Tweeminutendebat Telecommunicatie (CD 30/1) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D16348, datum: 2025-04-10, bijgewerkt: 2025-04-11 09:20, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-04-10 10:15: Tweeminutendebat Telecommunicatie (CD 30/1) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de orde is het tweeminutendebat Telecommunicatie (CD d.d. 30/01).
De voorzitter:
Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Economische Zaken, de
leden, de mensen op de tribune en iedereen die dit debat op afstand
volgt.
We gaan beginnen met een aantal tweeminutendebatten, als eerste het
tweeminutendebat Telecommunicatie. Daarbij hebben vier leden zich
ingeschreven en willen twee daarvan hun termijn gebruiken. Als eerste
geef ik het woord aan de heer Kisteman, die het woord voert namens de
fractie van de VVD. Gaat uw gang.
De heer Kisteman (VVD):
Goedemorgen, voorzitter. Ik wil de minister bedanken voor het prettige
debat. Ik kijk uit naar zijn brief over de opstelpunten, die de Kamer
vlak na de zomer hoopt te krijgen.
Ik heb een vraag over de FM-frequenties. We hebben daar een brief over
gekregen na de beantwoording in het commissiedebat. Die geeft echter
geen antwoord op de vraag die ik had. De minister legt namelijk uit hoe
het verschil in de hoeveelheid frequenties is vastgelegd, maar mijn
vraag was waarom het verschil er is. Dus ik stel nogmaals de vraag aan
de minister: waarom mag de NPO wel vier kavels hebben en de commerciële
zenders maar drie? Is de minister het met de VVD eens dat dit oneerlijke
concurrentie is? Daarbij moeten we ook nog eens in het achterhoofd
houden dat de kavels van de NPO wel 100% dekking hebben en die van de
commerciële zenders maar 70% tot 80%.
Dat was het, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de laatste spreker in deze
termijn. Dat is mevrouw Postma namens de fractie van Nieuw Sociaal
Contract. Gaat uw gang.
Mevrouw Postma (NSC):
Dank, voorzitter. Ik vervang even mijn collega Idsinga. Ik heb een
motie, die ik graag zou willen voorlezen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de overgang van FM naar DAB leidt tot gedeeld gebruik
van frequenties door publieke en commerciële regionale zenders;
constaterende dat steeds meer luisteraars overstappen van FM naar
DAB;
overwegende dat commerciële zenders niet investeren in minder rendabele
gebieden zoals de Wadden, waardoor digitale dekking van publieke
regionale omroepen daar in het gedrang komt;
overwegende dat regionale publieke omroepen een belangrijke
basisvoorziening vormen voor nieuws, cultuur en noodcommunicatie in de
regio;
van mening dat publieke regionale omroepen in staat moeten zijn een
volwaardige dekking in hun provincie te realiseren;
verzoekt de regering de regie te nemen om voor regionale publieke
omroepen volledige dekking voor DAB in hun gehele uitzendgebied te
garanderen, zodat zij in alle delen van de provincie goed te ontvangen
zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Postma en Idsinga.
Zij krijgt nr. 590 (24095).
Hartelijk dank. Ik kijk even naar de minister. Kan hij gelijk door? Vijf minuten? Er is één motie. Dat moet dus kunnen, toch?
De vergadering wordt van 10.18 uur tot 10.22 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortzetting van het
tweeminutendebat Telecommunicatie. Ik geef het woord aan de minister van
Economische Zaken.
Minister Beljaarts:
Dank u wel, voorzitter.
Ik begin met de appreciatie van de motie op stuk nr. 590 van het lid
Postma. Die moet ik helaas ontraden. Dat doe ik omdat ik een volledige
dekking simpelweg niet kan garanderen, ook niet als ik daar de regie op
neem. In de vergunningen van de laag waaraan u refereert, is een
minimale verplichting opgenomen die een kwalitatief goed netwerk
garandeert. De RDI ziet daar op toe. Het kan wellicht wel beter, maar
zo'n extra verdichting van het netwerk leidt ook tot veel hogere kosten.
Bovendien moeten de partijen dit ook gezamenlijk overeenkomen. Dit
betreft een civielrechtelijke overeenkomst, waar ik niet in kan en wil
treden. U maakt zich zorgen over de noodcommunicatie van de regionale
omroep, maar die is gegarandeerd via het uitzenden via de FM.
Dan de beantwoording van de vraag van het lid Kisteman over de kavels.
Waarom mag de NPO vier kavels hebben? Er is inderdaad een verschil
tussen commerciële en publieke vergunningen. In mijn brief van 30
januari jongstleden heb ik ook uitgelegd hoe dit is ontstaan. De
hoeveelheid vergunningen waarover de commerciële partijen mogen
beschikken, is geregeld in de Telecommunicatiewet. De ACM adviseert
daarover. Het aantal vergunningen waarover de NPO mag beschikken, is
vastgesteld in de Mediawet. De hoeveelheid vergunningen waarover de
commerciële zenders en de publieke omroepen mogen beschikken, wordt dus
ook op een andere wijze bepaald en geregeld. Tegen deze
gebruiksbeperking is door één partij beroep ingesteld bij de rechtbank
Rotterdam. Deze zaak loopt nog en daar kan ik nu dus ook nog niet op
vooruitlopen.
De heer Kisteman (VVD):
Dank u wel voor deze beantwoording. Is de minister het dan wel met ons
eens dat het raar is dat de commerciëlen maar drie kavels mogen hebben
en de NPO vier, en dat dat dan wel voor oneerlijke concurrentie zou
kunnen zorgen?
Minister Beljaarts:
Ik begrijp de vraag. Het lijkt een eenvoudige vraag, maar die laat zich
niet zo eenvoudig beantwoorden, ook omdat het onder verschillende
wetgeving is vastgelegd. Ik gaf eerder aan dat het een onder de Mediawet
en het ander onder de Telecommunicatiewet is vastgelegd. Daaronder
liggen andere grondslagen. Het laat zich ook niet vergelijken als zijnde
twee gelijken. Ik gaf aan dat er op dit moment één rechtszaak loopt.
Voor de zorgvuldigheid, om de rechter daarin vooral ook z'n werk te
kunnen laten doen, vind ik het ook van belang om nu niet te veel in
detail te treden.
De voorzitter:
De minister vervolgt z'n betoog.
Minister Beljaarts:
Dat was het einde van de beantwoording.
De voorzitter:
Dank u wel.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We gaan volgende week dinsdag 15 april stemmen over de motie. Ik hoor
dat er "nu gelijk" wordt geroepen. Ja, ik had dat wel willen doen, maar
niet alle fracties zijn aanwezig. Nee hoor, we stemmen altijd de dinsdag
volgend op het debat.