Geannoteerde Agenda Informele Energieraad 13 mei 2025
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Brief regering
Nummer: 2025D17157, datum: 2025-04-15, bijgewerkt: 2025-04-22 12:10, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-33-1125).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-1125 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.
Onderdeel van zaak 2025Z07551:
- Indiener: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-04-17 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-04-22 17:00: Energieraad (informeel) d.d. 12-13 mei 2025 (Commissiedebat), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-04-24 14:29: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-13 16:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 1125 BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2025
Bijgevoegd vindt u de geannoteerde agenda voor de informele Energieraad van 13 mei 2025 in Warschau, Polen.
De Minister van Klimaat en Groene Groei,
S.Th.M. Hermans
Geannoteerde Agenda informele Energieraad 13 mei
Op 13 mei a.s. vindt in Warschau de informele Energieraad plaats onder het Poolse Voorzitterschap (hierna: het voorzitterschap). De formele agenda en de stukken die duiding geven aan de inhoud van de discussies ontbreken momenteel nog, maar naar verwachting zal de Raad in het teken staan van energieveiligheid. Het is aannemelijk dat in ieder geval gesproken zal worden over de EU-energieveiligheidsarchitectuur en de situatie in Oekraïne. Tijdens de informele Energieraad is geen besluitvorming voorzien.
Energieveiligheid
Het Poolse voorzitterschap heeft aangekondigd tijdens de formele Energieraad in juni 2025 Raadsconclusies aan te willen nemen over energieveiligheid. Veiligheid is een prioriteit van het voorzitterschap en in de huidige geopolitieke context komt ook energieveiligheid hoog op de agenda te staan. Tijdens de formele Energieraad van 17 maart jl. heeft al een beleidsdebat plaatsgevonden over de EU-energieveiligheidsarchitectuur. In dit beleidsdebat is gesproken over de bedreigingen voor het energiesysteem door fysieke aanvallen, cyberaanvallen en klimaatrisico’s, lessen uit de energiecrisis in 2022 en de aangekondigde herziening van het EU-energieveiligheidsraamwerk, die wordt verwacht in 2026. Er was eensgezindheid dat er gewerkt moet worden aan een energiesysteem dat veilig, betrouwbaar en betaalbar is. De verwachting is dat tijdens de informele Energieraad deze discussie wordt voortgezet.
Het kabinet deelt de notie dat een veilige, betrouwbare en betaalbare energievoorziening cruciaal is voor de economie en maatschappij. Hiervoor moeten risicovolle strategische afhankelijkheden worden afgebouwd en voorkomen. Via de kabinetsaanpak risicovolle strategische afhankelijkheden is het kabinet bezig om afhankelijkheden binnen het energiedomein in kaart te brengen, en te onderzoeken hoe we deze op een verantwoorde manier kunnen mitigeren1. Door de voorziening van energie te verduurzamen en te diversifiëren, kan de impact van onvoorspelbare internationale marktprijzen en eventuele prijspieken veroorzaakt door geopolitieke spanningen verkleind worden. Daarom zet Nederland zich in voor het verder versterken van Europese samenwerking op de interne energiemarkt, een goed geïntegreerd Europees energiesysteem en voldoende interconnecties omdat dit de duurzame energieproductie in de gehele EU ondersteunt. Nederland pleit daarnaast ervoor om de import van energiedragers en grondstoffen zoveel mogelijk te diversifiëren, zoals ook uiteen is gezet in de Energienota 20242. Op Europees niveau zijn de afgelopen jaren verschillende acties in gang gezet om risicovolle strategische afhankelijkheden te verminderen, zoals onder andere het REPowerEU-pakket waarmee energie-onafhankelijkheid wordt versneld. De Commissie heeft tot nadere orde de publicatie van de routekaart in het kader van REPowerEU uitgesteld gezien de geopolitieke ontwikkelingen. Het kabinet roept de Commissie op om tot een snelle publicatie te komen inclusief concrete maatregelen voor het uitfaseren van Russische brandstoffen.
Naast het vergroten van energieonafhankelijkheid zet het kabinet zich in voor het verhogen van de weerbaarheid van de energiesector als geheel, onshore en offshore, door het versterken van de vitale infrastructuur zowel fysiek als digitaal. Nationaal probeert het kabinet de veiligheid van energie infrastructuur te borgen door bijvoorbeeld in de locatiebeslissingen voor offshore windparken eisen te stellen aan vergunninghouders. Deze moeten een veiligheidsstrategie opstellen, waarbij ze fysieke weerbaarheidscomponenten, cyberveiligheid en economische veiligheid in acht moeten nemen. Maar ook internationale en Europese samenwerking is in dit kader van belang. Zo werkt Nederland nauw samen met andere Noordzeelanden om de offshore-infrastructuur te beschermen tegen dreigingen en verstoringen en wordt er binnen het Pentalaterale Energieforum gekeken naar de gevolgen van een cyberaanval op onderdelen van het elektriciteitssysteem via gezamenlijke crisisoefeningen. Nederland zal deze voorbeelden benoemen als manieren waarmee de veiligheid van de onderling verbonden energie-infrastructuur verbeterd kan worden.
Wat betreft de verordening betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector ziet het kabinet geen aanleiding voor een grote herziening. Nederland werkt momenteel, net als andere EU-landen, aan de herziening van het nationale risicoparaatheidsplan dat voortkomt uit deze verordening. Dit plan wordt afgestemd met buurlanden en de Europese Commissie en zal begin 2026 gereed zijn.
Het kabinet verwelkomt de door de Commissie aangekondigde herziening van de leveringszekerheidsverordening voor gas. Nederland zal aangeven dat in een geval van verstoring van de gastoevoer energiebesparing geprioriteerd zou moeten worden en essentiële industriële afnemers beter moeten worden beschermd, vooral tijdens langdurige verstoringen. Ook zal Nederland pleiten voor vereenvoudiging van het solidariteitsmechanisme tussen EU-lidstaten. Ten slotte is het van belang dat de leveringszekerheidsverordening praktisch en uitvoerbaar blijft. In het kader van de leveringszekerheidsverordening voor gas lopen momenteel ook de onderhandelingen over de verlenging van de tijdelijke gasopslagdoelen. Over de Nederlandse inzet ten aanzien van dit verlengingsvoorstel is de Kamer recent middels een Kamerbrief geïnformeerd3. Op 11 april heeft de Raad over dit voorstel een Algemene Oriëntatie bereikt. In de onderhandelingen in de Raad is het voorstel van de Commissie op een aantal punten aangepast. Deze aanpassingen hebben vooral tot doel meer flexibiliteit aan te brengen rond de tussentijdse vuldoelen en het per 1 november te behalen vuldoel. Dit om het gedrag van lidstaten en de maatregelen die zij nemen om de opslagen tijdig en adequaat gevuld te krijgen minder voorspelbaar te maken.
Situatie in Oekraïne
Tijdens de formele Energieraad van 17 maart jl. heeft de Oekraïense Minister German Galushchenko een overzicht gegeven van de huidige energiesituatie in Oekraïne. Zowel de Commissie als bijna alle lidstaten spraken brede steun uit voor Oekraïne en benadrukten het belang van hulp bij het verdedigen van het energiesysteem van Oekraïne en wezen op de samenhang met het streven naar energieveiligheid in de huidige gespannen geopolitieke context. Naar verwachting wordt deze discussie verder gevoerd tijdens de informele Energieraad.
Het kabinet is zich bewust van de dringende energiebehoeften in Oekraïne, als gevolg van de voortdurende Russische aanvallen op kritieke energie-infrastructuur in de afgelopen maanden. Nederland zal daarom tijdens de informele Energieraad waardering uiten voor alle inspanningen van de EU, haar lidstaten en G7+ partners om Oekraïne te ondersteunen in een gecoördineerde respons bij het aanpakken van dringende behoeften, zoals gasleveranties, maar ook op de langere termijn, zoals noodzakelijke EU-hervormingen in de energiesector. In lijn met de Kamerbrief over de staat van de oorlog in Oekraïne van 17 februari jl. zal Nederland tijdens de Raad aangeven dat het Oekraïne steunt en zal blijven steunen4. De Nederlandse inzet op het gebied van energie richt zich primair op het beschermen en herstellen van de Oekraïense infrastructuur en energiecapaciteit. Nederland steunt Oekraïne hierbij via internationale financiële instellingen zoals de Wereldbank en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) en de Europese investeringsbank (EIB) en helpt met technische assistentie voor hervormingen. Daarnaast steunt Nederland de Oekraïense energiesector ook door het bedrijfsleven te stimuleren om actief te blijven of worden in Oekraïne. Hiervoor heeft het kabinet 58 miljoen euro ter beschikking gesteld voor in-kind energiesteun via Nederlandse bedrijven. Nederland zal tijdens de Raad aangeven dat dit soort stimuleringen via de private sector hard nodig zijn omdat overheden deze last niet alleen kunnen dragen en door actief in te spelen op de Oekraïense behoefte niet alleen de Oekraïense wederopbouw en bedrijfsleven wordt geholpen maar we ook ons eigen verdienvermogen ondersteunen.