[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over afschrift van het antwoord op de brief aan de heer P.V. over de publicatie van het rapport Veehouderij en Gezondheid Omwonenden deel 3 (VGO-III) Dierziekten d.d. 6 februari 2025”

Toekomst veehouderij

Brief regering

Nummer: 2025D11470, datum: 2025-03-18, bijgewerkt: 2025-03-20 16:12, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28973-261).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 28973 -261 Toekomst veehouderij.

Onderdeel van zaak 2025Z04945:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

28 973 Toekomst veehouderij

Nr. 261 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 maart 2025

Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, een reactie op de Commissiebrief van de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur1 waarin gevraagd wordt om een reactie op de brief van de heer P.V. van 5 februari 2025 aan uw Kamercommissie inzake «commentaar t.b.v. commissiedebat Zoönosen en Dierziekten d.d. 6 februari 2025».

In deze brief geeft P.V. een reactie op het onderzoeksprogramma Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (VGO-III), waarvan het eindrapport op 4 februari jl. met uw Kamer is gedeeld.2 Voor zover het niet om de wetenschappelijk-inhoudelijke discussie gaat, zal ik hieronder ingaan op de verschillende aspecten van het VGO-onderzoek die worden aangehaald in de brief. Voor de inhoudelijke reactie op de wetenschappelijke interpretatie van het onderzoek heb ik het RIVM gevraagd om een reactie (zie bijlage).

Het VGO-III onderzoek

Eerdere epidemiologische studies (Intensieve Veehouderij en Gezondheid (IVG) en VGO I–II, van 2007–2013) lieten onder meer zien dat longontsteking meer voorkwam in gebieden in Noord-Brabant en Limburg met een hoge dichtheid aan veehouderij dan in gebieden met een lage dichtheid aan veehouderij. Er werd in deze studies een verband gevonden tussen longontsteking en wonen binnen 2 kilometer van een geitenhouderij. Het doel van het VGO-III onderzoek was om een bredere kennisbasis te verkrijgen over het verband tussen longontsteking en wonen in de buurt van geitenhouderijen. Tevens was een doel van het VGO-III onderzoek om een oorzakelijk verband aan te tonen teneinde de mogelijke oorzaak van de longontsteking te achterhalen. Het onderzoek naar de mogelijke oorzaak bestond uit verschillende deelstudies (vervolgstudies): literatuurstudie, een retrospectieve patiëntenstudie, een prospectieve patiëntenstudie naar de ziekteverwekkers bij patiënten met een longontsteking, een studie bij omwonenden zonder longontsteking, een studie bij geitenhouders, een studie bij geitenbedrijven en metingen in de buitenlucht. Ook zijn in VGO-III de epidemiologische studies nogmaals uitgevoerd, zowel in Noord-Brabant en Limburg als ook in Utrecht, Gelderland en Overijssel. Deze studies omvatten grote populaties huisartsenpatiënten (meer dan 150.000) over meerdere jaren.

In de brief van P.V. wordt gesteld dat er geen oorzakelijk verband is aangetoond, ook niet voor de hoogst geprioriteerde micro-organismen. Er is een verhoogde kans3 op longontsteking gevonden voor omwonenden binnen een straal van 2 km van geitenbedrijven gevonden ten opzichte van mensen die verder van een geitenbedrijf wonen. Hoe dichter de mensen bij de geitenhouderij wonen, hoe duidelijker het effect. De specifieke oorzaak voor het verhoogde risico op longontsteking voor mensen die binnen 2 kilometer van een geitenhouderij wonen, is niet gevonden. Het onderzoek naar de oorzaak heeft wel een lijst van kandidaat-ziekteverwekkers opgeleverd die voorkomen op geitenhouderijen. De onderzoekers geven aan dat de gehanteerde methode van resultatensynthese geen oorzakelijk verband aantoont, ook niet voor de hoogst geprioriteerde micro-organismen. Wel zijn de gevonden bacteriën een mogelijke verklaring voor het feit dat de longontstekingen vaker voorkomen. Dat komt doordat ze zowel bij mensen, in de geitenstallen als in de omgeving zijn gevonden.

In de brief van P.V. wordt ook gesteld dat er geen aanwijzingen zijn gevonden voor gezondheidsrisico’s. In het VGO III onderzoek zijn echter wel aanwijzingen gevonden voor gezondheidsrisico’s. Met VGO-III is een consistent, aantoonbaar verband gevonden in 11 opeenvolgende jaren tussen het wonen in de nabijheid van een geitenhouderij en een verhoogd risico op het oplopen van een longontsteking. De gezondheidsrisico’s die uit het VGO-III rapport blijken, neemt het kabinet serieus. Voor het nemen van een besluit over een vervolgaanpak is verdere duiding nodig van het gezondheidseffect.

Gezondheidsraadadvies

In de eerdergenoemde Kamerbrief is aangegeven dat de Gezondheidsraad is gevraagd om advies te geven over vragen omtrent de aard en ernst van de gezondheidseffecten en de mogelijke oorzaken. De Gezondheidsraad heeft aangegeven het advies in twee delen uit te brengen, het eerste deel wordt eind juni verwacht en het tweede deel in november 2025. Voor besluitvorming over een vervolgaanpak zijn beide deeladviezen nodig.

In de brief van P.V. wordt gesteld dat een voorwaarde zou moeten zijn dat er bij het opstellen van dit advies geen onderzoekers worden betrokken die betrokken zijn (geweest) bij de VGO-onderzoeken. De Gezondheidsraad is een onafhankelijke wetenschappelijke adviesraad. Commissies worden zorgvuldig samengesteld met wetenschappelijke experts uit verschillende disciplines.4 Zodra de commissie is geïnstalleerd wordt de samenstelling van de commissie gepubliceerd op de website van de Gezondheidsraad.

Onafhankelijke review

In de brief van P.V. wordt gesteld dat in 2019 duidelijk werd dat er serieuze twijfels bestaan over de onderzoeksmethodiek en resultaten, niet alleen bij andere onderzoekers, maar ook bij de toenmalige bewindspersonen die zouden hebben aangedrongen op een onafhankelijke review. De onafhankelijke review was niet op aandringen van de toenmalige bewindspersonen. De stuurgroep heeft besloten om bij wijze van intercollegiale toetsing een onafhankelijke review uit te laten voeren (zie bijgevoegde brief van het RIVM voor verdere toelichting). De toenmalige bewindspersonen hebben als opdrachtgevers van het onderzoek hiervan destijds kennisgenomen en besloten om de publicatie van het deelrapport «Longontsteking in de nabijheid van geitenhouderijen in Gelderland, Overijssel en Utrecht» aan te houden tot na de afronding van de wetenschappelijke discussie. Hiertoe werd besloten omdat de wetenschappelijke discussie mogelijk tot aanpassingen aan het rapport zou leiden. Uiteindelijk bleek de discussie daar geen aanleiding toe te geven. Ik verwijs hiervoor naar de brief van de toenmalige bewindspersonen aan de Kamer van 24 april 2020.5

In de brief van P.V. wordt aangegeven dat de opdrachtbrief en uitkomsten van de uitgevoerde externe review niet openbaar zijn gemaakt in een eerder behandeld Woo-verzoek. Dit klopt. De opdrachtbrief en uitkomsten waren niet in bezit van de ministeries en konden derhalve niet door hen openbaar gemaakt worden. De schriftelijke terugkoppeling van de externe review is wel openbaar gemaakt door het Ministerie van LVVN. Recent zijn de uitkomsten van de externe review ter beschikking gesteld van de ministeries en deze zullen door het RIVM binnenkort ter beschikking komen van de Woo-aanvragers en openbaar worden gemaakt.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M-F. Agema


  1. 2025Z03105.↩︎

  2. Kamerstuk 28 973, nr. 259.↩︎

  3. Er wordt een verhoogde kans op longontsteking voor omwonenden binnen een straal van 2 km van geitenbedrijven gevonden ten opzichte van mensen die verder van een geitenbedrijf wonen. Binnen de 2 km geldt dat hoe dichterbij, hoe meer de kans verhoogd is. Er zijn per deelstudie verschillende, elkaar aanvullende methodes gebruikt. De gevonden verhogingen van de kans op longontsteking verschilden niet alleen per afstand, maar ook tussen studies en binnen de studies tussen jaren en gebruikte methodes. Het is niet mogelijk om de resultaten samen te vatten in één gemiddeld percentage verhoging. De grootste verhogingen gevonden voor omwonenden binnen een straal van 2 km (en niet in Q-koortsperiode) zijn ongeveer 20 tot 30%, en voor de dichtstbij (d.w.z. binnen 500m) wonenden wordt soms (meer dan) een verdubbeling van de kans gevonden.↩︎

  4. Voor nadere toelichting op hoe de Gezondheidsraad omgaat met mogelijke belangen zie: https://www.gezondheidsraad.nl/over-ons/werkwijze/omgaan-met-belangen↩︎

  5. Kamerstuk 28 973, nr. 237.↩︎