[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Belastingdienst (CD 13/3) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D13625, datum: 2025-03-27, bijgewerkt: 2025-03-28 10:39, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de orde is het tweeminutendebat Belastingdienst (CD d.d. 13/03).

De voorzitter:
Wat mij betreft gaan we gelijk door met het volgende debat, over de Belastingdienst. Vier leden, die al aanwezig zijn, hebben zich daarvoor ingeschreven. Het debat is met dezelfde staatssecretaris. We gaan dus met gezwinde spoed door.

Ik geef het woord aan de heer Ergin. Hij voert het woord namens de fractie van DENK. Gaat uw gang.

De heer Ergin (DENK):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb drie moties. De eerste motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit de beantwoording van de staatssecretaris blijkt dat er momenteel meerdere RAM-achtige systemen operationeel zijn bij de Belastingdienst;

van mening dat, gelet op de verregaande tekortkomingen bij het oorspronkelijke RAM-systeem, alle RAM-achtige systemen onder de loep genomen dienen te worden;

constaterende dat uit een eerste review blijkt dat logging en monitoring van RAM-achtige systemen niet in alle gevallen adequaat plaatsvinden;

van mening dat logging en monitoring van RAM-achtige systemen, gezien de voorgeschiedenis, van groot belang zijn voor het kunnen traceren van eventuele onvolkomenheden in de toekomst;

verzoekt de regering te bewerkstelligen dat bij alle RAM-achtige systemen sprake is van actieve logging en monitoring van het gebruik van deze systemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ergin.

Zij krijgt nr. 1466 (31066).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Belastingdienst jarenlang het Risico Analyse Model (RAM) heeft gebruikt bij burgers en bedrijven, en daarbij niet voldeed aan de wettelijke eisen op het gebied van privacy, beveiliging en de Archiefwet;

constaterende dat bij het onderzoek van KPMG veertien spreadsheets zijn aangetroffen gebaseerd op zeventien nationaliteiten en de Belastingdienst op dit moment aan het uitzoeken is of er sprake is geweest van ongelijke behandeling;

constaterende dat in hetzelfde onderzoek 35 andere spreadsheets zijn aangetroffen gebaseerd op postcode en in mindere mate op achternaam, IP-adres en fiscaal-strafrechtelijke gegevens;

van mening dat gelet op de mogelijke schending van grondrechten en ongelijke behandeling de onderste steen boven moet komen;

verzoekt de regering de 35 aangetroffen spreadsheets op postcode, achternaam, IP-adres en fiscaal-strafrechtelijke gegevens mee te nemen in het voorgenomen onderzoek;

verzoekt de regering tevens het onderzoek extern te laten toetsen op volledigheid en betrouwbaarheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ergin.

Zij krijgt nr. 1467 (31066).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Belastingdienst jarenlang het RAM heeft gebruikt bij burgers en bedrijven, en daarbij niet voldeed aan de wettelijke eisen op het gebied van privacy, beveiliging en de Archiefwet;

constaterende dat er tussen 1998 en december 2023 duizenden selecties zijn gemaakt en gedeeld met samenwerkingsverbanden zoals de LAA, het FEC, de RIEC's, het LIEC en de LSI;

constaterende dat RAM vanwege het gebruiksgemak en de koppeling met 69 andere bronsystemen wijdverspreid was binnen de Belastingdienst, en dat er zelfs na de beëindiging van het systeem RAM-gelieerde spreadsheets zijn aangetroffen;

verzoekt de regering, bijvoorbeeld op basis van sporenonderzoek naar vervuilde data, uit te sluiten dat er data afkomstig uit RAM nog steeds rondcirculeren bij samenwerkingsverbanden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ergin.

Zij krijgt nr. 1468 (31066).

Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Van Vroonhoven. Zij voert het woord namens de fractie van Nieuw Sociaal Contract. Gaat uw gang.

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Voorzitter, dank u wel. Hoewel de brief over het RAM niet expliciet op de agenda voor het commissiedebat stond, is het daar wel in belangrijke mate over gegaan. Ook onze motie gaat over dat vermaledijde systeem. Ik dien de motie in samen met Inge van Dijk. Zij kon niet bij dit debat aanwezig zijn, maar we doen het samen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit het verkennend onderzoek blijkt dat meerdere systemen bij de Belastingdienst, Toeslagen en Douane vergelijkbaar zijn met het onrechtmatig gebruikte Risico Analyse Model (RAM) en dat niet of beperkt is vastgesteld of zij voldoen aan de geldende wettelijke kaders;

overwegende dat ook het UWV als uitvoeringsinstantie beschikt over grote hoeveelheden gevoelige persoonsgegevens en ingrijpende besluiten neemt over het al dan niet toekennen van uitkeringen, maar de systemen van het UWV niet onderzocht zijn;

verzoekt de regering om:

  • te onderzoeken of ook het UWV algoritmes of systemen in gebruik heeft die vergelijkbaar zijn met het RAM;

  • alle algoritmes en gegevenssystemen die vergelijkbaar zijn gebleken met het RAM bij de Belastingdienst, de Dienst Toeslagen, de Douane en het UWV uiterlijk voor de zomer te beoordelen op rechtmatigheid;

  • de uitkomsten hiervan aan de Kamer te rapporteren;

  • betrokken burgers conform de AVG te informeren indien hun gegevens onrechtmatig zijn verwerkt in de afgelopen zes jaar;

  • tot slot de betrokken algoritmes vast te leggen in het algoritmeregister,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Vroonhoven en Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 1469 (31066).

Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Stultiens, die spreekt namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik heb twee moties. De eerste gaat over Nederlands vermogen dat in het buitenland zit. Ik vind het belangrijk dat we daar meer inzicht in krijgen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat onderzoek van het Tax Observatory laat zien dat het Nederlands vermogen in offshore financial centers de afgelopen jaren fors is gestegen, van 73 miljard dollar tot rond de 128 miljard dollar;

overwegende dat hiervan tientallen miljarden vermoedelijk niet gerapporteerd worden aan de Belastingdienst;

van mening dat het onwenselijk is wanneer (zeer) vermogenden hun eerlijke bijdrage aan de samenleving ontwijken of zelfs ontduiken;

verzoekt de regering om het Nederlands vermogen in offshore financial centers nader te onderzoeken, daarbij in kaart te brengen hoeveel belasting er wordt ontweken of ontdoken en beleidsopties in beeld te brengen voor hoe dit voorkomen kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Stultiens.

Zij krijgt nr. 1470 (31066).

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
De tweede motie gaat over drielandenpuntconstructies. Dat is een moeilijk woord voor het feit dat mensen op een soort dubbele manier verhuizen. Je verhuist zelf als persoon naar Zwitserland en je bedrijf verhuist naar Malta. Onderaan de streep betaal je dan veel minder belasting. Dat is ook onwenselijk.

Daarom heb ik de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er via een dubbele verhuizing (drielandenpuntconstructies) Nederlandse belasting wordt ontweken door de grootste vermogens op een manier die niet beoogd is door de wetgever;

constaterende dat dergelijke constructies kunnen leiden tot naheffingen, maar dat er zelden boetes worden opgelegd, omdat het hier gaat om een "pleitbaar standpunt";

van mening dat dergelijke belastingconstructies steviger aangepakt zouden moeten worden;

verzoekt de regering beleidsopties in kaart te brengen waardoor dergelijke constructies niet langer pleitbaar zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Stultiens.

Zij krijgt nr. 1471 (31066).

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. De laatste spreker van de termijn van de Kamer is mevrouw Van Eijk. Zij voert het woord namens de fractie van de VVD.

Mevrouw Van Eijk (VVD):
Dank u wel, voorzitter. We hebben een goed en inhoudelijk debat met de staatssecretaris gehad over het verleden, het heden en de toekomst van de Belastingdienst. Er zijn verschillende toezeggingen gedaan. Ik kijk uit naar alle Kamerbrieven die nog zullen volgen.

Ik heb één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat verder financieel gezonde bedrijven onnodig failliet gaan door aflossing van coronabelastingschulden;

constaterende dat sanering kan leiden tot hogere terugbetalingsverplichtingen dan wanneer er niet gesaneerd wordt;

overwegende dat de Belastingdienst maatwerk kan bieden wat betreft terugbetalingsafspraken, bijvoorbeeld door een langere en flexibelere aflossingsperiode;

verzoekt de regering te voorkomen dat verder financieel gezonde bedrijven onnodig failliet gaan, door binnen de vastgestelde budgettaire kaders en regels maatwerk te bieden en knelpunten op te lossen, en de Kamer over de voortgang te informeren in de periodieke stand-van-zakenbrieven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Eijk en Kisteman.

Zij krijgt nr. 1472 (31066).

Hartelijk dank. Dat was de termijn van de Kamer. We gaan vijf minuten schorsen. Daarna krijgen we een appreciatie van de zeven ingediende moties. Er is geschorst.

De vergadering wordt van 12.56 uur tot 13.01 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortzetting van het tweeminutendebat Belastingdienst. We zijn toegekomen aan de termijn van de zijde van de regering. Ik geef het woord aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Voorzitter, dank u wel. Allereerst: het debat over de Belastingdienst is natuurlijk een heel breed debat. We hebben het uitgebreid gehad over RAM. Ik herhaal dat ik betreur dat we het RAM-systeem hebben gehad. Ik ben blij om te kunnen zeggen dat dat gestopt is. Ik ben ook heel dankbaar voor het onderzoek dat KPMG heeft gedaan. Dat onderzoek geeft ons goede handvatten om te leren voor de toekomst.

De moties hierover zal ik nu een voor een appreciëren.

Allereerst de motie op stuk nr. 1466, van de heer Ergin. Die verzoekt de regering om te bewerkstelligen dat er bij alle RAM-achtige systemen sprake is van actieve logging en monitoring van het gebruik van deze systemen. Het belang van logging en monitoring is al eerder benadrukt, in de Kamerbrief over weerbaarheid van april 2024. Bij KTA wordt nu direct logging en monitoring ingesteld. Bij Gruff wordt voorbereid om monitoring en logging in te stellen. De andere drie systemen betreffen lokaal ontwikkelde applicaties. Daarbij is logging en monitoring geen mogelijkheid; een eventueel aangenomen motie zou ik dan ook niet kúnnen uitvoeren. Bij systemen die nieuw ontwikkeld worden, of bij oude systemen die momenteel geüpdatet worden — ook daarover informeren we uw Kamer met grote regelmaat; u weet ook dat dit een zeer complexe, ingewikkelde opgave is — wordt logging en monitoring meegenomen in het ontwerp; dat gebeurt bij alles wat we doen. Maar vanwege het feit dat we nog een aantal systemen hebben waarbij dit technisch gezien niet mogelijk is, moet ik de motie ontraden. Helaas, zeg ik erbij.

De heer Ergin (DENK):
Dan krijgen we nu nieuwe informatie, want als ik kijk naar de review van alle RAM-achtige systemen, dan zie ik bijvoorbeeld over SMOB staan dat er passieve monitoring wordt toegepast. Kennelijk kan monitoring toegepast worden. Of je dat passief doet en kunt wijzigen naar actief, zou aan de hand van deze motie onderzocht kunnen worden. Ik vind het eigenlijk best wel jammer dat de deur nu gelijk wordt dichtgesmeten, terwijl er, als er nu passief gemonitord kan worden, kennelijk ook technisch actief gemonitord zou kunnen worden. Deze motie vraagt: check alle systemen en stap waar mogelijk over naar actieve logging en monitoring.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dan pak ik toch de motie er even bij. Deze verzoekt de regering te bewerkstelligen dat bij alle RAM-achtige systemen sprake is van actieve logging en monitoring van het gebruik van deze systemen. Dat is iets anders dan passieve logging en monitoring. Er zit verschil tussen wat u vraagt en het punt dat u opbrengt. Om die reden moet ik actieve logging en monitoring ontraden, omdat dát niet mogelijk is.

De voorzitter:
De staatssecretaris vervolgt zijn betoog.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
De motie op stuk nr. 1467 is ook van de heer Ergin en verzoekt de regering om de 35 aangetroffen spreadsheets op postcode, achternaam, IP-adres en fiscaal strafrechtelijke gegevens mee te nemen in het voorgenomen onderzoek. Ze verzoekt de regering tevens het onderzoek extern te laten toetsen op volledigheid en betrouwbaarheid. De Belastingdienst onderzoekt voor 14 spreadsheets waarbij is geselecteerd op basis van nationaliteit of er sprake is van schending van grondrechten. Daarnaast verricht de Belastingdienst een juridische analyse om te kijken of er in de 35 gevonden spreadsheets nog andere selectiecriteria zijn waarbij mogelijk sprake is van de schending van grondrechten. Dit onderzoek kan ik extern laten valideren. Ik zal hiervoor de Auditdienst Rijk vragen of die daartoe bereid is, zelfs als de motie niet wordt aangenomen. Het erbij betrekken van een onafhankelijke partij leidt overigens wel tot vertraging van het onderzoek. Het is dan niet haalbaar om uw Kamer daar in juni 2025 over te informeren. Ik verwacht dat dit dan kort na de zomer van 2025 wordt. Ik geef de motie graag oordeel Kamer. Tegelijkertijd hoop ik op enige clementie als het gaat om de doorlooptijd van het onderzoek, dat ik al eerder heb toegezegd in de Kamer.

De voorzitter:
De heer Ergin knikt instemmend.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dan nog een motie van de heer Ergin. De motie op stuk nr. 1468 verzoekt de regering, bijvoorbeeld op basis van sporenonderzoek naar vervuilde data, uit te sluiten dat er data afkomstig uit RAM nog steeds rondcirculeren bij samenwerkingsverbanden. Gegevensverstrekking uit het RAM aan andere organisaties heeft over een periode van twintig jaar plaatsgevonden, tot uiterlijk mei 2018. Het is onwaarschijnlijk dat RAM-data nog bij andere organisaties in gebruik zijn. Die data zijn inmiddels ook fors verouderd, en de Archiefwet schrijft voor dat deze data verwijderd moeten zijn. Bovendien bleek uit onderzoek naar de verspreiding van data uit de Fraude Signalering Voorziening, FSV, dat dergelijke data niet meer in gebruik en niet meer beschikbaar waren bij deze organisaties. Ik kan de organisaties die, blijkens KPMG, data uit RAM hebben ontvangen, verzoeken om een zoekslag te doen binnen hun organisatie en bij het aantreffen van RAM-data deze veilig te stellen en ontoegankelijk te maken. Om die reden geef ik 'm oordeel Kamer.

De voorzitter:
De heer Ergin knikt instemmend.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Het is goed om even de toelichting en achtergrond erbij te noemen, want we hebben het hier wel over vrij technische, ingewikkelde opgaves. Ik wil dan ook graag scherp zijn over wat ik toezeg en wat niet.

Ik heb nog een motie, de motie op stuk nr. 1469, van mevrouw Van Vroonhoven en mevrouw Van Dijk. Deze motie verzoekt de regering om te onderzoeken of ook het UWV algoritmes of systemen in gebruik heeft die vergelijkbaar zijn met RAM. Ze verzoekt verder om alle algoritmes en gegevenssystemen die vergelijkbaar zijn gebleken met het RAM bij de Belastingdienst, de Dienst Toeslagen, de Douane en het UWV uiterlijk voor de zomer te beoordelen op rechtmatigheid en de uitkomsten hiervan aan de Kamer te rapporteren. Ze verzoekt daarnaast de betrokken burgers conform de AVG te informeren indien hun gegevens onrechtmatig zijn verwerkt in de afgelopen zes jaar, en de betrokken algoritmes vast te leggen in het Algoritmeregister.

Allereerst kan ik geen uitspraken doen over wat er mogelijk is bij het UWV. Daarover moet eerst mijn collega-bewindspersoon geconsulteerd worden. Daarom moet ik dit gedeelte van de motie als ontijdig aanmerken. Het informeren van alle burgers waarbij onrechtmatig gebruikgemaakt is van gegevens, heeft een enorme impact. Ik kan niet inschatten of dit überhaupt technisch mogelijk is en of te achterhalen is bij wie dit het geval is geweest. Die consequenties moet ik eerst in kaart brengen, alvorens ik deze motie kan appreciëren. Ook daarom is mijn oordeel ontijdig. Misschien is het goed om te benoemen dat RAM een systeem was dat over alle systemen van de hele Belastingdienst ging, met meer dan 10 miljoen — uit mijn hoofd zeg ik 13 miljoen — unieke bsn-nummers. Feitelijk was het gebruik van RAM al onrechtmatig. Het is een waanzinnige klus om 13 miljoen mensen te informeren. Ik moet de motie het oordeel ontijdig geven, ook vanwege de UWV-component. Maar weet wat u vraagt: dat zijn echt waanzinnige acties.

De voorzitter:
In het afwegingskader volgt uit het oordeel ontijdig het verzoek aan de indiener om de motie aan te houden. Dat is de afspraak. We weten nu waar u op aankoerst, maar ik geef mevrouw Van Vroonhoven de gelegenheid om de motie aan te houden.

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Nee, dat ben ik niet van plan. Ik wil die heel graag in stemming brengen. Het is voor ons belangrijk om te laten zien dat het UWV, waar we ook tegen de WIA-problematiek aanhikken, een hele grote uitvoeringsorganisatie is, met alle problemen van dien. We willen niet dezelfde fouten maken als bij de Toeslagendienst. Het is dus belangrijk voor ons dat de motie in stemming komt.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dan is mijn oordeel automatisch ontraden, alleen al vanwege het feit dat ik niet over het UWV ga. Wij spreken met één mond in het kabinet, maar we spreken niet over elkaars dossier.

De voorzitter:
Dan is deze motie ontraden.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dan kom ik bij de een-na-laatste motie. Nee, sorry, het is de twee-na-laatste motie: de motie van de heer Stultiens op stuk nr. 1470. Die verzoekt de regering om het Nederlands vermogen in offshore financial centers nader te onderzoeken, daarbij in kaart te brengen hoeveel belasting er wordt ontweken of ontdoken en beleidsopties in beeld te brengen voor hoe dit voorkomen kan worden. Belastingontduiking en belastingontwijking zijn onwenselijk. Het is oneerlijk als mensen of bedrijven hun bijdrage niet betalen en het schaadt de belastingmoraal.

Verhuld vermogen, waar we het hier over hebben, is echter zeer ingewikkeld om te onderzoeken. Dat heeft ook te maken met het feit dat het verhuld vermogen is. Bestaande onderzoeken naar verhuld vermogen zijn daarom indirecte schattingen gebaseerd op macrogegevens en grove veronderstellingen, en hebben zeer ruime onzekerheidsmarges. Ik ben wel bereid om te bekijken of een nader onderzoek mogelijk is, maar dat moet dan wel van toegevoegde waarde zijn op de bestaande onderzoeken. Voor eventuele beleidsopties is het nu nog te vroeg. Ik zou willen vragen om deze motie aan te houden tot het tweeminutendebat Nationale fiscaliteit, waarin dit onderwerp ook iets meer thuishoort. Dat geeft mij de tijd om te onderzoeken of een nader onderzoek haalbaar en mogelijk is. Ik kan daar op dit moment nog niks over zeggen.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dat wil ik wel doen, maar dan vooral vanwege de technische vraag wat mogelijk is.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Exact.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
De politieke vraag is of het wenselijk is. Ja, ik vind het wenselijk. Maar wat kan, hoor ik graag binnenkort.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Helder. Ik ben gemotiveerd om dit uit te zoeken, maar ik heb hier nu geen ander antwoord op.

De voorzitter:
Op verzoek van de heer Stultiens stel ik voor zijn motie (31066, nr. 1470) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dan kom ik op de motie op stuk nr. 1471. Die is ook van de heer Stultiens en verzoekt de regering om beleidsopties in kaart te brengen waardoor drielandenpuntconstructies niet langer pleitbaar zijn. Ook dat is een technisch onderwerp, waar we het in het debat uitgebreid over gehad hebben. De genoemde belastingconstructies worden door de Belastingdienst uiteraard bestreden. De Belastingdienst is in diverse hogerberoepprocedures waarin sprake is van drielandenpuntconstructies in het gelijk gesteld. Dit betekent wind in de rug van de inspecteurs die deze zaken bestrijden. Op het moment dat deze constructies niet blijken te werken, wordt het ook minder aantrekkelijk om ze op te zetten. Afhankelijk van de specifieke situatie kan de inspecteur boetes opleggen, maar concrete wijzigingen in het begrip "pleitbaar standpunt" zijn niet voorhanden noch wenselijk, want je treft daarmee wellicht ook mensen die te goeder trouw handelen. Het is in de internationale verhoudingen niet altijd eenvoudig om over de relevante gegevens en inlichtingen te beschikken. Hier wordt op dit moment naar gekeken. Ik noem het vervolgonderzoek van het ministerie van Financiën naar oplossingsrichtingen om het informatiebeschikkingsregime te verbeteren of de evaluatie van de doelstellingen van de wet- en regelgeving en de uitvoerings- en handhavingspraktijk van woonplaatsonderzoeken. Deze evaluatie gaat in op de vaststelling van de fiscale woonplaats. De resultaten van deze evaluatie zullen binnenkort met uw Kamer worden gedeeld. Ik kan de motie oordeel Kamer geven als ik 'm zo mag lezen dat we in deze twee lopende onderzoeken kijken naar de informatiepositie van de inspecteur in dit soort zaken.

De voorzitter:
De heer Stultiens knikt instemmend. Daarmee krijgt de motie op stuk nr. 1471 oordeel Kamer.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Waarvoor dank, zeg ik tegen de heer Stultiens, uiteraard via de voorzitter.

De voorzitter:
Dan de laatste motie.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dat is de motie van mevrouw Van Eijk op stuk nr. 1472: "verzoekt de regering om te voorkomen dat verder financieel gezonde bedrijven onnodig failliet gaan door binnen de vastgestelde budgettaire kaders en regels maatwerk te bieden en knelpunten op te lossen, en de Kamer over de voortgang te informeren in de periodieke "stand van zaken"-brieven." De motie is in lijn met het antwoord dat ik gegeven heb in het commissiedebat van donderdag 13 maart jongstleden, en de toezeggingen die ik heb gedaan om in de volgende "stand van zaken"-brief van de Belastingdienst terug te komen op een eventuele aanpassing van het kwijtscheldingsbeleid. De volgende "stand van zaken"-brief verschijnt naar verwachting in het najaar. Ik ben blij met de steun van mevrouw Van Eijk voor het beleid, maar overigens wordt binnen de bestaande kaders ook verder maatwerk geboden. Daarmee beschouw ik de motie als overbodig. Mocht mevrouw Van Eijk blijven hechten aan de motie, dan mag die uiteraard in stemming gebracht worden, maar ik zou 'm vrij snel afdoen met te zeggen dat het staand beleid betreft. Dus wat mij betreft is de motie overbodig.

De voorzitter:
Helder. Dank voor uw inbreng. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Op dinsdag 1 april gaan we stemmen over de ingediende moties. We schorsen nu wat langer, want het is ook tijd voor de lunch. Dat doen we tot 13.55 uur. Dan zijn er een aantal stemmingen. Om 14.00 uur gaan we verder met de behandeling van de Vreemdelingenwet.