[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over concrete actie m.b.t. het onderzoek over effecten van behandelingen en medicatie op vrouwen

Kwaliteit van zorg

Brief regering

Nummer: 2025D15382, datum: 2025-04-07, bijgewerkt: 2025-04-10 15:25, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31765-912).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31765 -912 Kwaliteit van zorg .

Onderdeel van zaak 2025Z06678:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

31 765 Kwaliteit van zorg

Nr. 912 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 april 2025

U heeft mij verzocht om een brief te sturen over concrete acties met betrekking tot het onderzoek over effecten van behandelingen en medicatie op vrouwen en hoe ik concrete actie ga ondernemen om onderzoek over effecten van behandelingen en medicatie op vrouwen te verbeteren. Dit mede naar aanleiding van het bericht van de NOS op 7 maart over dit onderwerp. Hieronder ga ik in op uw verzoek.

Op 7 maart berichtte NOS Nieuws over het initiatief van het Erasmus Medisch Centrum om «The Netherlands Women’s Health Research & Innovation Center» te openen. In dit virtueel centrum worden artsen, onderzoekers, patiënten en beleidsmakers samengebracht om de zorg voor vrouwen te verbeteren. Het Women's Health Research & Innovation Center van het Erasmus MC gaat vooral onderzoek doen naar problemen die alleen vrouwen hebben, bijvoorbeeld bij menstruatie, vruchtbaarheid, zwangerschap, menopauze en bepaalde vormen van kanker.

Veel vrouwen krijgen te maken met vrouwspecifieke aandoeningen en ruim 30% van de vrouwen ervaart zoveel hinder dat het dagelijks functioneren en werk hierdoor negatief beïnvloed worden. Dit heeft substantiële impact op het ziekteverzuim en daaraan gerelateerde verzuimkosten. Deze kosten zijn ingeschat op enkele miljarden per jaar. Ik verwijs u hiervoor naar de brief van 7 maart 20241 rondom dit onderwerp. In deze brief worden de academische centra opgeroepen om samen met de tweedelijns ziekenhuizen de vrouwspecifieke zorg voldoende prioriteit aan dit onderwerp te geven. Ik zie het bovengenoemde initiatief dan ook als een mooie stap hierin. Het Erasmus MC is bovendien niet het enige instituut dat vrouwengezondheid en onderzoek daarnaar actief oppakt. Er zijn meerdere instituten, ziekenhuizen en UMC’s die actief zijn op dit gebied en een belangrijke rol spelen in kennis over vrouwspecifieke gezondheid en de zorg voor vrouwen. Ik zie dat er in het veld steeds meer activiteiten plaatsvinden en dat er behoefte is aan bundeling en samenhang. Daarvoor is samenwerking cruciaal, bijvoorbeeld in de uitwisseling van kennis en data. Het kennisprogramma van ZonMw rondom vrouwspecifieke gezondheid2 speelt hierin een belangrijke rol.

Wat betreft geneesmiddelenontwikkeling is in de bestaande richtlijnen al opgenomen dat effecten van sekse onderzocht moeten worden bij de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Nadat een geneesmiddel op de markt is, worden effectiviteit en bijwerkingen geëvalueerd. Voor oudere geneesmiddelen kunnen op die manier ook verschillen in werking tussen seksen aan het licht komen. Indien er sprake is van een verschil in effect, dan zien het College Beoordeling Geneesmiddelen (CBG) en het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) erop toe dat deze informatie in de bijsluiter komt.

Vanuit mijn verantwoordelijkheid zal ik de komende periode partijen blijven stimuleren en aanspreken om daar waar mogelijk in te zetten op het gebied van vrouwspecifieke aandoeningen. Met een zo breed mogelijke aanpak bereiken we samen de inhaalslag die zo nodig is voor al die vrouwen die te maken hebben, of krijgen, met deze aandoeningen en die rekenen op goede en passende zorg. Ook kan dit een bijdrage leveren aan het terugdringen van het ziekteverzuim en daarmee aan het tegengaan van de arbeidsmarktkrapte.

Mijn inzet is om de Nationale Strategie Vrouwengezondheid nog voor het zomerreces aan uw Kamer te zenden. Om hier nadere richting en invulling aan te geven, is begin dit jaar een eerste startbijeenkomst georganiseerd door ZonMw en WOMEN Inc. Hierin hebben verschillende veldpartijen input gegeven die nu meegenomen wordt in de ontwikkeling van de strategie.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M-F. Agema


  1. reactie op het rapport «Maatschappelijke acceptatie van vrouwspecifieke aandoeningen» Kamerstuk 31 765, nr. 843↩︎

  2. Vrouwspecifieke gezondheid | ZonMw↩︎