[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Gewijzigd amendement van het lid Aartsen ter vervanging van nr. 63 over een maximumvergoeding van 3611 euro die een aanvrager moet betalen voor de toelatingsprocedure

Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten)

Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)

Nummer: 2025D15443, datum: 2025-04-08, bijgewerkt: 2025-04-09 16:21, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-36446-83).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36446 -83 Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten).

Onderdeel van zaak 2025Z06700:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 446 Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten)

Nr. 83 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID AARTSEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 63

Ontvangen 8Ā april 2025

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel I, wordt het voorgestelde artikel 12i als volgt gewijzigd:

1. Na het tweede lid worden, onder vernummering van het derde lid tot zesde lid, drie leden ingevoegd, luidende:

3. De aanvrager is een vergoeding verschuldigd ter dekking van de toelatingsprocedure. De vergoeding kan voorts dienen ter dekking van de gehele of gedeeltelijke kosten voor de aanwijzingsprocedure, bedoeld in artikel 12s, derde lid, onderdeel b, voor zover die kosten niet worden gedekt door de vergoeding, bedoeld in dat onderdeel.

4. De vergoeding bedraagt jaarlijks ten hoogste € 3.611.

5. De vergoeding kan bij ministeriƫle regeling hoger worden vastgesteld dan het bedrag, bedoeld in het vierde lid, in het geval dat bedrag door hogere kosten van de toelatingsprocedure niet langer de totale kosten, bedoeld in het derde lid, dekt, en de hogere kosten van de toelatingsprocedure redelijkerwijs voor rekening behoren te komen van de aanvragers van een toelating of een voorlopige toelating.

2. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur:

a. worden nadere regels gesteld over de gronden voor ambtshalve verlenging van de geldigheidsduur van een toelating en een voorlopige toelating; en

b. kunnen nadere regels worden gesteld over de vergoeding die de aanvrager is verschuldigd, waaronder de indexering van het bedrag, bedoeld in het vierde lid, alsmede de gevallen waarin de kosten ingevolge het vijfde lid redelijkerwijs voor rekening behoren te komen van de aanvragers van een toelating of een voorlopige toelating.

Toelichting

Dit amendement moet voorkomen dat de kosten van het stelsel de pan uitrijzen als ware het zelfrijzend bakmeel. Dit amendement voorziet in het maximeren van de kosten die een uitlener is verschuldigd ter dekking van de toelatingsprocedure, waaronder kosten die worden doorberekend in verband met activiteiten die worden verricht gedurende de looptijd van de toelating. Gedurende de parlementaire behandeling van de wet is het geschatte gemiddelde aan kosten wat een uitlener moet betalen om toegelaten te kunnen worden verhoogd van een schatting van gemiddeld € 490 per uitlener naar schattingen die uiteenlopen van gemiddeld € 2.006,– tot € 2.858,– per uitlener (bijlage bij Kamerstukken II 2024/25, 36Ā 446, nr. 29).

Met de maximering in dit amendement wordt aansluiting gezocht bij scenario 2 van de gemiddelde kosten per uitlener uit de Ā«Mogelijke scenario’s kosten voor uitlenersĀ», waarin wordt uitgegaan van een gemiddelde kostenpost voor uitleners van € 2.407,–. Deze gemiddelde kostenpost wordt in dit amendement vermenigvuldigd met een factor 1,5. Hierdoor wordt er aan de ene kant voor gezorgd dat bonafide uitleners door het nieuwe stelsel niet met steeds hogere kosten worden opgezadeld om toegelaten te worden om arbeidskrachten ter beschikking te stellen, en aan de andere kant dat de Minister beperkte ruimte houdt de vergoeding aan te passen afhankelijk van onvoorziene mee- of tegenvallers. Daarnaast houdt het amendement rekening met de inflatie door de Minister de bevoegdheid te geven het bedrag jaarlijks te indexeren.

Dit amendement voorziet voorts in de mogelijkheid om af te wijken van het maximumbedrag als blijkt dat de toelatende instantie (TI) door de maximering haar werkzaamheden niet voldoende kan uitvoeren. Het kan onder andere gaan om omstandigheden waarin aanvragen voor toelating meer beoordelingstijd vergen dan in bovengenoemd Kamerstuk aangenomen. Bijvoorbeeld doordat uitleners meer overtredingen begaan dan destijds ingeschat. Als de regering van deze afwijkingsmogelijkheid gebruik wil maken, is het wenselijk dat daar bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) nadere regels over worden gesteld. Het mag daarbij uitsluitend gaan om kosten die redelijkerwijs voor rekening van uitleners kunnen komen. Dat betekent dat het uitsluitend mag gaan om kosten die de TI maakt om haar rol binnen het toelatingsstelsel goed te kunnen uitvoeren en niet meer dan dat.

Om de uitvoerbaarheid van het stelsel te allen tijde te kunnen bewaken, ook in de overgangsperiode, is het mogelijk dit amendement later in werking te laten treden.


Aartsen