Tweeminutendebat Brandweer en crisisbeheersing (CD 19/2) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D12211, datum: 2025-03-20, bijgewerkt: 2025-03-21 09:22, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-03-20 15:05: Tweeminutendebat Brandweer en crisisbeheersing (CD 19/2) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de orde is het tweeminutendebat Brandweer en crisisbeheersing (CD d.d. 19/02).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Brandweer
en crisisbeheersing, naar aanleiding van een commissiedebat dat is
gehouden op 19 februari jongstleden. Ik heet de leden van harte welkom,
en uiteraard ook de staatssecretaris. Ook de mensen die op de tribune
zitten en iedereen die dit debat elders volgt, heet ik van harte welkom.
We hebben drie sprekers van de zijde van de Kamer, te beginnen met de
heer Van Nispen van de SP, die al op weg is naar het spreekgestoelte. Ik
geef hem het woord.
De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik begin met het voorlezen van mijn motie, die
ik samen met mevrouw Mutluer indien.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de regering voornemens is 10% te korten op de Brede
Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR);
overwegende dat deze korting leidt tot een direct probleem voor de
uitvoering van de brandweerzorg, crisisbeheersing en rampenbestrijding
door de veiligheidsregio's;
overwegende dat de korting van 10% op de Brede Doeluitkering
Rampenbestrijding (BDuR) in contrast staat met de prioriteiten van het
kabinet en met de Landelijke Agenda Crisisbeheersing en deze bezuiniging
een onbedoeld effect is van het regeerprogramma;
overwegende dat de slagkracht van de brandweer al geruime tijd sterk
onder druk staat en deze bezuinigingen zullen leiden tot nog minder
kazernes, specialistische brandweertaken en vrijwilligers en daarmee
ernstige gevolgen zullen hebben voor de brandweerzorg en de veiligheid
in Nederland, met name in dunbevolkte gebieden;
overwegende dat de ratio achter deze korting was dat er efficiencywinst
zou zijn door de overheveling van de BDuR naar het Gemeentefonds, maar
dat dit is weggevallen omdat de overheveling geen doorgang vindt;
van mening dat deze bezuiniging onverantwoord is gezien het belang van
adequate rampenbestrijding en crisisbeheersing, mede in het licht van
actuele veranderingen in de veiligheidssituatie;
verzoekt de regering alle inspanningen te plegen om de bezuiniging van
10% op de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding per 2026 in te trekken
vanwege de grote gevolgen die dit zal hebben voor de veiligheid, ten
minste de huidige financiering voor brandweer en rampenbestrijding te
waarborgen, en de Kamer voor de behandeling van de Voorjaarsnota 2025
hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Mutluer.
Zij krijgt nr. 265 (29517).
De heer Van Nispen (SP):
Voorzitter. Wij hebben op 21 november 2024 samen met de VVD al de motie
ingediend die zei: doe dit nou niet. In deze tijd bezuinigen op de
brandweer kan niet. Dat is onverstandig. De veiligheidsregio's roepen
ons op om dit niet te doen. Na de kaalslag op kazernes, mensen en
brandweerauto's in het verleden, kunnen zij dit er niet bij hebben. In
deze tijd snapt helemaal niemand dit. Niemand snapt dat je nu gaat
bezuinigen op de brandweer en crisisbestrijding. Het is eigenlijk bizar
dat we hier nog een motie over moeten indienen. Ik hoop echt op steun
van de staatssecretaris hiervoor en anders op steun van de Kamer.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Nispen, voor uw inbreng namens de SP. Dan is de
volgende spreker van de zijde van de Kamer mevrouw Wijen-Nass namens
BBB.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland sinds het jaar 2000 bijna 20% minder
brandweervrijwilligers heeft;
constaterende dat de bezuiniging van 5% per veiligheidsregio volgens de
veiligheidsregio's leidt tot het saneren van ongeveer 100 vrijwillige
brandweerposten en 2.000 tot 2.500 brandweervrijwilligers;
overwegende dat dit vooral effect heeft op plattelandsgebieden, omdat
daar niet gewerkt kan worden met beroepskazernes die 24 uur per dag
operationeel zijn;
verzoekt de regering om veiligheidsregio's extra te ondersteunen bij het
aantrekken en behouden van de vrijwillige brandweer in
plattelandsgebieden;
verzoekt de regering er alles aan te doen om te voorkomen dat kazernes
in de regio sluiten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wijen-Nass.
Zij krijgt nr. 266 (29517).
Voor u vervolgt, heeft u een interruptie van de heer Van Nispen, SP.
De heer Van Nispen (SP):
Een prachtige motie, maar dan wil ik wel van de BoerBurgerBeweging
horen: steunt zij nou de bezuiniging van dit kabinet van 10% op de Brede
Doeluitkering Rampenbestrijding, die grote effecten gaat hebben op de
veiligheidsregio's en die dus ook leidde tot die 5% korting die mevrouw
Wijen-Nass noemt? Of steunt zij de motie van SP en GroenLinks-Pvda die
zegt: nee, in deze tijd kun je niet bezuinigen op de brandweer?
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
De motie die zojuist is ingediend door de heer Van Nispen, heb ik
gehoord. Die ga ik ook uiteraard wel bespreken binnen mijn fractie. Maar
we zijn ook gebonden aan afspraken die wij onderling als partijen hebben
gemaakt. Dus ik ga daar zeker kritisch naar kijken. Waar komt mijn motie
nou vandaan? Dat is ook van belang om te weten, denk ik. Daar heb ik het
ook in het commissiedebat over gehad. Die ziet erop dat die
veiligheidsregio's nu al in de problemen komen. Dat heeft ermee te
maken, ook zonder die bezuinigingen, dat er heel veel vrijwilligers
actief zijn, vooral in die plattelandsgemeentes, omdat je daar simpelweg
niet alleen maar beroepsbrandweerlieden kan hebben. Daar maak ik me
ernstig zorgen over. Dat wil ik graag extra onder de aandacht brengen.
Vandaar deze motie.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Van Nispen (SP):
Dat zijn prachtige woorden. We weten dat dit zo is. Maar mevrouw
Wijen-Nass weet toch ook dat de bezuinigingen van de afgelopen jaren op
de brandweer dit effect hebben gehad? Nu is de simpele vraag die
voorligt als volgt. Je kunt die zorgen uitspreken. Je kunt van alles
vragen aan het kabinet: "let daarop", "heb daar aandacht voor" et
cetera. Maar je kunt toch niet met droge ogen doorgaan met die
bezuinigingen op de brandweer, die de boel alleen nog maar erger maken,
en dan hier wel mooie sier maken met een motie die daar aandacht voor
heeft? Dat kan toch niet?
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Nogmaals, er zijn afspraken tussen de vier partijen. Ik heb de motie
gehoord van de heer Van Nispen. Ik ga die ook in overweging nemen,
serieus. Dat ga ik in mijn fractie bespreken.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Ook ik deel die zorgen. Maar wij proberen in ieder geval elke keer
inspanningen te plegen en voorstellen te doen om dat terug te draaien.
De collega zit in de coalitie. Als ze veiligheid zo hoog in het vaandel
heeft, dan komt ze met heel concrete voorstellen in plaats van met
moties voor de bühne. Dat zeg ik oneerbiedig, terwijl ik wel wil geloven
dat ze zich zorgen hierom maakt. Wat gaat BBB hier nou concreet tegen
doen? Alleen maar uitspreken "ik maak me zorgen" is volgens mij
inderdaad gewoon niet voldoende.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Nou, dat deze motie voor de bühne is, vind ik een beetje te kort door de
bocht. Volgens mij vraag ik specifiek aandacht voor plattelandsregio's
die afhankelijk zijn van heel veel vrijwilligers. Er was onlangs een
krantenbericht waarin dat nog een keer heel erg duidelijk werd voor de
Veiligheidsregio Zuid-Limburg. Ze draaien op heel veel vrijwilligers. Ik
vind dat daarvoor vanuit het kabinet nog extra aandacht moet zijn, om te
kijken hoe we dat nou met z'n allen organiseren. Dat staat wat mij
betreft los van het bezuinigingsvraagstuk.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Mutluer.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Volgens mij kan je dat niet helemaal los zien. De veiligheidsregio's
worden constant geconfronteerd met allerlei kortingen die niet worden
teruggedraaid. Er is Europese regelgeving ten aanzien van de
houdbaarheid van vrijwillige brandweerlieden, waar geld voor ter
beschikking moet worden gesteld, maar waarmee het kabinet niet over de
brug komt. Het hangt met elkaar samen. Met uw permissie, voorzitter, dit
is mijn laatste zin: ik verwacht dat de BBB hier ook actie op onderneemt
richting de Voorjaarsnota en dus ook met middelen komt om de veiligheid
van Nederland te blijven waarborgen.
De voorzitter:
Dank u wel, u heeft uw punt gemaakt. Mevrouw Wijen-Nass.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel. Dan nog een tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er binnen de brandweer steeds meer middelen besteed
worden aan overhead en managementposities;
overwegende dat dit betekent dat middelen bij de daadwerkelijke
brandweerlieden weggenomen worden, met een verzwakte operationele
capaciteit, langere aanrijtijden en het niet in staat zijn om
bijvoorbeeld zelfstandig natuurbranden te bestrijden als gevolg;
verzoekt de regering onderzoek te doen naar de onnodige overhead binnen
de brandweer en hiernaar te handelen met een voorstel om dit tegen te
gaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wijen-Nass.
Zij krijgt nr. 267 (29517).
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Wijen-Nass, voor uw inbreng namens BBB. Dan is nu
het woord aan mevrouw Mutluer namens GroenLinks-PvdA. Zij is tevens de
laatste spreker van de zijde van de Kamer in dit tweeminutendebat. Het
is niet mijn sterkste kant om nog langzamer te praten, maar ik ga mijn
best doen om de tijd te vullen, zodat u naar voren kunt komen.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Als je als kabinet veiligheid tot topprioriteit verklaart,
dan verwacht ik ook dat je je best doet om dat voor elkaar te krijgen,
zeker ook in het licht van het belang van de weerbaarheid van ons land,
gezien al die geopolitieke spanningen. Dan vind ik het onverantwoord dat
het kabinet bezuinigt op crisisbeheersing en brandweerzorg, terwijl de
veiligheidsregio's ook nog eens geconfronteerd worden met bezuinigingen
vanuit de gemeente, ook in het licht van het ravijnjaar. Ze komen dus
van beide kanten in de knel. Dat vind ik zeer, maar dan ook zeer,
onverantwoord.
Over de korting van 10% op de middelen voor de brede doeluitkering
hebben wij samen met de SP een motie ingediend. Maar wij willen ook
middelen voor PTSS bij de brandweer. Ik had het net al over de
houdbaarheid van de vrijwillige brandweer in het licht van het Europese
recht. Daar is ook geld voor beloofd. Met andere woorden, het is een
stapeling op stapeling op stapeling. Dat gaat ten koste van de
veiligheid van ons land. Ik verwacht echt meer dan inspanningen van deze
staatssecretaris. Zij kan het lef vertonen, neem ik aan — tenminste, dat
heeft ze tot op heden laten zien — om ervoor te zorgen dat de
brandweerlieden op een goede wijze hun werk kunnen blijven doen en de
veiligheidsregio's dus niet verder worden gekort.
Voorzitter. Ik heb één motie, over PTSS bij de brandweer.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Kamer de wens heeft uitgesproken om PTSS bij de
brandweer als landelijk erkende beroepsziekte aan te merken;
overwegende dat men over de praktische invulling hiervan nog in overleg
is met de veiligheidsregio's;
constaterende dat brandweerlieden met PTSS momenteel geconfronteerd
worden met kortingen op inkomen, medische kosten en bijvoorbeeld de
kosten voor een nieuw rijbewijs, zolang er geen regeling is;
verzoekt de regering:
te waarborgen dat in de uitkomst van de onderhandelingen over PTSS bij de brandweer, inclusief de erkenning als beroepsziekte, ook de gevolgen voor het inkomen en de kosten (zoals medische kosten en de kosten van een rijbewijs) worden meegenomen, en dat er een passende regeling wordt getroffen;
zolang er geen definitieve regeling is, in overleg met de veiligheidsregio's ervoor te zorgen dat de genoemde kortingen en kosten niet ten laste komen van brandweerlieden met PTSS, en hen rechtvaardig en zorgzaam te behandelen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Mutluer, Boswijk en Van
Nispen.
Zij krijgt nr. 268 (29517).
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Mutluer, voor uw inbreng namens GroenLinks-PvdA. Dan
zijn we hiermee aan het einde gekomen van de termijn van de zijde van de
Kamer. Er zijn vier moties ingediend. Ik schors tot 15.45 uur.
De vergadering wordt van 15.36 uur tot 15.45 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Brandweer
en crisisbeheersing, naar aanleiding van een commissiedebat dat is
gehouden op 19 februari jongstleden. Het is iets sneller dan gepland,
maar ik zag iedereen weer in de zaal zitten; vandaar dat ik alvast open.
Dank daarvoor, want we hebben hierna nog een aantal debatten te gaan. De
staatssecretaris is klaar om de moties te appreciëren en wellicht nog
een enkele opmerking te maken naar aanleiding van gestelde vragen, maar
dat laat ik aan haar. Ik geef haar het woord.
Staatssecretaris Coenradie:
Voorzitter. Ik begin gelijk met de appreciatie van de moties. De motie
op stuk nr. 265 van de heer Van Nispen en mevrouw Mutluer moet ik helaas
ontraden, omdat ik niet vooruit kan lopen op de voorjaarsbesluitvorming.
In mijn brief van 14 februari dit jaar heb ik gemeld dat er op dit
moment geen alternatieve dekking is voor de korting op de BDuR. Ik heb
ook aangegeven dat in de Voorjaarsnota duidelijk wordt hoe we omgaan met
de korting op de BDuR. In het kabinet zal een integrale afweging
plaatsvinden over de Voorjaarsnota. Daarop wil en kan ik niet
vooruitlopen.
De voorzitter:
De heer Van Nispen, wel kort graag.
De heer Van Nispen (SP):
Niemand heeft ooit afgesproken om te gaan bezuinigen op de brandweer,
maar dat was wel het gevolg van een afspraak in het regeerakkoord om
alle specifieke uitkeringen voor de gemeenten te korten met 10%.
Vervolgens gaat de overheveling die daar in ruil voor was, niet door,
maar is de korting blijven staan. Hier is dus iets heel raars aan de
hand. Het is eigenlijk een soort foutje dat moet worden teruggedraaid.
Maar de staatssecretaris zegt dat zij de middelen nog niet heeft en
afhankelijk is van de Voorjaarsnota. Wanneer is de staatssecretaris
straks tevreden bij de Voorjaarsnota? Wat moet daaruit komen wat haar
betreft?
Staatssecretaris Coenradie:
Ik heb het niet alleen voor het zeggen, maar het is natuurlijk niet
onbekend dat ik mij hard maak voor een aantal zaken. Wanneer ben ik
tevreden? Nou, op het moment dat ik zie dat de brandweer om welke reden
dan ook niet hoeft te bezuinigen. Ik doe daar mijn best voor, maar ik
kan en wil daar gewoon niet op vooruitlopen. Er worden daar meer claims
ingediend door meerdere kabinetsleden. Uiteindelijk zal onder de streep
besloten moeten worden wie wat krijgt.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Als je goed kijkt naar het dictum, zie je dat wij de regering verzoeken
om alle inspanningen te plegen om de bezuiniging van 10% op de BDuR per
2026 in te trekken. Ik neem aan dat de staatssecretaris ook de hele
grote gevolgen kan overzien. Hopelijk weet zij wat er dan gaat gebeuren
met de kazernes, met de vrijwilligers en de veiligheid in onze
gemeenten.
De voorzitter:
En uw vraag is?
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Waarom kan zij nu, vandaag, niet toezeggen dat ze die inspanningen gaat
plegen? We lopen nog niet vooruit op de Voorjaarsnota, maar roepen de
staatssecretaris met klem op om alles te doen om dit terug te draaien.
Waarom kan ze daar niet ja op zeggen?
De voorzitter:
Uw punt is helder.
Staatssecretaris Coenradie:
Het enige wat ik daarover kan zeggen is dat ik het meeneem en dat ik
mijn best doe, ook richting de voorjaarsbesluitvorming. Dat geldt voor
alles in mijn portefeuille. Het geldt ook voor de brandweer. Maar veel
verder dan dit kan ik echt niet gaan in de bewoordingen. De
voorjaarsbesluitvorming staat nog op de planning en ik heb me daar echt
aan te houden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 265 is ontraden. Dan gaan we door naar de motie op
stuk nr. 266.
Staatssecretaris Coenradie:
De motie op stuk nr. 266 is ook ontraden. Het aantrekken van voldoende
vrijwilligers is allereerst een verantwoordelijkheid van de
veiligheidsregio's. Het sluiten of openen van kazernes is ook een
verantwoordelijkheid van de veiligheidsregio's zelf. Het aantal
vrijwilligers is overigens al enkele jaren stabiel. Mijn ministerie
heeft eind vorig jaar een langdurige landelijke campagne gefinancierd
voor het aantrekken en behouden van vrijwilligers bij de brandweer. Het
is nu zaak om eerst even af te wachten wat daarvan het effect is. Ik
ontraad daarom deze motie.
De voorzitter:
We noteren "ontraden" bij de motie op stuk nr. 266. Dan de motie op stuk
nr. 267.
Staatssecretaris Coenradie:
De motie op stuk nr. 267 wordt ook ontraden. Het is aan het bestuur van
een veiligheidsregio om te bepalen wat er nodig is aan bijvoorbeeld
tankauto's of ondersteuningseenheden. Gemeenteraden worden hier actief
bij betrokken. Aan de hand van het vastgestelde dekkingsplan legt het
bestuur van een veiligheidsregio jaarlijks verantwoording af aan de
gemeenteraden binnen de regio. Daar treed ik niet in, dus ik ontraad
deze motie. Wel breng ik dit punt onder de aandacht van het
Veiligheidsberaad. Die toezegging wil ik in ieder geval doen.
De voorzitter:
We noteren die toezegging, maar de motie wordt ontraden. Dan de motie op
stuk nr. 268.
Staatssecretaris Coenradie:
Over de motie op stuk nr. 268 zeg ik dat ook wij het natuurlijk van
belang vinden dat onze brandweermensen rechtvaardig en zorgzaam worden
behandeld, maar dat ik niet kan treden in de verantwoordelijkheden van
de werkgevers. Daarom ontraad ik deze motie. Ik zal dit punt wel onder
de aandacht brengen van het Veiligheidsberaad. Ik zal er ook op
aandringen dat niemand tussen wal en schip valt.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Mutluer, en deze keer wel kort.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Dat gebeurt nu namelijk wel. We krijgen signalen van brandweerlieden dat
ze gekort worden in hun inkomsten en dat ze met allerlei kosten te maken
hebben, bijvoorbeeld voor het opnieuw aanvragen van hun rijbewijs, naar
aanleiding van die PTSS. Mijn verzoek, via u, voorzitter, is dat dat
soort beslissingen on hold worden gezet totdat die eenduidige regeling
vanuit de veiligheidsregio's er komt. Hoe kan ze daar zorg voor
dragen?
Staatssecretaris Coenradie:
Ik kan dit in ieder geval bij het Veiligheidsberaad onder de aandacht
brengen, erop aandringen dat er niemand tussen wal en schip mag vallen
en aangeven dat we deze geluiden horen. Eigenlijk wil ik voorkomen dat
we deze geluiden blijven horen. Deze geluiden moeten ook beantwoord
worden, maar dat kan niet door mij. Dat moet echt door de werkgevers
zelf gedaan worden. Daar ligt ook de verantwoordelijkheid, zoals ik al
zei. Wat ik kan doen vanuit mijn verantwoordelijkheid, is dit actief in
het Veiligheidsberaad benoemen en daarop aandringen.
De voorzitter:
Dank u wel daarvoor. We noteren "ontraden" bij de motie op stuk nr.
268.
Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat. Ik
dank de aanwezigen voor hun deelname en inbreng. Ik dank uiteraard de
staatssecretaris, die ik verzoek om nog even te blijven voor het
volgende tweeminutendebat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik schors voor een enkel moment, zodat een aantal woordvoerders hun weg
naar deze zaal kunnen vinden. Dan wil ik zo spoedig mogelijk starten met
het volgende tweeminutendebat, het tweeminutendebat Gevangeniswezen. Ik
schors voor een enkel moment.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.