[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Midden- en kleinbedrijf (CD 20/3) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D16352, datum: 2025-04-10, bijgewerkt: 2025-04-11 09:22, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de orde is het tweeminutendebat Midden- en kleinbedrijf (CD d.d. 20/03).

De voorzitter:
Dan gaan we door met het volgende onderwerp. Dat is het midden- en kleinbedrijf. Dit debat is met dezelfde minister, maar misschien met een deels andere bezetting. Ik zie al een aantal collega's. Nou, we wachten nog heel even.

Oké. We gaan verder met het tweeminutendebat Midden- en kleinbedrijf. Tien leden hebben zich ingeschreven. Zij willen ook hun termijn uitspreken. Als eerste is het woord aan de heer Kisteman. Hij spreekt namens de fractie van de VVD. Gaat uw gang.

De heer Kisteman (VVD):
Voorzitter. Ik wil de minister bedanken voor het prettige debat dat we hebben gehad met een grote afvaardiging vanuit de Kamer. Ik kijk uit naar de uitwerking van de toezeggingen die de minister heeft gedaan. Ik wil nogmaals benadrukken dat het voor de VVD heel belangrijk is dat de regeldruk op korte termijn voelbaar gaat afnemen. Mijn motie om de regeldrukkosten in 2026 met 20% te verminderen kan hier enorm aan bijdragen. Ik ben echt benieuwd naar de eerste resultaten hiervan.

Voorzitter. Ondernemers betalen al twee jaar lang het salaris door bij ziekte en moeten ook nog eens een ondoelmatig hoge transitievergoeding betalen. Dit zorgt voor onredelijk hoge lasten bij deze ondernemers. Daarom zal ik samen met mijn collega Eerdmans een motie indienen om deze transitievergoeding na twee jaar doorbetalen bij ziekte door ondernemers af te schaffen.

Hier wil ik het graag bij laten.

De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Van Zanten gaat nu spreken namens de fractie van BBB. Gaat uw gang!

Mevrouw Van Zanten (BBB):
Dank, voorzitter. Ik heb twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ondernemers veel tijd en energie gestopt hebben in deelname aan het mkb-indicatorbedrijvenprogramma en dat het ministerie van Economische Zaken hier zelf ook in heeft geïnvesteerd met tijd en geld;

overwegende dat de brancheorganisaties die deelnamen aan het mkb-indicatorprogramma, graag betrokken worden bij het realiseren van die -20%-doelstelling, maar dat de huidige regeldrukaanpak hier niet in voorziet;

overwegende dat met een aanpak via de ministeriële stuurgroep van circa vier knelpunten per halfjaar de -20% nooit gehaald zal worden óf heel veel geïnventariseerde knelpunten blijven liggen óf het mkb-indicatorprogramma feitelijk niet of nauwelijks wordt uitgevoerd;

verzoekt de regering te komen met sectorale regeldrukreductieprogramma's per mkb-indicatorbedrijf, waarbij de branches betrokken worden en die optellen tot de -20%-doelstelling, en de Kamer hier voor de zomer over te informeren met een brief,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Zanten en Vermeer.

Zij krijgt nr. 672 (32637).

Mevrouw Van Zanten (BBB):
De volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat dit van grote bedrijven vereist dat ze informatie opvragen vanuit de bredere keten en tot enorme extra regeldruk leidt bij het midden- en kleinbedrijf;

overwegende dat dit kleinere ondernemingen zijn dan waar de CSRD zich oorspronkelijk op richt en zij niet allemaal mankracht en ICT-systemen in huis hebben of zich kunnen veroorloven om aan het informatiedelen te voldoen;

overwegende dat het midden- en kleinbedrijf de kurk is waar de Nederlandse economie op drijft en vandaag de dag gekoesterd moet worden door het vestigingsklimaat te verbeteren en regeldruk te reduceren;

spreekt uit dat om regeldruk te verminderen de voorkeursoptie van de Ministeriële Stuurgroep Ondernemingsklimaat, Regeldruk en Uitvoerbaarheid zou moeten zijn dat de CO2-rapportages voor het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer worden afgeschaft voor bedrijven tot 250 medewerkers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Zanten en Vermeer.

Zij krijgt nr. 673 (32637).

Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Flach. Hij voert het woord namens de SGP-fractie. Gaat uw gang.

De heer Flach (SGP):
Voorzitter. We hebben een goed debat gehad over onderwerpen die mkb-bedrijven raken. Dan denk ik aan regeldruk en financiering. Ten aanzien van de regeldruk vroeg ik de minister naar de 20%-reductiedoelstelling en hoe hij die wil gaan realiseren. Wil de minister in ieder geval toezeggen dat hij de Kamer per kwartaal rapporteert over de vereenvoudigingen die hebben plaatsgevonden en hoeveel regeldrukkosten daarmee gemoeid zijn? Op die manier kunnen we als Kamer volgen welke regels geschrapt zijn en wat dat oplevert.

Wat niet geschrapt moet worden, zijn goede regelingen ter ondersteuning van het mkb. Dan denk ik aan de compensatieregeling voor de transitievergoeding voor de kleinere ondernemer. Daarnaast zet het kabinet een streep door de Groeifaciliteit. Met name dat vind ik ingewikkeld. In begeleidende stukken staat dat de kosten en baten niet in balans zijn, terwijl in de laatste zin van hetzelfde stuk staat: als je kijkt naar de resultaten, zijn de kosten van de regeling zeer gering. Het kan niet allebei waar zijn; het is een van de twee. In mijn ogen is de regeling onvoldoende breed. Op dit moment kunnen eigenlijk alleen banken daar gebruik van maken en gaat het om achtergestelde leningen. Als banken iets niet doen, is dat achtergestelde leningen aan het mkb verstrekken. Het zou beter zijn om met de Stichting MKB Financiering nog eens te kijken of meer financieringsinstellingen daar gebruik van kunnen maken. Op dit punt wil ik ook een motie indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering voornemens is de Groeifaciliteit te beëindigen, terwijl de regeling investeringen in het brede mkb aanjaagt, positief is geëvalueerd en de kosten hiervoor beperkt zijn;

verzoekt de regering de regeling te continueren en de bekendheid bij het mkb te vergroten;

verzoekt de regering indien toch tot beëindiging van de regeling wordt overgegaan, het voor de Groeifaciliteit gereserveerde budget in te blijven zetten voor (financiering van) mkb-bedrijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Flach.

Zij krijgt nr. 674 (32637).

Dank u wel. Dan ga ik het woord geven aan de heer Grinwis. Hij voert het woord namens de ChristenUnie. Gaat uw gang.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb één motie meegebracht, over regeldruk. Daarna heb ik nog een vraag. De motie luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel verborgen regeldruk het gevolg is van beleidsregels die door uitvoeringsorganisaties en toezichthouders worden ingesteld;

constaterende dat het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) na inwerkingtreding van de instellingswet na signalen kan adviseren over deze knellende beleidsregels;

overwegende dat het van belang is dat deze adviezen voortvarend worden opgepakt;

verzoekt de regering voortaan de Kamer na ontvangst van het advies binnen uiterlijk een maand te informeren over op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan het advies van de ATR en, als dat niet lukt, de Kamer te informeren wanneer ze een brief van de regering hierover wel kan verwachten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Flach en Kisteman.

Zij krijgt nr. 675 (32637).

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dan heb ik nog een vraag over een conceptwet, een ontwerpwet die al lang ligt te sudderen op het ministerie van Economische Zaken, namelijk die over de maatschappelijke bv. Een wetsvoorstel daarover had in het eerste kwartaal het licht moeten zien en in consultatie gebracht moeten worden. Dat is allemaal wat vertraagd. Mijn vraag aan deze minister is of hij zich ervoor kan inspannen om in ieder geval uiterlijk in september deze wet in consultatie te brengen. Daar zou u in ieder geval dit Kamerlid heel tevreden mee maken.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. Dan gaan we luisteren naar de heer White. Hij voert het woord namens de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.

De heer White (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Dank aan de minister en zijn ambtenaren voor het debat en de stukken. Het mkb is de ruggengraat van onze economie, maar veel ondernemers, vooral uit minderheidsgroepen, hebben moeite met financiering. Ook winkelgebieden staan onder druk. Micro- en kleinbedrijven krijgen te weinig gerichte aandacht.

Vandaar de volgende drie moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat ondernemers vanuit minderheden, zoals mensen met een migratieachtergrond en vrouwen, minder toegang tot financiering hebben;

overwegende dat onderzoek heeft uitgewezen dat het creëren van gelijke financieringskansen 139 miljard aan extra economische waarde kan opleveren;

verzoekt de regering bestaande knelpunten rond inclusieve financiering expliciet te adresseren bij de verdere ontwikkeling van de FinancieringsGids en aanverwante instrumenten;

verzoekt de regering daarbij werk te maken van toegankelijke communicatie en outreach naar deze groepen toe;

verzoekt de regering om de Kamer jaarlijks te informeren over de voortgang via een monitor inclusieve financiering met aandacht voor bereik, impact en economische meerwaarde,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid White.

Zij krijgt nr. 676 (32637).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het micro- en kleinbedrijf met 174 miljard aan toegevoegde waarde en bijna 2 miljoen aan vte aan werkgelegenheid cruciaal is voor de Nederlandse economie;

overwegende dat het micro- en kleinbedrijf daarnaast een belangrijke rol speelt bij sociale cohesie en leefbaarheid van buurten en wijken;

constaterende dat bij beleid voor het micro- en kleinbedrijf soms een andere aanpak nodig is dan voor het midden- en grootbedrijf;

verzoekt de regering om bij beleid over ondernemerschap onderscheid te maken tussen het micro-, klein-, midden- en grootbedrijf, hierbij nadrukkelijker rekening te houden met het micro- en kleinbedrijf en hierover structureel naar de Kamer te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid White.

Zij krijgt nr. 677 (32637).

De heer White (GroenLinks-PvdA):
Tot slot.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de leefbaarheid in veel wijken in Nederland achteruitgaat;

overwegende dat levendige winkelstraten een belangrijk onderdeel zijn van de leefbaarheid en veiligheid in wijken;

constaterende dat uit de voortgangsrapportage blijkt dat de Impulsaanpak winkelgebieden een succesvolle regeling is maar dat deze regeling door het kabinet desondanks mogelijk niet wordt voortgezet;

verzoekt de regering om de Impulsaanpak winkelgebieden voort te zetten en erop in te zetten om hiervoor middelen beschikbaar te maken bij de Voorjaarsnota,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid White.

Zij krijgt nr. 678 (32637).

De heer White (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we nu luisteren naar de heer Eerdmans namens de fractie van JA21. Gaat uw gang.

De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank je wel.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de compensatie voor de transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid bij veel werkgevers wordt afgeschaft;

constaterende dat werkgevers na twee jaar lang een volledig salaris doorbetalen ook nog een hoge en ondoelmatige transitievergoeding moeten betalen én op zoek moeten naar nieuw personeel;

overwegende dat dit leidt tot onredelijk hoge lasten voor werkgevers;

verzoekt de regering de verplichte transitievergoeding na twee jaar loondoorbetaling bij ziekte door werkgevers af te schaffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Eerdmans en Kisteman.

Zij krijgt nr. 679 (32637).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland met een verplichte loondoorbetaling bij ziekte van twee jaar de langste termijn ter wereld hanteert;

overwegende dat dit werkgevers, met name kleine ondernemers, financieel te zwaar belast en hen terughoudend maakt in het aannemen van personeel;

verzoekt het kabinet de verplichte loondoorbetaling bij ziekte van werknemers te verkorten naar één jaar,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.

Zij krijgt nr. 680 (32637).

De heer Eerdmans (JA21):
En de laatste.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de specifieke functie-eisen voor Aziatische koks zijn geschrapt, waardoor vakkennis, ervaring en culturele affiniteit bij werving niet langer mogen worden meegenomen;

overwegende dat dit leidt tot omzetverlies, verlies van authenticiteit en grote onzekerheid binnen de sector;

overwegende dat eerdere verzoeken tot overleg zijn genegeerd en de sector zich inmiddels genoodzaakt ziet naar de rechter te stappen;

verzoekt het kabinet om per direct in overleg te treden met de sector en de geschrapte functie-eisen voor specialiteitenkoks in de Aziatische horeca te herintroduceren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.

Zij krijgt nr. 681 (32637).

De heer Eerdmans (JA21):
Dank je wel.

De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. De heer Dassen krijgt nu het woord namens de fractie van Volt.

De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Dank ook aan de collega's. Ik zit ook in een ander debat, dus ik moest even op en neer rennen.

Ik heb één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Invest-NL een sleutelrol speelt in het financieren van duurzame en innovatieve projecten voor een toekomstbestendige economie;

overwegende dat een volwaardige nationale investeringsbank, inclusief de mogelijkheid voor het zelfstandig aantrekken van privaat kapitaal, de slagkracht van Invest-NL vergroot;

verzoekt de regering te verkennen hoe Invest-NL een bankvergunning verleend kan worden in opmaat naar een volwaardige nationale investeringsbank;

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dassen.

Zij krijgt nr. 682 (32637).

De heer Dassen (Volt):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Van Meetelen. Zij voert het woord namens de PVV-fractie.

Mevrouw Van Meetelen (PVV):
Dank u, voorzitter. We hebben een mooi debat gehad, waarin de PVV heeft aangegeven niet tegen non-bancaire financiering te zijn — integendeel — maar wel tegen abnormale woekerrentes; laat staan dat we bepaalde kredietverstrekkers via de FinancieringsGids door gaan sturen met een keurmerk dat ze niet zouden moeten hebben. Vandaar een motie hierover.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat steeds meer mkb-ondernemers aangewezen zijn op non-bancaire kredietverstrekkers voor financiering;

overwegende dat ondernemers erop moeten kunnen vertrouwen dat zij via de FinancieringsGids worden doorgestuurd naar betrouwbare kredietverstrekkers;

verzoekt de regering om in gesprek te gaan met de SMF, de Stichting MKB Financiering, om strengere criteria en controlemechanismen in te stellen voor keurmerken voor non-bancaire kredietverstrekkers, zodat ondernemers verzekerd zijn van eerlijke en transparante financiering,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Meetelen.

Zij krijgt nr. 683 (32637).

Een ogenblik. De heer Flach heeft een vraag aan u.

De heer Flach (SGP):
Dit is een interessante motie. Door de inleiding van mevrouw Van Meetelen begrijp ik wat erachter zit. Aan welke strengere criteria denkt mevrouw Van Meetelen dan? Gaat dat echt om bijvoorbeeld rentepercentages en dat soort zaken?

Mevrouw Van Meetelen (PVV):
Nou, ik heb ook nog een vraag aan de minister. Ik hoop dat ik de toezegging krijg om in ieder geval te laten onderzoeken of er een cap kan komen. Wat we in ieder geval niet moeten doen … Kijk, de mogelijkheid is er. Ik vind daar sowieso wat van. De PVV vindt er sowieso wat van dat we rentepercentages hebben die kunnen oplopen tot 60% per jaar. Dat vind ik echt abnormaal. Sowieso moeten de mensen niet willens en wetens worden doorgestuurd via de Financieringsgids, zodat zij denken dat ze bij een maatschappij terechtkomen waar dit niet het geval is. Laten we daar eens starten en dan verder kijken hoe we dit kunnen aanpakken. Als je bij de grootbank bent afgewezen, om wat voor reden dan ook, sta je vaak al met je rug tegen de muur. Mensen zijn daarin misschien niet goed genoeg onderlegd. Zij denken dat ze goed worden doorgestuurd en dan lopen ze gewoon in een soort renteval. Wij denken aan meer transparantie en duidelijkheid en geen opeenstapeling van rentes. Sinds het debat is mijn mailbox overstroomd. Ik heb allerlei heel duidelijke voorbeelden gekregen, met naam en toenaam, van mensen die dachten dat ze een juiste financiering hadden gekregen bij zo'n instelling. Bij nalaten van betaling kan het hele bedrag al na vijf dagen worden opgevraagd en er is een verhoging van 2,5%. Mensen komen er gewoon echt niet meer uit en zijn dan gedwongen om hun zaak en hun spullen te verkopen. Dus meer transparantie, meer duidelijkheid en strengere criteria. Op het moment dat ze bij de Financieringsgids terechtkomen, vind ik dat erop gemonitord moet worden hoe het verdergaat.

De voorzitter:
Helder. U was klaar met uw betoog?

Mevrouw Van Meetelen (PVV):
Ik had nog een vraag aan de minister. Ik hoop dat ik daar een toezegging op krijg. Kan hij onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor het instellen van een cap op rentetarieven voor mkb-financiering en welk percentage daarbij eventueel optimaal zou zijn? Wil hij de resultaten daarvan met de Kamer delen?

De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we door met mevrouw Inge van Dijk. Zij voert het woord namens de fractie van het CDA, het Christen-Democratisch Appèl. Gaat uw gang.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank je wel, voorzitter. Zowel in het debat over het mkb als in het debat over het verdienvermogen hebben wij gesproken over de positie van de middenbedrijven. Ik heb daar een motie over.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er terecht veel aandacht is voor het micro- en kleinbedrijf;

overwegende dat daarnaast middenbedrijven een cruciale factor zijn in de samenwerking in ecosystemen, met kennisinstellingen en grote en kleine ondernemingen;

overwegende dat doorgroei van klein- naar middenbedrijf beperkt is;

overwegende dat in wet- en regelgeving regelmatig grenzen gerelateerd aan de bedrijfsomvang zijn opgenomen waaronder of waarboven een ander regime geldt en dat deze mogelijk een groeibelemmering kunnen worden;

verzoekt de regering om bij de aanpak van regeldruk de beoordeling van impact van wet- en regelgeving op het mkb en de positie van middenbedrijven mee te nemen;

verzoekt de regering een inventarisatie te maken van de verschillende grenzen gerelateerd aan bedrijfsomvang in EZ-beleid en wet- en regelgeving gericht op de versterking van de toekomstbestendigheid van het mkb en de Kamer hierover te informeren, en antwoord te geven op de vraag of deze verschillende grenzen nuttig zijn of dat de afkadering eenduidiger moet worden ten behoeve van vereenvoudiging voor ondernemers en het wegnemen van groeibelemmeringen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 684 (32637).

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik had het ook heel graag bij SZW willen doen, maar ik begreep dat dat moeilijk was in verband met het andere ministerie. Ik zal 'm daar dus ook indienen.

De voorzitter:
Hartelijk dank. Tot slot in de termijn van de Kamer is het woord aan mevrouw Postma namens de fractie van Nieuw Sociaal Contract. Gaat uw gang.

Mevrouw Postma (NSC):
Dank, voorzitter. Ook dit debat neem ik even over van collega Idsinga, dus ik zal namens hem een motie indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Nederlands Comité voor Ondernemerschap heeft vastgesteld dat er een potentieel van 65 miljard euro aan extra toegevoegde waarde binnen het mkb gerealiseerd kan worden door verhoging van de arbeidsproductiviteit;

overwegende dat het comité hierbij vier programmalijnen heeft benoemd als noodzakelijke doorbraken: innovatie, digitalisering, vaardighedenontwikkeling en marktdynamiek;

overwegende dat er momenteel geen samenhangende aanpak bestaat om deze productiviteitsdoorbraak te realiseren;

verzoekt de regering om bij de uitwerking van de productiviteitsagenda expliciet aandacht te besteden aan de mogelijkheid om in samenwerking met het Nederlands Comité voor Ondernemerschap te komen tot een gestructureerde en toegankelijke aanpak voor productiviteitsverhoging, met aandacht voor verschillen tussen typen mkb-ondernemingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Postma en Idsinga.

Zij krijgt nr. 685 (32637).

Dank u wel. Dan gaan we even tien minuten schorsen. Daarna krijgen we antwoord van de minister en de appreciatie van veertien moties. We zijn geschorst.

De vergadering wordt van 11.25 uur tot 11.35 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. We zijn toe aan de termijn van de zijde van de regering in het tweeminutendebat Midden- en kleinbedrijf. Ik geef de minister van Economische Zaken het woord.

Minister Beljaarts:
Dank u wel, voorzitter. Ik begin met de appreciatie van de moties.

De motie op stuk nr. 672 van mevrouw Van Zanten kan ik oordeel Kamer geven. Dank daarvoor. We focussen eerst op de generieke regels die voor de mkb-indicatorbedrijven de bulk van de regelkosten beslaan. Dat heeft ook het meeste effect voor de ondernemers. Maar er zijn ook sectoren waarvoor specifieke verplichtingen het merendeel van de kosten veroorzaken. We gaan voor deze sectoren voor de zomer met de branches in gesprek en daarna met de departementen die verantwoordelijk zijn voor de regels. Daarover zullen we u ook voor de zomer informeren.

Dan de motie op stuk nr. 673. Dat was een spreekt-uitmotie. Dank daarvoor. Het was een duidelijke oproep.

De motie op stuk nr. 674 van de heer Flach moet ik ontraden, omdat de beslissing om de groeifaciliteit te beëindigen genomen is in de kabinetsbrede reactie op het ibo Bedrijfsfinanciering. De groeifaciliteit is per 1 januari reeds beëindigd. Continueren is dus niet mogelijk. Er zal dus een nieuwe regeling moeten worden opgesteld. Daarvoor is tevens de goedkeuring van de Europese Commissie voor staatssteun nodig. Ik deel de wens om deze middelen anders in te zetten. In de kabinetsreactie op het ibo is ook afgesproken dat het kabinet zal bezien hoe en wanneer deze middelen ingezet kunnen worden voor andere doeleinden, bijvoorbeeld voor de geïdentificeerde knelpunten voor kleine kredietverlening aan het mkb. Ik zie de heer Flach naar de microfoon lopen. Als ik de motie zo mag interpreteren dat ik ga trachten de middelen te herbestemmen, maar de regeling niet voortzet — die is immers al beëindigd — dan kan ik de motie uiteraard oordeel Kamer geven.

De heer Flach (SGP):
Dan moet ik nu incasseren wat haalbaar is. Ik zou de minister dan wel willen vragen om, als er in de toekomst nieuwe regelingen zijn, te kijken of die ook echt aansluiten bij de manier waarop het mkb zijn financiering vindt. Deze faciliteit is namelijk eigenlijk een beetje in schoonheid gestorven omdat die niet aansloot bij de manier waarop men op dit moment financiering aantrekt. Ik hoop dus echt dat de minister zich daar van harte voor wil inspannen, want de behoefte is nog steeds zeer groot.

Minister Beljaarts:
Dat neem ik zeker ter harte.

De voorzitter:
Dan is het oordeel op de motie op stuk nr. 674 oordeel Kamer geworden, omdat de interpretatie door de heer Flach wordt overgenomen.

Minister Beljaarts:
De motie op stuk nr. 675 van de heer Grinwis: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 676 van de heer White: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 677 is overbodig. Ik ondersteun het belang van deze motie. Dit is echter al staand beleid en daarmee is de motie overbodig.

De motie op stuk nr. 678 van de heer White moet ik ontraden omdat ik niet kan vooruitlopen op de voorjaarsbesluitvorming. Dat lijkt me dus helder.

De heer White (GroenLinks-PvdA):
Over de laatste motie over de winkelimpulsaanpak: ik loop niet vooruit op de Voorjaarsnota, maar ik ben toch wel heel erg benieuwd hoe de minister kijkt naar de winkelstraten en naar de impulsaanpak.

Minister Beljaarts:
Misschien is het goed om er iets dieper op in te gaan. Het verzoek om de voorjaarsbesluitvorming erbij te betrekken en ook de termijn maken dat ik 'm nu niet oordeel Kamer kan geven. Ik steun de oproep van de heer White en ik onderschrijf ook het belang van de impulsaanpak. Mocht het lid White ermee kunnen leven dat de termijn uit de motie gehaald wordt, dan kan ik 'm oordeel Kamer geven. Ik denk namelijk dat wij beiden de aanpak steunen en ook de gedachte daarachter. Het gaat me om de termijn en om het erbij betrekken van de voorjaarsbesluitvorming; daardoor kan ik 'm niet oordeel Kamer geven. We zijn het echter inhoudelijk eens.

De heer White (GroenLinks-PvdA):
Fijn om van de minister te horen dat we het inhoudelijk eens zijn, maar ik laat 'm wel staan.

De voorzitter:
Oké, dan blijft het oordeel ontraden. Dan gaan we door naar de motie op stuk nr. 679.

Minister Beljaarts:
Dan de motie op stuk nr. 679 van de heer Eerdmans en de heer Kisteman. Die moet ik ontraden, omdat dit primair de verantwoordelijkheid van mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid betreft. Ik kan het overigens wel toelichten. Alle werknemers van wie de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, hebben namelijk zoals bekend in beginsel recht op de transitievergoeding. Dat is onafhankelijk van de ontslaggrond. De transitievergoeding dient behalve als vergemakkelijking van de transitie van werk naar werk ook als compensatie voor het ontslag. Er is daarom ook geen grond voor het maken van een uitzondering op de verplichting om een transitievergoeding te betalen bij het ontslag na langdurige arbeidsongeschiktheid. Het stuit ook op juridische bezwaren, omdat het laten vervallen van de verplichting tot betaling van de transitievergoeding bij langdurig zieke werknemers zou kunnen leiden tot een verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte. Het signaal dat werkgevers afgeven, namelijk dat dit belemmerend werkt, is echter natuurlijk heel herkenbaar. Ik denk dat we het daarover eens zijn.

De heer Kisteman (VVD):
Dus als we een motie zouden indienen om alle transitievergoedingen af te schaffen, dan zou dat wel eerlijk zijn?

Minister Beljaarts:
Ik begrijp de vraag. Dan nog zou die vraag bij mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voorliggen. Ook dan zou ik er hier dus geen oordeel Kamer op kunnen geven, maar het maakt de discussie en het debat wel helderder als je zegt dat je de hele transitievergoeding ter sprake brengt. Dat geeft een gelijk speelveld en maakt het inderdaad overzichtelijker voor de juridisering.

De motie op stuk nr. 680 van de heer Eerdmans moet ik ontraden. We hebben het eerder gezegd: ook ik hoor veel ondernemers over die lange duur van de verplichte loonbetaling bij ziekte. Ik herken dus ook die zorgen. De verlenging van die loondoorbetaling bij ziekte van één naar twee jaar heeft wel flink bijgedragen aan het terugdringen van het aantal mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Het verkorten tot één jaar wordt door het CPB geraamd op een nettostijging van 2,1 miljard voor de totale uitgaven aan arbeidsongeschiktheid. Daarmee is de motie ongedekt en moet ik die helaas ontraden.

De volgende motie, die op stuk nr. 681, moet ik het oordeel "ontijdig" geven, omdat die het beleidsterrein betreft van mijn collega-minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en mijn collega-minister van AenM.

De voorzitter:
Wil de heer Eerdmans de motie aanhouden? Nee. Dan blijft het oordeel "ontijdig".

Minister Beljaarts:
De motie op stuk nr. 682 van de heer Dassen moet ik ontraden. Ik vind het een sympathieke gedachte om Invest-NL toegang te geven tot de kapitaalmarkt, waardoor het zelf privaat kapitaal kan aantrekken. Alleen, een bankvergunning is daar niet de juiste oplossing voor. Een bankvergunning is nodig om spaargelden aan te trekken om beleggingen mee te doen. Dat is voor Invest-NL niet geschikt, omdat je hiermee moet voldoen aan strenge eisen op het gebied van kapitaalvereisten, risicobeheer, klantidentificatie, antiwitwasmaatregelen en het naleven van de rapportageverplichting aan toezichthouders.

De motie op stuk nr. 683 van mevrouw Van Meetelen kan ik oordeel Kamer geven.

Ook de motie op stuk nr. 684 van mevrouw Van Dijk kan ik oordeel Kamer geven.

Ook de motie op stuk nr. 685 van mevrouw Postma kan ik oordeel Kamer geven.

Dan ben ik toegekomen aan de beantwoording van de vragen.

De voorzitter:
Ja, een paar vragen.

Minister Beljaarts:
Ik begin met de vraag van de heer Flach of ik wil toezeggen dat ik de Kamer elk kwartaal informeer over de behaalde regeldrukreductie. Dank voor deze actuele vraag. Ik kan dat wel doen, maar het heeft, denk ik, niet veel toegevoegde waarde om dat per kwartaal te doen, omdat bepaalde tranches een looptijd hebben van een halfjaar. Ik zou willen toezeggen om het per halfjaar te doen. Dan weten we zeker dat we wat substantie hebben in de rapportage. Dat is ook om te voorkomen dat we lege rapportages sturen.

De heer Grinwis vroeg om de toezegging om het wetsvoorstel over ondernemen met een maatschappelijke bv nog in september te consulteren. Het wetsvoorstel is al in een vergevorderd stadium, maar het is juridisch complexe materie. De afronding moet dus zorgvuldig gebeuren. Anders heeft de markt er niks aan. Bovendien raakt het voorstel aan de beleidsterreinen van verschillende collega's van mij. Denk aan het Burgerlijk Wetboek en mogelijk ook aan fiscaliteit. Daarom moeten ook de staatssecretaris Rechtsbescherming en de staatssecretaris Fiscaliteit akkoord zijn met de consultatie. Dat geldt ook voor de andere betrokken collega's. Als ik hun akkoord krijg, zal er uiteraard in september worden geconsulteerd.

Dan heb ik nog de vraag van mevrouw Van Meetelen om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor het instellen van een cap op de rentetarieven. Een cap ligt op het terrein van mijn collega-minister van Financiën. Een dergelijke maatregel is erg ingrijpend en zal sowieso op Europees niveau geregeld moeten worden. Daarom informeert de minister van Financiën momenteel of andere lidstaten signalen van hoge rentes hebben. Hij zal de Kamer hierover informeren.

Met uw goedvinden, voorzitter, heb ik nog een toevoeging op de motie op stuk nr. 685. Het is belangrijk — daarover hebben we het gehad met mevrouw Postma — dat ik de motie zo mag interpreteren dat ik de aanbeveling van het comité zal meenemen in de uitwerking van de productiviteitsagenda. Het is namelijk belangrijk dat we die consistentie behouden.

De voorzitter:
Mevrouw Postma knikt instemmend. Dank aan de minister en de leden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
We gaan over de ingediende moties aanstaande dinsdag, 15 april, stemmen. We schorsen een ogenblik en dan gaan we door met een ander onderwerp en een andere bewindspersoon. Dank aan de minister van Economische Zaken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.