Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2024-2025

26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

25 883 Arbeidsomstandigheden

Nr. 821 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2025

De afgelopen tijd heb ik uw Kamer geïnformeerd over fouten die gemaakt zijn bij de berekening van het dagloon van de WIA-uitkering en de herstelactie die UWV daarom aan het opzetten is. Ik begrijp dat de gemaakte fouten en de correctie die daarop volgt mensen onzekerheid geven over hun uitkering. Ook over de kwaliteit van de Wajong- en WIA-beoordeling ervaren mensen onzekerheid. De afgelopen periode ben ik in gesprek geweest met mensen die ervaring hebben met de WIA en de Wajong en de dienstverlening door UWV. De persoonlijke verhalen van deze mensen raken mij en versterken mijn motivatie om de kwaliteit op orde te brengen en de regelgeving te vereenvoudigen.

Ik heb eerder aan uw Kamer toegezegd u te informeren over de onderzoeken die UWV de afgelopen periode heeft gedaan naar de kwaliteit van de beoordelingen van de Wajong en de WIA, inclusief het brede onderzoek naar de kwaliteit van de vaststelling van het maatmanloon. UWV heeft over deze onderzoeken een overkoepelende rapportage aan mij toegezonden. U treft deze rapportage aan in de bijlage. In deze brief informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris Participatie & Integratie, over de uitkomsten van deze onderzoeken. Daarbij geef ik mijn appreciatie en geef ik aan welke acties ik hieraan verbind.

Uit de onderzoeken blijkt dat in de uitvoering fouten worden gemaakt. Ik realiseer mij dat dit bijdraagt aan de onzekerheid van mensen en dat betreur ik. Mensen moeten kunnen vertrouwen op de beoordeling door UWV. Tegelijkertijd is het onvermijdelijk dat in de uitvoering fouten worden gemaakt en dat zal in de toekomst ook zo zijn. Daarom blijft UWV werken aan het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening en aan de implementatie en doorontwikkeling van het nieuwe kwaliteitssysteem. Zo kunnen fouten in de toekomst zo veel mogelijk worden voorkomen, en daar waar toch fouten worden gemaakt kunnen deze zo veel en zo snel mogelijk worden geconstateerd en gecorrigeerd. Uit het onderzoek naar de kwaliteit van de vaststelling van het maatmanloon in de WIA komt helaas naar voren dat er te veel fouten gemaakt zijn. Een klein deel van deze fouten heeft direct invloed op de uitkering van mensen. Het overgrote deel heeft niet direct invloed op de uitkering van mensen, maar kan mogelijk wel invloed hebben bij een herleving of herbeoordeling. Om er voor te zorgen dat deze fouten hersteld worden voordat ze doorwerken in de toekomst, gaat UWV bij een herleving of een herbeoordeling een extra controle uitvoeren op het maatmanloon. Dat doet UWV in de reguliere uitvoering. Met deze extra controle worden fouten in het maatmanloon opgespoord en gecorrigeerd voordat zij kunnen doorwerken.

Wat betreft de andere fouten die UWV reeds in de vaststelling van het maatmanloon heeft gemaakt, zie ik reden om hier geen nieuwe (brede) herstelactie voor te starten. Zo’n operatie is zeer arbeidsintensief en zou daarmee een onverantwoord groot beslag leggen op schaarse capaciteit, omdat die niet meer kan worden ingezet voor WIA-beoordelingen waar de achterstanden al te groot zijn.

Ik realiseer me dat de keuze om niet naar fouten uit het verleden op zoek te gaan om die vervolgens te kunnen herstellen, nieuwe vragen en onzekerheden bij mensen kunnen oproepen. Ik wil dan ook benadrukken dat mensen die zich zorgen maken over de juistheid van hun beoordeling contact op kunnen nemen met UWV. Dat geldt voor mensen die zich zorgen maken over hun Wajong- of WIA-beoordeling en specifiek ook voor mensen die zorgen hebben over de vaststelling van hun maatmanloon. Bij UWV is een speciaal team met persoonlijke cliëntondersteuners beschikbaar voor vragen van deze mensen. Vanuit dit team kunnen mensen een persoonlijk gesprek krijgen en bekijkt de cliëntondersteuner op basis van de specifieke vragen en zorgen, welke weg de cliënt kan bewandelen en hoe UWV daarbij kan ondersteunen. In de voortgangsbrief van 24 maart jl. ben ik hier nader op ingegaan.¹

Hieronder zal ik ingaan de uitkomsten van de diverse onderzoeken. Eerst de Meting operationele kwaliteit (MOK) en audit voor de Wajong en de MOK voor de WIA. Daarna komt de kwaliteit van de vaststelling van het maatmanloon en de samenhang met andere herstelacties aan de orde. Tot slot ga ik in op de fouten rondom de indexering van het maatmanloon.

Met deze brief stuur ik ook twee extra stukken mee. Uw Kamer heeft gevraagd om inzicht in hoe UWV tot de afbakening van 43.000 dossiers is gekomen voor de corrigeeractie WIA-dagloon. U treft deze analyse aan in de bijlage. Naar aanleiding van een aanvullend verzoek (referentie: 2025Z07305/2025D16804) van vandaag stuur ik u ook de verkenningsnotitie «Processen op signalen bij UWV» van oktober 2024 toe.

1. Wajong-onderzoeken

Op 24 januari jl. heeft de Staatssecretaris uw Kamer geïnformeerd over kwaliteitsonderzoeken naar de Wajong. Op basis van de onderzoeken kon de Staatssecretaris nog geen conclusie trekken over de kwaliteit van door UWV uitgevoerde Wajong-beoordelingen. De uitgevoerde onderzoeken gaven namelijk niet de gewenste duidelijkheid, omdat de onderzoeken nog onvoldoende inzicht gaven of er fouten zijn gemaakt en wat de mogelijke gevolgen zijn voor mensen die een Wajong-uitkering hebben aangevraagd. Daarvoor was een nadere controle op de resultaten nodig. Inmiddels heeft UWV een validatie uitgevoerd op de onderzoeken.

Meting operationele kwaliteit (MOK) Wajong 2024

UWV is in oktober 2024 gestart met de MOK voor de Wajong. Op basis van een steekproef heeft UWV 305 dossiers gecontroleerd. Voor de MOK toetst een UWV-district kruiselings de in de steekproef getrokken dossiers van een ander district. De verwachting is dat toetsers minder terughoudend zijn om fouten te benoemen uit andere districten dan wanneer ze hun directe collega’s controleren. Ook komt er zicht op werkwijzen en «best practices» in andere districten. Vervolgens toetst het landelijk team van kwaliteitsonderzoekers 10% van de getoetste dossiers. Uit de controles komt naar voren dat de beslissingen in de meerderheid van de beoordelingen (87%) juist zijn. In 9% van de gecontroleerde dossiers is volgens de controles een onjuiste beslissing genomen. Voor een deel van de dossiers (4%) heeft de toetser in het district niet kunnen beoordelen of er een juiste beslissing is genomen, deze dossiers krijgen het oordeel «nader te bepalen». Deze uitkomsten zijn met uw Kamer gedeeld in de brief van 24 januari jl.

UWV heeft de uitkomsten van de MOK gevalideerd en deze zijn niet gewijzigd ten opzichte van de uitkomsten in januari 2025. De onderzoeken zijn nu afgerond. Zoals de Staatssecretaris in de brief van januari heeft aangegeven blijkt uit de landelijke controles dat er in de praktijk verschillen zitten tussen hoe districten controles uitvoeren. Hierdoor is er nog onvoldoende consistentie tussen de controles. Deze praktijkvariatie is niet weggenomen door de validatie. Hierdoor blijft gelden dat de uitkomsten van deze MOK niet volledig betrouwbaar zijn. Vanzelfsprekend is UWV bezig met het verder ontwikkelen van de MOK. Enige praktijkvariatie is gebruikelijk, ook omdat een sociaal medische beoordeling geen exacte wetenschap is. Komende maanden zullen toetsers meer ervaring opdoen met controles en verwacht UWV dat de variatie tussen de toetsingen afneemt. UWV verwacht dat de MOK vanaf het najaar tot betrouwbare resultaten zal leiden.

Auditonderzoek 2023

Een landelijk team van auditoren heeft in een steekproef 295 Wajong-beoordelingen uit 2023 gecontroleerd. Hieruit volgt dat in de meerderheid (90%) van de gecontroleerde dossiers een juiste beslissing is genomen. In 5% van de dossiers is een onjuiste beslissing genomen. In 4% van de dossiers kan op basis van de verslaglegging niet worden bepaald of er een juiste of onjuiste beslissing is genomen. Deze dossiers krijgen het oordeel «nader te bepalen»². Deze uitkomsten zijn met uw Kamer gedeeld in de brief van 24 januari jl.

Inmiddels heeft UWV de uitkomsten gevalideerd. De uitkomsten van de audit 2023 zijn niet gewijzigd als gevolg van de validatie. De eerder gedeelde uitkomsten zijn daarmee definitief. UWV heeft wel een kanttekening bij de resultaten geplaatst, omdat de uitkomsten niet volledig robuust zijn. Dat komt omdat een sociaal medische beoordeling altijd enige mate van subjectiviteit kent en geen exacte wetenschap is.

De ontdekte fouten hebben onder meer betrekking op:

– Ten onrechte Wajong toegekend

– Ten onrechte Wajong afgewezen

– Te vroege of te late ingangsdatum

– Ten onrechte wel/geen ophoging hulpbehoevendheid

– Ten onrechte niet in behandeling genomen

– Verkeerde reden van de afwijzing

De Staatssecretaris is zich ervan bewust dat de gevolgen groot zijn voor mensen die ten onrechte zijn afgewezen voor een Wajong-uitkering. Echter, niet alle ontdekte fouten hebben (financieel) nadelige gevolgen voor cliënten. Alle ontdekte fouten met nadelige gevolgen voor uitkeringsgerechtigden zijn door UWV gecorrigeerd. In de resultaten van het auditonderzoek over 2023 ziet de Staatssecretaris geen aanleiding om afgeronde beoordelingen van Wajong-aanvragen op grotere schaal te gaan controleren. Op dit moment geeft UWV prioriteit aan verbetering van de kwaliteitscontroles en het proces om gemaakte fouten zo snel mogelijk te ontdekken en te herstellen. Ook werkt UWV aan verbetering van de kwaliteit door middel van investeringen in opleidingen en vakmanschap. Daarnaast werkt UWV aan een centralisatie van de uitvoering van Wajong-beoordelingen.

Hiermee verwacht UWV dat de kwaliteit van de Wajong-dienstverlening richting de toekomst voldoende op orde is. Voor mensen die zorgen hebben over de uitkomst van hun Wajong-aanvraag, heeft UWV – zoals eerder in deze brief is toegelicht – een team van cliëntondersteuners die kunnen helpen met het beantwoorden van vragen en met een eventueel herzieningsverzoek.

2. MOK WIA

UWV is in oktober 2024 gestart met de eerste MOK voor de WIA. Dit onderzoek is recent afgerond. Bij het onderzoek is een steekproef van 375 beoordelingen uit de periode oktober en november 2024 gecontroleerd. De methodiek van de MOK WIA is gelijk aan de methodiek van de MOK Wajong, die hierboven beschreven is. Ook bij het WIA-onderzoek zijn de toetsresultaten met het oordeel «nader te bepalen» en «onjuist» teruggelegd bij de districten. Het resultaat van de terugleggingen is in de onderzoeksresultaten verwerkt; het gevolg hiervan is dat het aandeel «nader te bepalen» is afgenomen. UWV presenteert uiteindelijk als uitkomst van de MOK WIA: 86% juist, 9% onjuist en 5% nader te bepalen. De onjuiste beoordelingen die gevonden zijn, hebben met name betrekking op het dagloon en de duur van de loongerelateerde uitkering. In een enkel geval heeft een fout in het maatmanloon effect op recht, hoogte en duur van de uitkering. Het onderzoek over maatmanloon waar ik hieronder op in zal gaan, gaat dieper in op de vaststelling van het maatmanloon en geeft op dat onderdeel een getrouwer beeld.

Net als bij de MOK Wajong is de kwaliteit van de MOK WIA op dit moment nog niet op orde. Er zijn verschillen in de uitvoering van de controles, waardoor er op dit moment nog onvoldoende consistentie tussen de controles is. Hierdoor zijn de genoemde resultaten niet volledig betrouwbaar. Ondanks dat, hecht ik er vanuit transparantie waarde aan om de resultaten nu met uw Kamer te delen. UWV verwacht dat de MOK vanaf het najaar tot betrouwbare resultaten zal leiden.

Eerder heb ik besloten de herstelactie WIA dagloon te verlengen tot de laatste maanden van 2024, omdat UWV onvoldoende vertrouwen had dat de kwaliteit van de dagloonvaststelling in die maanden voldoende op orde was. De resultaten uit de MOK WIA – hoewel nog onvoldoende betrouwbaar – nemen die onzekerheid niet weg. UWV en ik blijven de komende periode monitoren hoe de kwaliteit van de WIA-beoordeling zich ontwikkelt.

3. Kwaliteit vaststelling maatmanloon

De afgelopen periode is steeds meer aandacht gekomen voor de kwaliteit van de berekening van het maatmanloon door UWV. Op 10 maart jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over fouten rondom de indexatie van het maatmanloon. UWV is 2024 een breder onderzoek gestart naar de kwaliteit van de berekening van het maatmanloon. Dit onderzoek is recentelijk afgerond. Hieronder ga ik in op de belangrijkste conclusies en geef ik aan welke acties UWV en ik verbinden aan de resultaten. Tot slot ga ik in op bevindingen rondom het Claim Beoordelings- en Borgingssysteem (CBBS) die ook genoemd staan in de rapportage van UWV.

Resultaten steekproef maatmanloon

Op basis van een steekproef zijn 298 dossiers gecontroleerd. Het gaat om een representatieve steekproef van dossiers die getrokken zijn in oktober 2023. Hieruit volgt dat het maatmanloon in 77,2% van de beoordelingen juist is vastgesteld. In 11,8% van de dossiers is het maatmanloon onjuist vastgesteld, maar heeft dit niet direct impact op de uitkering van de betrokkene. In 1,6% van de gevallen is het maatmanloon onjuist vastgesteld en heeft dat directe impact voor de betrokkene. De overige dossiers (9,4%) krijgen het oordeel «nader te bepalen». In die dossiers is meer onderzoek nodig om de juistheid van de berekening van het maatmanloon vast te stellen. Hiervoor moet aanvullende informatie bij de client of de werkgever worden opgevraagd. Wel is voor deze dossiers vastgesteld er geen sprake is van onjuiste berekeningen met directe financiële impact voor de uitkeringsgerechtigde of financiële impact bij de overgang van de loongerelateerde uitkering naar de vervolguitkering.

Het aantal dossiers waarbij de fout direct impact heeft voor mensen is relatief klein (1,6%). Het gaat hier echter om fouten met een grote impact, want deze fouten hebben invloed op het recht op een uitkering. Het kan hier gaan om de situatie dat de cliënt ten onrechte geen uitkering heeft ontvangen (1 dossier, 0,3% van het totaal) of om de situatie dat de cliënt ten onrechte een uitkering heeft ontvangen (4 dossiers, 1,3% van het totaal). UWV heeft aan de cliënt uit de steekproef die ten onrechte geen uitkering heeft ontvangen inmiddels alsnog een uitkering toegekend. Bij de 4 dossiers waarin UWV ten onrechte een uitkering heeft toegekend, bekijkt UWV op basis van maatwerk hoe om moet worden gegaan met deze dossiers.

Hier wordt uiteraard rekening gehouden met de menselijke maat, waarbij in ieder geval de rol van UWV zelf en de individuele omstandigheden van de cliënt een rol spelen.

Ook zijn er fouten in de vaststelling van het maatmanloon die niet direct impact hebben voor mensen (11,8% van het totaal). Het kan gaan om fouten die impact kunnen hebben op het moment van overgang van de loongerelateerde uitkering naar de vervolguitkering (4 dossiers, 1,4% van het totaal). In deze gevallen zijn het maatmanloon en daarmee het arbeidsongeschiktheidspercentage niet juist vastgesteld, maar heeft dit geen invloed op de uitkeringsklasse waar recht op bestaat. In de periode van de loongerelateerde uitkering heeft deze fout daarom geen invloed op de uitkering die mensen ontvangen. Dat kan mogelijk anders worden op het moment dat de loongerelateerde uitkering over gaat naar een vervolguitkering. In dat geval kan de fout impact hebben op de uitkeringshoogte van mensen. Het kan ook gaan om fouten die impact hebben bij een verzoek om herleving of herbeoordeling (31 dossiers, 10,4% van het totaal). Als het maatmanloon eerder foutief is vastgesteld kan dit opnieuw effect hebben bij een verzoek om herleving of herbeoordeling.³

Verbeteren kwaliteit en herstel maatmanloon

Hoewel UWV het maatmanloon in een groot deel van de dossiers goed vaststelt (77,2%), worden er op dit moment te veel fouten gemaakt. Ik heb UWV daarom nadrukkelijk gevraagd om de kwaliteit van de vaststelling van het maatmanloon te verbeteren. UWV onderzoekt daartoe op welke manieren extra controles kunnen worden uitgevoerd om nieuwe fouten zoveel mogelijk te voorkomen. Ten eerste regelt UWV dat vanaf 15 april er altijd een vier ogen principe geldt bij het vaststellen van het maatmanloon. Verder wordt in het rapportagesysteem (Bravo) extra ondersteuning geboden voor de professional om het maatmanloon correct vast te stellen. Daarnaast zet UWV in op het zoveel mogelijk fysiek spreken van de client bij een WIA-beoordeling. Dit geeft betere mogelijkheden om de berekening van het maatmanloon met de client door te spreken. Tot slot gaat UWV regelen dat bij een herleving of herbeoordeling altijd een controle plaatsvindt op de berekening van het maatmanloon en dat dit waar nodig wordt gecorrigeerd. Daarnaast wil UWV het maatmanloon controleren bij de overgang van de loongerelateerde uitkering naar de vervolguitkering. Op die manier wordt beoogd om de fout te herstellen voordat deze impact heeft op de hoogte van de uitkering. UWV onderzoekt wat hier precies mogelijk is en houdt daarbij ook rekening met de gevolgen voor mensen die dit raakt.

Naast het voorkomen dat fouten bij een herleving of herbeoordeling doorwerken en het verbeteren van de kwaliteit voor de toekomst speelt de vraag wat we doen met fouten uit het verleden. Mijn uitgangspunt is dat mensen moeten krijgen waar zij recht op hebben en dat zij erop moeten kunnen vertrouwen dat UWV juiste beslissingen neemt. Bij het maatmanloon is dit onvoldoende het geval geweest. Helaas is het niet mogelijk om de fouten uit het verleden op te sporen en van daaruit te herstellen. Het opsporen van alle mogelijke fouten bij de vaststelling van het maatmanloon over een langere periode en het eventueel herstel daarvan zou een zeer omvangrijke operatie betekenen. Anders dan bij de correctie van daglonen zouden alle dossiers handmatig moeten worden onderzocht. De aard van de vaststelling van het maatmanloon leidt er namelijk toe dat vooraf geen goede splitsing kan worden gemaakt tussen dossiers met en zonder risico op fouten. Daarnaast zijn er andere medewerkers nodig voor controle op het maatmanloon dan bij de controle van het dagloon. Voor het maatmanloon gaat het met name om arbeidsdeskundigen. Hun inzet is ook cruciaal bij de WIA-beoordelingen. Gelet op de al te grote en naar verwachting nog verder oplopende achterstanden bij de WIA beoordelingen acht ik het in dat licht onverantwoord om daar bovenop een brede hersteloperatie voor het maatmanloon te laten uitvoeren. Wel worden met gerichte acties fouten in het maatmanloon opgespoord en gecorrigeerd voordat zij kunnen doorwerken bij een herleving of herbeoordeling van de uitkering.

UWV onderzoekt daarnaast hoe controle en herstel rondom de overgang van de loongerelateerde uitkering naar de vervolguitkering kan plaatsvinden.

Een samenhangende aanpak

In de afgelopen periode heeft UWV verschillende fouten geconstateerd die van invloed zijn op de uitkering van mensen en is er sprake van andere herstelacties die van invloed zijn op de hoogte van een WIA-uitkering. Naast de herstelactie daglonen gaat het om: loonloze tijdvakken, de indexering van WIA-daglonen, de abonnementsservice AW en arbeidsongeschiktheidspensioen. Ik begrijp de zorgen over de stapeling van fouten en andere herstelacties en de effecten daarvoor voor mensen. Het herstel van deze zaken vraagt om een aanpak die zich rekenschap geeft van het feit dat mensen geconfronteerd kunnen worden door meerdere herstelacties tegelijk. UWV zal bij de herstelaanpak mensen centraal zetten. Het is de bedoeling van UWV om voor mensen die met meerdere herstelacties tegelijk worden geconfronteerd, het herstel in één keer uit te voeren.

Ik wil benadrukken dat fouten die betrekking hebben op het maatmanloon los staan van fouten die gemaakt zijn bij het dagloon. Voor fouten die gemaakt zijn bij de berekening van de hoogte van de uitkering is UWV een herstelactie aan het opzetten waarin de dagloonberekening gecontroleerd en waar nodig gecorrigeerd wordt. Daarbij worden ook de bovenstaande herstelacties meegenomen.

In reactie op de motie van het lid Van Kent (Kamerstuk 26 448, nr. 787) kan ik hiermee ook aangeven dat er vanuit de organisatie die UWV opzet voor de herstelactie geen uitkeringen beëindigd zullen worden als gevolg van aanpassing van arbeidsongeschikheidspercentages.

Claim Beoordelings- en Borgingssysteem (CBBS)

In het auditrapport dat de basis vormt voor het maatmanloononderzoek staan ook bevindingen over het gebruik van CBBS opgenomen. Het CBBS wordt bij de WIA-claimbeoordeling gebruikt om te bepalen welk type functies iemand nog kan doen, gegeven het medische oordeel van de verzekeringsarts. Op basis van de in het CBBS geselecteerde functies kan het arbeidsongeschiktheidspercentage bepaald worden⁴. De bevindingen uit het auditrapport heeft UWV teruggelegd in de districten om te leren van de bevindingen. De onderzoekers van UWV hebben geen nadere bestudering uitgevoerd van de terugleggingen. UWV geeft aan dat de bevindingen rondom CBBS voldoende aanknopingspunten bieden voor het verbeteren van de kwaliteit, met name daar waar het gaat om het onderbouwen van de beoordeling. Een verdiepend onderzoek voegt daar weinig aan toe. De kwaliteit van het gebruik van CBBS is wel onderdeel van de periodieke MOK’s.

4. Fouten indexatie maatmanloon

In de brief van 10 maart jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over fouten die UWV heeft gemaakt met de indexcijfers voor het maatmanloon. De oorzaak van de fouten was gelegen in een tijdelijke handmatige werkwijze. UWV heeft dit inmiddels structureel opgelost door aanpassing van het ICT-systeem.

In die brief van 10 maart jl. is aangegeven dat UWV een analyse doet naar de omvang en de impact van deze fouten. UWV verwacht de analyse later deze maand af te ronden. Het is daarmee helaas niet mogelijk om de uitkomsten van de analyse aan uw Kamer te doen toekomen vóór het plenaire debat dat gepland staat op 16 april a.s. Conform het verzoek van het lid Patijn in het ordedebat van 11 maart 2025 zal ik over dit onderwerp uiteraard terugkomen in een brief.

Op dit moment heeft UWV wel de volgende nadere inzichten ten opzichte van de brief van 10 maart jl. (Kamerstuk 25 883, nr. 520) UWV heeft aangegeven dat fouten met de indexcijfers zich, naast de WIA, ook hebben voorgedaan in de Ziektewet. In de Ziektewet kunnen fouten met indexcijfers ertoe leiden dat bij de Eerstejaarsziektewetbeoordeling ten onrechte is vastgesteld dat er geen recht meer is op een Ziektewetuitkering. Ook is duidelijk dat de fouten in de indexatie van het maatmanloon alleen gevolgen kunnen hebben voor mensen waarbij het arbeidsongeschiktheidspercentage 1% van een klassegrens verwijderd is (bijvoorbeeld 1% boven of onder de 35% of 80%). De verwachting van UWV is daarmee dat het in de WIA en de Ziektewet om zeer kleine aantallen zal gaan en dat er geen tot zeer beperkte impact is op de andere regelingen. Tot slot heeft UWV laten weten dat zij fouten bij mensen die als gevolg van een fout met de indexering van het maatmanloon ten onrechte geen WIA-uitkering hebben gekregen of voor wie de Ziektewet ten onrechte is beëindigd, met terugwerkende kracht, zo snel als mogelijk zal herstellen. Indien cliënten naar aanleiding van een nabetaling behoefte hebben aan extra (financiële) ondersteuning kan UWV hierin voorzien.

5. Slot

Ik realiseer mij dat het aantal en de diversiteit van fouten het vertrouwen in een zorgvuldige en goede beoordeling onder druk zet. Samen met UWV werk ik aan een verbeteraanpak die maatregelen bevat voor de korte en lange termijn. Ook moet het nieuwe kwaliteitssysteem zo snel mogelijk bijdragen aan een betere sturing en controle op de kwaliteit van de uitvoering. In de tussentijd kunnen mensen die zorgen hebben over de juistheid van hun beoordeling terecht bij het speciale team van cliëntondersteuners bij UWV.

Wat betreft de kwaliteit van de WIA- en de Wajong in algemene zin geeft het nieuwe kwaliteitssysteem periodiek inzicht in de meest gemaakte fouten. UWV kan hierdoor gericht actie inzetten en het kwaliteitsbewust werken in de organisatie structureel wordt vergroot. De voortgang op de acties van UWV gericht op het verbeteren van de kwaliteit volg ik nauwlettend. Tot het moment dat UWV het kwaliteitssysteem volledig heeft geïmplementeerd en dit op een kwalitatief juiste wijze werkend is voor alle sociaal-medische beoordelingen en dienstverlening, zal ik uw Kamer periodiek informeren over de voortgang en resultaten.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Y.J. van Hijum

---

1. Kamerstukken II 2024/25, 26 448, nr. 812.↩︎

2. Door afrondingsverschillen tellen de percentages niet op tot 100%.↩︎

3. Voor meer informatie over de werking van de WIA-claimbeoordeling, zie hoofdstuk 2 van de Overkoepelende rapportage kwaliteit van UWV (bijlage 1).↩︎

4. Voor meer informatie over de werking van de WIA-claimbeoordeling, zie hoofdstuk 2 van de Overkoepelende rapportage kwaliteit van UWV (bijlage 1).↩︎