Verslag Energieraad 17 maart 2025
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Brief regering
Nummer: 2025D17126, datum: 2025-04-15, bijgewerkt: 2025-04-17 13:34, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-1124 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.
Onderdeel van zaak 2025Z07523:
- Indiener: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-04-17 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-04-22 17:00: Energieraad (informeel) d.d. 12-13 mei 2025 (Commissiedebat), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-05-13 16:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
Preview document (🔗 origineel)
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 1124 Brief van de minister van Klimaat en Groene Groei
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2025
Bijgevoegd vindt u het verslag van de formele Energieraad die op 17 maart 2025 plaatsvond in Brussel. Middels deze brief geeft het kabinet ook opvolging aan de motie van het Kamerlid Kröger1 over het inventariseren in de EU hoe de Amerikaanse klimaatwetenschap ondersteund kan worden.
Zoals ik eerder in de Kamer heb aangegeven volg ik de ontwikkelingen in de VS op de voet en ben ik bezorgd over recente ontwikkelingen die de veiligheid van klimaatwetenschap en klimaatdata ondermijnen. Het is duidelijk dat de Trump administratie besloten heeft om uit het Akkoord van Parijs te stappen, en ook bezig is om binnenlands en in andere internationale kaders klimaatactiviteiten en klimaatwetenschap te beperken. Zo is de hoofdklimaatwetenschapper bij NASA, dr. Kate Calvin, tevens co-voorzitter van werkgroep III (mitigatie) van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), ontslagen en haar ondersteunende technische staf (TSU) voor de IPCC-werkgroep ontbonden. Daarmee komt ook het functioneren van het IPCC en het tijdig starten van het opstellen van de nieuwe IPCC rapporten in het geding. Om deze rapporten uiterlijk in 2028 gereed te hebben voor de volgende global stocktake onder het Akkoord van Parijs moet dit jaar het selectieproces van de auteurs worden afgerond. Dr. Calvin werkt inmiddels zonder ondersteunend team door vanuit de Universiteit van Washington. Europese en andere landen hebben in IPCC kader informeel besproken over hoe aan Dr. Calvin ondersteuning zou kunnen worden geboden en er is informeel contact om de bereidheid tot ondersteuning aan te geven.
De ontslagen en bezuinigingen bij federale instellingen in de VS raken de klimaatklimaatwetenschap in veel bredere zin. Hierdoor wordt bijvoorbeeld ook belangrijk klimaatonderzoek stopgezet evenals het bijhouden en beheer van langjarige klimaatdatasets. Conform mijn toezegging aan het Kamerlid Kröger tijdens het Commissiedebat van 5 maart jl. is het mijn inzet om in Europees verband samen te werken om de belangrijkste datasets veilig te stellen en Amerikaanse wetenschappers optimaal te ondersteunen. Hierover blijf ik met Europese en andere collega’s in gesprek en op de aanstaande informele Milieuraad (28-29 april) zal Nederland in het geagendeerde beleidsdebat over desinformatie m.b.t. milieu- en klimaatbeleid oproepen tot een sterke Europese samenwerking en inzet op het ondersteunen van klimaatwetenschap en het veiligstellen van klimaatdata wereldwijd.
De minister van Klimaat en Groene Groei,
S.T.M. Hermans
Verslag formele Energieraad 17 maart 2025
Op maandag 17 maart vond in Brussel de formele Energieraad plaats. De Raad stond hoofdzakelijk in het teken van de mededeling van de Europese Commissie over het Actieplan voor Betaalbare Energieprijzen en de EU-energieveiligheidsarchitectuur. Ook stonden enkele diversenpunten op de agenda.
Beleidsdebat over het Actieplan voor Betaalbare Energieprijzen
Tijdens de Raad spraken de ministers voor het eerst sinds de publicatie op 26 februari over het Actieplan voor Betaalbare Energieprijzen. De Eurocommissaris voor Energie en Wonen, Dan Jørgensen, gaf een introductie. De Commissie duidde de noodzaak van het actieplan om energieprijzen te verlagen voor huishoudens en bedrijven en benadrukte het belang om de energietransitie door te zetten. Juist in de huidige geopolitiek turbulente tijden is het van belang afhankelijkheid van fossiele energie af te bouwen en de opschaling van schone energie te versnellen. Concreet noemde de Commissie het belang van meer marktintegratie, fysieke interconnecties, slimmere en flexibelere netwerktarieven, digitalisering en het streven naar een genuine Energy Union. De Commissie gaf ook aan dat de gasmarkt transparanter moet opereren. Om te zorgen voor langetermijnprijsstabiliteit voor industriële consumenten verwees de Commissie naar maatregelen uit het actieplan om langetermijncontracten te stimuleren, zoals onder andere door een pilot van de Europese Investeringsbank (EIB) voor het faciliteren van Power-Purchase-Agreements (PPA’s). Ook lichtte de Commissie toe dat vergunningprocedures voor de aanleg van energie-infrastructuur versneld moeten worden. Op korte termijn kunnen lidstaten de energiebelasting en heffingen verlagen.
Alle lidstaten erkenden dat hoge energieprijzen moeten worden aangepakt om hiermee de concurrentiekracht van de EU te vergroten. Om dit te bereiken riep een groot deel van de lidstaten op tot een verdere uitrol van (grensoverschrijdende) elektriciteitsinfrastructuur en de daarmee samenhangende versterking van interconnecties. Veel lidstaten wezen hierbij op het belang van voldoende financiering zoals door verruiming van de Connecting Europe Facility (CEF-fonds) voor energie en sommige op de noodzaak voor een eerlijk kostendelingsmechanisme voor de aanleg van nieuwe infrastructuur. Meerdere lidstaten benadrukten het belang van versnelde uitrol van hernieuwbare energie. Andere lidstaten benadrukten voorstander te zijn van een technologieneutrale aanpak en extra inzet op kernenergie om de koolstofuitstoot omlaag te brengen. Veel lidstaten herhaalden het belang van versnelling van vergunningprocedures, voor zowel hernieuwbare energieprojecten als voor bijvoorbeeld de ontwikkeling van kleine modulaire kernreactoren (SMR’s). Veel lidstaten pleitten voor versimpeling en meer harmonisatie van capaciteitsmechanismen. Nederland benadrukte dat veel elementen uit het Actieplan in lijn zijn met de eerder uitgedragen inzet van Nederland ter versterking van de interne energiemarkt door betere interconnectie, sterkere harmonisatie van de methodologie van de netwerktarieven, versnelling van vergunningprocedures en rechtvaardige kostendeling voor nieuwe grensoverschrijdende projecten voor de aanleg van nieuwe energie-infrastructuur op zee. Ook enkele andere lidstaten benadrukten het belang van meer harmonisatie van de netwerktariefmethodologie en kostendeling voor infrastructuur.
Beleidsdebat over de EU-energiezekerheidsarchitectuur
De Commissie introduceerde het beleidsdebat door aandacht te vragen voor de toename van concrete aanvallen op het energiesysteem. De Commissie gaf aan dat gedurende de energiecrisis in 2022 zwakke plekken in het energiesysteem zichtbaar zijn geworden en dat we moeten werken aan een energiesysteem dat veilig, betaalbaar en weerbaar is. De Commissie benoemde de volgende bedreigingen voor het energiesysteem: fysieke aanvallen, cyberaanvallen en klimaatrisico’s zoals toenemende hevige stormen en hittegolven. De Commissie werkt aan een herziening van het EU-energieveiligheidsraamwerk, die wordt verwacht in 2026. Ook verwees de Commissie naar haar gepubliceerde EU actieplan voor kabelveiligheid2. De Commissie gaf aan dat de inzet is om de energiezekerheid te borgen door preventie, detectie, respons en paraatheid beter te coördineren.
Alle lidstaten erkenden het belang van een betaalbaar, veilig en weerbaar energiesysteem in de EU, zeker in de huidige geopolitieke context. Om de energiezekerheid te vergroten wezen veel landen op het belang van diversificatie van energiebronnen, zowel van eigen bodem als voor de import van energie en voorkomen van nieuwe strategische afhankelijkheden. Meerdere lidstaten wezen op recente ontwikkelingen in de Baltische Zee en pleitten voor een kader ter bescherming van kritieke infrastructuur tegen hybride dreigingen. Enkele lidstaten wezen hierbij op het belang van een sterkere EU coördinatie en EU middelen bij beschadiging van kabels door derden. Ten aanzien van de herziening van de EU-verordening gasleveringszekerheid benadrukte Nederland dat in een geval van verstoring of crisis van de energieleveringszekerheid energiebesparing een eerste prioriteit is en essentiële industriële afnemers beter moeten worden beschermd. Ook pleitte Nederland voor vereenvoudiging van het solidariteitsmechanisme tussen EU-lidstaten.
Momenteel lopen de onderhandelingen over de verlenging van de tijdelijke gasopslagdoelen. Over de Nederlandse inzet ten aanzien van dit verlengingsvoorstel is de Kamer recent middels een Kamerbrief geïnformeerd3. Conform de inzet zoals geformuleerd in deze brief heeft Nederland tijdens de Energieraad het belang benadrukt van voldoende goed gevulde gasopslagen. Tegelijkertijd heeft Nederland kritiek geuit op de huidige (tussentijdse) vuldoelstellingen omdat deze te rigide zijn, hetgeen kan leiden tot een negatieve spread tussen de zomer- en winterprijzen van gas vanwege een hoge gasvraag in de zomer gecombineerd met de zekerheid dat er in de daarop volgende winter voldoende gas zal zijn. Hierdoor komt een disproportionele financiële last te liggen bij lidstaten met een relatief grote opslagcapaciteit, zoals Nederland. Daarom pleit Nederland ervoor dat de Europese vuldoelstellingen worden vastgesteld op basis van een breder beeld van de gasinfrastructuur en gasvraag per lidstaat. Tevens heeft Nederland om flexibilisering van de Europese vuldoelstellingen gevraagd. Voor de voor 2026 aangekondigde herziening van het Europees leveringszekerheidsraamwerk ziet Nederland graag een evaluatie en analyse van de huidige Europese opslagbepalingen. Een aantal andere lidstaten gaf ook aan dat de huidige opslagdoelen te rigide zijn. Een groep lidstaten gaf verder aan voorstander te zijn van de integratie van regelgeving omtrent de gas- en elektriciteitssector in één gemeenschappelijk wettelijk kader om harmonisatie en coördinatie te maximaliseren. Een meerderheid van de lidstaten, waaronder Nederland, stelde juist dat het, ondanks de nauwe verwevenheid tussen de gas- en elektriciteitsmarkten, van belang is terughoudend te zijn om de regelgevingen voor gasleveringszekerheid en risicoparaatheid voor de elektriciteitssector in één wetgevend kader te integreren vanwege de verschillen tussen beide markten.
Diversenpunten
Energiesituatie in Oekraïne (in aanwezigheid van de Oekraïense minister van Energie)
De Oekraïense minister German Galushchenko bedankte EU lidstaten voor alle steun en gaf een overzicht van de huidige energiesituatie in Oekraïne die wordt gekenmerkt door de hevige en geïntensiveerde aanvallen van Rusland. Galushchenko gaf aan dat de aanvallen door Rusland de afgelopen winter de zwaarste waren sinds de inval. Hij gaf aan dat door de massaliteit van de aanvallen reparaties aan het energiesysteem lang duren en dat sommige warmte- en elektriciteitsinfrastructuur onherstelbaar is beschadigd. Zowel de Commissie als bijna alle lidstaten spraken brede steun uit voor Oekraïne en benadrukten het belang van hulp bij het verdedigen van het energiesysteem van Oekraïne en wezen op de samenhang met het streven naar energieveiligheid in de huidige gespannen geopolitieke context.
Eisen in de gedelegeerde handeling voor hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (RFNBO’s) (op verzoek van de Tsjechische delegatie)
Tsjechië, met steun van enkele andere lidstaten, benadrukte in de introductie van dit agendapunt dat hernieuwbare waterstof essentieel is voor de energietransitie, maar constateerde dat de markt momenteel nog achterblijft bij de gestelde doelen. Het gaf aan dat de strikte eisen voor hernieuwbare waterstof de opschaling belemmeren en pleitte voor evaluatie en herziening van de eisen onder de gedelegeerde handeling hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (RFNBO’s). Andere lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan te erkennen dat de ontwikkeling van de waterstofmarkt langzamer gaat dan gehoopt en dat zij open staan voor beperkte en gerichte aanpassingen om de infaseringsperiode van sommige eisen te verruimen, maar wezen ook op het belang van investeringszekerheid. Meerdere lidstaten gaven aan dat de ontwikkeling van waterstofinfrastructuur moet worden versneld en dat vergunningverleningsprocedures moeten worden verbeterd.
EU elektriciteits- en gasmarkt (informatie van ACER)
ACER, de Europese samenwerkingsorganisatie voor energietoezichthouders presenteerde het monitoringrapport over ontwikkelingen op de elektriciteits- en gasmarkt. ACER gaf aan dat Europese energieprijzen nog steeds sterk gecorreleerd zijn met Aziatische markten, maar minder met die in de VS. Prijspieken zijn minder extreem dan tijdens de crisis, maar volatiliteit blijft hoog door gebrek aan kortetermijnflexibiliteit zoals opslag en vraagsturing. Zonne-energie groeit snel, terwijl gasverbruik daalt. Gasafhankelijke landen blijven een sterke correlatie houden tussen gas- en elektriciteitsprijzen. De EU bevindt zich in een moeilijke transitiefase, maar de boodschap was dat de EU moet inzetten op de volgende prioriteiten: grensoverschrijdende capaciteit en flexibiliteit is cruciaal, een evaluatie van de verschillende elementen van de energierekening, waaronder nettarieven, is nodig en betere samenwerking en grensoverschrijdende transportcapaciteit leidt tot efficiëntie en welvaartswinst.
Paraatheid aankomende winter van 2025-2026 (informatie van de Commissie)
De Commissie presenteerde de huidige stand van zaken wat betreft de paraatheid voor energievoorziening in de EU in de aankomende winter van 2025-2026. De Commissie gaf aan dat aan het eind van afgelopen winter de EU veerkracht heeft getoond na het verwachte einde van de Russische gastransit via Oekraïne. Ondanks een hogere blootstelling aan prijsfluctuaties voor sommige lidstaten, zorgden de voorbereiding en transparantie van de EU voor stabiliteit. De opslagniveaus van de EU zullen naar verwachting voldoende zijn voor de winter van 2025-2026. Vooruitkijkend stelt de Commissie voor om de gasopslagverordening met twee jaar te verlengen en deze aan te passen aan de veranderende marktomstandigheden. Daarnaast presenteerde de Commissie dat de verwachting is dat het wereldwijde LNG-aanbod vanaf 2026 toeneemt, wat de druk op de prijzen zal verlichten. De elektriciteitsvoorziening blijft gunstig met toenemende capaciteit van hernieuwbare energie en goede nucleaire productie.
Synchronisatie Baltische elektriciteitssysteem met het continentale systeem (op verzoek van de Estse, Letse en Litouwse delegaties)
Estland, Letland en Litouwen lichtten de succesvolle synchronisatie eerder dit jaar van het Baltische elektriciteitssysteem met het continentale systeem toe. Dit werd door de Commissie gepresenteerd als krachtige verdere integratie van de EU elektriciteitsmarkt, evenals een blijk van solidariteit. In de Raad werd positief gereageerd op deze mijlpaal.
Kamerstuk 21 501-33, nr. 1117.↩︎
EUR-Lex - 52025JC0009 - EN - EUR-Lex (publicatie: 21 februari 2025).↩︎
Kamerstuk 29 023, nr. 557.↩︎