36638, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 24 maart 2025)
Wijziging van enkele wetten op het gebied van Justitie en Veiligheid en op het gebied van Asiel en Migratie in verband met aanpassingen van overwegend technische aard (Verzamelwet Justitie en Veiligheid en Asiel en Migratie 20XX)
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2025D13243, datum: 2025-03-24, bijgewerkt: 2025-03-27 09:52, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2024Z16527:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Asiel en Migratie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-10-23 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-14 12:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-11-28 14:00: Verzamelwet Justitie en Veiligheid en Asiel en Migratie 20XX (36638) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-03-27 12:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-03-27 13:59: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-04-03 10:16: Wijziging van enkele wetten op het gebied van Justitie en Veiligheid en op het gebied van Asiel en Migratie in verband met aanpassingen van overwegend technische aard (Verzamelwet Justitie en Veiligheid en Asiel en Migratie 20XX) (36638) (Hamerstukken), TK
Preview document (đ origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 7 (nota van wijziging d.d. 24 maart 2025) | |
36 638 | Wijziging van enkele wetten op het gebied van Justitie en Veiligheid en op het gebied van Asiel en Migratie in verband met aanpassingen van overwegend technische aard (Verzamelwet Justitie en Veiligheid en Asiel en Migratie 20XX) |
Nr. 2 | VOORSTEL VAN WET |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in enkele wetten op het terrein van Justitie en Veiligheid en op het terrein van Asiel en Migratie beperkte wijzigingen en correcties van wetstechnische of anderszins beperkte aard aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 4:19, eerste lid, 5:42, tweede lid, 7:15, tweede lid, en 7:28, tweede lid, wordt âvoorzoverâ vervangen door âvoor zoverâ.
B
In de artikelen 5:12, derde lid, 5:19, vijfde lid, en 11:2, eerste en tweede lid, wordt âOnze Minister van Veiligheid en Justitieâ vervangen door âOnze Minister van Justitie en Veiligheidâ.
C
Aan artikel 8:41, zesde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: In afwijking van de eerste zin blijft niet-ontvankelijkverklaring achterwege, indien aannemelijk is dat de indiener van het beroepschrift op de datum waarop het bedrag uiterlijk moet zijn bijgeschreven of gestort, in betalingsonmacht verkeert.
D
In de artikelen 8:89, derde lid en 9:8, eerste lid, onder f, en in de zinsneden met betrekking tot de Wet financieel toezicht in bijlage 1 en de artikelen 4, 7 en 11 van bijlage 2 wordt âterzakeâ vervangen door âter zakeâ.
E
In artikel 11:2, eerste lid, wordt âHet bedrag van de vergoeding, bedoeld in artikel 4:113, eerste lid, en de bedragen, vastgesteld in de artikelen 8:41, tweede lid, en 8:109, eerste lid, enâ vervangen door âDe bedragen, vastgesteldâ.
F
Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 2 wordt in de zinsnede met betrekking tot de Waterschapswet âOnze Minister van Infrastructuur en Milieuâ vervangen door âOnze Minister van Infrastructuur en Waterstaatâ.
2. In artikel 6 wordt in de alfabetisch volgorde ingevoegd:
Wet toezicht geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten
3. In artikel 7 vervalt de zinsnede met betrekking tot de Wet bestrijding ongevallen Noordzee.
ARTIKEL II
De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 15c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid worden âvan het geheel of een gedeelte vanâ en âof van een verveelvoudiging daarvanâ geschrapt.
2. In het eerste lid wordt âhet uitlenen als bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder 3°,â vervangen door âhet uitlenen, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder 3°,â.
3. In het eerste lid wordt âdie door de rechthebbende of met zijn toestemming in het verkeer is gebrachtâ vervangen door âdie door of met toestemming van de maker of zijn rechtverkrijgende in het verkeer is gebrachtâ.
4. In het derde lid wordt âdoor gemeenten, provincies, het rijk of het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Sabaâ vervangen door âdoor gemeenten, provincies of het rijkâ.
B
In de artikelen 15d en 15f, eerste lid, wordt âOnze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappenâ vervangen door âOnze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschapâ.
C
In de artikelen 15d, 15f, eerste lid, 16d, eerste lid, 16e, 16l, eerste lid, 30b, eerste lid, en 35b, eerste lid, wordt âOnze Minister van Justitieâ vervangen door âOnze Minister van Justitie en Veiligheidâ.
D
Artikel 16m wordt van leden voorzien.
E
Artikel 17a vervalt.
F
In artikel 17d wordt â29c, zevende lidâ vervangen door â29c, achtste lidâ.
G
In de artikelen 25c, tweede lid, en 25g, eerste lid, wordt âOnze Minister van Veiligheid en Justitieâ vervangen door âOnze Minister van Justitie en Veiligheidâ.
H
In artikel 25c, vijfde lid, wordt âde Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschapâ vervangen door âOnze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschapâ.
I
In de artikelen 30a, eerste lid, en 35a, eerste lid, wordt âOnzen Minister van Justitieâ vervangen door âOnze Minister van Justitie en Veiligheidâ.
J
In artikel 35b, eerste lid, wordt âof ofâ vervangen door âofâ.
K
In artikel 44b, eerste lid, wordt âdit hoofdstukâ vervangen door âdeze paragraafâ.
L
De artikelen 46, 48, 49 en 50c tot en met 50e vervallen.
ARTIKEL III
In artikel 37, eerste lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden wordt âartikel 3.3, eerste lid,â vervangen door âartikel 3.3, eerste lid, van de Wet forensische zorgâ.
ARTIKEL IV
Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt de tweede zin.
2. In het derde lid wordt na de tweede volzin een zin ingevoegd, luidende: Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking tot Ă©Ă©n adoptant komt te staan, heeft het kind de geslachtsnaam van de adoptant, tenzij de adoptant ter gelegenheid van de adoptie verklaart dat het kind de oorspronkelijke geslachtsnaam dan wel de naam van de adoptant in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde zal hebben.
3. In het derde lid wordt in de tweede en vierde volzin (nieuw) âof van hun beidenâ vervangen door âof van hen beidenâ.
4. In het derde lid, vierde volzin (nieuw), vervalt â, dan wel de geslachtsnaam van die ouderâ.
5. In het zesde lid wordt in de tweede volzin âof van beideâ vervangen door âof van beidenâ.
B
In artikel 16, derde lid, wordt âof een andere gemeenteâ vervangen door â, een andere gemeente of een openbaar lichaam of bedrijfsvoeringsorganisatie als bedoeld in artikel 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingenâ.
C
In de artikelen 20a, derde lid en 87, vierde lid, wordt âvoorzoverâ vervangen door âvoor zoverâ en in artikel 344, eerste lid, wordt âVoorzoverâ vervangen door âVoor zoverâ.
D
In de artikelen 45a, 265e, eerste lid, onder b, 265h, tweede lid, 268, eerste lid, onder b, 331, eerste lid, onder b en 385, eerste lid, onderdeel c, wordt âterzakeâ vervangen door âter zakeâ.
E
In artikel 179, eerste lid, wordt âtenminsteâ vervangen door âten minsteâ.
F
In artikel 227, vierde lid, wordt âtengevolgeâ vervangen door âten gevolgeâ.
G
In artikel 230, eerste lid, wordt âvan de dagâ vervangen door âvanaf de dagâ.
H
In artikel 253g, vierde lid, wordt âDe bepaling van het voorgaande lidâ vervangen door âHet derde lidâ.
I
In artikel 253o vervalt de aanduiding â1.â.
J
Artikel 282a wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding â1.â geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Is de beschikking, bedoeld in het eerste lid, uitvoerbaar bij voorraad verklaard, dan eindigt de gezamenlijke uitoefening van de voogdij daags nadat de beschikking is verstrekt of verzonden.
K
In artikel 298 wordt âbeide voorgaande artikelenâ vervangen door âde artikelen 296 en 297â.
L
In artikel 322, eerste lid, onderdeel a, vervalt de komma na âaantoontâ en wordt âtengevolgeâ vervangen door âten gevolgeâ.
M
In artikel 342, eerste lid, wordt âDe vier vorige artikelenâ vervangen door âDe artikelen 338 tot en met 341â.
N
In artikel 461, derde lid, wordt âkennisdraagtâ vervangen door âkennis draagtâ.
ARTIKEL V
Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 305 wordt âscheidsmannenâ vervangen door âarbitersâ.
B
In artikel 305a, tweede lid, onderdeel a, vervalt â, tenzij uitvoering is gegeven aan artikel 44a lid 1 of artikel 291a lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboekâ.
C
Indien de onderdelen FA en BBBA van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen in werking treden, wordt aan artikel 305a, tweede lid, onderdeel a toegevoegd â, tenzij uitvoering is gegeven aan artikel 44a, eerste lid, of artikel 291a, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboekâ.
ARTIKEL VI
In artikel 150 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek wordt âvolgebrachtâ vervangen door âvolbrachtâ.
ARTIKEL VII
In artikel 193f, onderdeel e, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt â4:73â vervangen door â4:25bâ.
ARTIKEL VIII
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7, tweede lid, eerste zin, wordt âstadsverwarmingâ vervangen door âstadsverwarming of digitale inhoudâ.
B
In artikel 50af, vierde lid, onderdeel b, wordt âis gesteldâ vervangen door âheeft gesteldâ.
C
In artikel 50al, tweede lid, vervalt âenâ.
D
In artikel 611a, tweede lid, wordt âtoepasselijk nationale rechtâ vervangen door âtoepasselijk nationaal rechtâ.
ARTIKEL IX
In artikel 1781, tweede lid, van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek wordt âgoed huisvaderâ vervangen door âzorgvuldig en redelijk handelend persoonâ.
ARTIKEL X
Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 169 wordt âter zake van krankzinnigheid in een gesticht is geplaatstâ vervangen door âis opgenomen in een accommodatie als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg of in een accommodatie als bedoeld in de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliĂ«ntenâ.
B
In artikel 182 wordt âplaatsing ter zaken van krankzinnigheid in een gestichtâ vervangen door âopname in een accommodatie op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg of in een accommodatie op grond van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliĂ«ntenâ.
C
In artikel 515 wordt âartikel 516â vervangen door âartikel 500, onder m,â.
ARTIKEL XI
Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
aA
In artikel 22, tweede lid, wordt âartikelen 6 lid 5â vervangen door âartikelen 6 lid 6â.
A
Artikel 25, eerste lid, onder c, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste volzin wordt âwelke van hun beider geslachtsnamen of combinatie daarvan het kind zal hebbenâ vervangen door âdat het kind de oorspronkelijke geslachtsnaam, een van hun beider geslachtsnamen of combinatie daarvan dan wel een van hun beider geslachtsnamen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam zal hebbenâ.
2. In de tweede volzin wordt âof het de geslachtsnaam van een van de ouders of een combinatie daarvan zal hebbenâ vervangen door âof het de oorspronkelijke geslachtsnaam, de geslachtsnaam van een van de ouders of een combinatie daarvan dan wel de geslachtsnaam van een van de ouders in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam zal hebbenâ.
B
Het opschrift van Afdeling 2 van Titel 5 komt te luiden: âAfdeling 2 Familierechtelijke betrekkingen door erkenning of gerechtelijke vaststelling van het ouderschapâ.
C
In artikel 109, derde lid, wordt âartikelen 25 lid 6â vervangen door âartikelen 25 lid 5â.â
ARTIKEL XII
Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt aan het slot van de zesde volzin na âvan de vader zal hebbenâ ingevoegd â of van beide ouders in een vrij te bepalen volgordeâ.
2. In het derde lid, worden na de eerste volzin twee zinnen ingevoegd, luidende: Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking tot Ă©Ă©n adoptant komt te staan, heeft het kind de geslachtsnaam van de adoptant, tenzij de adoptant ter gelegenheid van de adoptie verklaart dat het kind de oorspronkelijke geslachtsnaam dan wel de naam van de adoptant in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde zal hebben. Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking tot de echtgenoot of levensgezel van een ouder komt te staan, houdt het zijn geslachtsnaam, tenzij de ouder en diens echtgenoot of levensgezel gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam zal hebben van die ouder dan wel de geslachtsnaam van de echtgenoot of levensgezel of van hen beiden in een vrij te bepalen volgorde of van Ă©Ă©n van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde.
B
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt na âkunnen regels worden gesteld betreffendeâ ingevoegd â de gronden waarop de geslachtsnaamswijziging kan worden verleend,â.
2. Na het vijfde lid worden twee leden toegevoegd, luidende:
6. Indien Onze Minister van Justitie en Veiligheid voornemens is een voordracht te doen voor een koninklijk besluit strekkende tot inwilliging van een verzoek als bedoeld in het eerste of tweede lid, deelt hij dit voornemen schriftelijk mee aan de verzoeker en degene wiens geslachtsnaam is verzocht, alsmede, indien het verzoek op de geslachtsnaam van een minderjarige betrekking heeft, zijn ouders en degene aan wie de minderjarige de geslachtsnaam, waarvan wijziging is verzocht, rechtstreeks ontleent. De schriftelijke mededeling van het voornemen geldt als een beschikking als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet administratieve rechtspraak BES.
7. Onze Minister van Justitie en Veiligheid doet de schriftelijke mededeling van het voornemen binnen twintig weken.
C
In de artikelen 12, eerste lid, 69, eerste lid, 88, eerste lid, onderdeel a, 99, tweede lid, 339, eerste lid, 344, derde lid en 447, eerste lid, wordt âte zamenâ vervangen door âtezamenâ.
D
In artikel 18 wordt de aanduiding â3.1â vervangen door â3.â.
E
In artikel 19d, eerste lid, wordt âgeboorte-akteâ vervangen door âgeboorteakteâ.
F
Artikel 20a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt âpersoon.Vanâ vervangen door âpersoon. Vanâ.
2. In het derde lid wordt âtoegevoegd.Tevensâ vervangen door âtoegevoegd. Tevensâ.
G
In artikel 21, eerste lid, wordt ââs Gravenhageâ vervangen door âââs-Gravenhageâ.
H
In artikel 22, eerste lid, wordt âgeboren.Vermeldtâ vervangen door âgeboren. Vermeldtâ.
I
In artikel 41, eerste lid, wordt âals alsâ vervangen door âalsâ.
J
In artikel 85, eerste lid, wordt âvoordeâ vervangen door âvoor deâ.
K
In artikel 89, vijfde lid, wordt âvernietingsgrondâ vervangen door âvernietigingsgrondâ.
L
In artikel 120, derde lid, wordt âdiedaarvanâ vervangen door âdie daarvanâ.
M
In artikel 179, tweede lid, wordt âb mateâ vervangen door âbekort tot ten minste een jaar, indien de andere echtgenoot zich gedurig schuldig maakt aan wangedrag in zodanige mateâ.
N
In artikel 206, derde lid, wordt âgenotene.Voortsâ vervangen door âgenotene. Voortsâ.
O
In artikel 207, eerste lid, wordt âver-zochtâ vervangen door âverzochtâ.
P
In artikel 253c, eerste lid, wordt âgezaggezamenlijkâ vervangen door âgezag gezamenlijkâ.
Q
In artikel 253ha, eerste lid, wordt âjarenheeftâ vervangen door âjaren heeftâ.
R
Artikel 325 vervalt.
S
In artikel 326, derde lid, wordt âvorderen.Vervaltâ vervangen door âvorderen. Vervaltâ.
T
In artikel 337, derde lid, wordt âvorderen.Vervaltâ vervangen door âvorderen. Vervaltâ.
U
In artikel 339, eerste lid, wordt âte zamenâ vervangen door âtezamenâ.
V
In artikel 377v, eerste lid, wordt â.Iederâ vervangen door âIederâ en wordt âterzakeâ vervangen door âter zakeâ.
W
In de artikelen 232c, eerste lid, 232n, eerste lid, onderdeel b, 240, eerste lid, 377v, tweede lid, onderdeel b, 377x, eerste lid en 377ee, eerste lid, wordt âzonodigâ vervangen door âzo nodigâ.
X
In artikel 386, eerste lid, wordt âtoepassing.Tenzijâ vervangen door âtoepassing. Tenzijâ.
Y
In artikel 421 wordt âdeelgenootschap.Voorâ vervangen door âdeelgenootschap. Voorâ.
Z
In artikel 439, tweede lid, wordt âtegengeworpen,zoâ vervangen door âtegengeworpen, zoâ.
AA
In artikel 452 vervalt het opschrift boven het zevende lid.
ARTIKEL XIII
De Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 119a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt â[datum inwerkingtreding wet]â vervangen door â1 januari 2020â en vervalt â, zoals die golden tot de inwerkingtreding van de Implementatiewet richtlijn representatieve vorderingen voor consumenten,â.
2. Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
3. Lid 2 is niet van toepassing op een rechtsvordering die strekt tot bescherming van een belang als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2009/22/EG (PbEU 2020, L 409) en die is ingesteld op of na 25 juni 2023.
3. In het vierde lid (nieuw) vervalt âof invoegingenâ, wordt âde artikelen 305a, 305c en 305eâ vervangen door âde artikelen 305a en 305câ en wordt âde datum van inwerkingtreding van deze wetâ vervangen door â25 juni 2023â.
B
In artikel 190aa, tweede lid, wordt âe-handelsdienstenâ vervangen door âproductenâ.
ARTIKEL XIV
De Overleveringswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 14, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De eerste zin komt te luiden: De officier van justitie vordert uiterlijk op de derde dag na ontvangst van een verzoek van de uitvaardigende justitiële autoriteit om de in het eerste lid, onderdeel g, of het tweede lid, onderdeel d, bedoelde toestemming, schriftelijk dat de rechtbank het verzoek in behandeling zal nemen.
2. De vijfde zin komt te luiden: De rechtbank geeft de toestemming ten aanzien van feiten waarvoor krachtens deze wet overlevering had kunnen worden toegestaan.
B
Artikel 52, eerste lid, komt te luiden:
1. Bij vervoer te land, overeenkomstig artikel 51, is de bewaking van de opgeëiste persoon opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de opgeëiste persoon en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
C
Aan artikel 58 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Bij de feitelijke overlevering is de bewaking van de ter beschikking gestelde persoon opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de ter beschikking gestelde persoon en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
D
Na artikel 61 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 61a
Bij de feitelijke overlevering van of naar Nederland is de bewaking van de opgeëiste persoon opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de opgeëiste persoon en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
ARTIKEL XV
De Politiewet 2012 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, eerste lid, onderdeel f, wordt âOnze Minister voor Immigratie en Asielâ vervangen door âOnze Minister van Asiel en Migratieâ.
B
In artikel 65, eerste lid, wordt âInspectie Openbare Orde en Veiligheidâ vervangen door âInspectie Justitie en Veiligheidâ.
ARTIKEL XVI
Artikel X van de Spoedreparatiewet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen vervalt.
ARTIKEL XVII
De Telecommunicatiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.22, derde lid, wordt onder verlettering van de onderdelen d en e tot e en f een onderdeel ingevoegd, luidende:
d. ter vaststelling van de verblijfplaats van een betrokkene op de voet van artikel 13:3a, eerste lid, onderdeel e, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg;
B
Aan artikel 11.13, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. de bescherming van een persoon die in levensgevaar verkeert.
C
In artikel 13.2, eerste en tweede lid, wordt na âhet Wetboek van Strafvorderingâ ingevoegd âof artikel 13:3a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorgâ.
D
Artikel 13.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na âhet Wetboek van Strafvorderingâ ingevoegd âof artikel 13:3a, eerste lid, onderdeel c, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorgâ.
2. In het tweede lid wordt na âhet Wetboek van Strafvorderingâ ingevoegd âof artikel 13:3a, eerste lid, onderdeel d, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorgâ.
E
In artikel 13.5, eerste lid, wordt âbijzondere lastâ vervangen door âbevel op grond van het Wetboek van Strafvordering of de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorgâ.
ARTIKEL XVIII
Artikel 7 van de Tijdelijke wet opvang ontheemden OekraĂŻne wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede âartikel 33, tweede lid, onderdelen a tot en met câ wordt vervangen door âartikel 33, tweede lid, onderdelen a tot en met dâ.
2. Er wordt een zin toegevoegd, luidende: De gegevens, bedoeld in artikel 33, tweede lid, onderdeel d, worden mede ten behoeve van die taak door de Belastingdienst aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt.
ARTIKEL XIX
In artikel V, vierde lid, van de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie wordt âof bij een beĂ«indiging van een rechtspersoon op een wijze als bedoeld in artikel 19c lid 1, waarbij Ă©Ă©n of meer schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven,â vervangen door âof bij een beĂ«indiging van een rechtspersoon op een wijze als bedoeld in artikel 19c lid 1, aanhef,â.
ARTIKEL XX
De Uitleveringswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Na hoofdstuk III wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
HOOFDSTUK IIIA. VOORLOPIGE TERBESCHIKKINGSTELLING AAN
NEDERLAND
Artikel 45b
1. In de gevallen dat een persoon die in het buitenland rechtens van zijn vrijheid is beroofd, vooruitlopend op zijn feitelijke uitlevering, voorlopig ter beschikking wordt gesteld van de Nederlandse justitie of die van Bonaire, Sint Eustatius en Saba ten behoeve van diens berechting, wordt hij gedurende zijn verblijf op Nederlands grondgebied op bevel van het bevoegde lid van het openbaar ministerie in verzekering gesteld. De artikelen 54 en 55 zijn, voor zoveel nodig, van overeenkomstige toepassing.
2. De inverzekeringstelling wordt opgeheven zodra het bevoegde lid van het openbaar ministerie bericht ontvangt dat de gronden voor vrijheidsberoving in het buitenland niet langer bestaan.
B
Artikel 50, eerste lid, komt te luiden:
1. Voor zover bij verdrag niet anders is bepaald, wordt bij vervoer te land, overeenkomstig artikel 48, de bewaking van de vreemdeling opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de vreemdeling en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
C
Artikel 50a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt de zinsnede âvoor het afleggen van een verklaring als getuige of voor confrontatie dan wel voor het aanwezig zijn bij de behandeling ter terechtzitting van een tegen hem gevoerde strafzaakâ vervangen door âter uitvoering van een onderzoekshandelingâ en wordt âhier te landeâ vervangen door âop Nederlands grondgebiedâ.
2. In de tweede zin wordt âDe artikelen 54 en 56, eerste lidâ vervangen door âDe artikelen 54, 55 en 56, eerste lid,â.
D
Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede âvoor het afleggen van een verklaring als getuige, of voor confrontatieâ vervangen door âter uitvoering van een onderzoekshandelingâ.
2. Aan het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: âArtikel 5.1.5 van het Wetboek van Strafvordering is van toepassing.â.
E
Na artikel 54 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 55
Voor zover bij verdrag niet anders is bepaald, is bij de uitlevering van of naar Nederland de bewaking van de opgeëiste persoon dan wel verdachte of veroordeelde opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de opgeëiste persoon dan wel verdachte of veroordeelde en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
ARTIKEL XXI
In artikel 9, tweede volzin, van de Uitvoeringswet rechtsmechanismen straftribunalen wordt âde landelijke eenheidâ vervangen door âeen landelijke eenheidâ.
ARTIKEL XXII
De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de begripsomschrijving van aanvullend document vervalt â(PbEU 2011, L343)â.
2. In de begripsomschrijving van Etias-verordening vervalt â(PbEU 2018, L 236)â.
3. De begripsomschrijving van Europese verordeningen die betrekking hebben op biometrische gegevens onder 2° wordt als volgt gewijzigd:
a. âVerordening (EG) 767/2008â wordt vervangen door âVerordening (EG) nr. 767/2008â.
b. âPbEU L218â wordt vervangen door âVIS-verordeningâ.
4. De begripsomschrijving van Europese verordeningen die betrekking hebben op biometrische gegevens onder 3° wordt als volgt gewijzigd:
a. âVerordening (EG) 810/2009â wordt vervangen door âVerordening (EG) nr. 810/2009â.
b. âPb EU L 243â wordt vervangen door âVisumcodeâ.
5. De begripsomschrijving van Europese verordeningen die betrekking hebben op biometrische gegevens onder 4° wordt als volgt gewijzigd:
a. âvan de Europese Unieâ vervalt.
b. â(PbEU L157)â vervalt.
6. In de begripsomschrijving van Europese verordeningen die betrekking hebben op biometrische gegevens vervalt onder 5° â(PbEU 2017, L 327)â.
7. De begripsomschrijving van langdurig ingezetene wordt als volgt gewijzigd:
a. ârichtlijn nr. 2003/109/EGâ wordt vervangen door âRichtlÄłn 2003/109/EGâ.
b. âvan de Europese Unieâ vervalt.
c. â(PbEU 2004, L16)â vervalt.
d. ârichtlijn 2011/51/EUâ wordt vervangen door âRichtlijn 2011/51/EUâ.
e. Na âEuropees Parlement en de Raadâ wordt ingevoegd âvan 11 mei 2011 tot wijziging van Richtlijn 2003/109/EG van de Raadâ.
f. â(PbEU 2011, L 132)â vervalt.
8. In de begripsomschrijving van Onze minister wordt âOnze Minister van Veiligheid en Justitieâ vervangen door âOnze Minister van Asiel en Migratieâ.
9. De begripsomschrijving van richtlijn tijdelijke bescherming wordt als volgt gewijzigd:
a. ârichtlijn nr. 2001/55/EGâ wordt vervangen door âRichtlÄłn 2001/55/EGâ.
b. â(PbEG L 212)â vervalt.
10. In de begripsomschrijving van Schengengrenscode vervalt â(PbEU, L77)â.
11. In de begripsomschrijving van SIS-verordening grenscontroles vervalt â(PbEU 2018, L 312)â.
12. In de begripsomschrijving van SIS-verordening terugkeer vervalt â(PbEU 2018, L 312)â.
13. In de begripsomschrijving van Terugkeerrichtlijn vervalt â(PbEU 2008, L 348)â.
14. In de begripsomschrijving van Verordening interoperabiliteit grenzen en visa vervalt â(PbEU 2019, L 135)â.
15. In de begripsomschrijving van Verordening interoperabiliteit politiĂ«le en justitiĂ«le samenwerking, asiel en migratie vervalt â(PbEU 2019, L 135)â.
16. De begripsomschrijving van Vluchtelingenverdrag komt te luiden:
Vluchtelingenverdrag: het op 28 juli 1951 te GenĂšve tot stand gekomen Verdrag betreffende de status van vluchtelingen (Trb. 1951, 131), zoals gewijzigd bij het op 31 januari 1967 te New York tot stand gekomen Protocol betreffende de status van vluchtelingen (Trb. 1967, 76);
B
Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt, onder vervanging van de komma aan het slot van onderdeel c door een punt, âdie ten behoeve van het voorgenomen verblijf op grond van een machtiging tot voorlopig verblijf of het verblijf op grond van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van een vreemdeling een schriftelijke verklaring heeft afgelegd, of die door Onze Minister als referent is aangewezen.â
2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. De referent dient ten behoeve van het voorgenomen verblijf op grond van een machtiging tot voorlopig verblijf of het verblijf op grond van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van een vreemdeling een daartoe strekkende schriftelijke verklaring af te leggen, tenzij hij door Onze Minister als referent is aangewezen.
3. In het vierde lid (nieuw) wordt âbedoeld in het eerste lidâ vervangen door âbedoeld in het tweede lidâ.
C
In artikel 2t, vierde lid, wordt de komma aan het slot van onderdeel b vervangen door een puntkomma.
D
Artikel 9a vervalt.
E
In artikel 12, tweede lid, wordt â180 dagenâ vervangen door â360 dagenâ.
F
In artikel 15 wordt âartikel 14, tweede lidâ vervangen door âartikel 14, derde lidâ.
G
In de artikelen 16, eerste lid, onderdeel k, en 18, eerste lid, onderdeel h, wordt âartikel 2a, eerste lidâ vervangen door âartikel 2a, tweede lidâ.
H
In artikel 24a, vierde lid, wordt de komma aan het slot van onderdeel b vervangen door een puntkomma.
I
Artikel 36 komt te luiden:
Artikel 36
In afwijking van artikel 2:1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden de volgende aanvragen ingediend door de vreemdeling of zijn wettelijke vertegenwoordiger:
a. een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 of tot het verlengen van de geldigheidsduur ervan;
b. een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 33.
J
In artikel 55a, eerste lid, wordt â2a, tweede lid, onder bâ vervangen door â2a, derde lid, onder bâ.
K
Artikel 62 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Nadat tegen de vreemdeling, niet zijnde gemeenschapsonderdaan, een terugkeerbesluit is uitgevaardigd, dient hij Nederland uit eigen beweging binnen vier weken te verlaten.
2. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
3. Nadat het rechtmatig verblijf van de gemeenschapsonderdaan is geëindigd, dient hij Nederland uit eigen beweging binnen een maand na de kennisgeving daarvan te verlaten. Onze Minister kan deze termijn verkorten in naar behoren aangetoonde dringende gevallen.
3. In het vierde lid (nieuw) wordt âtermijn, bedoeld in het eerste lidâ vervangen door âtermijnen, bedoeld in het eerste en derde lidâ.
L
In artikel 66b, eerste lid, wordt âambtshalve of wegens gewijzigde omstandighedenâ vervangen door âambtshalve wegens gewijzigde omstandighedenâ.
M
In artikel 73, vijfde lid wordt âartikel 62, eerste lidâ vervangen door âartikel 62, eerste of derde lidâ.
N
In artikel 82, vierde lid wordt âartikel 62, eerste lidâ vervangen door âartikel 62, eerste of derde lidâ.
O
Artikel 108 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt â2a, tweede lid onder bâ vervangen door â2a, derde lid, onder bâ.
2. In het derde lid wordt âworden beschouwd alsâ vervangen door âzijnâ.
3. In het vierde lid, eerste volzin, wordt âambtenaren belast met het vreemdelingentoezichtâ vervangen door âambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingenâ.
ARTIKEL XXIII
De Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt in de begripsbepaling âdeelneming met het motorrijtuig aan het verkeerâ het woord âmotorijtuigâ vervangen door âmotorrijtuigâ.
Aa
Artikel 13a van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt âvan een overeenkomstig artikel 62 van de Wegenverkeerswet 1994 erkende natuurlijke persoon of rechtspersoonâ vervangen door âvan een natuurlijke persoon of rechtspersoon met een op grond van artikel 4aud, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 verleende erkenning bedrijfsvoorraadâ.
2. In het tweede lid wordt âals bedoeld in artikel 62 van de Wegenverkeerswet 1994â vervangen door âmet een op grond van artikel 4aud, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 verleende erkenning bedrijfsvoorraadâ.
3. In het derde lid wordt â, bedoeld in artikel 62 van de Wegenverkeerswet 1994,â vervangen door âmet een op grond van artikel 4aud, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 verleende erkenning bedrijfsvoorraadâ.
B
In artikel 26b, derde lid, eerste zin, wordt âop grond van het eerste of tweede lidâ vervangen door âop grond van artikel 26a, eerste of tweede lid,â.
ARTIKEL XXIV
In artikel 24, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften vervalt â, over de gewone post of op een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen wijzeâ.
ARTIKEL XXV
De Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel a, wordt âOnze Minister van Veiligheid en Justitieâ vervangen door âOnze Minister van Asiel en Migratieâ.
B
Artikel 6 komt te luiden:
Artikel 6
Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld over een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van kosten verband houdende met de opvang van asielzoekers.
C
In artikel 16, eerste lid, wordt âhet Ministerie van Veiligheid en Justitieâ vervangen door âhet Ministerie van Asiel en Migratieâ.
ARTIKEL XXVI
Artikel 1 van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel c, vervalt âdan wel ten aanzien van wie met toepassing van artikel 2.3, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging is afgegevenâ.
2. In het tweede lid wordt âeen persoon ten aanzien van wie met toepassing van artikel 2.3, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging is afgegevenâ vervangen door âeen persoon ten aanzien van wie met toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging is afgegeven op de gronden, genoemd in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorgâ.
ARTIKEL XXVII
De Wet forensische zorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding â1.â geplaatst.
2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
2. De zorgaanbieder verwerkt persoonsgegevens, met inbegrip van persoonsgegevens over gezondheid of persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, ter uitvoering van het eerste lid.
3. De zorgaanbieder verstrekt persoonsgegevens, met inbegrip van persoonsgegevens over gezondheid of persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, ter uitvoering van het eerste lid aan:
a. de geneesheer-directeur, de officier van justitie, de psychiater belast met de medische verklaring, de zorgaanbieder en de zorgverantwoordelijke, in de zin van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg; en
b. het CIZ, de officier van justitie, de ter zake kundige arts belast met de medische verklaring, de zorgaanbieder, en de zorgverantwoordelijke, in de zin van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.
B
In artikel 3.6, derde lid, wordt âartikel 509o, tweede lid, onder 2°, van het Wetboek van Strafvorderingâ vervangen door âartikel 6:6:12, eerste lid, onder b, van het Wetboek van Strafvorderingâ.
ARTIKEL XXVIII
Artikel 2.27 van de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onder d, wordt â8:18, derde lid, onderdeel bâ vervangen door â8:18, derde lidâ
2. In het tweede lid, onder b, wordt âeen advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandelingâ vervangen door âeen Veilig Thuis-organisatieâ.
ARTIKEL XXVIIIa
De Wet gegevensverwerking persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische activiteiten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 22 komt te luiden:
Artikel 22. Wijziging Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden in verband met verhouding tot Zorg- en Veiligheidshuizen
Aan artikel 2.31 van de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden wordt een lid toegevoegd, luidende:
13. Indien de deelnemers van een Zorg- en Veiligheidshuis ten aanzien van een aangemelde of in behandeling genomen casus aanleiding hebben om te vermoeden dat die casus in overeenstemming is met het doel van het casusoverleg ten behoeve van de persoonsgerichte aanpak van radicalisering en terroristische activiteiten, bedoeld in artikel 2 van de Wet gegevensverwerking persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische activiteiten, dan dragen die deelnemers er zorg voor dat de casus overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van die wet voor overleg wordt aangemeld bij de politie, het openbaar ministerie of de burgemeester van de gemeente van verblijf van de betrokkene. Indien de casus op grond van artikel 5, vierde lid, van de Wet gegevensverwerking persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische activiteiten in behandeling wordt genomen door het casusoverleg als bedoeld in artikel 2 van die wet, dan vindt het onderhavige artikel 2.31 geen verdere toepassing.
B
Artikel 23 vervalt.
ARTIKEL XXIX
Artikel 19a van de Wet griffierechten burgerlijke zaken wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt â383, zevende lid, van de Faillissementswetâ vervangen door â383, eerste, zevende, en achtste lid, van de Faillissementswetâ.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Artikel 11, eerste lid, is van toepassing.
3. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.
ARTIKEL XXX
Artikel I, onderdeel I, van de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen vervalt.
ARTIKEL XXXI
In artikel 1, eerste lid, twaalfde gedachtestreepje, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg en artikel 1.1.1, eerste lid, zeventiende gedachtestreepje, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt âontuchtâ vervangen door âseksuele handelingen verrichtenâ.
ARTIKEL XXXII
In artikel 14, tweede lid, onder a, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten wordt âHoofdstuk 9, afdeling 9.3, van de Algemene wet bestuursrecht,â vervangen door âHoofdstuk 9, afdeling 9.1.3, van de Algemene wet bestuursrecht,â.
ARTIKEL XXXIII
In artikel 23, vierde lid, van de Wet op de economische delicten wordt âhemâ vervangen door âhenâ.
ARTIKEL XXXIV
De Wet op de naburige rechten wordt als volgt gewijzigd:
aA
In artikel 2, vijfde lid, artikel 6, vijfde lid, artikel 7a, vijfde lid, en artikel 8, vijfde lid, wordt de zinsnede âdoor gemeenten, provincies, het rijk of het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Sabaâ vervangen door âdoor gemeenten, provincies of het rijkâ.â
A
In de artikelen 15, eerste lid, 15a, eerste lid, en 15b wordt âOnze Minister van Justitieâ vervangen door âOnze Minister van Justitie en Veiligheidâ.
B
In de artikelen 15a, eerste lid, 15b en 15g, eerste lid, wordt âOnze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappenâ vervangen door âOnze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschapâ.
C
In artikel 15g, eerste lid, wordt âOnze Minister van Veiligheid en Justitieâ vervangen door âOnze Minister van Justitie en Veiligheidâ.
D
In artikel 20, eerste lid, wordt âde Minister van Justitieâ vervangen door âOnze Minister van Justitie en Veiligheidâ.
ARTIKEL XXXIVa
De Wet op de rechterlijke organisatie wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 66 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het vierde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Zij worden op eigen verzoek bij koninklijk besluit ontslagen.
2. Onder vernummering van het zesde lid tot zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
6. Met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin een deskundig lid of een plaatsvervangend lid van de ondernemingskamer de leeftijd van zeventig jaren heeft bereikt, wordt aan hem bij koninklijk besluit ontslag verleend.
B
Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het vierde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Zij worden op eigen verzoek bij koninklijk besluit ontslagen.
2. Onder vernummering van het zesde lid tot zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
6. Met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin een deskundig lid of een plaatsvervangend lid van de penitentiaire kamer de leeftijd van zeventig jaren heeft bereikt, wordt aan hem bij koninklijk besluit ontslag verleend.â
ARTIKEL XXXIVb
De bijlage bij artikel 8.8 van de Wet open overheid wordt als volgt gewijzigd:
1. In het onderdeel betreffende de Advocatenwet wordt âde artikelen 8, 8a, 8b en 45aâ vervangen door âde artikelen 8, 8a, 8b, 19, tweede lid, voor zover met gesloten deuren vergaderd wordt, en 45aâ.
2. In het onderdeel betreffende de Gerechtsdeurwaarderswet wordt âartikel 1aâ vervangen door âde artikelen 1a, 72 en 75, voor zover met gesloten deuren vergaderd wordtâ.
3. In het onderdeel betreffende de Wet op het notarisambt wordt âartikel 5â, vervangen door âde artikelen 5, 76 en 79, voor zover met gesloten deuren vergaderd wordtâ.
ARTIKEL XXXV
Na artikel 63 van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 63a
Bij de overbrenging van of naar Nederland is de bewaking van de veroordeelde opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de veroordeelde en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
ARTIKEL XXXVI
Aan artikel 15, tweede lid, eerste zin, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus wordt toegevoegd âis verleendâ.
ARTIKEL XXXVII
In artikel 25, tweede lid, van de Wet politiegegevens wordt âde landelijke eenheidâ vervangen door âeen landelijke eenheidâ.
ARTIKEL XXXVIII
De Wet tarieven in strafzaken wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt âWij stellen bij algemene maatregel van bestuur de tarieven vast voor vergoedingen voor:â vervangen door âBij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden de tarieven vastgesteld voor vergoedingen voor:â
2. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot en met vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. De bedragen, bedoeld in het eerste lid, kunnen bij ministeriële regeling worden gewijzigd voor zover het indexcijfer Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloning, Cao-sector overheid, zoals jaarlijks vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek, daartoe aanleiding geeft.
B
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt âWij stellen bij algemene maatregel van bestuur de tarieven vast voor vergoedingen voor:â vervangen door âBij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden de tarieven vastgesteld voor vergoedingen voor:â.
2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. De bedragen, bedoeld in het eerste lid, kunnen bij ministeriële regeling worden gewijzigd voor zover het indexcijfer Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloning, Cao-sector overheid, zoals jaarlijks vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek, daartoe aanleiding geeft.
ARTIKEL XXXIX
De Wet technische eenmaking Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel II wordt âde Wet van 13 juli 2021â vervangen door âde Wet van 13 juli 2016â.
B
In artikel III, tweede lid, wordt âde Wet van 13 juli 20216â vervangen door âde Wet van 13 juli 2016â.
ARTIKEL XL
De Wet toezicht geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 19, vierde lid, vervalt.
B
Artikel 20 vervalt.
ARTIKEL XLI
In artikel 14, derde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme wordt â17bâ vervangen door â17aâ.
ARTIKEL XLII
Artikel 57, eerste lid, van de Wet veiligheidsregioâs wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt âInspectie Openbare Orde en Veiligheidâ vervangen door âInspectie Justitie en Veiligheidâ.
2. In onderdeel b wordt âInfrastructuur en Milieuâ vervangen door âInfrastructuur en Waterstaatâ.
ARTIKEL XLIII
In artikel 5:19 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg wordt âartikel 2.3, eerste lid, onder 6° tot en met 12°, van de Wet forensische zorgâ vervangen door âartikel 2.3, eerste lid, onder 7° tot en met 12°, van de Wet forensische zorgâ.
ARTIKEL XLIV
Artikel 3.39 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt âzedenmisdrijvenâ vervangen door âseksuele misdrijvenâ.
2. In het eerste lid wordt âmisdrijf tegen de zedenâ vervangen door âseksueel misdrijfâ.
ARTKEL XLV
Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, eerste lid, wordt âVerordening (EU) nr. 2019/1111 van de Raad van 25 juni 2019 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering (PbEU L 178)â vervangen door âVerordening (EU) nr. 2019/1111 van de Raad van 25 juni 2019 betreffende de bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering (PbEU L178)â.
Aa
Aan artikel 33 worden twee leden toegevoegd, luidende:
6. Indien niet is voldaan aan een verplichting tot het elektronisch verrichten van handelingen op grond van de wet dan wel bij of krachtens algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het tweede lid, stelt de rechter de desbetreffende partij of andere betrokkene in de gelegenheid dit verzuim te herstellen binnen een door de rechter te bepalen termijn. Maakt eiser of verzoeker van deze gelegenheid geen gebruik, dan kan de rechter eiser of verzoeker niet ontvankelijk verklaren in zijn vordering of verzoek dan wel het stuk buiten beschouwing laten. Ook in andere gevallen waarin geen gebruik wordt gemaakt van de gelegenheid om het verzuim te herstellen, kan de rechter het stuk buiten beschouwing laten.
7. In afwijking van de voorgaande leden kan de rechter bepalen dat de procedure wordt voortgezet volgens de regels die gelden voor stukkenwisseling op papier.
B
In artikel 290, vierde lid, wordt âArtikel 28, vijfde en zesde lidâ vervangen door âArtikel 29, vijfde en zesde lidâ.
C
Aan artikel 457 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Het eerste lid, tweede zin, en het tweede lid zijn niet van toepassing als er beslag is gelegd op een motorrijtuig of een aanhangwagen als bedoeld in de artikelen 440 en 442 en dat beslag is ingeschreven in het kentekenregister, bedoeld in artikel 42 Wegenverkeerswet 1994.
Ca
In artikel 474i wordt âde leden 2-4 van het vorige artikelâ vervangen door âartikel 474h, tweede en derde lidâ.
Cb
Aan artikel 475, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
g. Indien betekening aan het elektronisch adres van de derde-beslagene als bedoeld in het derde lid niet mogelijk is: de reden van deze onmogelijkheid.
Cc
Artikel 475a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde en zesde lid, wordt âkalendermaandâ telkens vervangen door âmaandâ.
2. In het zevende lid wordt âen in artikel 475aa wordenâ vervangen door âwordtâ en wordt âen onder bank wordt verstaanâ vervangen door âen in dit artikel en in artikel 475aa wordt onder bank verstaanâ.
Cd
Artikel 475aa wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt âwelke bank geldmiddelen van hem onder zich heeftâ vervangen door âbij welke bank de schuldenaar een betaal- of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht aanhoudtâ.
2. In onderdeel b, wordt âof deze geldmiddelen van die schuldenaar onder zich heeftâ vervangen door âof de schuldenaar bij de bank een betaal- of spaarrekening aanhoudt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezichtâ.
Ce
In artikel 556, derde lid, wordt na de eerste zin een zin ingevoegd, luidende: Zaken waarvan redelijkerwijs aangenomen mag worden dat de rechthebbende daar geen belang bij heeft, kunnen terstond worden afgevoerd en vernietigd.
Cf
In artikel 570, tweede lid, wordt de zinsnede âde artikelen 514, tweede en derde lid, 515, 517, tweede lid, 518, 519, eerste lid, 523, 525 en 528- 540â vervangen door âde artikelen 514, tweede en derde lid, 515, 517, tweede lid, 518, 519, eerste lid, 523, 525, 528, 529 en 538 tot en met 540â.
Cg
In artikel 626, eerste lid, wordt ââhet hem verschuldgideâ vervangen door âhet hem verschuldigdeâ.
Ch
In artikel 734, eerste lid, vervalt â, en 541â.
Ci
Artikel 770a wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding â1.â geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. In geval van een beslag op een roerende zaak die geen registergoed is, zijn de artikelen 441, derde lid, 447 en 448 niet van toepassing.
Cj
In de artikelen 455, tweede lid, 455a, tweede lid, 474b, derde lid, 507, derde lid, en 507b, tweede lid, wordt telkens na â475i,â ingevoegd âeerste lid,â.
D
In artikel 611i wordt âscheidsmannenâ vervangen door âarbitersâ.
E
In artikel 1018c, vijfde lid, wordt de punt aan het slot van onderdeel a vervangen door een puntkomma.
F
In artikel 1018f, eerste lid, wordt âvoorzettingâ vervangen door âvoortzettingâ.
G
In artikel 1019ie, eerste lid, wordt âartikel 843a, eerste lidâ vervangen door âartikel 194, eerste lidâ.
ARTIKEL XLVI
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 36f, eerste lid, wordt âten aanzien van wie met toepassing van artikel 2.3, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging is afgegevenâ vervangen door âten aanzien van wie met toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging is afgegeven op de gronden, genoemd in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorgâ.
B
Het opschrift van de Tweede afdeling van Titel IIA van het Eerste Boek komt te luiden: Terbeschikkingstelling.
C
Artikel 77t wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt âals bedoeld in artikel 77s, zevende lid, en artikel 77t, tweede lid,â vervangen door âop grond van artikel 6:2:22, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering of op grond van het tweede lid,â.
2. In het tweede lid wordt âEen jaar nadat de maatregel voorwaardelijk is geĂ«indigd als bedoeld in het bepaalde in de artikelen 6:2:22, tweede lid, en 6:6:31, van het Wetboek van Strafvorderingâ vervangen door âEen jaar nadat de maatregel voorwaardelijk is geĂ«indigd,â en wordt âop de wijze als bedoeld in artikel 77tbâ vervangen door âmet toepassing van artikel 6:6:32 van het Wetboek van Strafvorderingâ.
D
In artikel 151e wordt âeen persoon beneden de leeftijd van zestien jaarâ vervangen door âeen persoon beneden de leeftijd van zestien jarenâ.
Da
In artikel 227b vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding â1.â voor het eerste lid.
E
In artikel 241, tweede lid, wordt âgevangenisstraf van ten hoogste acht jaarâ vervangen door âgevangenisstraf van ten hoogste acht jarenâ.
F
In artikel 254, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2, wordt âinrichting voor verpleging van ter beschikking gesteldâ vervangen door âinstelling voor verpleging van ter beschikking gesteldenâ.
G
In artikel 426, tweede lid, wordt âartikel 453â vervangen door âartikel 430bâ.
ARTIKEL XLVII
Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 36e, tweede lid, onder b, vervalt â, alsmede aan het adres in Nederland dat de verdachte heeft opgegeven waaraan mededelingen over de strafzaak kunnen worden toegezondenâ.
B
In artikel 36g, derde lid, onder d, wordt âuitgereiktâ vervangen door âbetekendâ.
C
Artikel 51ac wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het
slot van onderdeel j door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd
luidende:
k. de tenuitvoerlegging van een uitgevaardigde strafbeschikking.
2. In het tweede lid komt de tweede volzin te luiden: In het bijzonder wordt door de ambtenaar van politie, of de andere opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 141 onder c en d, ten minste mededeling gedaan van de informatie als bedoeld onder a, wordt door de officier van justitie ten minste mededeling gedaan van de informatie als bedoeld onder b tot en met f en onder h, en wordt door Onze Minister van Justitie en Veiligheid ten minste mededeling gedaan van de informatie als bedoeld onder g, i, j en k van het eerste lid.
3. In het vierde en het vijfde lid wordt âDe officier van justitieâ vervangen door âOnze Minister van Justitie en Veiligheidâ.
D
Artikel 257d, vijfde lid, komt te luiden:
5. Indien bij de officier van justitie een verzoek als bedoeld in artikel 51ac, tweede lid en eerste lid, onder d, is gedaan, wordt door Onze Minister van Justitie en Veiligheid aan het slachtoffer een afschrift van de strafbeschikking toegezonden. Voorts wordt door Onze Minister van Justitie en Veiligheid een afschrift toegezonden aan de rechtstreeks belanghebbende die de officier van justitie bekend is.
Da
In artikel 258a, eerste lid, onderdeel b, wordt na â141, eerste lid en tweede lid, onder 1°,â ingevoegd â151f, tweede lid,â en wordt â248c, 252, tweede lidâ vervangen door â253â.
E
In artikel 361, tweede lid, onderdeel a, wordt âof een zorgmachtiging met toepassing van artikel 2.3, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg is afgegevenâ vervangen door âmet toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging is afgegeven op de gronden, genoemd in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorgâ.
F
Artikel 412, eerste lid, tweede volzin, komt te luiden: âDe artikelen 258, tweede lid, tweede tot en met vierde volzin, en 258a zijn van overeenkomstige toepassing.â.
G
Aan artikel 434, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: âDe Hoge Raad bepaalt op welke wijze de stukken van het geding aan de Hoge Raad worden verstrekt.â.
H
In artikel 495, zesde lid, wordt âartikel 263 of artikel 287â vervangen door âartikel 259 of artikel 285â.
I
Artikel 511aa wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de eerste zin vervangen door âIn het feitenonderzoek kan de officier van justitie, of, indien de artikelen de hulpofficier of de opsporingsambtenaar als bevoegd aanwijzen, deze ambtenaar, de in de artikelen 61a, eerste lid, onderdeel h, 96 tot en met 96c, 97, met uitzondering van het eerste lid, onderdeel b, 99, 124, 125, 125i, 126nc, 126nd, 126nda, 126nf, 150 en 151 bedoelde bevoegdheden uitoefenen en kan de rechter-commissaris op vordering van de officier van justitie de bevoegdheden van de artikelen 104 tot en met 110 en 227 uitoefenen. De rechter-commissaris kan de bevoegdheid van artikel 227 ook ambtshalve of op verzoek van de verdachte uitoefenen.â.
2. In het tweede lid wordt âen 126nd, eerste lidâ vervangen door â126nd, eerste lid, 126nda, eerste lid, en 126nf, eerste lidâ.
J
In artikel 5.3.16, derde lid, wordt âartikel 5.3.7, eerste lid, aanhef en onder a,â vervangen door âartikel 5.3.7, tweede lid,â.
K
In artikel 5.4.10, derde lid, wordt âDe artikelen 552a, eerste tot en met zesde lid,â vervangen door âDe artikelen 552a, eerste tot en met zevende lid,â.
L
Artikel 6:6:1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende: De kantonrechter is slechts bevoegd tot kennisneming van de vordering indien hij bevoegd is tot kennisneming van de feiten ter zake waarvan de veroordeling is uitgesproken waarop de vordering betrekking heeft.
2. In het zevende lid, onderdeel b, onder 1°, wordt âeen jaar of meerâ vervangen door âmeer dan een jaarâ en wordt âeen half jaar of meerâ vervangen door âmeer dan een half jaarâ.
M
Indien artikel I, onderdeel Q, van de Wet uitbreiding slachtofferrechten in werking is getreden, wordt in artikel 6:6:13 het zesde lid dat begint met âIndien de rechter toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg overweegtâ vernummerd tot zevende lid en wordt in artikel 6:6:15, derde lid, âvijfde lidâ vervangen door âzesde lidâ.
ARTIKEL XLVIII
In artikel 100, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering BES wordt na â266,â ingevoegd â285,â.
ARTIKEL XLIX
Het Faciliteitenbesluit opvangcentra wordt ingetrokken.
ARTIKEL L
Het griffierecht in burgerlijke zaken zoals het gold voor inwerkingtreding van artikel XXIX blijft van toepassing voor de verzoeker die dit griffierecht voor die datum verschuldigd is geworden.
ARTIKEL LI
Indien het bij koninklijke boodschap van 16 december 2022 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafvordering BES in verband met de uitbreiding van de strafbaarheid voor schadetoebrengende gedragingen ten behoeve van een buitenlandse mogendheid (uitbreiding strafbaarheid spionageactiviteiten) (36 280) tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking treedt of is getreden dan deze wet, dan worden het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES als volgt gewijzigd:
A
Artikel 98d van het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt na âMetâ het woord âeenâ en wordt âjaarâ vervangen door âjarenâ.
2. In het derde lid wordt âjaarâ vervangen door âjarenâ.
B
Artikel 104d van het Wetboek van Strafrecht BES wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Na âMetâ vervalt het woord âeenâ.
b. Het woord âjaarâ wordt vervangen door âjarenâ.
c. In onderdeel 1â° wordt âschadelijkeâ vervangen door âschadetoebrengendeâ.
2. In het derde lid wordt âjaarâ vervangen door âjarenâ.
ARTIKEL LII
Indien het bij koninklijke boodschap van 16 december 2022 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafvordering BES in verband met de uitbreiding van de strafbaarheid voor schadetoebrengende gedragingen ten behoeve van een buitenlandse mogendheid (uitbreiding strafbaarheid spionageactiviteiten) (36 280) tot wet is of wordt verheven en die wet later in werking treedt dan deze wet, dan wordt die wet als volgt gewijzigd:
A
In artikel I wordt artikel 98d van het Wetboek van Strafrecht als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt na âMetâ het woord âeenâ en wordt âjaarâ vervangen door âjarenâ.
2. In het derde lid wordt âjaarâ vervangen door âjarenâ.
B
In artikel II wordt artikel 104d van het Wetboek van Strafrecht BES als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Na âMetâ vervalt het woord âeenâ.
b. Het woord âjaarâ wordt vervangen door âjarenâ.
c. In onderdeel 1â° wordt âschadelijkeâ vervangen door âschadetoebrengendeâ.
In het derde lid wordt âjaarâ vervangen door âjarenâ.
ARTIKEL LIIa
1. De benoeming van een deskundig lid of plaatsvervanger als bedoeld in artikel 66, vierde lid, of 67, vierde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, die vóór het tijdstip van inwerkingtreding van artikel XXXIVa is benoemd en vóór dat tijdstip de leeftijd van zeventig jaren heeft bereikt, blijft van kracht tot:
a. de eerste dag van de maand volgende op die waarin het deskundig lid of de plaatsvervanger de leeftijd van drieënzeventig jaren heeft bereikt, of
b. het in het benoemingsbesluit genoemde tijdstip, indien dat tijdstip ligt vóór het in onderdeel a bedoelde tijdstip.
2. In het geval, bedoeld in het eerste lid, onder a, vindt het ontslag plaats bij koninklijk besluit.
ARTIKEL LIII
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, met uitzondering van artikel XLVII, onderdeel F, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
ARTIKEL LIV
Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet Justitie en Veiligheid en Asiel en Migratie 20XX.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie en Veiligheid,
De Minister van Asiel en Migratie,