Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit houdende regels voor energiemarkten en energiesystemen (Energiebesluit)(Kamerstuk 36378-91)
Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet)
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2025D17726, datum: 2025-04-17, bijgewerkt: 2025-04-18 13:34, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J. Thijssen, voorzitter van de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: C.M. Teske, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z03852:
- Indiener: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-03-06 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-18 16:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-04-01 16:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-04-17 12:00: Ontwerpbesluit houdende regels voor energiemarkten en energiesystemen (Energiebesluit) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
Preview document (🔗 origineel)
Inbreng verslag van een schriftelijk overleg
De vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de minister van Klimaat en Groene Groei voorgelegd over het Ontwerpbesluit houdende regels voor energiemarkten en energiesystemen (Energiebesluit) (Kamerstuk 36 378, nr. 91).
De vragen en opmerkingen zijn op 17 april 2025 aan de minister van Klimaat en Groene Groei voorgelegd.
De voorzitter van de commissie,
Thijssen
Adjunct-griffier van de commissie,
Teske
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
II Antwoord / Reactie van de minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben het Ontwerpbesluit houdende regels voor energiemarkten en energiesystemen (Energiebesluit) gelezen en hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie herinneren de minister aan de aangenomen motie van het lid Kröger over het implementeren van de EU Electricity Market Design (EMD) en het mogelijk maken van een vrije leverancierskeuze bij energiedelen (Kamerstuk 36378, nr. 78), waarin de regering wordt verzocht het EMD-pakket in het voorjaar van 2025 te implementeren. Wat is de stand van zaken hiervan? Lukt dit nog voor 1 juni 2025 te behandelen zodat de ingangsdatum van 1 januari 2026 nog wordt gehaald?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zien graag dat er maximaal wordt voorgesorteerd op de implementatie van de EMD, zeker met het oog op eventuele vertraging. Kunnen er experimenten met vrije leverancierskeuze worden gefaciliteerd middels deze algemene maatregel van bestuur (AMvB) of via een andere weg? Is de minister hiertoe bereid? Onderdeel hiervan is bijvoorbeeld het toevoegen van energiedelen aan artikel 3.38 van het besluit.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie wijzen erop dat het lokaal delen van energie kostenbesparingen kan opleveren voor de hogere netvlakken. Deze leden lezen dit niet terug in het IBO-rapport Bekostiging Elektriciteitsinfrastructuur (Kamerstuk 29 023, nr. 553). Waarom is deze kostenbesparing niet meegenomen? Kan onderzoek worden gedaan naar de mogelijke besparingen? Deze leden vinden dat deze kostenbesparingen ook bij de deelnemers van lokaal energiedelen terecht moeten komen. Dit zou ook het wegvallen van de salderingsregeling enigszins kunnen compenseren. Is de minister bereid ervoor zorg te dragen dat kostenbesparingen door lokale energiedeling voor het landelijke energienet terecht komen bij degenen die lokaal energie delen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen wat de status is van het aangenomen amendement van de leden Kröger en Grinwis over middelen voor de SCE ten behoeve van burgerinitiatieven (Kamerstuk 36410-XIII, nr. 57). Hoeveel van deze 20 miljoen euro is al uitgegeven? Hoeveel aanspraak is er tot dusverre gemaakt op het budget van 100 miljoen euro van de SCE-regeling van 2025? Is het mogelijk om het niet-benutte budget van de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) 2025 aan te wenden voor de uitvoering van de visie op Energiegemeenschappen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen waarom in het eerste en het twee van artikel 1.2 van het Energiebesluit een beperking is opgenomen. Is het niet zo dat hoe meer gezamenlijke aansluitingen er zijn, hoe beter dit is voor het oplossen van de netcongestie?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie snappen dat geheimhouding rondom energie-infrastructuur noodzakelijk is. Het kan echter zijn dat energiehubs en energiegemeenschappen bepaalde informatie rondom energie-infrastructuur nodig hebben. Daarom zouden deze leden graag dat met betrekking tot lid c van artikel 3.4 van het besluit graag verduidelijkt willen zien dat ook energiehubs en energiegemeenschappen toegang krijgen tot bepaalde basisgegevens over de infrastructuur. Hierbij kan vanuit de distributiesysteembeheerder worden geëist dat een Non-Disclosure Agreement (NDA) wordt ondertekend om de geheimhouding te garanderen.
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie zijn beducht op een oneerlijk speelveld tussen leveren en delen wanneer leveringskosten onder balanceringskosten worden geschaard. Is de minister bereid tarieven te laten splitsen in leveringskosten en balanceringskosten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit houdende regels voor energiemarkten en energiesystemen. De leden van de VVD hebben op dit moment geen verdere vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het Energiebesluit en hebben daarover een vraag.
De leden van de NSC-fractie vragen met betrekking tot de contractuele verhouding tussen eindafnemer en leverancier (afdeling 2.1) hoe de minister voor eindafnemers met een kleine aansluiting waarborgt (kan normeren) dat deze contracten zodanig zullen worden vormgegeven dat zij enerzijds alle informatie bevatten die de eindafnemer nodig heeft op een maximaal inzichtelijke en begrijpelijke wijze, en het anderzijds mogelijk wordt dat de contracten van verschillende leveranciers op eenvoudige wijze met elkaar kunnen worden vergeleken.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het Energiebesluit. Zij waarderen de snelheid waarmee het Energiebesluit is opgesteld, , zodat het tijdig in werking kan treden. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie constateren dat in paragraaf 2.2, pagina 9–11 van de toelichting, uiteen wordt gezet onder welke voorwaarden een gezamenlijke aansluiting is toegestaan. Deze leden merken op dat de wettelijke eis van gecombineerde exploitatie weliswaar wordt genoemd, maar dat de nadere invulling hiervan wordt overgelaten aan de betrokken partijen. De toelichting noemt drie voor de hand liggende randvoorwaarden, maar stelt uitdrukkelijk dat deze niet noodzakelijk noch voldoende zijn.
De leden van de D66-fractie vragen of de minister erkent dat deze open norm de rechtszekerheid van partijen beperkt en de handhaafbaarheid door de toezichthouder bemoeilijkt. Zij vragen of de minister bereid is om een nadere uitwerking te geven van de minimumcriteria die gelden voor de invulling van gecombineerde exploitatie.
De leden van de D66-fractie lezen dat er in het schadevergoedingsregime voor windparken op zee (paragraaf 2.4.3, pagina 25–26) is gekozen voor een maximum vergoeding op basis van het vijfjaarsgemiddelde van de correctiebedragen van het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie (SDEK) met een toeslag van 50%. Zij vragen wat dit betekent in een situatie van prijspieken, zoals in 2022-2023. Is het terecht om met een vijfjaarsgemiddelde te rekenen, en niet met een actuele prijs?
In paragraaf 2.3, pagina 13–14 wordt uiteengezet dat energieleveranciers bij vergunningsaanvraag een solide financiële positie en gedegen inkoopstrategie moeten aantonen, onder meer via stresstests.
De leden van de D66-fractie steunen deze aanscherping, maar vragen of de Autoriteit Consument & Markt (ACM) over voldoende capaciteit beschikt om dit toezicht ook daadwerkelijk tijdens de looptijd van de vergunning uit te voeren. Deze leden vragen hoe vaak deze toets in de praktijk zal plaatsvinden, en of de ACM signalen over verslechterde financiële posities van vergunninghouders actief monitort. Zij verzoeken de minister tevens toe te lichten of periodieke rapportages of audits worden vereist van leveranciers, en zo ja, op welke gronden.
De leden van de D66-fractie vragen aandacht voor de meldplicht bij inbreuken op gegevensbeveiliging zoals beschreven in paragraaf 2.4, pagina 31. Deze leden vragen of er niet sprake is van een cumulatie van verplichtingen (ook op grond van de Wet beveiliging netwerk- en Informatiesystemen en de Algemene verordening gegevensbescherming) die voor partijen onoverzichtelijk of belastend kan zijn. Zij willen weten of de minister voornemens is deze meldplichten waar mogelijk te harmoniseren, bijvoorbeeld door één centraal meldpunt aan te wijzen, of te voorzien in een handreiking of richtsnoer voor partijen.
In paragraaf 2.4.1, pagina 17–18 wordt vermeld dat de delegatiegrondslag uit artikel 3.8, derde lid, sub b, van de Energiewet, betreffende regels over overdracht van eigendom van systemen na vervallen of intrekken van certificering, vooralsnog niet is ingevuld.
Deze leden vragen waarom ervoor is gekozen deze bepaling thans niet uit te werken, terwijl juist op dit terrein in het verleden juridische onduidelijkheid bestond. Zij vragen of de minister voornemens is alsnog van deze delegatiegrondslag gebruik te maken en op welke termijn zij voornemens is hierover duidelijkheid te verschaffen.
De leden van de D66-fractie merken op dat het bij het behandelen van de Energiewet veelvuldig is gegaan over decentrale netwerken. Ook deze leden zien lokale netwerken (microgrids) als een beloftevolle manier om onze energie-infrastructuur robuuster te maken. Zij vragen of de minister nader kan ingaan op de inspanningen die worden geleverd voor het realiseren van microgrids en vragen om een toezegging om onderzoek te doen naar goede inpassing hiervan, parallel aan het bestaande netwerk.
Tot slot hebben de leden van de D66-fractie vragen over energiedelen. Zij vragen de minister om helder uit te leggen wat het Energiebesluit nu wel en niet regelt voor energiedelen. Deze leden zijn van mening dat huishoudens met zonnepanelen op hun eigen dak hun opgewekte stroom zouden moeten kunnen verkopen aan een andere afnemer dan hun energieleverancier, zeker nu de salderingsregeling zal verdwijnen. Maakt het Energiebesluit deze administratieve handeling nu mogelijk? Zo nee, waarom niet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het Energiebesluit. Zij hebben nog enkele vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie waren blij met het besluit van de minister om het Tijdelijk Noodfonds Energie te verlengen. Zij herinneren zich echter ook hoe moeizaam die verlenging tot stand is gekomen. Het duurde lang voordat er tussen energiebedrijven, maatschappelijke organisaties en overheid overeenstemming was bereikt, en het is sterk de vraag of een verlenging naar de komende jaren erin zit. Hoe kijkt de minister hier tegenaan, Het IBO-rapport over de bekostiging van de elektriciteitsinfrastructuur (Kamerstuk 29 023, nr. 553) noemt de beleidsopties van een publiek energiefonds of sociaal tarief. Ook de ACM heeft hier vaak op gehint.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de minister bereid is om als opvolger van het Noodfonds een sociaal tarief in te stellen, of in ieder geval dat wettelijk mogelijk te maken.
De leden van de ChristenUnie-fractie memoreren de behandeling van de Energiewet, waarbij uitvoerig over het groepsverbod is gesproken. Deze leden merken op dat in het IBO over de bekostiging van de elektriciteitsinfrastructuur de vraag wordt opgeworpen of netbeheerders een grotere rol zouden moeten spelen in het zorgen voor meer (flexibele) opslagcapaciteit voor het elektriciteitsnetwerk of dat dit primair door marktpartijen moet gebeuren.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de minister bereid is om de suggestie uit het IBO over te nemen om te verkennen of er in de regelgeving meer ruimte kan worden geboden voor de netbeheerders. Zo nee, waarom niet?
II Antwoord / Reactie van de minister