Tweeminutendebat Nationale fiscaliteit (CD 26/3) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D16355, datum: 2025-04-10, bijgewerkt: 2025-04-11 09:27, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-04-10 12:10: Tweeminutendebat Nationale fiscaliteit (CD 26/3) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (š origineel)
Aan de orde is het tweeminutendebat Nationale fiscaliteit (CD d.d. 26/03).
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Nationale fiscaliteit met de andere
staatssecretaris van Financiƫn, die verantwoordelijk is voor de
fiscaliteit.
De eerste spreker is de heer Grinwis. Hij komt nu de zaal binnen. Hij
voert het woord namens de fractie van de ChristenUnie. Gaat uw gang.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. De ChristenUniefractie staat voor een bloeiende samenleving,
waarin mensen naar elkaar omzien en bijdragen aan het algemeen belang.
De samenleving tot bloei brengen is niet in de eerste plaats een taak
van de overheid, maar juist van de samenleving zelf. Door bijdragen aan
allerlei stichtingen en verenigingen zijn het burgers en ondernemers
zelf die kleur en medemenselijkheid geven aan onze maatschappij. Die
stichtingen en verenigingen moet je niet in de weg zitten, maar juist
koesteren en stimuleren. Daarom zal ik me altijd inzetten voor het
verminderen van regeldruk voor stichtingen en verenigingen, maar ook
voor fiscale instrumenten als de giftenaftrek voor goede doelen. Daarom
sta ik hier. Na verscheidene signalen uit het land merk ik een
zorgwekkend patroon op. In sommige gevallen wordt een anbistatus om
ogenschijnlijk onterechte redenen afgenomen of niet toegekend. Het is
niet gepast om hier op specifieke casussen in te gaan, maar ik roep de
regering met klem op om hier goed naar te kijken en maatregelen te
treffen. Daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de anbivoorwaarde "algemeen nut" bewust neutraal is
vormgegeven, omdat de overheid zich terughoudend moet opstellen over de
vraag of inspanningen van een anbistichting al dan niet bijdragen aan
het algemeen belang;
overwegende dat er signalen zijn dat anbistatussen zijn afgenomen of
niet toegekend, omdat op betwistbare gronden volgens de inspecteur niet
voldaan zou zijn aan de voorwaarden voor een anbi;
overwegende dat het kabinet momenteel inspanningen treft om de
anbiregeling te verbeteren;
verzoekt de regering de signalen te onderzoeken dat in sommige gevallen
sprake zou zijn van willekeur bij het niet toekennen of intrekken van
een anbistatus door de inspecteur, en maatregelen te treffen om
willekeur in dergelijke beschikkingen tegen te gaan;
verzoekt de regering tevens om bij de aanstaande verbetering van de
anbiregeling te bezien hoe bestuurders van anbistichtingen beter gewezen
kunnen worden op hun mogelijkheden tot bezwaar en beroep,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Inge van Dijk, Stoffer
en Vermeer.
Zij krijgt nr. 1487 (31066).
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar heer Stultiens namens de fractie
GroenLinks-Partij van de Arbeid.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik heb drie moties, dus ik ga gelijk van start. De
eerste motie gaat over structureel verlieslatende bedrijven.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit het rapport over structureel verlieslatende
bedrijven blijkt dat sommige verliezen samenhangen met ongewenste
fiscale constructies die weinig bijdragen aan de echte economie,
bijvoorbeeld bij dividenddoorstroomvennootschappen;
constaterende dat het rapport verschillende opties noemt om deze
constructies aan te pakken, waaronder het aanscherpen van
antimisbruikbepalingen;
verzoekt de regering om deze opties over te nemen, zodat ongewenste
constructies verder worden aangepakt en dit rapport niet in een la
belandt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Stultiens en Dijk.
Zij krijgt nr. 1488 (31066).
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Ik denk dat de heer Stultiens weet dat er nog een vervolgonderzoek loopt
om ook te kijken naar de commercieel-fiscale verschillen, die soms heel
goed verklaarbaar zijn. Daarmee moeten we niet meteen alle constructies
in het hoekje "verdacht", "misbruik" of wat dan ook duwen. Zou het niet
beter zijn om dat onderzoek eerst af te wachten, vraag ik aan de heer
Stultiens.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Ik snap de vraag. Het is waar dat er nog meer onderzoek moet komen.
Tegelijkertijd hebben we ook al best wat rapporten gehad de afgelopen
jaren, waaronder dit rapport. We hebben ook commissie-Ter Haar I en II
gehad. Er zijn al best wat misstanden geconstateerd. Ik deel met mevrouw
Van Eijk dat niet elke constructie gelijk ongewenst is. Daarom is het in
de motie ook geformuleerd als "ongewenste constructies". Er zijn
namelijk wel degelijk oplossingen, zoals het aanscherpen van
antimisbruikbepalingen, wat nu al zou moeten gebeuren wat mij
betreft.
De voorzitter:
De heer Stultiens vervolgt zijn betoog.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
De tweede motie gaat over een digitaledienstenbelasting.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat multinationale techbedrijven een sterke machtspositie
hebben en weinig tot geen belasting betalen in de EU;
constaterende dat er internationaal weinig voortgang wordt geboekt bij
Pijler 1 van het OESO-belastingakkoord;
verzoekt de regering om zelf een digitaledienstenbelasting voor te
bereiden, daarvoor te leren van andere landen die dit reeds hebben
ingevoerd en hierbij voor zover mogelijk met andere EU-landen
gezamenlijk op te trekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Stultiens, Dijk en
Vijlbrief.
Zij krijgt nr. 1489 (31066).
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
De laatste motie gaat over de aanpak van onwenselijke
belastingconstructies via miljardenstichtingen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er achttien familiestichtingen zijn die samen 18
miljard euro bezitten, geen anbistatus hebben, nauwelijks worden belast
en grotendeels zijn verbonden aan de allerrijkste families in
Nederland;
van mening dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten
dragen;
van mening dat het onwenselijk is als er oneigenlijk gebruik wordt
gemaakt van fiscale voordelen;
verzoekt de regering om voor alle onwenselijke belastingconstructies die
in het rapport worden genoemd, beleidsopties naar de Kamer te sturen om
deze constructies tegen te gaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Stultiens en Dijk.
Zij krijgt nr. 1490 (31066).
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Inge van Dijk. Zij voert
het woord namens de fractie van het CDA. Gaat uw gang.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank je, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat evaluaties zijn verschenen inzake fiscale regelingen
voor ondernemers en het verlaagde vennootschapsbelastingtarief;
overwegende dat de regelingen ruimte laten voor verbetering van
doeltreffendheid en doelmatigheid, maar dat de doelen van deze
regelingen voor het mkb nog altijd overeind staan, namelijk het
stimuleren van kapitaalinvesteringen, innovatie en werkgeverschap, en
het verzachten van het nadeel dat het mkb ondervindt ten opzichte van
grote bedrijven op het gebied van financiering, concurrentie en
regelgeving;
verzoekt de regering in samenspraak met (vertegenwoordigers van)
mkb-sectoren te onderzoeken hoe de doelen van de regelingen beter kunnen
worden bereikt, binnen of buiten de betreffende regelingen, en daarvoor
opties in kaart te brengen voor Prinsjesdag 2025,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Inge van Dijk, Vijlbrief en
Grinwis.
Zij krijgt nr. 1491 (31066).
Hartelijk dank. Dan gaan we nu luisteren naar de heer Stoffer, die het woord voert namens de fractie van de SGP. Gaat uw gang.
De heer Stoffer (SGP):
Voorzitter. EƩn vraag en twee moties. Tijdens het commissiedebat vroeg
ik wanneer er meer duidelijkheid komt over de uitwerking van het
BOR-amendement van de SGP. Dat gaat over de toepassing van de BOR voor
familiebedrijven, over de verwateringsregeling en over de familietoets.
Daarvoor is goedkeuring nodig van de Europese Commissie. De
staatssecretaris gaf aan erop terug te komen. Kan daar al een datum aan
geplakt worden en wanneer krijgen ondernemers duidelijkheid?
Dan de moties, voorzitter. De eerste luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de energiebelasting voor gezinnen de afgelopen jaren
flink is gestegen, behalve in 2025, toen de belasting is gedaald;
overwegende dat de energiebelasting te hoog is, zeker voor gezinnen met
lage- en middeninkomens, en dat een verdere daling daarom wenselijk
is;
overwegende dat voor gezinnen die relatief weinig energie verbruiken een
verhoging van de belastingvermindering relatief voordeliger is dan een
tariefsverlaging;
verzoekt de regering bij de Voorjaarsnota een voorstel te doen,
inclusief dekking, om de energiebelasting te verlagen, en daarbij
nadrukkelijk de optie van het verhogen van de belastingvermindering mee
te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Stoffer en Grinwis.
Zij krijgt nr. 1492 (31066).
De heer Stoffer (SGP):
De tweede motie luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de heffingskortingen de laatste jaren extreem zijn
verhoogd, waardoor bijvoorbeeld de arbeidskorting van ā¬803 in 2001 is
gestegen naar ā¬5.599 in 2025;
constaterende dat de Evaluatie Heffingskortingen en Tariefstructuur
concludeert dat hogere kortingen maar beperkt effect hebben op
bijvoorbeeld arbeidsparticipatie, en dat meerdere onderzoeken aantonen
dat de grenzen van de heffingskortingen zijn bereikt;
overwegende dat hogere kortingen vaak leiden tot een hogere marginale
druk en een ingewikkelder stelsel, terwijl lagere tarieven juist
tegengestelde effecten hebben;
verzoekt de regering, indien er in het Belastingplan 2026 ruimte is voor
lastenverlichting, de voorkeur te geven aan het verlagen van tarieven
boven het verhogen van heffingskortingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Stoffer en Grinwis.
Zij krijgt nr. 1493 (31066).
De heer Stoffer (SGP):
Dank u wel.
De voorzitter:
Een ogenblik. De heer Grinwis heeft een vraag aan u.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik vind dit zo'n mooie motie dat ik wil vragen of ik die mag
meetekenen.
De heer Stoffer (SGP):
Zeker. Allebei of deze motie?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Allebei!
De heer Stoffer (SGP):
Bij dezen, voorzitter. Graag. Als er nog meer zijn die dat willen: ik
sta daar open voor!
De voorzitter:
Nou, ik geloof dat dat nog niet gelukt is, maar wie weet op een later
moment.
We gaan tot slot in deze termijn van de Kamer luisteren naar de heer
Vijlbrief. Hij voert het woord namens de fractie van D66. Gaat uw
gang.
De heer Vijlbrief (D66):
Voorzitter. Deze motie ondersteunt dat jonge boeren toekomstbestendig
worden. U vraagt zich natuurlijk af wat dat doet in het tweeminutendebat
over fiscaliteit, maar dat zal allemaal duidelijk worden.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat jonge boeren het financieel gezien relatief vaak
lastig hebben;
constaterende dat deze jonge boeren tegelijkertijd met grote opgaven
geconfronteerd worden, bijvoorbeeld op het gebied van verduurzaming en
het toekomstbestendig maken van hun boerderij;
van mening dat deze jonge boeren cruciaal zijn voor een sterke en
toekomstbestendige landbouw in Nederland;
constaterende dat uit de evaluatie van de landbouwvrijstelling blijkt
dat er zeer waarschijnlijk andere vormgevingen van een regeling voor
boeren mogelijk zijn die hen beter helpen;
verzoekt de regering om budgetneutrale alternatieve regelingen voor een
landbouwvrijstelling uit te werken die jonge boeren op een doeltreffende
en efficiƫnte manier ondersteunen bij het verduurzamen en
toekomstbestendig maken van hun boerderij;
verzoekt de regering om de Kamer hierover voor het Belastingplan 2026 te
informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Vijlbrief en Podt.
Zij krijgt nr. 1494 (31066).
De heer Vijlbrief (D66):
Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dat was de termijn van de Kamer. De staatssecretaris kan
eigenlijk gelijk door, maar ik vind het wel belangrijk dat iedereen de
moties voor zich heeft, dus we wachten heel even op de printer, die nu
draait. Daarna kan de staatssecretaris beginnen. Hij staat te
popelen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
We kunnen het debat vervolgen. Iedereen heeft een setje van de ā hoeveel
waren het er? ā acht ingediende moties. Ik geef de staatssecretaris het
woord.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Voorzitter, dank u wel. Ik had volgens mij ƩƩn vraag gekregen. De heer
Stoffer vraagt: op welke termijn komt de staatssecretaris terug bij de
Kamer over het amendement over de BOR en de uitkomst van de gesprekken
met de Europese Commissie? Het eerste informeel overleg heeft zeer
recent plaatsgevonden. Mijn streven is om daar in mei bij u op terug te
komen.
Dan ga ik de moties doornemen. De motie op stuk nr. 1487 verzoekt de
regering om de signalen te onderzoeken dat er in sommige gevallen sprake
zou zijn van willekeur bij het niet toekennen of intrekken van een
anbistatus door de inspecteur en maatregelen te treffen om willekeur in
dergelijke beschikkingen tegen te gaan, en om tevens bij de aanstaande
verbetering van de anbiregeling te bezien hoe bestuurders van
anbistichtingen beter gewezen kunnen worden op hun mogelijkheden tot
bezwaar en beroep. Zoals gezegd komen deze signalen over willekeur bij
de inspecteur mij niet bekend voor, maar ik ben bereid om deze signalen
intern te laten analyseren. Om die reden kan ik de motie oordeel Kamer
geven.
De motie op stuk nr. 1488 van de heer Stultiens verzoekt om de
beleidsopties uit het rapport Structureel Verlieslatende Bedrijven over
te nemen, zodat ongewenste fiscale constructies worden aangepakt en dit
rapport niet zonder extra maatregelen in een la belandt. Ik nodig u uit
op mijn werkkamer; ik heb geen la in mijn bureau, dus dat scheelt. Ten
tweede kan ik zeggen dat het kabinet zich bij het aanpakken van
internationale belastingontwijking focust op een internationaal
gecoƶrdineerde aanpak. Dit is volgens ons de meest effectieve manier om
internationale belastingontwijking aan te pakken. Een Europese aanpak
heeft de voorkeur bij het aanpakken van doorstroomvennootschappen. Het
kabinet zet bij het aanpakken van misbruik van doorstroomvennootschappen
daarom vooral in op het EU-richtlijnvoorstel Unshell. Omdat dat onze
koers is, moet ik deze motie ontraden, maar volgens mij hebben we het
doel allebei scherp.
De motie op stuk nr. 1489, ook van de heer Stultiens, verzoekt om zelf
een digitaledienstenbelasting voor te bereiden en daarbij te leren van
andere landen die een dergelijke belasting hebben ingevoerd en om
hierbij voor zover mogelijk gezamenlijk op te trekken met andere
EU-landen. Nederland heeft zich altijd gecommitteerd aan de lopende
onderhandelingen over Pijler 1. Een digitaledienstenbelasting zou
eventueel op tafel kunnen komen als het niet lukt om tot mondiale
afspraken te komen. Er zijn een aantal technische, beleidsmatige en
geopolitieke overwegingen die gewogen moeten worden, inclusief een
weging van de invloed van Nederlandse belastingverdragen. Daarnaast
leidt een potentiƫle digitaledienstenbelasting waarschijnlijk tot
reacties uit de VS. We blijven ons inzetten voor een dialoog met onze
internationale partners, inclusief de EU en de VS. Ik ontraad op dit
moment het voorstel om zelf een digitaledienstenbelasting voor te
bereiden.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
De voorkeursroute is inderdaad om het samen met andere landen te doen.
Dat deel ik, maar hoelang blijven we daarop wachten? Dat is mijn grote
zorg. Ik krijg nu namelijk signalen van experts uit Europa die denken:
Pijler 1 gaat voorlopig niet vliegen. Dat denken ze ook naar aanleiding
van wat er gebeurt in Amerika. Daarom ben ik benieuwd wanneer de maat
vol is voor het kabinet.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Volgens mij leven we in een bijzonder turbulente omgeving wat dit
dossier betreft. Om even een parallel te trekken met de importtarieven:
die zijn ook dagkoersen; die gaan ook alle kanten op. Om die reden wil
ik op dit moment geen koers kiezen voor wat we gaan doen.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Betekent dit dat het kabinet, als er over een jaar nog steeds geen
voortgang geboekt is, nog steeds niet bereid is om deze belasting zelf
in te voeren?
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Als ik zeg "nu", dan zeg ik niet "over een jaar". Ik ben nu niet
voornemens om een dienstenbelasting voor Nederland voor te bereiden.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dan laten we 'm toch in stemming brengen.
De voorzitter:
Het oordeel is ontraden.
Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 1490.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Correct.
De motie op stuk nr. 1490 van de heer Stultiens en de heer Dijk verzoekt
de regering om voor alle belastingconstructies die in het rapport over
familiestichting beschreven zijn, beleidsopties naar de Kamer te sturen
om deze constructies tegen te gaan. Dit rapport staat volledig op mijn
radar. Ik heb de Kamer in het commissiedebat twee weken geleden een
aantal toezeggingen gedaan naar aanleiding van de uitkomsten van het
stichtingenonderzoek. Zo stuur ik uiterlijk dit najaar een uitgebreide
brief naar de Kamer over de belastingplicht van stichtingen, de
achtergrond en historie van de huidige fiscale behandeling van
stichtingen, de knelpunten en mogelijk alternatieve fiscale
behandelingen, waarbij met name naar de vpb-plicht wordt gekeken, met
alle voor- en nadelen die daarbij horen. Het duurt echt tot het najaar
voordat we daar een goed onderzoek en een goede brief over hebben. We
moeten, zoals ik in het commissiedebat twee weken geleden ook heb
aangegeven, voorkomen dat we als een olifant in de porseleinkast lopen
en dingen stukmaken die misschien niet stukgemaakt moeten worden. Ik
geef deze motie daarom oordeel Kamer, als ik 'm zo mag interpreteren dat
ik met mijn toezeggingen handel conform de strekking van de motie.
De voorzitter:
De heer Stultiens knikt instemmend.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dan de motie op stuk nr. 1491 van mevrouw Van Dijk. Die verzoekt de
regering in samenspraak met vertegenwoordigers van mkb-sectoren te
onderzoeken hoe de doelen van fiscale regelingen voor ondernemers en het
verlaagde vennootschapsbelastingtarief beter kunnen worden bereikt
binnen of buiten de betreffende regelingen, en daarvoor opties in kaart
te brengen voor Prinsjesdag 2025. Die kan ik oordeel Kamer geven als ik
de motie zo kan lezen dat het in kaart brengen van beleidsopties gebeurt
met het ambtelijk rapport Aanpak fiscale regelingen, waar op dit moment
hard aan gewerkt wordt. Dit ambtelijk rapport wordt dit voorjaar nog
gedeeld met uw Kamer.
De voorzitter:
Ja, kan dat? Ja, mevrouw Inge van Dijk knikt instemmend.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
De motie op stuk nr. 1492 verzoekt de regering bij de Voorjaarsnota een
voorstel te doen om de energiebelasting te verlagen en daarbij
nadrukkelijk de optie van het verhogen van de belastingvermindering mee
te nemen. Dit is een motie van de heer Stoffer en ā dat is ook expliciet
genoemd ā van de heer Grinwis. Het kabinet beziet de energierekening in
de bredere weging van de koopkrachtontwikkeling. Ik kan nu niet
vooruitlopen op de voorjaarsbesluitvorming. Om die reden moet ik de
motie ook ontraden.
Dan de motie op stuk nr. 1493. Die is ook van de heer Stoffer en ā
expliciet genoemd ā de heer Grinwis. Als er ruimte is voor
lastenverlichting in het Belastingplan 2026 zou de voorkeur gegeven
moeten worden aan het verlagen van tarieven boven het verhogen van
heffingskortingen. Het kabinet kijkt uiteraard in augustus op basis van
de CPB-ramingen naar de verwachte koopkrachtcijfers voor volgend jaar en
bepaalt dan of bijsturing wenselijk is. Als lastenverlichting wenselijk
is, wordt op dat moment bekeken welke vorm daarvoor het meest passend
is. Het kabinet vindt het niet raadzaam om vooruit te lopen op de
besluitvorming en om de keuze aan instrumenten voor lastenverlichting
bij voorbaat al te beperken. Op voorhand de helft van de knoppen
uitsluiten kan ik gewoon niet steunen. Als ik mag lezen dat de motie is
bedoeld om louter een voorkeur uit te spreken en niet om iets uit te
sluiten, dan kan ik 'm oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
De heer Stoffer knikt instemmend. O nee, hij steekt een duim op. En de
heer Grinwis ook. Er zijn twee duimen, dus de motie mag zo gelezen
worden en krijgt dan oordeel Kamer.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dan hebben wij het over de laatste motie, de motie op stuk nr. 1494, van
de heer Vijlbrief en mevrouw Podt. Kan de landbouwvrijstelling
budgetneutraal hervormd worden tot een alternatieve regeling die jonge
boeren ondersteunt bij het verduurzamen en bij het toekomstbestendig
maken van hun boerderij, en kan de Kamer hierover geĆÆnformeerd worden
voor het Belastingplan 2026? Het is in deze tijd niet makkelijk voor
jonge boeren, vooral als het gaat om het overnemen van een agrarisch
bedrijf. Het is daarom een mogelijkheid om alternatieve regelingen voor
de landbouwvrijstelling voor jonge boeren te onderzoeken en om dit mee
te wegen bij een besluit over de toekomst van jonge boeren. Ik zou een
dergelijk besluit overigens altijd alleen in overleg met de minister van
LVVN vormgeven. Met dat in het achterhoofd kan ik 'm zeker oordeel Kamer
geven.
De voorzitter:
Hartelijk dank aan de staatssecretaris en aan de leden.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We gaan stemmen op 15 april aanstaande over de ingediende moties. Dat is
volgende week dinsdag. We gaan nu schorsen tot 13.25 uur; dat is tevens
voor de lunch.