Nationaal Biodiversiteitsplan
Biodiversiteit
Brief regering
Nummer: 2025D12787, datum: 2025-03-25, bijgewerkt: 2025-03-27 11:50, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Nationaal Biodiversiteit Strategie & Actieplan Nederland 2025-2030. De Nederlandse inzet op de 23 actiedoelen van het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework
- Beslisnota bij Nationaal Biodiversiteitsplan
Onderdeel van kamerstukdossier 26407 -155 Biodiversiteit.
Onderdeel van zaak 2025Z05557:
- Indiener: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-03-27 13:59: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-04-02 10:00: Stikstof en natuur (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-04-09 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
26 407 Biodiversiteit
Nr. 155 Brief van de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 maart 2025
Hierbij stuur ik u het Nationaal Biodiversiteit Strategie & Actieplan (NBSAP, hierna: biodiversiteitsplan) van Nederland. Het biodiversiteitsplan laat zien hoe Nederland bijdraagt aan de internationale biodiversiteitsdoelen. In deze brief neem ik u graag mee in de inhoud en totstandkoming van dit plan.
Biodiversiteit
Het welzijn van mensen en de economie hebben belang bij biodiversiteit. Het gaat dan onder andere om gezonde bodems, schoon water, schone lucht, bestuivers voor voedselgewassen, en natuurlijke weerstand tegen ziekten en plagen. Biodiversiteit speelt ook een belangrijke rol in de beschikbaarheid van medicijnen, bouwmaterialen en industriële grondstoffen. Ook het waardevolle en bijzondere karakter van het landschap in Nederland heeft belang bij biodiversiteit, zodat we een leefomgeving hebben waarin fijn gewoond, gewerkt en gerecreëerd kan worden.
Nederland wil al deze essentiële functies behouden. Daar zijn inspanningen voor nodig en soms is actief herstel van biodiversiteit geboden, zowel in eigen land, samen met betrokkenen en belanghebbenden, als op wereldschaal, in samenwerking met andere landen. Wereldwijd en ook bij ons in Nederland zijn er grote uitdagingen maar ook kansen, bijvoorbeeld via de landbouw, voor het behouden en herstellen van onze biodiversiteit.
Global Biodiversity Framework
Om de wereldwijde uitdagingen rond biodiversiteit aan te pakken, hebben 196 landen op de Conference Of Parties (COP-15) van het VN-Biodiversiteitsverdrag (Convention on Biological Diversity, CBD) in december 2022 in Montreal afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn verwerkt in het Global Biodiversity Framework (GBF) en Nederland heeft die afspraken onderschreven.1
In het GBF zijn de landen 23 actiedoelen voor 2030 overeengekomen, die bijdragen aan het bereiken van biodiversiteitsherstel in 2050. De actiedoelen van het GBF zijn brede opgaves en laten zien dat het herstel van biodiversiteit niet alleen gaat over natuurbeheer. Omdat alle 196 landen tegelijkertijd aan deze 23 actiedoelen werken, ontstaat in toenemende mate een gelijk speelveld.
In Montreal is ook afgesproken dat elk land een nationaal biodiversiteitsplan opstelt. De afspraak is dat landen dat doen in lijn met de doelen van het GBF en daarbij vermelden hoe hun plannen bijdragen aan de wereldwijde doelen. Zo worden deze internationale afspraken ook op nationaal niveau geïmplementeerd. De optelsom van deze nationale biodiversiteitplannen moet ervoor zorgen dat de internationale ambities worden gerealiseerd. Ook is in het GBF afgesproken dat het biodiversiteitplan opgesteld wordt in samenwerking met verschillende overheidsinstanties, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Ten slotte is afgesproken dat landen in 2026 en in 2029 nationale rapportages indienen om te meten in hoeverre tegen die tijd de doelen zijn behaald en zo de wereldwijde voortgang in kaart te brengen.
Mijn voorganger heeft naar aanleiding van de CBD COP-15 aan uw Kamer gemeld dat ook Nederland een biodiversiteitplan zal opstellen.2
Het Nederlandse plan
Bijgaand vindt u het biodiversiteitplan voor Europees en Caribisch Nederland. Met het delen van dit biodiversiteitplan kom ik tegemoet aan de toezegging om het biodiversiteitplan aan het begin van het tweede kwartaal 2025 met uw Kamer te delen3 en uw Kamer nader te informeren over de uitvoering van de GBF-actiedoelen.4
In dit biodiversiteitplan wordt beschreven hoe Europees en Caribisch Nederland bijdragen aan de 23 actiedoelen die in Montreal zijn afgesproken. Aruba, Curaçao en Sint-Maarten hebben ieder een eigen biodiversiteitsplan opgesteld; LVVN heeft hen hierbij ondersteund. Curaçao en Aruba hebben hun biodiversiteitplan reeds ingediend. In Sint-Maarten is het plan gereed, maar wacht het nog op officiële vaststelling.
In lijn met de afspraken uit het GBF zijn bij de totstandkoming van het biodiversiteitplan bedrijven, financiële- en kennisinstellingen, belangenorganisaties, en jongerenorganisaties betrokken. Ook zijn medeoverheden betrokken bij het opstellen van het plan.
Nederlandse bijdrage aan de 23 actiedoelen
Het voorkomen van natuurverslechtering en het realiseren van daarvoor noodzakelijk natuurherstel is essentieel voor behoud en herstel van biodiversiteit, en daarmee ook voor het bieden van perspectief voor economische ontwikkelingen. Nederland werkt daarom aan het behoud en herstel van biodiversiteit en draagt zo bij aan de internationale biodiversiteitsdoelen. Nederland werkt daar op verschillende manieren aan, onder andere door het uitvoering geven aan Europese natuurwet- en regelgeving, zoals de Natuurherstelverordening, de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water, de Exotenverordening en de Kaderrichtlijn Marien.
Het kabinet maakt daarnaast werk van agrarisch natuurbeheer, onder andere door de subsidieregeling voor Agrarisch natuur- en landschapsbeheer uit te breiden met een langjarig investeringspakket voor agrarische ondernemers. Ook ontwikkelt het kabinet de ecoregeling en de samenwerkingsregeling voor veenweidegebieden. Beide komen voort uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Daarnaast vormen het Programma Natuur, het Natuurpact, de Bossenstrategie, de Programmatische Aanpak Grote Wateren en Programma Noordzee belangrijke pijlers voor het natuurherstelbeleid. Ook buiten natuurgebieden wordt er gewerkt aan het behouden van onze biodiversiteit, bijvoorbeeld door de Visie op voedsel uit zee en grote wateren, het Programma Gezonde Leefomgeving, het Nationaal Programma Circulaire Economie en de publiek-private samenwerking vanuit de Agenda Natuurinclusief 2.0.
Op weg naar 2030
Het huidige Nederlandse beleid draagt al bij aan het herstellen van de
biodiversiteit. Zo hebben sommige soorten zich de afgelopen jaren
positief ontwikkeld. Denk hierbij aan soorten zoals de zeearend, de
otter, de grijze zeehond en de kraanvogel.5
Sinds 1990 is de Living Planet Index (LPI) van Nederland met 13%
toegenomen. Dat komt door de aanzienlijke gemiddelde toename van soorten
van zoetwater en moeras.6 Daarnaast laat het Living Planet
Report van het Wereld Natuur Fonds zien dat de biodiversiteit in
bepaalde natuurgebieden verbetert, mede geholpen door de verbeterde
waterkwaliteit van diverse rivieren in Nederland sinds de jaren '80.7 Uit het Living Planet rapport en ook
uit een aantal andere rapporten volgt ook dat er voor het verbeteren van
de biodiversiteit nog uitdagingen bestaan, zo neemt de fauna op het land
gemiddeld af.8
Er zal daarom waar nodig verder worden ingezet op biodiversiteit. We werken de komende jaren aan het Natuurplan9, het uitbreiden van de mogelijkheden voor het agrarisch natuurbeheer, aan de aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur en inzet op verduurzaming van visserij en inpassing van windparken op zee. Het Natuurplan, dat voor 1 september 2027 moet worden opgesteld op grond van de Europese Natuurherstelverordening, zal verder invulling geven aan de inzet op natuurherstel. Daarmee draagt het onderhavige plan in belangrijke mate bij aan de GBF-actiedoelen 1 t/m 12. De aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur10 dient om wettelijk vastgelegde doelen te realiseren en om te zorgen dat er toekomstperspectief komt voor de landbouw. Daarnaast draagt het bij aan het maken van ruimtelijke keuzes voor de ontwikkeling van landbouw en natuur en zal het bijdragen aan meer samenhang in het rijksbeleid voor het landelijk gebied. Ten slotte wil dit kabinet zich inzetten voor innovatie. Slimme, duurzame innovaties kunnen de landbouwsector en natuur vooruithelpen. Bij alle te ontwikkelen plannen is geen toename of voorkomen van regeldruk steeds het uitgangspunt.
Belangrijkste pijlers van dit biodiversiteitsplan
Onder het voorgaande kabinet was al een ambtelijk concept-biodiversiteitplan opgesteld. Dit concept was echter onvoldoende in lijn met het huidige regeerprogramma (bijlage bij Kamerstuk 36471, nr. 96) en de prioriteiten van dit kabinet. Het kabinet heeft daarom de tijd genomen om het biodiversiteitplan in overeenstemming te brengen met het regeerprogramma en de prioriteiten van dit kabinet. Het onderhavige biodiversiteitsplan is daarvan het resultaat. Ik bied dit plan ook aan het secretariaat van het VN-Biodiversiteitverdrag aan.
In het verlengde van de motie van de leden Bromet en Van Campen11 ga ik hier graag in op de aanpassingen die zijn gemaakt in het onderhavige plan ten opzichte van het ambtelijk concept dat in het najaar van 2024 was opgesteld. Dit kabinet zet op een aantal vlakken namelijk een nieuwe koers in. Het kabinet Schoof maakt onder andere meer werk van voedselzekerheid en innovaties en ondernemers krijgen de ruimte. Behoud van cultuurlandschap krijgt prioriteit en het kabinet gaat uit van de daadwerkelijke staat van de natuur. Daarnaast staan in de beleving van dit kabinet de landbouw en visserij niet tegenover de natuur, maar zijn zij juist van elkaar afhankelijk en kan een gezonde natuur een belangrijke basis zijn voor landbouw en visserij. Ook wordt biodiversiteitherstel gezien in samenhang met bijvoorbeeld woningbouw en defensieactiviteiten zodat ruimtelijke ontwikkelingen op die terreinen elkaar kunnen versterken. In het biodiversiteitplan worden bovendien de successen die we hebben behaald op het gebied van biodiversiteit meer benadrukt, het is namelijk belangrijk om ook te onderstrepen welke mooie resultaten we al hebben behaald met onze brede inzet op biodiversiteit.
In het bijgevoegde biodiversiteitplan wordt de bijdrage van Nederland beschreven per GBF-actiedoel, ieder actiedoel heeft zijn eigen hoofdstuk. Het beschreven beleid in deze hoofdstukken geeft de nieuwe koers van dit kabinet weer. Denk bijvoorbeeld aan de extra middelen die zijn vrijgemaakt voor Agrarisch Natuurbeheer. Daarnaast wordt er ingezet op innovatie, de Landelijke Aanpak Wolven en de aangekondigde aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur. Er wordt in de hoofdstukken geen nieuw beleid, financiering en wet- en regelgeving aangekondigd. Bij ieder hoofdstuk is een inleidende alinea toegevoegd waarin kort en bondig de uitgangspunten van dit kabinet zijn opgenomen. In de bijlage is een bijdrage opgenomen van de betrokken bedrijven, financiële- en kennisinstellingen, belangenorganisaties, en jongerenorganisaties, deze bijdragen zijn grotendeels ongewijzigd gebleven ten opzichte van het ambtelijk concept van najaar 2024.
Hoewel de inzet eerder was om de Nederlandse ecologische voetafdruk in 2050 te hebben gehalveerd12, wordt die ambitie niet onderschreven door dit kabinet. Die toezegging betreft een nationale kop die niet in lijn is met het hoofdlijnenakkoord. De CBD verzoekt alle landen in hun biodiversiteitplan enkel aan te geven hoe ze hun voetafdruk plannen te verkleinen, niet een toezegging over hoeveel en per wanneer.
In het biodiversiteitplan is ook een nieuw hoofdstuk opgenomen, waarin de Nederlandse inzet op biodiversiteit tot 2030 in zijn algemeenheid wordt beschreven op basis van het Regeerprogramma en bestaande (wetenschappelijke) rapporten. Het kabinet heeft besloten om met dit nieuwe hoofdstuk in de geest van het format voor het biodiversiteitplan naar voren te kijken, in plaats van dit per actiedoel te doen, zoals in eerste instantie in de conceptversie was gedaan. Het hoofdstuk behandelt ook de impact op de samenleving en economie en het belang van andere grote maatschappelijke opgaven zoals het bouwen van woningen en het realiseren van perspectief voor landbouw.
Tot slot
De komende jaren zal waar nodig verder worden ingezet op biodiversiteit. Bij het werken aan biodiversiteit zal er rekening worden gehouden met verschillende belangen in de samenleving en de andere maatschappelijke opgaven zoals de landbouw, defensie, de energietransitie en woningbouw. Alleen door samen te werken, voortbouwend op de verwevenheid van onze productiviteit met de natuur, kan de biodiversiteit hersteld worden. Dat is essentieel voor de gezondheid, het welzijn en de welvaart van toekomstige generaties.
De staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
J.F. Rummenie
Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework (GBF); Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework (cbd.int)↩︎
Kamerbrief, 07 maart 2023: “Uitkomsten COP15 VN-Biodiversiteitsverdrag”, Kamerstuk 26407, nr. 146↩︎
Motie van de leden Bromet en Van Campen over het concept-natuurplan met de Kamer delen en nog dit jaar toelichten op welke punten deze in strijd is met het hoofdlijnenakkoord (Kamerstuk 21501-32, nr. 1685).↩︎
Toezegging 7 maart 2023: TZ202309-028↩︎
Via de meetnetten van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) wordt de ontwikkeling in soorten nauwgezet gevolgd. Zie voor meer informatie: Netwerk Ecologische Monitoring | Het NEM (Netwerk Ecologische Monitoring) onderzoekt de natuur in Nederland structureel.↩︎
Living Planet Index Nederland, 1990-2023 | Compendium voor de Leefomgeving↩︎
Wereld Natuur Fonds (2023) Living Planet Report Nederland. Kiezen voor natuurherstel. WWF-NL, Zeist.↩︎
IPBES (2019) Global Assessment Report on Biodiversity and Ecosystem Services, Rijksoverheid (2023) Snel aan de slag! IBO Biodiversiteit, PBL (2024) De betekenis van het VN ‘Kunming-Montreal Raamwerk voor biodiversiteit’ voor het Nederlandse beleid, Het OSPAR Quality Status Report (2023) over de milieu- en ecologische toestand van de onder meer de Noordzee↩︎
Met de benaming ‘Natuurplan’ wordt verwezen naar het ‘Nationaal Herstelplan’ zoals beschreven in hoofdstuk III van de natuurherstelverordening: verordening (EU) 2024/1234 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2024 betreffende natuurherstel↩︎
Kamerbrief Ruimte voor Landbouw en Natuur, 29 november 2024 (Kamerstuk 36600-XIV, nr. 66)↩︎
Motie van de leden Bromet en van Campen over het concept-natuurplan met de Kamer delen en nog dit jaar toelichten op welke punten deze in strijd is met het hoofdlijnenakkoord (Kamerstuk 21501-32, nr. 1685)↩︎
Bijlage Kamerbrief, 10 oktober 2019: “Bijlage appreciatie IPBES rapport Global assessment on biodiversity and ecosystem services” (Kamerstuk 26407, nr. 130), Kamerbrief 27 oktober 2020: “Biodiversiteit; Brief regering; Programma versterken biodiversiteit” (Kamerstuk 26407, nr. 136) en Kamerbrief 18 juli 2022: “Reactie op verzoek commissie over de studie ‘National responsibility for ecological breakdown: a fair-shares assessment of resource use, 1970–2017” (Kamerstuk 26407, nr. 144)↩︎