Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Fiche: Voorstel Omnibus I (CSRD & CSDDD)(Kamerstuk 22112-4012)
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2025D15616, datum: 2025-04-08, bijgewerkt: 2025-04-24 17:41, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2025D15616).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Nijhof-Leeuw, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (PVV)
- Mede ondertekenaar: A.H.M. Weeber, griffier
Onderdeel van zaak 2025Z05514:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-03-26 12:44: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-04-03 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2025-04-03 10:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2025-04-04 12:00: Fiche: Voorstel Omnibus I (CSDDD) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-04-08 14:00: Fiche: Voorstel Omnibus I (voor zover betrekking hebbend op CSRD) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2025-04-10 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-04-24 14:00: BNC Fiche: Voorstel Omnibus I (CSDDD) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-05-13 16:30: Raad Buitenlandse Zaken Handel op 15 mei 2025 (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-05-15 14:12: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2025D15616 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 8 april 2025 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over het door de Minister van Buitenlandse Zaken op 24 maart 2025 toegezonden fiche: Voorstel Omnibus I, voor zover betrekking hebbend op CSRD, (Kamerstuk 22 112, nr. 4012).
De voorzitter van de commissie,
Nijhof-Leeuw
De griffier van de commissie,
Weeber
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
De leden van de fracties van PVV, GroenLinks-PvdA, VVD, NSC, BBB, CDA en SGP hebben kennisgenomen van het fiche en hebben hierover enkele vragen en opmerkingen.
Het fiche gaat in op de voorstellen van de Europese Commissie waarmee de richtlijnen Corporate Sustainability Reporting Directive (hierna: CSRD) en Corporate Sustainability Reporting and Due Diligence Directive (hierna: CSDDD) inhoudelijk worden gewijzigd. Deze voorstellen maken deel uit van het zogenaamde Omnibus I-pakket van de Europese Commissie.
De vragen en de opmerkingen van de fracties hebben betrekking op CSRD.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie constateren dat er geen impact assessment is uitgevoerd door de Europese Commissie. Het kabinet onderstreept echter het belang van een gedegen impact assessment bij Commissievoorstellen. De leden van de PVV-fractie verzoeken de Minister om duidelijk te maken of het kabinet het standpunt van de Commissie deelt dat in dit geval, vanwege de urgentie, een uitzondering voor een dergelijke toets maakt, gerechtvaardigd was. Zo niet, waar ziet de Minister knelpunten?
De leden van de PVV-fractie constateren dat de kostenbesparing voor de ondernemingen in de EU die in dit voorstel niet meer hoeven te rapporteren, wordt geschat op ongeveer € 1,2 miljard per jaar aan rapporteringskosten, € 2 miljard per jaar aan accountantskosten en eenmalig € 1,6 miljard aan invoeringskosten. Op welke wijze zijn deze kostenbesparingen berekend en welke aannames zijn hierbij gehanteerd?
Acht de Minister het niet verstandiger, aangezien de totale jaarlijkse kostenbesparing voor de EU door dit voorstel voor de CSRD neerkomt op € 4,4 miljard, om deze voorstellen voor een langere termijn aan te houden, gelet op de huidige geopolitieke uitdagingen?
De leden van de PVV-fractie constateren dat in het fiche is aangegeven dat het versterken van het concurrentievermogen van het Europese bedrijfsleven door het terugdringen van regeldruk een topprioriteit is voor zowel de Commissie als de Europese Raad. Kan de Minister toelichten hoe het kabinet dit rijmt met de uiteindelijke verzwaring van de rapportageverplichtingen voor bedrijven?
De leden van de PVV-fractie constateren dat de Minister stelt dat het kabinet het onwenselijk vindt dat sommige ondernemingen in de toekomst niet meer onder de reikwijdte van de CSRD zouden vallen, maar nu alsnog moeten rapporteren. Kan de Minister aangeven hoe het kabinet zich gaat inzetten om dit te veranderen, zodat er ook een uitstel volgt voor deze ondernemingen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie constateren dat de Europese Commissie al binnen een jaar de eerder overeengekomen regels voor verantwoord ondernemen in de CSRD drastisch wil afzwakken. Is de Minister het met deze leden eens dat dat uiterst oneerlijk is voor bedrijven die al investeringen hebben gedaan om aan de regels te voldoen? Wat kan de Minister voor deze bedrijven betekenen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie staan positief tegenover de harmonisatie van de bedrijven die onder het CSRD vallen. Ze constateren echter dat door de threshold te verhogen naar meer dan 1.000 werknemers, 80% van de bedrijven afvalt. Deze leden vragen zich af op basis waarvan dit aantal is gedefinieerd; waarom is er niet net als in de CSDDD een grens gelegd op bijvoorbeeld 500 werknemers? Vallen niet heel veel bedrijven met een grote klimaatimpact buiten de scope? Is het niet beter uitvoerbaar om een eenduidige grens te trekken? Zou het niet ook logisch zijn om bedrijven die heel veel omzet maken alsnog onder de CSRD te laten vallen, ook wanneer ze minder dan 1.000 werknemers hebben?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen zich af hoe bedrijven die vrijwillig willen rapporteren daarin gefaciliteerd gaan worden door de EU en het Rijk. Hebben deze afgezwakte regels nog wel zin? Verwacht het kabinet dat bedrijven alsnog versneld gaan verduurzamen met deze beperkte maatregelen? Wat is de impact voor het Nederlands bedrijfsleven, dat druk bezig is met verduurzaming, nu bedrijven in andere EU landen minder hard hoeven te rennen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie constateren dat het kabinet de afzwakkingen van de CSRD toejuicht. Kan de Minister ingaan op de mate van rechtszekerheid voor Nederlandse bedrijven die al investeringen hebben gedaan om aan de regelgeving te voldoen? Is de Minister het met deze leden eens dat de CSRD economische kansen biedt en bijdraagt aan een gelijk speelveld, zoals meerdere bedrijven zelf ook aangeven?
Mede dankzij de Nederlandse inzet is de CSRD in de Raad gekomen en Nederland is daarna voortvarend aan de slag gegaan met een nationale implementatiewet. Waarom is de opstelling van de Minister zo veranderd?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie betreuren het dat het kabinet kenbaar maakt positief te staan tegenover het uitstellen van de invoering van het CSRD voor bepaalde groepen bedrijven. Hoe verhoudt zich dit tot de duidelijke uitspraken dat Nederland staat achter de standaarden in het IMVO? Is de Minister het met deze leden eens dat er juist versnelling nodig is om het CSRD in te voeren? Hoe staat deze vertraging tegenover het rapport-Draghi, dat duidelijk stelt dat de EU definitief een voorsprong moet nemen op het gebied van duurzaamheid om toekomstbestendig en concurrerend te blijven? Moeten we juist niet de bedrijven belonen die voorop lopen met verduurzaming en innovaties, in plaats van het blijven stimuleren van bedrijven die niet wendbaar genoeg zijn om deze nieuwe regelgeving aan te kunnen? Wat is de impact van dit uitstel op de innovatiekracht van de samenstelling van bedrijven in de EU en in Nederland?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie constateren dat de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) ook op de schop gaan; kan de Minister dat proces toelichten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie willen dat de Europese regelgeving sterk versimpeld wordt en dat administratieve en regeldruklasten fors verminderd worden. Deze leden zijn van mening dat drastische maatregelen nodig zijn om dit te bereiken, dat lef getoond moet worden en dat de politiek en bestuurders ook moeten leren los te laten. De doorgeslagen regeldruk aanpakken is nodig voor de concurrentiepositie van de EU en van onze bedrijven. De leden van de VVD-fractie zien dat elders in de wereld een stevige aanpak te zien is, zoals in de VS en Argentinië. De voorstellen van de Europese Commissie steken daar tot nu toe nog schril tegen af. Het is een druppel op een gloeiende plaat. Welke acties zouden volgens het kabinet vanuit de Europese Commissie en de EU nog meer wenselijk en nodig zijn?
Kan het kabinet een totaaloverzicht geven van bestaande koppen op EU-regelgeving in Nederland (die zorgen voor extra regeldruk) en wat het kabinet daar mee wil gaan doen, inclusief een tijdpad?
De leden van de VVD-fractie willen verder graag weten wat het tijdpad en de planning van de voorliggende voorstellen in het kader van Omnibus I zijn. Dit is ook voor het bedrijfsleven belangrijk. Welke regels gelden er wanneer? Hoe gaat het kabinet de ondernemers daarover goed informeren?
De leden van de VVD-fractie onderschrijven het belang van een stevige vereenvoudiging van de CSRD en CSDDD. De CSDDD wordt nog separaat besproken bij de commissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp.
De voorgestelde stappen met betrekking tot de CSRD gaan de leden van de VVD-fractie echter nog niet ver genoeg. Welke mogelijkheden ziet het kabinet tot nog verdere stappen tot versimpeling?
De leden van de VVD-fractie willen de hele CSRD schrappen. Waarom is dat niet de inzet van het kabinet? De leden van de VVD-fractie vinden vergroening belangrijk, maar rapportageverplichtingen dragen daar weinig tot niets aan bij. Je gaat niet groen doen, omdat je iets moet rapporteren. Dat is iets dat je intrinsiek moet willen doen.
De leden van de VVD-fractie zien dat er een voorstel tot uitstel van CSRD (stop the clock) ligt. Dat is een goede eerste stap om de CSRD te schrappen. Wat houdt het stop the clock-voorstel nu eigenlijk precies in? Want blijkbaar moeten er nog wel ondernemingen blijven rapporteren. Waarom is er niet gekozen voor een algehele stop voor alle ondernemingen? Waarom is dit niet de inzet van het kabinet? De leden van de VVD-fractie zouden hier wel voorstander van zijn.
Wat betekent het voorstel voor uitstel voor de implementatietermijn in nationale wet- en regelgeving? Wat betekent dit voor het wetsvoorstel Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapporteringimplementatie dat momenteel aanhangig is in de Kamer (Kamerstukdossier 36 678)? Gaat het kabinet op basis van de voorstellen voor de aanpassing van de CSRD alvast een nota van wijziging naar de Tweede Kamer sturen? Zo nee, waarom niet? Zo nee, wanneer is het wel duidelijk welke aanpassingen er daadwerkelijk in de CSRD gaan plaats vinden?
De leden van de VVD-fractie zijn tegen de terugwerkende kracht van CSRD. In hoeverre is hier straks nog sprake van? En welke stappen is het kabinet bereid te zetten om de terugwerkende kracht uit de CSRD te schrappen? Waarom is het kabinet eventueel niet bereid om die stappen te zetten?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er een groep ondernemingen is die nu wel moeten rapporteren, maar straks waarschijnlijk niet meer hoeven te rapporteren. Deze leden vinden dit echt onbegrijpelijk, en vinden dat dit uit de voorstellen moet worden gesloopt. Wat gaat het kabinet daaraan doen? En hoe ziet het krachtenveld er voor dit aspect uit in de EU?
De leden van de VVD-fractie willen weten wat het voorliggende voorstel betekent voor de administratieve lasten en regeldruk en de besparingen op de kosten voor naleving van het bedrijfsleven.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de reikwijdte van de CSRD wordt beperkt. Zij vinden het belangrijk dat kleine ondernemingen niet alsnog aan allerlei verplichtingen moeten voldoen, bijvoorbeeld als toeleverancier van bedrijven die wel moeten rapporteren over CSRD. De leden van de VVD-fractie zouden dit onwenselijk vinden. Hoe wordt voorkomen dat ondernemingen die zijn vrijgesteld van CSRD straks alsnog gedwongen «vrijwillig» moeten rapporteren? En hoe wordt de value chain cap – die moet borgen dat kleine en middelgrote ondernemingen in de toeleveringsketen niet méér datapunten moeten aanleveren dan in de vrijwillige rapportagestandaard – goed onder de aandacht gebracht van deze ondernemers? Waarom worden die niet helemaal vrijgesteld van rapportageverplichtingen?
Deelt het kabinet het risico dat de leden van de VVD-fractie zien, namelijk dat het midden- en kleinbedrijf straks toch met allerlei extra regelgeving te maken krijgt als gevolg van de CSRD en zo ja, hoe gaat het kabinet dit risico ondervangen?
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat moet worden voorkomen dat vanuit de EU (aanvullende) sectorspecifieke standaarden, aanbevelingen en rapportagetools worden opgelegd. Hoe is dat in het voorliggende voorstel geborgd? Bijvoorbeeld dat ingezet wordt op al bestaande, ontwikkelde standaarden vanuit (Europese) sectoren en branches? Het kabinet lijkt daar dubbel over met de inzet op informele aanbevelingen. Is het kabinet bereid om zoveel mogelijk in te zetten op vanuit de sectoren zelf ontwikkelde standaarden en bestaande brancheformats? Welk overleg vindt er over de voorstellen plaats met de verschillende betrokken sectoren? Hoe kan worden geregeld dat CSRD-plichtige bedrijven en afnemers en toeleveranciers duidelijkheid krijgen over de sectorspecifieke brancheformats?
In het kader van het concurrentievermogen, vragen de leden van de VVD-fractie zich af hoe de CSRD met de huidige aanpassingen zou verschillen van duurzaamheidsrapportage-regelgeving in de Verenigde Staten. Waar zitten de verschillen in regelgeving omtrent dit dossier?
De leden van de VVD-fractie zijn ook benieuwd hoe de overheid de groep bedrijven die nu (nog) moeten voldoen aan de rapportagecriteria blijft ondersteunen in een adviserende rol.
De leden van de VVD-fractie constateren dat het voorstel voor aanpassing van de verordening vereenvoudiging Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) ook onderdeel uitmaakt van het Omnibus 1-pakket.
De CBAM, die ervoor zorgt dat buiten Europa geproduceerde producten niet minder worden aangeslagen voor CO2-emissies dan Europese producten, wordt versimpeld door een (variabel) drempelgewicht in te stellen en door meer met standaardwaarden te werken.
De leden van de VVD-fractie zijn blij met de toezegging tijdens het commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad van 2 april 2025 dat het kabinet zich gaat inzetten om af te spreken dat het drempelgewicht meerjarig wordt vastgelegd. Zo worden importeurs niet met continu veranderende regels geconfronteerd.
De leden van de VVD-fractie willen dat de Europese en Nederlandse maakindustrie beschermd wordt en sluit zich aan bij de visie van het kabinet dat de impact hierop goed moet worden onderzocht.
Tot slot willen de leden van de VVD-fractie, ook al willen zij verder gaan dan de huidige voorstellen, wel de eerste stappen zetten tot versimpeling van de regelgeving. De leden van de VVD-fractie vinden het daarom wel van cruciaal belang dat het kabinet de Kamer snel en tijdig op de hoogte stelt en houdt van ontwikkelingen in de EU.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie merken op dat de Europese Commissie aangeeft dat met het voorstel de beleidsdoelstellingen van de CSRD op het terrein van de Europese Green Deal en het Actieplan voor de financiering van duurzame groei overeind blijft. Zij constateren echter dat er geen impact assessment is uitgevoerd. De leden van de NSC-fractie vragen zich dan ook af in hoeverre de beleidsdoelstellingen met betrekking tot verduurzaming kunnen worden behaald als 80 procent van de bedrijven die eerst onder de CSRD vielen hier nu niet meer onder vallen. Kan de Minister hierop ingaan?
Is het kabinet nog voornemens om aan te dringen om alsnog een impact assessment uit te laten voeren?
De leden van de NSC-fractie vragen zich af of het begrip vereenvoudiging «simplification» niet een beetje een eufemisme is. Als 80% van de bedrijven die aan deze rapportageverplichting had moeten voldoen, daar nu niet meer aan hoeft te voldoen, is dit dan wel een vereenvoudiging of eerder een deregulering? Kun je met een beperking van de kring van bedrijven met 80% nog wel hetzelfde milieueffect bereiken? Of zijn deze duurzaamheidsrapportages toch maar een vorm van greenwashing? Gaan er door deze deregulering meer tonnen CO2 uitgestoten worden, wordt er minder groene stroom geproduceerd, worden er minder windparken aangelegd, worden er minder zonnepanelen op daken geplaatst of worden er minder stroomnetwerken verzwaard? Kortom, welk effect heeft deze deregulering?
Is er een milieueffectrapportage op uitgevoerd? Zo ja, wat waren de resultaten hiervan?
Klopt het dat de regeldrukwinst voor Nederland 4,4 miljard euro bedraagt? Gaat dit om accountantskosten of ook om andere kosten?
Gaan deze dereguleringen helpen bij het in Nederland houden van de petrochemische bedrijven en andere bedrijven? Zo ja, op welke manier?
De leden van de NSC-fractie vragen of het klopt dat het stop the clock-voorstel (mandaat voor Pools voorzitterschap om te gaan onderhandelen met het EP) een onomkeerbare stap is. Is hiervoor in de Raad enkele weken uitstel mogelijk om in Nederland een behandelvoorbehoud mogelijk te maken, waar de Tweede Kamer eerder om gevraagd heeft?
Wat is de impact van het feit dat het stop the clock-voorstel al is aangenomen door het Europees Parlement voor het behandelvoorbehoud van de CSRD, waar de Tweede Kamer eerder om heeft gevraagd? Is het denkbaar om al dan niet tijdelijk aan te sluiten bij de voorloper van de CSRD, de Niet-financiële informatie richtlijn (NFRD)?
Klopt het dat het uitstel niet geldt voor bedrijven die nu onder de CSRD zouden vallen, maar straks toch niet? En dat er ook een groep bedrijven is waarvoor de rapportage inhoudelijk gaat wijzigen? Deze bedrijven zouden dan te maken krijgen met een jojo-beleid? Deelt het kabinet de mening dat dit niet wenselijk is? Is het nog mogelijk om deze bedrijven alsnog mee te nemen in het stop the clock-voorstel en ook uitstel te verlenen gezien het feit dat het voorstel al in het Europees Parlement is aangenomen?
Hoe worden op dit moment de OESO-richtlijnen uit 1976 gehandhaafd? Welk effect heeft de CSRD hierop? Welk effect heeft het Omnibus-pakket hierop?
Heeft dit per saldo een positief of negatief effect op maatschappelijk verantwoord ondernemen, het milieu en het klimaat?
De inhoud van de standaarden van CSRD bestaat uit ESRS, waarin de echte regels staan. Op welke manier wordt de Kamer betrokken bij de beoogde herziening hiervan door de Commissie?
Hoe verhouden de beperktere assurance eisen die de Commissie voor ogen heeft zich met de nationale assurance standaarden die in Nederland van toepassing zijn?
Tot slot vragen de leden van de NSC-fractie of een monitoring van eens in de vijf jaar effectief zal zijn, nu sommige bedrijven zelf aangegeven dat dit niet zo is. Is het denkbaar dat gewerkt wordt met steekproeven of onverwachte controles om de bedrijven scherp te houden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie constateren dat het kabinet in het fiche over bedrijven die reeds hebben geïnvesteerd in rapportagesystemen het volgende heeft geschreven dat tegelijkertijd het concurrentievermogen en ondernemings- en investeringsklimaat ook gebaat zijn bij stabiel en voorspelbaar beleid en zekerheid voor ondernemingen. Ook lezen deze leden in het fiche dat het kabinet het belangrijk acht ervoor te zorgen dat de simplificatie ten goede komt aan alle ondernemingen, ook aan ondernemingen die zich al hebben voorbereid en hebben geïnvesteerd.
De leden van de BBB-fractie hebben naar aanleiding daarvan twee vragen. Heeft de Minister een concreet beeld van de omvang van deze vroegtijdige investeringen? En hoe worden de nieuwe grenswaarden (EUR 50 mln, EUR 25 mln, >1.000 werknemers) onderbouwd?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie merken op dat zij in grote lijnen de in het fiche beschreven inzet van het kabinet kunnen volgen, maar dat zij nog wel een aantal vragen ter verduidelijking hebben.
De leden van de CDA-fractie merken op, in lijn met het kabinet, dat het voorstel voor uitstel en vereenvoudiging van de CSRD bijdraagt aan het beperken van rapportageverplichtingen voor bedrijven. Zij vinden het belangrijk dat er sprake is van een gelijk speelveld om concurrentievermogen te versterken en dat er tegelijkertijd voldoende aandacht blijft voor de onderliggende doelen van deze wetgeving. Zij hebben wel een aantal vragen over de implementatie en de uitvoering van deze wetgeving.
Het kabinet hecht terecht veel waarde aan de effectiviteit en voorspelbaarheid van beleid, het beperken van administratieve lasten en een internationaal gelijk speelveld. Tegelijkertijd hebben veel ondernemingen hierin al geïnvesteerd en bevordert de wetgeving ook de transparantie en inzicht in de waardeketen waarin bedrijven opereren. De Europese Commissie stelt een vrijwillige standaard voor, voor bedrijven die niet langer rapportageplichtig zijn. De leden van de CDA-fractie vragen wel hoe voorkomen wordt dat deze bedrijven alsnog met additionele dataverzoeken belast worden door bijvoorbeeld grote partijen in de keten die wel rapportageplichtig zijn. En hoe worden bedrijven bekend gemaakt met de zogenaamde vrijwillige rapportagestandaard?
Hoe beoordeelt het kabinet de effectiviteit van het Omnibusvoorstel in het daadwerkelijk verlagen van de regeldruk voor bedrijven, en dan met name het midden- en kleinbedrijf (mkb), als de vrijwillige rapportage door partijen in de keten alsnog bij veel mkb’ers terecht komt? En op welke manier betrekt het kabinet stakeholders bij de vormgeving en uitvoering van het Omnibusvoorstel?
De leden van de CDA-fractie constateren dat het kabinet het gezien het fiche belangrijk vindt dat er ook een uitstel volgt voor de ondernemingen die vallen onder de eerste groep die onder de huidige CSRD al moet rapporteren. Dat is nu nog niet gerealiseerd. Hoe gaat het kabinet hier uitvoering aan geven?
De leden van de CDA-fractie constateren voorts dat in het fiche staat dat het kabinet ziet dat er onduidelijkheid is voor grote ondernemingen die wel onder de reikwijdte van de CSRD blijven als de Omnibus in zijn huidige vorm zou worden geïmplementeerd. Het uitstel geldt niet voor hen. Vanaf volgend jaar krijgen deze ondernemingen volgens de verordening te maken met strengere verplichtingen op het gebied van de informatieverschaffing in het infaseringsproces, dat mogelijk achterhaald zal worden door de vereenvoudigingen van de Omnibus. De verordening is nog niet in de Nederlandse wet verankerd, maar in sommige andere Europese landen wel. Ondernemingen kunnen niet tegelijkertijd gas geven en afremmen. Gaat het kabinet zich in Europees verband inzetten voor een snelle passende regeling voor de ondernemingen uit de eerste groep (de zogenaamde wave 1)?
Er zijn ondernemingen uit de eerste groep (wave 1) met minder dan 1.000 werknemers die als de Omnibus in zijn huidige vorm wordt geïmplementeerd niet meer onder de reikwijdte van de verplichte CSRD-rapportages vallen. In het fiche staat dat het kabinet het onwenselijk vindt dat ondernemingen eerst verplicht moeten rapporteren en daarna niet meer. De leden van de CDA-fractie delen dat. Ook geldt dat voor ondernemingen die onder de reikwijdte blijven vallen de inhoud van wat zij moeten rapporteren wijzigt met het voorstel. Het kabinet vindt het daarom belangrijk dat er ook een uitstel volgt voor de ondernemingen die vallen onder de eerste groep die onder de huidige CSRD al moet rapporteren.
Hoe gaat het kabinet voorkomen dat ondernemingen uit de eerste groep (de zogenaamde wave 1) toch moeten gaan rapporteren en hier onnodige investeringen voor gaan plegen? Tot wanneer wordt het Nederlandse wetgevingsproces on hold gezet? Hoe zal de grens van 1.000 werknemers worden bepaald? Betreft dit fte’s of gaat het om «headcount», of is het vrij aan ondernemers om te kiezen? Gaat hier nog harmonisatie plaatsvinden met de CSDDD, die uitgaat van fte’s?
De leden van de CDA-fractie lezen dat bij de CSDDD en de CSRD de verplichting om in de keten van activiteiten te kijken naar de gehele keten wordt beperkt tot alleen de directe zakenrelaties (Tier 1), tenzij er plausibele informatie is dat er negatieve gevolgen plaatsvinden bij indirecte zakenrelaties verderop in de keten. Ook moeten ondernemingen dan contractuele garanties vragen van de directe zakenpartners die dat op hun beurt weer van hun zakenpartners moeten vragen. Ondernemingen mogen van directe zakenpartners met minder dan 500 werknemers niet meer informatie opvragen dan is gespecificeerd in de vrijwillige standaarden. De leden van de CDA-fractie hebben hierbij de volgende vragen: welke inspanningsverplichting ligt bij ondernemingen om deze plausibele informatie te achterhalen? En hoe worden deze eerder benoemde negatieve gevolgen gedefinieerd? En welke gevolgen ziet het kabinet voor het mkb van deze ketenbenadering in termen van rapportagelast en contractuele garanties? Hoe is hier door brancheverenigingen en andere relevante stakeholders op gereageerd?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie vragen over het voorstel tot aanpassingen van de CSRD naar de verschillen tussen de vrijwillige standaarden en de reguliere standaarden die gelden voor ondernemingen die onder de verplichtingen vallen. Daarnaast vragen deze leden hoe omgegaan wordt met situaties waarin rapporterende ondernemingen vermoedens hebben van risico’s, terwijl deze informatie daarover niet opgehaald kan worden middels vrijwillige rapportages door kleinere ondernemingen.
De leden van de SGP-fractie hechten zeer aan een betere concurrentiepositie van Europese bedrijven, in het bijzonder Nederlandse bedrijven. Hoe draagt de herziening van de CSRD daaraan bij, en zitten hier ook risico’s aan als het gaat om het concurrentievermogen?
Daarnaast vragen de leden van de SGP-fractie of het kabinet meer mogelijkheden ziet om het concurrentievermogen van (Nederlandse) bedrijven te verbeteren.
De leden van de SGP-fractie lezen in het onderdeel van het fiche over de impact assessment van de Commissie dat de totale jaarlijkse kostenbesparing van het voorstel voor de CSRD voor de EU als geheel uitkomt op 4,4 miljard euro, uitgesplitst in een aantal soorten van kosten. Heeft de regering zicht op de kostenbesparingen voor Nederlandse bedrijven? Kan de regering deze kostenbesparingen beschrijven en uitsplitsen?
De leden van de SGP-fractie lezen in het onderdeel van het fiche over de Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel dat het kabinet het belangrijk vindt dat er ook uitstel van verplichtingen volgt voor de ondernemingen die vallen onder de eerste groep die onder de huidige CSRD al moet rapporteren. Dat is nu niet het geval. Zijn er meer lidstaten die dit standpunt delen? Welke gevolgen heeft deze wens van het kabinet? En hoe opportuun acht het kabinet deze wens?
De leden van de SGP-fractie lezen voorts dat het kabinet de herziening van de eerste set standaarden (ESRS) belangrijk vindt. Deze leden delen dat. Voor deze herziening acht het kabinet terecht een zorgvuldig consultatieproces belangrijk. Hoe moet dat proces eruit zien? Is een dergelijk consultatieproces reeds voorzien? Wat is precies de inzet van het kabinet als het gaat om de herziening van de ESRS?
Het voornemen is om de sectorspecifieke standaarden te laten vervallen, en over te gaan tot generieke standaarden. De leden van de SGP-fractie plaatsen vraagtekens bij deze keuze. Ook lezen deze leden dat het kabinet vragen heeft bij die keuze. Leiden generieke standaarden niet juist tot meer regels, omdat de standaarden dan hoger komen te liggen? Kunnen (een vorm van) sectorspecifieke standaarden niet juist helpen om risico’s beter te adresseren en regelgeving gerichter vorm te geven? Wat is daarin precies de inzet van het kabinet? Welke mogelijkheden ziet het kabinet hierin en hoe zou dat in de praktijk uitwerken? En is het kabinet van mening dat deze sectorspecifieke standaarden zo veel mogelijk in overleg en in samenwerking met de sectoren zelf opgezet moeten worden?
De leden van de SGP-fractie hechten grote waarde aan zorgvuldige, en kwalitatief goede wetgeving. Deze leden zijn verheugd te lezen dat het kabinet dit onderstreept. Uiteraard speelt daarin mee dat er voortvarendheid nodig is om regeldruk te verminderen. Welke kaders hanteert het kabinet als het gaat om kwalitatief goede wetgeving en een zorgvuldige behandeling? Hoe wordt voorkomen dat snelheid ten koste gaat van zorgvuldigheid? Voor de volledigheid wijzen deze leden erop dat er ook geen impact assessment is uitgevoerd. Is het kabinet voornemens daar alsnog om te verzoeken?
De leden van de SGP-fractie lezen in het fiche dat «de klok is stilgezet» ten aanzien van de CSRD. Hoe ziet het verdere proces van uitwerking er precies uit? Hoe worden betrokken partijen meegenomen en geconsulteerd in de keuzes? In hoeverre hebben nationale parlementen inspraak in de keuzes?
De leden van de SGP-fractie lezen voorts dat de Commissie een infractieprocedure is gestart, omdat de CSRD nog niet in Nederland is geïmplementeerd. Dit had op 22 juli 2024 gebeurd moeten zijn. Hoe staat het met deze infractieprocedure? Wordt deze gestaakt omdat de verdere inwerkingtreding van CSRD stil is gezet?