[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Fiche: Wijziging verordening centrale effectenbewaarinstellingen inzake een kortere afwikkelingscyclus

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Brief regering

Nummer: 2025D12682, datum: 2025-03-24, bijgewerkt: 2025-03-27 16:16, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-4011).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -4011 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.

Onderdeel van zaak 2025Z05512:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 4011 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 maart 2025

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 4 fiches die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).

Fiche: Wijziging verordening centrale effectenbewaarinstellingen inzake een kortere settlementcyclus

Fiche: Voorstel Omnibus I CSRD CSDDD (Kamerstuk 22 112, nr. 4012)

Fiche: Verordening vereenvoudiging Carbon Border Adjustment Mechanism (Kamerstuk 22 112, nr. 4013)

Fiche: wijziging verordeningen om de efficiëntie van EU-garanties te vergroten en rapportageverplichtingen te versimpelen (Kamerstuk 22 112, nr. 4014)

De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp

Fiche: Wijziging verordening centrale effectenbewaarinstellingen inzake een kortere afwikkelingscyclus

1. Algemene gegevens

a) Titel voorstel

Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 909/2014 wat betreft een kortere afwikkelingscyclus in de Unie

b) Datum ontvangst Commissiedocument

12 februari 2025

c) Nr. Commissiedocument

COM(2025) 38

d) EUR-Lex

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM:2025:38:FIN

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing

SWD(2025) 37

f) Behandelingstraject Raad

Economische en Financiële Raad

g) Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Financiën

h) Rechtsbasis

Artikel 114 VWEU

i) Besluitvormingsprocedure Raad

Gekwalificeerde meerderheid

j) Rol Europees Parlement

Medebeslissing

2. Essentie voorstel

a) Inhoud voorstel

Na elke transactie op de financiële markten volgt uiteindelijk settlement1, de laatste stap in de keten van trading-clearing-settlement2. De settlement van een financieel instrument, bijvoorbeeld de verkoop van een aandeel op een beurs, volgt momenteel uiterlijk twee dagen na de (ver)kooptransactie. De maximale termijn van twee dagen, die bindend wordt voorgeschreven door artikel 5, tweede lid, van de verordening centrale effectenbewaarinstellingen (CSDR)3, wordt ook wel de settlementcyclus genoemd en aangeduid als «T+2» oftewel transactiedatum plus twee dagen. In die twee dagen wordt een aantal processen afgehandeld4 door financiële marktpartijen waardoor de transactie verwerkt wordt en twee dagen na het moment dat de (ver)koop overeengekomen is (de handel), het financieel instrument bij de koper op de effectenrekening staat en de betaling bij de verkoper is aangekomen. Met het oog op internationale ontwikkelingen rondom het verkorten van de settlementcyclus5 bevat artikel 74, derde lid, CSDR een verplichting voor de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) om een rapport op te leveren over de verkorting van de settlementcyclus in de EU.

Vanuit de financiële industrie in de EU werd al langer nagedacht over het verkorten van de settlementcyclus. Al in 2022 publiceerde de Association for Financial Markets in Europe (AFME) een rapport over de voordelen en uitdagingen van een settlementcyclus van T+1 in de EU.6 In 2023 heeft AFME al een T+1 Industry taskforce opgezet om vanuit industriezijde te werken aan de verkorting van de settlementcyclus.7 In 2024 zijn verschillende jurisdicties buiten de EU overgegaan van T+2 naar T+1.8 ESMA concludeert mede daardoor in haar door CSDR gemandateerde rapport van 18 november 2024 dat het wenselijk is voor de EU om over te stappen naar een settlementcyclus van T+1, onder meer om een gelijk speelveld te houden met een groot deel van de mondiale financiële markten.9 De onder leiding van AFME opgezette T+1 Industry Taskforce, waaraan 21 belangenorganisaties uit de financiële industrie deelnemen, heeft een roadmap opgesteld om overeenstemming te bereiken over de noodzakelijke praktische aanpassingen om naar een T+1 settlementcyclus over te gaan.10 Tegelijkertijd is er vanuit de Europese Commissie («de Commissie»), de Europese Centrale Bank (ECB) en ESMA een governance-structuur opgezet voor de overgang naar een T+1 settlementcyclus waarin er samengewerkt wordt met de T+1 Industry Taskforce.11

In het rapport van ESMA over het verkorten van de settlementcyclus concludeerde ESMA dat op dit moment artikel 5, tweede lid, CSDR, marktpartijen niet in de weg staat om zelfstandig met een kortere settlementcyclus te werken. De CSDR schrijft thans voor dat settlement «niet later dan op de tweede werkdag nadat de transactie plaatsvindt». Niettemin concludeert ESMA ook dat het rechtszekerheid geeft om artikel 5, tweede lid, CSDR te wijzigen zodat er een juridische verplichting is tot een settlementcyclus van niet later dan T+1 en er een gelijk speelveld ontstaat voor alle marktpartijen binnen de EU. Het voorstel van de Commissie beoogt daarom de termijn in artikel 5, tweede lid, CSDR van «niet later dan op de tweede werkdag» te veranderen in «niet later dan de eerste werkdag», waardoor er juridisch gezien een bindende settlementcyclus van T+1 ontstaat. Om hieraan te kunnen voldoen zal de Europese financiële industrie zelf stappen moeten zetten in de bedrijfsvoering om een settlementcyclus van niet later dan T+1 mogelijk te maken.12 Voor de aanpassingen in de bedrijfsvoering van ondernemingen zelf is geen Europese wetgeving benodigd, nu deze bedrijfsvoering op dit terrein niet bindend wordt voorgeschreven door Europese wetgeving. Marktpartijen zullen vooral zelf in onderling overleg nieuwe werkprocessen en afspraken moeten vaststellen in de hiervoor beschreven governance-structuur.

b) Impact assessment Commissie

De Commissie heeft geen officiële effectbeoordeling vastgesteld. Wel heeft zij een Staff Working Document opgesteld met daarin een kwalitatieve analyse van de impact van de transitie naar een settlementcyclus van T+1.13 De Commissie maakt daarin veelvuldig gebruik van het uitgebreide onderzoek van ESMA naar de mogelijke kosten en baten van een settlementcyclus van T+1.14 Positieve impact is volgens de Commissie de hiervoor benodigde verdere automatisering van processen die kan leiden tot minder operationeel risico en minder mislukte settlements, de reductie in marginkosten15 voor marktpartijen, en geen mismatch tussen de mondiale markten, met name de VS en de EU. De kosten die een kortere settlementcyclus met zich meebrengt zijn gelegen in dat marktpartijen meer zullen moeten standaardiseren en automatiseren, en er minder tijd is om problemen bij transacties te verhelpen. Bovendien zal de kortere settlementcyclus druk geven op transacties in beleggingsinstellingen (zoals exchange traded funds) met onderliggende stukken uit een andere valuta of tijdzones. Dit kan problemen geven voor de settlement met een kortere cyclus. Op de lange termijn zullen de voordelen volgens de Commissie opwegen tegen de kosten die de stap naar een settlementcyclus van T+1 met zich meebrengen.16

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Het kabinet acht verdieping en integratie van de Europese kapitaalmarkten cruciaal om barrières tot het vrije verkeer van kapitaal weg te nemen. Een diepe, geïntegreerde en veerkrachtige Europese kapitaalmarktunie is essentieel voor de benodigde investeringen in duurzaamheid, digitalisering, (economische) veiligheid en defensie. Ook bieden sterke kapitaalmarkten burgers goede opties voor vermogensopbouw. Momenteel zijn de kapitaalmarkten in EU-lidstaten onderontwikkeld en sterk gefragmenteerd. Dit leidt tot inefficiënte handel voor beleggers en maakt investeren in de EU minder aantrekkelijk. Het gevolg hiervan is dat er onvoldoende toegang tot financiering is voor Europese bedrijven, in het bijzonder innovatieve start- en scale-ups. De ontwikkeling van de kapitaalmarktunie is cruciaal om de productiviteit te vergroten en het Europese concurrentievermogen te versterken. Het verlagen van interne marktbarrières voor goederen, diensten en kapitaal is cruciaal voor de verhoging van de productiviteit en concurrentiekracht van de EU, omdat de vrijheden van de interne markt onderling verbonden zijn en elkaar versterken. Hier zet het kabinet op in, zoals uiteengezet in de kabinetsvisie EU-concurrentievermogen17 en de kabinetsbrede interne-marktactieagenda18.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Het kabinet ziet het voorstel om de settlementcyclus te verkorten naar een maximale termijn van T+1 als een goede en logische stap om de Europese kapitaalmarkt te versterken. Het voorstel moet leiden tot hogere efficiëntie in settlement, het vrijmaken van onderpand en een gelijk speelveld met andere grote jurisdicties. Een snellere settlement van transacties zorgt dat marktpartijen margins korter hoeven aan te houden en zo sneller opnieuw actief kunnen worden. Meer en efficiëntere transacties op de kapitaalmarkten dragen eraan bij dat deze markten meer liquide en groter van omvang kunnen worden. Dit alles versterkt de aantrekkelijkheid van de Europese markt.

Het kabinet is positief over de voorgestelde aanpassing van artikel 5, tweede lid, CSDR om juridisch te verankeren dat de EU een settlementcyclus van T+1 heeft, omdat dit rechtszekerheid geeft aan marktpartijen.

Tijdens de onderhandelingen zal het kabinet erop inzetten dat er in principe geen andere wijzigingen van CSDR aan het voorstel worden toegevoegd, daar de verordening recent, in 2023, nog is gewijzigd. Tegelijkertijd wil het kabinet wel oog houden voor de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van de overgang naar een settlementcyclus van T+1 voor marktpartijen, en hiervoor bezien of het nodig is om bijvoorbeeld een bepaalde coulance door de toezichthouders te laten verlenen op het boeteregime bij mislukte settlement.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

Het krachtenveld is voor dit voorstel vrij homogeen. Lidstaten, Europese instellingen en marktpartijen zijn het erover eens dat de CSDR aangepast dient te worden om juridisch vast te leggen dat de settlementcyclus verkort wordt naar T+1. In het Europees Parlement zal het voorstel worden behandeld in de Commissie economische en monetaire zaken (ECON). Johan van Overtveldt is als rapporteur aangewezen.

4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit

a) Bevoegdheid

Als onderdeel van de toets of de EU mag optreden conform de EU-verdragen toetst het kabinet of de EU handelt binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de lidstaten in de EU-verdragen zijn toegedeeld om de daarin bepaalde doelstellingen te verwezenlijken. Het oordeel van het kabinet over de bevoegdheid is positief. De Commissie stelt als juridische basis voor het voorstel artikel 114 van het VWEU voor. De rechtsgrondslag is hiermee gelijk aan die van de via onderhavig voorstel te wijzigen CSDR. Op grond van artikel 114 VWEU is de EU bevoegd om maatregelen vast te stellen over de instelling en de werking van de interne markt. Het kabinet kan zich vinden in de voorgestelde rechtsgrondslag nu dit voorstel belemmeringen op de interne markt wegneemt en hierdoor de werking van de interne markt voor de settlement van effecten bevordert. Op het terrein van de interne markt heeft de EU een met de lidstaten gedeelde bevoegdheid (artikel 4, lid 2, sub a, VWEU).

b) Subsidiariteit

Als onderdeel van de toets of de EU mag optreden conform de EU-verdragen toetst het kabinet de subsidiariteit van het optreden van de Commissie. Dit houdt in dat het kabinet op de gebieden die niet onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen of wanneer sprake is van een voorstel dat gezien zijn aard enkel door de EU kan worden uitgeoefend, toetst of het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Unie kan worden bereikt (het subsidiariteitsbeginsel). Het kabinet beoordeelt de subsidiariteit als positief. Het voorstel bevat wijziging van reeds bestaande geharmoniseerde EU-wetgeving die geldt voor alle EU-partijen actief op de financiële markten. Het voorstel heeft tot doel om een gelijk speelveld te creëren tussen de EU en de internationale jurisdicties die reeds een T+1 settlementcyclus kennen. Door aanpassing van de verordening wordt een gelijk speelveld bereikt, zodat EU marktpartijen aan dezelfde settlementcyclus gebonden zijn als andere internationale jurisdicties. Een wijziging van dergelijke geharmoniseerde EU-regelgeving kan niet op nationaal niveau, maar slechts op EU-niveau plaatsvinden. Om bovenstaande redenen is optreden op EU-niveau gerechtvaardigd.

c) Proportionaliteit

Als onderdeel van de toets of de EU mag optreden conform de EU-verdragen toetst het kabinet of de inhoud en vorm van het optreden van de Unie niet verder gaan dan wat nodig is om de doelstellingen van de EU-verdragen te verwezenlijken (het proportionaliteitsbeginsel). Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief. Het voorstel heeft tot doel om een gelijk speelveld te creëren tussen de EU en de internationale jurisdicties die reeds een T+1 settlementcyclus kennen en hierbij ook rechtszekerheid te bieden voor marktpartijen. Door aanpassing van de verordening wordt een gelijk speelveld bereikt, zodat alle marktpartijen op hetzelfde moment de overstap moeten maken en er rechtszekerheid wordt geboden. Het voorstel is geschikt om deze doelstelling te bereiken, omdat de termijn in de van T+2 zoals die nu is vastgelegd in de CSDR wordt gelijk getrokken met andere internationale jurisdicties. Hiervoor is wijziging van de CSDR noodzakelijk. Het voorstel wijzigt slechts het woord «tweede» in «eerste» waardoor het voorstel ook niet verder gaat dan strikt noodzakelijk om de termijn van de afwikkelingscyclus te verkorten.

5. Financiële consequenties, gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten

a) Consequenties EU-begroting

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de EU-begroting. Het kabinet is van mening dat eventueel benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.

b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/of medeoverheden

Dit voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de Rijksbegroting. (Eventuele) budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van het/de beleidsverantwoordelijk(e)) departement(en), conform de regels van de budgetdiscipline.

c) Financiële consequenties en gevolgen voor regeldruk voor bedrijfsleven en burger

Dit voorstel heeft geen directe consequenties voor burgers. Wel zouden zij als retailbelegger hier mogelijk voordeel van hebben omdat kosten van beleggen omlaag gaan (omdat er minder risico wordt gelopen in de markt). Indirect geldt hetzelfde effect voor pensioenspaarders, omdat ook pensioenfondsen en -uitvoerders mogelijk lagere kosten maken bij hun beleggingen. Dit voorstel heeft consequenties voor het bedrijfsleven om te kunnen voldoen aan een kortere settlementcyclus van T+1. De Commissie schat voor bedrijven die financiële instrumenten uitgeven in dat zij geen kosten zullen maken, maar juist kunnen profiteren van meer efficiënte kapitaalmarkten.19 Voor beleggers, inclusief retailbeleggers, zouden er duidelijk voordelen aan een kortere settlementcyclus moeten zitten. Zij kunnen sneller hun geld en effecten ontvangen waardoor ze ook minder risico lopen op hun tegenpartijen. Mogelijkerwijs worden er aan hen kosten doorberekend door intermediairs, maar vooralsnog wijzen de ervaringen in de VS na de transitie naar een settlementcyclus van T+1 daar niet op.20 Fondsbeheerders zullen stappen moeten zetten om te voldoen aan de kortere settlementcyclus, zeker als zij grensoverschrijdende settlement uitvoeren.21 Ook marktinfrastructuren (zoals centrale tegenpartijen en centrale effectenbewaarinstellingen) zullen hun processen moeten optimaliseren. Kosten voor financiële intermediairs zijn lastig in te schatten.22 De Commissie geeft aan dat twee grote EU bankengroepen hun kosten tussen de € 4 en 10 miljoen inschatten om te voldoen aan de kortere settlementcyclus. Dit geldt dan vooral voor banken die bewaardiensten aanbieden.23 Voor market-makers worden geen extra kosten verwacht, maar juist besparingen doordat zij minder concurrentienadeel hebben van andere market-makers in T+1 jurisdicties.24

Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de kosten kunnen verschillen per onderneming in dezelfde sector, afhankelijk van verschillende factoren zoals de aard en omvang van de onderneming, de mate waarin de onderneming internationaal opereert, het marktsegment waarin de onderneming actief is en hoe geautomatiseerd de werkzaamheden reeds zijn. Wat voor de ene partij eenvoudige aanpassingen zullen zijn, kan voor andere partijen een zware opgave betekenen met een relatief grote kostenpost.

d) Gevolgen voor concurrentiekracht en geopolitieke aspecten

Op dit moment bevindt 60% van de wereldwijde financiële markten zich op een settlementcyclus van T+1. De EU bevindt zich nog op T+2. Het is vanuit geopolitiek en concurrentie-oogpunt voor de EU van belang om aan te sluiten bij die 60%. Op het moment dat de EU, evenals andere jurisdicties zoals het VK en Zwitersland, overgaan op een settlementcyclus van T+1, zal meer dan 75% van de global markt een settlementcyclus van T+1 hanteren.25

Het verkorten van de settlementcyclus is een maatregel om de kapitaalmarkten in de EU te stimuleren zichzelf verder te ontwikkelen en meer concurrerend te worden ten opzichte van andere jurisdicties.

6. Implicaties juridisch

a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo)

Het voorstel leidt niet tot aanpassing in nationale regelgeving.

b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan

Het voorstel bevat geen grondslagen voor gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen.

c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid

De verordening treedt twintig dagen na publicatie in het Officiële Publicatieblad van de Europese Unie in werking. De wijziging in artikel 5, tweede lid, CSDR wordt van toepassing op 11 oktober 2027. Dit is de datum die ESMA heeft genoemd als meest optimaal voor de overgang in haar rapport voor het verkorten van de settlementcyclus.26 Zowel het Verenigd Koninkrijk als Zwitserland hebben aangegeven te kiezen voor overgang naar een T+1 settlementcyclus op dezelfde datum als de EU.27

d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling

In de huidige verordening is in artikel 74, derde lid, CSDR de verplichting opgenomen voor ESMA om vanaf 17 januari 2025 en vervolgens om de twee jaar een verslag op te stellen aan het Europees Parlement en de Raad over de afwikkelingscyclus. Een nieuwe evaluatiebepaling is hierom niet nodig.

e) Constitutionele toets

Niet van toepassing.

7. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving

De Nederlandse staat is de uitgever van Nederlandse staatsobligaties. Het overgaan op een T+1 settlementcyclus houdt in dat het Agentschap van de Generale Thesaurie zijn interne processen en Treasury Management Systeem rondom obligatieveilingen zal moeten aanpassen om aan de nieuwe settlementcyclus te voldoen. Er worden echter geen problemen met betrekking tot de uitvoerbaarheid voorzien.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Het voorstel zal naar verwachting van het kabinet geen gevolgen hebben voor (de belangen van) ontwikkelingslanden.


  1. De Engelse term «settlement» wordt in het Nederlands vertaald naar «afwikkeling». Dit kan verwarring opleveren met de term «afwikkeling» in de zin van herstel en afwikkeling (bijv. van failliete banken). Daarom is ervoor gekozen om de Engelse term «settlement» te gebruiken in dit fiche.↩︎

  2. Bij settlement wisselt het eigenaarschap van verhandelde financiële instrumenten – enkele dagen na de handel (trading) – tegelijkertijd met het geldbedrag dat hiervoor is overeengekomen, en wordt dit vastgelegd. Daartussen worden (indien van toepassing) bij een centrale tegenpartij de tegenovergestelde posities van koper en verkoper tegen elkaar weggezet (clearing).↩︎

  3. Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012.↩︎

  4. Onder meer allocatie, confirmatie, matching, clearing, CSD instructies/matching, effecten- en cashpositiemanagement. Zie Europese Commissie SWD(2025) 37, p. 5.↩︎

  5. Zo was ten tijde van de toevoeging van dit artikellid reeds bekend dat de Verenigde Staten, Mexico en Canada in maart 2024 naar een settlementcyclus van T+1 zouden overgaan.↩︎

  6. https://www.afme.eu/Portals/0/DispatchFeaturedImages/AFME_Tplus1Settlement_2022_04.pdf.↩︎

  7. https://www.afme.eu/Portals/0/DispatchFeaturedImages/230227%20Press%20Release%20T%20plus%201%20industry%20taskforce%20announcement.pdf.↩︎

  8. In mei 2024 zijn de Verenigde Staten, Mexico, Canada, Argentinië en Jamaica overgegaan van een T+2 naar een T+1 settlementcyclus voor obligaties en aandelen. Verschillende andere jurisdicties overwegen ook de stap naar T+1 te zetten (Chili, Colombia, Peru, Australië, Japan). India en China kennen voor sommige instrumenten al een T+1 settlementcyclus. ESMA assessment of the shortening of the settlement cycle in the European Union, p. 76–82.↩︎

  9. ESMA assessment of the shortening of the settlement cycle in the European Union, 18 november 2024, p. 6–7. https://www.esma.europa.eu/sites/default/files/2024-11/ESMA74-2119945925-1969_Report_on_shortening_settlement_cycle.pdf.↩︎

  10. AFME, High-level roadmap for Adoption of T+1 in EU Securities Markets. Oktober 2024. https://www.afme.eu/publications/reports/details/high-level-roadmap-for-adoption-of-t1-in-eu-securities-markets.↩︎

  11. Joint Statement by ESMA, the European Commission’s DG FISMA (Directorate-General for Financial Stability, Financial Services and Capital Markets Union), and ECB-DG MIP (Directorate-General for Market Infrastructure and Payments), 15 oktober 2024. https://www.esma.europa.eu/esmas-activities/markets-and-infrastructure/shortening-settlement-cycle-t1-eu.↩︎

  12. Deze stappen zijn onder meer beschreven in de AFME High-level roadmap for Adoption of T+1 in EU Securities Markets en zijn stappen zoals het opstellen van nieuwe dagtabellen voor trading, clearing, settlement en de bijkomende processen, aanpassing van de rule books en marktpraktijken, het ontwikkelen van nieuwe marktstandaarden, stimuleren van mogelijke IT-middelen die hierbij kunnen helpen en het verbeteren van berichtenstandaarden.↩︎

  13. SWD(2025)37.↩︎

  14. ESMA assessment of the shortening of the settlement cycle in the European Union.↩︎

  15. Margin is het onderpandsvereiste ter dekking van tegenpartijrisico’s die bij het gebruik van clearingdiensten betaald moeten worden zolang de transactie gecleard wordt. Bij de clearing van aandelen wordt er nu dus voor maximaal twee dagen margin vereist, wat verkort zal worden naar maximaal 1 dag.↩︎

  16. SWD(2025)37, p. 20–23.↩︎

  17. Kamerstuk 21 501-30, nr. 621↩︎

  18. Kamerstuk 22 112, nr. 3437.↩︎

  19. SWD(2025)37, p. 23.↩︎

  20. SWD(2025)37, p. 23–24.↩︎

  21. SWD(2025)37, p. 24.↩︎

  22. SWD(2025)37, p. 24.↩︎

  23. SWD(2025)37, p. 25.↩︎

  24. SWD(2025)37, p. 25.↩︎

  25. SWD(2025)37, p. 25.↩︎

  26. ESMA assessment of the shortening of the settlement cycle in the European Union, p. 167.↩︎

  27. https://www.gov.uk/government/news/chancellor-goes-further-and-faster-to-drive-growth-by-speeding-up-securities-trades (VK) en https://www.six-group.com/dam/download/sites/swiss-sptc/t1/swiss-sptc-recommendation-t1.pdf (Zwitserland).↩︎