomgevingen bedreigen;
overwegende dat strategische digitale autonomie van Europa essentieel is
voor economische, technologische en nationale veiligheid;
verzoekt de regering in EU-verband te pleiten voor versnelde
investeringen in Europese cloudalternatieven en digitale infrastructuur,
en hierbij de Europese begrotingsmiddelen en investeringsfondsen
maximaal te benutten;
verzoekt de regering in kaart te brengen welke aanvullende nationale
middelen beschikbaar kunnen worden gesteld voor het stimuleren van
Europese cloudoplossingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Koekkoek.
Zij krijgt nr. 1319 (26643).
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Graag uw coulance. Ik weet niet of ik helemaal uit ga komen,
voorzitter.
De voorzitter:
Als u nu stopt met praten tegen mij en gewoon doorgaat …
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Ja, hè.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat cloudaanbieders uit de Verenigde Staten een dominante
positie hebben in de Europese markt en dat Amerikaanse wetgeving, zoals
de CLOUD Act, de Amerikaanse overheid toegang kan geven tot data van
Europese burgers, bedrijven en overheden;
overwegende dat de geopolitieke situatie steeds onvoorspelbaarder wordt
en dat de Amerikaanse president …
Deze motie heb ik net ingediend. Hier gaat iets mis, voorzitter, excuus.
Ik laat het hier even bij.
De voorzitter:
We stoppen de tijd. Heeft u nog iets anders?
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Ja, een motie, maar die ligt dan ergens anders.
De voorzitter:
Nee, die tijd krijgt u niet.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Daarom. Nee, voorzitter, excuses. Excuus ook aan de collega's; dit ging
even rommelig. Ik laat het hierbij. Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank. Dan nodig ik de heer Six Dijkstra uit voor zijn tweede termijn.
Gaat uw gang. De lat ligt hoog.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst wil ik de minister en de
staatssecretaris bedanken voor het goede debat. Echter, de zorgen die de
staatssecretaris uit als het gaat om de grote impact die zou ontstaan
wanneer de knop van Amerikaanse IT-dienstverlening richting Nederland
uit zou gaan, maakt dat ik van mening ben dat we in een problematische
afhankelijkheidspositie zitten en dat we daar iets aan moeten doen.
Daarom heb ik de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Verenigde Staten momenteel een zeer agressieve en
onvoorspelbare handelspolitiek bedrijven richting hun nauwe bondgenoten
en de Amerikaanse president expliciet heeft aangegeven dat Europese
regulering van Amerikaanse technologie kan rekenen op een tegenreactie
vanuit de Verenigde Staten;
overwegende dat de Nederlandse overheid op het vlak van digitale
technologie, en in het bijzonder cloudtechnologie, eenzijdig afhankelijk
is van een select aantal zeer grote Amerikaanse bedrijven, waarbij deze
afhankelijkheid door de Verenigde Staten ingezet kan worden als
economisch drukmiddel;
overwegende dat Nederland en de EU een groot aantal capabele en
welwillende IT-dienstverleners kennen die de dataopslag en digitale
dienstverlening van de Nederlandse overheid kunnen onderhouden en
faciliteren, maar er leiderschap en coördinatie vanuit de overheid
vereist is om deze diensten af te nemen;
verzoekt de regering om als doelstelling te hanteren dat de continuïteit
van de Nederlandse digitale overheid niet rechtstreeks afhankelijk is
van partijen vanuit de Verenigde Staten, en deze door te vertalen in het
departementale beleid,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Six Dijkstra, Kathmann, Van der
Werf, Koekkoek, Ceder en Van Nispen.
Zij krijgt nr. 1320 (26643).
Dank u wel. Dan is het tijd voor de tweede termijn van de heer Buijsse. Gaat uw gang.
De heer Buijsse (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat een groot deel van de cloudmarkt wordt beheerst door
aanbieders uit de Verenigde Staten, met als gevolg dat er sprake is van
doorgifte van Nederlandse overheids- en persoonsgegevens naar landen
buiten de Europese Economische Ruimte en dat de Nederlandse overheid
voor digitaliseringsprojecten in hoge mate afhankelijk is van software
en hardware van buiten Europa;
overwegende dat de Algemene Rekenkamer concludeert dat het Rijk
onvoldoende maatregelen neemt voor het borgen van de soevereiniteit,
continuïteit van de dienstverlening en gegevensbescherming in
cloudcontracten en de aanbeveling doet de handhaving van het rijksbreed
cloudbeleid beter in te richten;
van mening dat de vitale infrastructuur van Nederland en de Nederlandse
persoons- en overheidsgegevens bescherming behoeven;
verzoekt de regering, in samenwerking met de AIVD en de Autoriteit
Persoonsgegevens, een impuls te geven aan het inhalen van de opgelopen
achterstand bij het nemen van maatregelen voor het borgen van de
soevereiniteit, continuïteit en gegevensbescherming in cloudcontracten
en de handhaving van het rijksbreed cloudbeleid beter in te
richten;
verzoekt de regering tevens de Kamer hierover voor het komende meireces
te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Buijsse.
Zij krijgt nr. 1321 (26643).
De heer Buijsse (VVD):
De tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat artikel 44 van de Grondwet bepaalt dat ministers
leidinggeven aan ministeries;
overwegende dat de minister van BZK op basis van het Coördinatiebesluit
organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst, ook wel
Coördinatiebesluit genoemd, de bevoegdheid heeft, na overleg met andere
ministers, kaders vast te stellen voor de bedrijfsvoering van andere
ministeries;
overwegende dat er een Besluit CIO-stelsel Rijksdienst van kracht
is;
constaterende dat de CIO's binnen ministeries belast zijn met de
ontwikkeling en coördinatie van het informatievoorzienings- en
digitaliseringsbeleid en dat in dezen ook de CIO Rijk een rol
heeft;
verzoekt de regering de samenwerking en de slagkracht binnen de
rijksdienst te vergroten als het gaat om het informatievoorzienings- en
digitaliseringsbeleid en daartoe het huidige Besluit CIO-stelsel
Rijksdienst aan te passen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Buijsse.
Zij krijgt nr. 1322 (26643).
Dank. U moet of sneller lezen, of kortere moties indienen. Dan is het woord aan mevrouw Van der Werf. Zij durft zeker nog. Gaat uw gang.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Voorzitter. De AIVD spreekt niet met meel in de mond. Er zijn nationale
veiligheidsrisico's wanneer we grote delen van onze digitale
infrastructuur naar het buitenland verplaatsen. We moeten als Europa dus
op eigen benen gaan staan.
Ik heb ook een hoop drogredenen in het debat voorbij horen komen, zoals:
er is toch geen aanbod, dus we moeten wel. Maar zolang gemeenten en het
Rijk altijd naar de grote techbedrijven grijpen, krijgen kleinere
spelers ook geen kans om door te breken, terwijl juist zij vaak erg
effectief zijn met elke euro die ze ontvangen. Als je nu een groeifonds
had gehad, had je dat kunnen gebruiken om alternatieven te maken voor
bijvoorbeeld openDesk of La Suite, in plaats van de volgende financiële
claim neer te leggen bij een toch al moeizame
voorjaarsbesluitvorming.
Daarom dien ik een motie in om alsnog aan de slag te gaan.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland voor een groot deel van zijn kritieke
IT-infrastructuur afhankelijk is van een klein aantal Amerikaanse
bedrijven;
overwegende dat de AIVD nationale veiligheidsrisico's signaleert bij het
exclusief uitbesteden van ICT-infrastructuur aan het buitenland;
van mening dat de huidige koers van de Verenigde Staten duidelijk maakt
dat Nederland en Europa op eigen benen moeten gaan staan op het gebied
van energie, defensie en ICT-infrastructuur;
verzoekt de regering Europese bedrijven op één te zetten bij
aanbestedingen van vitale ICT-diensten door middel van
soevereiniteitseisen voor de opslag van gevoelige gegevens;
verzoekt de regering voor de rijksoverheid en lokale overheden samen met
het bedrijfsleven alternatieven te ontwikkelen voor de grote Amerikaanse
techbedrijven,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Werf, Kathmann, Koekkoek
en Six Dijkstra.
Zij krijgt nr. 1323 (26643).
Dank u wel. De heer Valize heeft aangegeven af te zien van zijn tweede termijn. Dan schors ik tot 21.40 uur.
De vergadering wordt van 21.29 uur tot 21.40 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het debat over migraties van
overheids-ICT naar het buitenland. Wij zijn toegekomen aan de tweede
termijn van het kabinet. Ik geef graag de staatssecretaris het woord
voor de appreciatie van de moties.
Staatssecretaris Szabó:
Dank u wel, voorzitter. De eerste motie, op stuk nr. 1315, is van
GroenLinks-PvdA, over onnodige cloudmigraties. Ik onderschrijf het
belang van zorgvuldige afwegingen bij cloudmigraties. Bij elke
cloudmigratie wordt een risicoanalyse uitgevoerd en worden
beveiligingsmaatregelen genomen. De herziening van het cloudbeleid,
waarin we ook marktconcentratierisico's en digitale autonomie meenemen
verwacht ik rond de zomer van 2025 af te ronden, zoals eerder gemeld. De
departementen zijn zelf verantwoordelijk voor hun cloudgebruik en
risicoanalyse en besluiten hierover binnen hun eigen
mandateringsregelingen. Het goedkeuren van individuele migraties door
mij als staatssecretaris past hier niet in. Ook is een te grote
afhankelijkheid van één leverancier niet wenselijk. Een diverse mix aan
aanbieders blijft belangrijk voor een stabiele en veilige digitale
infrastructuur. Gezien het voorgaande ontraad ik de motie.
De voorzitter:
Voor de administratie: de motie op stuk nr. 1315 wordt meeondertekend
door mevrouw Van der Werf van D66. De motie wordt ontraden.
Staatssecretaris Szabó:
De motie is ook ondertekend door de heer Six Dijkstra.
De voorzitter:
Ja, ik voeg de naam toe, omdat die er nog niet op stond. Daarom zei ik
dat even voor de administratie. Maar de motie op stuk nr. 1315 wordt
ontraden.
Staatssecretaris Szabó:
Excuus, voorzitter. Ik ben geen voorzitter.
Dan de motie-Kathmann op stuk nr. 1316, over de rijkscloud. Mede vanwege
de komende aanscherpingen in het rijksbrede cloudbeleid mogen potentieel
bepaalde diensten niet in de publieke clouddienst worden verwerkt. Zoals
reeds aangekondigd in de kabinetsreactie op uw initiatiefnota Wolken aan
de horizon, willen wij daarom onderzoek laten uitvoeren naar de
overheidsbrede sovereine cloud. Dit is onderdeel van de Nederlandse
digitaliseringsstrategie. Ik zal mij er in het kabinet voor inzetten om
de vereiste middelen om dit te realiseren hiervoor te bestemmen. Als u
"aanbestedingen" bedoelt als "initiatief nemen" geef ik de motie oordeel
Kamer.
De voorzitter:
Mevrouw Kathmann knikt, dus dan krijgt de motie op stuk nr. 1316:
oordeel Kamer.
Staatssecretaris Szabó:
Dank u wel. Dan de motie over de exitstrategie en risicoanalyses.
De voorzitter:
De derde motie, de motie op stuk nr. 1317, is een spreekt-uitmotie, dus
die hoeft u niet te appreciëren. Excuus. En de heer Six Dijkstra heeft
zonder microfoon ook gelijk.
Staatssecretaris Szabó:
Oké, ja.
Ik ben het eens met u dat het van groot belang is dat er van alle
belangrijke clouddiensten die de overheid gebruikt een risicoanalyse
aanwezig is en een exitstrategie. Dat is al verplicht onder het
rijksbrede cloudbeleid. CIO Rijk zal departementen, voor zover dat nog
niet gebeurd is, alsnog vragen dit te doen. Het begint bij de
belangrijkste clouddiensten. Exitstrategieën zijn afhankelijk van het
doel waarvoor de clouddiensten worden gebruikt. Voor bepaalde processen
is een vlotte exitstrategie van groter belang dan voor minder essentiële
processen. Ook kunnen er verschillende triggers zijn om het besluit te
nemen om gebruik te maken van deze exitstrategie. Ook hierin kunnen dus
verschillen zitten.
De Verenigde Staten zijn nog steeds een belangrijke bondgenoot van ons.
Het categorisch uitsluiten van Amerikaanse bedrijven als alternatieve
leverancier in een exitstrategie is op dit moment niet aan de orde.
Hierbij dient nog te worden opgemerkt dat een exitstrategie ook
verplicht is indien het materieel cloudgebruik nu bij een Nederlandse of
Europese clouddienst gevestigd is. Ik hoop dat deze interpretatie nog
binnen uw motie valt. Zo ja, dan geef ik deze motie graag oordeel
Kamer.
De voorzitter:
Meneer Six Dijkstra, houd ons niet in spanning.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Ja, punt van orde, voorzitter. Volgens mij is nu de appreciatie van de
motie op stuk nr. 1317 overgeslagen, terwijl daar wel een dictum met een
verzoek aan de regering in zit. Ik meen dat de staatssecretaris net de
motie op stuk nr. 1318 heeft geapprecieerd.
De voorzitter:
Dat denk ik niet, want de motie op stuk nr. 1318 is van mevrouw
Kathmann.
Staatssecretaris Szabó:
Ja, het was de appreciatie van de motie van mevrouw Kathmann die ik
oplas.
De voorzitter:
Nu is de verwarring compleet, want de derde motie, die op stuk nr. 1317,
heeft een spreekt-uitdictum, maar ook een verzoek.
Staatssecretaris Szabó:
Die heb ik niet.
De voorzitter:
Ah, die motie is voor de minister.
Staatssecretaris Szabó:
We zijn op de goede weg, voorzitter.
De voorzitter:
Daar lijkt het wel op. De appreciatie van de motie op stuk nr. 1318 is:
oordeel Kamer.
Staatssecretaris Szabó:
Dan kom ik op de motie op stuk nr. 1320 over de afhankelijkheid van de
Verenigde Staten. Ik ontraad deze motie. De VS zijn en blijven op veel
dossiers een belangrijke bondgenoot, niet op de laatste plaats voor onze
welvaart en onze veiligheid. Tegelijkertijd moeten we wel meer zelf
verantwoordelijkheid nemen. We moeten eensgezind optrekken als Europese
Unie en zelf initiatief nemen. Een te grote afhankelijkheid van een of
enkele marktpartijen is namelijk ongewenst, maar we moeten een goede
afweging maken over de vraag welke data we in eigen beheer verwerken en
wat in de publieke cloud zou moeten. Dit nemen we momenteel mee in het
aanscherpen van het rijksbrede cloudbeleid en de kaders voor de digitale
autonomie.
Zoals reeds aangekondigd in de kabinetsreactie op de initiatiefnota Wolk
aan de horizon, willen wij een overheidsbrede soevereine cloud. Dat
willen we echt. Dit is ook onderdeel van de Nederlandse
digitaliseringsstrategie, zoals net al aangegeven. Hoewel we het dus
eens zijn met de doelstelling om afhankelijkheden van een of enkele
marktpartijen te voorkomen, blijft de Verenigde Staten een belangrijke
bondgenoot van ons. Ik moet deze motie daarom ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1320 wordt ontraden.
Staatssecretaris Szabó:
De motie op stuk nr. 1321. Ik zal CIO Rijk de opdracht geven om
departementen te vragen om, voor zover het nog niet is gebeurd, het
rijksbrede cloudbeleid verder te implementeren, hierbij rekening
houdende met de nu lopende herziening van het voorgenoemd beleid. Daar
waar nodig zal dit vanzelfsprekend gebeuren met de vereiste
partnerorganisaties. Over de verdere opvolging van de aanbevelingen van
de Algemene Rekenkamer spreken we graag verder in een volgend debat.
Zoals verzocht zullen wij de Kamer hier verder over informeren voor het
komend meireces. Als ik deze motie zo mag interpreteren, geef ik deze
motie graag oordeel Kamer.
De voorzitter:
De heer Buijsse knikt. De motie op stuk nr. 1321 krijgt: oordeel
Kamer.
Staatssecretaris Szabó:
De appreciatie van de motie op stuk nr. 1322 is: overnemen.
De voorzitter:
Dan kijk ik naar de heer Buijsse.
De heer Buijsse (VVD):
Vergeef me mijn onwetendheid, maar wat betekent dat?
De voorzitter:
Gaat uw gang en vraagt u het aan de staatssecretaris.
De heer Buijsse (VVD):
Staatssecretaris, wat betekent dat?
Staatssecretaris Szabó:
Dat wij deze motie en dus het dictum inhoudelijk overnemen.
De voorzitter:
Dan is de motie geen onderdeel meer van de stemmingen. Dan kijk ik toch
even naar de heer Buijsse.
De heer Buijsse (VVD):
Oké. Prima.
De voorzitter:
De motie-Buijsse (26643, nr. 1322) is overgenomen.
Staatssecretaris Szabó:
De motie op stuk nr. 1323 is de laatste motie die voor mij ligt. Hoewel
ik het eens ben met de doelstelling om afhankelijkheden van een of
enkele marktpartijen te voorkomen, blijven de Verenigde Staten een
belangrijke bondgenoot van ons. Daarnaast zijn er geen juridische
mogelijkheden om overheidsopdrachten alleen maar aan Europese en/of
Nederlandse ondernemers te gunnen. Ik moet deze motie daarom
ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1323 wordt ontraden. Dan dank ik de
staatssecretaris. Ik nodig de minister van harte uit voor de appreciatie
op de overgebleven moties.
Minister Beljaarts:
Dank u wel, voorzitter. Te beginnen met de motie op stuk nr. 1317. Die
kan ik oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
Het verzoekpunt in de motie op stuk nr. 1317 krijgt: oordeel Kamer.
Minister Beljaarts:
De motie op stuk nr. 1319 kan ik ook oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1319 krijgt: oordeel Kamer.
Minister Beljaarts:
Als u het mij toestaat, voorzitter. Ik zag mevrouw Koekkoek stoeien met
de tweede motie, die op stuk nr. 1316. Ik ben eigenlijk wel benieuwd
naar wat ze mee had willen geven. Mag ze dat misschien nog
toelichten?
De voorzitter:
In een zeer, zeer goede bui. Mevrouw Koekkoek.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Dank, voorzitter. Ik zal het kort en bondig houden. Dank voor deze
gelegenheid. Ik wilde het verzoek indienen om alles op alles te zetten
om die techtalenten naar hier te trekken en in het gat te springen dat
de VS nu laat.
Minister Beljaarts:
In die gedachte kan ik volledig mee. In die context had ik graag oordeel
Kamer gegeven. Misschien kan de motie in een ander debat nog ingediend
worden. We werken overigens al in die lijn. Wat dat betreft kan ik dat
comfort wel geven aan het lid Koekkoek.
De voorzitter:
Dank. Ik moest even checken of we alle moties gehad hebben. Het ging
opeens heel snel.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik dank de beide bewindspersonen voor de beantwoording en de appreciatie
van de moties. Ik dank alle leden voor hun aanwezigheid. Wij gaan
dinsdag met elkaar over de moties stemmen. Dan rest mij nog iedereen te
bedanken die vanavond dit debat mede mogelijk heeft gemaakt, alle mensen
van de ondersteuning, de Griffie, alle mensen aan de overkant. Ik wens u
allen een hele goede nacht. Morgen gezond weer op.
Sluiting
Sluiting 21.52 uur.