[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de reactie op verzoek commissie over de Kabinetsinzet t.a.v. de ministeriële vergadering van de Raad van Europa van 16-17 mei in Straatsburg en terugblik op het afgelopen jaar (Kamerstuk 20043-142)

Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2025D17169, datum: 2025-04-15, bijgewerkt: 2025-04-18 13:14, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z07306:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Buitenlandse Zaken over de brief met de Antwoorden op vragen van de commissie over o.a. de Reactie op het verzoek van de commissie over de Kabinetsinzet t.a.v. de ministeriële vergadering van de Raad van Europa van 16-17 mei 2024 in Straatsburg en de terugblik op het afgelopen jaar (Kamerstuk 20043, nr.142) en de brief over de Kabinetsinzet Ministeriële Vergadering Raad van Europa (Kamerstuk 20043, nr 150).

De voorzitter van de commissie,

Klaver

Adjunct-griffier van de commissie,

Dekker

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

Vragen en opmerkingen van het lid van de SGP-fractie

II Antwoord / Reactie van de minister

III Volledige agenda


I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie volgen met veel interesse de onderhandelingen over de erkenning van het recht op een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu in het Europese Verdrag voor de Rechten voor de Mens (EVRM). Deze leden vinden dat de erkenning van dit mensenrecht van cruciaal belang is om burgers een adequaat beschermingsniveau te bieden. De leden vragen de minister waarom het Comité van Ministers nog geen besluit zal nemen over erkenning van het recht en de discussie nog verder moet voortzetten.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn van mening dat de handhaving en effectieve bescherming van het leefmilieu vaak tekortschieten door gefragmenteerde regelgeving. Het erkennen van het recht op een gezond leefmilieu in het EVRM zal bijdragen aan een meer coherent milieubeleid in zowel Nederland als Europa als geheel. Daarnaast zorgt het naar het oordeel van deze leden voor juridische duidelijkheid voor iedereen (burgers, overheden én bedrijven) op het Europese continent en zorgt het voor een gelijk speelveld voor bedrijven. Deelt de minister deze opvattingen? En zo nee, waarom niet? Deelt de minister ook de visie dat een juridisch bindende erkenning van dit recht ook rechtszekerheid kan bieden aan overheden, met name in het licht van arbitragezaken waarin bedrijven aanzienlijke compensatie eisen voor milieubeschermende maatregelen? Zo nee, waarom niet?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn tevreden met de toezegging van de minister om de naleving van de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) ten aanzien van de zaak van de Turkse mensenrechtenverdediger Osman Kavala bilateraal op hoog niveau aan de orde te blijven stellen. De leden vragen of de minister ook, in lijn met de motie- Paternotte en Piri (Kamerstuk 36410-V, nr. 55), de zaak van Selahattin Demirtas aan de kaak stelt. De leden vragen of de minister ook bij deze bijeenkomst van het Comité van Ministers voornemens is plenair aandacht te vragen voor beide zaken.

In het verslag van de NAVO Ministeriële Vergadering op 3 en 4 april lezen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie tevens dat de minister en marge van die vergadering zijn Turkse ambtsgenoot heeft aangesproken over de arrestatie van burgemeester İmamoğlu van Istanbul, conform de motie-Piri en Paternotte (Kamerstuk 28676, nr. 493). Deze leden vragen de minister hoe zijn Turkse ambtsgenoot deze zorgen beantwoordde. Ook vragen zij de minister of hij zich aansluit bij de oproep van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa voor de onmiddellijke vrijlating van burgemeester İmamoğlu. Ook vragen de leden welke stappen de minister in de Raad van Europa voornemens is te zetten, zolang Turkije uitspraken van het EHRM blijft negeren en fundamentele vrijheden uit het EVRM op systematische wijze schendt. De leden vragen de minister of hij de zorgen van de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa deelt over ‘democratic backsliding’ in Turkije.

In navolging hierop vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie bovendien waarom de systematische en ernstige mensenrechtenschendingen in lidstaat Georgië niet aan bod komen in de geannoteerde agenda. Zij vragen de minister om Georgië in het Comité van Ministers aan te spreken, het liefst samen met zo veel mogelijk gelijkgezinde landen, op de arrestatie van demonstranten, journalisten en politici, het hardhandige geweld tegen pro-democratie protesten, en de vele wetten bedoeld om het maatschappelijk middenveld de nek om te draaien.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken ten slotte op dat de mensenrechtenschendingen in Gaza en de Westelijke Jordaanoever niet aan bod komen in de geannoteerde agenda, terwijl Israël wel een waarnemende status heeft in de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa. De leden vragen of de minister voornemens om de mensenrechtenschendingen ter tafel te brengen en, zo nee, waarom niet.

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de kabinetsinzet voor de Ministeriële Vergadering van de Raad van Europa. Zij hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie zijn positief over de inzet op de inrichting van een speciaal agressietribunaal om misdaden te vervolgen ten behoeve van de Russische agressie in Oekraïne. Deze leden vragen of de minister nog knelpunten ziet voor de oprichting van dit tribunaal. Verder zijn zij geïnteresseerd in de totstandkoming van het compensatiemechanisme voor oorlogsschade als gevolg van de Russische agressie. De leden vragen in hoeverre de gesprekken over de claimscommissie, als onderdeel van het compensatiemechanisme, afgerond zijn. Ook vragen voornoemde leden wanneer een definitief besluit volgt over zowel het tribunaal als de claimscommissie. Als laatst, vragen deze leden of het kabinet nog andere kansen of knelpunten ziet voor het bijdragen aan de accountability voor Russische agressie in Oekraïne.

De leden van de VVD-fractie maken zich er hard voor om Oekraïense kinderen die gedeporteerd of illegaal verplaatst zijn uit Oekraïne, weer terug te brengen. Het kabinet geeft aan dat het hiertoe onderzoekscommissies ondersteunt die de kinderen identificeren, herenigen en rehabiliteren. De voornoemde leden vragen het kabinet of zij dit voldoende acht om bij te dragen aan dit urgente probleem. Wat zou Nederland samen met bondgenoten aanvullend kunnen doen om deze kinderen terug te krijgen uit Rusland? Ook willen deze leden weten wat de grootste knelpunten zijn voor het terugkrijgen van gedeporteerde Oekraïense kinderen. Tot slot willen deze leden weten of de misdadigers achter dit soort daden ook berecht zullen worden in het op te richten agressietribunaal.


Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Kabinetsinzet voor de Ministeriële Vergadering van de Raad van Europa (RvE) van 13–14 mei 2025. Deze leden hebben enkele vragen en opmerkingen over de inzet van het kabinet.

De leden van de NSC-fractie zijn tevreden dat Nederland de rol van voortrekker vervult op het thema Restoring Justice for Ukraine en dat het kabinet inzet op herbevestiging van de voortdurende steun aan Oekraïne via de Raad van Europa. Deze leden vragen of de minister ook zal aandringen op versnelling van de totstandkoming van een claimscommissie, als essentiële vervolgstap naast het reeds operationele Schaderegister voor Oekraïne. Welke mogelijkheden ziet de minister, gezien de huidige ontwikkelingen rondom een eventuele vrede in Oekraïne, om dit proces via de Raad van Europa te versnellen en te ondersteunen?

Met betrekking tot de situatie van Oekraïense kinderen vragen de leden van de NSC-fractie of de minister meer inzicht kan geven in de Nederlandse bijdrage aan de Consultation Group on the Children of Ukraine. Wat zijn sinds 2023 de concrete resultaten van deze inzet, bijvoorbeeld op het gebied van hereniging van kinderen met hun familie?

De leden van de NSC-fractie verwelkomen de inzet van Nederland voor de vrijlating van mensenrechtenverdediger Osman Kavala. Deze leden merken echter op dat in de kabinetsinzet geen expliciete aandacht wordt besteed aan de veroordeling van de burgemeester van Istanbul, Ekrem İmamoğlu, en daarmee zijn uitsluiting van deelname aan de presidentsverkiezingen in 2028. Zij wijzen op de eerdere krachtige verklaring van de voorzitter en rapporteurs van het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa hierover. In hoeverre zal tijdens de Ministeriële Vergadering aandacht besteed worden aan deze zorgwekkende gebeurtenis?

De leden van de NSC-fractie merken op dat de toetreding van Kosovo tot de Raad van Europa momenteel nog gevoelig ligt. Eerdere verslagen meldden dat Servië zich actief verzette tegen Kosovaars lidmaatschap. Deze leden vragen de minister hoe de relatie tussen Kosovo en Servië zich sindsdien heeft ontwikkeld en hoe realistisch hij het acht dat er dit jaar een besluit wordt genomen over de toetreding van Kosovo.


Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Steun aan Oekraïne

De leden van de D66-fractie steunen de voortrekkersrol van Nederland op het gebied van accountability van Rusland voor zijn agressie tegen Oekraïne. Wat is de verwachting van de minister met betrekking tot de politieke besluitvorming omtrent het oprichten van een speciaal tribunaal, zo vragen deze leden. Zij vragen de minister welke landen dwarsliggen en op welke termijn hij denkt dat het tribunaal gerealiseerd kan worden. Daarnaast steunen de aan het woord zijnde leden de inzet gericht op de totstandkoming van een compensatiemechanisme voor oorlogsschade als gevolg van de Russische agressie. Is de minister bereid tijdens de Ministeriële Vergadering ervoor te pleiten dat de Raad van Europa zich uitspreekt als voorstander van het confisqueren van Russische tegoeden met als doel dit geld in te zetten voor steun aan en wederopbouw van Oekraïne, zo vragen zij.

De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de Amerikaanse inzet met betrekking tot ontvoerde Oekraïense kinderen en vragen de minister of Nederland haar inzet om deze kinderen thuis te krijgen, kan opschroeven.

Een ‘Nieuw Democratisch Pact voor Europa’

De leden van de D66-fractie steunen de ‘Reykjavik Principles for Democracy’, maar zien dat lidstaat Hongarije zich steeds verder van deze principes verwijdert. Hoewel Hongarije regelmatig onderwerp is van kritische rapporten, resoluties en debatten, is het land niet onder toezicht geplaatst. Is de minister bereid ervoor te pleiten dat Hongarije onder toezicht wordt geplaatst en daarmee een volledig monitoringproces te starten, zo vragen zij.

Daarnaast maken de leden van de D66-fractie zich zorgen over de ontwikkelingen in Turkije na de arrestatie van de burgemeester van Istanboel en de reactie van de Turkse regering op de protesten die daarna ontstonden. Is de minister bereid dit op te brengen tijdens de Ministeriële Vergadering en het handelen van de Turkse overheid te veroordelen, zo vragen zij.

Implementatie Verklaring van Reykjavik

Tot slot lezen de leden van de D66-fractie dat Nederland heeft gepleit tegen verplichtingen voortvloeiend uit het actieplan met betrekking tot mensenrechten en milieu. Deze leden maken zich grote zorgen over de gezondheidsschade die mensen door heel Europa oplopen als gevolg van milieuvervuiling en vragen de minister hoe hij voornemens is zich binnen de Raad van Europa in te zetten voor het beperken van dergelijke gezondheidsschade.


Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie zijn verheugd dat vorig jaar aangestipte punten over onder andere het confisqueren van Russische tegoeden dichterbij zijn gekomen. Het gaat deze leden op dit vlak echter nog niet snel genoeg. Kan de minister aangeven of en hoe de Raad van Europa hierin een versnellende rol zou kunnen spelen?

De leden van de BBB-fractie maken zich verder nog steeds zorgen over een vorig jaar ook reeds besproken onderwerp, namelijk het lot van politieke gevangenen. Waar dit destijds over met name Rusland en Wit-Rusland ging, zouden deze leden in deze context ook de situatie in Turkije willen toevoegen, waar onlangs de populaire burgemeester van Istanbul werd gearresteerd, samen met andere politieke tegenstanders van Erdogan. Wat kan de Raad van Europa volgens de minister doen om het lot van deze politieke gevangenen te verbeteren en hen tegelijkertijd uitzicht te geven op een mogelijke vrijlating? Zijn er stappen die Nederland in die richting zou kunnen zetten?

De leden van de BBB-fractie maken zich ook zorgen over de ontvoering van duizenden Oekraïense kinderen en het lot van krijgsgevangen genomen Oekraïense en Russische soldaten. Dit tegen het licht van verontrustende berichten in de media hierover. Kan de minister in de Raad van Europa pleiten voor extra aandacht voor deze kwetsbare doelgroepen?

Hongarije gedraagt zich onder Orban dusdanig afwijkend van onze normen en waarden omtrent mensenrechten dat de leden van de BBB-fractie met zorgen de ontwikkelingen volgen rond het Hongaarse opzeggen van het lidmaatschap van het Internationaal Strafhof en het aannemen van een amendement dat de rechten van de LGBTQ+ gemeenschap ondermijnt. Kan de minister aangeven wat hij in de Ministeriële Vergadering van plan is hieraan te doen en wat de mogelijkheden zijn om Hongarije op dit vlak te waarschuwen dat dit tegen mensenrechten afspraken ingaat, waar ook de Europese Unie voor staat?

Met de Hongaarse situatie in gedachten vragen de leden van de BBB-fractie hoe de minister aankijkt tegen landen die willen toetreden tot de Raad van Europa en/of de EU. Welke van deze kandidaatlanden zijn goed op weg voor een of beide van deze lidmaatschappen en welke gaan juist de verkeerde weg in? Kan de minister daar een overzicht van geven met daarbij de meest recente stand van zaken, ook aangaande incidenten die dit vertragen?

Tot slot maken de leden van de BBB-fractie zich grote zorgen over destabiliserende ontwikkelingen aan de grenzen van Europa zoals in Syrië en Gaza. Deze leden zien het toegenomen antisemitisme in Europa als onacceptabel en zouden de minister willen vragen hier in de Raad aandacht voor te vragen. Kan de minister dit toezeggen en ons over de vorderingen hierover berichten?


Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben de stukken ten behoeve van de Ministeriele Vergadering ontvangen, danken de regering voor het toezenden daarvan en hebben nog enige vragen en opmerkingen.

De leden van de SGP-fractie waarderen de lange geschiedenis van de Raad van Europa als een gezaghebbend instituut op het gebied van mensenrechten en democratie. Daarbij biedt de Raad van Europa aanzienlijke meerwaarde, maar dreigt ook te veel verbreding aan onderwerpen en verschuiving van het taakgebied. Om gezaghebbend advies te blijven geven, samenwerking te faciliteren en recht te spreken met het EHRM hopen deze leden op complementariteit aan de andere internationale gremia met andere rollen, een focus op de kerntaken en goede samenwerking.

De leden van de SGP-fractie merken op dat ondanks het missen van een Defensiemandaat, de Raad van Europa wel werkt aan veiligheid, waaronder het tegengaan van terreurfinanciering , transnationale misdaad en witwassen. Deze leden vragen de minister toe te lichten hoe dit zich verhoudt tot de andere organisaties op dit gebied. Welke meerwaarde heeft dit ten opzichte van de EU die met minder lidstaten wel op Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) - en Economische en Financiële Zaken (ECOFIN)-terrein hier zeer actief tegen is en Europol die met meer en andere landen aan internationale justitiële samenwerking vorm geeft?

De leden van de SGP-fractie danken het kabinet voor deelname aan het sturingscomité voor de Reykjavik principes van democratie en vinden veel van deze principes cruciaal voor democratie en rechtstaat. Deze leden vragen echter wel hoe het kabinet zich dan opstelt en heeft opgesteld in het verleden als het in de principes ook over referenda gaat. Dit vragen de leden omdat Nederland momenteel geen referendumwet heeft en in het verleden deze heeft gehouden en daarna de wet heeft ingetrokken. Hoe ziet de sturing op internationale principes er dan uit, gegeven de situatie in Nederland zelf? De voornoemde leden merken wel op dat zij dit uit interesse vragen en zelf tegenstanders blijven van referenda.

De leden van de SGP-fractie maken zich zorgen om de paragraaf over gendergelijkheid en LHBTIQ. Hier menen deze leden dat dit de kaders van het EVRM toch dreigt op te rekken en dat er tussen veel lidstaten verschillen bestaan hierover en dat er dan ook afspraken gemaakt worden die onnodig veel in landen afdwingen of waar men maar half zal naleven. Acht het kabinet de Raad voor Europa echt het geëigende platform om over LHBTIQ en seksuele en reproductieve gezondheid (SRGR), inclusief abortus te spreken, zo vragen de leden van de SGP-fractie. Indien ja, kan het kabinet dan het krachtenveld schetsen rondom SRGR als dat in de strategie voor gendergelijkheid genoemd wordt, en met name welke accenten en duiding verschillende lidstaten daaraan geven en hoeveel daadwerkelijke opvolging er in lidstaten is naar aanleiding van deze strategie? De leden zijn kritisch op deze gang van zaken bij de Raad van Europa en kritisch op de inhoud van de strategie.

II Antwoord/ Reactie van de minister

III Volledige agenda


Brief regering - minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot – 10 mei

2024, Antwoorden op vragen commissie over o.a. de Reactie op verzoek commissie

over de Kabinetsinzet t.a.v. de ministeriële vergadering van de Raad van

Europa van 16-17 mei in Straatsburg en terugblik op het afgelopen jaar

(Kamerstuk 20043-142)

Brief regering - minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp – 11 april

2025 Kabinetsinzet Ministeriële Vergadering Raad van Europa