[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Openbaar vervoer en taxi (CD 20/2) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D15976, datum: 2025-04-09, bijgewerkt: 2025-04-10 09:34, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de orde is het tweeminutendebat Openbaar vervoer en taxi (CD d.d. 20/02).

De voorzitter:
Aan de orde vandaag is het tweeminutendebat Openbaar vervoer en taxi. Ik heet de leden van harte welkom. Ik heet de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van harte welkom. Natuurlijk heet ik ook van harte welkom de mensen op de publieke tribune en de kijkers thuis. Er hebben zich een zevental sprekers van de zijde van de Kamer gemeld. Het woord is aan de heer De Hoop van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Mijn fractie maakt zich grote zorgen over de bezuinigingen op het regionaal openbaar vervoer, zowel over de BDU-gelden als over het studenten-ov. Over de BDU-gelden heb ik zelf een motie. En ik heb nog een motie over woningbouw. Collega Grinwis komt nog met een motie over het studenten-ov.

Mijn eerste motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er forse bezuinigingen dreigen voor het regionale openbaar vervoer vanwege de korting van 110 miljoen euro structureel op de BDU-middelen;

overwegende dat deze bezuinigingen zullen leiden tot forse extra tariefstijgingen, het verlagen van frequenties en het schrappen van (delen van) lijnen in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag en de brede regio om deze steden;

overwegende dat het fors verhogen van de tarieven en het schrappen van bus-, tram- en metroritten de leefbaarheid in wijken en dorpen verder onder druk zet;

van mening dat goed openbaar vervoer een belangrijke voorwaarde is voor de mobiliteit van mensen om naar hun werk, opleiding of andere afspraken te reizen;

verzoekt de regering om bij de voorjaarsbesluitvorming maximaal in te zetten op het voorkomen van deze voorgenomen bezuiniging op de BDU-middelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden De Hoop, Grinwis en Bamenga.

Zij krijgt nr. 839 (23645).

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
De tweede motie gaat dus over woningbouw en openbaar vervoer. Die hebben veel met elkaar te maken; vandaar de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er zorgen zijn bij provincies, gemeenten en projectontwikkelaars over de bereikbaarheid van woningbouwlocaties per openbaar vervoer en de woningbouw hierdoor mogelijk vertraagd wordt;

overwegende dat voor goede ontsluiting van toekomstige woonwijken hoogwaardig openbaar vervoer van essentieel belang is;

van mening dat het zeer onwenselijk is dat door een ontoereikend aanbod van openbaar vervoer woningbouwplannen in gevaar dreigen te komen;

verzoekt de regering om samen met medeoverheden en de woningbouwsector te inventariseren welke knelpunten er ontstaan wanneer er onvoldoende middelen voor openbaar vervoer zijn, en de Kamer hierover voor het zomerreces te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid De Hoop.

Zij krijgt nr. 840 (23645).

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dank.

De voorzitter:
Dank. Deze moties maken beide onderdeel uit van de beraadslaging. Ik geef het woord aan de heer Olger van Dijk van de fractie van NSC. Ik zie de heer El Abassi van de fractie van DENK binnenkomen. Inmiddels heeft de heer Olger van Dijk het woord. De heer El Abassi krijgt hierna het woord.

De heer Olger van Dijk (NSC):
Voorzitter, hartelijk dank. Helaas blijven agressie en geweld in het openbaar vervoer toenemen, met maar liefst 5% in 2024. We moeten er alles aan doen om dat tegen te gaan. De invoering van bodycams op vrijwillige basis kan wat ons betreft een bijdrage leveren in de opsporing, maar heeft ook een preventieve werking in het tegengaan van dit soort incidenten. Daarom de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aantal geweldsincidenten waarmee NS-medewerkers te maken hebben met 5% is toegenomen in 2024;

constaterende dat in het hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat er maatregelen genomen worden om de veiligheid in het ov te bevorderen, zoals het invoeren van bodycams voor hoofdconducteurs;

overwegende dat bodycams helpen bij de opsporing van strafbare feiten en een preventieve werking hebben;

overwegende dat het besluit aan NS wordt gelaten om bodycams op vrijwillige basis beschikbaar te stellen aan medewerkers;

verzoekt de regering om alles op alles te zetten zodat conducteurs bij NS op vrijwillige basis een bodycam kunnen dragen bij de uitoefening van hun werkzaamheden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Olger van Dijk, Veltman en Pierik.

Zij krijgt nr. 841 (23645).

De motie maakt hierbij onderdeel uit van de beraadslaging. Dank u wel. Ik geef graag het woord aan de heer El Abassi van de fractie van DENK.

De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter. Agressie tegengaan is inderdaad belangrijk. Dat moet op alle portefeuilles. Maar we spreken nu natuurlijk over een bepaalde portefeuille, op het gebied van mobiliteit. We willen mobiliteit voor iedereen toegankelijk maken, vandaar mijn eerste motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet jaarlijks 335 miljoen euro wil bezuinigen op het openbaar vervoer;

overwegende dat dit leidt tot prijsstijgingen van 15% tot 20%, het verdwijnen van ov-lijnen en extra druk op een sector die al kampt met personeelstekorten;

van mening dat het openbaar vervoer een vitale sector is en dat verdere bezuinigingen de betaalbaarheid en bereikbaarheid ernstig aantasten;

verzoekt de regering af te zien van de voorgenomen bezuiniging van 335 miljoen euro op openbaar vervoer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.

Zij krijgt nr. 842 (23645).

De heer El Abassi (DENK):
Dan nog een mooie motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de hoge ov-kosten veel mensen dwingen om de auto te nemen;

constaterende dat mobiliteitsarmoede veel lage-inkomensgroepen beperkt in werk, onderwijs en sociale deelname;

overwegende dat investeren in openbaar vervoer bijdraagt aan sociale mobiliteit en klimaatdoelen;

verzoekt de regering te onderzoeken welke middelen kunnen worden ingezet voor een sterk gereduceerd ov-tarief voor lage-inkomensgroepen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.

Zij krijgt nr. 843 (23645).

De heer El Abassi (DENK):
Dan mijn laatste motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de staatssecretaris een centrale database taxivervoer wil invoeren waarin de persoonsgegevens van taxichauffeurs continu worden opgeslagen;

overwegende dat de Autoriteit Persoonsgegevens reeds heeft gewaarschuwd voor risico's zoals misbruik en privacyschending;

van mening dat privacybescherming van werknemers gewaarborgd moet zijn;

verzoekt de regering om geen centrale database voor taxichauffeurs in te voeren zonder duidelijke privacywaarborgen en voorafgaand advies van de Autoriteit Persoonsgegevens,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.

Zij krijgt nr. 844 (23645).

De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Grinwis van de fractie van de ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. Als je het hoofdlijnenakkoord leest, dan denk je: het zit wel snor tussen dit kabinet en het openbaar vervoer. Maar dan de praktijk. Door onderhandelingsfouten tijdens de coalitieonderhandelingen wordt er 110 miljoen bezuinigd op de BDU. Door het niet compenseren van de herijking van het studentenreisproduct wordt er meer dan 200 miljoen bezuinigd op vooral het openbaar vervoer op het platteland. In het hoofdlijnenakkoord staat: wij willen het openbaar vervoer, het aantal busverbindingen tussen dorpskernen op het platteland, versterken. Wij doen er als ChristenUnie alles aan om dat bij de aankomende begrotingsbehandeling te repareren. Ook met het oog daarop hebben wij de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de herijking van het studentenreisproduct ertoe heeft geleid dat de ov-bedrijven in Nederland vanaf 2025 meer dan 200 miljoen euro minder inkomsten van het Rijk ontvangen;

overwegende dat de ov-bedrijven zonder compensatie genoodzaakt zijn fors te snijden in het aantal ritten, tot ruim 20% minder dan in 2019, en/of prijsstijgingen van wel meer dan 10% voor bus- en treinkaartjes door te voeren;

overwegende dat daardoor, ondanks de afspraak in het hoofdlijnenakkoord om het busvervoer op het platteland te versterken, de bereikbaarheid van dorpen op het platteland nog verder onder druk komt te staan;

verzoekt de regering de concrete gevolgen van de recente herijking van het studentenreisproduct voor de regionale bereikbaarheid per provincie dan wel vervoersregio in kaart te brengen, en de resultaten hiervan voor de eerstvolgende begrotingsbehandeling aan de Kamer voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, De Hoop en Vedder.

Zij krijgt nr. 845 (23645).

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, tot zover.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Heutink van de fractie van de PVV. Gaat uw gang.

De heer Heutink (PVV):
Goedemorgen, voorzitter. Ik heb twee moties meegebracht. De eerste.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vervoerders de noodklok hebben doen luiden vanwege het gebrek aan handhavingsmiddelen om de veiligheid in het openbaar vervoer te waarborgen;

van mening dat het openbaar vervoer steeds onveiliger wordt en dus gebaat is bij stevige maatregelen tegen overlastplegers in het openbaar vervoer;

van mening dat een landelijk ov-verbod een passende consequentie is bij aantoonbaar wangedrag in het openbaar vervoer;

verzoekt de regering om werk te maken van landelijke en permanente reisverboden en die zodanig te implementeren dat die ook worden gezien als een invulling van het vereiste van een locatie en tijdsduur,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Heutink.

Zij krijgt nr. 846 (23645).

De heer Heutink (PVV):
Dan de tweede.

De Kamer …

Ik wacht even, want ik zie dat er een interruptie komt.

De voorzitter:
Maakt u even uw motie af. Dan doen we daarna de interruptie.

De heer Heutink (PVV):
Oké.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat op bijvoorbeeld station Maarheeze, waar asielzoekers in 2024 verantwoordelijk waren voor meer dan 3.000 incidenten, een onveilige situatie voor reizigers en personeel is ontstaan;

constaterende dat vervoerders de noodklok hebben doen luiden vanwege het gebrek aan handhavingsmiddelen om de veiligheid in het openbaar vervoer te waarborgen;

van mening dat het openbaar vervoer steeds onveiliger wordt en dus gebaat is bij stevige maatregelen tegen overlastplegers in het openbaar vervoer;

verzoekt de regering er bij vervoerders op aan te dringen dat zij actief diensthonden inzetten teneinde de veiligheid te waarborgen op routes waar asielzoekers zich structureel misdragen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Heutink en Vondeling.

Zij krijgt nr. 847 (23645).

Dank u wel. U heeft een interruptie van de heer De Hoop, GroenLinks-Partij van de Arbeid.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Iedereen maakt zich zorgen over de veiligheid in het openbaar vervoer. In die zin snap ik de moties van de heer Heutink. Ik weet niet of diensthonden daar per definitie bij helpen, maar ik weet wel wat daar mogelijk wel bij helpt, namelijk meer personeel in het openbaar vervoer. Juist de vervoerders en ook de beveiliging, het beveiligingspersoneel, geven aan dat we door de bezuinigingen die voorliggen op het studenten-ov en de BDU minder mensen hebben die die veiligheid kunnen waarborgen. Zou het niet een veel betere investering zijn om ervoor te zorgen dat die bezuinigingen worden voorkomen en dat er genoeg mensen zijn om daadwerkelijk die handhaving te doen, vraag ik de heer Heutink.

De heer Heutink (PVV):
Waarop we in ieder geval hebben ingezet, is om de 500 miljoen die NS moest betalen als boete, in te zetten voor bodycams. We zien dat dat nog steeds niet geregeld is. We hebben ook als Kamer meerdere voorstellen proberen in te dienen als het gaat om boa's te kunnen laten handhaven, bijvoorbeeld door identiteit te kunnen controleren. En we willen werk maken van landelijke en permanente reisverboden. Dat gaat wel degelijk helpen. En natuurlijk, personeel draagt daar zeker aan bij.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Wat ik een beetje ingewikkeld vind, is dat we bij elk debat over openbaar vervoer geen woord over betaalbaarheid horen van de PVV, terwijl ze vóór de verkiezingen zeiden dat de tickets goedkoper moesten worden en dat er keihard zou worden ingegaan op veiligheid. Dat begrijp ik op zich, maar dat er dan meteen ook weer asielzoekers en van alles aan geplakt worden, en men weigert te investeren in het personeel in het openbaar vervoer ... Ik zeg tegen de heer Heutink: als u dit echt meent, moet u zo meteen bij de Voorjaarsnota met uw PVV voorkomen dat die bezuinigingen doorgaan, want anders zijn deze moties heel erg weinig waard.

De heer Heutink (PVV):
Wat wij moeten doen, is zorgen dat die energierekening omlaaggaat, dat de boodschappen goedkoper gaan worden en dat de huren omlaaggaan. Dat is de inzet van de PVV.

De voorzitter:
U heeft nog een interruptie van de heer Grinwis, ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ja. Stoer zijn over veiligheid op stations, kan alleen maar gepaard gaan, als je geloofwaardig wil zijn tenminste, met stoer zijn tijdens de Voorjaarsnotaonderhandelingen over de 335 miljoen bezuinigingen op het openbaar vervoer. Alleen als je die ongedaan maakt, hebben we in de toekomst niet alleen een betaalbaar en goed en wijdvertakt openbaar vervoer, maar ook een veilig ov. Is dat de inzet van de PVV-fractie? Het wordt me bang te moede. Ik weet dat die 335 miljoen niet op de rug van de heer Heutink groeit ...

De heer Heutink (PVV):
Was dat maar zo.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
... maar hij kan zich daar met zijn fractie wel voor inzetten tijdens de Voorjaarsnotabehandeling. En als hij hier heel welbewust wel de energierekening noemt, de prijs van de boodschappen en de huren, maar niet het openbaar vervoer, dan laat hij hier toch keihard de mensen die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer in de kou staan? Dus mijn oproep: wat is de inzet van de PVV-fractie tijdens de Voorjaarsnotaonderhandelingen om te zorgen dat deze staatssecretaris zo meteen een deuk in een pakje boter kan slaan voor het ov en niet een blauwtje loopt?

De heer Heutink (PVV):
Ik heb de belangrijkste maatregelen die deel zijn van de Voorjaarsnotaonderhandelingen net genoemd. En de anderen hebben ook andere plannen. Maar ik ga hier niet nu, vandaag, onze inzet voor de Voorjaarsnota verder bespreken. Dat gaan wij nu niet doen.

De voorzitter:
De heer Grinwis, kort.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dan wordt het mij bang te moede, en vooral de ov-reizigers, want dan constateer ik dat we hier een voorschot nemen op het keihard laten zakken van het Nederlandse openbaar vervoer. Dat is echt weinig hoop, weinig lef, weinig trots, voor Nederland en voor het Nederlandse ov.

De heer Heutink (PVV):
Ik hoor geen vraag.

De voorzitter:
U heeft nog een vraag van de heer El Abassi.

De heer El Abassi (DENK):
De heer Heutink verwijst inderdaad naar drie andere beloftes die buiten deze portefeuille vallen, namelijk de huur, de boodschappen, het eigen risico. Ook die zijn alleen maar gestegen, en die zullen ook alleen maar gaan stijgen; daar ben ik van overtuigd. Dat zijn dus beloftes die de PVV eigenlijk ook niet is nagekomen. Maar de PVV heeft ook beloofd dat het openbaar vervoer toegankelijk wordt voor iedereen, dat het goedkoper wordt. En nou zien we, ook hier, dat het alleen maar duurder wordt. Gaat de PVV instemmen met moties die het straks betaalbaarder maken voor Henk en Ingrid om te reizen?

De heer Heutink (PVV):
We gaan alle moties die worden ingediend, afwegen in onze fractie. Dat doen wij altijd heel erg zorgvuldig. Meneer Grinwis verwoordde het net goed: er groeit geen zak geld achter op mijn rug. En ook niet hier in het midden van deze zaal. Dat betekent dat we daar goed mee moeten omgaan. Verder hoop ik de heer El Abassi zo meteen ook te zien bij het burgerinitiatief over het gratis maken van het ov, waarbij het ook gaat over het betaalbaar maken van ons openbaar vervoer. Ik denk dat we het er ook nog weleens verder uitgebreid over kunnen gaan hebben daar.

De voorzitter:
De heer El Abassi, kort.

De heer El Abassi (DENK):
Bij dat debat zal ik zeker aanwezig zijn, en daar zal ik de PVV ook weer bevragen op soortgelijke onderwerpen en soortgelijke dingen als ik nu ook doe. Maar ik zou de PVV ook dit willen vragen. Want veiligheid is inderdaad belangrijk voor Henk en Ingrid, maar die veiligheid betekent helemaal niks als Henk en Ingrid niet eens kunnen reizen. Ik zou de PVV dan ook willen vragen om niet alleen met een mooi verhaal te komen over veiligheid, maar er ook voor te zorgen dat die mensen überhaupt kunnen reizen. Is de PVV het met mij eens dat het nu gewoon onbetaalbaar wordt voor de Nederlanders om te reizen?

De voorzitter:
De heer Heutink, tot slot.

De heer Heutink (PVV):
We zien dat het openbaar vervoer steeds duurder wordt. De PVV heeft ook meerdere malen ervoor gepleit om daar wat aan te doen. Straks bij het debat hebben we daar ook nog goede suggesties voor. Niet voor niets was de PVV ook van mening dat NS al haar nevenactiviteiten kon staken, zodat geld bespaard kon worden, zodat het geld naar de reiziger had gekund. Weet u, meneer El Abassi, zeg ik via u, voorzitter: de beste reclame voor het ov is nog altijd een trein die op tijd rijdt, een trein die schoon is en een trein waarin het veilig is. Dat is de allerbeste reclame om meer mensen naar de trein te krijgen, meer inkomsten te genereren en uiteindelijk ook de tarieven te kunnen verlagen.

De voorzitter:
Dank u wel. We gaan door naar de volgende spreker. Dat is de heer Pierik van de fractie van de BBB.

De heer Pierik (BBB):
Dank, voorzitter. De BBB vindt het zorgelijk dat de sociale veiligheid in het openbaar vervoer onder druk staat. Het aantal incidenten van agressie en intimidatie richting personeel en reizigers neemt nog steeds toe. In sommige regio's wordt geëxperimenteerd met bodycams als mogelijk middel om de veiligheid te verbeteren. De BBB wil graag een bredere inzet van die bodycams om de veiligheid in het openbaar vervoer te bevorderen. Daarom heeft collega Olger van Dijk, ook namens de BBB en de VVD, hierover een motie ingediend.

Dan heb ik nog de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het openbaar vervoer in de regio steeds verder wordt uitgekleed, wat de leefbaarheid en de bereikbaarheid schaadt;

overwegende dat de aansluiting van de veerdiensten naar de Waddeneilanden en het busvervoer op de eilanden goed op elkaar moeten worden afgestemd, zodat reizigers niet onnodig hoeven te wachten;

verzoekt de regering om in de Waddenveerconcessie te borgen dat er met concessiehouders duidelijke afspraken worden gemaakt met het busvervoer om de afstemming zo goed mogelijk te regelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Pierik.

Zij krijgt nr. 848 (23645).

Dank. U was klaar met uw termijn?

De heer Pierik (BBB):
Ja.

De voorzitter:
Dan geef ik nog even het woord aan de heer De Hoop, GroenLinks-Partij van de Arbeid, voor een interruptie.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Toen de heer Pierik begon met het voorlezen van zijn motie dacht ik: nu komt het! Eindelijk, na een jaar gaat een coalitiepartij wel serieus een voorstel doen voor veel meer geld naar regionaal openbaar vervoer. Het gaat over de Waddenveerconcessie, die ik ook belangrijk vind. Ik zie het in mijn eigen omgeving in Friesland natuurlijk ook. Maar ik had toch wel van de heer Pierik verwacht dat hij dan ook iets zou doen voor de BDU-gelden en ook iets zou doen tegen de bezuinigingen op het regionale openbaar vervoer. Mijn vraag is eigenlijk simpel: waarom doet BBB daar na een jaar nog steeds geen voorstel voor?

De heer Pierik (BBB):
Als het gaat over het openbaar vervoer, gaat het heel vaak over geld. Volgens mij is geld niet de enige oplossing voor alle problemen in het openbaar vervoer. Ik denk dat we echt vooral moeten kijken naar een stukje betrouwbaarheid, een stukje bereikbaarheid en een stukje maatwerk. Dat betekent dat er met het alloceren van gelden nog verbeteringen denkbaar zijn. Daar moeten we eerst werk van maken. Natuurlijk, ik snap ook wel dat de Voorjaarsnota eraan zit te komen en dat er voor de Voorjaarsnota allemaal wensen op tafel liggen, ook om te kijken of er wat meer geld naar het openbaar vervoer kan. Daar kan ik op dit moment natuurlijk nog geen toezegging over doen. Die onderhandelingen voer ik niet. Je kunt er gerust van uitgaan dat het ook op tafel ligt.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
De heer Pierik begrijpt toch ook dat er met een bezuiniging van 335 miljoen in ieder geval geen verbeteringen gaan komen voor het openbaar vervoer? Er zijn de afgelopen vijf jaar 1.500 bushaltes verdwenen. Door het hele land dreigt ongeveer 10% van het regionale openbaar vervoer te verdwijnen. Het dreigt duurder te worden. Voor de verkiezingen stond ik elke keer naast mevrouw Van der Plas om te eisen dat er meer geld naar het openbaar vervoer zou gaan. Er is nul euro bij gekomen. We zien nu weer een forse bezuiniging. Dus ik reken echt op de heer Pierik. Als hij dit echt meent, ga ik ervan uit dat er wel een serieus voorstel bij de Voorjaarsnota komt. Want anders zijn de woorden heel weinig waard. Dat stelt mij toch wel een beetje teleur. Ik hoop dat de heer Pierik mij toch verrast en met een serieus voorstel komt voor meer geld voor regionaal openbaar vervoer. Is hij daartoe bereid?

De heer Pierik (BBB):
Een mooie vraag. Ik ben tot veel bereid, maar ik kan geen toezeggingen doen als het gaat om besprekingen die bij de Voorjaarsnota plaatsvinden. Dat is gewoon even afwachten. Wie weet ga ik u verrassen, meneer De Hoop.

De voorzitter:
Dank. De heer Grinwis heeft nog een interruptie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Nog één vraag. Ik citeer: "De bereikbaarheid van het landelijk gebied wordt verbeterd door het busvervoer tussen dorpskernen op het platteland te versterken." Dit is een citaat uit het hoofdlijnenakkoord. Ik denk dat het een kroonjuweel van de BBB is in dit hoofdlijnenakkoord. Het woord "platteland" komt slechts twee keer voor in het hele hoofdlijnenakkoord, één keer hier, met betrekking tot het busvervoer. Mijn vraag aan de BBB-fractie is: hoe wil de fractie van BBB dat het kabinet handen en voeten geeft aan deze afspraak?

De heer Pierik (BBB):
Dat is een duidelijke vraag. Ik ken het hoofdlijnenakkoord ook. Ik weet dat deze prachtige passage erin staat. Daar gaan wij natuurlijk keihard aan werken. Maar de heer Grinwis weet ook, als geen ander denk ik, dat de budgettaire ruimte op dit moment van een heel ander kaliber is dan vijf jaar geleden. We moeten roeien met de riemen die we hebben. We zullen altijd de regio op één zetten. De regio is voor de BBB natuurlijk heel cruciaal. Over hoe dit uitpakt in het alloceren van middelen in de richting van het ov kan ik op dit moment geen toezeggingen doen.

De voorzitter:
De heer Grinwis, tot slot. Nee? Dan gaan we door naar de volgende spreker. Dat is mevrouw Veltman van de VVD-fractie.

Mevrouw Veltman (VVD):
Voorzitter. Geregeld voelen mensen zich onveilig in de trein. Het ging er net al over. We kennen allemaal het noodnummer van de NS dat in de coupé staat genoemd, dat je kunt bellen of appen bij een onveilige situatie. Dat is een goed initiatief. Ik ben blij dat de NS dat initiatief heeft genomen. De VVD heeft echter ook signalen gekregen dat het niet altijd goed werkt. Daarmee is er sprake van schijnveiligheid. Ik ben heel blij met de toezegging van de staatssecretaris om een onafhankelijk onderzoek te doen naar dat noodnummer, hoe het functioneert en hoe we de schijnveiligheid kunnen voorkomen.

Ik heb één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat stations slecht scoren als het gaat om het veiligheidsgevoel van mensen;

constaterende dat uit de Stationsagenda 2024 is gebleken dat vrouwen zich in nog meer stations onveilig voelden dan in 2023;

overwegende dat dit voor veel meisjes en vrouwen betekent dat zij het ov minder gebruiken en zich belemmerd voelen om te kunnen gaan en staan waar zij willen;

constaterende dat uit de Stationsagenda blijkt dat veel capaciteit wordt besteed aan modulaire, duurzame en energieopwekkende fietsenstallingen, cultuur en verbinding in stations, en het circulair en gasloos maken van stations;

overwegende dat het verbeteren van de veiligheid in het ov en op stations prioriteit zou moeten zijn;

verzoekt de regering om in de uitvoering van de Stationsagenda 2024 veiligheid meer prioriteit te geven ten opzichte van de andere acties in de Stationsagenda,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Veltman.

Zij krijgt nr. 849 (23645).

Mevrouw Veltman (VVD):
Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee is de termijn van de zijde van de Kamer afgelopen. We schorsen tot 10.45 uur. Dan gaan we verder met de termijn van het kabinet.

De vergadering wordt van 10.37 uur tot 10.47 uur geschorst.

De voorzitter:
We hervatten de vergadering. Dat gaan we doen met de termijn van de zijde van het kabinet. Er zijn een elftal moties ingediend. We lopen al wat uit de tijd, dus ik verzoek de staatssecretaris om kort en bondig te appreciëren. We hebben allemaal de moties gelezen, dus het herhalen van de moties hoeft niet. We horen graag de appreciaties van de moties. Dan kunnen we ook snel door met het volgende debat. Het woord is aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.

Staatssecretaris Jansen:
Dank u wel, voorzitter. Dank aan de Kamer voor de ingediende moties. Ik heb inderdaad elf moties en geen vragen.

De motie op stuk nr. 839 van de heer De Hoop van GroenLinks-Partij van de Arbeid krijgt het oordeel ontijdig. Wij gaan de Kamer bij de Voorjaarsnota hierover informeren. Ik wil niet vooruitlopen op de besprekingen die daarover plaatsvinden. Op 1 april heb ik de Kamer een brief gestuurd over de impact van de bezuinigingen. Mijn oordeel is dus "ontijdig". Mocht u de motie niet willen aanhouden, dan moet ik 'm helaas ontraden.

De voorzitter:
Precies. Dan kijken we altijd eerst of de indiener de motie aanhoudt. Aan de gezichtsuitdrukking te zien, denk ik …

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Op deze manier hoeven we natuurlijk nooit meer moties in te dienen over de Voorjaarsnota of over begrotingen. Ik vind de appreciatie een beetje opmerkelijk en daarom dien ik de motie gewoon in.

De voorzitter:
Dan wordt de appreciatie "ontraden".

Staatssecretaris Jansen:
Ja.

De motie op stuk nr. 840, van de heer De Hoop, krijgt oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 841, van de heer Olger van Dijk, mevrouw Veltman en de heer Pierik, zou ik graag willen overnemen, omdat het verzoek precies strookt met het beleid dat wij met z'n allen al voor ogen hebben. Mijn oordeel is dus: overnemen.

De voorzitter:
Ja. Dan wordt de motie op stuk nr. 841 overgenomen en komt die niet meer in stemming. Een moment, staatssecretaris, ik zie dat de heer Heutink een interruptie heeft.

De heer Heutink (PVV):
Fijn dat de staatssecretaris die motie gaat overnemen, maar dan wil ik ook weten wanneer die bodycams er dan gaan komen, want de Kamer vraagt hier al heel lang om. Die motie wordt niet voor niets ingediend. We zien dat dit het beleid nu ook is, maar blijkbaar gaat het niet snel genoeg. Gaat de staatssecretaris dan ook intensiveren?

De voorzitter:
Ik zeg er even bij dat een motie alleen kan worden overgenomen door het kabinet als daar geen bezwaar van de Kamer tegen is. Mocht er vanuit de Kamer wel bezwaar tegen zijn, dan komt de motie gewoon in stemming. Eenieder die bezwaar heeft, moet dat nu zeggen, anders verdwijnt de motie van de stemmingslijst.

De heer Olger van Dijk (NSC):
Ik aarzel een beetje, maar in de brief van de staatssecretaris staat duidelijk dat het besluit aan de NS wordt gelaten. Daarom is deze motie opnieuw ingediend. Ik hecht er dus wel aan om een duidelijk signaal te geven en de motie toch in stemming te brengen.

De voorzitter:
Dan wordt de motie sowieso in stemming gebracht. Heeft de staatssecretaris misschien nog een reactie op de interruptie van de heer Heutink?

Staatssecretaris Jansen:
Dan verandert mijn appreciatie in oordeel Kamer.

Richting de heer Heutink: in elk gesprek dat ik voer, wordt hier aandacht aan besteed. Ik ben ook een groot voorstander van de inzet van bodycams in het ov, omdat ik van de ov-sector, van de boa's, hoor dat dat effectief is. Het helpt hen in hun werk en het geeft hun een groter gevoel van veiligheid, omdat er altijd iemand meekijkt. Ik ben er groot voorstander van, dus er zit echt druk op, maar ik moet er wel overeenstemming over bereiken met de NS omdat er ook financiën mee gemoeid zijn.

De voorzitter:
Dank. Dan gaan we naar de volgende motie.

Staatssecretaris Jansen:
Dat is de motie op stuk nr. 842 van de heer El Abassi van DENK. Die is ontijdig. Mijn redenatie is dezelfde als bij de motie op stuk nr. 839: ik wil niet vooruitlopen op de voorjaarsbesluitvorming.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 842 krijgt de appreciatie "ontijdig". Ik kijk even naar de indiener om te zien of hij zijn motie wenst aan te houden. Dat kan hij ook met een knikje aangeven.

De heer El Abassi (DENK):
Ontijdig? Dat kun je ook zeggen over die bodycams, want daarmee wachten we tot de Voorjaarsnota. Dat kan bij elke motie geroepen worden. De staatssecretaris kan toch wel meegeven hoe hij op dit moment over deze motie denkt? Dan bespreken we dat straks bij de Voorjaarsnota.

Staatssecretaris Jansen:
Ik span me hier maximaal voor in, maar ik wil niet vooruitlopen op de besluitvorming en die is voorzien bij de Voorjaarsnota, dus de motie is ontijdig.

En alvast vooruitlopend, ook de motie op stuk nr. 843 krijgt van mij het oordeel "ontijdig", met dezelfde …

De voorzitter:
Even een voor een. De motie op stuk nr. 842 wordt niet aangehouden en dat betekent dat de motie wordt ontraden. Sorry, excuus, het blijft "ontijdig".

De volgende motie.

Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 843 krijgt wederom het oordeel "ontijdig". Ik heb eerder aangegeven dat ik met de NOVB-partijen onderzoek doe naar een ticket om in de daluren goedkoper dan wel gratis te reizen. Daarbij richten we ons ook op doelgroepen. Ook kijken we naar het Social Climate Fund, met Europees geld. Daar zijn we hard mee aan de slag. Als er voldoende voortgang is, zal ik u daarover nader informeren na het volgende NOVB-overleg, dat is gepland in juni. Het oordeel is dus "ontijdig".

De voorzitter:
Ook hiervoor geldt dat ik aanneem dat de motie niet wordt aangehouden, dus dan blijft het oordeel "ontijdig".

Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 844 is ook van de heer El Abassi van DENK. Die krijgt het oordeel ontraden. Dat heeft te maken met het feit dat de Raad van State gisteren een positief advies heeft gegeven over het gewijzigde besluit. Daarmee kunnen wij dus doorgaan met de implementatie. Het is ook getoetst door de AP. Naar aanleiding van de AP-toets is het conceptbesluit over personenvervoer op verschillende punten gewijzigd of aangevuld, dus wat dat betreft komen wij volgens mij enorm tegemoet aan het verzoek van de indiener.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 845, van de heer Grinwis van de ChristenUnie. Die krijgt oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 846 is van de heer Heutink van de PVV. Daarin wordt de regering verzocht om werk te maken van landelijke en permanente reisverboden. Deze motie wil ik ontraden. Het Openbaar Ministerie is er namelijk heel duidelijk over dat een permanent en landelijk reisverbod niet proportioneel is. In het verleden is de Kamer hier meerdere malen over geïnformeerd. Als ik het al zou willen, kan ik het simpelweg niet uitvoeren. Ik wil de indiener ook vragen om het gesprek hierover vooral met de minister van Justitie en Veiligheid te voeren.

De voorzitter:
U heeft een vraag van de heer Heutink.

De heer Heutink (PVV):
Het is de taak van de staatssecretaris om dit gesprek met de minister van Justitie en Veiligheid én met het Openbaar Ministerie te voeren. Er is geen wet die voorschrijft dat het niet proportioneel zou zijn. Dat zijn afspraken met het OM. Daar kunnen we toch gewoon van afwijken als we goed omgaan met de manier waarop de invulling van tijd en plaats wordt vormgegeven?

Staatssecretaris Jansen:
Dat is ook niet wat ik zeg. Ik zeg alleen dat ik dit iedere keer ter sprake breng, maar er is ook bij herhaling aan de Kamer aangegeven dat het op deze wijze niet uitvoerbaar is.

De voorzitter:
U gaat door naar de volgende motie.

Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 847, ook van de heer Heutink, moet ik ook ontraden. Ik snap de zorgen van de heer Heutink wel heel goed. Ik ben ermee bezig. Ik betrek daarbij in ieder geval wel uw ideeën, maar de motie moet ik in deze samenstelling ontraden.

De motie op stuk nr. 848 van de heer Pierik van BBB krijgt oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 849 van mevrouw Veltman van de VVD krijgt ook oordeel Kamer.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik dank de staatssecretaris voor zijn appreciaties. Ik dank de leden voor hun inbreng.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
De moties komen volgende week dinsdag in stemming. We gaan zo snel door met het volgende debat, het tweeminutendebat Externe veiligheid.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.