[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over voorhang ontwerpregeling houdende de vaststelling van de subsidieregeling voor isolatie en ventilatie provincie Groningen en de gemeenten Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo (Kamerstuk 33529-1278)

Gaswinning

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2025D13511, datum: 2025-03-27, bijgewerkt: 2025-03-27 16:28, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z04278:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


33529 Gaswinning

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg

Binnen de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de brief inzake Voorhang ontwerpregeling houdende de vaststelling van de subsidieregeling voor isolatie en ventilatie provincie Groningen en de gemeenten Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo (Kamerstuk 33529, nr. 1278).

De voorzitter van de commissie,

Postma

De griffier van de commissie,

De Vos

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

II Antwoord / reactie van de minister

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie


De leden van de PVV-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de voorhang ontwerpregeling houdende de vaststelling van de subsidieregeling voor isolatie en ventilatie provincie Groningen en de gemeenten Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo. Deze leden hebben wel een aantal vragen voor de minister.

Op bladzijde 17 van de regeling valt te lezen dat de minister binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze regeling een verslag stuurt aan de Staten-Generaal over de doeltreffendheid en de doelmatigheid. De leden van de PVV-fractie willen de minister vragen, gezien het belang van deze regeling, waarom niet is gekozen voor een evaluatie na bijvoorbeeld drie jaar.

Op bladzijde 23 van de regeling staat dat bewoners, woningeigenaars en eigenaar-bewoners 1.000 euro krijgen voor de kosten van de afwerking. Deze leden zouden van de minister willen weten in hoeverre dat bedrag de kosten dekt en of er ruimte is om dit bedrag te verhogen.

Op bladzijde 24 van de regeling staat opgetekend dat om het gebruik van biobased materialen te stimuleren hogere bedragen in de maatregelencatalogus staan voor maatregelen met biobased materiaal. De leden van de PVV-fractie willen graag van de minister weten hoe hoog de verschillen zijn met ‘gewone’ materialen en wat de kosten-baten afweging is geweest om het gebruik van biobased materialen te stimuleren met hogere bedragen.

Op bladzijde 33 van de regeling staat dat doordat de bedragen meerdere keren per jaar worden geïndexeerd, het niet wenselijk is om de bedragen in de regeling op te nemen. Deze leden willen van de minister weten wat “meerdere keren per jaar” is en wat de achterliggende argumentatie is voor het gekozen aantal indexaties.

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de minister inzake voorhang ontwerpregeling houdende de vaststelling van de subsidieregeling voor isolatie en ventilatie provincie Groningen en de gemeenten Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo. Deze leden hebben hier een aantal vragen en kritische kanttekeningen bij.

De leden van GroenLinks-PvdA-fractie omarmen het rapport ‘Commissie Verschillen: Veilig, schadevrij en verduurzaamd’ waarbij de uitkomst centraal dient te staan: een veilige, schadevrije en duurzame woning tot minimaal het niveau aardgasvrij-gereed. In de brief geeft de minister aan voort te werken op stevige fundamenten zoals het rapport van de Commissie-Van Geel. Desondanks vrezen deze leden dat de huidige invulling van maatregel 29 ook zal bijdragen aan onuitlegbare verschillen. Kan de minister bevestigen dat dit een onacceptabele uitkomst zou zijn en beargumenteerd garanderen waarom dit niet het geval gaat zijn?

Daarbovenop heeft de onverwachtse aankondiging van afgelopen januari dat triple glas en kozijnen zijn uitgesloten van de subsidieregeling tot veel verbaasde reacties en ontsteltenis geleid. Bewoners dachten immers logischerwijs dat dit onderdeel zou zijn van de subsidieregeling. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vrezen dat dit wederom het broze vertrouwen van Groningers schaadt. Hoe kijkt de minister tegen deze gang van zaken aan en wat dit met het vertrouwen van Groningers doet? Ondanks dat het fijn is dat er met terugwerkende kracht met coulance wordt gehandeld richting bewoners die al hadden geĂŻnvesteerd in triple glas en kozijnen, neemt dit niet weg dat veel bewoners zich in eerste instantie zeer terecht benadeeld voelden door de overheid. De coulanceregeling brengt daarnaast met zich mee dat er onuitlegbare verschillen ontstaan tussen bewoners die voor de definitieve subsidieregeling hebben verduurzaamd en bewoners die dat erna doen. Hoe kijkt de minister hier tegenaan? Waarom is er niet voor gekozen om triple glas en kozijnen voor alle bewoners uit het aardbevingsgebied te vergoeden? Is dit een financiĂ«le afweging geweest? In hoeverre stond op voorhand het budget vast en was er ruimte voor aanvullend budget als dit nodig bleek te zijn om onuitlegbare verschillen tegen te gaan? Klopt het dat ‘‘koste wat het kost’’ niet opgaat bij deze maatregel om gelijke uitkomsten te bewerkstelligen voor inwoners in plaats van onuitlegbare verschillen? In hoeverre is dit in lijn met het rapport-Van Geel?

Daarnaast hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie nog enkele vragen over het gekozen kerngebied. Ook dit leidt bij de genoemde leden tot zorgen over onuitlegbare verschillen tussen bewoners uit het kerngebied en bewoners die net buiten het kerngebied vallen. Waarom is er niet voor gekozen om de hele provincie Groningen en de gemeentes Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo de vergoeding van maximaal 40.000 euro te geven? Deelt de minister de zorgen van de genoemde leden dat de keuze voor het afgebaakte gebied kan bijdragen aan het vergroten van onuitlegbare verschillen? Waarom is bijvoorbeeld Onderdendam uitgesloten? Denkt de minister dat het nu het ene dorp wel aanspraak kan doen op de volle subsidie, maar het dorp ernaast niet dit zal leiden tot nieuwe spanningen in gemeenschappen? Is het inzichtelijk in hoeverre de huidige maatregel 29 tot grotere verschillen leidt?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen zich af in hoeverre het budget van maatregel 29 van Nij Begun, de 1,65 miljard euro, van te voren vaststond. Is dit budget wel toereikend om aan de adviezen van de commissie-Van Geel te voldoen? In hoeverre is dit budget koste wat het kost, of is eerst budget vastgesteld en toen de maatregel vormgegeven?

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de voorhang ontwerpregeling houdende de vaststelling van de subsidieregeling voor isolatie en ventilatie provincie Groningen en de gemeenten Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo en willen de minister enkele vragen voorleggen.

Deze leden lezen dat de subsidieregeling voor isolatie en ventilatie in Groningen en Noord-Drenthe gefaseerd wordt opengesteld op basis van postcode. Kan de minister aangeven welke criteria, anders dan de uitvoeringscapaciteit bij het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN), ten grondslag liggen aan deze specifieke fasering per postcode? Hoe wordt gewaarborgd dat de urgentie van verduurzaming of de mate van aardbevingsschade binnen een postcodegebied hierbij voldoende wordt meegewogen?

De leden van de BBB-fractie lezen dat hoewel de minister streeft naar vermindering van regeldruk, aanvragers in sommige gevallen eerst een aanvraag moeten indienen bij andere regelingen (zoals ISDE, SVOH of SVVE) voordat zij voor de Groningse regeling in aanmerking komen. Kan de minister aangeven wat de concrete, meetbare doelstelling is voor de reductie van de administratieve lasten voor burgers in het aardbevingsgebied als gevolg van deze cumulatie van aanvraagprocedures? Kan de minister aangeven welke mechanismen zijn ingericht om te voorkomen dat deze voorwaarden leiden tot onnodige vertraging of dat burgers afzien van het aanvragen van subsidie?

Deze leden lezen dat er wordt gesproken over de ontzorging van bewoners door gemeenten bij de uitvoering van de isolatie- en ventilatieregeling. Kan de minister aangeven welke concrete, uniforme standaarden er worden gehanteerd om te voorkomen dat er grote verschillen ontstaan tussen gemeenten in de mate van ondersteuning van bewoners? Hoe wordt de kwaliteit van deze gemeentelijke ontzorging gemonitord en geëvalueerd vanuit het ministerie?

De leden van de BBB-fractie lezen dat de uitvoering van de subsidieregeling is belegd bij SNN. Kan de minister aangeven hoe zij structureel wordt geĂŻnformeerd over de ervaringen van aanvragers met de dienstverlening van SNN, inclusief eventuele knelpunten of verbeterpunten in de communicatie en het aanvraagproces, en welke concrete mechanismen zijn ingericht om deze feedback te benutten voor continue verbetering van de regeling en de uitvoering ervan?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de voorhang van de subsidieregeling voor isolatie en ventilatie van gebouwen, woonboten en woonwagens in de provincie Groningen en de gemeenten Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo. Deze leden onderschrijven het belang van deze regeling als uitwerking van maatregel 29 uit Nij Begun, waarin het verduurzamen van woningen in aardbevingsgebied centraal staat. Het gaat hier om meer dan klimaatbeleid: het is een noodzakelijke stap richting erkenning en herstel voor een regio die jarenlang de gevolgen van de gaswinning heeft moeten dragen.

De leden van de SP-fractie maken zich zorgen over de financiering en uitvoerbaarheid van deze regeling, zeker in relatie tot het bredere advies van de Commissie-Van Geel. De regering heeft zelf aangegeven dat er nog 2,4 miljard euro nodig is om dat advies volledig uit te voeren. Dat bedrag is nog niet gereserveerd. Deze leden vragen daarom waarop deze raming precies gebaseerd is en of de minister bereid is een overzicht te geven van de geschatte kosten per maatregel of actiepunt uit het rapport van Van Geel. Ook vragen zij welke maatregelen inmiddels in gang zijn gezet, welke niet, en op welke termijn uitvoering wordt voorzien. Zij constateren dat het kabinet in de praktijk vooral keuzes lijkt te maken op basis van beschikbare middelen in plaats van op basis van inhoudelijke urgentie of rechtvaardigheid. Zij vragen hoe dit zich verhoudt tot de toezegging dat de uitvoering van het advies zou plaatsvinden “koste wat kost”.

Deze leden ontvangen graag meer duidelijkheid over de doelgroep van de regeling. Hoeveel huishoudens vallen onder de reikwijdte van deze subsidieregeling en hoe zijn deze aantallen verdeeld over de verschillende gemeenten? Ook horen zij graag hoeveel subsidie er gemiddeld beschikbaar is per woning en hoe dat bedrag zich verhoudt tot de daadwerkelijke kosten van isolatie en ventilatie. Het beschikbare budget is 125 miljoen euro. De leden van de SP-fractie vragen hoeveel aanvragen de minister in 2025 verwacht en of dit plafond toereikend is. Indien dat niet het geval is, hoe groot wordt de wachtlijst en hoe wordt gewaarborgd dat mensen die buiten de boot vallen alsnog geholpen worden? Deze leden willen daarnaast weten wat er gebeurt op het moment dat het aantal aanvragen het beschikbare budget overstijgt. Wordt er dan geloot, of geldt het principe van wie het eerst komt, het eerst maalt? Moeten mensen dan een jaar wachten en opnieuw een aanvraag doen, of blijven zij op de lijst staan? En hoe wordt voorkomen dat mensen op basis van willekeur of pech geen gebruik kunnen maken van deze regeling?

Daarnaast zijn de leden van de SP-fractie bezorgd over signalen dat deze regeling in de praktijk als complex en bureaucratisch wordt ervaren. De minister erkent dit ook in de aanbiedingsbrief. Deze leden vragen of de minister erkent dat de administratieve lasten voor bewoners fors zijn, in het bijzonder voor mensen met lagere inkomens of beperkte digitale vaardigheden. Zij willen weten welke ondersteuning beschikbaar is voor deze groepen en hoe wordt voorkomen dat juist zij afhaken. Ook vragen de leden van de SP-fractie hoeveel ambtelijke capaciteit beschikbaar is bij zowel het ministerie als de uitvoeringsinstantie en of er indicatoren zijn opgesteld waarmee de Kamer de voortgang en effectiviteit van de regeling kan volgen. Wanneer kan de Kamer hierover de eerste rapportage verwachten?

Tot slot benadrukken de leden van de SP-fractie dat het bij deze regeling niet mag blijven. De mensen in Groningen en Noord-Drenthe hebben recht op volledige uitvoering van het advies van de Commissie-Van Geel. Dat vraagt om politieke wil, structurele financiering en een toegankelijke uitvoering zonder drempels. Alleen dan kan er sprake zijn van werkelijk herstel en toekomstperspectief.

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie is het er alles aan gelegen om de ereschuld aan Groningen in te lossen. De beloften die gedaan zijn naar aanleiding van de parlementaire enquĂȘte Aardgaswinning Groningen wegen voor de leden van deze fractie zeer zwaar. “Koste wat het kost” en “zo lang als het duurt” zijn geen lege woorden, maar een dure plicht. Met deze woorden in het achterhoofd hebben deze leden kennisgenomen van de subsidieregeling voor isolatie en ventilatie in de Provincie Groningen en de gemeenten Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo.

De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het terecht dat de ontwerpregeling is aangepast naar aanleiding van de brede kritiek op het feit dat triple glas en nieuwe kozijnen initieel van de subsidieregeling uitgesloten waren. Het is goed dat deze maatregelen nu ook onder de subsidieregeling vallen voor degenen die in de achterliggende maanden begonnen zijn met het isoleren van hun woning. Deze leden lezen: “Wij hebben geconstateerd dat het voor deze groep bewoners onvoldoende duidelijk was welke maatregelen onder welke voorwaarden precies gesubsidieerd zouden worden.” Zij vragen de minister hierop te reflecteren. Hoe komt het dat het onvoldoende duidelijk was? Lag dit niet ook aan de wijze waarop dit vermeld stond op de verschillende websites? Kunt u bevestigen dat de bewoners die begonnen zijn met het installeren van triple glas en nieuwe kozijnen ter goeder trouw waren en ook konden en mochten verwachten dat deze maatregelen gefinancierd zouden worden?

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat “we geen maatregelen subsidiĂ«ren die niet nodig zijn om deze standaard te halen. De standaard voor woningisolatie geeft aan wanneer een woning goed genoeg is geĂŻsoleerd om aardgasvrij te worden. Om de standaard te halen, is het bij het vervangen van glas niet nodig om het relatief dure triple glas in combinatie met kozijnen te installeren.” Deze leden vragen de minister nader uit te werken waarom dit niet nodig is. Zij vragen de minister te berekenen wat de kosten zijn als alle inwoners van het aardbevingsgebied genoemde maatregelen zouden toepassen. Zij vragen ook een inschatting te maken in welke mate daadwerkelijk van zo’n regeling gebruik gemaakt zou worden.

De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het hoogst opmerkelijk dat de minister in haar brief geen gewag geeft van de nieuwe verschillen die ontstaan als gevolg van deze regeling. Waarom is hier geen aandacht voor? Deze leden vragen of de minister erkent met de voorgestelde regeling opnieuw verschillen te hebben veroorzaakt in het aardbevingsgebied. Zij vragen of de minister deze nieuwe verschillen aanvaardbaar vindt.

De leden van de ChristenUnie-fractie leggen opnieuw de vinger bij het rapport “Veilig, schadevrij en verduurzaamd” van de commissie-Van Geel. Om onaanvaardbare verschillen in het aardbevingsgebied weg te nemen stelt deze commissie voor alle bewoners aan te bieden hun woning aardgasvrij-gereed te maken. Dit advies is tot op heden nog niet opgevolgd door de minister, met name omdat de kosten hiervoor niet in te passen zijn. Deze leden hebben meermaals voorstellen gedaan deze kosten wĂ©l te dekken, gemotiveerd door de belofte “koste wat het kost”. Helaas hebben deze voorstellen nog altijd niet op een meerderheid in de Kamer kunnen rekenen. Wat de leden van de ChristenUnie-fractie betreft legt de wijziging van voorliggende subsidieregeling opnieuw de noodzaak bloot om deze voorgestelde aanpak van de commissie-Van Geel. Zij vragen zich af of de minister die noodzaak ook ziet, en zo nee, waarom dan niet? Zij vragen of de minister bij de Voorjaarsnota met een dekkingsvoorstel voor uitvoering van het advies van de commissie-Van Geel komt. Zij vragen wanneer de minister wĂ©l genoeg aanleiding ziet om het advies over te nemen. Hoeveel meer onzichtbare breuklijnen in gemeenschappen, straten, dorpen, families moeten er ontstaan voordat een aanpak van geld voorzien zal worden?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de minister welke lessen zij trekt uit het verloop van het opstellen van deze regeling, de onrust die ontstond toen bleek dat subsidiëring van gedane investeringen in triple glas en kozijnen achterwege zou blijven en het feit dat de regeling nu toch is aangepast. Deze leden vragen de minister wat dit doet met het vertrouwen van de Groningers in de overheid.

II Antwoord/reactie van de minister