Voorstel van wet
Wijziging van de Mediawet 2008 houdende aanpassing van de rijksmediabijdrage
Voorstel van wet
Nummer: 2025D12343, datum: 2025-03-21, bijgewerkt: 2025-03-26 08:15, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36710-2).
Onderdeel van kamerstukdossier 36710 -2 Wijziging van de Mediawet 2008 houdende aanpassing van de rijksmediabijdrage.
Onderdeel van zaak 2025Z05394:
- Indiener: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-03-26 12:44: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-04-10 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 710 Wijziging van de Mediawet 2008 houdende aanpassing van de rijksmediabijdrage
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat voor de dekking van het tekort op de Rijksbegroting het minimum van de rijksmediabijdrage per 2025 wordt verlaagd met 24,3 miljoen euro en dat het voor deze maatregel nodig is de Mediawet 2008 te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Mediawet 2008 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2.144, eerste lid, wordt «het jaar 2019 855,002 miljoen euro» vervangen door «het jaar 2025 € 1.040.379.000».
ARTIKEL II. INWERKINGTREDING
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,