[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Position paper voCampus t.b.v. rondetafelgesprek Wetsvoorstel planmatige aanpak onderwijshuisvesting d.d. 27 maart 2025

Position paper

Nummer: 2025D11918, datum: 2025-03-19, bijgewerkt: 2025-03-20 11:06, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2025Z05181:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan: Commissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van de

Tweede Kamer der Staten Generaal

Van: Ger Boonen, lid college van bestuur voCampus

Betreft: Gespreksnotitie wetsvoorstel Planmatige aanpak onderwijshuisvesting

Datum: 27 maart 2025

Geachte leden van de commissie,

Met aandacht en interesse heb ik kennisgenomen van het wetsvoorstel en de memorie van toelichting. Het wetsvoorstel beoogt het bevorderen van de samenwerking tussen gemeenten en onderwijsbesturen om te komen tot een meer planmatige aanpak van bouw, beheer en onderhoud voor onderwijshuisvesting. Zonder de mogelijkheid om harde afspraken te maken tussen gemeente en schoolbestuur over financiering van bouw, renovatie en onderhoud op basis van het IHP en het MJOP voor de lange termijn, leidt een verplicht overleg tussen gemeente en schoolbestuur zoals wordt voorgesteld niet tot de beoogde verbetering van het stelsel van onderwijshuisvesting of planmatige aanpak en daarmee ook niet tot betere schoolgebouwen.

Bij voCampus, een schoolbestuur met schoolgebouwen in Nijmegen (14) en enkele omliggende gemeenten (5) hebben we zowel ervaring met goede langjarige, heldere afspraken over de financiering van onderhuisvesting als met een zeer moeizame samenwerking met één van de omliggende gemeenten. Sinds 2008 zijn de schoolgebouwen van voCampus in Nijmegen doorgedecentraliseerd en ontvangt voCampus jaarlijks een (geïndexeerd) bedrag per leerling van de gemeente voor onderhuisvesting. In de overeenkomst tussen de gemeente en het schoolbestuur staan duidelijke afspraken over financiering en vervanging van schoolgebouwen voor de lange termijn. Het schoolbestuur houdt zich aan de opdracht schoolgebouwen tijdig te vervangen (en te onderhouden); de gemeente houdt zich aan de afspraak hiervoor jaarlijks een bedrag beschikbaar te stellen. Het total-cost-of-ownership is hiermee volledig in handen van het schoolbestuur en biedt de mogelijkheid voor een planmatige aanpak van bouw en onderhoud die zelfs verder reikt dan de komende 20 jaar. Het lukt voCampus om (ondanks de ontoereikende financiële middelen die het Rijk aan de gemeenten beschikbaar stelt voor onderhuisvesting) te voorzien in hoogwaardige en goed onderhouden schoolgebouwen door een langjarige planmatige aanpak. Dit mede dankzij de goede samenwerking met de gemeente Nijmegen, gebaseerd op heldere, bindende afspraken.

Bij de gemeente waar het niet of nauwelijks mogelijk is om afspraken te maken over de vervanging van een inmiddels afgeschreven schoolgebouw, biedt het verplicht overleg en het opstellen van een IHP geen oplossing omdat de uiteindelijke besluitvorming over de financiering van een nieuw schoolgebouw ligt bij de gemeenteraad. In het vier jaar geleden gezamenlijk opgestelde IHP was de vervanging van het gebouw al opgenomen en tot op heden heeft de betreffende gemeente een besluit hierover alleen maar verder voor zich uit geschoven, tot voorbij de lopende raadsperiode. Inmiddels lopen de exploitatielasten en onderhoudskosten voor dit (afgeschreven) gebouw alleen maar op voor het schoolbestuur terwijl de gemeente financiële middelen voor onderwijshuisvesting ontvangt maar die daarvoor niet inzet. Het voorgestelde wetsvoorstel biedt hiervoor geen oplossing.

Het wetsvoorstel beoogt verder dat de verantwoordelijkheidsverdeling tussen gemeente en schoolbestuur wordt verduidelijkt ten aanzien van renovatie van onderwijshuisvesting. Dit zou onder andere moeten leiden tot verduurzaming van onderwijshuisvesting. Zonder duidelijk afwegingskader (renovatie of nieuwbouw) blijft de discussie tussen gemeente en schoolbestuur bestaan of er sprake is van groot onderhoud of renovatie (en dus wie waarvoor moet betalen). De voorgestelde definitie voor renovatie blijft te algemeen en biedt partijen onvoldoende houvast. Met een duidelijk en langjarig planmatig onderhoud zoals vastgesteld (en uitgevoerd) in het MJOP bestaat groot onderhoud bovendien niet (bij goed onderhoud ontstaat immers de noodzaak tot groot onderhoud niet). Dat maakt het vaststellen of een gebouw in aanmerking komt voor renovatie nog ingewikkelder. Een gebouw kan in goede staat van onderhoud verkeren maar toch niet voldoen aan de eisen die op dit moment aan schoolgebouwen worden gesteld. Het is positief dat met dit wetsvoorstel de verantwoordelijkheidsverdeling voor renovatie enigszins wordt geregeld maar de kans bestaat dat het de discussie over eventuele nieuwbouw tussen gemeente en schoolbestuur alleen maar zal verscherpen.

dr. Ger Boonen

lid college van bestuur voCampus