Verzamelbrief ontwikkelingen in vastgoed, leefomgeving en ruimtelijke ordening
Defensienota 2024 - Sterk, slim en samen
Brief regering
Nummer: 2025D14105, datum: 2025-03-31, bijgewerkt: 2025-04-01 10:31, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36592 -13 Defensienota 2024 - Sterk, slim en samen.
Onderdeel van zaak 2025Z06098:
- Indiener: G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2025-04-02 12:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
> Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag | |
---|---|
de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag |
|
Datum | 31 maart 2025 |
Betreft | Verzamelbrief ontwikkelingen in vastgoed, leefomgeving en ruimtelijke ordening |
Ministerie van Defensie
Plein 4
MPC 58 B
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
www.defensie.nl
Onze referentie
D2025-000732
Bij beantwoording, datum, onze referentie en onderwerp vermelden.
Geachte voorzitter,
Defensie groeit door de veranderde situatie in Europa en de wereld. Het uitgangspunt is dat Defensie de activiteiten en projecten die nodig zijn voor de gereedstelling, zoals trainen en oefenen, binnen de bestaande wettelijke kaders en procedures uitvoert. De reële dreiging als gevolg van de geopolitieke situatie in Europa vereist echter dat de krijgsmacht zich sneller, beter en in grotere mate gereed moet stellen om hoofdtaak 1 uit te voeren: het beschermen van ons grondgebied en/of dat van onze bondgenoten. Dit is een grote opgave voor Defensie. De tijdige en stelselmatige gereedstelling – het voorbereiden van militairen op een gevecht - wordt in sommige gevallen belemmerd door de (aanscherping van) huidige wet- en regelgeving en procedures.
Vanuit Defensie lopen vanwege de urgentie nu verschillende initiatieven om de groei mogelijk te maken en waar nodig te versnellen. Het gaat daarbij om het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie, de inzet van Defensie in de MCE&N en het voornemen om te komen tot een Wet op de defensiegereedheid. Hierbij dient een evenwicht te worden gevonden tussen de bescherming van de leefomgeving en het uitvoeren van defensieactiviteiten voor de nationale veiligheid en de voorbereiding van onze militairen op een gevecht.
In deze brief informeer ik uw Kamer over diverse recente ontwikkelingen:
Vastgoed: versnellingsmogelijkheden;
Vastgoed: verduurzaming vastgoed;
Vastgoed: behoud Mariniersmuseum Rotterdam;
Leefomgeving: vliegbasis Geilenkirchen;
Leefomgeving: PFAS-programma.
Vastgoed: versnellingsmogelijkheden
De gewijzigde geopolitieke situatie zorgt voor een urgente en structurele behoefte aan meer militairen, meer materieel en meer activiteiten. Dit betekent dat in het Koninkrijk meer ruimte nodig is voor de krijgsmacht voor onder meer het oefenen en trainen van onze eenheden. Het huidige vastgoed is veelal verouderd en moet worden aangepast aan de huidige normen en aan de groeiende krijgsmacht.
In 2022 is onderkend dat de behoefte aan vastgoed veranderde, met het
Strategisch Vastgoedplan 2022 (SVP 2022)1 is
toen ingezet op het concentreren, verduurzamen en vernieuwen van
vastgoed. De recente focus op hoofdtaak 1, de verdediging van het eigen
grondgebied en dat van onze NAVO-bondgenoten, maakt het noodzakelijk het
SVP 2022 te herijken en nadrukkelijk de gereedstelling van Defensie op
de eerste plaats te zetten. Defensie werkt daarom aan een Strategisch
Vastgoedplan 2025, hierbij wordt het bestaande projectenportfolio
opnieuw geprioriteerd zodat Defensie de belangrijkste vastgoedprojecten
voor een versnelde inzetbaarheid van de krijgsmacht met voorrang oppakt.
Hierover wordt uw Kamer in het derde kwartaal van 2025
geïnformeerd.
De ontwikkelingen in de wereld vragen om actie. We moeten vaart maken.
Het vastgoed moet op orde zijn. Daarom neemt Defensie diverse
initiatieven om het realisatievermogen van de vastgoedketen structureel
te vergroten en het tempo te verhogen. Zo wordt ingezet op zoveel
mogelijk gestandaardiseerde oplossingen, waarbij als eerste concrete
toepassing de standaardisatie van legeringsgebouwen nu wordt uitgewerkt.
Bij deze ontwikkeling hoort industrieel bouwen van gebouwen, wat zorgt
voor snellere realisatie op locatie omdat de productie in de fabriek en
de voorbereiding op locatie kunnen worden losgekoppeld. De start van de
aanbesteding van de legeringsgebouwen staat gepland voor eind maart, de
gunning voor het einde van 2025 en de ingebruikname van het eerste
gebouw in het najaar van 2026. Randvoorwaardelijk voor deze planning is
de omgevingszekerheid die door de recente uitspraak van de Raad van
State over stikstof complexer is geworden.
Voor de realisatie van de vastgoedopgave van Defensie is het
Rijksvastgoedbedrijf (RVB) essentieel. Om de samenwerking met het RVB
verder te intensiveren, werken zij verschillende maatregelen uit die
moeten leiden tot verhoogde productie. In het kader van deze maatregelen
is Defensie samen met het RVB in gesprek met Bouwend Nederland en een
brede vertegenwoordiging marktpartijen om sneller de grotere
vastgoedopgave te realiseren en om te bepalen hoe de markt kan helpen
met de uitvoering van deze opgave. Het bouwen van gestandaardiseerde
legeringsgebouwen is een goed voorbeeld van een project dat door
marktpartijen gaat worden uitgevoerd.
Vastgoed: verduurzaming vastgoed
Uw Kamer is eerder geïnformeerd dat Defensie met de verduurzamingsmaatregelen van haar vastgoed gaat voldoen aan de wettelijke verplichtingen op het gebied van energiebesparende maatregelen.2 Daarmee levert Defensie ook een bijdrage aan het verlagen van het energiegebruik. Het gaat hierbij om circa 3500 gebouwen, waarvan circa 500 kantoren. Deze verduurzaming neemt meerdere jaren in beslag en betreft:
Het uitvoeren van de zogenoemde Erkende Maatregelen in alle binnen de reikwijdte vallende defensiegebouwen;
Het verbeteren van de kantoren naar tenminste energielabel C;
Het voldoen aan de onderzoeksplicht energiebesparing en opstellen van een uitvoeringsplan met de verplicht uit te voeren maatregelen. Het gaat hier om het verduurzamen van bedrijfsprocessen en faciliteiten, zoals machinerieën en veel energie gebruikende gereedschappen;
Defensie voldoet nu aan de informatieplicht energiebesparing.
Op 50 defensielocaties met een zeer hoog energiegebruik is inmiddels in kaart gebracht hoe energiegebruik kan worden teruggebracht. Het uitvoeringsplan voor de onderzoeksplicht is afgerond en wordt voor 1 april 2025 aangeboden aan de toezichthouder, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). In januari 2025 is gestart met inspecties van de kantoorgebouwen, om na te gaan wat het huidige energielabel is en wat nodig is om de kantoorgebouwen te verduurzamen naar tenminste energielabel C.
Daarnaast heeft Defensie diverse eenvoudige en snel te realiseren verduurzamingsmaatregelen uitgevoerd, zoals TL-verlichting vervangen door LED-verlichting.
Defensie streeft het merendeel van de verduurzamingsmaatregelen rond 2030 af te ronden. De financiële omvang van deze opgave valt binnen de bandbreedte 250 miljoen tot 1 miljard euro. Over het tempo van de verduurzamingsmaatregelen, die allen zijn gericht op vermindering van het energiegebruik, zijn afspraken gemaakt met de bevoegde gezagen, namelijk met de gemeenten, de omgevingsdiensten en de ILT.
Vastgoed: behoud Mariniersmuseum Rotterdam
Uw Kamer is op verschillende momenten geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van de motie Belhaj3 over het behoud van het Mariniersmuseum te Rotterdam.4 De Stichting Koninklijke Defensiemusea (SKD) is verantwoordelijk voor de exploitatie van het Mariniersmuseum. Het museum blijft vooralsnog gehuisvest op de huidige locatie in Rotterdam. De SKD zal een actueel haalbaarheidsonderzoek in combinatie met een draagvlakonderzoek voor het Mariniersmuseum opstarten. Naar verwachting worden de resultaten hiervan eind 2025 opgeleverd. Als dit leidt tot wijzingen in de locatie, zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd.
Leefomgeving: vliegbasis Geilenkirchen
Op 7 februari jl. is Defensie samen met de gemeenten Beekdaelen en Brunssum tot een bestuurlijke overeenkomst gekomen. Deze bestuurlijke overeenkomst omvat een afsprakenpakket dat zich richt op de impact op de leefomgeving door het vliegen met AWACS-vliegtuigen vanaf de NAVO-vliegbasis Geilenkirchen, net over de grens in Duitsland. Onderdeel van het afsprakenpakket is het gezamenlijk beheer van de Schinveldse Bossen en het geven van een financiële impuls aan de leefbaarheid.
De operationele gereedheid van vliegbasis Geilenkirchen is cruciaal en hiervoor is beheer van de bosstructuur van de Schinveldse Bossen essentieel. Om de Schinveldse Bossen beter te beschermen en te versterken, werken de gemeente Beekdaelen en de terreineigenaren – waaronder Defensie - samen aan een gezamenlijk beheerplan. Dit plan vormt de basis voor alle toekomstige maatregelen in het gebied. De partijen zetten in op duurzaam beheer, met ecologie als uitgangspunt. Met het beheerplan willen de terreineigenaren investeren in de gezondheid, biodiversiteit en aantrekkingskracht van de Schinveldse Bossen en wordt de gereedheid, inzetbaarheid en effectief gebruik van de vliegbasis Geilenkirchen geborgd.
Defensie stelt eenmalig een financiële bijdrage ter beschikking waarmee beide gemeenten investeringen in de kwaliteit van de leefomgeving kunnen doen. Voorbeelden hiervan zijn duurzaamheidsmaatregelen en het versterken van natuur, landschap en recreatiemogelijkheden in de zone Schinveldse Bossen – Schutterspark – Brunssummerheide.
Leefomgeving: PFAS-programma
Binnen de programmatische PFAS-aanpak van Defensie werkt Defensie aan een risicogestuurd saneringsprogramma per locatie. Dit betekent dat Defensie samen met betrokkenen per locatie (eventuele) uitvoeringsmaatregelen bepaalt op basis van humane risico’s, ecologische risico’s en verspreidingsrisico’s. Uw Kamer is met de brief van mijn voorganger ‘Ontwikkelingen in vastgoed en ruimtelijk domein’ van 10 juni 2024 geïnformeerd over deze programmatische aanpak PFAS.5 Op dit moment is het nog niet goed mogelijk om een deugdelijke kostenraming te maken voor de uiteindelijk benodigde PFAS sanering en preventie. Wel heeft Defensie op dit moment € 50 miljoen op de begroting gealloceerd als een eerste tranche om de kosten van de lopende saneringen te kunnen dekken.
Op de Vliegbasis Leeuwarden is Defensie bezig met het uitvoeren van maatregelen conform het risicogestuurd saneringsprogramma. In week 6 van dit jaar is gestart met een pilot om het voormalige brandweeroefenterrein te saneren. Hier bevindt zich een sterke bodemverontreiniging die in contact staat met het nabijgelegen oppervlaktewater. Het doel van de pilotsanering is om de aanwezige grondverontreiniging in de bovengrond voor een deel te ontgraven en tijdelijk afgedekt in een depot te zetten op de vliegbasis. In dat depot kan worden onderzocht welke verwerkingsmogelijkheden er zijn voor deze sterk verontreinigde klei. Daarnaast wordt grondwater tijdens de pilotsanering onttrokken en gezuiverd via actieve koolfilters. Hiermee willen wij inzichtelijk krijgen of het grondwater te zuiveren is tot een niveau dat het veilig kan worden geloosd in het oppervlaktewater. De opstelling is nu zo gebouwd dat het onttrokken en te zuiveren grondwater wordt opgevangen in containers. Er wordt geen verontreinigd grondwater geloosd op het oppervlaktewater, tenzij het gezuiverde water voldoet aan de door het waterschap gestelde normen. Bij deze pilotsanering werkt Defensie goed samen met het waterschap, de gemeente en ILT.
Op basis van de resultaten maakt Defensie met het RVB een plan voor het tweede deel van deze sanering; de rest van de verontreiniging op het voormalig brandweeroefenterrein. Na goedkeuring van dit plan door ILT wordt een bestek gemaakt en zal een aanbesteding plaatsvinden. Parallel aan deze bodemsanering worden voorbereidingen getroffen om de watergangen op de vliegbasis te baggeren om het met PFOS-verontreinigde slib uit deze watergangen te verwijderen.
Op de Vliegbasis Eindhoven voert Defensie een veldonderzoek uit naar aanleiding van het negatief zwemadvies voor recreatieveld De Landsard vanwege een te hoge hoeveelheid PFAS in het water. Met dit onderzoek op de hele vliegbasis kan worden vastgesteld wat de eventuele bron is van deze verhoging. Aansluitend worden zo snel mogelijk gerichte maatregelen genomen om bij het lozen van water de gehalten PFAS in het oppervlaktewater te minimaliseren. De verwachting is dat de eerste fase van dit onderzoek medio 2025 zal zijn afgerond. Voor de Vredepeel, Luitenant-generaal Bestkazerne, geldt dat het hydrologisch onderzoek is opgestart in het kader van de gemelde verhoogde concentraties aan PFAS in zowel grond en grondwater als oppervlaktewater. Een dergelijk hydrologisch onderzoek duurt gemiddeld enkele maanden.
Tot slot
Eind mei wordt uw Kamer geïnformeerd over de ontwerp Beleidsvisie Ruimte voor Defensie en eind 2025 volgt de definitieve Beleidsvisie Ruimte voor Defensie, inclusief nota van antwoord en het planMER.6 Ook op andere onderwerpen binnen het vastgoed, de leefomgeving en ruimtelijke ordening is Defensie volop in ontwikkeling, hierover zal uw Kamer in het derde kwartaal van dit jaar worden geïnformeerd.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Gijs Tuinman
Kamerstuk 36 124, nr. 12 van 2 december 2022.↩︎
Kamerstuk 36 124, nr. 43 van 30 mei 2024.↩︎
Kamerstuk 35 570 X, nr. 27 van 30 november 2020.↩︎
Kamerstuk 35 570 X, nr. 76 van 22 januari 2021, Kamerstuk 35 925 X, nr. 15 van 27 oktober 2021, Kamerstuk 36 200 X, nr. 61 van 21 december 2022.↩︎
Kamerstuk 36124, nr. 46 van 10 juni 2024.↩︎
Kamerstuk 36 592, nr. 11 van 29 januari 2025.↩︎