Antwoord op vragen van het lid Bruyning over de uitvoering van de aanbevelingen van de Commissie-Van Ark en de Hervormingsagenda Jeugd
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D16505, datum: 2025-04-11, bijgewerkt: 2025-04-15 11:48, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-1919).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2025Z05377:
- Gericht aan: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: F.H. Bruyning, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1919
Vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitvoering van de aanbevelingen van de Commissie-Van Ark en de Hervormingsagenda Jeugd (ingezonden 21 maart 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 11 april 2025).
Vraag 1
Herkent u de structurele problemen in de jeugdzorg zoals geschetst in het rapport van de Commissie-Van Ark? Welke knelpunten uit het rapport ziet u als meest urgent?
Antwoord 1
Het beeld dat verbeteringen nodig zijn in het jeugdzorgstelsel om jongeren weerbaar te laten opgroeien en kwetsbare kinderen sneller passende hulp te bieden deel ik. En die verbeteringen zitten zoals de Commissie Van Ark schetst op verschillende thema’s, zoals het versterken van de rol van de lokale teams en toegang, het scherper duiden van de jeugdhulpplicht, het terugdringen van residentiële jeugdhulp, het verbeteren van de inkoop en organisatie van specialistische jeugdzorg en het verbeteren van het inzicht in het stelsel. Verbeteringen op al deze vlakken zijn noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het stelsel beter gaat functioneren en jeugdzorg beter beschikbaar is voor kinderen in kwetsbare situaties. Ook moet de houdbaarheid van het stelsel voor de toekomst worden geborgd. Op basis van de afspraken in de Hervormingsagenda wordt hier door partijen ook hard aan gewerkt. Tegelijkertijd herken ik ook het standpunt van de Deskundigencommissie dat de Hervormingsagenda een noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde is te zorgen dat jongeren weerbaar opgroeien en de instroom in de jeugdzorg afneemt. Daarvoor moet breder worden gekeken dan naar alleen het jeugdzorgstelsel. Denk bijvoorbeeld aan bestaanszekerheid, de woonsituatie van het gezin en ggz-problematiek bij de ouder(s). Op dit moment zijn wij met partijen in gesprek over hoe we het advies van de Deskundigencommissie gaan opvolgen en in lijn daarmee hoe we de Hervormingsagenda kunnen versterken. Dit wordt betrokken bij de Voorjaarsbesluitvorming. Over de uitkomsten informeren wij uw Kamer zo spoedig mogelijk, in ieder geval voorafgaand aan het debat over het jeugdbeleid op 18 juni a.s.
Vraag 2
Herkent u de conclusie van de onafhankelijke Commissie-Van Ark dat de huidige afspraken over de financiële risicoverdeling tussen het Rijk en gemeenten mogelijk ontoereikend zijn? Zo ja, wat gaat u uw ministerie vragen te doen om de financiële risicoverdeling te verbeteren?
Antwoord 2
Het was onderdeel van de opdracht van de Deskundigencommissie op basis van de in de Hervormingsagenda genoemde kaders advies uit te brengen over hoe om te gaan met een uitgavenontwikkeling die afwijkt van het overeengekomen meerjarig financieel kader. De commissie oordeelt dat de afgesproken principes tussen Rijk en VNG onvoldoende sturend zijn om de verliezen op de jeugdzorg te kunnen toedelen. Ik ken en herken de complexiteit van het voorliggende vraagstuk. Ik ben op dit moment met partijen in gesprek over hoe we het advies van de Deskundigencommissie gaan opvolgen, zowel inhoudelijk als financieel. Over de uitkomsten informeer ik uw Kamer zo spoedig mogelijk, uiterlijk voorafgaand aan het debat over het jeugdbeleid op 18 juni a.s.
Vraag 3
Bent u bekend met de zorgen van de VNG dat gemeenten onvoldoende middelen hebben om hun wettelijke taken adequaat uit te voeren, met name op het gebied van jeugdzorg1? Zo ja, welke stappen onderneemt u om tegemoet te komen aan deze zorgen?
Antwoord 3
Ik ben bekend met de zorgen van de VNG. De deskundigencommissie heeft hier ook uitspraken over gedaan. Ik neem de uitkomsten van het advies van de Deskundigencommissie serieus. Ik ben op dit moment met partijen in gesprek over hoe we het advies van de Deskundigencommissie gaan opvolgen en in lijn daarmee hoe we de Hervormingsagenda kunnen versterken. Over de uitkomsten informeer ik uw Kamer zo spoedig mogelijk, uiterlijk voorafgaand aan het debat over het jeugdbeleid op 18 juni a.s.
Vraag 4
Deelt u het advies van de Commissie-Van Ark om gemeenten vijftig procent van de financiële tekorten in 2023 en 2024 zelf te laten dragen en dat dit ook doorwerkt in de komende jaren? Zo nee, welke alternatieven voor het dragen van de financiële tekorten overweegt u?
Antwoord 4
Op dit moment ben ik met partijen in gesprek over hoe we het advies van de Deskundigencommissie gaan opvolgen en in lijn daarmee hoe we de Hervormingsagenda kunnen versterken. Hierop kan ik niet vooruitlopen. Over de uitkomsten informeer ik uw Kamer zo spoedig mogelijk, uiterlijk voorafgaand aan het debat over het jeugdbeleid op 18 juni a.s.
Vraag 5
Hoe groot zou u inschatten dat de bezuinigingen op de jeugdzorg uitvallen? Welke factoren spelen volgens u een rol bij de uiteindelijke hoogte van de bezuinigingen?
Antwoord 5
De afgesproken bezuinigingen op de jeugdzorg zijn door dit kabinet stevig verkleind. Een eerdere besparingsopgave op de jeugdzorg van structureel 511 mln is afgeschaft. Wel ligt er nog de al eerder afgesproken besparingsopgave vanuit de Hervormingsagenda die opbouwt tot 1 mrd structureel. De deskundigencommissie heeft hier ook advies over uitgebracht. Ik ben op dit moment met partijen in gesprek over hoe we het advies van de Deskundigencommissie gaan opvolgen. Over de uitkomsten informeer ik uw Kamer zo spoedig mogelijk, uiterlijk voorafgaand aan het debat over het jeugdbeleid op 18 juni a.s.
Vraag 6
Op welke onderdelen wilt u de Jeugdwet aanpassen?
Antwoord 6
Ter ondersteuning van de maatregelen in de Hervormingsagenda wordt gewerkt aan diverse wijzigingen van de Jeugdwet op het gebied van onder andere regionalisering, integere bedrijfsvoering, reikwijdte, data en monitoring en standaardisatie.
Bij uw Kamer zijn ingediend:
Het wetsvoorstel verbetering beschikbaarheid jeugdzorg;
Het wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz) waarin normen worden geïntroduceerd voor een integere bedrijfsvoering en voorwaarden aan het uitkeren van winst door zorg- en jeugdhulpaanbieders;
Het wetsvoorstel aanpak meervoudige problematiek sociaal domein (WAMS), waarin de plicht van gemeenten om meervoudige problematiek in de context van het kind en gezin integraal en gecoördineerd aan te pakken wordt geëxpliciteerd.
Daarnaast zijn in voorbereiding:
Een wetsvoorstel over de reikwijdte van de jeugdhulpplicht om de druk op de jeugdhulp te verminderen. Het streven is om het wetsvoorstel in de zomer 2025 gereed te hebben voor openbare internetconsultatie.
Het wetsvoorstel Verzamelwet gegevensverwerking VWS III met daarin onder meer een grondslag voor het uitwisselen van gegevens tussen gemeenten en aanbieders met het CBS. Naar verwachting wordt het wetsvoorstel medio 2025 bij uw Kamer ingediend.
Vraag 7
Hoe kijkt u aan tegen het invoeren van inkomensafhankelijke bijdragen van jeugdzorgregelingen? Deelt u de mening dat een dergelijke maatregel bijdraagt aan een rechtvaardiger en effectiever stelsel? Zo nee, welke risico’s ziet u voor de toegankelijkheid en uitvoerbaarheid van de jeugdzorg?
Antwoord 7
Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van de vormgeving van een dergelijke eigen bijdrage. Elke vormgeving kent zijn eigen effecten en voor- en nadelen. Het is dan ook niet zonder meer mogelijk een uitspraak te doen in hoeverre een dergelijke maatregel bijdraagt aan een rechtvaardiger en effectiever stelsel.
Vraag 8
Welke concrete stappen zet u om de aanbevelingen uit het rapport van de Commissie-Van Ark te implementeren? Wanneer wordt de Kamer hierover geïnformeerd?
Antwoord 8
Ik neem de uitkomsten van het advies van de Deskundigencommissie serieus. Op dit moment ben ik met partijen in gesprek over hoe we het advies van de Deskundigencommissie gaan opvolgen en in lijn daarmee hoe we de Hervormingsagenda kunnen versterken. Over de uitkomsten informeer ik u uw Kamer zo spoedig mogelijk, uiterlijk voorafgaand aan het debat over het jeugdbeleid op 18 juni a.s.
Vraag 9
Welke concrete maatregelen bent u voornemens op korte termijn te nemen wat betreft de herijking van financiële afspraken? Wat is het tijdspad voor de maatregelen die op korte termijn worden doorgevoerd?
Antwoord 9
Ik neem de uitkomsten van het advies van de Deskundigencommissie, waaronder de financiële adviezen, serieus. Op dit moment ben ik met partijen in gesprek over hoe we het advies van de Deskundigencommissie gaan opvolgen. Over de uitkomsten informeer ik uw Kamer zo spoedig mogelijk, uiterlijk voorafgaand aan het debat over het jeugdbeleid op 18 juni a.s.
Vraag 10
Welke stappen bent u voornemens te nemen om structurele financiering voor gemeenten te waarborgen? Wordt overwogen om aanvullende middelen voor de Hervormingsagenda Jeugd beschikbaar te stellen vanuit de begroting van uw ministerie? Wanneer wordt de Kamer hierover geïnformeerd?
Antwoord 10
De financiering van de Jeugdzorg is onderdeel van het Gemeentefonds. Deze middelen zijn in de basis structureel toegevoegd aan het Gemeentefonds. Daarnaast zijn voor de komende jaren ook incidentele middelen beschikbaar. Voor de opvolging van het advies van de Deskundigencommissie geldt dat ik op dit moment met partijen in gesprek ben over hoe we deze gaan opvolgen. Dit loopt ook mee met de Voorjaarsbesluitvorming. Over de uitkomsten informeer ik uw Kamer zo spoedig mogelijk, uiterlijk voorafgaand aan het debat over het jeugdbeleid op 18 juni a.s.
Vraag 11
Wat is de inzet van het kabinet in de gesprekken met medeoverheden?
Antwoord 11
Ik ben op dit moment nog in gesprek met partijen, waaronder het kabinet en de medeoverheden, over hoe we het advies van de Deskundigencommissie gaan opvolgen. Ik kan hier niet op vooruitlopen.
Vraag 12
Kunt u deze vragen één voor één binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 12
Ja.
VNG, 19 maart 2025, «VNG voert stevig gesprek met kabinet over financiële positie», (https://vng.nl/nieuws/vng-voert-stevig-gesprek-met-kabinet-over-financiele-positie).↩︎