[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgang aanpak netcongestie

Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Brief regering

Nummer: 2025D12629, datum: 2025-03-24, bijgewerkt: 2025-03-28 11:23, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29023 -559 Voorzienings- en leveringszekerheid energie.

Onderdeel van zaak 2025Z05499:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte Voorzitter,

De drukte op het elektriciteitsnet, netcongestie, is een urgente uitdaging voor de ambities van het kabinet voor economische groei en werkgelegenheid, de verduurzaming van bedrijven, organisaties en mobiliteit, en de bouw van woningen. Het is een knelpunt op weg naar een betrouwbare, veilige en betaalbare energievoorziening, waarbij we minder afhankelijk zijn van andere landen en die duurzaam en schoon is. Uit de Klimaat- en Energieverkenning 2024 (KEV)1 blijkt dat de aanpak van netcongestie één van de essentiële randvoorwaarden is om de reductiedoelen voor klimaatemissies binnen bereik te houden. De vraag naar transportcapaciteit van elektriciteit groeit nog altijd sneller dan het aanbod. In nagenoeg het hele land komen grootverbruikers (bedrijven en instellingen) die een nieuwe of zwaardere stroomaansluiting willen op een wachtlijst. Ook op de laagspanningsnetten dreigt in de komende jaren overbelasting, met mogelijke gevolgen voor kleinverbruikers zoals huishoudens. Het kabinet neemt daarom regie op de aanpak van netcongestie en werkt aan handelingsperspectief voor bedrijven en organisaties die hierdoor moeite hebben om uitbreiding en verduurzaming te realiseren. Hiervoor is (cijfermatig) inzicht in de situatie en voortgang van groot belang. Dit inzicht groeit, zoals blijkt uit bijgevoegde tweede voortgangsrapportage van het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN). Hieruit blijkt onder meer dat het aantal nieuwe aansluitingen daalt en de wachtrij voor grootverbruikers groeit, maar ook dat de bouw wordt versneld, met name aan de middenspanningsruimtes (‘trafohuisjes’). Verder is zichtbaar dat het aantal gesloten flexibele contracten is toegenomen.

Aanpak netcongestie

Het kabinet pakt netcongestie aan in verschillende programma’s. Het zwaartepunt ligt bij het LAN waarin het kabinet samenwerkt met netbeheerders, ACM, medeoverheden en marktpartijen. Daarnaast wordt met aanpalende samenwerkingsprogramma’s bijgedragen aan de aanpak van netcongestie, zoals het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK), het Samenwerkingsprogramma Integraal Programmeren Energiesysteem, Programma EnergieHoofdstructuur (PEH) en het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (NPVI). Deze programma’s rapporteren separaat over hun planning en voortgang. Oplossingsrichtingen met ruimtelijke implicaties worden meegenomen in de nieuwe Nota Ruimte en programma NOVEX. Binnen het kabinet worden de onderlinge samenhang en afhankelijkheden van de verschillende programma’s geborgd. Verder was netcongestie een belangrijk gespreksonderwerp op de Woontop en de OndernemersTop van december 2024. Op de Woontop zijn door de minister van VRO onder meer afspraken gemaakt over netbewust bouwen, waarmee wordt gestart in de congestieregio Flevopolder-Gelderland-Utrecht2. De input die op de OndernemersTop is opgehaald neemt de minister van EZ mee bij de uitwerking van het Pact Ondernemingsklimaat3.

Op 7 maart jl. is het rapport van het IBO (Interdepartementaal Beleidsonderzoek) Bekostiging Elektriciteitsinfrastructuur opgeleverd, dat in gaat op de financiering en verdeling van de kosten van de noodzakelijke uitbreiding van het net, en betere benutting van het net4. Het kabinet zal gelijktijdig met de Voorjaarsnota inhoudelijk op dit rapport reageren.

In het LAN zijn op dit moment ruim honderd concrete acties opgenomen. Deze brief en de bijgevoegde voortgangsrapportage van het LAN vormen samen de tweede brede rapportage aan het parlement over de voortgang van de aanpak van netcongestie5. Op onderdelen is de Kamer in de tussentijd separaat geïnformeerd6. Dit najaar verschijnt een update van de netbeheerders van de ontwikkeling van flexibiliteit en wachtrijen. In het voorjaar van 2026 ontvangt de Kamer weer een rapportage over de algehele voortgang van de aanpak van netcongestie, waaronder het LAN. Deze brief bevat een toelichting op de voortgang en vooruitzichten van de aanpak van netcongestie langs de drie actielijnen van het LAN: Sneller Bouwen, Beter Benutten en Slimmer Inzicht.

Sneller Bouwen

De noodzakelijke uitbreiding en verzwaring van het elektriciteitsnet is een immense bouwopgave. Daar gaat iedereen wat van merken in woonwijken en het landschap. Tot 2040 moeten er ruim 50.000 transformatorhuisjes, meer dan 100.000 kilometer kabel en honderden hoogspanningsstations bij komen. Deze uitdaging vereist een vernieuwende werkwijze van alle betrokken partijen. De uitstoot van stikstof en de krappe arbeidsmarkt vormen daarbij aanvullende knelpunten.

Het kabinet werkt in het LAN samen met netbeheerders en medeoverheden aan het wegnemen van barrières en het versnellen van de uitbreiding van de elektriciteitsinfrastructuur.

Lopende acties Sneller Bouwen

De realisatie van aanvullende transportcapaciteit wordt versneld met o.a.:

  • Kortere procedures:

Het kabinet optimaliseert procedures met aanpassingen in wet- en regelgeving, zoals de versnelde procedure vanwege zwaarwegend maatschappelijk belang en wijziging van de gedoogplicht in de ontwerpfase, die beide een tijdwinst tot 1,5 jaar kunnen opleveren. Voor meer informatie over deze en andere versnellingsmaatregelen verwijst het kabinet naar de laatste MIEK-voortgangsbrief7. Het wetsvoorstel Wet versterking regie volkshuisvesting vormt de grondslag voor de versnelde procedure vanwege zwaarwegend maatschappelijk belang. Recent is de tweede nota van wijziging bij dit wetsvoorstel aan de Kamer aangeboden. Daarbij heeft het kabinet de wenselijkheid van een spoedige behandeling van het wetsvoorstel door het parlement onderstreept8.

  • Voldoende capaciteit medeoverheden:

Bij provincies en gemeenten is voor projecten vaak slechts beperkt personeel beschikbaar met expertise op het gebied van ruimtelijke ordening, wat de voortgang kan hinderen. Om hen tijdelijk te ondersteunen wordt een ”vliegende brigade” opgericht, een expertpool energie-infrastructuur. Daarbij wordt voortgebouwd op de bestaande expertpool MIEK-PEH. De komende maanden wordt de precieze inrichting van de expertpool bepaald.

  • Standaard werkwijzen en methodes mbt grond

Begin januari is een onderzoek gestart naar de mogelijkheden om het proces voor het vaststellen van grondprijzen te vereenvoudigen en standaardiseren. Dit kan de ruimte voor discussie in het onderhandelproces over de aankoop van grond voor hoog- en middenspannings elektriciteitsinfrastructuur verkleinen. Dit scheelt per project enkele maanden. De resultaten worden in de zomer verwacht. Daarnaast werkt de onafhankelijk coördinator Actieagenda netcongestie laagspanningsnetten, Stephan Brandligt, aan standaardisering van afspraken over de grond voor het plaatsen van transformatorhuisjes, de zogenoemde ‘zekerheidsstelling’, om vertraging te voorkomen. Binnenkort wordt een modelovereenkomst gepubliceerd waarin de belangen van zowel netbeheerder als gemeenten juridisch zijn geborgd.

  • Stikstof

De uitstoot van stikstof is een doorlopende uitdaging voor bouwprojecten, zo ook voor energie-infrastructuurprojecten. Zoals in de laatste MIEK-brief9 is toegelicht, onderzoekt het kabinet als voorkeursoptie de toepassing van een zogenoemde adc-toets. Het doel is om zowel zekerheid te bieden aan initiatiefnemers (houdbare vergunningen) als bij te dragen aan de nationale doelen voor vermindering van stikstof- en CO2-uitstoot. Daartoe is met netbeheerders een actualisatie gestart van het OSES (Onderzoek samenhang Energietransitie en stikstof in de industrie) van februari 2024. Het kabinet verwacht de resultaten in het tweede kwartaal van 2025. De recente rechterlijke uitspraken rondom Amercentrale/Rendac en Greenpeace hebben niet direct invloed op deze voorkeursoptie van het kabinet, omdat deze niet uitgaat van intern salderen.

Belangrijkste ontwikkelingen en vervolgacties

Het kabinet werkt samen met de LAN-partners aan aanvullende maatregelen om de bouwopgave tijdig te behalen. Dit is een zoektocht naar de balans tussen enerzijds maximale impact op de realisatie van netwerkcapaciteit en anderzijds het belang van inspraak- en beroepsmogelijkheden, en andere maatschappelijke ambities en uitdagingen zoals woningbouw en defensie die ook in de schaarse ruimte moeten worden ingepast.

Op dit moment worden onder meer de volgende mogelijkheden verkend:

  • Koepelvergunningen

Begin januari is aanvullend onderzoek gestart naar de mogelijkheden om vergunningsprocedures te versnellen met een methodiek zoals koepelvergunningen, waarbij meerdere vergunningen voor energie-infrastructuur gelijktijdig worden verleend. De resultaten worden in de zomer verwacht.

  • Sneller trechteren locaties

Minder locatie-alternatieven vermindert de onderzoekslast voor netbeheerders en kan kortere procedures mogelijk maken. Deze versnelling kan echter schuren met de wens om meerdere locatie-alternatieven die zijn aangedragen door bewoners zo lang mogelijk mee te nemen in de procedure. Het kabinet verkent met de provincies wat op dit punt met bestuurlijke afspraken kan worden versneld. Dit zou bij grote projecten enkele maanden of meer tijdwinst kunnen opleveren.

Onderinvesteringen netbeheerders

In het commissiedebat netcongestie en energie-infrastructuur van 19 februari jl. is nadere informatie toegezegd over de onderinvesteringen van de netbeheerders10. De ACM heeft begin 2024 een melding van onderinvesteringen gedaan. De ACM concludeerde op basis van haar toets op de investeringsplannen (IP’s) dat netbeheerders niet in voldoende mate kunnen voorzien in de huidige en/of toekomstige behoefte aan transportcapaciteit. De Kamer is hierover bij brief van 21 mei 2024 geïnformeerd11. De groei van de vraag naar capaciteit op het elektriciteitsnet overstijgt de mogelijk-heden om hier tijdig infrastructuur voor aan te leggen. Dit wordt het “maakbaarheidsgat” genoemd. Dit wordt veroorzaakt door diverse knelpunten, zoals het gebrek aan arbeidscapaciteit, de lange doorlooptijden voor de vereiste vergunningen, de ruimtelijke inpassing van grotere uitbreidingsprojecten en de beschikbaarheid van kritische materialen en componenten. In opdracht van Netbeheer Nederland is begin 2024 berekend dat tot 2030 ongeveer € 65 mld. aan investeringen in netuitbreiding nodig is, waarvan € 46,5 mld. geldt als ‘maakbaar’, wat betekent dat er een maakbaarheidsgat is van 28% tot 2030. Het gehele onderzoeksrapport is te vinden op de website van Netbeheer Nederland12. De melding van onderinvesteringen van de ACM betekent niet dat netbeheerders geld op de plank laten liggen, maar dat ze niet voldoende transportcapaciteit tijdig kunnen realiseren, met netcongestie en wachtrijen tot gevolg. Dit gat moet dus zo snel mogelijk worden gedicht. Begin 2026 publiceren de netbeheerders een nieuwe versie van de IP’s. Hierbij zullen zij nader ingaan op de huidige omvang van het maakbaarheids-probleem en hoe dit zo veel mogelijk wordt ingelopen. In de eerste helft van 2026 zal het kabinet de Kamer per brief informeren over de toets van de ACM en het ministerie van KGG op de IP’s van 2026 en daarbij ook ingaan op de stand van zaken rond het maakbaarheidsgat.

Beter Benutten

Naast uitbreiding van de fysieke capaciteit van het elektriciteitsnet is betere benutting van het net van cruciaal belang voor de aanpak van netcongestie. Het realiseren van meer flexibiliteit is bovendien essentieel voor het energiesysteem van de toekomst13. Het net is slechts een deel van de tijd ‘vol’. Door het elektriciteitsgebruik beter te spreiden worden de gevolgen van netcongestie verminderd en kunnen meer gebruikers worden aangesloten. Hierover heeft de bestuurlijk aanjager, Gerard Schouw, in november een aantal adviezen uitgebracht dat het kabinet grotendeels opvolgt als aanvulling op de netcongestie-aanpak14.

Het LAN bevordert betere benutting langs drie lijnen:

  1. Beter benutten mogelijk maken: het scheppen van (juridische) randvoorwaarden door de ontwikkeling van alternatieve contractvormen en mogelijkheden voor congestiemanagement uit te breiden.

  2. Beter benutten bedrijven en instellingen: ondersteuning voor grootverbruikers om meer flexibel worden in hun elektriciteitsgebruik.

  3. Beter benutten kleinverbruikers: het bieden van handvatten aan huishoudens en andere kleine verbruikers om efficiënt gebruik te maken van het laagspanningsnet. Ook de thema’s wonen en mobiliteit vallen binnen dit onderdeel.

2.1 Beter Benutten Mogelijk Maken

Binnen de LAN-actielijn Beter Benutten Mogelijk Maken werken het Rijk, de ACM, netbeheerders en andere belanghebbenden aan het creëren en uitrollen van instrumenten die betere benutting van het elektriciteitsnet mogelijk maken. Een volledig overzicht van afgeronde en lopende acties is opgenomen in de bijgevoegde voortgangsrapportage.

Belangrijkste ontwikkelingen

  • Inwerkingtreding tijdsafhankelijke tarieven hoogspanningsnet

Op het Tennet-net gelden per 1 januari jl. tijdstipafhankelijke nettarieven. Hiermee worden grootverbruikers op het landelijk hoogspanningsnet met een financiële prikkel gestimuleerd (een deel van) hun verbruik naar momenten buiten de piek te verplaatsen.

  • Nieuwe contractvormen

Nieuw ontwikkelde contractvormen voor congestiemanagement en alternatieve transportrechten zijn juridisch gereed. Deze worden door de netbeheerders verder geïmplementeerd en uitgerold.

  • Tijdsblokgebonden contract: Uiterlijk eind 2025 kunnen alle regionale netbeheerders het nieuwe tijdsblokgebonden contract aanbieden. Hiermee kunnen grootverbruikers een contract krijgen waarmee ze een vast deel van de dag of een vaste periode van het jaar transportcapaciteit krijgen in ruil voor een korting op hun nettarieven. Tot die tijd worden door de netbeheerders op pilotbasis al contracten afgesloten. Op dit moment lopen er 42 van dit soort pilots.

  • Tijdsduurgebonden contract: Vanaf 1 oktober zal landelijk netbeheerder Tennet het tijdsduurgebonden contract breed gaan aanbieden waar daar ruimte voor is op het net. Hiermee kan de netbeheerder een bepaald percentage van de tijd de transportcapaciteit beperken (minimaal 24 uur vooraf aangekondigd) in ruil voor korting op de nettarieven. Het tijdsduurgebonden contract wordt nu in de vorm van de ATR85 aangeboden, waarbij partijen tenminste 85% van de tijd beschikken over de volledige transportcapaciteit. Afgelopen jaar is het eerste contract met een grootschalige batterij afgesloten. Met deze en andere alternatieve contractvormen kunnen in congestiegebieden alsnog netgebruikers worden aangesloten.

  • Uitrol nieuwe contracten

Als nieuwe actie van het LAN zet het kabinet zich met netbeheerders en marktpartijen in om uitrol van nieuwe contractvormen bij bedrijven en organisaties sneller te realiseren. Hierbij zal het kabinet aandacht hebben voor het identificeren van verbeterkansen van de nieuwe instrumenten. Om hen te helpen bij het vinden van een passende oplossing voor hun netcongestieproblematiek heeft Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een wegwijzer gepubliceerd waarin de verschillende contractvormen verwerkt zijn15.

  • Zwaarder belasten elektriciteitsnet

Het ministerie van KGG en de ACM onderzoeken in samenwerking met de netbeheerders de mogelijkheden om het elektriciteitsnet op een verantwoorde manier zwaarder te belasten, zoals ook geadviseerd door de bestuurlijk aanjager slim met stroom, Gerard Schouw. Streven is meer partijen aan te sluiten, zonder dat daar investeringen in uitbreiding van het net voor nodig zijn. De netbeheerders passen dit waar mogelijk al toe. Zo wordt bij netbelasting al rekening gehouden met temperatuurverschillen tussen zomer en winter, die effect hebben op de maximale transportcapaciteit. Zwaarder belasten van het elektriciteitsnet is niet zonder risico, bijvoorbeeld omdat de kans op een storing toeneemt. Het onderzoek moet inzicht geven in hoe de limieten van het elektriciteitsnet worden bepaald, welke verschillende manieren er zijn om het net zwaarder te belasten, wat de consequenties daarvan kunnen zijn en met welke beleidsopties het kabinet of de ACM desgewenst hierop kan sturen. De resultaten van dit onderzoek zullen in de loop van dit jaar gefaseerd bekend worden en zo mogelijk geïmplementeerd. 

  • Analyse bestaand instrumentarium

Het kabinet identificeert de komende maanden de kansen en impact voor netcongestie van het huidige subsidie-instrumentarium, eveneens een advies van de heer Schouw. De aanbevelingen kunnen leiden tot aanpassingen binnen dit instrumentarium om eventuele negatieve effecten op netcongestie te verkleinen of juist een positieve impact te realiseren.

  • Flexibele opwek

Bestaande gascentrales en wkk’s spelen op plekken al een belangrijke rol in het verlichten van netcongestie op piekmomenten. De vraag naar inzet van lokale flexibele opwek zal door netcongestie tijdelijk verder toenemen, totdat structurele netverzwaring is voltooid. Gasgestookte installaties worden ondertussen in toenemende mate vervangen door hernieuwbare energiebronnen, waardoor het aanbod van flexibele opwek daalt. Binnen het LAN is een actie gestart met de netbeheerders, in nauwe samenwerking met de ACM, om het overzicht van het bestaande vermogen te verbeteren en te verbinden aan de gewenste inzet voor het verminderen of voorkomen van netcongestie in specifieke netdelen. Het doel is om deze verkenning in het tweede kwartaal van 2025 af te ronden.

Maatschappelijk prioriteringskader ACM

In het commissiedebat netcongestie en energie-infrastructuur van 19 februari jl. is een update toegezegd van de stand van zaken van het prioriteringskader van de ACM16. Netbeheerders zijn sinds 1 oktober 2024 verplicht om in congestiegebieden het maatschappelijk prioriteringskader17 toe te passen. Met het kader kunnen partijen die vallen binnen de categorieën congestieverzachter, veiligheid of basisbehoefte, voorrang aanvragen bij de netbeheerder. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op 11 maart jl. uitspraak gedaan in meerdere zaken over het prioriteringskader. Hieruit blijkt dat de ACM zelfstandig bevoegd is het kader vast te stellen, maar dat het huidige kader onvoldoende is onderbouwd. De drinkwatervoorziening is verplaatst van de categorie basisbehoeften naar de categorie veiligheid. De ACM bestudeert de uitspraak met het oog op te zetten vervolgstappen. Tot 1 januari 2026 zal het huidige prioriteringskader van kracht blijven. De ACM acht het van belang dat partijen met een groot maatschappelijk belang ook volgend jaar voorrang kunnen krijgen.

2.2 Beter Benutten Bedrijven & Instellingen

Met de actielijn Beter Benutten Bedrijven en Instellingen werkt het LAN aan het bieden van handelingsperspectief bij belemmeringen door netcongestie. Hoewel er aanzienlijke potentie is voor flexibiliteit in Nederland, ziet het LAN nog belemmeringen voor de opschaling, met name:

  • Gebrek aan inzicht in benodigde flexibiliteit in een gebied;

  • Onzekerheid over kosten, baten en de businesscase;

  • Versnipperde kennis en technische complexiteit;

  • Capaciteitsgebrek bij netbeheerders, wat leidt tot lange doorlooptijden voor totstandkoming van nieuwe contracten.

Aan de hand van deze knelpunten is met de betrokken brancheverenigingen18 de rapportage "Flexibilisering van Elektriciteitsverbruik door bedrijven en instellingen" opgeleverd. Deze rapportage met beleidsacties, knelpunten en status is beschikbaar op de RVO-website19 en gaat als bijlage bij deze brief. De volgende acties zijn toegevoegd aan het actieprogramma:

  • Sectorale aanpak om bedrijven en instellingen gericht te ondersteunen.

  • Kennisfunctie netcongestie voor beter inzicht in uitdagingen en oplossingen.

  • Verbetering van inzicht in toekomstige flexibiliteitsbehoeften.

  • Harmonisatie van processen en werkwijzen tussen regionale en landelijke netbeheerders.

  • Monitoring van flexibiliteitsontwikkelingen.

  • Evaluatie van bestaande regelingen en waar nodig verbetering.

  • Versterkte samenwerking tussen RVO en netbeheerders.

Als concrete maatregel gaat per 1 april a.s. de subsidieregeling Flexibel elektriciteitsverbruik (Flex-e) van start om grootverbruikers te ondersteunen bij het flexibiliseren van hun elektriciteitsverbruik. De Tweede Kamer is bij brief van 19 februari geïnformeerd over deze regeling20. Daarnaast is uit het stimuleringsprogramma energiehubs in 2024 en 2025 € 17,5 mln. per jaar beschikbaar gesteld voor ondersteuning van initiatieven voor energiehubs voor bijvoorbeeld haalbaarheidsonderzoeken of het verkrijgen van de juiste vergunningen.

Sectorale aanpak

In lijn met het advies van de heer Schouw zet het kabinet in op een sectorale aanpak om bedrijven en instellingen te helpen met het flexibiliseren van hun elektriciteitsverbruik. In november 2024 hebben de Waterschappen als eerste een sectorovereenkomst netcongestie gesloten met Netbeheer Nederland en het ministerie van KGG. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en KGG zijn op dit moment in overleg met partijen uit de OV sector en netbeheerders. Doel van deze gesprekken is te komen tot een gezamenlijke aanpak van netcongestie in het openbaar vervoer.

Uit een studie naar de mogelijkheden in de bedrijfsvoering van verschillende economische sectoren en gesprekken van VNO-NCW en MKB-Nederland met hun leden zijn drie aanvullende sectoren naar voren gekomen waarmee verkennende gesprekken worden gestart: glastuinbouw, levensmiddelenindustrie en metaal & metaalbewerking.

Kennisfunctie

Bij de RVO wordt de kennisfunctie netcongestie ingericht om bestaande oplossingen en mogelijkheden breed beschikbaar te stellen aan bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden. De RVO heeft brede kennis van regelingen en subsidies omtrent de verduurzaming van de energievoorziening die tevens bijdragen aan het verlichten van congestie. Uit onderzoek van MKB-Nederland is gebleken dat ondernemers van alle kanalen die zij raadplegen het meest tevreden zijn over RVO. Bij veel ondernemers leven vragen over het delen van energie met bijvoorbeeld cable pooling of een energiehub. Ook de informatie over de kansen en mogelijkheden die daarvoor zijn komt binnen de kennisfunctie beschikbaar. Hiermee geeft het kabinet uitvoering aan de toezegging aan het Eerste-Kamerlid Crone (GL-PvdA) in het debat over de Energiewet op 3 december.

2.3 Beter Benutten Kleinverbruikers

Ook de belasting van de laagspanningsnetten, waar kleinverbruikers zoals huishoudens, scholen, winkels, horeca en andere mkb bedrijven op zijn aangesloten, neemt toe. In de actielijn Beter Benutten Kleinverbruikers werkt het LAN aan een toekomstbestendig systeem waarin kleinverbruikers slim en efficiënt gebruik maken van het laagspanningsnet. De focus ligt daarbij op:

  1. Het stimuleren van de uitrol van ‘slimme apparaten’ op het gebied van wonen en mobiliteit.

  2. Communicatie en draagvlak zodat kleinverbruikers handvatten krijgen om hun piekverbruik af te vlakken.

  3. Inrichten van de juiste financiële prikkels met de invoering van een nieuw systeem van nettarieven zodat beter benutten van het net loont.

  4. Implementatie van netbescherming, om de effecten van onverwachte pieken zoveel mogelijk te beperken.

De gezamenlijke netbeheerders zullen in de zomer van 2025 een ontwerp codevoorstel gereed hebben voor alternatieve nettarieven voor kleinverbruikers, op basis van het onderzoek van Berenschot van oktober 202421. Het ontwerp wordt vervolgens door de gezamenlijke netbeheerders omgezet in een concept codevoorstel, dat bij ACM ingediend zal worden. De ACM zal het concept consulteren en uiteindelijk een codewijziging vaststellen. Bij opstellen van dit codevoorstel besteden netbeheerders en de ACM bijzondere aandacht aan de uitvoerbaarheid en begrijpelijkheid voor burgers, zoals de Tweede Kamer met de motie-Postma/Flach22 heeft benadrukt. De invoering van dit nieuwe systeem op alle onderdelen kost tijd en zal op zijn vroegst in 2028 kunnen worden voltooid. Daarom wordt doorlopend gezocht naar maatregelen die verlichting kunnen bieden op de korte termijn.

Stroomnettchecker

De regionale netbeheerders Enexis, Liander en Stedin hebben onlangs een ‘stroomnetchecker’ gepubliceerd op hun websites. Hiermee kunnen huishoudens en andere partijen met een kleinverbruik-aansluiting op basis van hun postcode en huisnummer een indicatie krijgen van de lokale situatie op het stroomnet en de kans dat zij langer moeten wachten, in het geval dat het stroomnet in de buurt eerst moet worden uitgebreid. Dit helpt hen om vooraf beter te plannen welke verduurzamende maatregelen ze kunnen nemen.

Inpassing van thuisbatterijen

Het afgelopen jaar is het aantal kleinschalige batterijen sterk gegroeid. Thuisbatterijen hebben de potentie om netcongestie te verminderen, maar kunnen de belasting op het net ook juist vergroten. Om deze reden sluiten netbeheerders, marktpartijen en KGG binnenkort een convenant waarin wordt voorkomen dat kleinschalige batterijen laden of ontladen op momenten dat dit netcongestie verergert. Batterijen die voldoen aan de afspraken kunnen worden voorzien van een keurmerk. Daarmee wordt een eerste stap gezet voor de congestiepositieve inzet van deze batterijen.

Slim laden elektrische voertuigen

Het slim laden van elektrische voertuigen maakt vraagsturing en tijdelijke opslag van elektriciteit via de batterijen van elektrische voertuigen mogelijk. Elektrische voertuigen leiden tot extra elektriciteitsvraag, maar kunnen ook bijdragen aan het voorkomen en dempen van piekbelastingen. Dit kan voordelen opleveren voor zowel eigenaren van elektrische auto’s als voor het elektriciteitsnetwerk. De Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) heeft een nationaal opschalingsprogramma “Slim Laden Voor Iedereen” (SLVI) vormgegeven om in samenwerking met betrokkenen uit de laadketen, de landelijke opschaling van slim laden te realiseren. Het SLVI-kader is verwerkt in de handreiking “condities netbewust laden” voor publieke laadpalen. De landelijke implementatie van netbewust laden via deze handreiking is een van de acties uit het landelijk SLVI-actieplan en onderdeel van het LAN. De implementatie loopt op schema en is naar verwachting eind dit jaar gereed.

Daarnaast heeft onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheid voor regionaal maatwerk in netcongestiegebieden. Binnenkort ondertekenen netbeheerder Stedin en de laadpaalexploitanten (Charge Point Operators, CPO’s) in de provincie Utrecht hierover een intentieverklaring. Het terugschakelen van publieke laadpalen tijdens piekmomenten is een van de maatregelen waarmee ruimte ontstaat op het elektriciteitsnet in dit gebied. Het streven is dat netbeheerder Stedin vóór de zomer van 2025 capaciteitgebonden contracten sluit met de laadpaalexploitanten in Utrecht en voor dit congestiemanagement een passende compensatievergoeding overeenkomt. Het ministerie van IenW voert de regie en werkt samen met de NAL-regio’s, het ministerie van KGG en de ACM om dit proces te bewaken en waar nodig bij te sturen.

Tevens heeft de afgelopen winter in het verzorgingsgebied van Enexis en Liander met tussenkomst van marktpartijen Eneco eMobility, Vattenfall en ANWB een succesvolle proef met netbewust thuisladen bij zo’n 400 huishoudens plaatsgevonden. Hierbij is een significante reductie in het laadvermogen tijdens piekmomenten gerealiseerd. Op basis van de positieve leerervaringen hebben de netbeheerders Enexis, Liander en Stedin met energieleveranciers Eneco, Essent en Vattenfall de intentie uitgesproken om dit concept voor het einde van 2025 op grotere schaal te toetsen.

Flevopolder-Gelderland-Utrecht (FGU)

Begin 2024 bleek dat de congestiesituatie in de regio Flevopolder, Gelderland en Utrecht (FGU-gebied) bijzonder urgent is en ook kleinverbruikers kan raken. Om dit te voorkomen zijn aanvullende regionale maatregelen afgesproken tussen de betrokken netbeheerders, provincies, en de ministeries van IenW, VRO en KGG23. Een deel van de maatregelen is erop gericht om de piekvraag op de laagspanningsnetten te reduceren. In deze regio wordt gestart met netbewust bouwen, waarin met technische oplossingen de netbelasting wordt beperkt. Zoals hiervoor toegelicht worden daarnaast maatwerkafspraken gemaakt met aanbieders van publieke laadpalen. Zoals besproken in het Tweeminutendebat Netcongestie van 6 maart jl. wordt ook specifiek gekeken naar de mogelijkheden van lokale opwek. In Flevoland worden bijvoorbeeld de mogelijkheden van wind, zon en batterijen in kaart gebracht. Deze regionale maatregelen zijn als nieuwe acties opgenomen in het LAN, zodat de acties aansluiten bij de overkoepelende aanpak voor kleinverbruikers en de lessen en ervaringen met het FGU-gebied meegenomen worden bij de mogelijke toepassing van deze maatregelen in andere regio's of nationaal.

Slimmer Inzicht

Met het bieden van inzicht in de netsituatie wordt bijgedragen aan de andere actielijnen en wordt de duidelijkheid gegeven die nodig is om onderbouwde beslissingen te kunnen nemen over bijvoorbeeld woningbouwprojecten of investeringen door bedrijven of organisaties. De transportcapaciteitskaart24 wordt met regelmaat aangevuld met nieuwe inzichten en functionaliteiten, in samenwerking met stakeholders binnen het LAN. Dit zijn meer dan 25 organisaties waaronder VNO-NCW/MKB, VNG, IPO en VEMW. Onlangs zijn de geplande netuitbreidingen per zogenoemd ‘voedingsgebied’ op hoog- en middenspanningsniveau toegevoegd; in het 2e kwartaal 2025 volgt een meerjarige vooruitblik; vanaf het 3e kwartaal 2025 wordt in stappen informatie toegevoegd over de fasering van netuitbreidingen per voedingsgebied en wordt er meer inzicht gegeven in de belasting van het net in de tijd; in de eerste helft van 2026 volgt meer inzicht in de plannings (on)zekerheden van de netuitbreiding. Dit alles geeft steeds betere indicatie van het moment dat er in een voedingsgebied extra transportcapaciteit aangeboden kan worden aan klanten op de wachtlijst. Op deze wijze wordt meer transparantie geboden aan grootverbruikers zodat zij tijdige investeringsbeslissingen kunnen nemen over verduurzaming en uitbreiding. Hiermee is uitvoering gegeven aan de toezegging in het commissiedebat netcongestie en energie-infrastructuur van 19 februari jl. om nadere informatie te geven over transparantie en informatievoorziening voor ondernemers rond netcongestie25.

Tot slot

Alle samenwerkingspartners en het kabinet werken op uiteenlopende gebieden hard aan de aanpak van netcongestie en het beperken van de gevolgen. Alle grote en kleinere acties op het gebied van sneller bouwen, beter benutten en slimmer inzicht zijn nodig om deze uitdaging het hoofd te bieden. Ondanks dat zal netcongestie in de komende jaren nog tot beperkingen blijven leiden.

Het kabinet blijft zoeken naar manieren om extra stappen te zetten en verlichting te bieden waar dat kan. Het kabinet doet dit in constructief overleg met het parlement, medeoverheden en maatschappelijke organisaties.

Sophie Hermans

Minister van Klimaat en Groene Groei


  1. Kamerstukken II 2023/24, 32813, nr. 1416↩︎

  2. Kamerstukken II 2024/25, 32847, nr. 1237↩︎

  3. Kamerstukken II 2024/25, 32637, nr. 662↩︎

  4. Kamerstukken II 2024/25, 29023, nr. 553↩︎

  5. Zie voor de eerste editie van juni: Kamerstukken II 2023/24, 29023, nr. 515↩︎

  6. brief ‘netcongestie’ van 21 november 2024, Kamerstukken II 2024/25, 29023, nr. 525 en brief ‘Appreciatie rapport onafhankelijk bestuurlijk aanjager slim met stroom’, Kamerstukken II 2024/25, 29023, nr. 527↩︎

  7. Kamerstukken II 2024/25, 29826, nr. 217↩︎

  8. Kamerstukken II 2024/25, 36512, nr. 11↩︎

  9. Kamerstukken II 2023/24, 29826, nr. 201↩︎

  10. TZ202502-194↩︎

  11. Kamerstukken II 2023/24, 29023, nr. 514↩︎

  12. https://www.netbeheernederland.nl/publicatie/maakbaarheidsgat↩︎

  13. Zie Nationaal Programma Energiesysteem, Kamerstukken II 2023/24, 32813 nr. 1319↩︎

  14. Kamerstukken II 2024/25 29023, nr. 527↩︎

  15. https://www.rvo.nl/onderwerpen/netcongestie-en-opslag-van-energie/wegwijzer-netcongestie-ondernemers↩︎

  16. TZ202502-197↩︎

  17. https://www.acm.nl/nl/publicaties/codebesluit-prioriteringsruimte-bij-transportverzoeken↩︎

  18. Energie Nederland, VEMW, NBNL, VNO-NCW, MKB Nederland, NVDE, Holland Solar en Energy Storage NL.↩︎

  19. https://www.rvo.nl/sites/default/files/2025-03/Rapportage%20Flexibilisering%20Bedrijven%20en%20Instellingen%20Definitief%202.pdf↩︎

  20. Kamerstukken II 2024-25, 29023, nr. 535↩︎

  21. https://www.netbeheernederland.nl/publicatie/berenschot-verkenning-alternatief-nettariefstelsel-kleinverbruik↩︎

  22. Kamerstukken II 2024-25, 29023, nr. 541↩︎

  23. Kamerstukken II 2023/24, 29023, nr. 510↩︎

  24. https://capaciteitskaart.netbeheernederland.nl/↩︎

  25. TZ202502-196 ↩︎