[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Wijziging van de Kieswet, houdende regels over taken van de Kiesraad met het oog op de bevordering van de kwaliteit van de uitvoering van het verkiezingsproces (Wet kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces) (36552) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D16366, datum: 2025-04-10, bijgewerkt: 2025-04-11 09:41, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de orde is de behandeling van:

  • het wetsvoorstel Wijziging van de Kieswet, houdende regels over taken van de Kiesraad met het oog op de bevordering van de kwaliteit van de uitvoering van het verkiezingsproces (Wet kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces) (36552).

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de behandeling van een wetsvoorstel, de Wet kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces. Ik heet de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de leden in de zaal, de mensen op de tribune en iedereen die dit debat op afstand volgt van harte welkom. We gaan het debat voeren in twee termijnen. Er gaan vier leden spreken, waarvan twee ook een maidenspeech houden. We gaan na iedere maidenspeech schorsen. Zoals gebruikelijk bij een maidenspeech, dient er niet geïnterrumpeerd te worden tijdens de toespraak.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:
Als eerste geef ik het woord aan de heer Van Waveren, die ook zijn maidenspeech gaat houden, namens de fractie van Nieuw Sociaal Contract.

De heer Van Waveren (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Weet u nog wat u deed op 4 maart 1998? Ik wel. Ik was toen 18 jaar en 1 dag oud en bracht voor het eerst mijn stem uit, bij de gemeenteraadsverkiezingen in Eindhoven; een bijzonder moment. In 2004 — ik was toen inmiddels student planologie in Utrecht — was ik voor het eerst lid van een stembureau, tijdens de verkiezingen voor het Europees Parlement. We gebruikten stemcomputers. Met een druk op de knop was om 21.15 uur de uitslag bekend. Het laat maar zien hoe verkiezingen kunnen veranderen.

Op 10 oktober 2007 werd in Utrecht gestemd in het burgemeestersreferendum. Met een opkomst van maar liefst 9% was het niet bepaald een stemming waar veel vertrouwen van de inwoners uit sprak. Het was een halfbakken experiment, dat afbreuk deed aan de relatie tussen kiezer en gekozene. Het laat maar zien hoe verkiezingen kunnen verschillen.

In 2010 stond ik voor het eerst zelf op een kieslijst, voor de gemeenteraadsverkiezingen in Utrecht. Met de hakken over de sloot kwam ik in de raad, met dank, moet ik erbij zeggen, aan de stemmen op de ChristenUnielijst van collega Mirjam Bikker, met wie het CDA toen een lijstverbinding had. Zonder dat stukje van de Kieswet, dat inmiddels verdwenen is, was mijn politieke loopbaan wellicht nooit van de grond gekomen. Het laat maar zien hoe de spelregels voor verkiezingen door de tijd veranderen en hoeveel dat kan uitmaken.

Vanaf 2020 was ik gemeentesecretaris in Laren. Samen met burgemeester Nanning Mol maakten we bij alle verkiezingen een rondje langs de stembureaus om te kijken hoe het ging en om vrijwilligers te bedanken. In 2021 moest het hele verkiezingsproces aangepast worden om te voldoen aan de coronamaatregelen. Andere en grotere locaties, briefstemmen en extra stemdagen: dat alles op grond van een tijdelijke wijziging van de Kieswet. Het laat maar zien hoe snel en doelgericht we in Nederland kunnen vernieuwen als de druk er maar op zit. Het is extra bijzonder, zeg ik er graag bij, om op die bijzondere coronaperiode namens de Kamer terug te mogen blikken met de parlementaire enquêtecommissie, die ik inmiddels zo'n beetje vaker zie dan mijn eigen fractie. Ik hoor de heer De Kort lachen; die heeft hetzelfde.

Voorzitter. Vanavond gaan we het hebben over de Kieswet. Er zijn weinig wetten zo fundamenteel voor onze democratie en ons staatsbestel. Verkiezingen, die door deze wet geregeld worden, zijn immers het hele concrete moment waarop Nederlanders het bestuur van hun gemeente, provincie of land in handen leggen van gekozen vertegenwoordigers. Zij spreken hun vertrouwen uit in kandidaten, die vier jaar lang de overheid mogen aansturen. Zonder dat vertrouwen werkt onze samenleving, ons landbestuur niet. Vandaag richten we ons op een beperkte aanpassing van de Kieswet. De Kieswet is, zo blijkt uit mijn inleiding, absoluut geen statische wet. Er is niet één manier van verkiezingen organiseren. De wet is niet neutraal. Als Nieuw Sociaal Contract zien we dat een ander kiesstelsel een belangrijke bijdrage kan leveren aan het versterken van de band tussen kiezers en Kamerleden, het vertrouwen tussen het land en Den Haag. Daar is de minister hard mee aan de slag. Ik hoop dat we daar snel in deze Kamer over kunnen debatteren. Ik zie daarnaar uit.

Daarmee wil ik niet zeggen dat de Kieswet de enige grondslag voor het vertrouwen in de overheid is. Absoluut niet. Een overheid die problemen oplost en echt levert, is minstens zo belangrijk, net als een bestuur dat echt openbaar is, zodat mensen begrijpen hoe besluiten genomen worden en waarom besluiten genomen worden. Dat is namelijk de belofte van Nieuw Sociaal Contract. Dat hebben we onze kiezers beloofd: dat we echte problemen sneller op de agenda van de Kamer zetten en concrete en uitvoerbare oplossingen bieden. Dat kan ook. Ik ben ervan overtuigd dat onze overheid beter kan, namelijk door de uitvoering centraal te zetten, door transparant te zijn over besluitvorming en door de verbinding tussen kiezers en Kamer te versterken.

Maar vandaag dus eerst de Kieswet. Die gaan we met dit voorstel een klein beetje verbeteren, en dat is mooi. Mijn fractie is daar blij mee, want de uitvoering van verkiezingen is een complexe operatie, waarbij er weinig ruimte is voor fouten. Een betrouwbaar verkiezingsproces is onmisbaar. We zien in het buitenland waartoe het kan leiden als het proces afgebroken wordt of ondermijnd wordt door kandidaten of partijen. Daarom ben ik blij met de extra rol voor de Kiesraad in het ondersteunen van de uitvoering, het bieden van richtlijnen en het adviseren over de inrichting van het verkiezingsproces.

Voorzitter. Toch heb ik twee punten waarvoor ik graag nog de aandacht van de minister vraag. In de eerste plaats is dat de functiescheiding binnen de Kiesraad. Naar aanleiding van vragen in het verslag heeft de minister de wet al aangepast. Toch blijft het een zorg dat die taken kunnen schuren. Ik heb enkele vragen daarover. Wat verwacht de minister dat de Kiesraad op het gebied van functiescheiding nog nader regelt in het bestuursreglement? Kan de minister aangeven hoe zij het bestuursreglement op dit punt gaat beoordelen in het kader van de wettelijke bepaling over een goede taakuitoefening van de Kiesraad? Kan de minister ook aangeven hoe ze de komende jaren in de praktijk gaat toetsen hoe dit uitwerkt?

Voorzitter. In de nota naar aanleiding van het verslag viel ons een zinnetje op. Op pagina 4 schrijft de minister: "De regering acht het van belang dat functievermenging wordt voorkomen. De Raad van State heeft daar in zijn advies ook op gewezen." Helaas konden wij in het advies van de Raad van State zelf niet terugvinden dat daarop wordt gewezen. Dat is jammer, want het leek ons een mooie opsteker dat de Raad van State kritisch kijkt naar functievermenging, gezien de noodzaak om dat ook in eigen huis te regelen. Was deze zin dan wensdenken van het ministerie of heb ik ergens iets over het hoofd gezien? Ik hoor het graag.

Voorzitter. De tweede vraag richt zich op de procesaanwijzingen die de Kiesraad kan geven en aan een stembureau kan opdragen. De wijze waarop dat kan gebeuren, is in de wet en de memorie van toelichting duidelijk weergegeven, net als de manier waarop de Kiesraad informatie kan opvragen. Minder duidelijk is op dit moment wanneer de Kiesraad daartoe overgaat. Ik kan me voorstellen dat de nieuwe bevoegdheden ook zullen leiden tot meer klachten of meldingen bij de Kiesraad. Voorziet de minister dit ook en, zo nee, waarom niet? Kan de minister uitleggen hoe dit in de praktijk moet gaan werken? Wie hebben er toegang tot de Kiesraad en onder welke voorwaarden? Of wordt er alleen ingegrepen bij eigen waarneming door de Kiesraad? Of maakt de Kiesraad op grond van de aangepaste wet straks de afweging om informatie op te vragen of tot een procesaanwijzing te komen? Hoe voorkomen we een onnodige extra verantwoordingslast voor gemeenten?

Voorzitter. Daarmee kom ik aan het einde van mijn eerste plenaire bijdrage in deze Kamer. Ik vind het bijzonder dat die over zo'n mooi onderwerp als verkiezingen en de Kieswet kon gaan. Ik hoop daar de komende jaren nog regelmatig in deze zaal over te debatteren met de collega's.

De voorzitter:
Dank u wel.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Van harte gefeliciteerd met uw maidenspeech. Inderdaad, wat is er mooier dan als Kamerlid in je maidenspeech over verkiezingen te mogen spreken? Van harte gefeliciteerd. Veel succes. Als u even voor mij gaat staan, dan krijgt u bloemen en wordt u gefeliciteerd door de collega's. We zijn even geschorst.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen het debat over de Wet kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces. Het woord is aan mevrouw Kathmann en zij voert dat namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.

Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. We bespreken vandaag een wetsvoorstel waarin geregeld wordt dat de Kiesraad een aantal nieuwe bevoegdheden krijgt die nu nog grotendeels bij het ministerie van BZK liggen. Het is op zichzelf geen ingrijpend wetsvoorstel en politiek gezien is er geen groot meningsverschil over. Dat blijkt ook uit het beperkte aantal deelnemers aan dit debat. En toch is het goed dat we deze wet vandaag in een kort debat met de minister bespreken.

Over de inhoud van de wet hebben we nog een paar vragen. Daar kom ik zo op. Eerst wil ik twee meer overkoepelende punten aan de orde stellen. Allereerst: het gehele verkiezingsproces. Als we het over verkiezingen hebben, spreken we niet alleen over de dag waarop daadwerkelijk wordt gestemd en het vaststellen van de verkiezingsuitslag. Uiteraard is het voor een goed functionerende democratie van cruciaal belang dat dit op een integere, correcte en vertrouwenwekkende manier gebeurt. We mogen ons in Nederland ook gelukkig prijzen met een goed functionerend verkiezingsproces. De Kiesraad, het ministerie van BZK, gemeenten en waterschappen organiseren de verkiezingen doorgaans uitstekend. Zij kunnen dat natuurlijk niet zonder al die vele vrijwilligers die op de stembureaus aanwezig zijn en na afloop de stemmen tellen.

Onze zorg betreft meer de fase voorafgaand aan de dag van de verkiezingen. De tijden zijn namelijk veranderd. We moeten rekening houden met nieuwe bedreigingen van ons verkiezingsproces. Onze democratie staat onder druk door beïnvloeding, zowel in het fysieke als in het digitale domein. Voor een op de acht Nederlanders zijn sociale media de voornaamste nieuwsbron. In het bijzonder jongeren, die misschien wel voor het eerst stemmen, halen hun nieuws van het internet. Drie op de tien jongeren halen hun nieuws van het internet. We kunnen ervan uitgaan dat de aandacht van statelijke actoren zoals Rusland op ons gevestigd wordt. Nu de Verenigde Staten geen operaties meer op Rusland richten, heeft het de handen vrij om zich met Europa te bemoeien. Dat gebeurt via onlineplatforms. Zulke ontwrichting via sociale media is allang niet meer abstract, maar een keiharde realiteit in dit tijdsgewricht. Voor een land dat pal achter Oekraïne staat, is de kans daarop zelfs nog groter. Denk ook aan Duitsland.

De Russen staan niet in onze voortuin, maar het leger aan internetbots is eigenlijk nu al volop bezig om het maatschappelijke debat online te vervuilen. Op platforms zoals X wordt het tijdens de verkiezingen uitkramen van verifieerbare onzin over politici en partijen gewoon gemeengoed. Het is schieten met losse flodders, maar met elk berichtje groeit de twijfel over de integriteit van politici. En dat beschadigt de democratie. Kijk ook naar het Belgische onderzoek, waarin een journalist een pro-Russisch netwerk had geïnfiltreerd dat kwetsbare jongeren betaalt om gegevens voor journalisten te verzamelen en "Fuck NATO"-stickers op drukke plekken op te plakken.

Wat ook tegen Europa werkt, is de afhankelijkheid van de Amerikaanse big tech. Het publieke debat ligt in de handen van techmiljardairs die nog liever raketten bouwen om van de aarde te vluchten dan dat zij opkomen voor onze democratie. En dat maakt ons extra kwetsbaar. We hoeven niet te rekenen op hulp vanuit big tech. Het is aan de politiek om beïnvloeding aan te pakken zonder door te schieten in censuur, want de vrijheid van meningsuiting is een groot goed.

GroenLinks-Partij van de Arbeid stelt daarom voor om te kijken of de verkiezingsautoriteit als onafhankelijk orgaan op afstand van de politiek de risico's op beïnvloeding en inmenging kan monitoren, niet om onzin offline te halen, maar wel om nog voordat het verkiezingsproces formeel wordt ingezet, de structurele risico's van een zuivere campagne in kaart te brengen. Dat kan bijvoorbeeld door een vergelijkend onderzoek te doen met andere Europese landen waarin recent verkiezingen plaatsvonden. Ziet de minister zo'n rol voor de verkiezingsautoriteit voor zich? Is de minister bereid om te verkennen of de verkiezingsautoriteit is uit te breiden met een adviserende tak die bevoegd is om een risicoanalyse te maken van de randvoorwaarden van een zuiver verkiezingsproces en een campagne die vrij en veilig plaatsvindt, en om hier in het verkiezingsproces toezicht op te houden?

Voorzitter. Een ander punt van zorg betreft de financiële kant van de verkiezingen voor de gemeenten. Gemeenten krijgen budget voor het organiseren van verkiezingen. Zij stellen echter dat die middelen op dit moment ontoereikend zijn, niet alleen doordat er in de afgelopen jaren vaker verkiezingen waren dan waarmee rekening is gehouden bij de financiële berekening, maar ook doordat onduidelijkheid bestaat over de precieze kosten van verkiezingen. Het laatste onderzoek naar de werkelijke kosten van verkiezingen dateert uit 2012. Toen kostten de Tweede Kamerverkiezingen in totaal circa 42 miljoen euro. Deze kosten zullen nu ongetwijfeld hoger liggen. In de memorie van toelichting van dit wetsvoorstel staat dat er alleen gesprekken met de Kiesraad en de gemeenten plaatsvinden als er substantiële gevolgen voor de uitvoering zijn. De vraag die gemeenten, wat mijn fractie betreft terecht, opwerpen, is: wanneer is er precies sprake van substantiële kosten? Wat zijn de extra kosten die dit wetsvoorstel voor gemeenten met zich meebrengt? En zijn deze kosten dus volgens de regering niet substantieel? Graag hierop een reactie van de minister.

En hoe staat het precies met het nieuwe onderzoek naar de actuele, werkelijke kosten van de organisatie van verkiezingen? In de schriftelijke beantwoording stond dat begin 2025 de uitkomsten van het onderzoek met de Kamer worden gedeeld. Wanneer kunnen we dit onderzoek verwachten? Zeker nu gemeenten vanaf volgend jaar fors minder geld via het Gemeentefonds zullen krijgen, is deze zorg alleen maar urgenter. Graag dus een reactie van de minister op deze zorgen.

Voorzitter. Dan nog enkele kleine puntjes over de wet. De Kiesraad krijgt met deze wet de bevoegdheid om waarnemingen uit te voeren. In de schriftelijke ronde hebben we hier vragen over gesteld. Graag zouden we hierover nog wat meer van de minister horen. Op basis waarvan wordt straks precies besloten waar wel en niet waarneming zal plaatsvinden? En hoe weten we zeker dat de Kiesraad voldoende capaciteit en middelen heeft om de benodigde waarnemingen te verrichten?

Een andere vraag die mijn fractie nog heeft, gaat over de procesaanwijzingen die de Kiesraad aan stembureaus kan geven. In de memorie schrijft de regering: "De Kiesraad treedt vanuit zijn nieuwe rol met deskundigheid en gezag op." Dat is natuurlijk goed, en mijn fractie steunt deze nieuwe bevoegdheid. De vraag is echter wel hoe dit in de praktijk precies gaat werken. Er wordt in de memorie van toelichting ook een afbakening geformuleerd voor wanneer er geen procesaanwijzingen kunnen worden gegeven door de Kiesraad. Kan de minister in enkele heldere voorbeelden schetsen hoe en wanneer er procesaanwijzingen worden gegeven? Hoe groot acht zij de kans dat dit soort aanwijzingen daadwerkelijk zullen plaatsvinden als de Kiesraad begrijpelijkerwijs slechts op een beperkt aantal stembureaus aanwezig kan zijn? Ik kijk uit naar de beantwoording.

En last but not least: meneer Van Waveren, van harte gefeliciteerd met uw prachtige maidenspeech. Ik kijk uit naar onze verdere samenwerking.

De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw inbreng. Dan gaan we nu luisteren naar de heer Bikkers, die namens de VVD-fractie ook zijn maidenspeech gaat uitspreken. Ik wens hem daar veel succes bij.

De heer Bikkers (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Het is een grote eer dat ik hier mag staan. Precies één jaar, vier maanden en vijf dagen na de verkiezingen werd ik twee weken geleden hier in deze zaal lid van de Tweede Kamer. Vandaag mag ik met u spreken over de Wet kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces.

Het goed verlopen van het proces van verkiezingen is een van de fundamenten van onze democratie. Het verhoogt het vertrouwen in de democratie, de stabiliteit en de eerlijke vertegenwoordiging. Als 22-jarige student maakte ik mijn eerste verkiezingen mee als kandidaat voor de gemeenteraadsverkiezingen in Delft. Later mocht ik ook tweemaal kandidaat zijn in Vlaardingen. In 2021 was ik kandidaat voor uw Kamer, in 2023 voor de verkiezing van de Provinciale Staten in Zuid-Holland en in datzelfde jaar opnieuw voor deze Tweede Kamer. Vijf keer mocht ik actief en van zeer dichtbij meemaken hoe belangrijk het is dat verkiezingen goed verlopen.

Voorzitter. Als klein jongetje wilde ik architect worden. Ik groeide op in het Brabantse Bergen op Zoom, in een gezin dat in de ogen van dat kleine jongetje stabiel was. Ik herinner mij hoe ik in de ochtend voordat ik naar school ging, in de achtertuin een appel plukte. Na school zat mijn moeder elke dag met een kop thee en koekjes klaar om met mij de dag door te nemen. Mijn vader werkte hard als arts en was weinig thuis. En hoewel ik wist dat hij door dat harde werken levens redde en wij hierdoor niks tekort leken te komen, heb ik op latere leeftijd ingezien dat aandacht voor elkaar en tijd samen doorbrengen minstens zo belangrijk zijn. Op het sterfbed van mijn vader, vier jaar geleden, keken wij dan ook samen terug, en zag ik pas echt hoe trots hij op me was. We keken ook vooruit. Wat zou hij trots zijn als hij mij vandaag hier zou zien spreken!

Voorzitter. Mijn eerste echte kennismaking met de politiek, of eigenlijk het uitwisselen van argumenten in een bevlogen debat, had ik als 16-jarige scholier in Het Lagerhuis. Aangemoedigd door mijn maatschappijleerdocent mevrouw Salm ging ik onder leiding van Paul Witteman in debat over zeer uiteenlopende thema's, van euthanasie tot armoede, van polarisatie tot het kiesstelsel. Ik leerde daar hoe ideeënstrijd mijn blik op de wereld verbreedde, hoe belangrijk het is om echt naar elkaar te luisteren, en dat als je hard schreeuwt, je misschien de meeste aandacht krijgt, maar als je echt luistert, je het meest gedaan krijgt.

Voorzitter. Toen ik eindexamen deed, kwam ik erachter dat het stabiele gezin waarin ik opgroeide minder stabiel was dan ik dacht. Mijn ouders gingen uit elkaar en dat had een grote impact op mij als 18-jarige jongen. Desondanks startte ik later, een jaar later dan gewenst, de studie bouwkunde in Delft. De droom die ik had om door de fysieke ruimte heen te lopen, mijn vingerafdrukken achter te laten en trots te zijn op dat wat ik had neergezet, bleef ik najagen. Ik realiseerde me echter heel snel dat ik nooit een grote architect zou worden. Ik stapte over naar de studie integrale veiligheid en daarna bestuurskunde. In mijn studententijd — ik refereerde al aan de verkiezingen van 2018 — werd ik raadslid in Delft. Tegen het einde van mijn laatste studie werd onze zoon Daan geboren. Later volgden mijn dochter Jet en onze jongste zoon Sam. Met mijn jeugd in het achterhoofd realiseerde ik mij dat het als vader goed is om niet alleen trots te zijn op je kinderen, maar hen dat ook echt te laten voelen.

Voorzitter. Wat je geeft, krijg je ook terug. Wat straalden zij toen ik hier twee weken geleden, hier voor mij, beëdigd werd. Ik weet zeker — ze zitten voor de tv — dat mijn jongste zoon, Sam, aan het einde van mijn verhaal een staande ovatie zal geven op de bank.

Voorzitter. Na mijn studie mocht ik vanuit een adviesbureau zeven jaar verschillende ministeries adviseren op het gebied van nationale veiligheid en crisisbeheersing. In die tijd heb ik gezien hoe belangrijk veiligheid voor onze vrijheid is en hoe noodzakelijk het is om te blijven werken aan een veilig Nederland. Na zeven jaar als adviseur had ik de eer om zeven jaar wethouder te zijn in Vlaardingen en mijn steentje bij te dragen aan de groei en bloei van dé haringstad. Waar architecten tekenden, mocht ik besturen. De droom die ik als klein jongetje had, maakte ik waar, zij het vanuit een andere rol. Ik liet mijn vingerafdrukken achter. Ik weet zeker dat ik, als ik later groot ben en door Vlaardingen loop, zal zien dat mijn inzet niet voor niks is geweest.

Voorzitter. Terug naar de dag van vandaag. Vanuit dit huis mag ik vanaf nu mijn steentje bijdragen aan Nederland. Een grote verantwoordelijkheid, maar eentje die ik deel met de 149 leden van uw Kamer. We spreken vandaag over de kwaliteitsbevordering van het proces rondom verkiezingen, iets wat misschien klein lijkt in vergelijking met de grote uitdagingen waar we voor staan, maar cruciaal is. Verkiezingen spelen namelijk een belangrijke rol in de betrokkenheid die onze inwoners voelen ten aanzien van hun politieke vertegenwoordigers. Een goed functionerende democratie laat zien dat een land stabiel, eerlijk en vooruitstrevend is. Maar dit alles is geen vanzelfsprekendheid. Als wij in dit huis niet waarmaken wat we beloven, slaat het om in teleurstellingen. Het is aan ons om te doen wat we zeggen.

Het voorliggende voorstel richt zich op het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van het proces en de ondersteuning van gemeentes bij het uitvoeren van hun taken voorafgaand aan, tijdens en na de verkiezingen. Kiezers moeten er vertrouwen in hebben dat verkiezingen zorgvuldig verlopen. Het is van belang dat een onafhankelijke organisatie de verkiezingen begeleidt en daar toezicht op houdt. De VVD vindt het dan ook goed dat we via deze wet ervoor zorgen dat de Kiesraad een zwaardere rol krijgt in het proces.

Voorzitter. De uitvoering van verkiezingen is door regels waar gemeenten zich aan moeten houden, steeds complexer geworden. De VVD ziet voor de Kiesraad een belangrijke rol weggelegd om ons te adviseren over de uitvoerbaarheid van de regels voor gemeentes die wij in dit huis bedenken. Het is aan ons om scherp te blijven op de adviezen die de Kiesraad geeft om de uitvoerbaarheid te waarborgen. Ook wil ik, overigens net als de heer Van Waveren, aandacht vragen voor de functiescheiding binnen de Kiesraad. Voorkomen moet worden dat dezelfde afdeling van de Kiesraad die gaat adviseren over de organisatie van de verkiezingen, achteraf ook gaat rapporteren over het verloop van die verkiezingen. De Kiesraad krijgt er immers belangrijke taken en bevoegdheden bij. De verschillende rollen moeten niet met elkaar vermengd worden. Transparantie vanuit de Kiesraad zelf is daarbij belangrijk. Graag een reflectie van de minister hierop.

Verder wil de VVD aandacht vragen voor de termijn waarop dit voorstel kan ingaan. De Kiesraad moet voldoende tijd en ruimte krijgen om zich op zijn nieuwe taken voor te bereiden voordat hij die rol volledig op zich neemt. De ondersteuning die nu vanuit het ministerie aan gemeentes geleverd wordt, mag niet tussen wal en schip vallen in het proces daarnaartoe. Graag ook daarop een reflectie van de minister.

Voorzitter. Ik kijk uit naar de bevlogen debatten die ik in deze Kamer mag gaan voeren. Laten we naar elkaar luisteren, ieders argumenten onze blik doen verbreden en onze kiezers trots op ons laten zijn.

Dank u wel.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Van harte gefeliciteerd met uw persoonlijke maidenspeech. Ik denk dat uw kinderen vast heel trots op u zullen zijn. Ik hoop ook dat u, naast het Kamerlidmaatschap, voldoende kwaliteitstijd weet te vinden om met hen door te brengen.

Als u voor mij gaat staan, krijgt u bloemen en wordt u gefeliciteerd door de collega's.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen het debat. We gaan verder met de behandeling van de Wet kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces. We zijn toe aan de laatste spreker in de eerste termijn van de Kamer. Dat is de heer Deen, namens de fractie van de PVV.

De heer Deen (PVV):
Dank u, voorzitter. Allereerst uiteraard mijn felicitaties aan de heer Bikkers van de VVD en de heer Van Waveren van NSC voor hun mooie maidenspeech.

Voor het vertrouwen in de democratie is het essentieel dat verkiezingen goed, transparant en eerlijk verlopen. Dat hebben we in Nederland gelukkig goed geregeld, maar dat wil niet zeggen dat er nooit ruimte zou zijn voor verbetering. Er staat dan ook een aantal wetsvoorstellen op stapel die dit doel beogen.

Het vandaag voorliggende wetsvoorstel is daar een onderdeel van en regelt de kwaliteitsbevordering van het verkiezingsproces. Het voornaamste doel hiervan is om met een integer en kwalitatief goed verkiezingsproces ervoor te zorgen dat iedereen de uitslag van verkiezingen kan vertrouwen. Betrouwbaar en onafhankelijk toezicht op dat proces is wat mij betreft van groot belang.

Het betreft daarmee ook de tweede fase van de transitie van de Kiesraad naar een kiesautoriteit. De al eerder als hamerstuk aangenomen eerste fase behelst de taakuitbreiding van de Kiesraad omtrent het beheer van de uitslagprogrammatuur. Wat ons betreft had ook deze tweede fase een hamerstuk mogen zijn.

Wij zien namelijk ook een belangrijke instruerende, beoordelende en ondersteunende rol voor de Kiesraad in het verkiezingsproces en stemmen in met de bijbehorende uitbreiding van taken en bevoegdheden. Wat ons betreft komt dit wetsvoorstel voldoende tegemoet aan dit doel. Tevens voldoet het aan de gemaakte afspraken hieromtrent in het hoofdlijnenakkoord. Wij zullen dan ook instemmen met de voorliggende wetswijziging.

Dank u wel.

De voorzitter:
U heeft nog een interruptie van mevrouw Kathmann.

Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Ik wil nog wel even het volgende aan de heer Deen vragen. Ik ben het met hem eens: het is gewoon heel fijn dat deze wet er ligt en iedereen is het erover eens dat het een goede wet is. Maar toch hebben we nu nog de kans om misschien een kleine uitbreiding te doen. Ik vraag me af hoe de heer Deen daartegenover staat. Het gaat erom te bekijken of we die verkiezingsautoriteit een extra taak kunnen geven, namelijk monitoren op de risico's van beïnvloeding en inmenging.

De heer Deen (PVV):
Dat is op zich ook iets wat ik met u deel, hoor, mevrouw Kathmann. het is natuurlijk ook al aan de orde gekomen in het commissiedebat over digitale inmenging en desinformatie, zeg ik uit mijn hoofd. Ik zie dat probleem ook wel degelijk. U heeft de vraag zojuist eigenlijk min of meer ook aan deze minister gesteld. Ik ben benieuwd naar het antwoord daarop. Wellicht komt u met een motie of amendement hierover. Dan gaan wij daar uiteraard zorgvuldig naar kijken, zou ik willen zeggen.

De voorzitter:
Nogmaals dank voor uw inbreng. Dat was de eerste termijn van de Kamer. Ik stel voor dat we tot 20.40 uur schorsen en dan krijgen we het antwoord van de minister in haar eerste termijn.

De vergadering wordt van 20.29 uur tot 20.40 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van de Wet kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces. We zijn toe aan de eerste termijn van de zijde van de regering. Ik geef het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Minister Uitermark:
Dank u wel, voorzitter. Allereerst wil ik graag de leden de heer Van Waveren en de heer Bikkers van harte feliciteren met dit belangrijke moment en hun mooie maidenspeeches. Dank voor uw persoonlijke woorden. Mooi om te horen dat lid Bikkers als kandidaat verkiezingen voor verschillende organen heeft meegemaakt en zo doordrongen is van het belang van een kwalitatief hoogstaand verkiezingsproces. Ik deel dat van harte, net als overigens zijn opmerkingen over het belang van echt luisteren en het belang van echt aandacht hebben voor elkaar. Net als het lid Van Waveren onderschrijf ik het fundamentele belang van de Kieswet voor de democratie en het staatsbestel en ook hoe belangrijk en onmisbaar een betrouwbaar verkiezingsproces is.

Dank ook voor de vragen die de verschillende woordvoerders over het wetsvoorstel hebben gesteld. Voordat ik op die vragen inga, wil ik eerst nog kort enkele inleidende opmerkingen maken. Het functioneren van een democratie in het parlementaire stelsel staat of valt namelijk bij eerlijke en betrouwbare verkiezingen. Velen van u hebben daar ook woorden aan gewijd. Het is heel belangrijk dat burgers erop kunnen vertrouwen dat een verkiezing op een eerlijke en vooral op een zorgvuldige manier verloopt.

Het verkiezingsproces moet in dat licht bezien voldoen aan enkele kernwaarden, beginselen en waarborgen die zijn verankerd in de Grondwet en in de daarop gebaseerde Kieswet en het internationaal recht. In het regeerprogramma staat ook dat de onafhankelijkheid van de Kiesraad wordt verstevigd en dat de Kiesraad nu verder wordt doorontwikkeld naar een kiesautoriteit met de bijbehorende bevoegdheden. Voorliggend wetsvoorstel geeft uitvoering aan dat voornemen. Dat is van belang, omdat daarmee de verkiezingsautoriteit wordt toegerust op het waarborgen en bevorderen van de kwaliteit van de uitvoering van het verkiezingsproces. Dit zorgt ervoor dat het verkiezingsproces aan de hoogste standaarden kan voldoen, bijvoorbeeld wat betreft betrouwbaarheid, controleerbaarheid en toegankelijkheid.

Ik moet er ook bij zeggen dat het feit dat het verkiezingsproces aan die hoge standaarden voldoet en kan voldoen vooral te danken is aan de enorme inzet van de gemeenten, want de organisatie van verkiezingen vraagt heel erg veel van gemeenten. Vanuit zijn verstevigde positie ondersteunt de Kiesraad hen daarbij. Het voorliggende wetsvoorstel biedt ook mogelijkheden om waar nodig bij te sturen.

De kwaliteitsbevorderende rol van de Kiesraad berust in dit voorstel op drie pijlers: het ondersteunen van de organisatie van de verkiezingen voorafgaand aan de verkiezing, het waarnemen en indien nodig bijsturen tijdens een verkiezing en tot slot, als derde pijler, het beoordelen van het verloop van de verkiezing na die verkiezing.

De Kiesraad is door zijn onafhankelijke rol en door zijn expertise op het gebied van verkiezingen en kiesrecht wat mij betreft de aangewezen instantie om deze taak te vervullen. De Kiesraad is zich ook al geruime tijd aan het voorbereiden op zijn nieuwe rol, met als doel dat de Kiesraad deze taken kan uitoefenen bij de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar in 2026. Ook wordt met dit wetsvoorstel de wettelijke adviestaak van de Kiesraad uitgebreid. Dat is een codificatie van de inmiddels al bestaande praktijk. Daarin adviseert de Kiesraad reeds in brede zin over verkiezingen en niet slechts over de uitvoeringstechnische aspecten daarvan. Een voorbeeld daarvan zijn de door de Kiesraad uitgebrachte evaluatieadviezen over het verloop van specifieke verkiezingen en het advies over het wetsvoorstel, de Wet op de politieke partijen, die binnenkort ook naar de Kamer komt.

Tot slot. Ik ben blij dat we vandaag deze belangrijke stap in het proces naar een kiesautoriteit kunnen zetten. Graag ga ik nu in op de vragen die zijn gesteld aan de hand van de volgende thema's. Het eerste blokje gaat over de inrichting en organisatie van de Kiesraad, het tweede blokje over nieuwe taken en bevoegdheden van de Kiesraad, het derde blokje over de financiën en uitvoerbaarheid en het vierde blokje over varia.

Ik begin bij het eerste blokje, over de inrichting. De heer Van Waveren had specifiek een vraag over het bestuursreglement. Hij vroeg mij: hoe verwacht de minister dat de Kiesraad in het bestuursreglement die functiescheiding gaat vormgeven en hoe gaat de minister het bestuursreglement beoordelen? In het bestuursreglement legt de Kiesraad de bestuurlijke inrichting conform voorliggend wetsvoorstel vast. Dat betekent onder andere dat wordt geregeld dat er een ondervoorzitter en leden worden aangewezen voor de specifieke kwaliteitsbevorderende taken in het geval van verkiezingen, waarbij de Kiesraad zelf centraal stembureau is. Deze personen zullen dan dus geen deel uitmaken van het centraal stembureau. Zoals bepaald is in artikel 11 van de Kaderwet zbo's wordt het bestuursreglement goedgekeurd door mij, door de minister van Binnenlandse Zaken. Ik kan die goedkeuring volgens de Kaderwet ook alleen onthouden wanneer het voorgestelde bestuursreglement in strijd is met het recht of dat het bestuursreglement naar mijn oordeel een goede taakuitoefening kan belemmeren.

Ook de heer Bikkers heeft vragen gesteld over de functiescheiding. Het moet niet zo zijn dat de Kiesraad gemeenten over de organisatie adviseert en daarna over het verloop rapporteert. Hij vraagt om een reflectie. Dit is een belangrijk aandachtspunt. Na de invoering van het wetsvoorstel is de Kiesraad zowel uitvoerder in zijn rol als centraal stembureau als kwaliteitsbevorderaar. Het is belangrijk dat die twee rollen niet worden vermengd. Het is een belangrijk punt dat u aangeeft. Daartoe dient de functiescheiding, die wettelijk wordt vastgelegd, in het bestuursreglement nader te worden uitgelegd. Het feit dat de Kiesraad tijdens het proces de gemeenten adviseert en later daarover rapporteert, is niet onwenselijk omdat daar geen tegenstrijdige belangen zitten. Het is onwenselijk de functiescheiding nog verder uit te breiden in verband met de uitvoerbaarheid door de Kiesraad.

Dan heeft de heer Van Waveren een vraag gesteld over het advies van de Raad van State.

De voorzitter:
Een ogenblik. Ik geloof dat de heer Van Waveren nog een vraag heeft over het vorige punt.

De heer Van Waveren (NSC):
Hoe gaat de minister in de komende jaren kijken of de functiescheiding in de praktijk goed werkt? Ik kan mij voorstellen dat in het kader van de goede taakuitoefening van de Kiesraad de minister bijvoorbeeld aan de voorkant vraagt om in het bestuursreglement een evaluatiebepaling op te nemen, zodat we zeker weten dat we over een aantal jaar een reden hebben om met elkaar te kijken hoe het in de praktijk werkt. Ik deel het dilemma dat de minister schetst tussen scheiding en uitvoerbaarheid. Ik denk dat het wel goed is om met elkaar te kijken hoe we dat in de praktijk gaan regelen. Het is ingewikkeld om daarop te sturen als het reglement er eenmaal is, maar als u als minister zegt dat het voor een goede taakontwikkeling belangrijk is dat er een evaluatiebepaling in staat, zou dat een mooie route kunnen zijn. Een ander voorstel vind ik ook goed.

Minister Uitermark:
Dank voor de vraag. Ik snap waar de heer Van Waveren op doelt. Ik kom daar graag in tweede termijn even op terug.

Dan ben ik bij de andere vraag van de heer Van Waveren aangekomen, over het advies van de Raad van State. De heer Van Waveren gaf aan dat op pagina 4 staat: functievermenging voorkomen acht de regering van belang. U kon dat niet terugvinden in het verslag van de Raad van State. Het advies van de Raad van State waaraan u refereert, is gegeven in het kader van het andere wetsvoorstel, het wetsvoorstel Programmatuur verkiezingsuitslagen. Daarin wees de Raad van State al op het belang van een goede functiescheiding binnen de Kiesraad. Dat punt heb ik ter harte genomen bij het opstellen van het wetsvoorstel dat nu voorligt, dat dus een vervolg is op dat eerdere wetsvoorstel.

Voorzitter. Dan mijn tweede kopje: de nieuwe taken en bevoegdheden van de Kiesraad. Mevrouw Kathmann had vragen over de waarnemingen. Op basis waarvan wordt besloten waar wel en niet waarneming zal plaatsvinden, vraagt zij. En hoe weten we of ze voldoende capaciteit hebben voor de waarnemingen? Het uitgangspunt is dat waarnemingen selectief gebeuren, bij bijvoorbeeld een paar grote en een paar kleine gemeenten. Over de frequentie, de reikwijdte, de thema's en de wijze van waarnemen zal de Kiesraad met de ketenpartners nadere afspraken maken. Het is mijn verwachting dat de waarnemingen juist ook vanwege de relatie met de kwaliteitsbevordering vooral een thematisch karakter zullen hebben, bijvoorbeeld een documentcontrole bij de toelating van kiezers tot de stemming of de inrichting van het stemlokaal. De Kiesraad kan mensen aanwijzen om te gaan waarnemen.

Dan een andere vraag van mevrouw Kathmann en ook van de heer Van Waveren over de procesaanwijzingen.

Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Ik had nog een aanvullende vraag bij die waarnemingen. Hoe weten we nou zeker dat de Kiesraad voldoende capaciteit en middelen heeft om de benodigde waarnemingen te verrichten?

Minister Uitermark:
Dat zal, denk ik, blijken als er nadere afspraken zijn gemaakt tussen de Kiesraad en de ketenpartners. Misschien kan ik u daarover in tweede termijn nog wat meer informatie geven.

De voorzitter:
De minister vervolgt haar betoog.

Minister Uitermark:
Dan de vraag over de procesaanwijzingen. Een voorbeeld van een situatie waarop zo'n procesaanwijzing kan zien, is als een stembureau van plan zou zijn om eerder te sluiten dan in de Kieswet is voorgeschreven. Een ander voorbeeld kan zijn als er niet voldoende leden van het stembureau aanwezig zijn. Ten slotte nog een ander voorbeeld: als een stembureau stemmen onterecht als ongeldig aanmerkt. In die situaties neemt de Kiesraad eerst contact op met het stembureau of de voorzitter om te proberen op informele wijze de onregelmatigheid weg te nemen door het geven van advies en door het wijzen op de juiste regels en procedures. Als het niet lukt om de onregelmatigheid op die wijze weg te nemen, kan de Kiesraad een procesaanwijzing geven, maar dat is wel een uiterste middel.

Dan een vraag van mevrouw Kathmann over de financiën van gemeenten.

De voorzitter:
Een ogenblik. Mevrouw Kathmann.

Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Ook hier heb ik een aanvullende vraag die ik nog even beantwoord zou willen zien. Hoe groot is nou eigenlijk de kans dat zulke procesaanwijzingen daadwerkelijk gaan plaatsvinden? De Kiesraad kan immers — dat is heel begrijpelijk — maar op een beperkt aantal plekken aanwezig zijn. Er zit een soort spanningsveld. Gaat het dan ook daadwerkelijk gebeuren?

Minister Uitermark:
Er is natuurlijk geen landelijke dekking. De waarneming gebeurt ad hoc, maar er is nagedacht over de wijze, de frequentie en de reikwijdte. Het kan ook thematisch van aard zijn. Er zijn meerdere manieren waarop er een signaal kan komen van een onregelmatigheid. De waarneming is een van de mogelijkheden daarvoor. Maar nogmaals, een procesaanwijzing is echt het uiterste middel dat je wilt inzetten.

De voorzitter:
De heer Van Waveren op dit punt.

De heer Van Waveren (NSC):
Ja, want volgens mij ging de minister over naar het volgende blokje. Zij zegt dat waarneming een van de manieren is waarop zo'n signalering er kan komen. Mijn vraag was ook: wat zijn die andere manieren waarop er een signalering kan komen en hoe voorkomen we dat heel veel meldingen, die nu misschien bij gemeenten of burgemeesters terechtkomen en daar opgelost worden, nu rechtstreeks naar de Kiesraad gaan? Wat doet dat met de uitvoering en de uitvoerbaarheid daarvan? Is daarnaar gekeken?

Minister Uitermark:
Daar zal ik in tweede termijn op terug moeten komen. Dat is inderdaad een element waar ik u zorgvuldig op moet antwoorden.

De voorzitter:
De minister vervolgt haar betoog.

Minister Uitermark:
Dan was ik bij de financiën van de gemeenten. Mevrouw Kathmann zei dat er onduidelijkheid bestaat over de precieze kosten van verkiezingen. Zij vraagt wanneer er sprake is van substantiële kosten, wat precies de extra kosten van dit wetsvoorstel zijn voor de gemeenten en of deze extra kosten niet substantieel zijn. Het voorliggende wetsvoorstel laat de wettelijke verantwoordelijkheden van gemeenten bij de organisatie van verkiezingen ongewijzigd en zou daarmee niet tot extra kosten voor de gemeenten moeten leiden. Dit ondersteunt de uitvoering van de al bestaande verantwoordelijkheid en vormt dus geen uitbreiding daarvan. Ik heb wel begrip voor de zorgen die gemeenten hebben over de kosten. Daarom heb ik onderzoek laten doen naar de kosten van de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen en ook naar de verkiezingen voor het Europees Parlement. Dat onderzoek deel ik op korte termijn, dit kwartaal nog, met uw Kamer. Ik zal dat bestuderen en vervolgens het gesprek erover aangaan met de gemeenten.

De heer Bikkers heeft een vraag gesteld over de uitvoerbaarheid. Hij vraagt aandacht voor de uitvoerbaarheid door gemeenten en om een reflectie van mij daarop. De uitvoerbaarheid van de verkiezingen is voor mij van groot belang. De Kiesraad kan in zijn nieuwe rol de gemeenten juist extra ondersteunen bij hun bestaande verantwoordelijkheden. In die wettelijke verantwoordelijkheden wordt er voor gemeenten niets veranderd, maar de ondersteuning van gemeenten verschuift van het ministerie van Binnenlandse Zaken naar de Kiesraad. Het wetsvoorstel regelt dat de Kiesraad in afstemming met de gemeenten een samenwerkingsplan opstelt. Daarin wordt dan praktisch uitgewerkt hoe de Kiesraad met de ketenpartners samenwerkt en hoe de Kiesraad hen bij de uitvoering van het verkiezingsproces ondersteunt. Ik heb van de Kiesraad begrepen dat uit de met de ketenpartners gevoerde gesprekken over het samenwerkingsplan veel waardering blijkt voor de aanpak van de Kiesraad, en dat er vertrouwen is dat de plannen voor de kwaliteitsbevordering juist ook ondersteunend zijn voor gemeenten.

Voorzitter. Dan kom ik bij het laatste kopje. Mevrouw Kathmann sprak over de buitenlandse inmenging. Zij vroeg: kan de autoriteit op afstand risico's monitoren, de structurele risico's van campagnes in kaart brengen en ook vergelijkend onderzoek doen in landen waar recent verkiezingen waren? Zij vroeg ook: ziet de minister hier een rol voor zo'n verkiezingsautoriteit en is zij bereid om de Kiesraad uit te breiden met een tak die zich hiermee bezighoudt? Ik begrijp uw vraag, maar het antwoord daarop is negatief. Het is wel zo dat het zorgdragen voor het eerlijke en vrije verloop van verkiezingen, zonder ongewenste inmenging, een verantwoordelijkheid voor mijn ministerie is en blijft. Tijdens de organisatie van elke verkiezing in Nederland worden al maatregelen genomen om ons voor te bereiden op mogelijke risico's, waaronder ongewenste beïnvloeding. Onder andere worden verkiezingstafels georganiseerd, om te spreken over de risico's die ondermijnend zijn voor het verkiezingsproces, en ook om eventuele maatregelen met andere relevante partners te bespreken. De Kiesraad neemt daar ook aan deel. Met dit wetsvoorstel blijft de Kiesraad evaluatieadviezen uitbrengen aan de minister, aan mij dus, over het verloop van het verkiezingsproces, en kan de Kiesraad in geval van ongeregeldheden daarover rapporteren aan het vertegenwoordigend orgaan.

Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Op zich ben ik een beetje blij met het antwoord van de minister dat er wel gemonitord wordt, dat daarover ook wordt teruggekoppeld en dat de Kiesraad in ieder geval aan die tafel deelneemt. Maar het is nou juist zo mooi dat we er een verkiezingsautoriteit van willen maken die toeziet op het verkiezingsproces. Ik vind het soms een beetje storend hoe we in dit huis blijven doen alsof er een digitale wereld en een fysieke wereld bestaan, terwijl we leven in een soort maximaal gedigitaliseerde wereld.

Als we het bijvoorbeeld hebben over eerlijke verkiezingsprocessen: we steken er heel veel moeite in dat er geen politieke reclames mogen zijn binnen een afstand van 500 meter van een stembureau. Maar als ik een stembureau binnenloop en ik op mijn smartphone nog even het laatste nieuws check, krijg ik op die smartphone gewoon een bak fake nieuws voorgeschoteld. Zo loop ik dan het stemhokje in. Het zou zo mooi zijn als we een autoriteit hebben die toeziet op dat proces, en dat proces echt onderdeel wordt — ook al zitten ze maar gewoon aan een tafeltje — van het werkterrein van die autoriteit. Daarmee zou de rol die ze nu al hebben ook een beetje geformaliseerd worden, waardoor wij als Tweede Kamer veel meer kunnen meekijken of we dit goed en strak monitoren. Want dit is wel echt een van de grote gevaren van dit moment, als we het hebben over eerlijke en vrije verkiezingen.

Minister Uitermark:
Ja, ik moet zeggen dat ik de zorg deel die mevrouw Kathmann hier neerlegt. Ik moet even kijken in welke vorm ik die zorg kan oppakken. Ik stel voor dat ik daar in tweede termijn nog even kort op terugkom.

Dan ben ik aan het eind van mijn beantwoording gekomen. De laatste vraag van de heer Bikkers ging over de inwerkingtreding van de wet. Hij vroeg mij wanneer de wet in werking kan treden en of de Kiesraad voldoende tijd heeft om zich voor te bereiden. Wij streven naar inwerkintreding op 1 januari 2026. Op die manier kan de Kiesraad bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2026 al optreden vanuit zijn nieuwe rol. De Kiesraad bereidt zich in samenwerking met mijn ministerie ook al geruime tijd voor op de nieuwe taken en bevoegdheden, met de gemeenteraadsverkiezingen als stip op de horizon.

De voorzitter:
Dit was uw antwoord? Ja.

De heer Bikkers (VVD):
De Wet programmatuur verkiezingsuitslagen is ongeveer iets meer dan een jaar geleden door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer goed bevonden. Als het goed is — ik hoop dat die planning nog steeds gehaald wordt — zal die wet op 1 juli in werking treden. Hoe reëel is het dat we de termijnen die u nu noemt, ook gaan halen?

Minister Uitermark:
Ik ga ervan uit dat we de termijnen gaan halen. Het klopt inderdaad dat de termijn voor het andere wetsvoorstel nog steeds op 1 juli staat. Ik streef er echt naar dat deze wet in werking treedt op 1 januari. Ik weet dat de Kiesraad er ook klaar voor is. Ik ga echt mijn best doen om ook deze wet op tijd in werking te laten treden.

De voorzitter:
Dank aan de minister voor haar eerste termijn. Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is het geval. Dan geef ik weer als eerste het woord aan de heer Van Waveren namens de fractie van Nieuw Sociaal Contract. Gaat uw gang.

De heer Van Waveren (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Ik had in de eerste termijn een vraag gesteld, waarop ik bij interruptie terugkwam, over de toegang tot de Kiesraad met klachten en signalen. De beantwoording van die vraag komt straks nog, maar hierover moet ik nu in tweede termijn toch een motie indienen, want anders is mijn kans geweest. Ik heb dus een motie over de toegang en de criteria voor het geven van procesaanwijzingen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kiesraad de bevoegdheid krijgt om procesaanwijzingen te geven wanneer de procesmatige gang van zaken tijdens verkiezingen risico's oplevert voor de betrouwbaarheid van het verkiezingsproces;

overwegende dat het momenteel onvoldoende duidelijk is welke signalen aanleiding kunnen zijn voor een dergelijke procesaanwijzing en langs welke kanalen deze signalen de Kiesraad bereiken, en of bijvoorbeeld klachten van individuele burgers ook aanleiding kunnen zijn voor het geven van een aanwijzing;

verzoekt de regering de toegang tot de Kiesraad voor klachten over het verkiezingsproces te verduidelijken, zodat er helderheid is over welke signalen aanleiding kunnen zijn voor het geven van een procesaanwijzing en onder welke voorwaarden en afwegingscriteria dit kan worden gedaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Waveren.

Zij krijgt nr. 8 (36552).

Dank u wel.

De heer Van Waveren (NSC):
Dan dank ik de minister voor de beantwoording tot nu toe en de collega's voor alle aardige woorden zojuist.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan mevrouw Kathmann namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid.

Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik weet dat er nog antwoorden komen, maar ik heb toch alvast deze moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kiesraad in twee fasen wordt omgevormd tot een verkiezingsautoriteit;

overwegende dat vrije verkiezingen en eerlijke verkiezingen een randvoorwaarde zijn voor een democratische rechtsstaat;

overwegende dat niet alleen het stemmen en het vaststellen van de uitslag integer en correct dienen te verlopen, maar ook een transparante campagne zonder (buitenlandse) beïnvloeding en inmenging cruciaal is voor vrije en eerlijke verkiezingen;

verzoekt de regering om in gesprek met de Kiesraad te verkennen hoe de verkiezingsautoriteit dusdanig kan worden uitgerust dat zij ook toezicht houdt op de randvoorwaarden van een evenwichtige en transparante informatievoorziening tijdens de campagne;

verzoekt de regering voorts om hierin te bezien of de verkiezingsautoriteit vroeg in het verkiezingsproces een onafhankelijke analyse kan uitvoeren om risico's op beïnvloeding en inmenging in de aanloop tot de verkiezingen vroegtijdig te signaleren en te mitigeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kathmann en Chakor.

Zij krijgt nr. 9 (36552).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het van belang is om te borgen dat de termijnen die in de Kieswet zijn opgenomen voor tussentijdse verkiezingen kunnen worden uitgevoerd;

overwegende dat er bij gemeenten zorgen zijn over het adequaat kunnen voorbereiden op tussentijdse verkiezingen;

verzoekt de regering om in overleg met gemeenten te waarborgen dat er geen financiële en/of praktische belemmeringen zijn om tussentijdse verkiezingen op een uitvoerbare en een zorgvuldige wijze te kunnen organiseren binnen de in de Kieswet gestelde termijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kathmann.

Zij krijgt nr. 10 (36552).

Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Die laatste motie is echt in het licht van het ravijnjaar dat op ons afkomt. Gemeentes luiden de noodklok omdat ze nu al zien dat ze voor elementaire voorzieningen geen financiering meer hebben. De schrik slaat je bijna om het hart als je eraan denkt dat dat zou gelden voor verkiezingen; vandaar dat we als GroenLinks-Partij van de Arbeid hebben moeten menen dat we daarover een motie moesten indienen. Dat mag in ons vrij democratische Nederland toch never, nooit ofte nimmer, aan de hand zijn.

Dan zeg ik nog het volgende, zeker weer last but not least. Meneer Bikkers, ik heb u net al even persoonlijk kunnen feliciteren, maar ook namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid wil ik u graag feliciteren met uw inspirerende maidenspeech. We kijken uit naar de verdere samenwerking.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Bikkers. Nee? De heer Deen? Nee? Dan zijn we ook klaar met de tweede termijn. Ik kijk even naar de minister. Er zijn drie moties ingediend. We gaan vijf minuten schorsen. Dan krijgen we een antwoord en een appreciatie op de drie ingediende moties. We zijn geschorst.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van de Wet kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces. Wij zijn toe aan de tweede termijn van de zijde van de regering. Ik geef het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Minister Uitermark:
Dank u wel, voorzitter. Er waren een aantal vragen die ik nog ga beantwoorden en daarna ga ik drie moties appreciëren. Eerst de vraag van de heer Van Waveren over de functiescheiding en of ik het bestuursreglement kan evalueren. Over het bestuursreglement gaat de Kiesraad; daar kan ik niet in treden, maar ik begrijp de onderliggende vraag. Ik kan dat bestuursreglement wel evalueren als minister en op grond van de wetgeving ook elke vijf jaar opdracht geven om een verslag te laten opstellen, waarin de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het functioneren van de Kiesraad wordt beoordeeld. Ik kan uw vraag om een evaluatie van het bestuursreglement en om aandacht voor de functiescheiding daarin meenemen. Dat zeg ik u graag toe.

Dan had mevrouw Kathmann gevraagd of er voldoende middelen en capaciteit zijn voor de waarneming. Het antwoord is ja. De Kiesraad heeft hiervoor nu echt voldoende middelen en capaciteit beschikbaar. Hij heeft natuurlijk naar aanleiding van het hoofdlijnenakkoord ook behoorlijk wat geld erbij gekregen. De waarnemingen zijn selectief, zoals ik net aangaf, ook thematisch, en kunnen dus ook worden ingericht op basis van de beschikbare middelen en capaciteiten. Daarover maakt de Kiesraad ook afspraken met de ketenpartners.

De heer Van Waveren vroeg hoe we voorkomen dat alle signalen bij de Kiesraad terecht gaan komen, ook in het kader van de uitvoerbaarheid. Er zijn verschillende kanalen waar kiezers in het verkiezingsproces meldingen kunnen doen. Daarom verwacht ik niet dat alle meldingen bij de Kiesraad terecht zullen komen. Als er zaken niet goed gaan in het verkiezingsproces, zijn er verschillende mogelijkheden om dat aan te kaarten. In het verkiezingsproces is geregeld dat burgers bezwaren kunnen laten opnemen in het proces-verbaal van het stembureau, het gemeentelijk stembureau en het centraal stembureau. Ze kunnen ook bij het centraal stembureau een melding maken van een vermeende fout in een proces-verbaal. Er zijn ook zaken die onder de directe verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. Ik denk dat ik het daar nu even bij laat.

De heer Van Waveren (NSC):
Toch even, hoor. Ik snap dit antwoord en ik kan het ook volgen. Maar ik kan me ook voorstellen dat mensen zich juist door die bevoegdheid van de Kiesraad meer tot de Kiesraad zullen wenden, in de hoop dat die ingezet wordt. Nu weten wij allebei niet hoe dat gaat uitwerken in de praktijk. Laat ik het zo stellen: is er aan de voorkant over nagedacht hoe daarmee omgegaan wordt of hoe dat in de praktijk gaat werken? Of moeten we dat gewoon maar gaan meemaken?

Minister Uitermark:
U heeft ook een motie over dit onderwerp ingediend. Misschien dat ik die er direct bij kan nemen.

De voorzitter:
Graag.

Minister Uitermark:
Aan wat ik net zei, wil ik nog iets toevoegen. Ik heb net de manieren genoemd die burgers hebben om punten over het verkiezingsproces aan te kaarten als ze die hebben. Ze kunnen dat doen bij de stembureaus, bij de gemeente en bij de Kiesraad, maar ook het Informatiepunt Verkiezingen van de Kiesraad staat open voor vragen en opmerkingen van burgers. Ook kunnen signalen die de Kiesraad ontvangt natuurlijk aanleiding zijn om nadere actie te ondernemen. Ik zal uw motie op stuk nr. 8 oordeel Kamer geven en zal naar aanleiding van deze motie ook aan de Kiesraad vragen om aandacht te blijven besteden aan dit informatiepunt in zijn communicatie. Daarom kan ik uw motie ook oordeel Kamer geven.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 8 heeft oordeel Kamer.

Minister Uitermark:
Dan ben ik gekomen bij de laatste vraag van mevrouw Kathmann over buitenlandse inmenging. Daar gaat ook de motie op stuk nr. 9 over van mevrouw Kathmann en mevrouw Chakor. Die neem ik direct mee. In antwoord op de vraag: u uit een belangrijke zorg over buitenlandse inmenging. Die deel ik ook. Daarom zeg ik u graag een brief toe over hoe ik als minister van BZK deze risico's in de gaten houd en hoe ik daarmee omga. Ik denk dat het goed is als we dat eens wat uitgebreider aan uw Kamer uiteenzetten. Dat brengt me ook tot het oordeel over uw motie. Ik kijk er dus echt welwillend naar en begrijp de zorg ook, maar ik wil u eigenlijk in overweging geven om die motie aan te houden totdat ik de brief aan uw Kamer heb gestuurd.

Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Ik snap dat ik de minister daar niet echt op kan vastpinnen, maar is er een kans dat in de brief ook kan worden meegenomen wat eventueel de rol van de verkiezingsautoriteit daarbij kan zijn? Of wat die rol is, want die is er al, alleen is die nu — in ieder geval voor mij, maar ik kan niet voor de hele Tweede Kamer spreken — nog niet helemaal duidelijk.

Minister Uitermark:
Ja, dat zal ik doen. Ik gaf net ook aan dat er verkiezingstafels zijn. Die zijn er al drie maanden voordat de verkiezingen zijn. Daar zitten een aantal partijen aan tafel, maar ook de Kiesraad. Dus in die zin zal ik in mijn brief ook ingaan op de rol van de Kiesraad en op een eventuele uitbreiding van die rol.

De voorzitter:
En dan is mevrouw Kathmann bereid om de motie aan te houden.

De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Kathmann stel ik voor haar motie (36552, nr. 9) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Uitermark:
Tot slot de motie op stuk nr. 10 over de evaluatiebepaling. Deze motie is overbodig, want de uitvoerbaarheid van het houden van verkiezingen door gemeenten is voortdurend onderwerp van gesprek met de gemeenten, ook in de aanloop naar tussentijdse verkiezingen. Ik ben wel voornemens om te onderzoeken of de termijnen voor de kandidaatstelling waar mogelijk kunnen worden verkort.

Dat was het.

De voorzitter:
Sorry, wat was het oordeel over deze motie? Overbodig?

Minister Uitermark:
Overbodig.

De voorzitter:
Dan moet ik toch even vragen aan mevrouw Kathmann of zij deze motie wil aanhouden.

Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat de minister en ik het volstrekt oneens zijn over de vraag of deze motie overbodig is of niet. GroenLinks-PvdA krijgt namelijk heel stevige signalen van gemeenten dat zij zich heel grote zorgen maken of ze wel voldoende financiën hebben om verkiezingen zorgvuldig te kunnen organiseren. Dat zijn niet heel weinig signalen, dus deze motie lijkt mij niet overbodig. Er zit hier gewoon een heel groot zorgpunt. Dat het kabinet in gesprek is met gemeenten over die zorgen is dan wat mij betreft niet genoeg.

Minister Uitermark:
Via het Gemeentefonds en de algemene uitkering worden er al middelen verstrekt aan gemeenten voor het houden van verkiezingen. Die zijn op jaarbasis en gaan ook uit van jaarlijkse verkiezingen, dus van één keer per jaar een verkiezing. Dat is ook wat er de afgelopen jaren is gebeurd. Wat mij betreft zijn er dus echt voldoende middelen voor gemeenten, maar ik gaf u net ook aan dat we hier wel onderzoek naar doen en dat ik daar nog dit kwartaal met een brief op terugkom.

De voorzitter:
Heel goed. Dat was het?

Minister Uitermark:
Dat was het.

De voorzitter:
Dat was de tweede termijn. Dank aan de minister, de leden, de ondersteuning.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
We gaan stemmen over de wet en de ingediende moties op 15 april aanstaande. Ik ga de vergadering sluiten en wens u een goede thuisreis en mooie dagen. Tot volgende week. We zijn gesloten.