Amendement van het lid Piri over het schrappen van de wachttermijn voor alleenstaande minderjarigen
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de introductie van een tweestatusstelsel en het aanscherpen van de vereisten bij nareis (Wet invoering tweestatusstelsel)
Amendement
Nummer: 2025D13106, datum: 2025-03-26, bijgewerkt: 2025-03-26 15:27, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.P. Piri, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36703 -5 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de introductie van een tweestatusstelsel en het aanscherpen van de vereisten bij nareis (Wet invoering tweestatusstelsel).
Onderdeel van zaak 2025Z05691:
- Indiener: K.P. Piri, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
36 703 | Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de introductie van een tweestatusstelsel en het aanscherpen van de vereisten bij nareis (Wet invoering tweestatusstelsel) | |
Nr. 5 | AMENDEMENT VAN HET LID Piri | |
Ontvangen 26 maart 2025 | ||
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: |
In artikel I, onderdeel D, vervalt in het voorgestelde artikel 29a, vierde lid, “, onderdelen b en c,”.
Toelichting
De wachttermijn van 2 jaar is met dit wetsvoorstel de enige aanvullende voorwaarde voor gezinshereniging van subsidiair beschermden die wel van toepassing is op alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Dit amendement regelt dat de wachttermijn van 2 jaar voor gezinshereniging van subsidiair beschermden niet van toepassing is op alleenstaande minderjarige vreemdelingen. De indieners stelt dat hiermee meer eenduidigheid is wat betreft de aanvullende voorwaarden.
De Raad van State adviseert tevens af te zien van deze aanvullende voorwaarden in het geval van alleenstaande minderjarige vreemdelingen gelet op de rechten van het kind, de beginselen dat gezinnen moeten worden beschermd en de belangen van kinderen de eerste overweging moeten vormen, zoals deze naar voren komen uit de Gezinsherenigingsrichtlijn en vaste rechtspraak van het Hof van Justitie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De indiener wijst aanvullend op de rechtstreekste verplichting om het belang van het kind tot een primaire overweging te maken bij alle maatregelen die kinderen aangaan, volgend uit artikel 3 van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind en artikel 10 van het Verdrag dat verplicht bij gezinsherenigingzaken met welwillendheid, menselijkheid en spoed te behandelden.
Bovendien blijkt uit onderzoek dat wachttijden bij gezinshereniging ervoor zorgen dat veel alleenstaande minderjarige vreemdelingen zich moeilijk kunnen richten op hun integratie en participatie in Nederland en dat het een negatieve uitwerking heeft op het welzijn.
Piri