Antwoord op vragen het lid Van Nispen over de zorgwekkende uitkomsten van de inspectie Gezondheid en Jeugd over de situatie van kinderen in de opvang.
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D18033, datum: 2025-04-18, bijgewerkt: 2025-04-22 09:45, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z03874:
- Gericht aan: M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
AH 1990
2025Z03874
Antwoord van minister Faber - Van de Klashorst (Asiel en Migratie) (ontvangen 18 april 2025)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024-2025, nr.
1829
Vraag 1
Bent u bekend met de uitkomsten van de Inspectie Gezondheid en Jeugd
over het toezicht op de asielopvang 2024?1
Antwoord op vraag 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van de indringende conclusie dat de gezondheidszorg voor de
meest kwetsbaren, waaronder kinderen, chronisch zieken en zwangere
vrouwen, momenteel niet op orde is en daarmee ernstige risico’s oplevert
voor de gezondheid?
Antwoord op vraag 2
De Inspectie Gezondheid en Jeugd (IGJ) concludeert dat ondanks verbeteringen de situatie voor de meest kwetsbare asielzoekers in de opvangketen onnodig schrijnend blijft met grote risico’s op ernstige fysieke en mentale gezondheidsschade. De medewerkers van onder andere het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en de Gezondheidszorg Asielzoekers (GZA) spannen zich dagelijks enorm in om de kwaliteit van de opvang en de toegang tot de zorg te borgen. Zoals de IGJ aangeeft lukt dit ook ten aanzien van de medische intake, dossiervorming, jeugdgezondheidszorg en preventie zorg De IGJ ziet daarin ook verbeteringen. Ook over de hygiënezorg spreekt de IGJ zich positief uit. Vanzelfsprekend is het teleurstellend dat ondanks de geleverde inspanningen er toch nog tekortkomingen worden geconstateerd.
Vraag 3
Hoe kijkt u naar de conclusie over de situatie van kinderen waarin wordt
geconstateerd dat er nog steeds na herhaaldelijke oproepen ernstige
risico’s zijn die hun gezonde en veilige ontwikkeling belemmeren,
waarmee niet voldaan wordt aan de rechten van het kind en asielkinderen
ernstig risico op blijvende en mogelijk onherstelbare schade
hebben?
Vraag 4
Voelt u zich verantwoordelijk voor kinderen van asielzoekers die zich in
de Nederlandse opvang bevinden? Zo ja, hoe ziet u die
verantwoordelijkheid in het licht van de conclusies van dit rapport?
Antwoord op vragen 3 en 4
Ja. De verantwoordelijkheid voor het zorgen voor kinderen in de asielopvang is een verantwoordelijkheid van mij als Minister van Asiel en Migratie en het COA als uitvoeringsorganisatie. Mijn ministerie en het COA trekken daarom gezamenlijk op in het kijken naar verbeteringen die kunnen worden doorgevoerd naar aanleiding van het rapport van de inspectie.
Vraag 5
Bent u het met de Inspectie eens dat de overheid momenteel ernstig
tekortschiet in de zorg die nodig is voor asielkinderen?
Antwoord op vraag 5
Het uitgangspunt is dat kinderen en andere kwetsbare personen niet worden opgevangen in de noodopvang of locaties die daar minder geschikt voor zijn. Daar waar mogelijk wordt daar ook rekening mee gehouden. Om te voorkomen dat asielzoekers, waaronder kinderen, op straat moeten slapen is de inzet van noodopvang ook voor deze groep toch nodig. Dit is geen ideale situatie en brengt zoals is geconstateerd uitdagingen met zich mee ten aanzien van de gezondheidssituatie en het welzijn van de kinderen. Niettemin wordt binnen de huidige opvangsituatie er alles aan gedaan om de kwaliteit van de opvang en de toegang tot de zorg te borgen. Daarbij is er ook met name aandacht voor de positie van kinderen. Kinderen in de asielopvang hebben te allen tijde toegang tot de gezondheidszorg. Voor deze zorg wordt gebruik gemaakt van het reguliere zorgsysteem. Dat geldt voor de somatische en geestelijke gezondheidszorg maar ook voor de publieke gezondheidszorg en jeugdhulp. De realiteit is dat gevluchte kinderen, net als alle andere kinderen in Nederland, te maken hebben met wachtlijsten voor doorverwijzingen naar specialistische en geestelijke gezondheidszorg of in de jeugdhulp.
Vraag 6
Welke maatregelen zijn er sinds de eerdere oproepen genomen om de
situatie te verbeteren, en waarom hebben deze niet het gewenste effect
gehad?
Antwoord op vraag 6
Zoals de IGJ in het rapport ook aangeeft zijn er ten aanzien van de zorg wel degelijk zaken ten goede gewijzigd. De IGJ wijst hierbij onder andere op de hygiëne, het delen van medische gegevens, de medische intake en het in beeld houden van kinderen voor de jeugdgezondheidszorg. Helaas constateert de IGJ, net als uit andere rapporten naar voren is gekomen dat er ook nog uitdagingen zijn. Alle aanbevelingen uit deze en eerdere rapporten en onderzoeken worden door mijn ministerie zeer serieus genomen. Samen met de betrokken organisaties wordt er iedere dag ook gewerkt om de kwaliteit te borgen.
Vraag 7
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat er voldoende geschikte en
stabiele opvangplekken komen voor kinderen, zodat zij niet telkens
hoeven te verhuizen?
Antwoord op vraag 7
Zoals in de beantwoording hierboven al is benoemd, is het uitgangspunt
van het COA om kinderen zoveel mogelijk buiten de noodopvang op te
vangen. Ik erken dat dit locaties zijn die zijn ingericht op tijdelijk
verblijf, hetgeen betekent dat kinderen meer moeten verhuizen. Daarnaast
zit onmiskenbaar verschil in de kwaliteit tussen alle
noodopvanglocaties, waardoor de ene noodlocatie meer geschikt is voor
opvang van kinderen dan de andere. Ook het COA zou dan ook graag zien
dat kinderen niet in een noodopvanglocatie hoeven worden opgevangen.
Wegens het aanhoudende beddentekort kan het COA hier helaas niet aan
voldoen. Streven is om kinderen en andere kwetsbaren wel zo snel
mogelijk door te plaatsen naar reguliere opvanglocaties, maar dit is al
langere tijd lastig te realiseren. Kinderen zijn namelijk niet de enige
doelgroep die binnen de asielopvang door het COA als kwetsbaar is
aangemerkt; hieronder vallen bijvoorbeeld ook zwangere vrouwen en andere
specifieke groepen asielzoekers. Bovendien moet voorkomen worden dat
asielzoekers op straat terecht komen, dus voor bewoners moet een nieuwe
plek gevonden worden als tijdelijke locaties weer sluiten, hetgeen
momenteel met regelmaat gebeurt. Dit maakt het nog lastiger om kinderen
te plaatsen op de juiste plek. Pas als er ruimte vrijkomt in de opvang
die in brede zin zijn ingericht op opvang van kinderen, ontstaat een
beter opvangklimaat voor deze doelgroep. Belangrijk om te benadrukken is
dat bij het gebruiken van noodopvanglocaties waar ook kinderen worden
opgevangen, het COA rekening houdt met het inrichten van
kindvriendelijke voorzieningen zoals activiteiten en de mogelijkheid tot
het gebruik van speelvoorzieningen.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het zelf exploiteren van locaties door gemeenten
een kans biedt voor kleinschalige opvang, met oog voor kwetsbare groepen
zoals kinderen?
Antwoord op vraag 8
Voor een effectief werkende migratieketen is het van belang dat de ketenpartners in voldoende mate aanwezig zijn. Ongeacht de grootte van de locatie is het tevens van belang om extra aandacht te hebben voor kwetsbare groepen. Het COA onderzoekt welke mogelijkheden hier nog zijn om de situatie voor kinderen te verbeteren in met name de noodopvang. Het kabinet zal uw kamer hier voor het meireces over informeren.
Vraag 9
Ziet u de toegevoegde waarde van kleinschalige locaties voor het welzijn
van kinderen?
Antwoord op vraag 9
De voorkeur gaat in zijn algemeenheid uit naar grootschalige opvang waar
meer faciliteiten geboden worden, zoals een school. Grootschaligheid
drukt ook de kosten.
Vraag 10
Bent u bereid de aanbevelingen van het Inspectierapport volledig en met
hoge prioriteit over te nemen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 10
Ja, samen met het COA pak ik deze aanbevelingen op. Het COA is ook al gestart met de invulling hiervan. Zo heeft het COA voor de overplaatsingen van asielzoekers die veel, continue of chronische zorg nodig hebben met de ketenpartners ‘de ketenrichtlijn continuïteit van zorg bij verhuizingen’ opgesteld. Het doel van deze richtlijn is het bieden van doorlopende kwalitatief goede zorg en het voorkomen van medische risico’s bij verhuizing voor bewoners van COA-locaties. Evaluatie van deze richtlijn is in de periode april/juni. Daar komt ook de inzet van de medische blokkade aan de orde. Mogelijke verbeterpunten pakt het COA op met haar ketenpartners. Het COA gaat alvast aan de slag om de bekendheid met de ketenrichtlijn (inclusief het onderdeel medische blokkade), onder de medewerkers verder te vergroten.
Om de toegang tot de GGZ zorg te verbeteren trekt het COA samen op met de Nederlandse GGZ en VWS. De wachtlijstproblematiek bij overplaatsingen heeft hierin hoge prioriteit. Op basis van de aanbevelingen uit het EGALITE-rapport (november 2024 Erasmus MC) is voor zwangere vrouwen een aantal verbeteringen in voorbereiding. Het COA werkt hiervoor intensief samen met de kraamzorg, verloskundigen en GGD GHOR en GZA in de ketenwerkgroep geboortezorg.
Vraag 11
Hoe verhouden de uitkomsten van de Inspectie zich volgens u met de
uitvoering van de motie van het lid Van Nispen c.s. over goede opvang
van kinderen in de asielopvang prioriteit geven waarin ook maandelijks
gerapporteerd moet worden over de situatie van kinderen in de
asielopvang?
Vraag 12
Heeft u inmiddels in beeld welke locaties ongeschikt zijn voor kinderen
en bent u bereid ervoor te zorgen dat kinderen daar per direct niet meer
geplaatst worden, in lijn met de motie van het lid Van Nispen c.s.?2
Antwoord op vraag 11 en 12
Het kabinet blijft aandacht hebben voor de situatie van kinderen in de asielopvang. Op dit moment inventariseren het ministerie en het COA mogelijke aanvullende oplossingen om de situatie voor kinderen in de asielopvang te verbeteren. Het kabinet zal u vóór het meireces nader informeren.
Vraag 13
Bent u bereid om, naast het contactpersoon kind, meer personeel van het
Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) op locaties een training te
laten volgen op het gebied van kind-specifieke expertise, zodat al het
personeel de kennis en kunde in huis heeft?
Antwoord op vraag 13
Kinderen in de asielopvang zijn een kwetsbare doelgroep die extra
aandacht krijgen. Bijvoorbeeld door de aangestelde contactpersoon kind
op de COA-locatie. Het COA streeft ernaar op elke COA-locatie de rol van
contactpersoon kind bij één of meer medewerkers belegd te hebben. Met
deze rol ziet de medewerker erop toe dat een activiteitenaanbod wordt
samengesteld en verder is hij/zij aanspreekpunt voor externe partijen.
Ouders en kinderen kunnen alle medewerkers op de locatie aanspreken bij
vragen of begeleiding.
Daarnaast zijn alle amv-medewerkers van het COA opgeleid om te werken met (kwetsbare) jongeren. Amv krijgen extra begeleiding van het COA wat inhoudt dat amv-medewerkers 24/7 aanwezig zijn op locatie. Ze staan zoveel mogelijk in contact met de amv, zodat eventuele zorgelijke signalen snel opgepakt kunnen worden.
Gezien vorenstaande vind ik het niet nodig om het COA te verplichten om al haar medewerkers een expertise- training kind te laten volgen, nog los van de uitbreiding van het COA takenpakket die dat voor COA zou betekenen.
Factsheet uitkomsten toezicht asielopvang 2024 | Publicatie | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, 26 februari 2025, Factsheet uitkomsten toezicht asielopvang 2024, www.igj.nl/publicaties/publicaties/2025/02/26/het-risico-op-blijvende-gezondheidsschade-vereist-nu-verbetering-voor-de-meest-kwetsbare-asielzoekers#:~:text=De%20onstabiele%20situatie%20in%20de,op%20de%20asielopvang%20in%202024↩︎
Kamerstuk 19637, nr. 3355↩︎