[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Debat over de door president Trump aangekondigde importtarieven voor de EU 1e TK (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D18331, datum: 2025-04-22, bijgewerkt: 2025-04-23 09:32, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De door president Trump aangekondigde importtarieven voor de EU

De door president Trump aangekondigde importtarieven voor de EU

Aan de orde is het debat over de door president Trump aangekondigde importtarieven voor de EU.

De voorzitter:
Aan de orde is het debat over de door president Trump aangekondigde importtarieven voor de EU. Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Fijn u weer te zien. We hebben dertien sprekers van de zijde van de Kamer, die allemaal vier minuten spreektijd hebben. Ik geef graag als eerste het woord aan mevrouw Hirsch van de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Het woord is aan haar.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. De handelsoorlog die Trump heeft ontketend, zal grote gevolgen hebben voor Nederland handelsland. Onze economie kan een klap van 12 miljard krijgen, 60% van de bedrijven verwacht gevolgen en 50.000 banen staan op het spel, zelfs in een voorzichtig scenario. Europa dreigt verscheurd te worden tussen de VS en China. Alleen als Europa eensgezind optreedt, kunnen we dit voorkomen.

Als een van de grootste handelslanden in Europa werd er altijd naar Nederland gekeken om de toon te bepalen op dit onderwerp, maar omdat dit kabinet intern verdeeld lijkt, verliezen we die positie snel. Terwijl we van de regering horen dat ze de Europese reactie op de handelstarieven steunt, weten we nog steeds niet hoe zij in Brussel meepraat bij het bepalen van die reactie. Wat is de inzet van dit kabinet in Brussel? Waar is de visie van de minister op handel, waar we al sinds november om vragen?

Voorzitter. De spanningen in de wereldhandel nemen met de dag toe. De 90 dagen pauze die Trump richting de EU heeft afgekondigd, doen daar niets aan af. Werknemers en bedrijven verkeren in grote onzekerheid. En terwijl 50.000 banen op de tocht staan, kort dit kabinet in de Voorjaarsnota op de WW-uitkering: asociaal beleid dat de onzekerheid vergroot. Waarom weigert dit kabinet te onderzoeken welke sectoren en werknemers worden getroffen door de handelsoorlog? Kunnen ze dit alsnog in kaart brengen? Worden er crisismaatregelen voorbereid om in te zetten wanneer dat nodig zou zijn?

Leiderschap tonen in tijden van crisis betekent: de boel bij elkaar houden, en samen optrekken met werkgevers én werknemers. Hoe gaat dit kabinet dat doen? Is het kabinet bereid om zo snel mogelijk een Catshuisbijeenkomst te beleggen met alle sociale partners, dus ook met de vakbonden? Dat vraag ik met klem aan de minister.

Naast het opvangen van de klappen op korte termijn is het al langer duidelijk dat ook op lange termijn de economie moet worden versterkt. Immers, de Europese economie blijft al een tijdje achter in een veranderende wereld. De enige oplossing die we van rechts horen, is het schrappen van regels. Onder het mom van "regeldruk" pakken partijen elke kans om zwaarbevochten arbeids- en milieustandaarden terug te draaien. Geen bedrijf is met dit onzorgvuldige zwabberbeleid geholpen. Het is nu tijd om koers te houden en zo onze concurrentiekracht juist te versterken.

Voorzitter. Mijn fractie wil dat de regering eindelijk leiderschap toont. In tijden van snelle verandering en onzekerheid hebben we een overheid nodig die het stuur in handen neemt in plaats van het over te dragen aan bedrijven of buitenlandse mogendheden. Spanje, Duitsland en Portugal komen met miljardeninvesteringen in hun economie in reactie op Trump. Wat GroenLinks-PvdA betreft komt er een toekomstfonds van 35 miljard euro. Met dat fonds steunen we duurzame sectoren en innovatieve bedrijven, versnellen we de transitie naar een groene, innovatieve economie en zorgen we voor banen van de toekomst. Naast forse investeringen moeten we ook werk maken van de Europese kapitaal- en bankenunie en een echte energie-unie.

Voorzitter. Het is ook hoog tijd voor ...

De voorzitter:
... een vraag van de heer Vermeer.

De heer Vermeer (BBB):
Ik zou graag van mevrouw Hirsch horen wat volgens haar de criteria zijn voor duurzame bedrijven. Wanneer is een bedrijf duurzaam en wanneer niet?

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Een duurzaam bedrijf is bezig met het afbouwen van het gebruik van fossiele energie, houdt zich aan internationale mensenrechten en milieustandaarden, en heeft een visie op de manier waarop werknemers onderdeel kunnen zijn van de processen die het bedrijf ontwikkelt.

De voorzitter:
We doen vijf interrupties in deze termijn van de Kamer.

De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel voor het antwoord, mevrouw Hirsch. Of mag ik niet?

De voorzitter:
Nee, het ging niet over u. Ik had even contact met de heer Paternotte.

De heer Vermeer (BBB):
O, u was nog aan het onderhandelen over het aantal interrupties.

De voorzitter:
Nou, met de heer Paternotte onderhandel ik niet, hoor!

De heer Vermeer (BBB):
Nee, heel verstandig.

Nog even een vraag. Mevrouw Hirsch geeft als criterium dat bedrijven ook moeten afbouwen qua fossiele brandstoffen, maar als dat nou niet lukt door netcongestie of andere omstandigheden, wat is dan de toekomst van die bedrijven?

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
De netcongestie is natuurlijk niet de eindverantwoordelijkheid van bedrijven. Het is wat mij betreft de eindverantwoordelijkheid van de regering om dat op te lossen. Daar hebben wij ook al meerdere voorstellen voor gedaan. We kunnen bijvoorbeeld anders omgaan met piekbelasting en er kan geïnvesteerd worden in Europese infrastructuur. Dus als het bedrijven niet lukt — bedrijven geven aan dat daar een oplossing voor moeten komen — hoop ik dat de regering, uw coalitie, daar snel een antwoord op kan geven.

De voorzitter:
U continueert.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Oké, voorzitter. Even kijken waar ik gebleven was.

Voorzitter. Het is ook hoog tijd voor gelijkwaardige handelsrelaties. De Amerikaanse aanval op het internationale handelssysteem biedt ruimte om samen met bestaande handelspartners te werken aan een eerlijker mondiaal handelssysteem dat mens en milieu hier en daar centraal stelt. Dat betekent dat Europa meer oog moet hebben voor de belangen van opkomende economieën. Dus waarom blijft dit kabinet volharden in de historische bezuinigingen op internationale samenwerking? Waarom houden partijen in deze Kamer vast aan verouderde handelsverdragen die banen op de tocht zetten en verduurzaming van ons voedselsysteem tegenhouden? Waarom zet het kabinet in op het afzwakken van duurzame handelsketens?

Nederland handelsland gaat een onzekere toekomst tegemoet. Dat vraagt om een regering die het roer pakt en leiderschap toont, niet om een regering die toekijkt. Nederland verdient beter.

De voorzitter:
Dank u wel.

De heer Paternotte (D66):
Dank voor het mooie betoog. Toch had ik ergens gehoopt op iets meer goed nieuws, want iets wat ons twee progressieve partijen verdeelt, is dat D66 bijna altijd voor grote handelsverdragen is, voor het aangaan van banden met andere landen, of het nou gaat om Canada of Mercosur, terwijl GroenLinks-PvdA tot nu toe steeds zegt: nee, daar zijn we tegen. Deze aanval, deze handelsoorlog, is echt een midscheepse aanval op onze economie, dus zou mevrouw Hirsch niet bereid zijn om hier te zeggen: oké, ik snap dat dit zo veel handel kan kosten dat ik bereid ben om er toch nog eens goed over na te denken, want als de feiten veranderen, kunnen we opnieuw naar de situatie kijken?

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dank voor de vraag. Wij zijn zeker voor het verdiepen van bestaande handelsrelaties, ook met de Mercosur-landen. Daar drijven we natuurlijk al heel veel handel mee. We hebben alleen grote vragen bij de verdragen die u noemt. Wij vinden dat het Mercosur-verdrag een aantal hele grote problemen heeft. Wij kunnen dus niet voor het verdrag zijn zoals dat nu voorligt. We zijn wel voor het aanhalen van de banden met landen als Brazilië. We hopen dat we D66 daarin aan onze zijde kunnen vinden.

De heer Paternotte (D66):
Dit zei GroenLinks-PvdA ook over het handelsverdrag met Canada: ja, we zijn wel voor een handelsverdrag, maar niet voor dít verdrag. En dat ondanks het feit dat het namens 27 landen als één unie samen is uitonderhandeld over een periode van twintig jaar. Zeggen dat je dit en dat wilt en dat het allemaal net even anders moet: zo werkt het natuurlijk niet. Het is gewoon een kwestie van: willen we dit, of zeggen we "nee, njet, laat maar; anderen moeten het maar doen"? GroenLinks-PvdA is tegen dat handelsverdrag. Donald Trump heft hoge importtarieven, waarvan mevrouw Hirsch net zegt dat ze dat heel slecht vindt, maar zo'n handelsverdrag is er ook om te voorkomen dat er hoge importtarieven zijn. Als je dus altijd nee zegt, of het nou tegen Canada of tegen Mercosur is, zit je dan voor een progressieve partij niet veel te veel op één lijn met Donald Trump?

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dank voor uw vraag. Handelstarieven kunnen overigens ook bedoeld zijn om belangrijke sectoren in de economie te beschermen, dus in die zin zijn we niet puur tegen tarieven. Maar ik wil even terugkomen op uw vraag over de oude handelsverdragen, waar u nog steeds voor bent.

De voorzitter:
Waar de heer Paternotte nog steeds voor is, bedoelt u.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dat moet ik nog even oefenen, voorzitter. Ik bedoelde: waar de heer Paternotte nog steeds voor is. De verdragen die u noemt, zijn al 25 jaar in onderhandeling. Mijn partij heeft voortdurend serieuze vragen gesteld over de bescherming van arbeidsrechten en de bescherming van belangrijke ecosystemen. Voor zover wij kunnen overzien, zijn daar geen adequate antwoorden op gegeven, dus op dit moment zijn wij niet voor het verdrag dat nu voorligt. Maar ik zeg er wel bij: ik hoor de heer Paternotte zeggen dat de omstandigheden zijn veranderd. Daar ben ik het helemaal mee eens. Ik denk, juist doordat de omstandigheden zijn veranderd en ook landen in de regio als Brazilië, Mexico of Colombia er interesse in hebben om met Europa verder te praten, dat we onze ambitie kunnen verhogen en ervoor kunnen zorgen dat er afspraken komen waarin wel rekening wordt gehouden met arbeidsrechten en milieu.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik had eigenlijk hetzelfde enthousiasme als de heer Paternotte toen ik naar dit debat kwam. Ik heb de heer Timmermans, uw voorman, in allerlei media zien optreden en een breed verhaal over de veranderende geopolitieke situatie horen houden. Hij had hele betogen over bredere partnerschappen en zei dat we het ons niet kunnen veroorloven om die niet te sluiten. Ik had dus gedacht: daar komt nu eindelijk ook de instemming van GroenLinks-PvdA met het Mercosur-verdrag. Maar die komt er dus niet. Ik vind dat echt verbazingwekkend. Mevrouw Hirsch houdt hier het betoog: we willen wel handeldrijven met landen, maar ... Is dat nou niet precies het punt? Als we het al niet met Canada kunnen, hoe gaan we het dan ooit met Brazilië voor elkaar krijgen, als u al deze normen en waarden erop legt? Wat betekenen dan de woorden van de heer Timmermans dat we partnerschappen moeten sluiten, terwijl er door GroenLinks-PvdA iedere keer een nieuwe hobbel op de weg wordt gelegd?

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dank voor de vraag. Ik kan natuurlijk herhalen wat ik tegen de heer Paternotte heb gezegd. Ik wil voorkomen dat we doen alsof mijn partij alleen maar hobbels voor handel op de weg legt. Wij drijven al heel veel handel met precies de landen die u noemt. Het verdiepen van die handelsrelaties is wat ons betreft een heel goed idee, maar dan niet ten koste van mens en milieu in die landen of in onze eigen regio. Wij hebben dus gewoon hogere ambities voor de kwaliteit van de handel die we drijven. Het mag niet alleen gaan over volumes; we moeten ook nadenken over wat het doet met arbeidsrechten en met onze kostbare natuur.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Het is natuurlijk weer een mooi betoog dat mevrouw Hirsch hier houdt, maar de consequentie is dus wel dat we tot nu toe nog niet eens met Canada een handelsverdrag hebben kunnen sluiten en dat we iedere keer weer extra normen … Ja, dat is niet gelukt met steun van GroenLinks-PvdA. Uiteindelijk is dat gelukt in de Eerste Kamer, waar de PvdA het gesteund heeft. Maar in de Tweede Kamer was die steun er niet, zeg ik in reactie op de verbaasde blik van mevrouw Hirsch. Ik wil dat ook voor de kijkers thuis maar even helder maken. Zonder gekheid, het is natuurlijk een mooi betoog, maar het blijft de hele tijd bij zo'n betoog. Als we die landen serieus nemen, moeten we ook accepteren dat zij nog niet aan alle EU-standaarden kunnen voldoen. Dit is een verdrag waar we 25 jaar met al die partijen over onderhandeld hebben. Alle seinen staan nu op groen. De wereld is veranderd. We hebben dit o zo nodig en ik moet constateren dat GroenLinks-PvdA alle seinen weer op rood zet. Helaas.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik weet niet of dit een vraag is, maar ik wil toch heel even reageren op de opmerking van mevrouw Kamminga. Het is opvallend dat mevrouw Kamminga de hele tijd naar de grootse oppositiepartij kijkt als het gaat over de goedkeuring van dit Mercosur-verdrag. Ik stel voor dat ze ook naar haar collega's in de coalitie kijkt, want daarmee kan ze waarschijnlijk een meerderheid halen. Dat gezegd hebbende zal ik nog één keer herhalen dat wij handel wel degelijk belangrijk vinden, maar dat wij niet voor de felle deregulering zijn waar onder andere de partij van mevrouw Kamminga voor pleit. Wij vinden dat die in het Mercosur-verdrag veel en veel te ver wordt doorgevoerd. Dat is overigens niet nieuw. Wij pleiten al lang voor hogere milieustandaarden en hogere arbeidseisen. Die worden nu, onder andere door de partij van mevrouw Kamminga, verder onder druk gezet. Wij hebben hier dus zeker nog een goed gesprek over te voeren, maar het verdrag zoals dat nu voorligt, is wat ons betreft onacceptabel.

Mevrouw Postma (NSC):
Mevrouw Hirsch begon haar betoog met het verhaal dat we in deze geopolitieke situatie meer moeten gaan samenwerken en dat Nederland een handelsland is. Maar we moeten er juist voor zorgen dat mensen uit de WW gaan doordat ze werk hebben. We moeten met elkaar dus blijven handelen. Ik ben ook wel even benieuwd naar het volgende. Ze vroeg namelijk ook aan de minister: wat gaan wij dan doen tegenover Amerika en hoe gaan wij als Europa staan tegenover Trump? Ik vat die vraag even kort samen. Maar als de minister dan om de tafel gaat zitten over Mercosur, waar we al 25 jaar over onderhandelen, dan denkt mevrouw Hirsch: nee, we gaan toch nog even hier en daar in de details zitten. Zo blijf je met elkaar praten en praten en praten en praten en ben je over 25 jaar nog steeds nergens. Ook ik hoop dus dat mevrouw Hirsch, zeg ik via de voorzitter, hier gaat draaien en gaat zeggen: in de situatie waarin we nu zitten, moeten wij toch ook Mercosur gaan steunen.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik heb iets gezegd over de WW. Dat ging inderdaad over het behoud van banen, maar het was vooral kritiek op de coalitie dat de WW wordt ingekort, juist in een tijd waarin heel veel mensen zich druk maken over wat er door die handelsoorlog met hun baan kan gebeuren. 25 jaar over een verdrag onderhandelen betekent dat er een hele hoop dingen zijn die heel erg moeilijk liggen. In die 25 jaar heeft mijn partij zeker 10 jaar aangegeven dat er grote problemen zijn. Die problemen zijn op te lossen. Alleen, daar is de Europese Unie blijkbaar niet toe in staat of toe bereid. Ik pleit ervoor om in de nieuwe situatie, die is ontstaan door de druk van Trump op de handel, nogmaals te kijken of er nu wél kansen zijn om arbeidsrechten en milieurechten serieus te nemen en of we tot een afspraak kunnen komen die veel beter is dan de afspraak die nu voorligt met dat oude handelsverdrag van Mercosur.

Mevrouw Postma (NSC):
Dit vind ik toch een beetje jammer, want zo blijven we praten. Juist in een tijd waarin je in actie moet springen om te voorkomen dat mensen in de WW komen — volgens mij wil mevrouw Hirsch namelijk ook graag dat iedereen gewoon een baan heeft — moet je over je schaduw heen stappen. Dat moet juist op zo'n moment. Wat dan belangrijk is, en dat vraag ik aan mevrouw Hirsch, is dat de producten die de EU inkomen aan bepaalde standaarden moeten voldoen. Die zijn hoog. Dat betekent dus dat de landen van Mercosur niet gewoon maar alles hier op de markt kunnen gooien met dat verdrag, maar dat die juist aan de eisen van de EU moeten voldoen. Ziet mevrouw Hirsch ook dat dat een belangrijke stap is, waarin we toch met elkaar kunnen handelen? We kunnen verduurzaming daarmee iets omhoogbrengen, niet tot het niveau dat mevrouw Hirsch zou willen, denk ik, maar het is wel een stap vooruit. Deelt mevrouw Hirsch dat?

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik raak even heel erg in verwarring. Er wordt al gehandeld met de landen uit Mercosur. De producten die onze regio binnenkomen, moeten al aan standaarden voldoen. We hebben overigens heel veel vragen over dit verdrag. Dat heeft u misschien ook gezien. Op de meeste van die vragen hebben we vooralsnog geen antwoord gekregen. Het probleem met het Mercosur-verdrag is in onze ogen juist dat standaarden kunnen worden ondermijnd. Dat zou mevrouw Postma ook aan het hart kunnen gaan. Dat gaat bijvoorbeeld om het bevorderen van het exporteren door de Europese Unie van plastics die we hier niet meer willen hebben. Dat zijn allemaal dingen die door dit verdrag mogelijk lijken te worden. Wij staan hier dus met grote vragen over dat Mercosur-verdrag, precies om de reden die mevrouw Postma aangeeft, namelijk dat wij ons zorgen maken over de verduurzamingsprocessen zoals wij die graag zien. We vinden dat dit verdrag de lat veel en veel te laag legt.

De heer Bontenbal (CDA):
Het is al een paar keer gezegd: deze tijd vraagt ook gewoon van partijen dat die nog eens goed nadenken over welke standpunten ze zelf innemen. Ook mijn fractie heeft een beetje een dubbel standpunt over Mercosur ingenomen in de afgelopen jaren. Ik zal daar straks iets over zeggen. Ik denk dat deze tijd erom vraagt dat we wel degelijk bondgenootschappen aangaan. Nou kan je het economische argument leidend laten zijn. Voor ons is leidend dat je bondgenoten in de wereld moet willen hebben die dezelfde waarden delen, dat je die bondgenootschappen moet sluiten en dat je in zo'n bondgenootschap nooit altijd je zin krijgt. Ik zou het mooi vinden als de GroenLinks-PvdA-fractie zegt: "Dit is zo'n belangrijk moment, wij herzien dat. En nee, we krijgen niet altijd onze zin, maar het is in deze geopolitieke situatie wel zo belangrijk dat wij bondgenootschappen sluiten. Dan krijgen we niet altijd alles wat we willen." Ik hoor eigenlijk de NSC-fractie dat ook doen, waarvan ik weet dat ze eerder ook kritisch was. GroenLinks-PvdA is een grote partij, dus ja, jullie stem doet er wel degelijk toe.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik ben heel blij dat de heer Bontenbal aangeeft dat hij nog ergens twijfelt. Ik heb een optimistischere kijk op onze handelsrelaties met bijvoorbeeld landen als Brazilië. Ik denk dat we veel meer met die landen voor elkaar kunnen krijgen dan dit Mercosur-verdrag toelaat, zeker als het gaat over klimaat, milieu, arbeidsrecht et cetera. Ik wil dus heel graag — daarom vraag ik dat ook — de regering vragen om te onderzoeken welke afspraken wij nog meer met deze landen kunnen maken, juist omdat deze landen nu ook aan het kijken zijn hoe zij hun handelsrelaties nog beter kunnen verdiepen met, zoals de heer Bontenbal het zelf zegt, handelspartners die bondgenoten zijn.

De heer Bontenbal (CDA):
Het punt is natuurlijk: je kunt streven naar perfectie en dit steeds maar blijven uitstellen, maar er ligt straks natuurlijk gewoon een verdrag en dan moeten ook Nederland en de Nederlandse regering zich daartoe verhouden in de Raad en in het Parlement, en dan gaan we gewoon niet altijd alles krijgen. Als je dus de tactiek hanteert om steeds nog een stapje verder te gaan en steeds nog net iets meer eisen te stellen, kan je wel zeggen dat je er open naar blijft naar kijken, maar op een gegeven moment moet je een keer een keus maken. Dat verdrag ligt straks gewoon voor. Ik vraag dus nogmaals: vraagt deze tijd niet juist van fracties om daar overheen te stappen en dan niet naar perfectie te streven, maar naar datgene wat nu het maximaal haalbare is? Ik vind het bijvoorbeeld stoer dat de Partij voor de Dieren toen het over ReArm Europe ging, zei: wij hebben de afgelopen jaren andere standpunten ingenomen, maar deze tijd vraagt om iets anders. Ik vind het stoer dat zo'n partij, met een achterban die dat misschien ingewikkeld vindt, zegt: dit is wat ons inhoudelijk te doen staat. Is het ook niet op dit punt gewoon tijd dat wij onze standpunten herzien als dat nodig is en de juiste keuze maken?

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik hoor verschillende fracties zeggen dat dit verdrag weliswaar niet perfect is, maar dat daar misschien overheen gestapt moet worden. Wij hebben echt grote zorgen bij dit verdrag. Die zijn niet nieuw. Daar is ook heel weinig mee gedaan. "Misschien niet perfect" is wat ons betreft geen goede kwalificatie van het verdrag dat nu voorligt. Ik kan natuurlijk — dat doe ik eigenlijk ook geïnspireerd door de heer Bontenbal — ook aan andere partijen vragen of zij bereid zouden zijn om opnieuw met bepaalde partijen aan tafel te zitten en van gedachten te veranderen over hun eisen op mensenrechten, of over het neerhalen van standaarden op arbeidsbescherming. Deze tijd geeft aan partijen dus heel veel openingen om van gedachten te veranderen. Dat is zeker niet een vraag die je alleen aan een partij als GroenLinks-PvdA kan stellen, maar dat geldt ook voor een aantal partijen die constant duwen op het verlagen van tarieven, die de bescherming van — ik zeg het nog maar één keer — arbeidsrechten en milieu steeds maar weer willen uitkleden.

De heer Dijk (SP):
Ik vind het stoer dat mevrouw Hirsch in deze tijd liberale vrijhandel niet heilig verklaart. Dat vind ik stoer. Dat heeft de Partij van de Arbeid met name in het verleden wel veel te vaak gedaan. Maar maak ik daarmee ook uit uw woordvoering op dat u ook echt zegt …

De voorzitter:
"Dat mevrouw Hirsch ook echt …"

De heer Dijk (SP):
Maak ik dan ook echt op uit de woorden van mevrouw Hirsch dat zij de huidige standaarden niet gaat verlagen en dat zij die wil houden zoals die nu zijn?

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik weet niet precies op welke standaarden de heer Dijk doelt.

De voorzitter:
Kan hij dat even vertellen?

De heer Dijk (SP):
Milieu, dierenwelzijn, klimaat, arbeidsomstandigheden.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Wij vinden die standaarden heel erg belangrijk. Wij hopen ook van harte dat Nederland met een meerderheid gaat voorkomen dat in de EU die standaarden alsnog worden uitgekleed. Dat staat namelijk ook te gebeuren. Wij zullen ons er heel erg hard voor maken om die standaarden te behouden. Dat hebben wij ook altijd gedaan wat mij betreft.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik hoor mevrouw Hirsch heel terecht zeggen: het Mercosur-verdrag schaadt arbeidsomstandigheden, het schaadt mensenrechten en het schaadt het klimaat, dus dat moet je niet willen; daar gaan wij niet in mee en daar stellen wij kritische vragen over. Dat vind ik heel goed. Ik mis alleen nog de reactie op wat Trump nu doet. Al die andere partijen komen nu naar de interruptiemicrofoon en zeggen: je moet meer handelsverdragen sluiten. Maar goed, als wij kijken naar Mercosur, betekent dat eigenlijk een verdrag afsluiten met de vrienden van Bolsonaro, met de multinationals daar in Zuid-Amerika en de grootgrondbezitters, die juist verantwoordelijk zijn voor de ontbossing en de mensenrechtenschendingen. Ziet mevrouw Hirsch dat risico ook van het Mercosur-verdrag?

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dank voor de vraag. Natuurlijk zien we dat risico. Daarom zijn we op dit moment niet voor het verdrag. Ik denk dat het belangrijk is om te zeggen dat in Brazilië zelf een regering zoals die van Lula zeker meer wil doen op het gebied van de bescherming van ecosystemen. Dat zie je op dit moment ook. Daarom wil ik graag doorpraten. Ik hoop ook dat de regering daarin mee kan gaan. Ik vind dat Europa daarin veel meer moet meegaan en veel meer steun aan moet verlenen. We moeten opletten dat onze eigen bedrijven niet langer bijdragen aan ontbossing en aan het schenden van rechten van inheemse volkeren en van arbeiders. Daarom vind ik het zo belangrijk dat de standaarden in de EU zoals ze nu zijn, worden gerespecteerd.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Dassen van de fractie van Volt.

De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Tijdens de Nixon-schok van 1971 verwoordde de toenmalige Amerikaanse minister van Financiën, John Connally, de strategie als volgt: "Alle buitenlanders zijn eropuit om ons te naaien en het is onze taak om ze eerst te naaien." Dat is ook het terugkerende credo van Trump. Het resultaat is economische chaos, extra inflatie, dalende koopkracht en zelfs een mogelijke recessie. Wat denkt de minister van deze strategie? Is het chaos, of is het inderdaad een strategie voor chaos?

Trump dwingt landen om op het matje te komen, met tarieven als pressiemiddel om deals mee te sluiten. Hij werkt toe naar een zogenaamd "Mar-a-Lago-akkoord". Deelt de minister de mening van mijn fractie dat zo'n eenzijdig akkoord zeer onwenselijk zou zijn?

Voorzitter. De negatieve uitkomsten van de Nixon-schok waren nog decennialang waarneembaar. Die leidden in Europa tot de creatie van de euro, ingegeven door geopolitieke noodzaak. Nu worden we gedwongen om te kiezen tussen de VS of China. Maar wat ons betreft, kiezen we voor een eigen route. Het is nu tijd dat Europa een stap vooruitzet en geen speelbal, maar een speler wordt. Daarom moet Europa de wereld van de vrijhandel bevorderen, met oog voor het klimaat en sociale rechtvaardigheid. Europa kan een betrouwbare partner zijn, gericht op gelijkwaardigheid. Welke stappen neemt de minister om ervoor te zorgen dat de Europese Unie de handel met het mondiale Zuiden verbetert en versterkt? Hoe staat het met de, door het vorige kabinet zo gepromote, Afrikastrategie? Kan de minister aangeven welke strategische afhankelijkheden van de VS er op dit moment zijn?

Ik vraag dat ook omdat China op dit moment dreigt met exportrestricties op zeldzame grondstoffen. We lezen dat veel bedrijven slechts voorraad hebben voor twee maanden. Ik ben benieuwd wat het kabinet hieraan doet. Wordt het verplicht om deze bedrijven buffers te geven, moeten we de Nationale Grondstoffenstrategie aanpassen, of is alles al gedekt? Ik hoor graag van de minister hoe zij daarnaar kijkt.

Europa laat nu al duidelijk zien waarom handel een Europese competentie is. Samen staan we sterker; dat is precies wat Trump vreest. Met de macht van 450 miljoen Europeanen hebben we een duidelijk weerwoord. Maar nog steeds is niet iedereen in dit huis — dan heb ik het voornamelijk over de PVV, de grootste fractie in dit huis — daarvan overtuigd. Kan de minister dus nogmaals uitleggen waarom het voor een open handelsland als Nederland op dit moment van cruciaal belang is om onderdeel te zijn van een Europese unie?

Het is terecht dat Trump en zijn oligarchen een verenigd Europa vrezen. Maar wil de minister die angst dan ook gebruiken, in de vorm van een digitaledienstenbelasting? Het geld daarvan kan dan gebruikt worden voor een Europees "alternatives fund" waarmee we eigen Europese alternatieven kunnen ontwikkelen.

Een goed instrument om andere machtsblokken mee af te schrikken, is het antidwanginstrument van de Europese Unie. Volt is voorstander van het verbreden van dit instrument, zodat we ook onze Europese bedrijven, die van grote strategische waarde zijn, kunnen beschermen tegen economische agressie van buitenaf. Hoe kijkt de minister naar het idee om dit instrument te verbreden en om daar ook in Europees verband voor te pleiten?

Voorzitter. De kranten staan vol met de Amerikaanse tarieven, maar Europa heeft zelf 44% aan interne tarieven. Als je de diensten zou bekijken, zou het om 110% gaan. Het antwoord is dus: Europese integratie. Dus waar blijft de kapitaalmarktunie? Waar blijft de energie-unie? Waar blijft de defensie-unie? We kunnen nog zo veel doen om onszelf te versterken. Dit is het moment. Laten we dus niet alleen naar buiten, maar ook naar onszelf kijken. Laten we kijken wat we zelf beter kunnen doen om ervoor te zorgen dat we die economische ontwikkeling verder kunnen brengen.

Voorzitter. De Nixon-schok zorgde voor verdere Europese samenwerking. Laat deze Trump-schok een positieve weerklank vinden bij Europa. Laten we onszelf versterken. Want het is tijd voor een nieuw Europa, dat vooroploopt in de wereld.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Paternotte, D66.

De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. "Economisch terrorisme" noemde Nout Wellink het. Dat is het natuurlijk ook. We zien namelijk dat de effecten van de handelsoorlog van Trump voor Amerika zelf nog het meest nadelig zijn: de beurzen kleuren dieprood, er moet meer rente worden betaald over de staatsleningen, het vertrouwen van bedrijven en ondernemers over de hele wereld wordt geschaad en ze komen hierdoor misschien zelfs in een recessie terecht. Trump zal daar nog heel veel last van krijgen, maar intussen zitten wij ermee. De belangrijkste vraag hier is dan: wat doet ons kabinet? Want wij hebben het idee dat het kabinet daar behoorlijk stil over is. Dat is precies de inzet die we in Brussel krijgen. Emmanuel Macron heeft gezegd: als die handelsoorlog zo doorgaat, wil ik het instrument van economische dwang inzetten, waardoor je ook Amerikaanse bedrijven hier kan aanpakken als er niet tot een akkoord gekomen kan worden. Wat is het antwoord daarop van het kabinet? Wat is überhaupt de inzet als die onderhandelingen de komende maanden niet op gang komen?

Voorzitter. Een heel andere vraag is natuurlijk: wat doen we als Nederland zelf om ervoor te zorgen dat we alternatieven krijgen? Want Trump zal onvoorspelbaar blijven en China is een land dat ons graag wil chanteren. Wat ons betreft moeten we de rest van de wereld verenigen en ervoor zorgen dat wij juist méér mogelijkheden krijgen voor handel, dus niet minder, maar meer. Allereerst stelde Ursula von der Leyen voor dat we nu met Amerika naar een 0%-tarief gaan, dus 0% importtarieven aan beide kanten. Zou het kabinet kunnen aangeven of ze daarvoor zijn? Ten tweede zijn er nu onderhandelingen gaande met de Filipijnen, Australië, India en Indonesië. Wij zouden zeggen: laten we daar vol gas op geven. Want sommige rondes hebben een halfjaar geleden voor het laatst plaatsgevonden. Wil het kabinet daar als de brandweer mee aan de slag, om ervoor te zorgen dat die versneld kunnen worden? Is het kabinet bereid om meer mensen aan Brussel te leveren, zodat er meer onderhandelingen tegelijkertijd kunnen plaatsvinden en dit handelsoffensief echt vorm krijgt?

Voorzitter. Na een kwart eeuw onderhandelen hebben we het Mercosur-verdrag, dat onze economie 300 miljoen euro kan opleveren. Dat verdrag is gesloten met democratieën in Latijns-Amerika. Hoe kan het nou dat het kabinet hier nog steeds geen standpunt over heeft?

Voorzitter. Ik ...

De voorzitter:
Ik hing zo aan uw lippen. Mevrouw Teunissen.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik ben toch wel een beetje teleurgesteld in D66. Ik weet nog dat de kolencentrales in Nederland voor het eerst werden gesloten door een plan van D66. Maar nu hoor ik dat de reflex op de handelsheffingen die Trump invoert, toch wel is: meer handel en vooral meer vrijhandel, dus alsmaar meer handelsverdragen afsluiten. Mijn eerste vraag is: hoe gaat D66 de ecologische ontwrichting voorkomen die al een hele tijd gaande is als D66 alsmaar meer wil inzetten op vrijhandel?

De heer Paternotte (D66):
Door handelsverdragen te sluiten die niet leiden tot economische ontwrichting.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik had het over ecologische ontwrichting.

De heer Paternotte (D66):
Ecologische ontwrichting.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Die is allang gaande. We zien dat vrijhandel een van de grondoorzaken is van ecologische ontwrichting. Als je meer handelsverdragen afsluit, betekent dat meer grondstoffen en meer spullen die over de hele wereld worden gesleept. Dat is gewoon niet het antwoord op de handelsheffingen van Trump op dit moment. We zien dat China nu overproductie heeft. Zij kunnen hun spullen niet meer kwijt in de VS en dumpen ze allemaal in Europa. De imperialistische VS heeft dat al decennialang gedaan. We zijn overspoeld met spullen die ons zijn aangesmeerd, allemaal spullen die we niet nodig hebben. De reactie moet nu niet zijn: we gaan nog meer spullen over de wereld slepen, maar dan met andere landen doen. Nee, de reactie zou moeten zijn, ook van D66: mensenrechten zijn voor ons belangrijk, dierenrechten zijn voor ons belangrijk, milieu is belangrijk. Daarin loopt Europa op dit moment voorop. Het is te treurig voor woorden, maar dat is zo: Europa loopt daarin voorop. Dus waarom zegt D66 niet: in plaats van alles liberaliseren, gaan we de standaarden hoog houden en gaan we de transitie naar een duurzame economie versnellen? Is dat geen veel betere, duurzamere toekomst dan maar vrijhandel blijven promoten?

De heer Paternotte (D66):
Dit is wat ik me altijd zo afvraag bij de Partij voor de Dieren. We zijn het met elkaar eens: Europa loopt daarin nu inderdaad voorop. Onder Trump gaat het keihard achteruit in Amerika. Hij verscheurt het klimaatverdrag van Parijs. Wij lopen daarin voorop in Europa, maar wat kunnen we daarmee als we ondertussen de deur sluiten voor de rest van de wereld, proberen om ons op ons eigen continent terug te trekken, en onze eigen welvaart enorm laten krimpen? Daarmee wordt onze invloed niet groter. Daarmee kunnen we andere landen ook niet aanmoedigen om meer te doen. Als wij dat Mercosur-verdrag niet sluiten, zal China dat zeker doen. Dat gaat niet leiden tot een beter lot voor de Amazone, terwijl wij in december een afspraak hebben gemaakt met de landen daar over dat ze zich committeren aan het klimaatakkoord van Parijs, dat ze de illegale houtkap aanpakken en dat in 2030 de ontbossing teneinde moet zijn. Dat zijn afspraken die je met die landen maakt. Met afspraken maken kunnen we iets bereiken waardoor niet alleen Europa, maar ook de rest van de wereld ietsjes beter wordt, zich meer verbindt aan Europa en hopelijk ook wat van onze overtuigingen overneemt. Maar als wij ons terugtrekken en overal nee tegen zeggen, zoals de Partij voor de Dieren doet, dan komt dat écht niet dichterbij.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Het is een totale karikatuur dat wij helemaal niks willen. Wij willen juist heel veel. Wij willen een duurzame toekomst, een duurzame economie. Die staat nu op het spel. Kan D66 aan mij uitleggen hoe het afsluiten van Mercosur daarbij helpt? Er worden plofkippen hiernaartoe gehaald. Er wordt goedkoop rundvlees hiernaartoe gehaald. Dat wordt in Brazilië onder hele slechte standaarden geproduceerd. Dat leidt tot extra ontbossing. In het Mercosur-verdrag staan boterzachte afspraken over het tegengaan van ontbossing. Hoe helpt het Mercosur-verdrag in de versnelde transitie naar een duurzame economie in Europa?

De heer Paternotte (D66):
Sta er nou echt voor open dat als de omstandigheden veranderen, je mening ook kan veranderen. Ik weet namelijk dat de Partij voor de Dieren tegen het handelsverdrag met Japan, JEFTA, was. De Partij voor de Dieren was tegen het handelsverdrag met Canada. De Partij voor de Dieren is tegen Mercosur. Maar juist vanwege deze zorgen is afgesproken dat de importtarievenverlaging naar 7,5% slechts voor een beperkte hoeveelheid rundvlees geldt. Daardoor kan er één biefstuk per Europeaan per jaar uit die landen komen tegen dat verlaagde tarief. Voor alle landbouwproducten die we daar zouden importeren gelden normen, de Europese voedselveiligheidsnormen. Die gelden onverkort. Als je dat allemaal weet, als je ziet dat dit allemaal in de extra afspraken staat, dan kan je opnieuw komen met dezelfde, verouderde voorbeelden over plofkippen, maar ondertussen hebben onze ondernemers en bedrijven extra onzekerheid. De wereldhandel gaat volgend jaar immers krimpen, zegt de WTO. Ik hoop — ik vind het heel knap hoe de Partij voor de Dieren dat bij Oekraïne heeft gedaan — dat u zegt: als de feiten veranderen, kan mijn mening veranderen, dus we stappen over de schaduw heen en staan ervoor open om dit handelsverdrag wél te steunen. Want ik zou echt niet weten hoe je de wereld groener maakt als je je terugtrekt op je eigen continent.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik vind dit een zwaar naïef verhaal van D66. Een partij die zegt te staan voor een duurzame economie gaat nu pleiten voor een ouderwets handelsverdrag. We hebben het nog niet eens gehad over de Nederlandse boeren, die hier extra door worden geraakt. Die moeten namelijk steeds meer concurreren op de wereldmarkt. Ik heb D66 altijd horen zeggen: we gaan écht de transitie maken naar een kringloopeconomie, en we gaan boeren helpen omschakelen. Nou, ik kan je vertellen: met het Mercosur-verdrag gaat er niks meer omgeschakeld worden; het is onmogelijk om nog te concurreren en de standaarden hoog te houden om echt naar die duurzame landbouw te komen.

De heer Paternotte (D66):
Wat de Partij voor de Dieren doet, is Europa kleiner maken, benadelen, de deuren dichtgooien. We krijgen een economische krimp door de handelsoorlog van Trump. We willen niet afhankelijk worden van China. Dan kan je twee dingen doen: je kunt als Europa een openluchtmuseum worden of juist de banden met de rest van de wereld aanhalen. Ik denk namelijk dat die landen dan ook iets van ons kunnen overnemen. We hebben met het Mercosur-verdrag gezien dat het echt verbeterd is, met het klimaatakkoord en de afspraken over voedselveiligheid erin. Ik denk dat het zonde zou zijn als we nee zeggen tegen deze kans. Mevrouw Teunissen noemt het een "verouderd handelsverdrag". Als je een kwart eeuw onderhandelt, dan is het inderdaad op een gegeven moment wat ouder. Maar een handelsverdrag kan vernieuwd worden doordat je het steunt, doordat je ermee aan de slag gaat en doordat je die banden opent. Als je er nee tegen zegt wordt het inderdaad oud, ligt het in een la en heb je er niks aan.

De heer Vermeer (BBB):
Als dat Mercosur-verdrag er wél zou komen en voldoende steun in de Kamer krijgt, is de heer Paternotte dan bereid om voor de Nederlandse boeren precies dezelfde normen te laten gelden als voor de boeren in het Mercosur-gebied?

De heer Paternotte (D66):
We zijn ervoor om het te doen zoals het in december is afgesproken in het Mercosur-verdrag. Daarbij is er ontzettend goed gekeken naar de belangen van de boeren. Twee weken geleden was ik met Eric van der Burg in Zweden en toen hebben we hier uitgebreid over gesproken. Ook daar heb je ontzettend veel boeren, maar zelfs de boerenpartij daar, de BBB van Zweden, zegt: we willen dit verdrag toch sluiten, want per saldo betekent meer handel ook voor onze boeren meer kansen. Hetzelfde zie je hier in Nederland. Dat zagen we ook in de analyses van de Wageningen Universiteit. Je kunt er natuurlijk nooit voor zorgen dat met een handelsverdrag, waar 25 jaar over is onderhandeld, elk individueel bedrijf erop vooruitgaat. Als ik zie dat de landbouwsector er in Nederland op vooruitgaat, de farmaciesector erop vooruitgaat, al die bedrijven die producten exporteren, en dat we daarmee 300 miljoen euro kunnen verdienen, dan hoop ik dat BBB, juist in deze tijd, ook die omslag wil maken en wil zeggen: goed, we gaan dat doen, we steunen dat, want het is van belang voor de Nederlandse economie.

De heer Vermeer (BBB):
Dit is een opmerkelijke draai van D66. Want die zeggen: als de boeren maar meer verdienen, maakt de productiestandaard dus niets uit. Dan maakt het dus niet uit welke antibiotica ze gebruiken, dan maakt het niet wat de dierenwelzijnsregels zijn, dan maakt het niet dat daar bos voor gekapt wordt. Mijn vraag was heel concreet, en die heeft de heer Paternotte niet beantwoord: is de heer Paternotte van D66 bereid om voor de Nederlandse boeren dezelfde productienormen te laten gelden als voor de boeren die onder het Mercosur-verdrag vallen?

De heer Paternotte (D66):
Ik weet niet of de heer Vermeer hier goed naar heeft gekeken, maar de Europese voedselveiligheidsstandaarden gelden gewoon onverkort voor producten die je zou exporteren. Dus als dat is afgesproken ... Ik weet niet of hij weet dat er in december een update is gekomen van het verdrag, maar dit was voor ons een heel belangrijk punt — en dat is geregeld.

De heer Vermeer (BBB):
Ik kan alleen maar constateren dat de heer Paternotte het verschil niet kent tussen voedselveiligheid en productiestandaarden. Dat is heel jammer, want daardoor neemt ook zijn partij uiteindelijk een heel onjuist besluit.

De heer Paternotte (D66):
Hoe komt het nou dat het Nederlandse kabinet hier nog steeds over twijfelt? We zagen het net bij BBB. Dat terwijl we uit analyses weten dat de Nederlandse landbouwsector er per saldo op vooruitgaat. Ik constateer dus dat BBB hier kiest voor de belangen van de kalverhouderij, de rundveehouders, maar niet van de kippenboeren, zelfs niet van de varkenshouders. Wat de PVV betreft zien we dat Geert Wilders de laatste maanden niet meer enthousiast twittert over Donald Trump en "Make the Netherlands great again". Vroeger was hij een van de grootste groupies. De PVV ziet ook dat het beleid van Trump desastreus is en dat het dus hard nodig is dat we in Nederland ja zeggen tegen het Mercosur-verdrag. Maar ik kijk ook naar de VVD, want ik hoop dat de VVD een keertje op tafel wil slaan met de grote vuist. Want we gaan het toch niet meemaken dat een coalitie met de VVD het laat gebeuren ... Ik wil zo eigenlijk nog verder met mijn betoog, voorzitter.

De voorzitter:
O!

De heer Paternotte (D66):
We gaan het toch niet meemaken dat een coalitie met de VVD het laat gebeuren dat Nederland "njet" zegt tegen dit verdrag?

Voorzitter. Dat moet dus gebeuren, dus ik hoop dat het kabinet daar vandaag een duidelijk standpunt over inneemt. Ik wil de NSC-fractie prijzen, althans ik maakte uit de interrupties net op dat NSC van "twijfel" naar "lichte voorstander" is gegaan. Daarmee zien zij onder ogen dat de handelsoorlog van Trump betekent dat je misschien ook je standpunt een keer moet aanpassen. Ik doe dezelfde oproep aan onze progressieve collega's van Volt en GroenLinks-Partij van de Arbeid; dat zou echt mooi zijn. Frans Timmermans zei nota bene hoogstpersoonlijk: we moeten heel urgent dit handelsverdrag gaan goedkeuren. Dat zei hij volgens mij in januari 2023. Nou, we zijn inmiddels twee jaar verder, dus ik hoop dat hij die oproep van hem destijds — volgens mij staat hij daar nog steeds achter — gaat waarmaken.

Maar essentieel om onze economie te beschermen is ook dat we die zelf sterk maken. Ik mis doorbraken van het kabinet die goed zijn voor onze economie. Ik zal drie voorbeelden noemen waarvan ik hoop dat het kabinet op z'n minst tegen een ervan ja wil zeggen. Het zijn drie dingen waarvan eigenlijk alle deskundigen zeggen: ja, dat moet je doen. Ik maak het u makkelijk, ik begin niet eens over stikstof of wonen. De AI-supercomputer: bedrijven zeggen dat ze die nodig hebben om van Nederland de brainport, de Silicon Valley van Europa te maken. Kan het kabinet eindelijk doorkomen met de financiering daarvan? Minister Beljaarts wacht volgens mij al bijna een jaar.

Bezuinigingen op wetenschap, hoger onderwijs en innovatie, in de Voorjaarsnota nog extra. In heel Europa wordt gezegd "we halen Amerikaanse wetenschappers hiernaartoe; we gaan extra investeren". Dan is het toch oliedom dat je daarop gaat bezuinigen? Wil het kabinet dat terugdraaien? We hebben een Bureau Toetsing Investeringen, maar dat heeft niet hetzelfde mandaat als bijvoorbeeld de direction générale de sécurité économique in Frankrijk, die ook kan kijken naar de strategische autonomie en het verdienvermogen en kan voorkomen dat je kunt worden gechanteerd door aankopen hier in Nederland. Is het kabinet bereid om ervoor te zorgen dat wij net zo'n sterke investeringsautoriteit krijgen?

Voorzitter. Deze handelsoorlog gaat over onze portemonnee. Het raakt de Nederlanders per jaar met honderden euro's in de portemonnee en onze economie met honderden miljoenen euro's. Ik hoop dat het kabinet echt bereid is in actie te komen.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Dijk van de SP.

De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Mensen maken zich zorgen over de onzekere tijden waarin we leven en de grotere veranderingen die zich afspelen. Als een olifant in een porseleinkast heeft Trump importheffingen van tientallen procenten aangekondigd. Die heffingen kunnen ertoe leiden dat vele gewone Amerikanen door de stijgende prijzen diep in de problemen komen. Het is een daad van economische oorlogsvoering. Tegen China, waar hij nadrukkelijk de confrontatie mee zoekt. Tegen de werkende klasse in ontwikkelingslanden. Tegen de werkende klasse in zijn eigen land. Maar ook tegen de werkende klasse hier.

Het antwoord van liberalen in dit parlement is voorspelbaar: het dogmatisch verdedigen van de vrijhandel. Die vrijhandel heeft met verstikkende regels juist veel onvrijheid en ongelijkheid gebracht. Het is het soort vrijhandel dat landen dwingt hun markten open te stellen voor alle producten, ongeacht of deze gemaakt zijn onder slechte arbeidsomstandigheden, met uitbuiting en milieuvervuiling. Het is het soort vrijhandel dat landen dwingt om vakbonden te breken, hun industrie te verplaatsen en de publieke diensten te privatiseren. Dat is wat wij de afgelopen 40 jaar onder mom van vrijhandel hebben gezien.

Het is juist die vrijhandel die met dwingende regels en verstikkende handelsverdragen zoals TTIP, CETA en nu ook Mercosur onze democratische verworvenheden uithollen en de ongelijkheid doen toenemen. De brute en lompe machtspolitiek van Trump en de VS wijzen wij af, maar ook de machtspolitiek die samengaat met zogenaamde vrijhandel. Het antwoord op de olifant in de porseleinkast moet rust en rede zijn. We moeten vooruit naar een systeem van internationale samenwerking waarmee we allemaal beter af zijn. Een systeem waarin niet de kapitalistische wereldorde onze marges bepaalt maar waarin democratie vooropstaat. Dat gebeurt niet in die vrijhandelsverdragen.

Na ruim 40 jaar globalisering op neoliberale wijze zien we dat fouten hersteld moeten worden. De race to the bottom heeft veel maakindustrie doen verdwijnen. We zien het nu weer. Ik kan het vaak herhalen, maar ik heb in de kartonindustrie gewerkt en de race to the bottom speelt zich daar nu keihard af. Het zorgt voor onzekerheid en het heeft ertoe geleid dat wij veel te afhankelijk zijn geworden van andere landen, bijvoorbeeld van de VS. Dat betekent dat wij cruciale sectoren moeten gaan beschermen. Sectoren waar we in ons land niet zonder kunnen, zoals staal, zoals medicijnen, zoals onze energie. Dat betekent dat we onze mensen moeten beschermen, dus dat we kwaliteitseisen moeten stellen voor betere garantie, schone productie, schoon werk en een schone leefomgeving. Vrijhandel is geen democratie. Het is dus tijd voor een nieuwe, actieve industriepolitiek die ons minder afhankelijk maakt van de VS en die ons minder vatbaar maakt voor de grillen van globalisering. Dat geeft ons ook de kans om mensen meer zeggenschap te geven over onze economie. Dát is namelijk democratisch. Zo staat onze economie niet in dienst van aandeelhouders, de race to the bottom en zo veel mogelijk euro's en dollars gaan verdienen, zo veel je er maar uit kunt trekken. Zo zorgt die voor zekerheid voor ons allemaal. Dat is nu keihard nodig.

Tot slot heb ik nog een paar vragen, maar ik zie dat ik een interruptie krijg.

Mevrouw Postma (NSC):
Ik zit naar dit verhaal te luisteren. Wij treffen elkaar ook in andere debatten, bijvoorbeeld over duurzame industrie. Ik heb het dan over Tata, of "de hoogovens", zoals ik het liever noem. Er wordt hier een wereld geschetst waarin eigenlijk niet aan internationale handel gedaan wordt, als ik het goed begrijp. Ik ben even aan het zoeken naar het volgende. Als we kijken naar Tata op dit moment, zien we dat het prachtig hoogwaardig staal heeft, dat je bijvoorbeeld kunt gebruiken voor batterijen. 70% daarvan wordt geëxporteerd naar Amerika. Dat is gewoon de afzetmarkt. Dat geldt voor veel van onze industrie. Ook de kartonfabriek waar de heer Dijk gewerkt heeft, had een internationale afzetmarkt. Juist die handelsverdragen, juist het handelen met elkaar, is nodig om die industrie in Nederland te kunnen behouden. Ik heb het hele verhaal gehoord, maar ik kan niet inzien hoe dit ervoor gaat zorgen dat we banen houden en mensen uit de WW houden. Maar misschien kan de heer Dijk daar nog een toelichting op geven.

De heer Dijk (SP):
Nou, er is een groot verschil tussen vrijhandel die een race to the bottom, een race naar het putje, veroorzaakt en vrijhandel die gebaseerd is op enige gelijkwaardigheid. Er is een groot verschil tussen een economie organiseren waarin het recht van de sterkste geldt — dat noem ik "één euro, één stem" — en een economie organiseren waarin "één werknemer, één stem" geldt. In dat laatste geval betekent dat namelijk dat niet altijd winstmaximalisatie bovenaan staat. Als wij het nu over handel hebben, zien we dat een bedrijf verplaatst, zelfs in Europa, van Oost-Drenthe net de grens over naar Duitsland. Dan kunnen wij over onze economie zeggen: we hebben er allemaal extra toppen op voor duurzaamheid en klimaat. Ja, dat klopt, maar dat kunnen we ook met elkaar betalen. We kunnen ook met elkaar beslissen dat we dat belangrijk genoeg vinden, en dat heeft een rekening. Maar het belangrijkste is dat we een race to the bottom veroorzaken als we dat niet doen. Dat zien we nu constant gebeuren. Het vrijhandelsverdrag Mercosur, waar we het net over hadden, voldoet niet aan diezelfde kwaliteitseisen die wij hier met elkaar hebben afgesproken. Sterker nog, die worden slechter. Dat doen al die zogenaamde vrijhandelsverdragen. Dat komt doordat ze in de kern ondemocratisch zijn.

Als we onze economie niet democratiseren, gaan we het probleem van milieuvervuiling niet oplossen, dan gaan we het klimaatprobleem niet oplossen en dan gaan we niet het probleem van uw mogelijk toekomstige werkloosheid oplossen. Want als er een tegenslag is in een bedrijf dat democratisch georganiseerd is, lost men dat onderling met elkaar op. Dan wordt ervoor gekozen om een klein beetje lagere lonen te hebben, zodat iedereen nog wel een baan heeft. Dan heb je niet eens meer een WW-uitkering nodig. Alle opties die ik hier hoorde, zoals liberale vrijhandel en uw zogenaamde handel met bedrijven en grote afzetmarkten elders, die zijn allemaal second best. Zolang wij niet enige zeggenschap hebben over onze economie — ik heb het dan over directe zeggenschap van werknemers en omwonenden over bedrijven — dan heeft een boer in Brazilië er op de lange termijn helemaal geen snars aan en een boer in Nederland ook totaal niet. Dat is precies wat we hier zien afspelen. Oftewel, het geld concurreert met elkaar en wordt daar beter van, en mensen worden er minder van.

De voorzitter:
U had nog een paar vragen.

De heer Dijk (SP):
Voorzitter, tot slot heb ik een aantal vragen aan de minister. Het is belangrijk om te kijken naar de gevolgen voor mensen in Nederland. De heffingen van Trump en de reacties daarop zullen voor schokken zorgen en doordreunen in de prijzen van producten. Daarom heb ik twee vragen. In het recente verleden hebben we bedrijven tijdens deze schokken hier ook misbruik van zien maken door grotere en hogere winstmarges te gaan rekenen. "Winstflatie" werd dat genoemd. Wat doet de minister nu om dit te voorkomen? U kunt het namelijk zien aankomen. Is zij bereid om hiervoor instrumenten aan te leggen om te prijzen te controleren, reguleren en waar nodig te blokkeren? Mijn laatste vraag: is de minister bereid om snel te onderzoeken welke strategische voorraden ons land kan aanleggen om prijsschokken te voorkomen?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Bontenbal van het CDA.

De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter. De importheffingen die de Amerikaanse president heeft aangekondigd, kunnen de wereldeconomie flink beschadigen. De economen van de Rabobank becijferen de economische schade op de langere termijn op bijna 1.700 miljard dollar voor de VS en ruim 7 miljard euro voor Nederland. De VS willen hun handelstekorten verkleinen en de eigen industrie een impuls geven. Dat laatste is geen onredelijke wens, maar er zijn weinig economen te vinden die de aanpak van Trump verstandig vinden. Zij wijzen op het risico van hoge binnenlandse inflatie en uit de hand lopende handelsoorlogen. De reactie van Europa is tot dusver verstandig: niet te escalerend, maar wel vastberaden reageren.

Voorzitter. De globalisering van de handel heeft in welvarende landen winnaars en verliezers opgeleverd. Een teveel aan globalisering leidt tot een verlies aan democratische zeggenschap over de eigen economie. Dat kan het draagvlak voor de democratie in eigen land ondermijnen. Tegelijkertijd zorgt verstandige handel tussen landen ook voor meer welvaart. Landen kunnen door handel de eigen comparatieve voordelen immers benutten. Markten zijn ingebed in de economische, politieke en maatschappelijke instituties van een samenleving. In een goed functionerende economie speelt vertrouwen in deze instituties een cruciale rol. Nu de Verenigde Staten niet langer een betrouwbare partner zijn voor de Europese Unie, is het van cruciaal belang dat Europa investeert in betrouwbare bondgenoten. Internationale handel maakt Europa minder kwetsbaar, mits deze onderlinge handel is ingebed in betrouwbare relaties met landen waarmee we gemeenschappelijke waarden delen. Daarom is het CDA van mening dat we stevig moeten investeren in bondgenootschappen met andere landen en werelddelen die net als Europa de waarden van een democratische rechtsstaat en een sociale markteconomie willen verdedigen. We moeten dat gezamenlijk doen. Geen enkel Europees land staat alleen sterk genoeg in de wereld. Alleen binnen de Europese Unie staan lidstaten sterk. De EU zal de banden met Australië, Nieuw-Zeeland en Canada moeten aanhalen, maar ook met landen als Japan en Zuid-Korea. Hier horen ook handelsverdragen bij. Daarom spreekt het CDA zich nu ook duidelijk uit voor het Mercosur-verdrag. We zullen ook opnieuw moeten nadenken over het handelsverdrag met Australië.

De EU heeft bondgenoten nodig in deze onveilige wereld, bondgenoten die bereid zijn de waarden van de vrije wereld en de democratie te verdedigen en met wie we betrouwbaar kunnen samenwerken. Daarnaast heeft de EU huiswerk te doen. De interne markt van de EU is nog lang niet voltooid. De handelsbarrières tussen lidstaten maken de handel binnen de EU ook kostbaar. Het eerste antwoord dat de EU moet geven op de Amerikaanse handelsoorlog is het verstevigen van de interne markt. Ik zou het kabinet de volgende vragen willen stellen. Deelt het de mening dat de EU als één blok moet optreden? Hoe gaat de EU ongewenste neveneffecten van tegenmaatregelen voorkomen of mitigeren? Blijft de EU met de VS in gesprek over het afwenden van importtarieven? Vraag drie: hoe wordt het risico ingeschat dat China de Europese markt overspoelt met zijn producten? Moet de EU dit risico afwenden en, zo ja, hoe? Vraag vier: wil het kabinet zich inspannen voor het verbeteren van de Europese interne markt en voor het geven van opvolging aan het Letta-rapport? Tot slot: hoe voorkomen we dat de EU toegeeft wat betreft de aanpak van grote techbedrijven die niet opereren binnen de waarden die de EU koestert?

Dank u wel, voorzitter. Ik heb nog twintig seconden over.

De voorzitter:
Ja, maar mensen willen nog iets van u weten. De heer Paternotte.

De heer Paternotte (D66):
Dit was een mooi betoog, zeker wat betreft de interne markt. De heer Bontenbal zei ook: het is wel belangrijk om als Europa de banden aan te halen met landen die op ons lijken, zoals Australië en Nieuw-Zeeland, maar ook Canada. Een hele goede manier om dat te doen, is natuurlijk om Canada bijvoorbeeld lid te laten worden van de Europese Unie. Wij en de VVD hebben ons daarvoor uitgesproken. Er wordt nu in Canada serieus nagedacht over die toenadering, omdat er vanuit de Verenigde Staten zo ontzettend hard op Canada ingehakt wordt. Mijn vraag is dus of het CDA hier ook voor open zou willen staan en zou willen zeggen: "Wij zijn ervoor om de banden met Canada aan te halen. Dat kan in allerlei verschillende vormen, van een douane-unie tot volledig lidmaatschap, maar wat ons betreft is dat een goede zaak."

De heer Bontenbal (CDA):
De heer Paternotte denkt: het CDA is in deze periode bereid om sommige standpunten te heroverwegen. Dat hebben we de afgelopen maanden een aantal keer gedaan, goed doordacht. Daarom zou ik dat deze keer ook wel goed doordacht willen doen en niet zomaar even met het voorstel van collega Paternotte mee willen gaan. Er zit nogal een sloot tussen Europa en Canada, zou ik zeggen, en geografie is ook iets. We willen dus zeker de banden aanhalen met Canada, maar volgens mij moet het niet de eerstvolgende stap zijn om Canada meteen de EU in te trekken. Laten we veel meer samenwerken, militair, economisch en op het gebied van de democratische rechtsstaat. Daar ben ik het zeer mee eens. Ik zou zeggen: wees blij met de heldere positie die we hebben ingenomen op het gebied van handelsverdragen. Tel uw zegeningen, meneer Paternotte.

De heer Dijk (SP):
Ik hoor de heer Bontenbal zeggen dat globalisering ook een democratisch tekort heeft veroorzaakt en dat dat winnaars en verliezers heeft opgeleverd. Volgens mij refereerde u daarbij ook aan de industrie. Ik zou voor dit debat, maar ook voor debatten over onze eigen industrie die nog gaan komen, heel graag willen weten hoe de heer Bontenbal en het CDA aankijken tegen het democratische gebrek van globalisering en het weer teruggrijpen daarvan, met name met betrekking tot die sectoren.

De heer Bontenbal (CDA):
Ik ben gecharmeerd van het denken van de econoom Dani Rodrik op dit punt. Die heeft het over de globaliseringsparadox. Hij zegt: je hebt democratie, je hebt natiestaten en je hebt globalisering, en die kunnen nooit alle drie helemaal perfect optimaal zijn. Dus als je aan volledige, onbeperkte globalisering doet, kun je de democratische legitimiteit verliezen. Of je moet zeggen: "We gaan als wereld een soort global village vormen, en natiestaten doen er niet meer toe. We laten alle grenzen los." Tussen die drie vormen zit altijd een soort afruil. Hij zegt dus ook, terecht, denk ik, dat je niet moet streven naar onbeperkte, ongeclausuleerde globalisering. Hij noemt het "verstandige globalisering". Zo moet je er denk ik ook naar kijken.

Ik heb in mijn betoog al gezegd dat importtarieven niet per definitie fout zijn. Je kunt je ook bedenken dat Europa of de Verenigde Staten bepaalde industrieën willen beschermen en daar dus barrières voor opwerpen. Het CDA zal dus niet zeggen dat alle importtarieven weg moeten. In handelsverdragen zitten importtarieven en restricties. Ik vind ook over Mercosur … Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik daar zelf lange tijd ook dubbel in zat, tot ik me er beter in ging verdiepen en zag welke veranderingen er zijn aangebracht in Mercosur. Ik ben erachter gekomen dat er in dit huis ook wel een hele hoop broodjes aap worden verkocht over Mercosur. In handelsverdragen nemen we restricties en handelstarieven op. Dat is helemaal geen slechte zaak.

De heer Dijk (SP):
Ik ben het zeer eens met de heer Bontenbal wat betreft de opvatting dat heffingen niet per definitie verkeerd of slecht zijn. Sterker nog, de Europese Unie en ons land hebben er ook een heleboel. Maar mijn vraag was nog iets specifieker. Ik ga hem iets anders inkleden. Vlak over de grens, bij onze oosterburen, is er een Rijnlands model. Daarin hebben bijvoorbeeld werknemers, en soms de omgeving, veel meer een stem in de toekomst van een bedrijf. Dat bindt mensen aan een bedrijf. Dat maakt een bedrijf veel meer onderdeel van de gemeenschap. Ik zou graag de komende tijd stappen willen zetten om met onze economie meer die kant op te gaan. Ik weet dat mijn betoog over het democratiseren van de economie op het gebied van democratische zeggenschap op de werkvloer net iets verder gaat dan dat van de heer Bontenbal — ik zie dat de heer Grinwis ook al aan komt lopen — maar ik bespeur hier al wel een tijd lang dat het wel iets meer die kant opgaat. Ik wil u dus vragen: hoe kijkt u aan tegen "Mitbestimmung", zoals de Duitsers dat noemen, waarmee je echt deelt tussen werknemers, aandeelhouders en de omgeving, en dus een betere balans krijgt tegen de globalisering?

De heer Bontenbal (CDA):
Kijk, als de heer Dijk van de Socialistische Partij mij gaat bevragen op het Rijnlandse model, dan weet hij natuurlijk dat ik daar altijd sterk gecharmeerd van ga zijn.

De heer Dijk (SP):
Dat zou de eerste stap voor ons zijn, op de weg naar iets beters.

De heer Bontenbal (CDA):
Volgens mij is de christendemocratie altijd een van de grootste voorstanders geweest van het Rijnlandse denken en van de sociale en ecologisch verantwoorde markteconomie. Dat staat zelfs in het programma van uitgangspunten van het CDA. Dat is voor ons heel belangrijk. Wij zijn niet van het aandeelhouderskapitalisme; wij zijn van het Rijnlandse model, en daar hoort zeggenschap bij, waarbij je alle stakeholders meeneemt. Medewerkers horen daarbij, en de omgeving ook. U begint over de industrie en het verschil met Duitsland. Laten we wel even eerlijk zijn over wat daar het belangrijkste verschil is: dat zijn gewoon de verschillen in kosten tussen Duitsland en andere lidstaten op het gebied van energie, zoals netwerktarieven en energiebelastingen. Ik heb in mijn betoog iets gezegd over het verbeteren van de interne markt. Dat houdt ook in dat je al die gekke verschillen weghaalt. De Nederlandse bedrijven moeten concurreren, niet alleen met de rest van de wereld, maar ook binnen Europa. Laten we eens mee beginnen met de klokken gelijkzetten op energiegebied. Dan hoeft ook dat bedrijf in het noorden van Nederland niet naar Duitsland te verplaatsen.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Als de tijd voortschrijdt, moet je ook bereid zijn de klok af en toe gelijk te zetten. Dat doet de heer Bontenbal met zijn pleidooi voor Mercosur. Hij pleit in één beweging ook gelijk voor een handelsverdrag met Australië. We weten dat dat twee jaar geleden is stilgevallen, juist op landbouwproducten. Mercosur ligt zwaar op de maag vanwege landbouw. En inderdaad, het is niet zwart-wit. Sommige sectoren profiteren, zoals de pluimvee- en varkenshouderij. Andere sectoren hebben nadeel, zoals de rundveehouderij. Het raakt ook zachtere waarden, zoals voedselveiligheid, landschap en duurzame productiestandaarden. Mijn vraag aan het CDA is de volgende. Oké, panelen verschuiven. Je moet de klok gelijkzetten. Maar hoe weegt het CDA toch deze gevoelige vraagstukken rondom zachte waarden, rondom landschap en landbouw, als het gaat om bijvoorbeeld het heropenen van de onderhandelingen met Australië?

De heer Bontenbal (CDA):
Ik zeg dus niet dat we dat oude akkoord maar meteen moeten tekenen. Ik vind ook dat je, als je gaat onderhandelen met Australië, productiestandaarden en productstandaarden mee moet wegen. Dat zijn twee hele verschillende dingen. Over Mercosur moeten we, denk ik, gewoon eerlijk zijn. Dat kan effect hebben op onze eigen landbouwsector. Maar dan moeten we er ook heel eerlijk over zijn dat dit effect zeer beperkt lijkt te zijn, dat daar allerlei restricties aan verbonden zijn, dat die restricties vaak lager zijn dan er nu al gehanteerd wordt en dat het binnen de agrarische sector dus soms een plusje en soms een minnetje oplevert. Het verschil dat wij nu maken, en waarin ik ook duidelijk stelling neem, is dat je dat niet absoluut mag maken. Er zijn ook grote belangen in het spel als het gaat over bondgenootschappen die je met de rest van de wereld sluit. Dat kan je niet makkelijk in een formule onderbrengen: wat is je veiligheid waard ten opzichte van bijvoorbeeld je agrarische sector? Dat handelsakkoorden voor bepaalde sectoren een klein negatief of positief effect kunnen hebben, moet je daarin meewegen. Hier zit, denk ik, ook een verschil. Ben je bereid om met de ander op te lopen om ook de omstandigheden in dat land beter te maken?

Je kunt er dus naar kijken als: het gaat om een handelsakkoord met een land waarin nog niet alles perfect is, dus we schieten het hele akkoord af. Of je zegt: soms is de werkelijkheid ook een beetje voortmodderen, doen wat goed is binnen de reikwijdte die je hebt, en kijken hoe je met andere landen kunt optrekken om de omstandigheden daar daadwerkelijk beter te maken. De heer Grinwis is toch ook een beetje van die school, denk ik. Ik zie bijvoorbeeld dat in Mercosur afspraken zijn gemaakt over het klimaatakkoord van Parijs. Als een land eruit stapt, komt ook Mercosur daarmee op de tocht te staan. Dat zijn belangrijke zaken. De ontbossingsstrategie zit daar ook in. Je kunt dus aan de kant van GroenLinks-PvdA gaan staan en zeggen: het is nog niet perfect dus ik doe niet mee. Of je zegt: het is nog niet perfect, maar het is een begin om de wereld een stuk mooier te maken. Aan die kant sta ik.

De voorzitter:
Prima. Dank u wel.

De heer Bontenbal (CDA):
En ik denk de heer Grinwis ook.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik wou eventjes een vraag stellen over het rapport-Letta, dat de heer Bontenbal aanhaalde. Dat gaat heel strak in op het in stand houden van goede werkomstandigheden en het hooghouden van sociale standaarden. Ik was even benieuwd of de heer Bontenbal mij kan toezeggen dat hij, als hij pleit voor het weghalen van interne barrières, Letta zodanig omarmt dat de standaarden rondom werk en werkbescherming wat hem betreft hoog in het vaandel blijven staan.

De heer Bontenbal (CDA):
Ja, absoluut. Ik vind het bijzonder dat we elkaar als lidstaten ook beconcurreren op arbeidsvoorwaarden. Dat rapport van Letta is dus voor mij heel belangrijk. Het hooghouden van arbeidsomstandigheden vind ik ook heel belangrijk. Als we het hebben over de democratische rechtsstaat en over een sociale markteconomie, zijn dat hele belangrijke zaken voor het CDA.

De voorzitter:
Prima. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Postma van de fractie van Nieuw Sociaal Contract.

Mevrouw Postma (NSC):
Voorzitter. De wereld is anno 2025 wezenlijk veranderd. Oorlogen aan de randen van ons continent, spanningen tussen grootmachten en de recente handelsoorlogen, gestart door de Amerikaanse president, Trump, vragen van Nederland en Europa een nieuwe, realistische houding. Voor het veiligstellen van onze bestaanszekerheid moeten we daarom op zoek naar nieuwe handelspartners. De dreiging van Amerikaanse heffingen zet ruim 70% van de EU-export naar de Verenigde Staten onder druk. Dit betekent dat we niet langer enkel kunnen blijven leunen op onze traditionele handelspartners. Daar komt bij dat Europa momenteel geconfronteerd wordt met een kwetsbare economische situatie, waarin inflatie en groeiende onzekerheden onder burgers en bedrijven een groot probleem vormen.

Daarom heeft NSC besloten om zijn standpunt over het EU-Mercosur-handelsakkoord te wijzigen. Waar we eerder terughoudend waren, steunen we dit verdrag nu. Het Mercosur-akkoord biedt kansen. Het opent markten, het kan helpen om inflatie te dempen en het biedt een alternatief in een wereld waarin traditionele partners zich ineens van ons kunnen afkeren. In Europa krijgen we via dit akkoord iets wat we hard nodig hebben: toegang tot kritieke grondstoffen, zoals lithium, cruciaal voor batterijen en de energietransitie.

Onze zorgen over een ongelijk speelveld in de landbouwsector zijn tegelijkertijd niet verdwenen. We blijven hechten aan strikte handhaving van Europese standaarden op het gebied van voedselveiligheid, duurzaamheid en dierenwelzijn. Wij verwachten dat er aan de grens streng gecontroleerd wordt en dat producten die niet voldoen, worden geweerd. Alleen dan kunnen onze boeren concurreren op een eerlijke markt.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Net werd door een aantal collega's gezegd dat er een hoop broodjes aap worden verkocht over het Mercosur-verdrag. Ik heb daarover een vraag aan mevrouw Postma. Recente studies wijzen uit dat geen enkel handelsverdrag heeft geholpen bij het verzekeren van toegang tot kritieke grondstoffen. Sterker nog, lithium is in Zuid-Amerika zeker niet alleen maar onderdeel van Mercosur, maar is ook beschikbaar voor andere landen die niet in Mercosur ondergebracht zitten. Het is ook geen exclusieve afspraak. Nog steeds hebben andere landen toegang tot die kritieke grondstoffen. Kan mevrouw Postma mij misschien uitleggen waar zij op baseert dat het Mercosur-verdrag gaat helpen om toegang tot kritieke grondstoffen zeker te stellen, in tegenstelling tot wat recente studies over handelsverdragen daarover zeggen?

Mevrouw Postma (NSC):
Ik begrijp de vraag van mevrouw Hirsch heel goed. Het is inderdaad niet zo dat dat betekent dat wij de enige afnemers kunnen zijn van die grondstoffen. Zo werkt het niet. Maar je gaat wel met elkaar een verdiepte handelsrelatie aan, waar dat onder andere deel van uitmaakt. Wij hebben vooral gekeken naar de geopolitieke verhoudingen, die op dit moment zo gewijzigd zijn dat wij het idee hebben dat we ons ook op andere landen moeten richten, om daar de banden mee aan te halen en ervoor te zorgen dat we toegang hebben tot producten, maar ook onze producten kunnen afzetten.

De voorzitter:
Was dat uw antwoord?

Mevrouw Postma (NSC):
Ja, hoor.

De voorzitter:
Ja, hoor!

De heer Ram (PVV):
Ik heb de volgende vraag aan mevrouw Postma. Al jarenlang worden boeren in de steek gelaten. Al 30 jaar lang vallen er klappen in de landbouwsector. En nu draait NSC in één keer om en laat het deze boeren in de steek. Waarom doet u dat?

Mevrouw Postma (NSC):
Nou, het is eigenlijk niet zo zwart-wit als de heer Ram — een prachtige achternaam voor dit onderwerp — ons wil doen geloven. Het is veel kleiner dan dat. Ja, het klopt dat Argentinië een enorme vleessector heeft. Ja, het klopt dat dat betekent dat dat vlees op onze Europese markt zal komen en dat dat misschien een effect heeft op onze eigen rundvleessector en kalversector. De universiteit van Wageningen heeft berekend dat dat effect ongeveer 1% is. Dat is een klein effect, maar die effecten zijn er dus wel. Toch denken wij dat onze agrariërs die concurrentie goed aankunnen, dat agrariërs in een andere sector dat ook aankunnen en dat we bijvoorbeeld zullen zien dat er een andere markt opent, namelijk voor zuivel, bijvoorbeeld kaas, waarvoor het een afzetgebied kan zijn. We zien — dat zei ik ook in mijn spreektekst — dat het niet makkelijk is. We hebben dat meegenomen in de overwegingen. Maar toch zien we uit de rapporten dat het kan.

De heer Ram (PVV):
Ik begrijp dat NSC dus meer kiest voor globalisering. Dat valt ons zwaar tegen. Een ander punt is dat we ook inzetten op strategische autonomie. Voedselzekerheid, onze landbouwsector, is er daar een van. Hoe ziet u deze nieuwe koers van globalisering nou ten opzichte van strategische autonomie?

Mevrouw Postma (NSC):
NSC zet vooral in op handel. Handel hebben wij als Nederlanders in de vezels. Al eeuwenlang handelen wij. We hebben bijvoorbeeld heel oude betrekkingen met Japan, waar wij als een van de weinige landen eeuwen geleden handel mee mochten drijven. Het zit gewoon in ons DNA om te handelen. Zo is onze economie ook opgezet. Wij hebben een heel open economie. De heer Dijk liet de nadelen zien van die economie, maar er zijn ook voordelen. Onze werkgelegenheid is eraan verbonden. Ik deel dus helemaal niet dat het een negatief effect is van globalisering.

Ik mag weer verder, zie ik, voorzitter. Vrijhandel is essentieel voor een open economie als de onze, maar die vrijhandel moet dan wel gebaseerd zijn op duidelijke spelregels en eerlijke concurrentie. Daarom hechten wij aan internationale structuren zoals de WTO, en steunen wij de inzet van het kabinet om het conflict met de Verenigde Staten op een diplomatieke manier op te lossen. Escalatie moet zo veel mogelijk worden vermeden. Tegelijkertijd moeten we niet naïef zijn. Als onderhandelingen niets opleveren, moet de EU ook zijn tanden laten zien. Een proportionele gezamenlijke tegenreactie is dan gerechtvaardigd. Dit moet vitale sectoren beschermen en moet voorkomen dat de EU-lidstaten tegen elkaar uitgespeeld worden. Kan de minister aangeven hoe zij zich ervoor inzet dat er ook een tweede scenario klaarligt in de EU tegen de handelstarieven van de heer Trump?

Tot slot. Naast voor versterkte handelsrelaties met Zuid-Amerika pleit Nieuw Sociaal Contract voor het aangaan van nieuwe partnerschappen, met landen als Canada, Mexico en India. Ook samenwerking met de Afrikaanse economieën verdient meer aandacht. Kan de minister hierop reageren?

We horen ook graag van de minister wat de stand van zaken is van de uitvoering van de motie-De Korte/Ceder. Welke Nederlandse sectoren en producten worden geraakt door de dreigende Amerikaanse heffingen? Welke handelingsopties liggen er op tafel en wanneer komt er duidelijkheid voor ondernemers?

Voorzitter. Deze nieuwe geopolitieke werkelijkheid vraagt om realistische keuzes. Voor onze bestaanszekerheid zijn nieuwe handelspartners daarom essentieel.

De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Kamminga van de VVD.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Voorzitter. Met groot spektakel kondigde Trump onlangs, tijdens wat hij "Liberation Day" noemde, immense tarieven aan: importmaatregelen die ook de EU en dus Nederland als handelsland gaan raken. We zitten nu in een tijdelijke pauze van 90 dagen, maar de kans is groot dat dit niet het einde is. De vraag die voorligt, is hoe we onze burgers en bedrijven beschermen tegen eventuele economische schade. De inzet van het kabinet moet zich vooral richten op het voorkomen van een handelsoorlog en het zo snel mogelijk van tafel krijgen van die tarieven, want van tarieven wordt niemand beter. Die zijn funest voor zowel bedrijven als consumenten, want ze zijn niets meer of minder dan extra belastingen die producten duurder maken, de inflatie aanjagen en onze portemonnee keihard raken.

Toch is het grootste probleem niet de handelswijze van Trump, hoe zorgelijk die ook is, want we neigen deze situatie te behandelen alsof het een incident is, alsof de problemen zijn begonnen sinds de meest recente verkiezingen in de VS. Echter, dat is niet waar. Dit legt namelijk een veel fundamenteler probleem bloot: onze afhankelijkheid van andere landen en het risico dat we daardoor lopen om een geopolitieke speelbal te worden van grootmachten zoals China, Rusland en de VS. Want we zien dat Trump economische macht steeds meer als drukmiddel gaat gebruiken en handel helaas geen neutraal speelveld meer is: het wordt steeds geopolitieker. En wie denkt daarbuiten te blijven, vergist zich en blijft telkens achter de feiten aanlopen. Want die dreiging zit niet alleen in tarieven, maar ook in de afhankelijkheden die we hebben opgebouwd van autocratische regimes en leiders die onze waardes niet delen.

De heer Baudet (FVD):
Heel interessant. Er wordt hier gezegd dat importtarieven en dat soort zaken niet goed zijn. Maar wat vindt mevrouw Kamminga dan van de importtarieven die de EU hanteert richting de Verenigde Staten? Dit balletje is namelijk gaan rollen doordat de EU in allerlei sectoren veel hogere tarieven hanteert dan de Verenigde Staten. Bijvoorbeeld bij personenauto's is het gemiddeld 10% aan EU-tarieven, terwijl de Verenigde Staten een tarief van 2,5% hanteren. Bij kaas is het 0% tot 15% van de Verenigde Staten tot 30% van de EU. Wat vindt zij daar dan dus van?

Mevrouw Kamminga (VVD):
Goed om te horen dat de heer Baudet mijn betoog interessant vond. De VVD is nooit tegen tarieven als basis geweest. Daar hebben we ook een heel mechanisme voor via de Wereldhandelsorganisatie, want er kunnen redenen zijn om een tarief of een quotum op te leggen. Dat hoort er juist bij om te zorgen dat niet alleen maar het recht van de sterkte functioneert en juist een klein land zoals Nederland ook in die handelseconomie bestaansrecht houdt. Daar vind ik dus niks mis mee. Dat is altijd in balans; daar hebben we dit soort dingen voor.

Maar kijk naar wat Trump nu aan het aankondigen is: 34%, soms 100%. Dan kan toch ook de heer Baudet niet meer zeggen dat dat realistische tarieven zijn? Het gesprek willen we altijd aangaan. Ik ben ook heel erg blij dat het kabinet daarvoor gekozen heeft en ook de EU. Maar laten we nou niet net doen alsof tarieven van 34% realistische tarieven zijn. Daarbij is er echt sprake van forse tegenmaatregelen die niet meer gebaseerd zijn op eerlijke onderlinge handel.

De heer Baudet (FVD):
Maar het cijfer dat mevrouw Kamminga nu noemt, is dus precies het tarief dat de EU hanteert voor de import van Amerikaanse producten. Ik heb hier toevallig het cijfer. Als Amerikaanse kazen de Europese Unie in worden gebracht, dan hanteert de Europese Unie tot 25% aan importheffingen. Dat is dan toch juist precies het punt dat mevrouw Kamminga maakt? Maar daar hebben we de VVD in al die jaren nooit over gehoord.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Maar de VVD heeft er altijd voor gepleit om dit binnen de richtlijnen van de Wereldhandelsorganisatie te doen. Wij staan altijd pal voor die instituties. Dat hebben we ook verdedigd. Alleen, wij moeten constateren dat de VS, als ze een bezwaar gehad hadden, nu niet de route kiezen van die WTO, waarbij we met elkaar in gesprek hadden kunnen gaan. Zij kiezen nu unilateraal ergens voor. Dus nogmaals, wij houden ons aan die richtlijnen en volgen altijd die WTO-zaken. En laten we eerlijk zijn: er kunnen gewoon goede redenen zijn om een tarief te doen of om soms subsidies te doen. Daar hebben we richtlijnen voor. Ik vind dat we ons daaraan moeten houden. Daar heeft de VVD altijd voor gestreden. Maar wat Trump nu doet, is gewoon unilateraal zeggen: "Ik heb niets met die instituties te maken. Ik bewandel niet die route. Ik leg gewoon zelf — hoppetee — die tarieven op, en ook op ongeveer alles."

De heer Baudet (FVD):
Oké, dus mevrouw Kamminga heeft vooral een probleem met de wijze waarop het gaat, dus dat het niet via de Wereldhandelsorganisatie gaat. Is dat het? Ze heeft dus geen probleem met het feit dat de Europese Unie op bijvoorbeeld kaas al jaren een importtarief van 25% hanteert. Dat is geen probleem, maar het gaat erom dat wat Amerika nu doet, te unilateraal is, dat Amerika vanuit zijn eigen belang zelf een beslissing wil nemen en dat het niet via de Wereldhandelsorganisatie gaat. Begrijp ik het zo goed?

Mevrouw Kamminga (VVD):
Het gaat mij erom dat we handeldrijven met elkaar en dat landen daar een aantal spelregels voor hebben met elkaar. Die zijn er om landen en industrieën te beschermen en die zijn er niet voor niets. Je wilt niet — tenminste dat zou de VVD niet willen — dat altijd het recht van de sterkste geldt. Daarom hebben we ook handelsverdragen. Dat vindt ook de VVD belangrijk. Er wordt gedaan of voor die handelsverdragen alles open is gegooid, maar voor die handelsverdragen worden juist dit soort belangen tegen elkaar afgewogen. Wat wordt er geïmporteerd? Welke standaarden horen daarbij? Is er misschien een oneerlijk concurrentievoordeel voor een andere partij? Zo ja, hoe middelen we dat dan uit? Dat spreek je met elkaar af in verdragen. Als een verdrag of de afspraken die je met elkaar hebt, niet meer voor je werken, vind ik het heel logisch dat je met elkaar in gesprek gaat.

Wat ik hier zie, is dat de VS dat gesprek niet aangaan. Zij gaan gewoon, boem, eroverheen. Ik neem van u aan dat die importtarieven op kaas er zijn. Die gegevens heb ik niet bij de hand en ik weet de reden ook niet. Maar de VS middelen de tarieven over alles uit, zonder daar een gesprek over aan te gaan, en gooien overal maar een tarief op. Daar heb ik bezwaar tegen. Nogmaals, ik geloof in die zin in de instituties die we daarvoor bedacht hebben. Ik denk dat handel belangrijk is. Daar hebben we als VVD ook altijd voor gestaan. Ik denk dat het bijdraagt aan meer economische groei. Maar ik vind het niet meer dan redelijk dat er wel enige spelregels zijn.

De heer Baudet (FVD):
Mag ik nog één ding zeggen?

De voorzitter:
U mag zelfs nog twee dingen zeggen.

De heer Baudet (FVD):
Wauw! Ik weet niet wat ik meemaak!

De voorzitter:
Dat was het eerste.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Het gaat nog net weer iets anders dan in een commissiedebat, meneer Baudet.

De heer Baudet (FVD):
Ik vind het moeilijk om mevrouw Kamminga van de VVD te volgen. De Wereldhandelsorganisatie kan immers in actie komen nadat een land iets heeft gedaan. Die structuur is nog steeds intact, dus op zichzelf is dat volgens mij helemaal het issue niet. Je kunt je afvragen of je er iets aan hebt, want het blijft ook gewoon rechtspraak, net zoals in allerlei andere internationale organisaties, waarin van alles gebeurt achter gesloten deuren, met arbitrage, wat allemaal eindeloos duurt. Ik weet dus niet of je er iets aan hebt, maar op zichzelf is dit de normale procedure, dus dat een land een beslissing neemt. Vervolgens kunnen andere landen daartegen in beroep gaan in organisaties. Ik snap dat argument dus niet.

Het tweede punt was dat dit via een dialoog tot stand moet komen. Daar is volgens mij ook aan voldaan, want Trump heeft aangekondigd: "Dit gaan we over 90 dagen doen; laten we tot die tijd in gesprek gaan om al die dingen te bespreken en te voorkomen dat het zover komt." Dat zie je ook gebeuren. Allerlei landen komen nu over de brug en gaan naar het Witte Huis; er worden allemaal deals gesloten. Ook dat tweede punt, van de dialoog, is dus precies wat er nu gaande is. Daarom hebben we er hier nu ook een discussie over. Ik snap dus werkelijk niet welk probleem mevrouw Kamminga precies heeft met het Amerikaanse optreden. Amerika zegt: "Luister, dit werkt niet voor ons. Wij willen een andere deal. Als we niet binnen 90 dagen een deal hebben, gaan we iets doen wat heel extreem is en wat voor ons allemaal niet aantrekkelijk is, dus laten we er samen uitkomen." Dat is precies wat nu voorligt. Ik zie het probleem dus helemaal niet. Ik vind ook dat mevrouw Kamminga heel warrig antwoordt op mijn vragen.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik kijk er inderdaad heel anders naar dan de heer Baudet. Als er tarieven van 100% worden geheven voor pinguïns, kunnen we toch niet zeggen dat dat een rationeel besluit is dat heel veel logica in zich heeft? Ik kijk daar dus echt anders naar en mijn partij ook. Wij kijken anders naar waar Trump mee bezig is en waarop hij dat stoelt. Als je voor ontwikkelingslanden, die struggelen om een economie op poten te krijgen en waar we handel mee drijven, juist om ze te helpen, tarieven gaat heffen van bijna 80%, waar ben je dan mee bezig? Nogmaals, dat is niet mijn stijl van onderhandelen, noch van hoe je met handel en een open economie omgaat. Ik kijk daar dus inderdaad heel anders naar. Over die pauze van 90 dagen: die pauze is pas afgekondigd nadat hij de tarieven had aangekondigd en ze zouden ingaan. Pas nadat de EU en een aantal andere landen hadden gezegd "hé, wacht eens even", is de pauzeknop ingedrukt. Nogmaals, ik kijk dus anders naar de feiten dan de heer Baudet.

Ik vervolg mijn betoog, voorzitter. Dit debat gaat voor de VVD dus niet over staal of soja. Dit gaat over onze economische veiligheid. Elke keer dat we een strategische keten uitbesteden of een industrieel bedrijf laten vertrekken, leveren we niet alleen in op banen en investeringen, maar ook op onze eigen economie. We raken invloed kwijt. We raken onze veiligheid en daarmee uiteindelijk ook een deel van onze vrijheid kwijt.

De voorzitter:
De heer Bontenbal wil inderdaad interrumperen, maar wilt u uw alinea niet even afmaken?

Mevrouw Kamminga (VVD):
Ja. Daarom moeten we onze afhankelijkheden afbouwen. Dat betekent een sterkere interne markt en het wegnemen van interne barrières. Ik ben dan ook blij dat mijn motie onlangs is aangenomen. Kan de minister al iets zeggen over de opvolging? We moeten ook zorgen dat we niet langer al ons geld in de VS of elders investeren, maar gewoon weer hier in de EU. Welke rol kan die kapitaalmarktunie daar volgens de minister in spelen? We moeten ook meer optreden als gezamenlijk handelsblok. Met een economie van 450 miljoen consumenten mogen we onze eigen kracht niet onderschatten. Het sluiten van handelsakkoorden is hiervan een belangrijk onderdeel.

De heer Bontenbal (CDA):
Hoe kijkt de VVD aan tegen de manier waarop wij ook als Europa de markt van Afrika soms overspoelen met producten die bij ons geproduceerd worden? Dat gebeurt bijvoorbeeld ook in de agrarische sector. We hebben het vaak over ontwikkelingssamenwerking, maar als we het dan toch over handelsverdragen en eerlijke handel hebben, moeten we dan ook niet een keer nadenken over de manier waarop we met bijvoorbeeld Afrika handeldrijven en daarin soms ook dominant kunnen zijn?

Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik ben daar wat minder pessimistisch over dan de heer Bontenbal. Ik zie namelijk heel veel bedrijven die handeldrijven met Afrika, juist ook in de debatten die we hebben. We gaan ook veel op werkbezoeken. Daar zijn bedrijven waarmee we juist die handel en die ontwikkeling aan elkaar koppelen en waar we die stappen maken en zetten. Ik denk natuurlijk ook dat we moeten ... Volgens mij doen we dat ook. We zijn gewoon OESO-landen en daar houden we ons aan. We hebben dus best wel standaarden, dus ik verzet me ook tegen het beeld dat we ons gewoon nergens aan zouden houden en dat die ondernemers hier maar een stelletje cowboys zijn. We hebben gewoon prachtige ondernemers en die drijven handel. Het is helemaal niet verkeerd dat je je markt verbreedt. Het is ook zo dat ze in die Afrikaanse landen dan producten hebben die goedkoper en vaak voedzamer zijn. Je ziet ook dat veel van die bedrijven in the end juist bezig zijn met hoe ze de productie daar beter en voedzamer kunnen maken, zodat ook de economieën daar wat aan hebben. Ik ben daar dus iets minder sceptisch over. Moet je daar oog voor hebben? Tuurlijk, en die uitwassen zijn gewoon niet goed. Maar ik ga er niet in mee om dan maar te zeggen dat ongeveer alles wat we in Afrika doen niet zou deugen.

De heer Bontenbal (CDA):
Dat wil ik dan corrigeren, want dat was natuurlijk niet wat ik zei. Laat ik het dan anders stellen: moeten we in de manier waarop we handeldrijven met Afrika dan niet ook kijken hoe we ze betere toegang tot onze markten kunnen geven?

Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik denk dat het heel goed is om ze betere toegang te geven tot onze markt. Tegelijkertijd vind ik nog steeds — ik had eigenlijk juist wel van het CDA verwacht dat zij dat ook zouden vinden — dat we ook een rol en een verplichting hebben om te kijken hoe we die daar economieën kunnen opbouwen en ondersteunen, dus hoe we ook kunnen zorgen dat we een aantal van de productiecapaciteiten juist in Afrika verder op peil kunnen brengen, zodat ze uiteindelijk ook zichzelf duurzaam economisch kunnen ontwikkelen. Wat mij betreft gaat dat dus hand in hand: je wil ze wat meer toegang geven tot deze markt en ook zorgen dat zij de industrieën en economieën daar opbouwen. Dat is juist het mooie aan economische ontwikkeling. Daarmee help je een land ook duurzaam vooruit en blijven ze niet alleen maar afhankelijk van hulp.

De heer Dassen (Volt):
Ik hoor mevrouw Kamminga aangeven dat de minister vaart moet maken met het vervolmaken van de kapitaalmarktunie. Ik vraag me af hoe de VVD dat standpunt, dat ik natuurlijk volledig ondersteun, rijmt met haar standpunt tegen eurobonds.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik vind dat zelf heel erg logisch. Ik vind dit altijd leuk. Ik heb niet meer zo vaak debatten met de heer Dassen. Een paar jaar geleden hadden we het ook al samen over eurobonds. Dat was toen ik nog woordvoerder Europese Zaken was. Maar het is natuurlijk heel iets anders. Kijk, wat het verschil is tussen de heer Dassen en mij, maar ik denk ook tussen de VVD en Volt, is dat ik denk dat je ook gewoon kunt samenwerken. Je hoeft als je samenwerkt niet altijd van alles een EU-competentie te maken, of het nou om gemeenschappelijke schulden, overhevelingen van bevoegdheden of een Europese krijgsmacht gaat. Je kunt heel goed samenwerken en een aantal barrières wegnemen, maar dat is iets anders dan meteen maar competenties overhevelen of gewoon schulden met elkaar delen. Nee, daar is de VVD niet voor en daar blijft de VVD ook gewoon tegen. Maar dat is iets anders dan dat je kijkt hoe we kunnen zorgen dat het makkelijker is om in elkaars economieën te investeren. Dat blijft nog steeds privaat. Dat moet je gewoon makkelijker maken, want nu zien we gewoon dat veel van onze investeringen naar de VS gaan omdat het daar aantrekkelijker is. Dat vind ik jammer. Ik heb ook niet gezegd dat we snel vaart moeten maken met een kapitaalmarktunie, omdat ik ook weet dat daar een heel mooi traject voor loopt bij de commissie Financiën. Ik vind dus wel dat dat zorgvuldig moet zijn, vandaar dat ik vroeg hoe de minister daarnaar kijkt en welke elementen we daarvan snel zouden kunnen doen om te zorgen dat we al het kapitaal dat we hebben, gaan investeren in de start-ups en scale-ups. We moeten juist zorgen dat die scale-ups ook hier op Europese grond weer een voedingsbodem krijgen en weer ondersteund kunnen worden, en dat die niet de noodzaak voelen om te vertrekken naar de VS, met uiteindelijk weer financiering vanuit ons eigen land of vanuit ons eigen continent.

De heer Dassen (Volt):
Dat laatste onderstrepen we, dus ik ben blij dat de VVD dat ook onderstreept. Alleen, dat is natuurlijk geen antwoord op de vraag. De vraag is wel degelijk legitiem en heeft niet per se iets te maken met het overhevelen van bevoegdheden. Op het moment dat je zegt dat je een kapitaalmarktunie wil, betekent dat namelijk dat je een hele hoop belemmeringen voor kapitaal weghaalt. Als je dan niet ook gezamenlijke safe assets hebt, wat eurobonds zijn, dan betekent dat dat de hele kapitaalmarkt ontwricht kan worden op het moment dat er een crisis uitbreekt, want dan zul je zien dat alles naar Duitsland of Nederland gaat. Dat we over dat stuk niet goed nadenken, is precies de zorg die ik heb op het moment dat we de kapitaalmarkt gaan vervolmaken, waar ik groot voorstander van ben. Op het moment dat er dan een crisis komt, hebben we dan een nog groter probleem omdat we niet bereid zijn geweest om die kapitaalmarkt te stutten met de noodzakelijke safe assets, zijnde eurobonds.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Zoals ik net al zei, blijf ik het knap vinden dat u ongeveer ieder debat weer terugkomt op de eurobonds en op wat we nog meer in Europees verband samen kunnen doen. Ik kijk daar gewoon echt heel anders naar. Alle vragen die ik ooit van de heer Dassen heb gehad, zagen daarop. Ook deze vraag weer. Er zijn nog een hele hoop belemmeringen. Dat zegt de heer Dassen ook. Ik denk dat u en ik gewoon verschillen over de vraag of je alle belemmeringen weg wil nemen. Of zie je er een aantal die gewoon heel erg gaan helpen? Wil je ook een aantal dingen gewoon echt nog nationaal beleid, nationale competenties houden? Datzelfde geldt voor die interne markt. Wij zijn er ook voor om zo veel mogelijk barrières weg te nemen. Ik hoorde mevrouw Hirsch er net een interruptie over plegen bij een van de collega's. Dat betekent voor ons niet dat je ook het hele socialezekerheidsstelsel maar overhevelt naar de EU. Daar willen wij als VVD graag ook nog een aantal nationale bevoegdheden en verantwoordelijkheden in houden. Zo geldt dat ook bij die kapitaalmarktunie.

Maar nogmaals, er loopt een traject, dus ongetwijfeld zult u nog met mijn collega's daar nader over spreken, want u heeft natuurlijk een terecht punt. Ik ben het wel met de heer Dassen eens: als je een stap zet, moet je wel doordenken wat de consequenties zijn als het misgaat. Want te vaak hebben we ook hier in dit huis geconstateerd dat we wel a hebben gezegd, maar b niet, dan komt er een crisis en moeten we ineens heel snel door naar d en vergeten we eigenlijk de juiste stappen in b en c te zetten. Dat deel van zijn vraag deel ik dus met de heer Dassen.

De voorzitter:
U continueert.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik was gebleven bij mijn favoriete onderwerp: de handelsakkoorden en de bredere samenwerking. De VVD, zoals u weet, steunt daarom ook gesprekken die we voeren met landen zoals Latijns-Amerikaanse landen, maar ook met Azië, namelijk met India, Maleisië en Indonesië. Want hoe belangrijk de VS ook zijn, 83% van de wereldhandel vindt daarbuiten plaats. Nieuwe handelsakkoorden zijn dan ook noodzakelijk om onze bedrijven en consumenten te beschermen. Het is dan ook onbegrijpelijk dat een deel van deze Kamer hier nog steeds tegen is en nog steeds wil discussiëren over de punten en komma's, terwijl de onderhandelingen eigenlijk al zijn afgerond en het verdrag nu voorligt. We kunnen ons die luxe echt niet permitteren.

Ik heb dan ook vier vragen aan het kabinet. Welke diplomatieke stappen worden gezet om escalatie met de VS te voorkomen? Mijn tweede vraag is: wat is plan B als dat niet lukt? Drie. Hoe worden Nederlandse ondernemers gecompenseerd voor schade die zij mogelijk gaan lijden? Kunnen we, minister, bijvoorbeeld de middelen van de tarieven hiervoor gebruiken? Ten slotte, hoe gaan we in Europa onze industriepolitiek vormgeven? Welke keuzes en dilemma's ziet dit kabinet daarbij? Welke keuzes gaat het maken?

Voorzitter. Nederland en de EU moeten aan de bak. Dat begint bij onze basisindustrie. Die is onmisbaar voor onze onafhankelijkheid. Dat vereist politieke duidelijkheid, ruimte om te investeren, betere toegang tot financiering, minder bureaucratie en lagere lasten, want zo houden we onze economie gezond en onze positie in Europa sterk en zorgen we dat Nederland en Europa veilig en onafhankelijk blijven.

Dank u wel.

De heer Paternotte (D66):
Ik sta hier met enige schroom, want het is echt heel lang geleden dat ik een burgemeester heb geïnterrumpeerd, maar laat ik mevrouw Kamminga toch in ieder geval feliciteren voordat ik dat ga doen.

De reden dat ik interrumpeer, is dat zij zegt: dat Mercosur-verdrag is noodzakelijk en onmisbaar voor onze economie. Ik ben het met haar eens. Ik ben toch benieuwd naar het volgende. Als het noodzakelijk is, hoe kan het dan dat in dat hoofdlijnenakkoord waar allerlei dingen in staan over 130 op de Afsluitdijk tot box 2, die ongetwijfeld ook belangrijk zijn voor de economie, over iets wat noodzakelijk is geen enkele afspraak staat, waardoor PVV en BBB hier de hele tijd zeggen dat ze dat willen blokkeren in Europa? Wat is daar nou gebeurd? Is mevrouw Kamminga helemaal van tafel gespeeld door Caroline van der Plas, of is de VVD vergeten dit op tafel te leggen?

Mevrouw Kamminga (VVD):
Dat is natuurlijk een mooie vraag, want u weet al heel lang hoe de VVD hierin zit. Daar hebben we nooit een geheim van gemaakt en dat is ook geen geheim voor onze coalitiepartners. Maar het is inderdaad een akkoord op hoofdlijnen, dus daar spreek je algemene dingen dingen met elkaar af. Wij blijven ervoor pleiten. Ik ben ook blij dat we een van de coalitiepartners hebben weten te overtuigen van het belang van Mercosur. Ik blijf mijn strijd dapper voortzetten, ook richting de andere twee, die nog wat aarzelend zijn, maar ik hoop zeker dat zij in deze veranderende wereld ... Maar nogmaals, het is een hoofdlijnenakkoord. Daar nemen we niet alles in op. We wilden geen dik akkoord. Het was volgens mij ook geen geheim, zeker niet voor u, maar ik denk ook niet voor de rest van Nederland, hoe de VVD kijkt naar handelsakkoorden als Mercosur.

De heer Paternotte (D66):
Ik ben blij dat wij het met elkaar eens zijn, maar wij zitten natuurlijk niet in de coalitie. Wij hebben niet diezelfde positie. U heeft aan de onderhandelingstafel gezeten. Er zijn afspraken gemaakt over 130 rijden op een paar snelwegen en de Afsluitdijk. Maar mevrouw Kamminga zegt zelf: dit is noodzakelijk voor onze economie. Het is onmisbaar. Dan kom je toch weer op de vraag: als iets noodzakelijk is voor de economie, waarom zegt u dan: het hoort niet thuis in een hoofdlijnenakkoord, want het is een klein detail? Ik snap niet dat er een detail is dat tegelijkertijd noodzakelijk is.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik waardeer de poging van de heer Paternotte om nog ergens een soort spanningsveld op dit onderwerp tussen de VVD en D66 te vinden. Maar nogmaals, dat is er gewoon niet. Dit is ook wel een beetje spijkers op laag water zoeken. Deze vier partijen hebben aan tafel gezeten en met elkaar fors het gesprek gevoerd. Het is volgens mij evident — daar zijn ze ook vocaal in — dat een aantal partijen echt anders kijken naar nut en noodzaak van handelsverdragen. We hebben een mooi breed pakket met allemaal mooie maatregelen op het gebied van asiel en een aantal andere onderwerpen waarop we nu eindelijk stappen kunnen zetten. Nogmaals, ik heb er alle vertrouwen in dat we, nadat we NSC nu hebben overtuigd, ook de rechterflank van de Kamer nog overtuigd krijgen. Dus wees gerust.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik hoor mevrouw Kamminga een betoog houden voor het versterken van de Europese economie. Helemaal mee eens. Eenheid in Europa is ook een kans om die nu verder uit te bouwen. Ik ben wel benieuwd naar de reden waarom deze coalitie, waar mevrouw Kamminga deel van uitmaakt, besluit te bezuinigen op alles wat voor de versterking van de economie nodig is, zoals innovatie, onderwijs en klimaatplannen.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Nou, volgens mij maken we nog steeds forse stappen op die onderwerpen. Veel belangrijker is dat we nu eindelijk een keer met deze coalitie aan de slag gaan om die gekke regels weg te halen en om die extra koppen op Europese regelgeving te verwijderen, zodat de bedrijven eindelijk weer lucht en ruimte krijgen om te kunnen ondernemen en om te kunnen concurreren, binnen Europa, maar ook elders op de wereld. Dus ik denk juist dat we met deze coalitie heel veel stappen maken om juist ondernemers weer lucht te geven en om ervoor te zorgen dat het ecosysteem er ook weer is. Nogmaals, u doet nu net alsof we niks aan het klimaat doen, maar we leveren nota bene als VVD de minister daarvoor. Dat is dus echt grote onzin. Misschien gaan we minder ver dan u gehoopt had; dat kan. Maar wij kiezen er gewoon voor om lucht en ruimte te geven aan die ondernemers.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dat is een interessante draai van mevrouw Kamminga. Die komt vaker voor. Ik vraag dan iets over innovatie, onderwijs of klimaat en het antwoord dat ik krijg, is: wij gaan de regeldruk verminderen. Het zal mevrouw Kamminga niet ontgaan zijn dat de regeldruk in Europa lager is dan bijvoorbeeld in de VS. De VVD pleit niet alleen voor het weghalen van koppen, maar ook voor het ondermijnen van wetgeving die al is aangenomen en waar al jaren over is gediscussieerd in Europa. Ik vraag het dus nogmaals. Daarbij verwacht ik dan een antwoord dat niet over regeldruk gaat. Ik verwacht een antwoord met een visie op de noodzaak om in onze economie te investeren. Volgens Draghi is daar 800 miljard voor nodig. Dan gaat het over innovatie, over onderwijs en over de groene transitie. Ik zie dat de coalitie, waar mevrouw Kamminga onderdeel van uitmaakt, daar juist op bezuinigt. Ik hoop dus dat mevrouw Kamminga ook een ander antwoord heeft dan het sprookje van het verminderen van regeldruk.

Mevrouw Kamminga (VVD):
U noemt dat "een sprookje"; ik noem dat "serious business". Kijk waar bedrijven nu tegenaan lopen. Waarom komt die industrie soms gewoon niet van de grond? Redenen één tot en met drie die daarvoor worden gegeven: de regeldruk, de nationale en Europese koppen en het feit dat ze moeten concurreren met andere landen. Maar nogmaals, ook wat betreft de innovatie doet mevrouw Hirsch weer alsof daar in het coalitieakkoord helemaal niet op ingezet wordt. Dat is natuurlijk gewoon onzin! Dat noem ik nou selectief shoppen in een regeerakkoord. We hebben over de hele linie een mooi pakket. Daarin kiezen we er ook voor om een aantal dingen niet meer te doen. Maar laten we niet doen alsof we helemaal niet meer investeren in klimaat en in al die zaken die mevrouw Hirsch ook heel belangrijk vindt. Ik ga dus gewoon niet mee in dat frame.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik weet niet waarom het nu een "frame" wordt genoemd. De bedrijven die ik spreek, hebben het helemaal niet over regeldruk. Die vragen juist om hele duidelijke regels, die vast blijven staan op het moment dat die vastgesteld worden. Maar wat gebeurt er nu, onder andere dankzij de VVD? Als het aan de VVD ligt, worden vastgestelde wetten weer afgezwakt. Ook hierbij wordt er dus een frame opgelegd, namelijk dat alle bedrijven zouden vragen om een afname van regeldruk. Maar grote bedrijven als Unilever, Mars en Primark vragen allemaal aan de EU, en dus ook aan onze regering, om de regels die er zijn alsjeblieft te handhaven, zodat zij door kunnen gaan met die verduurzaming die voor iedereen zo belangrijk is. Ik laat het hier even bij. Ik ben enigszins teleurgesteld over het antwoord, maar het is niet onverwacht.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Kijk, ik ben het wel met mevrouw Hirsch eens dat bedrijven behoefte hebben aan voorspelbaarheid; dat hoor ik ook van bedrijven. Daar ben ik het mee eens. Ik hoop dus ook dat dit kabinet lang kan blijven zitten en dat het beleid dat wij uitdragen gewoon gecontinueerd zal worden. Dat punt van die voorspelbaarheid deel ik dus; daar zetten wij ons elke dag voor in. Maar dat betekent natuurlijk ook dat je onzinnige regels moet schrappen.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dit is mijn laatste interruptie. De regels die nu voorliggen in de EU, zijn al vastgesteld. De regels waar dit kabinet iets over zegt, waar ik de VVD heel erg voor hoor pleiten en die ook vastgesteld zijn — dan heb ik het over de antiwegkijkwet, de CSDDD — liggen er. Bedrijven zeggen dat ze daarmee uit de voeten kunnen. Die zorgen voor respect voor mensenrechten en respect voor de natuur. Banken en verzekeraars zeggen: hou die alsjeblieft overeind, want dat helpt ons om onze risico's te beperken. En toch pleit de VVD voor het onderuithalen van de regels waarvan bedrijven zelf zeggen dat ze die nodig hebben. Ik wil alleen even onderstrepen dat Mevrouw Kamminga, terwijl ze zegt dat ze betrouwbaar beleid wil voor bedrijven, er zelf, met haar partij, voor zorgt dat dat betrouwbare beleid onderuitgehaald wordt.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Ook dat zie ik toch weer anders dan mevrouw Hirsch. Want wat zie je nu gebeuren? Die zaken zijn aangenomen en vervolgens is er in EU-verband een discussie gestart over die onderdelen waarover de VVD altijd al in debatten heeft gevraagd: "Is dat nou logisch om te doen? Kun je bedrijven wel tot tien cijfers achter de komma aansprakelijk stellen?" Kijk hoeveel dubbelingen er zijn. Ik kan de afkortingen nauwelijks onthouden: De CSDDD, de CSRD en de C-BAM of de CBAM; ik heb geen idee. Maar stel je voor dat je een bedrijf bent dat dit allemaal moet invullen. Bij bijna allemaal gaat het om verantwoording, verantwoording en verantwoording. Dan is het toch heel logisch dat je gaat bekijken waar die dubbelingen zitten en of dit allemaal wel nodig is. Nogmaals, wij hebben er als VVD altijd voor gepleit om dat in Europees verband te doen; dat doen we nu ook weer. Als de trend in Europa nu is om toch nog eens te bekijken of dit allemaal wel zo handig is nu we alles op papier hebben staan, dan steunt de VVD het idee natuurlijk van harte om te kijken waar het simpeler en eenvoudiger kan.

Ik wil hier toch nog het volgende bij zeggen. Ook hierbij wordt er weer net gedaan alsof wij niets zouden geven om, en niets zouden doen aan kinderarbeid en een schoner milieu. Dat is gewoon onzin. We zijn gewoon een OESO-land; we houden ons aan die OESO-richtlijnen. Ook de VVD vindt dat belangrijk.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Grinwis van de ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. We hebben de afgelopen weken met verbijstering naar de overkant van de grote plas gekeken. Een trotse Trump, die op zijn misplaatste "Liberation Day" met zijn bizar onderbouwde importheffingen een handelsoorlog is gestart met de hele wereld, en vooral met China, en zijn eigen land en volk daarmee enorme schade heeft berokkend, en de rest van de wereld natuurlijk ook, vooral de armere rest. Wat anders kun je verwachten van iemand die van alles een strijd maakt waarbij de ander in het stof moet bijten, en die denkt dat handel een zero-sum game is in plaats van een win-win? En passant doet Trump hiermee een poging om het tijdperk van het kapitalisme, met vrije handel en arbeidsdeling gebaseerd op regels, om te vormen naar een vorm van vriendjeskapitalisme gebaseerd op macht. Althans zo leek het. Inmiddels is er nauwelijks meer een touw aan vast te knopen en is het Witte Huis sinds 2 april meer met zichzelf aan het onderhandelen dan met de rest van de wereld, waarbij en passant allerlei instituties, zoals de Fed, onderuit werden geschoffeld.

Wat de ChristenUnie betreft moeten we niet naïef zijn over macht en moeten we als Europese Unie die taal leren spreken en het spel van de grote pestkoppen in de wereld strijdbaar kunnen spelen. Hoe lastig dat misschien ook is, moet dat hand in hand gaan met de waarden die we als Europa hoog willen houden: eerlijke handel, geen afwenteling op mens en milieu, en respect voor de rechtsstaat. Wat betekent dat voor de reactie op de VS? Het spreekt voor mijn fractie voor zich dat we als EU één blok vormen richting de VS en dat ons optreden proportioneel en slim moet zijn, maar toch vooral gericht op de-escalatie. Hoe ziet de minister dit? Is de minister het met ons eens dat wij, als de VS na de adempauze toch doorzetten, de diensten van de Amerikaanse big tech ook in de Europese reactie moeten betrekken, bijvoorbeeld in de vorm van heffingen? Hoe bouwen we intussen onze afhankelijkheden van Amerika af als het gaat om essentiële diensten zoals digitale opslag en ons bankverkeer? Gaat deze door Trump gestarte handelsoorlog eindelijk de boost naar een echte Europese kapitaalmarktunie betekenen? Blijven de extra investeringen van het kabinet in Defensie in Europa, of stromen ze toch weer de grote plas over?

Enfin, we moeten het in deze tijd hebben van effectieve en daadkrachtige Europese samenwerking, gericht op een beter functionerende interne markt en met een gezamenlijke vuist naar buiten. Dat is nodig. Denk bijvoorbeeld aan de dumping van meer Chinese producten op onze markt als gevolg van de handelsoorlog tussen de VS en China. Hoe beziet de minister dit risico? Welke antidumpingmaatregelen is zij bereid te bepleiten in Brussel? Ik zie bezorgd dat diverse Europese landen een hechtere relatie met China als antwoord zien op de breuk met de VS. Is dat wel zo verstandig? Nu al beperkt China onze toegang tot zeldzame aardmetalen. Daags na Trumps zelfverzonnen bevrijdingsdag ging de export van deze grondstoffen op slot. We weten hoe oneerlijk de concurrentie met de Chinese industrie is. We weten hoe China massaal mensenrechten schendt. We weten dat het eigenlijk nog een kwestie van tijd lijkt totdat China Taiwan gaat annexeren. We weten zo veel, maar hoe handelen we? Hoe handelt het kabinet? Hoe taxeert de minister deze situatie? Balanceren we niet op een onmogelijk koord? Wat is haar inzet in Europa in dezen? Is ze bereid zich uit te spreken tegen hechtere samenwerking met China en voor het afbouwen van afhankelijkheden?

Voorzitter. Dit is het moment om de handelsrelaties met andere landen dan de VS en China aan te halen, natuurlijk met Canada en Mexico, maar ook met landen in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. En ik weet: als ik "Zuid-Amerika" zeg, zeg ik "Mercosur", een onwenselijk verdrag vanuit landbouw- en landschapsperspectief, maar een noodzakelijk verdrag in deze huidige tijd. Hoe staat de regering hier nu in? Wat is er nog mogelijk om dat verdrag te verbeteren? We weten dat niet alleen Nederland kritisch is, maar ook landen als Frankrijk, Oostenrijk, Ierland en Polen. Welke constructieve handelsgesprekken met welke landen zijn al geopend? Welke alternatieve exportbestemmingen heeft de minister voor ogen? Wat is haar strategie in dezen? Welke handelsmissies staan er op de rol? Hoe zuur de handelsoorlog van Trump ook is, voor Nederland handelsland liggen er overal nog kansen voor het oprapen. Welke kansen ziet de minister? Welke kansen gaat zij grijpen?

De heer Bontenbal (CDA):
In het algemeen: hoe kijkt de heer Grinwis aan tegen globalisering? Maar in het bijzonder: hij noemde Mercosur "een noodzakelijk verdrag". Dat heb ik de ChristenUnie niet eerder zo horen zeggen. Dat doet de heer Grinwis, denk ik, heel bewust. Hoe kijkt hij naar Mercosur? Gaat ook de ChristenUnie ... Laat ik het anders formuleren. Bent u daar anders over gaan denken?

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Globalisering is een proces dat winnaars en verliezers kent, dat mooie kanten kent, maar ook kwetsbare kanten; met name zachtere waarden delven zomaar het onderspit. Zeker een land als Nederland heeft heel erg geprofiteerd van globalisering; meer dan 50% van onze open economie is export en import. Tegelijkertijd zijn er ook altijd verliezers in globalisering en handel. Dat hebben we misschien in het verleden weleens onder het tapijt geveegd. Ik maak gelijk een bruggetje naar Mercosur: ook daar zijn verliezers. Het is dus een belangenafweging. In absolute zin, als je het puur economisch bekijkt, is het een no-brainer. Mercosur is voor veel Nederlandse sectoren een plus. Zelfs binnen de landbouw is het voor een aantal sectoren een plus: de pluimveehouderij en de varkenshouderij kwamen al langs. Voor de rundveehouderij, die in Nederland misschien kleiner is dan in landen als Ierland en Frankrijk, althans de vleesveehouderij, is het een duidelijke min. Ik denk dat we ook altijd goed moeten kijken naar de zachtere waarden en kanten in zo'n verdrag. Inderdaad, het klimaat zit nu in dat verdrag, aanvankelijk niet. De kap van het Amazoneregenwoud zit er nu ook in. Toch houd ik wel mijn hart vast voor de gevolgen voor de familiebedrijvenstructuren in Europa en de gevolgen voor landschap. Daarom staat in ons verkiezingsprogramma ook een kritische bejegening van dit specifieke handelsverdrag, ook al zijn wij in algemene zin positief. Tegelijkertijd, zoals ik net ook al zei in de interruptie richting meneer Bontenbal, zijn de tijden aan het veranderen. We zijn aan het schuiven. Dat betekent dat we die belangenafweging opnieuw moeten willen maken. Dat geldt ook voor de ChristenUniefractie.

Mevrouw Postma (NSC):
Ik wou hier nog even op doorgaan. De heer Grinwis zei heel duidelijk: dit is het moment. In zijn tekst stond: we weten heel veel. Maar ik weet nu nog niet duidelijk of de ChristenUnie nou voor of tegen het Mercosur-verdrag zal stemmen, zoals het nu op dit moment voorligt, of of ik de heer Grinwis nu toch een beetje de Franse manier hoor bepleiten, waarbij je eigenlijk toch zegt: laten we nog een paar jaar met elkaar discussiëren — een paar jaar verder is echt heel erg veel tijd op dit gebied — en kijken of we de landbouw er perfect in kunnen passen. Waar kiest de heer Grinwis voor? Is het nu een ja voor Mercosur of pas over een paar jaar?

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Wij zijn hier altijd strijdbaar in. Wij gaan niet zomaar tekenen bij een kruisje, zoals sommige coalitiepartijen of ministerraden na een wilde nacht. Ik ga hier dus echt niet zomaar tegen mevrouw Postma zeggen: het is wel mooi zo, het is wel goed zo. Ik hoor wat rumoer in de zaal, maar dat gaan wij zeker niet doen. Nee, we hebben aanvankelijke bezwaren en zorgen rondom voedselveiligheid en de gevolgen voor ons Nederlandse landschap, met name omdat de productiestandaarden niet gelijk zijn en ook niet zomaar goed te regelen zijn. Zolang die dingen niet goed geregeld zijn, hebben wij echt wel een beetje buikpijn bij dit verdrag, hoewel het economisch een no-brainer is en hoewel ik zie dat het noodzakelijk is dat wij de banden met bijvoorbeeld Zuid-Amerikaanse landen aanhalen. Maar ik ga op dit moment deze minister meegeven: natuurlijk, het onderhandelingsresultaat ligt er, maar als je meer gelijkgestemde landen in Europa hebt, kun je wellicht nog een inlegvelletje uitonderhandelen bij zo'n verdrag. Ik ga dus niet op dit moment zeggen dat het wel goed is en dat ik voor het huidige verdrag stem. Ik zie wel — daar sluit ik mijn ogen niet voor — de verdere ontwikkelingen in de wereld en dat het van groot belang is de banden met Zuid-Amerika aan te halen. Met dit antwoord zult u het moeten doen. Dat is dus geen helder, zwart-wit "ja" of "nee".

Mevrouw Postma (NSC):
Het is 18.20 uur, dus volgens mij zitten we nog niet in een hele wilde nacht. Ik hoor de heer Grinwis zeggen: er is een mogelijkheid, mits, maar en van alles. Ook wij als NSC hebben alles afgewogen. Sommige afwegingen doen pijn. We praten al jaren over dit verdrag. Vanaf 1995 studeerde ik internationale bedrijfskunde. In 1999 bespraken we dit al in de studie. Ik heb inmiddels wat meer rimpels. We zijn een aantal jaren verder. Maar dit blijven bespreken met elkaar en denken dat je alles uit kunt onderhandelen, is een utopie. We leven niet meer in een wereld waarin een utopie mogelijk is. We zitten gewoon met een handelspartner van over de plas die gekke eisen aan ons stelt; laat ik 'm zo even samenvatten. Dat betekent dat wij écht moeten gaan kijken naar andere handelspartners. Er ligt hier nu een verdrag. Dat is niet perfect, absoluut niet. Er is ook nog eens een fonds waaruit onze boeren kunnen putten als dat nodig is. Het is nu 18.20 uur. Ik kan dus zeggen dat de heer Grinwis nog wat langer heeft om hierover na te denken. Hij kan vast wel tot het besluit komen om het wél te doen.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Wij hebben altijd een helder standpunt ingenomen over het landbouwdeel, het voedseldeel, in het Mercosur-verdrag. Onze zorgen zijn niet verdwenen. Alleen, ik zie dat de context is veranderd. Dat betekent dat ook wij als fractie opnieuw een weging zullen moeten maken. Mijn inzet is, nu het kabinet nog niet eens een standpunt heeft ingenomen, om het kabinet te bewegen tot maximale actie, om te kijken of de schaduwzijde in de landbouwparagraaf van het akkoord nog te verbeteren is. Als dat onverhoopt niet zo zal blijken te zijn, dan zullen wij op dat moment hom of kuit geven, maar niet nu. Ik ga niet nu bij voorbaat het hoofd in de schoot leggen. Maar ik geef wel aan dat de afweging moeilijker is geworden en dat het veel moeilijker is om het Mercosur-verdrag zomaar weg te stemmen en af te serveren. Dat hoort u mij dus ook niet doen. Maar mijn collega's moeten het wel even met deze terughoudendheid doen. Het lijkt mij dat eerst het kabinet maar eens een ei gaat leggen en gaat reageren op mijn vragen, alvorens ik een ei leg.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Vermeer van de fractie van BBB. We hebben nog vijf sprekers van de zijde van de Kamer te gaan. Daarna ga ik een uur schorsen voor de dinerpauze. Het woord is aan de heer Vermeer.

De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, voorzitter. BBB kijkt met zorg naar de dynamiek en chaos op de financiële markten naar aanleiding van onder andere het onvoorspelbare beleid van Trump inzake importtarieven. Hier wordt niemand beter van, behalve mensen die misschien een beetje geluk hadden op de beurs en op het juiste moment instapten of uitstapten. Ook hier zie je weer dat het alle kanten op kan. Het is dan ook zaak om ook op het gebied van importtarieven het hoofd koel te houden, voordat we elkaar allerlei elkaar versterkende maatregelen over en weer aandoen. Trump leek met name oog te hebben voor de traditionele maakindustrie en zijn doel om "America great" te maken. Maar volgens sommigen heeft het ook te maken met herfinanciering van staatsschuld, omdat hij de komende tijd grote uitdagingen heeft op dat vlak. Wellicht wil hij dalende rentes. Dat zijn allerlei dingen die niet gebeuren, maar die wel onderdeel kunnen zijn van zijn strategie. En dit gaat niet alleen om handel. BBB heeft waardering voor de houding binnen de EU, omdat die wel rekening houdt met alle omstandigheden en liever een strategie van de-escalatie kiest door het maken van een deal. Want we kunnen er immers niet omheen dat de VS voor ons een belangrijke partner is op het gebied van tech en energie.

Maar er is meer dan alleen de discussie omtrent de Amerikaanse importtarieven. Nederland moet zijn eigen verdienmodel, strategische onafhankelijkheid en vestigingsklimaat hoog op zijn prioriteitenlijst houden en helemaal vooraanzetten. Want daar gaat juist nu veel mis. Er zijn recentelijk genoeg voorbeelden van bedrijven die hun productie hier sluiten wegens te veel regels en/of te hoge energiekosten. Deze trend wordt alleen maar versterkt als Europese bedrijven zoals autofabrikanten hun productie naar de Verenigde Staten gaan verplaatsen, om de hoge importtarieven te omzeilen. Hopelijk hoeft het zo ver uiteindelijk niet te komen, maar het zijn voor BBB zorgwekkende tekenen aan de wand. Kan de minister aangeven voor welke producten en sectoren Nederland en de EU toch echt afhankelijk zijn van de Verenigde Staten? En kan de minister aangeven wat zij vanuit haar rol wil gaan doen om juist het Nederlandse verdienmodel, onze strategische onafhankelijkheid en ons vestigingsklimaat te stimuleren? Want daar is echt werk aan de winkel. Uit de pers vernemen we dat bij de nieuwe klimaatregels die worden doorgevoerd, en die hopelijk deze week naar ons toe komen, de CO2-heffing nog steeds niet van de baan is. Ik zou er echt op willen aandringen om aan al die boardrooms van buitenlandse bedrijven het duidelijke signaal af te geven dat Nederland stopt met allerlei nationale koppen op Europees beleid.

Represailles nemen richting Amerika vinden wij nu nog te voorbarig. Laten we eerst kijken of we er met onderhandelingen uit kunnen komen. Mocht dat niet het geval zijn, dan kunnen we over drie maanden alsnog opschalen. Kan de minister aangeven welke initiatieven er lopen om de schade voor Nederland en de EU te beperken? Kan de minister ook aangeven hoe we volgens haar de Verenigde Staten dan het meest effectief zouden kunnen raken, als dat nodig is? En hoe kijkt de minister aan tegen de gesprekken tussen Meloni en Trump, net voor Pasen? Kan de minister aangeven met welke niet-EU-landen wij zouden kunnen optrekken om de negatieve invloed van de ontwikkelingen vanuit de Verenigde Staten te beperken?

Tot slot vragen wij de minister hoe het kabinet en Brussel aankijken tegen de mogelijke golf van Chinese producten die de Europese markt zullen kunnen overspoelen, nu hun afzet in de Verenigde Staten stokt? Want het kan toch niet de bedoeling zijn dat China en andere getroffen landen nu hun handel bij ons dumpen. Hoe kunnen wij dit risico beperken of tegenhouden?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Ram, PVV.

De heer Ram (PVV):
Dank u wel, voorzitter. De handelsoorlog tussen de VS en de EU raakt vooral de gewone Nederlander. Boodschappen worden duurder, bedrijven verliezen klanten en het mkb lijdt hieronder. De rekening komt bij onze mensen en onze bedrijven terecht. De PVV wil geen handelsoorlog over hun rug. Het is goed dat er nu een pauze is en dat we ons hoofd koel houden, want Europese importheffingen gaan vooral onze bedrijven raken en wakkeren inflatie aan. En deze pauze is dus een kans om met de Amerikanen te praten. Maar de vraag blijft: wat willen de Amerikanen nu eigenlijk? De argumenten en maatregelen wisselen per dag: het handelstekort, dan weer fabrieken naar de VS, bescherming van arbeiders, nationale veiligheid, tarieven en dan weer non-tariff barriers. Het is niet duidelijk, en ze lijken het ook zelf niet te weten.

De PVV kiest voor een zakelijke aanpak: praten waar het kan en terugduwen als het moet. Praten over een 0%-tarief? Prima, maar dan wel met een goede doorrekening van de impact op alle sectoren in Nederland. Daarom heb ik een aantal vragen aan de minister. Welke sectoren vallen onder het voorstel van het 0%-tarief en bent u bereid dit door te rekenen voor de Nederlandse economie? Wat betekent dit voor onze boeren, visindustrie, maar bijvoorbeeld ook de staalsector, de semicon- of onze alcoholsector? Komt er een overzicht met alle non-tariefbarrières waarover wordt onderhandeld? Dit is namelijk volledig onduidelijk, aan beide kanten, zowel van de EU als van de VS. Zijn de EU en de minister ook bereid om richtlijnen te schrappen als onderdeel van de onderhandeling? Zo ja, welke?

Nederland, de EU en de VS spreken allemaal over strategische autonomie en soevereiniteit. Hoe kunnen we hierin samen optrekken met de VS, zoals in de motie-Eerdmans/Wilders werd opgeroepen? Een belangrijk voorwaarde voor ons is dat wij eerst willen weten waar we ja tegen zeggen. Dan pas willen we onze handtekening zetten onder een deal met Trump.

Een andere zorg. Een ander risico is een escalatie tussen China en de VS. De kans bestaat dat de EU wordt meegezogen in een tweefrontenoorlog, met een handelsoorlog als gevolg. Twee handelsoorlogen tegelijkertijd is funest voor onze economie. Hoe wil het kabinet voorkomen dat Nederland hierin wordt meegesleurd? Wat is de strategie van de Europese Commissie en de Raad van Ministers? Daarnaast heeft China ongelofelijk veel dumpgoederen die ze dadelijk niet meer kwijt kunnen op de Amerikaanse markt. Mogelijk worden die tegen bodemprijzen op onze markt gezet. Hoe voorkomt de minister zulke dumppraktijken, zonder dat we in een tweede handelsoorlog belanden?

Stel dat we moeten reageren op een verdere escalatie van de VS, dan geeft de PVV de voorkeur aan maatregelen die de inflatie niet aanwakkeren. Eerst gerichte antidwangmaatregelen en daarna pas extra importheffingen. Hoe kijk de minister daartegenaan? En welke gerichte antimaatregelen liggen er nu op tafel? En als het verder escaleert, welke plannen zijn er dan om de Nederlandse burger en onze Nederlandse bedrijven te ontzien? Wat zijn de scenario's? We horen het graag.

Tot slot, voorzitter. De PVV is voor sterke deals, maar wel met de Nederlander op één. Nederland mag niet de rekening betalen van een conflict dat wij niet zijn begonnen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Er is een vraag van mevrouw Kamminga, die het net wint van de heer Baudet.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Dank, voorzitter. En dank ook aan de heer Ram. Hij schetst een aantal uitdagingen die een groot deel van de Kamer ook ziet, denk ik. Misschien wijken we iets af in de oplossingen. Maar een van de dingen waardoor we als Europa veel krachtiger staan tegenover andere landen, of dat nou China, de VS, Rusland of welk ander land dan ook is, betreft nou juist die samenwerkingsverbanden met andere landen en verdragen als Mercosur. Hoe kijkt de PVV daar nu naar?

De heer Ram (PVV):
Ons standpunt over Mercosur is al jaren bekend. We hebben grote moeite met de positie van boeren in Nederland. Al decennialang liggen boeren onder vuur. Op dat punt is er helemaal niks veranderd. Daarnaast hebben we een probleem met de zogeheten voedselstandaarden. Dus op dat punt hebben wij geen andere mening. Het is wel zo dat als er nieuwe handelsverdragen komen, bijvoorbeeld met Australië of India, we die gewoon op hun merites zullen beoordelen en zullen kijken of die gunstig zijn voor de Nederlander.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik heb de heer Ram dit inderdaad al vaker horen zeggen. Maar dat verbaast mij zo. Als je kijkt naar dat punt van de boeren in dat handelsverdrag, dan zie je dat er na de extra onderhandelingen in Mercosur juist heel veel waarborgen voor de boerensector gekomen zijn. Op heel veel gebieden heeft het juist een plusje, maar inderdaad, heel eerlijk, op sommige ook een minnetje. Maar laten we ook wel reëel zijn: het betreft één biefstuk per Nederlander per jaar, als het gaat om wat er qua quota's geïmporteerd wordt met allerlei mechanismes. Dat is dus redelijk beperkt. Klopt het dan dat de heer Ram alleen maar handelsverdragen wil sluiten als wij er als Nederland daarmee op vooruitgaan en alleen wij maar winst behalen? Want dan is het de vraag in welk sprookje we leven.

De heer Ram (PVV):
Dan luistert mevrouw Kamminga niet goed naar mij. Ik geef aan dat boeren al 30 jaar lang klap na klap krijgen. Er zijn continu lastenverzwaringen en maatregelen, voor fosfor en stikstof en ga zo maar door. De VVD is ook verantwoordelijk geweest voor dat beleid. De vraag aan de VVD is: hoe gaan we dit probleem met de boeren die we al 30 jaar lang onder druk zetten nou oplossen? Het antwoord op die vraag hoor ik niet. Ik zie het in een bredere context dan die ene biefstuk die mevrouw Kamminga noemt. Dat is natuurlijk wel een hele overtrokken situatie.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Overigens is dat niet een conclusie of een voorbeeld dat ik heb bedacht. Dat kan je in allerlei rapporten en analyses over Mercosur teruglezen. Maar goed, daar gaat het niet om. Wij zien de problemen die op boeren afkomen ook. Daar hebben we ook aandacht voor gevraagd. Daar zijn we nu, ook in deze Kamer, voor aan het knokken, ook wat betreft regels en ook voor de boeren. Maar dat is natuurlijk wel een andere vraag. Als de heer Ram zegt "oké, handelsakkoorden mogen niet ten nadele van boeren zijn", dan is het wel een ingewikkelde en dan is het groepje landen dat overblijft en waar we nog wel deals mee kunnen sluiten, wel heel erg klein. Maar goed. Dat vind ik dus jammer. Ik hoop ook dat er iets meer ruimte komt voor de bredere agrarische sector. Nogmaals, een verdrag als Mercosur, maar ook andere handelsverdragen kennen ook plusjes, juist ook voor de boerensector.

De heer Ram (PVV):
Ik hoor geen vraag.

De voorzitter:
De laatste interruptie van de heer Baudet. Het woord is aan hem.

De heer Baudet (FVD):
Ik heb wél een vraag. De heer Ram van de PVV zei net: Nederlanders op één. Dat vind ik ook. Maar ik vraag me af of de PVV dat nog wel echt vindt, want zij gaat op heel veel punten toch overstag en mee met dit kabinet wat betreft allerlei andere zaken die helemaal niet te maken hebben met het Nederlands belang; immigratie, klimaatbeleid, Oekraïne, noem het allemaal maar op. Precies over dit huidige onderwerp ben ik ook heel bezorgd. Wat vindt de PVV er nou van als wij zo meteen een voorstel gaan indienen — ik ga dat namelijk doen — om Nederland zelf een eigen delegatie te laten sturen naar Washington om een eigen overeenkomst met de Verenigde Staten te sluiten? Dat kan ook binnen het huidige EU-recht. Er zijn heel veel mogelijkheden voor buitenlandse investeringen, visa en greencards voor Nederlandse bedrijven. Via de beschermde producten binnen de EU kun je ook specifieke groepen targeten die je dan vrijstelt van al die tarieven enzovoorts. Nederland zit wat dat betreft in de perfecte onderhandelingspositie. Wij hebben namelijk een handelstekort ten opzichte van de Verenigde Staten in plaats van andersom. Zou ik de PVV op dat punt misschien mee kunnen krijgen in het in ieder geval willen overwegen van de mogelijkheid om net als Meloni, die dat trouwens vanuit Italië heeft gedaan, zelf naar Washington te gaan en te zeggen: jongens, wat kunnen wij nou doen om elkaar te helpen, om elkaar te vinden hierin?

De heer Ram (PVV):
Daar wil ik wel een antwoord op geven. Minister Klever is al naar Washington geweest om te praten met haar collega. Dat is één. Meloni is ook namens de EU gegaan om een goeie band met Trump op te bouwen en om te kijken of we een handelsdeal kunnen sluiten op Europees niveau. Het andere punt dat de heer Baudet aanraakt, is een bilateraal handelsakkoord. Ik heb ook gekeken of dat in de huidige situatie met de Europese Unie kan. Nou, dat kan niet, want de Europese Unie bepaalt zelf haar handelspositie. Al die punten zijn gedelegeerd aan de Europese Commissie. Op dit moment kan het dus niet. Wij hebben ook onze handtekening gezet onder de rechtsstatelijkheidsverklaring. We kunnen dus niet zomaar even een verdrag van de EU opzeggen. Wat de heer Baudet voorstelt, kan op dit moment gewoon niet.

De voorzitter:
We gaan luisteren naar mevrouw Teunissen van de fractie van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter. Handelstarieven blijken in handen van dictator Trump een grof wapen waarmee hij kan dreigen, wild om zich heen kan slaan en bewust chaos kan creëren. Het antwoord hierop moet niet zijn dat we nu in paniek gaan terugslaan met onze eigen importtarieven voor Amerikaanse bedrijven. Maar we moeten ook niet streven naar het volledig afschaffen van handelstarieven. Gerichte handelstarieven zijn namelijk een belangrijk middel om te voorkomen dat we een race naar de bodem krijgen. Die hebben we al, maar we moeten voorkomen dat die alleen maar harder gaat. Met "gerichte handelstarieven" bedoel ik heffingen gericht op het beschermen van het milieu en mensenrechten. Die hebben we in al die jaren op een democratische manier zorgvuldig opgebouwd. Dat betekent dat Europa geld niet boven alles stelt en dat we dieren- en mensenrechten en het milieu belangrijk vinden. Dat zijn niet de heffingen van Trump; integendeel. De reflex moet zijn: niet méér vrijhandel en liberalisering, maar juist de noodzakelijke heffingen in stand houden om daarmee als Europa voorop te lopen in de noodzakelijke economische transitie binnen de planetaire grenzen.

Voorzitter. De reactie van China is voor ons misschien nog wel een groter probleem dan Trumps handelsoorlog zelf, want die betekent nog meer goedkope rommel uit China waarmee Europese bedrijven niet kunnen concurreren en nog meer onzekerheid over kritieke grondstoffen voor de energietransitie. Bedrijven als Temu en AliExpress zouden hier niet mogen importeren, want er kleeft bloed aan die producten. Producten worden in China onder veel slechtere omstandigheden geproduceerd. Maar het blijft niet bij die goedkope rommel, want we kunnen inmiddels niet meer zonder China voor onze zonnepanelen, elektronica en nog veel meer. Mijn vraag aan de minister is: wat gaat de minister in dit licht doen tegen die goedkope rommel uit China, maar ook aan de afhankelijkheid van China die we steeds meer creëren?

Voorzitter. Het antwoord is niet verdere liberalisering. In dit licht plaats ik ook het EU-Mercosur-verdrag. Dit is een achterhaald verdrag dat leidt tot vernietiging van ecosystemen, oneerlijke concurrentie voor Europese boeren en het schenden van mensenrechten. Dus hoe kan dit nou een antwoord zijn op Trump? Een verdrag met de Mercosur-landen is een verdrag met een vriend van de Trump-regering, Milei, bekend van die kettingzaag waarmee hij laatst nog op een podium stond, samen met Elon Musk. Een verdrag met de Mercosur-landen is een verdrag waar grootgrondbezitters in Brazilië handenwrijvend op zitten te wachten, zoals de familie en vrienden van Bolsonaro, die maar al te graag de Amazone kappen voor meer Braziliaanse plofkippen en kiloknallers. De boeren in Nederland zijn de dupe. Dus we moeten niet pleiten voor liberalisering, maar juist voor meer milieu. We moeten niet kiezen voor minder mensenrechten, maar voor het beschermen van mensenrechten. Daarmee redden we ook de industrie in Nederland.

Wat is er dus wel nodig? Een eerlijk handelsbeleid binnen de grenzen van de planeet, en minder afhankelijkheid van onbetrouwbare handelspartners. We hebben al laten zien dat het snel kan gaan. We zijn nog grotendeels los van het Poetin-gas en nu hebben we een noodplan nodig om ook van het Trump-gas af te komen. Kan de minister daarop reageren? En ziet de minister de veranderde wereldorde als een kans om de strategische autonomie te versterken middels het versneld opbouwen van een circulaire economie en het afbouwen van de fossiele economie? Voor deze economie zijn niet minder, maar meer standaarden nodig, zodat Europa, de natuur, het milieu en mensen niet kapotgaan aan een verdere race naar de nu al uitgeputte bodem. Dit is een kans om toe te werken naar een innovatieve, schone economie, binnen de draagkracht van de aarde. Die moeten we dan ook pakken.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Stoffer, SGP.

De heer Stoffer (SGP):
Voorzitter. De vrije handel, de vrije doorvaart en de internationale rechtsorde zijn belangrijke vrijheden en verworvenheden waar Nederland baat bij heeft. Importheffingen raken ons dan ook al snel nadelig. Ze raken waarden en belangen. Internationale samenwerking verloopt slechter, kosten stijgen en worden doorberekend naar consumenten, en je wordt gewoon minder concurrerend. Dat is vanavond belangrijk in dit debat over de aangekondigde, maar gelukkig uitgestelde, importheffingen vanuit de Verenigde Staten. Ik sta graag stil bij de impact van de heffingen, het Nederlandse handelingsperspectief en de blijvende aandacht voor ons verdienvermogen.

Voorzitter. Die importheffingen hebben concrete consequenties voor ondernemers. Ik zat pas in een uitzending met een ondernemer die juist had geïnvesteerd in zijn eerste werknemer in Amerika en daar nieuwe markten wilde aanboren. Dan heeft je investering baat bij zekerheid en voorspelbaarheid. Heffingen helpen daar totaal niet bij. Nu lijken de heffingen qua effect voor Nederland mee te vallen, en ze zijn ook 90 dagen uitgesteld, maar er bestaat uiteraard een kans dat ze later wel ingaan. Wij horen graag van de minister wat de verwachte impact op Nederland zou kunnen zijn als die heffingen alsnog ingaan. Kan de minister ook toezeggen dat ze zich in Europa inzet voor een uitzondering als we spreken over Nederlands staal?

Voorzitter. Wat is nu, gegeven de importheffingen en het uitstel, ons doel? Een terugkeer naar een normale handelsverhouding is één. Maar het waarborgen van ons verdienvermogen is nummer twee. Ook dat laatste staat onder druk. Te veel bedrijven verlaten Nederland of dreigen dat te doen. Een eerlijke boterham verdienen met een goede onderneming wordt hier steeds lastiger. Vanuit die doelen moeten wij, denk ik, ook onze maatregelen plannen. Juist daarom moeten wij beperkt en gericht reageren op de voorgestelde heffingen. Eenzijdig over ons heen laten lopen is geen optie die kracht uitstraalt. Maar tegelijkertijd moeten we het gesprek met de Verenigde Staten gaande houden, gericht op de-escalatie en op het voorkomen van handelsoorlogen. Mijn vraag aan de minister hierover is dan ook: kan zij toelichten wat zij in Europees verband en voor Nederland als inzet heeft?

Voorzitter. Het klagen over de wisselvallige maatregelen van Trump is gelukkig eindig, want presidenten komen en presidenten gaan, maar de inzet voor ons verdienvermogen is wel van waarde voor ons bestaan. Het waarborgen van het verdienvermogen betekent meer markten aanboren en de Europese interne markt koesteren en versterken. Die interne markt, ons bedrijfsleven en de maakindustrie, is ons verdienvermogen. Daar moeten wij heel, heel zuinig op zijn. Het Europees concurrentievermogen moet op orde zijn en niet sneuvelen onder meer regeldruk. Handel moet wel eerlijk zijn, dus er moet vrije handel zijn, met eerlijke deals voor onze boeren en bedrijven, met oog voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Mijn vragen aan de minister zijn de volgende. Kan zij toelichten wat de regering doet om ons verdienvermogen permanent te verstevigen? En, in aanvulling daarop, hoe verminderen wij onze Europese regeldruk?

Voorzitter. Dan nog een vraag over de visie en de inschatting van de minister. Tarieven voor Canada en Mexico werden uitgesteld nadat er toezeggingen gedaan werden over politieke geschillen rond migratie en drugs. Ik zou graag een reflectie van de minister horen op wat de politieke eis vanuit de Verenigde Staten voor ons zou kunnen gaan worden. Of is die eis misschien al gesteld?

Voorzitter, tot slot. Samenvattend is mijn boodschap drieledig. Reageer verstandig op de schadelijke importheffingen, blijf in gesprek met de Verenigde Staten en investeer in een brede basis voor ons Nederlandse verdienvermogen.

Daar laat ik het bij. Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de laatste spreker van de zijde van de Kamer, de heer Baudet van de fractie van Forum voor Democratie. Daarna ga ik een uur schorsen voor de dinerpauze. En let op: daarna krijgen we eerst een tweeminutendebat op het gebied van energie, met slechts twee sprekers, maar toch, en daarna gaan we luisteren naar de minister. Het woord is nu aan de heer Baudet.

De heer Baudet (FVD):
Dank u wel, voorzitter. Vanmiddag had ik een lunch met een aantal Congressmen, dus leden van, zeg maar, de Amerikaanse Tweede Kamer. Ze waren hier te gast om te praten over Oekraïne, het Midden-Oosten en de handelstarieven, het onderwerp waarover we hier vandaag plenair spreken. Het was een interessante lunch, een interessant gesprek. Ze waren het op hoofdpunten eens met mijn analyse van deze aangekondigde handelsoorlog van president Trump, namelijk dat Nederland met de aangekondigde Amerikaanse handelstarieven gestraft wordt voor zijn lidmaatschap van de Europese Unie, dat blok aan ons been, die economische sterfhuisconstructie, waar Forum voor Democratie overigens als enige in dit huis zo snel mogelijk uit wil.

Want, voorzitter, ik heb het al vaak gezegd: de EU is dramatisch voor de Nederlandse economie. Dat zien we ook nu weer. Wat is de situatie? De EU heeft al jaren een handelsoverschot richting de Verenigde Staten van circa 157 miljard dollar. Er is dus jaarlijks aanzienlijk meer export naar de VS dan import uit de VS. Dat komt onder andere door een asymmetrie in handelstarieven. Auto's, landbouwproducten en industrie komen vrij gemakkelijk de Verenigde Staten binnen, maar als Amerikanen hun producten naar Europa willen exporteren, stuiten zij op handelsbarrières. Zo hanteert de Europese Unie een importtarief van 10% op Amerikaanse personenauto's, terwijl de Verenigde Staten slechts 2,5% heffen op Europese auto's. Hier profiteert Duitsland met name van, met BMW en Mercedes en dat soort dingen. Amerikaanse wijnen die de Europese markt willen betreden — ik vind ze zelf niet te zuipen, maar Ralf Dekker zweert erbij — betalen tot €0,32 per liter aan importheffingen, terwijl het hoogste Amerikaanse importtarief voor Europese wijnen €0,14 per liter is. Dat is dus meer dan twee keer zo laag. Bij kazen zien we hetzelfde verhaal: 0% tot 15% in Amerika, en 10% tot 20% in de EU. Motorfietsen: 2,4% in Amerika en 6% in Europa. Mais en granen: 2,5% als je de Amerikaanse markt wil betreden en bijna 10% als je de Europese markt wil betreden. Ik snap de Verenigde Staten dus eerlijk gezegd wel. Trump heeft gezegd dat hij binnen 90 dagen een deal wil maken, en het lijkt alleszins redelijk dat zulks op EU-niveau wordt uitonderhandeld in plaats van het verder verhogen van de tarieven door beide kanten, zoals nu dreigt te gebeuren.

Maar — en dit is het punt — Nederland neemt een uitzonderingspositie in binnen de hele EU. Ons land heeft namelijk, in tegenstelling tot de meeste andere landen in de EU, juist een handelstekort ten opzichte van de Verenigde Staten, van vele miljarden. Met andere woorden: terwijl de EU als geheel veel meer exporteert naar de Verenigde Staten dan importeert uit de Verenigde Staten, importeert Nederland juist veel meer uit de Verenigde Staten dan het naar de Verenigde Staten exporteert. Het gaat om 16,4 miljard verschil. We importeren dus 44,4 miljard en we exporteren slechts 28,2 miljard.

Daarnaast behoort Nederland met meer dan 700 miljard dollar aan investeringen tot de grootste directe buitenlandse investeerders in de Amerikaanse economie. Ook hier ligt dus een enorme kans voor ons land. Wij hebben een unieke onderhandelingspositie ten opzichte van de Verenigde Staten. Die is veel sterker dan de onderhandelingspositie van de EU als geheel. Daarom is onze oproep aan de minister: ga zo snel mogelijk naar het Witte Huis en onderzoek de mogelijkheden voor Nederland om bijzondere deals te maken, bijvoorbeeld via de regionaal beschermde producten of de specifieke productcategorieën binnen de EU. Dat kan gewoon, zoals dat nu al gebeurt met de producten van ASML. Dat kan ook met Goudse kazen. Voor alle regionaal beschermde producten kun je binnen het bestaande EU-verdrag aparte categorieën maken in handelsrelaties. Nederland kan aan deze dreigende handelsoorlog dus direct ontsnappen. We kunnen ook een speciale deal maken voor visa en greencards voor Nederlandse ondernemers. Ook kunnen we een deal maken zodat Amerika meer directe buitenlandse investeringen doet in Nederland en in de Nederlandse economie, omdat wij het beste jongetje van de klas zijn. De mogelijkheden zijn eindeloos. En, zo werd mij vanmiddag nog eens bevestigd door een Amerikaanse Congressman, …

De voorzitter:
Uw tijd …

De heer Baudet (FVD):
… zij zouden dat ook enorm toejuichen. Dus, minister: laat zien dat u echt Nederland op één zet en dat er toch nog iets van die oude PVV-energie in u zit.

De voorzitter:
Ja. Ja.

De heer Baudet (FVD):
En ga zo snel mogelijk naar Washington om een deal te sluiten.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:
Ik schors tot 19.50 uur. Dan is er eerst nog een tweeminutendebat en daarna is de minister.

De vergadering wordt van 18.52 uur tot 19.54 uur geschorst.