[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beleidsreactie Staat van het Onderwijs 2025

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025

Brief regering

Nummer: 2025D17279, datum: 2025-04-16, bijgewerkt: 2025-04-16 13:39, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VIII-171 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025.

Onderdeel van zaak 2025Z07602:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

Datum 16 april 2025
Betreft Beleidsreactie Staat van het Onderwijs 2025

Kennis en Strategie

Rijnstraat 50

Den Haag

Postbus 16375

2500 BJ Den Haag

www.rijksoverheid.nl

Contactpersoon

Onze referentie

51928296

Bijlagen
1

Goed onderwijs is het fundament van een welvarende samenleving, waarin iedereen de kans krijgt zich volledig te ontplooien. Met een goed opgeleide (beroeps)bevolking kun je bouwen aan een sterke economie, die voorbereid is op de vele uitdagingen die op Nederland afkomen. Op onze scholen ontwikkelen jonge mensen zich tot creatieve, kritische, samenwerkende en vaardige burgers, die weerbaar zijn voor veranderingen en kunnen bijdragen aan een gezonde, welvarende en veilige toekomst.

Iedereen die werkt in het onderwijs zet zich dag in dag uit in om de nieuwe generatie te inspireren en aan hun ontwikkeling bij te dragen. Daardoor gaan de meeste leerlingen met plezier naar school en voelen zij zich veilig. Dat is een van de bevindingen van de Staat van het Onderwijs (hierna: de Staat) die wij u bij dezen aanbieden, met dank aan de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie). Dat neemt niet weg dat het onderwijs nog steeds te kampen heeft met uitdagingen op het gebied van basisvaardigheden, personeelstekorten, onderwijsresultaten en sociale veiligheid. Hierdoor staat de kwaliteit van ons onderwijs onder druk. Hier is geen quick fix voor beschikbaar, dit vraagt om een langetermijnaanpak. In het vervolg van deze beleidsreactie lichten we er een aantal thema’s uit. We beschrijven verbeterplannen die al zijn ingezet, we gaan wat dieper in op het actuele onderwerp van de toegankelijkheid van het onderwijs en kijken naar de stand van zaken van sociale en digitale veiligheid.

Door op de ingeslagen weg naar verbetering

Een rode draad door de Staat vormt het nog onbenutte talent in de samenleving. Samen met het onderwijsveld werken wij er hard aan dit onbenutte talent tot bloei te brengen. Onder andere via het Masterplan basisvaardigheden hebben overheid en scholen de afgelopen jaren extra ingezet op het verbeteren van de kwaliteit van het funderend onderwijs. Deze inspanningen hebben een bemoedigende uitwerking. In het primair onderwijs laten de resultaten met betrekking tot taal en rekenen-wiskunde een stijgende lijn zien.1 Maar het blijft nodig om de basisvaardigheden van leerlingen verder te verbeteren, zoals ook de inspectie onderschrijft. Vooral onder vmbo-basis- en vmbo-kaderleerlingen blijven de reken- en taalprestaties onder het verwachte niveau. Het is van belang dat alle leerlingen met een goede basis het voortgezet onderwijs afsluiten. Wij werken samen met het onderwijsveld aan een Herstelplan kwaliteit funderend onderwijs, die we voor de zomer delen met uw Kamer.

Om de kwaliteit van het funderend onderwijs verder op orde te krijgen zijn toegewijde inzet en focus van alle partijen over meerdere jaren en meerdere kabinetten nodig. Het Herstelplan richt zich daarom specifiek op:

  • de verbetering van de resultaten op het gebied van lezen/schrijven/rekenen;

  • het borgen van voldoende en kwalitatief goed onderwijspersoneel;

  • de realisatie van de randvoorwaarden voor goed onderwijs in de klas.

Voor een sterke onderwijssector is aantrekkelijk werk essentieel. De Staat laat zien dat leraren enthousiast zijn over hun vak. Ze zijn tevreden over hun arbeidsomstandigheden, maar ervaren nog altijd een hoge werkdruk. Het Herstelplan heeft ook als doel om het werk in het onderwijs nog aantrekkelijker te maken.

Ook in het mbo wordt ingezet op het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs. In de sector zelf wordt met het Kwaliteitsnetwerk mbo gewerkt aan het versterken van het lerend vermogen van de instellingen en de kwaliteitsstructuur die daarbij past. In de aanpak basisvaardigheden wordt ook in het mbo gewerkt aan taal, rekenen en burgerschap. In de Beleidsbrief vervolgonderwijs, onderzoek en wetenschap zetten wij uiteen hoe wij ons in deze kabinetsperiode inzetten voor een toekomstbestendig stelsel van onderwijs en wetenschap, ook in het licht van dalende studentenaantallen in het hbo en wo en de consequenties daarvan. Wij zullen onder andere inzetten op extra sturing op het opleidingsaanbod.

Uit steekproeven van de inspectie in het mbo blijkt dat een aanzienlijk deel van de scholen specifiek op de standaard Studiesucces2 onvoldoende scoort. Dat komt volgens de inspectie door het hoge aantal studenten dat zonder diploma de mbo-opleiding verlaat. Op veel andere gebieden zien we dat de opleidingen er juist erg goed voor staan. Veruit de meeste opleidingen worden voldoende beoordeeld op bijvoorbeeld het pedagogisch-didactisch handelen van docenten, de veiligheid op school, de beroepspraktijkvorming en het examineren en diplomeren. We gaan de komende tijd met de scholen, de MBO Raad en de inspectie in gesprek over de duiding van deze cijfers en de weging van de verschillende standaarden. Studiesucces speelt momenteel een doorslaggevende rol bij het eindoordeel van een opleiding. Het is goed dat dit een belangrijke rol speelt, maar we moeten ook recht doen aan de factoren waar scholen geen invloed op hebben, zoals bijvoorbeeld de sociaaleconomische status en thuissituatie van studenten.

Het is goed dat de Staat aandacht besteedt aan het onderwijs in Caribisch Nederland. De zorgen over de kwaliteit van het onderwijs herkennen wij. We moeten daarin blijven investeren, zodat elk kind, waar het ook woont in Nederland, gelijkwaardige kansen krijgt om zich optimaal te ontwikkelen. In de derde Onderwijsagenda hebben de schoolbesturen, de Expertisecentra voor Onderwijszorg, de openbare lichamen van Bonaire, Saba en Sint Eustatius en het ministerie van OCW doelen en prioriteiten beschreven om gezamenlijk te werken aan een hogere kwaliteit van het onderwijs in Caribisch Nederland.3

Toegankelijkheid

De inspectie constateert dat het voor scholen steeds lastiger is om passend onderwijs aan te bieden. De druk op passend onderwijs heeft ook te maken met hoe het stelsel is ingericht. Wanneer er meer leerlingen worden doorverwezen naar het gespecialiseerd onderwijs heeft het samenwerkingsverband minder budget voor ondersteuning van leerlingen in het regulier onderwijs, omdat samenwerkingsverbanden één ondersteuningsbudget ontvangen. Doordat het beschikbare budget voor ondersteuning bij reguliere scholen kleiner wordt, kunnen zij minder leerlingen met ondersteuningsbehoeften een plek geven, waardoor de vraag naar plekken in het gespecialiseerd onderwijs verder toeneemt. Dit staat haaks op de gewenste beweging naar inclusief onderwijs. Hiermee neemt de druk op het onderwijs toe, wat onder andere leidt tot wachtlijsten in het gespecialiseerd onderwijs en zelfs tot uitval van leerlingen. Wij komen hier nader op terug in de brief over de voortgang van passend onderwijs in het funderend onderwijs die we u voor het commissiedebat van eind mei sturen.

In het mbo wordt het praktijkleren gestimuleerd, omdat het halen van een volwaardig mbo-diploma niet voor iedereen haalbaar of passend is. Met de Aanpak voortijdig schoolverlaten (VSV) werken we structureel aan het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters. Op 24 maart hebben we uw Kamer hierover geïnformeerd met de Voortgang actieplan voortijdig schoolverlaten.4 We hebben in eerdere jaren over de hele linie in het mbo een forse stijging gezien van de uitval en daardoor een dalend onderwijsresultaat. Hierdoor zijn veel opleidingen onder de norm van de inspectie gekomen. Inmiddels lijkt het tij in het mbo te keren. Zo is het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters, sinds de piek in schooljaar 2021/2022 van 25.544, inmiddels gedaald naar 22.308. Met de Aanpak VSV en de inzet van de mbo-instellingen in de kwaliteitsagenda’s mbo, wordt een verdere daling verwacht.

De inspectie constateert in de Staat dat wo-masteropleidingen regelmatig niet toegankelijk blijken voor hbo-gediplomeerden. Dit is gebaseerd op het onderzoek van de inspectie naar de doorstroom voor hbo-gediplomeerden naar wo-masters, dat op 20 februari is aangeboden aan uw Kamer5. Bijna een kwart (24,2%) van de wo-masteropleidingen blijkt niet toegankelijk voor hbo-bachelorgediplomeerden, en hbo-gediplomeerden worden regelmatig als groep uitgesloten van een wo-masteropleiding. Dit voorjaar sturen wij de Kamer een brief over toegankelijkheid, selectie en doorstroom in het hoger onderwijs. Daarin reageren we ook op de bevindingen van de inspectie over de doorstroom van hbo-gediplomeerden naar de wo-master.

Sociale en digitale veiligheid

In mei 2024 heeft de Arbeidsinspectie een rapport gepubliceerd over de afhandeling van meldingen over sociale veiligheid in het hbo en wo. Die afhandeling wordt soms als tekortschietend ervaren. De Staat verwijst hiernaar. Sinds de verschijning van het rapport zijn verscheidene verbeteracties ingezet. Zo is een onderzoek gestart naar de klacht- en meldprocedures op hogescholen en universiteiten, dat naar verwachting voor de zomer van 2025 aan uw Kamer zal worden gezonden. Dit sluit aan bij het advies van de Arbeidsinspectie om hier meer onderzoek naar te doen.

We werken momenteel aan een zorgplicht voor instellingen in het vervolgonderwijs om sociale veiligheid breder in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) te verankeren. Dit is een belangrijke stap om de sociale veiligheid van studenten in het mbo, hbo en wo te bevorderen en de inspectie handvatten te geven om hierop toe te zien. Dit wetsvoorstel zal naar verwachting in het najaar van 2025 in internetconsultatie gaan. Verder is in juni 2024 een regiegroep sociale veiligheid ingesteld om uitvoering te geven aan het landelijk (subsidie)programma sociale veiligheid waarmee universiteiten, hogescholen en studentenverenigingen gestimuleerd worden om samen te werken bij het vergroten van een sociaal veilige leer- en werkomgeving voor hun studenten en medewerkers.6 Voor dit landelijke programma is in de periode 2024 tot en met 2027 jaarlijks € 4 miljoen beschikbaar gesteld.7

Ook in het funderend onderwijs krijgt de zorg voor een veilige schoolomgeving volop de aandacht. De inspectie geeft aan dat de sociale veiligheid in het funderend onderwijs over het algemeen goed is, maar wel tekortkomingen kent. Het kabinet herkent dat en werkt aan versterking. Het wetsvoorstel Vrij en veilig onderwijs zorgt dat we meer zicht hebben op onveiligheid, dat we slachtoffers beter ondersteunen als er iets gebeurt en dat scholen hun veiligheidsbeleid gaan evalueren. We hebben een wetsvoorstel in voorbereiding om continue vog-screening in het onderwijs te realiseren en zetten daarnaast steviger in op preventie.

We onderschrijven de observatie van de inspectie dat naast fysieke en sociale veiligheid ook digitale veiligheid een steeds belangrijker thema wordt voor onderwijsinstellingen, zowel in het funderend onderwijs als het vervolgonderwijs. Grote en kleine incidenten hebben de afgelopen jaren laten zien dat bescherming van persoonsgegevens, rechtmatige besteding van bekostiging en de kwaliteit en continuïteit van het onderwijs in het gedrang komen bij een cyberaanval. Digitale veiligheid is daarom een centrale waarde die te allen tijde geborgd moet zijn voor leerlingen, studenten en onderwijsprofessionals.

In het funderend onderwijs helpt het normenkader Informatiebeveiliging en Privacy Funderend Onderwijs daarbij, door inzichtelijk te maken waar schoolbesturen voor moeten zorgen. Daarnaast werkt het programma Digitaal Veilig Onderwijs aan het verhogen van de digitale veiligheid in het funderend onderwijs door schoolbesturen bewustwording, professionalisering en ondersteuning te bieden. In het vervolgonderwijs wordt gewerkt met bestuurlijke afspraken. Zo moet elke mbo-, hbo- en wo-instelling aan een vooraf afgesproken normenkader voldoen, aangesloten zijn op een mechanisme om 24/7 dreigingen te monitoren en zich periodiek extern laten auditen. We zijn voornemens de Kamer binnenkort per brief te informeren over de maatregelen die we nemen om het niveau van cyberweerbaarheid in het gehele vervolgonderwijs verder te verhogen. Werken aan digitale veiligheid is niet vrijblijvend; daarom zijn toezicht en handhaving op het normenkader noodzakelijk. Hoe die eruit kunnen zien, bespreken we met de sector en de inspectie.

Tot slot

Er gaat veel goed met het onderwijs in Nederland. Dankzij de grote inzet van onderwijsprofessionals krijgen leerlingen en studenten de bagage mee om sterke en kundige individuen te worden. Maar er zit nog meer potentieel en talent in de samenleving dan er nu tot volle bloei komt. De Staat geeft een zeer waardevolle aanwijzing voor waar we nog slagen kunnen maken.

Wij danken het onderwijsveld voor zijn inzet en de inspectie voor deze Staat van het Onderwijs.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Eppo Bruins

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Mariëlle Paul


  1. Kamerstukken II, 2024-2025, 31 293, nr. 775.↩︎

  2. Deze standaard bestaat uit 3 indicatoren: het jaarresultaat, het diplomaresultaat en het startersresultaat.↩︎

  3. Kamerstukken II, 2023-2024, 36 410 VIII, nr. 133↩︎

  4. Voortgang actieplan voortijdig schoolverlaten | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎

  5. Onderzoeksrapport 'Hbo-ers gelijkgeschakeld' van de Inspectie van het Onderwijs | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎

  6. Stcrt. 2024, nr. 18015↩︎

  7. Kamerstukken II, 29 240, nr. 131↩︎