[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Afronding feitenonderzoek Openbaar Ministerie naar Nederlandse geweldsaanwending te Mosul, Irak, 22 maart 2016

Bestrijding internationaal terrorisme

Brief regering

Nummer: 2025D15098, datum: 2025-04-04, bijgewerkt: 2025-05-20 15:02, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27925-988).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 27925 -988 Bestrijding internationaal terrorisme.

Onderdeel van zaak 2025Z06574:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 988 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2025

Hierbij informeer ik uw Kamer dat het Openbaar Ministerie (OM) het feitenonderzoek naar een Nederlandse geweldsaanwending te Mosul, Irak, 22 maart 2016, heeft afgerond. Deze luchtaanval was onderdeel van de luchtcampagne van Operation Inherent Resolve. Het OM concludeert dat er naar alle waarschijnlijkheid zeven dodelijke slachtoffers zijn gevallen, waarbij het OM er vanuit gaat dat dit burgerslachtoffers betreffen. Het feitenonderzoek heeft geen aanwijzingen opgeleverd dat de geweldsaanwending vanuit strafrechtelijk oogpunt onrechtmatig is geweest, dat geldende geweldsinstructies zijn overtreden of dat individuele Nederlandse militairen een strafrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Het OM maakt ook melding van een aantal beperkingen met betrekking tot het verkrijgen van informatie van coalitiepartners en toegang tot inlichtingen. Defensie herkent zich daarin en zal daar in haar eigen interne onderzoek op terug komen.

Het onderzoek bevindt zich in de afrondende fase. U bent over de stand van zaken op 14 maart jl. geïnformeerd (Kamerstuk 27 925, nr. 984). Naast het vaststellen van de feiten, ziet het onderzoek van Defensie ook op een eigen beoordeling van de rechtmatigheid (niet vanuit strafrechtelijk oogpunt) en op welke lessen er kunnen worden getrokken voor toekomstige inzet. Daarnaast beziet Defensie op basis van dit onderzoek of een schadevergoeding of een ex-gratia tegemoetkoming richting slachtoffers/nabestaanden gepast is. Het streven is om uw Kamer voor de zomer over de uitkomst van het onderzoek te informeren.

De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans