[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2025D18368, datum: 2025-04-25, bijgewerkt: 2025-06-05 13:25, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36725 XIII-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2025Z08086:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024‒2025
36 725XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen aan te brengen in:

de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken;

de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Economische Zaken,

D.S. Beljaarts

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Opbouw 1e suppletoire begroting 2025

Deze 1e suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2025. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:

Leeswijzer.

Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.

De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel “Budgettaire gevolgen van beleid” opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven.
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1e suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.

De agentschappen. In deze 1e suppletoire begroting zijn de aanpassingen in de agentschapsparagraaf van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) opgenomen.

Ondergrenzen toelichtingen

Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze eerste suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer Uitgaven 2025 Uitgaven 2026 Uitgaven 2027 Uitgaven 2028 Uitgaven 2029 Uitgaven 2030
Vastgestelde begroting 20251 3.275.362 2.969.120 2.618.342 2.391.242 2.230.427 15.822
Belangrijkste suppletoire mutaties
Afboeken BAR 2 ‒ 81.136 0 0 0 0 0
Sec Fund 3 75.000 0 0 0 0 0
Weerbaarheid 2 2.265 23.363 0 0 0 0
ETCI 3 10.000 0 0 0 0 0
Toekenning PhotonDelta 2 5.380 10.760 21.520 16.140 0 0
Eindejaarsmarge Nationaal Groeifonds projecten 1&2 216.012 0 0 0 0 0
Eindejaarsmarge Regulier 41 10.665 0 0 0 0 0
Kasschuiven Regulier 1,2&3 ‒ 45.065 ‒ 628 8.296 8.657 23.177 21.399
Kasschuiven Nationaal Groeifonds projecten 1&2 ‒ 314.109 ‒ 70.450 20.619 109.513 110.262 144.165
Loon- en Prijsbijstelling 41 79.529 78.818 76.326 76.315 74.272 73.169
Subsidietaakstelling 41 ‒ 25.000 ‒ 25.000 ‒ 25.000 ‒ 25.000
Overige mutaties 171.149 27.193 36.586 ‒ 188 ‒ 5.690 2.061.858
Stand 1e suppletoire begroting 2025 3.405.052 3.038.176 2.756.689 2.576.679 2.407.448 2.291.413
  1. Incl. ISB's, NvW en amendementen

Toelichting

Afboeken BAR
De resterende middelen van de Brexit Adjustment Reserve (BAR) zullen niet meer uitgegeven worden. De BAR-regeling is inmiddels gesloten en Nederland heeft de BAR declaratie ingediend bij de Europese Commissie. Deze middelen á € 81,1 mln zijn daarom afgeboekt.

SecFund
Eind 2024 is het SecFund opgericht met een startkapitaal van € 25 mln. Om het instrument een vervolg te kunnen geven is besloten het SecFund op te hogen met € 75 mln. Het totale fondsbedrag van € 100 miljoen is benodigd om de komende jaren voldoende startups en MKB’ers te ondersteunen en zo te komen tot succesvolle ontwikkeling van producten die zowel door Defensie als de civiele markt (dual use) afgenomen kunnen worden. Omdat het Ministerie van Economische Zaken aandeelhouder is van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) en de juridische grondslag heeft wordt aanvullend kapitaal van € 75 mln overgeheveld van het Ministerie van Defensie teneinde het uit te keren aan de BOM. Voor het eerste deel van deze middelen is de Kamer middels Kamerstuk 36 410-X, nr. 93 geïnformeerd. Voor het tweede deel zal de Kamer gelijktijdig aan de verzending van de 1e suppletoire begroting een CW3.1 kader ontvangen.

Weerbaarheid

Er worden middelen beschikbaar gesteld uit de Beschermingsvoorziening Economische Veiligheid (BEV). Deze middelen worden vanaf artikel 3 van de EZ-begroting ingezet voor de opgaven rondom Maatschappelijke Weerbaarheid waar het Ministerie van Economische Zaken verantwoordelijk voor is. Dit betreft onder andere Economische Veiligheid en Kritieke Grondstoffen waarmee zorg wordt gedragen voor de bescherming van kwetsbaarheden en het toerusten van en samenwerking met het bedrijfsleven rondom deze onderwerpen.

ETCI
Het European Tech Champions Initiative (ETCI) is een nieuw Europees fonds dat belegd is bij het Europees Investeringsfonds (EIF). Nederland neemt sinds 2023 deel aan ETCI voor in totaal € 100 mln. Uitbetalingen aan ETCI vinden plaats op basis van capitall calls, op welk moment alle deelnemende landen middelen overhevelen naar het EIF. In 2024 stond er € 10 mln gereserveerd om over te maken naar het EIF voor ETCI. Deze overheveling is uiteindelijk niet doorgegaan. Omdat de middelen reeds volledig juridisch verplicht zijn aan het EIF zijn deze weer toegevoegd aan het budget voor 2025.

Toekenning PhotonDelta
Voor het NGF-project PhotonDelta is bij de 1e suppletoire begroting € 53,8 mln overgeheveld voor het PIXEurope project, welke eind 2024 definitief zijn toegekend door de Adviescommissie, toegevoegd aan de EZ-begroting. Deze middelen zullen worden ingezet voor de Nederlandse deelname aan PIXEurope, een Europees consortium dat een proefproductielijn voor geïntegreerde fotonica opzet.

Eindejaarsmarge Nationaal Groeifonds projecten
Tijdens het voorjaar zijn de middelen die vorig jaar niet tot uitputting zijn gekomen weer toegevoegd aan de begroting. Er is bij het Nationaal Groeifonds sprake van 100% eindejaarmarge.

Eindejaarsmarge Regulier
In de 1e suppletoire begroting is de reguliere eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting voor 2025. Dit betreft 1% van de begroting van 2024. Er heeft een korting plaatsgevonden om generale problematiek te dekken.

Kasschuiven Regulier
Voor een aantal posten is er geld naar achter geschoven om de middelen in een meer realistisch ritme te zetten. De grootste kasschuiven zijn Maritieme Maakindustrie (€ 15,5 mln), Fund to Fund (€ 11,9 mln) en SEED (€ 8,9 mln).

Kasschuiven Nationaal Groeifonds
Voor een aantal posten is er geld naar achter geschoven om de middelen in een meer realistisch ritme te zetten. De grootste kasschuiven zijn QuantumDelta (€ 147 mln), Material Independence & Circular Batteries (€ 106 mln) en AI-Ned (€ 51,9 mln).

Loon- en prijsbijstelling

Bij Voorjaarsnota 2025 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2025 overgeheveld naar de departementale begroting. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen. Een deel van de prijsbijstelling is ingezet als dekking voor generale tegenvallers. Ook de loonbijstelling op de uitgaven voor externe inhuur is niet uitgekeerd. De resterende loon- en prijsbijstellingstranche 2025 zal bij de eerst volgende begrotingsronde verdeeld worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen.

Subsidietaakstelling
Ter dekking van de rijksbrede problematiek wordt er vanaf 2027 een ombuiging van € 25 mln per jaar gedaan op de subsidies op de begroting van Economische Zaken.

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer Ontvangsten 2025 Ontvangsten 2026 Ontvangsten 2027 Ontvangsten 2028 Ontvangsten 2029 Ontvangsten 2030
Vastgestelde begroting 20251 498.336 492.037 236.381 241.933 437.609
Belangrijkste suppletoire mutaties
TEK- ontvangsten 2 ‒ 23.716 ‒ 21.654 3.158 11.200
Ontvangsten Bar 2 ‒ 121.000 0 0 0 0 0
Overige mutaties 56.385 1.000 230.081
Stand 1e suppletoire begroting 2025 410.005 471.383 239.539 253.133 437.609 230.081
  1. Incl. ISB's, NvW en amendementen

Toelichting

TEK ontvangsten
Voor de Tegemoetkoming Energiekosten-regeling (TEK) is er een ramingbijstelling geweest als gevolg van de hoger dan geraamde ontvangsten in 2024. De TEK is vastgesteld in 2024 en doordat de energieprijzen lager waren dan verwacht moet een aantal ondernemers hun TEK voorschot terugbetalen. De RVO hanteert brede terugbetaal mogelijkheden, maar minder ondernemers dan verwacht hebben hier gebruik van gemaakt waardoor de meeste terugbetalingen al in 2024 hebben plaatsgevonden.

Ontvangsten BAR
De Europese Commissie heeft met instemming van Nederland besloten om de resterende Brexit Adjustment Reserve (BAR) middelen niet meer uit te betalen aan de verschillende lidstaten en elders in te zetten. Het gevolg hiervan is dat de geraamde ontvangsten van € 121 mln niet meer gerealiseerd worden. De ontvangstenraming is hierop bijgesteld.

3 Beleidsartikelen

3.1 Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid art. 1 Goed functionerende economie en markten (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 469.758 0 469.758 3.499 473.257 30.383 14.395 13.963 626 322.683
Uitgaven 465.763 0 465.763 ‒ 1.632 464.131 2.525 ‒ 18.522 22.506 23.233 330.521
Subsidies (regelingen) 138.748 0 138.748 ‒ 4.723 134.025 ‒ 199 ‒ 18.493 21.467 22.607 11.338
Cyber security 1.176 1.176 491 1.667
Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland 3.500 3.500 1.700 5.200 2.500 800 3.500
EU-cofinanciering Digital Europe 13.050 13.050 ‒ 969 12.081
NGF - project AiNed 36.841 36.841 ‒ 14.775 22.066 ‒ 2.699 ‒ 19.293 21.467 22.607 7.838
NGF - project Nationaal Onderwijslab 9.821 9.821 5.855 15.676
NGF - project 6G 25.759 25.759 969 26.728
NGF - projecten Subsidie route 20.201 20.201 2.006 22.207
Digitale veiligheid 28.400 28.400 28.400
Opdrachten 47.097 0 47.097 ‒ 10.001 37.096 948 ‒ 1.170 1.646 1.646 47.852
Onderzoek&opdrachten 6.904 6.904 ‒ 3.159 3.745 1.826 1.846 1.846 1.846 5.468
Beleidsvoorbereiding en evaluaties Veiligheid en Frequenties 4.108 4.108 540 4.648 1.780 ‒ 230 5.068
Digital trust centre 6.936 6.936 ‒ 1.099 5.837 7.875
Cyber security 11.609 11.609 ‒ 3.142 8.467 12.901
ICT beleid 8.338 8.338 ‒ 3.010 5.328 ‒ 2.559 ‒ 2.587 8.612
CSIRT - DSP 6.971 6.971 ‒ 131 6.840 ‒ 99 ‒ 199 ‒ 200 ‒ 200 7.928
Nationaal Groeifonds 2.231 2.231 2.231
Bijdrage aan agentschappen 69.372 0 69.372 10.118 79.490 ‒ 529 ‒ 836 ‒ 794 ‒ 771 65.769
Bijdrage RVO.nl 15.783 15.783 10.275 26.058 ‒ 56 ‒ 114 ‒ 114 ‒ 114 12.965
Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) 53.589 53.589 ‒ 157 53.432 ‒ 473 ‒ 722 ‒ 680 ‒ 657 52.804
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 205.821 0 205.821 2.675 208.496 2.305 1.977 187 ‒ 249 200.856
Bijdrage Metrologie 12.924 12.924 12.924 12.924
Raad voor de Accreditatie 838 838 ‒ 182 656 ‒ 5 ‒ 5 ‒ 5 ‒ 5 471
Bijdrage ACM 899 899 899 899
Bijdrage aan het CBS 191.160 191.160 2.857 194.017 2.310 1.982 192 ‒ 244 186.562
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 4.725 0 4.725 299 5.024 0 0 0 0 4.706
Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut 1.468 1.468 1.468 1468
Bijdrage aan internationale organisaties 3.257 3.257 299 3.556 3.238
Ontvangsten 43.679 0 43.679 227 43.906 0 0 0 0 48.235
Ontvangsten ACM 162 162 162 162
Ontvangsten High Trust 41.550 41.550 41.550 44.700
Diverse ontvangsten 1.967 1.967 227 2.194 3.373
Tabel 5 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 469.758 0 469.758 3.499 473.257 30.383 14.395 13.963 626 322.683
waarvan garantieverplichtingen 0
waarvan overige verplichtingen 469.758 469.758 3.499 473.257 30.383 14.395 13.963 626 322.683

Budgetflexibiliteit

De budgetflexibiliteit naar aanleiding van de wijzigingen uit de 1e suppletoire begroting is ongeveer 2%. Dit betekent dat 98% van het beschikbare kasbudget juridisch verplicht is. Van de 2% van de flexibele budgetten is 100% bestuurlijk gebonden. Dit betreft onder andere budgetten voor het ‘Opdracht en Onderzoeksbudget Nationaal Groeifonds’ en voor de subsidie-instrumenten ‘Digital Europe’ en ‘Kennis en innovatie ICT’.

Vergeleken met de stand van de Ontwerpbegroting 2024 is het percentage juridisch verplicht gestegen van 93% naar 98%. Dit komt doordat verschillende verplichtingen zijn aangegaan sinds de start van het begrotingsjaar.

Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingbudget met € 3,5 mln wordt voornamelijk veroorzaakt door de opgevraagde eindejaarsmarge van € 50,9 mln en een verplichtingenschuif van € 13,7 mln voor het NGF-project AiNed om de middelen in een realistischer ritme te zetten. Daarnaast komt de wijziging van het verplichtingenbudget door een verplichtingenschuif van € 38,7 mln naar latere jaren. Deze heeft betrekking op de bijdrage aan VSL voor de uitvoering van hun wettelijke taak in het kader van de Metrologiewet. Eerder is de verplichtingenruimte naar voren geschoven van 2026 t/m 2028 naar 2025, echter het naar voren halen van de verplichtingenruimte blijkt in de praktijk niet met de voorziene werkwijze voor een subsidiekader en jaarlijkse beschikkingen te werken. Daarom wordt dit teruggedraaid.

Uitgaven

Subsidies

NGF - project AINed

Voor het NGF-project AINed zijn alle niet bestede middelen opgelopen door vertragingen uit 2024 (€ 15,8 mln) toegevoegd aan het budget voor 2025 via de 100% eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt. In aanvulling hierop is er door dezelfde vertraging een kasschuif doorgevoerd op basis van het nieuwe uitbetalingsritme welke rekening houdt met deze vertraging. Hiervoor is € 29,2 mln naar latere jaren geschoven.

NGF - project Nationaal Onderwijslab

Voor het NGF-project Nationaal Onderwijslab zijn alle niet bestede middelen uit 2024 (€ 5,9 mln) toegevoegd aan het budget voor 2025 via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.

Bijdrage RVO.nl

Voor de opdracht aan RVO voor het jaar 2025 heeft er een overheveling van middelen plaatsgevonden, ter hoogte van € 10,2 mln. Deze middelen bestaan uit uitvoeringskosten van onder meer het Nationaal Groeifonds, het Programmabureau Cybersecurity Dcypher en de subsidieregelingen Cyberweerbaarheid en Mijn cyberweerbare zaak.

3.2 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid art. 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 2.758.165 82.292 2.840.457 411.192 3.251.649 ‒ 6.735 6.930 ‒ 70.504 ‒ 63.685 2.272.680
Uitgaven 1.976.010 30.798 2.006.808 ‒ 71.402 1.935.406 13.326 95.721 99.609 79.965 1.310.579
Subsidies (regelingen) 841.761 29.798 871.559 ‒ 196.028 675.531 2.618 87.397 121.015 94.039 270.185
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) 24.124 24.124 ‒ 17.984 6.140 ‒ 13.286 ‒ 12.238 ‒ 1.262 ‒ 7.172 36.313
Eurostars 22.558 22.558 ‒ 1.000 21.558 21.140
Bevorderen ondernemerschap 37.319 ‒ 600 36.719 ‒ 19.505 17.214 19.426 1.208 97 ‒ 94 15.829
Cofinanciering EFRO 32.077 32.077 32.077 5.002 24.077
Bijdrage aan ROM's 11.623 11.623 924 12.547 1.658 2.112 3.091 1.507 10.880
Verduurzaming industrie 0 0 0 ‒ 5.000
Startup beleid 4.214 4.214 4.214
Invest-Nl 12.231 12.231 12.231 ‒ 1.544 ‒ 2.223 ‒ 1.778 ‒ 3.444 6.419
Tegemoetkoming vaste lasten 30.000 30.000 ‒ 4.357 25.643
Europees Defensie Fonds cofinanciering 1.200 1.200 1.200
Tegemoetkoming vaste lasten Startersregeling 500 500 500
Herstructurering winkelgebieden 14.888 14.888 ‒ 1.235 13.653
R&D mobiliteitssectoren 27.900 27.900 27.900
SEG 0 0 2.474 2.474
NGF - project Health-RI 11.000 11.000 317 11.317
NGF - project RegMed XB 5.751 5.751 2.097 7.848
NGF - project QuantumDeltaNL 151.714 151.714 ‒ 75.763 75.951 ‒ 50.000 ‒ 15.000 25.000 60.000 62.000
NGF - project Oncode-PACT 40.875 40.875 5.959 46.834 5.855 5.854
NGF - project NXTGEN HIGH TECH 58.705 58.705 58.705
NGF - project PhotonDelta 53.261 53.261 4.252 57.513 ‒ 19.584 1.017 5.439 4.754 59.878
NGF - project Opschaling PPS beroepsonderwijs 35.089 35.089 3.973 39.062 2.976 36.458 36.820 6.043 5.673
NGF - project Biobased Circular 0 0 4.271 4.271 ‒ 6.436 10.500
NGF - project Material Independence & Circular Batteries 70.868 70.868 ‒ 37.043 33.825 10.198 22.603 36.927 16.858 8.776
Tegemoetkoming Energiekosten 5.387 5.387 ‒ 1.107 4.280
IPCEI Cloudinfrastructuur en services 14.252 14.252 ‒ 235 14.017 1.538
IPCEI Micro elektronica 20.811 20.811 ‒ 533 20.278 2.784
Aanvullende tegemoetkoming evenementen 0 0 41 41
EuroHPC 13.000 13.000 13.000 7.645
EuroQCI 15.177 15.177 ‒ 7.500 7.677 2.500 2.500 2.500
Qredits duurzaamheid 4.000 4.000 4.000
Actieplan Groene en Digitale Banen 5.000 5.000 5.000
Brexit Adjustment Reserve 81.136 81.136 ‒ 81.136 0
Ruimte voor economie / bedrijventerreinen 9.770 9.770 ‒ 500 9.270 ‒ 16
Maritieme Maakindustrie 18.000 18.000 ‒ 15.550 2.450 4.585 3.540 3.540 2.823 5.726
PEGA: Ruimte voor economie 0 0 35.240 35.240 27.540 27.540 10.057 9.000
Nationaal versterkingsplan microchip-talent 0 30.398 30.398 11.211 41.609 14.107 3.650 651 651 651
Overig 9.331 9.331 ‒ 3.339 5.992 ‒ 363 ‒ 124 ‒ 67 ‒ 1.209 10.178
Garanties 75.965 1.000 76.965 ‒ 361 76.604 ‒ 361 ‒ 361 0 0 56.345
BMKB 40.248 40.248 ‒ 361 39.887 ‒ 361 ‒ 361 35.628
Groeifaciliteit 8.972 8.972 8.972 8.972
Garantie Ondernemersfinanciering 11.745 11.745 11.745 11.745
Garantie Ondernemersfinanciering Corona 15.000 15.000 15.000
Maatwerkgaranties 0 1.000 1.000 1.000
Opdrachten 9.939 0 9.939 176 10.115 ‒ 18 ‒ 25 ‒ 144 ‒ 59 9.644
Onderzoek en opdrachten 6.039 6.039 1.218 7.257 ‒ 218 ‒ 225 ‒ 344 ‒ 259 5.530
Caribisch Nederland 799 799 ‒ 475 324 200 200 200 200 999
Regeldruk 2.336 2.336 ‒ 46 2.290 2.450
Budget Samenwerking regio 765 765 ‒ 521 244 665
Bijdrage aan agentschappen 112.647 0 112.647 38.367 151.014 ‒ 84 ‒ 453 ‒ 397 ‒ 356 105.751
Bijdrage RVO.nl 111.868 111.868 38.367 150.235 ‒ 80 ‒ 446 ‒ 390 ‒ 349 104.994
Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) 779 779 779 ‒ 4 ‒ 7 ‒ 7 ‒ 7 757
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 428.546 0 428.546 55.952 484.498 2.414 ‒ 1.223 ‒ 4.334 ‒ 4.728 365.735
Bijdrage aan TNO 237.764 237.764 51.340 289.104 4.786 1.723 ‒ 1.428 ‒ 1.914 196.766
Kamer van Koophandel 160.148 160.148 4.612 164.760 ‒ 705 ‒ 1.462 ‒ 1.436 ‒ 1.336 141.292
Bijdrage aan NWO-TTW 30.634 30.634 30.634 ‒ 1.667 ‒ 1.484 ‒ 1.470 ‒ 1.478 27.677
Bijdrage aan medeoverheden 19.010 0 19.010 11.952 30.962 9.860 8.964 0 0 0
MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) 19.010 19.010 11.952 30.962 9.860 8.964
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 488.142 0 488.142 ‒ 11.460 476.682 ‒ 1.103 1.422 ‒ 16.531 ‒ 8.931 502.919
Internationaal Innoveren 52.752 52.752 2.250 55.002 1.260 4.010 ‒ 7.742 ‒ 5.470 64.974
PPS toeslag 189.311 189.311 ‒ 3.058 186.253 1.177 2.200 2.200 2.200 189.361
TO2 (excl. TNO) 70.724 70.724 449 71.173 250 250 250 0 62.027
Topsectoren overig 18.198 18.198 59 18.257 3.857 4.103 ‒ 2.668 1.520 15.968
Ruimtevaart (ESA) 85.403 85.403 ‒ 160 85.243 82.139
Bijdrage NBTC 10.285 10.285 600 10.885 ‒ 250 ‒ 350 9.208
Overige bijdragen aan organisaties 6.192 6.192 ‒ 43 6.149 201 ‒ 57 ‒ 100 ‒ 100 6.242
Economische ontwikkeling en technologie 6.657 6.657 ‒ 6.657 0 ‒ 3.229 ‒ 5.320 ‒ 4.931 ‒ 6.044 3.331
EU-cofinanciering JTF 16.331 16.331 16.331 156
Faciliteiten toegepast onderzoek TO2 en RKI 24.000 24.000 ‒ 4.900 19.100 ‒ 4.619 ‒ 3.764 ‒ 3.290 ‒ 687 69.513
NGF - projectNXTGEN Ruimtevaart 8.289 8.289 8.289
Storting begrotingsreserve 0 0 0 30.000 30.000 0 0 0 0 0
Storting reserve maatwerk garantie 0 0 30.000 30.000
Ontvangsten 390.119 1.000 391.119 ‒ 118.516 272.603 ‒ 21.654 3.158 11.200 0 117.489
Luchtvaartkredietfaciliteit 0 0
Rijksoctrooiwet 47.066 47.066 2.200 49.266 47.666
Eurostars 4.250 4.250 4.250 4.000
F-35 10.576 10.576 10.576 10.576
Diverse ontvangsten 1.244 1.244 1.244 1.247
Bedrijfssteun 40.367 40.367 40.367
Tegemoetkoming vaste lasten 76.700 76.700 76.700
BMKB 33.000 33.000 33.000 33.000
Groeifaciliteit 8.000 8.000 8.000 8.000
Garantie Ondernemingsfinanciering 13.000 13.000 13.000 13.000
Onttrekking reserve GO 0 0 24.000 24.000
Tegemoetkoming Energiekosten 34.916 34.916 ‒ 23.716 11.200 ‒ 21.654 3.158 11.200
Maatwerkgarantie 0 1.000 1.000 1.000
Brexit Adjustment Reserve 121.000 121.000 ‒ 121.000 0
Tabel 7 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 2.758.165 82.292 2.840.457 411.192 3.251.649 ‒ 6.735 6.930 ‒ 70.504 ‒ 63.685 2.272.680
waarvan garantieverplichtingen 1.250.000 1.250.000 ‒ 38.100 1.211.900 ‒ 61.100 ‒ 61.100 ‒ 91.100 ‒ 91.100 1.165.000
waarvan overige verplichtingen 1.508.165 82.292 1.590.457 449.292 2.039.749 54.365 68.030 20.596 27.415 1.107.680

Budgetflexibiliteit

De budgetflexibiliteit naar aanleiding van de wijzigingen uit de 1e suppletoire begroting is ongeveer 11%. Dit betekent dat 89% van het beschikbare kasbudget juridisch verplicht is. Van de 11% van de flexibele budgetten is 10% bestuurlijk gebonden. Dit betreft onder andere budgetten voor NGF-projecten. De resterende 1% is beleidsmatig gereserveerd.

Vergeleken met de stand uit de Ontwerpbegroting 2024 is het percentage juridisch verplicht gestegen van 86% naar 89%. Dit komt onder andere doordat nu verplichtingen aan zijn gegaan sinds de start van het begrotingsjaar. Hierdoor is ook het percentage van bestuurlijk gebonden budgetten gedaald van 12% bij de Ontwerpbegroting naar 10% bij de eerste suppletoire begroting. Het percentage voor de beleidsmatig gereserveerde budgetten is gedaald van 2% naar 1% gedaald ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2025.

Toelichting

Verplichtingen

Bij de eerste suppletoire begroting is het verplichtingenbudget in 2025 opgehoogd met € 412,3 mln. Dit is het saldo van met name de volgende mutaties:

  • Voor vijf NGF-projecten op de EZ begroting is het verplichtingenbudget bij de eerste suppletoire begroting opgehoogd met in totaal € 269,3 mln. Dit betreft voor de projecten Material Independence & Circular Batteries (€ 140,3 mln), QuantumDelta (€ 34,6 mln), NXTGEN HIGH TECH (€ 24 mln), en PPS opschaling (€ 16,4 mln) het opboeken van de Eindejaarsmarge over middelen die in 2024 niet besteed zijn. Hiernaast is er voor het NGF-project PhotonDelta € 53,8 mln aan verplichtingenbudget toegevoegd aan de begroting als gevolg van het omzetten van een deel van de voorwaardelijke toekenning voor het PIXEurope project.

  • Voor de resterende middelen van de Brexit Adjustment Reserve (BAR) zullen de middelen niet meer uitgegeven worden. De BAR-regeling is inmiddels gesloten en Nederland heeft de BAR declaratie ingediend bij de Europese Commissie. Deze middelen á € 81,1 mln zijn daarom afgeboekt.

  • Voor de Groeifaciliteit is het verplichtingenbudget grotendeels afgeboekt. Naar aanleiding van het IBO-bedrijfsfinanciering is besloten de Groeifaciliteit te stoppen. De niet meer benodigde garantieruimte is daarom afgeboekt á € 55 mln per jaar.

  • Voor de Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO) is € 46,6 mln aan verplichtingenbudget toegevoegd voor het begrotingsjaar 2025. Door vertraging in de uitvoering van de deelvoorstellen DigiLab en Duurzaamheid zijn deze verplichtingen eind 2024 niet meer aangegaan. De kasmiddelen zijn nog beschikbaar op de begroting en de beschikkingen zullen in 2025 worden afgegeven zodat de middelen kunnen worden uitbetaald aan de deelnemende TO2-instellingen en RKI's.

  • Het verplichtingenbudget voor Ruimtevaart (ESA) is met € 45,6 mln opgehoogd in begrotingsjaar 2025. Door een fout in de extrapolatie de afgelopen jaren was het verplichtingenbudget niet juist op de begroting terecht gekomen. Deze fout is bij de 1e suppletoire begroting 2025 gecorrigeerd door het verplichtingenbudget weer gelijk te stellen aan het beschikbare kasbudget op de EZ-begroting voor de komende jaren. Hiermee is voor de aankomende Ministeriële Conferentie (MC) eind 2025 ongeveer € 225 mln beschikbaar voor de inschrijving op de optionele ESA-programma's.

  • Als eigenaar en stelselverantwoordelijke voor de Toegepaste Onderzoeksinstellingen verstrekt EZ de Rijksbijdrage aan TNO. Bij de eerste suppletoire begroting is het verplichtingenbudget voor de Rijksbijdrage aan TNO met € 41 mln opgehoogd. De voornaamste ophoging komt door het overhevelen van het budget van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG). Door de splitsing van het voormalige Ministerie van Economische Zaken en Klimaat dient de bijdrage vanuit KGG via de begroting van EZ beschikbaar te worden gesteld aan TNO. Voor begrotingsjaar 2025 is er in totaal € 31,1 mln overgeheveld vanuit KGG voor de bestaande opdracht vanuit KGG aan TNO. Hiernaast zijn er voor 2025 ook een aantal aanvullende opdrachten vanuit andere departementen (o.a. IenW, VWS, en EZ) beschikbaar gesteld voor TNO bij de eerste suppletoire begroting.

  • Voor de uitvoering van de verschillende regelingen van EZ is het verplichtingenbudget voor het uitvoeringskosten instrument Bijdrage aan RVO opgehoogd met € 40,1 mln.

  • Voor het instrument 'Topsectoren overig', een verzamelinstrument voor verschillende kleinere bijdragen aan (internationale-)organisaties, is via interne herschikkingen op de EZ-begroting het verplichtingenbudget met € 33,9 mln opgehoogd in 2025. Dit onder andere door een verplichtingenschuif op middelen die beschikbaar zijn gesteld voor het PIXEurope project. Dit verplichtingenbudget is uit latere jaren op de begroting naar begrotingsjaar 2025 gehaald.

  • Voor de Mkb-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) is het verplichtingenbudget op het subsidieinstrument naar beneden bijgesteld met € 35,4 mln in begrotingsjaar 2025. Dit o.a. als gevolg van het overhevelen van de middelen voor het decentrale deel dat wordt uitgevoerd door de Provincies middels een specifieke uitkering (SPUK). De uitbetaling van deze SPUK gebeurt vanaf het instrument MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) onder de categorie 'Bijdragen aan medeoverheden'. Voor dit instrument wordt het verplichtingenbudget met € 29,9 mln opgehoogd.

  • Vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is cumulatief € 108,8 mln overgeheveld als onderdeel van PEGA: Ruimte voor Economie. Deze middelen zijn bestemd voor strategische (internationale) acquisitie dat kan worden ingezet in samenspraak tussen de Provincie Groningen het het Ministerie van Economische Zaken als onderdeel van de Economische Agenda van Nij Begun. Hierdoor wordt het verplichtingenbudget voor dit instrument met € 35,7 mln opgehoogd.

  • Als onderdeel van het project Beethoven is er cumulatief € 31,1 mln toegevoegd aan artikel 2 vanaf de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën voor het project-onderdeel LevenLangOntwikkelen. Hiervoor is in begrotingsjaar 2025 het verplichtingenbudget met € 26,1 mln opgehoogd voor het Nationaal Versterkingsplan Microchip-talent.

  • Er is garantieruimte in de vorm van verplichtingenbudget opgevraagd voor een 50% garantie op een lening van de EIB aan Qredits. Hiermee wordt Qredits voorzien van nieuw kapitaal ter ondersteuning van de reguliere werkzaamheden á € 23 mln.

Uitgaven

Subsidies

MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

De MIT-regeling kent een centraal, en een decentraal deel. Het decentrale deel wordt uitgevoerd door de provincies. Het Rijk hevelt hiervoor middelen over aan de provincies middels een specifieke uitkering (SPUK). De uitbetaling van deze SPUK gebeurt vanaf het instrument MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) onder de categorie 'Bijdragen aan medeoverheden'. Hiertoe is het subsidieinstrument voor de MIT naar beneden bijgesteld en het mede-overheden instrument opgehoogd. In begrotingsjaar 2025 betreft dit € 17,9 mln.

Bevorderen ondernemerschap

Voor het instrument Bevorderen Ondernemerschap is het uitgavenbudget in 2025 met € 19,5 mln naar beneden bijgesteld als gevolg van een interne herschikking van de budgetten, voornamelijk als gevolg van het overhevelen van middelen naar het uitvoeringskosteninstrument voor RVO. Hiernaast is het budget in begrotingsjaar 2025 opgehoogd met per saldo € 19,4 mln. Onderdeel hiervan is het beschikbaar stellen van middelen uit de Beschermingsvoorziening Economische Veiligheid (BEV) vanaf artikel 3 van de EZ-begroting voor de opgaven rondom Maatschappelijke Weerbaarheid waar het Ministerie van Economische Zaken verantwoordelijk is. Dit betreft onder andere Economische Veiligheid en Kritieke Grondstoffen, waarmee zorg wordt gedragen voor de bescherming van kwetsbaarheden en het toerusten van en samenwerking met het bedrijfsleven rondom deze onderwerpen.

NGF - project QuantumDeltaNL

Voor het NGF-project QuantumDeltaNL worden de middelen voor fase 3 van het project welke bij de Ontwerpbegroting 2025 zijn toegevoegd aan de begroting in een realistisch ritme gezet. Hiervoor wordt € 82 mln uit begrotingsjaar 2025, € 50 mln uit begrotingsjaar 2026, en € 15 mln uit begrotingsjaar 2027 naar latere jaren op de begroting geschoven. Hiernaast is tegelijkertijd € 6,2 mln opgeboekt via de 100% eindejaarsmarge die voor NGF-projecten geldt. Deze middelen zijn in 2024 niet tot besteding gekomen en zijn daarom weer toegevoegd aan het budget voor 2025 om alsnog voor dezelfde doeleinden te worden besteed binnen QuantumDelta. In totaal wordt met deze twee mutaties het budget voor QuantumDeltaNL in 2025 met € 75,7 mln naar beneden bijgesteld.

NGF project NXTGEN HIGH TECH

Voor het NGF-project NXTGEN HIGH TECH worden de resterende middelen voor het project in een realistisch ritme gezet door middel van een kasschuif. Hiervoor wordt € 51,5 mln uit begrotingsjaar 2025 en € 19,6 mln uit begrotingsjaar 2026 naar latere jaren in de begroting geschoven. Op basis van de huidige uitvoeringsinformatie van RVO is een ander uitbetalingsritme benodigd voor de komende jaren als gevolg van vertraging in de uitvoering van sommige deel-projecten waardoor vorig begrotingsjaar niet alle geplande bijdragen zijn uitgekeerd. Als gevolg hiervan is er € 55,7 mln opgeboekt via de 100% eindejaarsmarge die voor NGF-projecten geldt. Deze middelen zijn in 2024 niet tot besteding gekomen en zijn daarom weer toegevoegd aan het budget voor 2025 om alsnog voor dezelfde doeleinden te worden besteed binnen NXTGEN HIGH TECH. In totaal wordt het budget voor NXTGEN HIGH TECH in 2025 per saldo met € 4,2 mln naar boven bijgesteld.

NGF-project PhotonDelta

Voor het NGF-project PhotonDelta is bij de 1e suppletoire begroting € 53,8 mln voor het PIXEurope project, welke eind 2024 definitief zijn toegekend door de Adviescommissie, toegevoegd aan de EZ-begroting. Deze middelen zullen worden ingezet voor de Nederlandse deelname aan PIXEurope, een Europees consortium dat een proefproductielijn voor geïntegreerde fotonica opzet. Hiernaast is er een kasschuif doorgevoerd om de middelen in een realistisch ritme te zetten. Voor het begrotingsjaar 2025 is € 39,6 mln en € 7,8 mln in begrotingsjaar 2026 naar latere jaren op de begroting geschoven. Verder is er € 38,1 mln opgeboekt via de 100% eindejaarsmarge die voor NGF-projecten geldt. Deze middelen zijn in 2024 niet tot besteding gekomen en zijn daarom weer toegevoegd aan het budget voor 2025 om alsnog voor dezelfde doeleinden te worden besteed binnen PhotonDelta. In totaal wordt het budget per saldo in begrotingsjaar 2025 met € 3,9 mln naar boven bijgesteld.

NGF - project Material Independence & Circular Batteries

Voor het NGF project Material Independence & Circular Batteries zijn niet alle middelen die in 2024 begroot waren verplicht en besteed. Deze middelen zijn opnieuw toegevoegd aan de begroting van 2025. Dit NGF-project richt zich op het versterken van de positie van de Nederlandse maakindustrie in de mondiale batterijketen, waarbij duurzaamheid en circulariteit centraal staan. Tevens is een kasschuif doorgevoerd om met name de kasuitgaven in een realitischer bestedingsritme te zetten. Als gevolg van de definitieve vormgeving van de regeling is er een ander uitbetalingsritme benodigd dan initieel geraamd. Om dit te reflecteren in de kasraming is er in totaal € 91 mln doorgeschoven naar latere jaren in de begroting.

Brexit Adjustment Reserve

Het resterende budget voorde Brexit Adjustment Reserve (BAR) zal niet meer uitgegeven worden. De BAR-regeling is inmiddels gesloten en Nederland heeft de BAR declaratie ingediend bij de Europese Commissie. Deze middelen á € 81,1 mln zijn daarom afgeboekt.

Maritieme Maakindustrie

Voor de Innovatieregeling vanuit het Rijksregiebureau Maritieme Maakindustrie is de eerste openstelling eind januari gesloten. Vervolgens wordt het resterende deel in de markt gezet, waarbij de verwachting is dat dit deel in 2026 wordt verplicht. Hiervoor is een kas- en verplichtingenschuif verwerkt. In het nieuwe kasritme worden de projecten vervolgens uitbetaald. Als gevolg hiervan is het budget met € 15,6 mln verlaagd in 2025 en verschoven naar latere jaren op de begroting.

Nationaal Versterkingsplan Microchip-talent

Als onderdeel van het project Beethoven is er cumulatief € 31,1 mln toegevoegd aan artikel 2 vanaf de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën voor het project-onderdeel LevenLangOntwikkelen. Hiervoor is in begrotingsjaar 2025 het budget met € 11,2 mln opgehoogd voor het Nationaal Versterkingsplan Microchip-talent.

PEGA: Ruimte voor economie

Vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is cumulatief € 101,6 mln overgeheveld als onderdeel van PEGA: Ruimte voor Economie. Deze middelen zijn bestemd voor ondersteuning bij de Economische Agenda Groningen onder de noemer Economische Bedrijvigheid. Het budget is bedoeld voor strategische acquisitie, met als doel: het aantrekken van nieuwe (internationale) bedrijvigheid met strategische, toegevoegde waarde voor de regio. Verder is een deel van het budget bestemd voor de Noordelijke Ontwikkelmaatschappij (NOM) en de Economic Board Groningen (EBG). Tot slot wordt het budget gebruikt voor het ondersteunen van de uitvoeringskracht vanuit het Ministerie van Economische Zaken bij projecten, innovatie en opschaling, het benutten van bestaande regelingen, en in aanmerking komen voor nationale en Europese financiering

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage RVO.nl

Voor de uitvoering van de verschillende regelingen van EZ is het budget voor het uitvoeringskosten instrument Bijdrage aan RVO opgehoogd met € 40,1 mln.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Bijdrage aan TNO

Als eigenaar en stelselverantwoordelijke voor de Toegepaste Onderzoeksinstellingen verstrekt EZ de Rijksbijdrage aan TNO. Bij de eerste suppletoire begroting is het budget voor de Rijksbijdrage met € 51,3 mln opgehoogd. De voornaamste ophoging komt door het overhevelen van het budget van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG). Door de splitsing van het voormalige Ministerie van Economische Zaken en Klimaat dient de bijdrage vanuit KGG via de begroting van EZ beschikbaar te worden gesteld aan TNO. Voor begrotingsjaar 2025 is er in totaal € 31,1 mln overgeheveld vanuit KGG voor de bestaande opdracht vanuit KGG aan TNO. Hiernaast zijn er voor 2025 ook een aantal aanvullende opdrachten vanuit andere departementen (o.a. IenW, VWS, en EZ) beschikbaar gesteld voor TNO bij de eerste suppletoire begroting. Meerjarig is er een kleine daling in het budget voor TNO door de doorwerking van de additionele taakstelling als gevolg van het terugdraaien van een aantal bezuinigingen op de OCW begroting eind 2024. Deze additionele taakstelling is voor EZ gedeeltelijk ingevuld met een efficiency-korting op de taakorganisaties, waaronder TNO.

Bijdrage aan medeoverheden

MKB-innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

De MIT-regeling kent een centraal, en een decentraal deel. Het decentrale deel wordt uitgevoerd door de provincies. Het Rijk hevelt hiervoor middelen over aan de provincies middels een specifieke uitkering (SPUK). De uitbetaling van deze SPUK gebeurt vanaf het instrument MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) onder de categorie 'Bijdragen aan medeoverheden'. Hiertoe is het subsidieinstrument voor de MIT naar beneden bijgesteld en het mede-overheden instrument opgehoogd. In begrotingsjaar 2025 betreft dit € 11,9 mln.

Storting begrotingsreservers

Storting Reserve Maatwerkgarantie

Dit betreft een storting van € 30 mln in een nieuwe begrotingsreserve. Voor een maatwerkgarantie wordt een risicovoorziening ingericht welke wordt gevuld met een storting van het Ministerie van Defensie en het Ministerie van Economische Zaken.

Ontvangsten

Onttrekking reserve GO

Uit de risicovoorziening voor de GO wordt € 24 mln onttrokken. De risicovoorziening is de reserve voor de garantieregeling GO. Wanneer er meer schade betalingen moeten worden gerealiseerd dan begroot, voorziet de reserve in dekking.

Tegemoetkoming Energiekosten

Voor de Tegemoetkoming Energiekosten-regeling (TEK) is er een ramingbijstelling geweest als gevolg van de hoger dan geraamde ontvangsten in 2024. De TEK is vastgesteld in 2024 en doordat de energieprijzen lager waren dan verwacht moet een aantal ondernemers hun TEK voorschot terugbetalen. De RVO hanteert brede terugbetaal mogelijkheden, maar minder ondernemers dan verwacht hebben hier gebruik van gemaakt waardoor de meeste terugbetalingen al in 2024 hebben plaatsgevonden.

Brexit Adjustment Reserve

De Europese Commissie heeft met instemming van Nederland besloten om de resterende Brexit Adjustment Reserve (BAR) middelen niet meer uit te betalen aan de verschillende lidstaten en elders in te zetten. Het gevolg hiervan is dat de geraamde ontvangsten van € 121 mln niet meer gerealiseerd worden. De ontvangstenraming is hierop bijgesteld.

Toelichting op de begrotingsreserves

De begrotingsreserves zijn bedoeld om inkomsten uit premies en uitgaven voor schades, die over de jaren kunnen fluctueren, te verevenen. De reserve dient als buffer voor uitgaven door EZ in geval bedrijven niet aan hun terugbetalingsverplichtingen kunnen voldoen inzake leningen bij financieringsinstellingen waarop EZ een borgstelling heeft afgegeven.

Er zijn begrotingsreserves voor de Borgstelling mkb-kredieten (BMKB, inclusief BMKB-C), de BMKB groen, de Garantie Ondernemings-financiering (GO, inclusief de GO-C), garantiestelling Maritiem, de Groeifaciliteit (GF), de Garantie MKB-financiering en Klein Krediet Corona (KKC). De GO, GF, KKC en Garanties MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten naar verwachting toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Ultimo 2025 wordt op basis van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven vastgesteld of een onttrekking of storting dient plaats te vinden.

Tabel 8 Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2025 241,0
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2025 241,0

De begrotingsreserve van de BMKB bestaat uit een begrotingsreserve voor de reguliere BMKB en de BMKB-C. Vooralsnog is geen storting in de reserve BMKB geraamd. Aan het eind van 2025 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve BMKB worden vastgesteld.

Tabel 9 Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten groen (BMKB groen) (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2025 13,1
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2025 13,1

De begrotingsreserve van de BMKB groen is in 2022 aangemaakt als aparte reserve voor het groene luik onder de BMKB. Vooralsnog is geen storting in de reserve BMKB groen geraamd. Aan het eind van 2025 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve BMKB groen worden vastgesteld.

Tabel 10 Begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2025 230,0
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking ‒ 24,0
Stand (raming) per 31/12/2025 206,0

De begrotingsreserve van de GO bestaat uit een begrotingsreserve voor de reguliere GO en de GO-C. De regeling is gesloten voor nieuwe aanvragen en de openstaande garanties zijn afgenomen. De GO-regeling wordt voor 1 jaar verlengd met een verlaagde openstelling. Er wordt een onttrekking van de GO-reserve voorzien van € 24 mln. Aan het eind van 2025 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve GO worden vastgesteld.

Tabel 11 Begrotingsreserve maatwerk garantie (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2025
+ Geraamde storting 30,0
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2025 30,0

Voor de begrotingsreserve maatwerk garantie wordt een nieuwe begrotingsreserve aangelegd. Hierin wordt in totaal € 30 mln gestort in 2025. Aan het eind van 2025 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve worden vastgesteld.

Tabel 12 Begrotingsreserve Groeifaciliteit (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2025 58,6
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2025 58,6

Vooralsnog is geen storting in de reserve Groeifaciliteit geraamd. Aan het eind van 2025 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve Groeifaciliteit worden vastgesteld.

Tabel 13 Begrotingsreserve Garantie MKB-financiering (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2025 22,9
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2025 22,9

Vooralsnog is geen storting in de reserve Garantie MKB-financiering geraamd. Aan het eind van 2025 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve Garantie MKB-financiering worden vastgesteld.

Tabel 14 Begrotingsreserve Klein Krediet Corona (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2025 14,0
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2025 14,0

Vooralsnog is geen storting in de reserve Klein Krediet Corona (KKC) geraamd. Aan het eind van 2025 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve KKC worden vastgesteld.

3.3 Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 Toekomstfonds (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 270.486 0 270.486 99.742 370.228 ‒ 22.424 ‒ 2.061 ‒ 605 ‒ 2.035 161.982
Uitgaven 293.096 0 293.096 82.279 375.375 ‒ 37.741 ‒ 1.756 6.401 25.747 182.630
Subsidies (regelingen) 3.650 0 3.650 1.410 5.060 ‒ 829 ‒ 1.702 ‒ 634 ‒ 634 1.620
Thematisch Technology Transfer 3.650 3.650 1.410 5.060 ‒ 829 ‒ 1.702 ‒ 634 ‒ 634 1.620
Leningen 279.942 0 279.942 80.869 360.811 ‒ 36.864 41 7.130 26.476 171.553
Startups / MKB financiering
Volledig revolverend
Fund to Fund 11.905 11.905 ‒ 11.905 0 11.905
ROM's 2.457 2.457 2.457
Dutch Future Fund 2.000 2.000 2.000
Deep Tech Fund 50.000 50.000 50.000
Fonds Alternatieve Financiering 10.000 10.000 10.000
Economische Veiligheid Fonds 25.000 25.000 ‒ 2.265 22.735 ‒ 23.363
Secfund 0 0 75.000 75.000
European Tech Champions Initiative (ETCI) 25.000 25.000 10.000 35.000
Deels revolverend
Innovatiekrediet 50.000 50.000 19.885 69.885 ‒ 8.000 ‒ 2.000 ‒ 1.000 ‒ 2.000 61.189
Risicokapitaal SEED 53.920 53.920 ‒ 4.184 49.736 899 5.586 11.450 14.952 46.916
Vroege fase / informal investors 35.443 35.443 ‒ 3.581 31.862 ‒ 5.063 ‒ 751 ‒ 1.200 ‒ 135 22.150
Start ups / MKB 0 0 0 22.087
Met vermogensbehoud
Onco research 5.500 5.500 ‒ 1.375 4.125 ‒ 1.505 ‒ 1.605 ‒ 2.455 170 5.759
Thematische Technology Transfer 5.500 5.500 740 6.240 850 ‒ 450 1.936 515 8.302
RegMed XB 3.217 3.217 ‒ 1.446 1.771 ‒ 682 ‒ 739 ‒ 1.601 1.069 5.150
Bijdrage aan agentschappen 9.504 0 9.504 0 9.504 ‒ 48 ‒ 95 ‒ 95 ‒ 95 9.457
Bijdrage RVO.nl 9.504 9.504 9.504 ‒ 48 ‒ 95 ‒ 95 ‒ 95 9.457
Ontvangsten 40.692 0 40.692 10.000 50.692 ‒ 1.000 ‒ 2.000 ‒ 2.000 ‒ 2.000 39.511
ROM's 5.504 5.504 5.504
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek 777 777 777 551
Thematische Technology Transfer 0 2.960
Smart Industry 411 411 411
Innovatiekredieten 21.000 21.000 10.000 31.000 ‒ 1.000 ‒ 2.000 ‒ 2.000 ‒ 2.000 23.000
SEED 13.000 13.000 13.000 13.000
Tabel 16 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 ... (bedragen x € 1.000) Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 270.486 270.486 99.742 370.228 ‒ 22.424 ‒ 2.061 ‒ 605 ‒ 2.035 161.982
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 270.486 270.486 99.742 370.228 ‒ 22.424 ‒ 2.061 ‒ 605 ‒ 2.035 161.982

Budgetflexibiliteit

De budgetflexibiliteit naar aanleiding van de wijzigingen uit de 1e suppletoire begroting is ongeveer 37%. Dit betekent dat 63% van het beschikbare kasbudget juridisch verplicht is. Van de 37% van de flexibele budgetten is 24% bestuurlijk gebonden. De resterende 13% is beleidsmatig gereserveerd.

Vergeleken met de stand uit de Ontwerpbegroting 2024 is het percentage juridisch verplicht gedaald van 84% naar 63%. Dit komt onder andere door de ophoging van het budget voor het SecFund van € 75 mln. Hierdoor is ook het percentage van bestuurlijk gebonden budgetten gestegen van 6% bij de Ontwerpbegroting naar 24% bij de eerste suppletoire begroting. Het percentage voor de beleidsmatig gereserveerde budgetten is van 10% naar € 13% gestegen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2025.

Toelichting

Verplichtingen

Bij de eerste suppletoire begroting is het verplichtingenbudget in 2025 voor artikel 3 opgehoogd met € 99,7 mln. Dit is het saldo van met name de volgende mutaties:

  • Voor het SecFund dat eind 2024 is opgericht bij de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) is € 75 mln aan verplichtingenbudget ovegeheveld vanaf de begroting van het Ministerie van Defensie naar het Toekomstfonds. Hiermee komt het totale fondsbedrag op € 100 mln waarmee de komende jaren startups en MKB'ers te ondersteunen en zo te kmen tot succescvolle ontwikkeling van producten die zowel door Defensie als de civiele markt afgenomen kunnen worden.

  • Voor het Innovatiekrediet is het verplichtingenbudget met € 16,8 mln opgehoogd in begrotingsjaar 2025. Dit betreft onder andere een desaldering op de ontvangsten voor de komende jaren. Per saldo tot en met 2030 betreft het een ophoging van het verplichtingenbudget van € 1 mln, waarvan een ophoging van € 10 mln in 2025 en een neerwaartse bijstelling van cumulatief € 9 mln in de jaren 2026 tot en met 2030. Hiernaast is er € 6,9 mln aan verplichtingenbudget opgeboekt via een specifieke eindejaarsmarge naar aanleiding van nieuwe afspraken rondom het vervallen van de 100% eindejaarsmarge op het Toekomstfonds. Voor het Innovatiekrediet geldt op de meerontvangsten in het voorgaande jaar een 100% eindejaarsmarge voor de huidige kabinetsperiode. In 2024 was er in totaal € 6,9 mln meer ontvangen dan geraamd. Deze budgetten zijn toegevoegd aan het budget voor het Innovatiekrediet van 2025.

  • Voor de regeling Onco research is het verplichtingenbudget met € 6,5 mln naar boven bijgesteld. Dit als gevolg van het opvragen van deze verplichtingenruimte nadat dit in 2024 niet is benut door vertraging in het openstellen van deze regeling. De regeling is inmiddels gesloten en de verplichting zal begin dit jaar aan worden gegaan.

Uitgaven

Leningen

Fund to fund

Voor de resterende kasbudgetten op de EZ-begroting voor het Dutch Venture Initiative (DVI) I en II is bij de eerste suppletoire begroting een kasschuif doorgevoerd waarbij € 11,9 mln aan kasbudget van begrotingsjaar 2025 naar begrotingsjaar 2029 is geschoven. Op basis van de huidige uitvoeringsinformatie van de uitvoerder van DVI I en II, de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij OostNL, zijn er voor 2025 geen kasmiddelen benodigd.

Economische Veiligheid Fonds

Voor de opgaven rondom Maatschappelijke Weerbaarheid waar het Ministerie van Economische Zaken verantwoordelijk is, onder andere Economische Veiligheid en Kritieke Grondstoffen, is er voor de jaren 2025 en 2026 dekking beschikbaar gesteld uit de middelen voor het Beschermingsfonds Economische Veiligheid. Dit betreft € 2,3 mln in begrotingsjaar 2025 en € 23,4 mln in begrotingsjaar 2026. Hiermee wordt zorg gedragen voor de bescherming van kwetsbaarheden en het toerusten van en samenwerking met het bedrijfsleven rondom deze onderwerpen. Ook wordt hiermee het minimaal benodigde voor Grondstoffen gerealiseerd, zoals kennisopbouw en monitoring van kwetsbaarheden in ketens en positionering van de Nederlandse economie en leveringszekerheid.

European Tech Champions Initiative (ETCI)

Het European Tech Champions Initiative (ETCI) is een nieuw Europees fonds dat belegd is bij het Europees Investeringsfonds (EIF). Nederland neemt sinds 2023 deel aan ETCI voor in totaal € 100 mln. Uitbetalingen aan ETCI vinden plaats op basis van capitall calls, op welk moment alle deelnemende landen middelen overhevelen naar het EIF. In 2024 stond er € 10 mln gereserveerd om over te maken naar het EIF voor ETCI. Deze overheveling is uiteindelijk niet doorgegaan. Omdat de middelen reeds volledig juridisch verplicht zijn aan het EIF zijn deze weer toegevoegd aan het budget voor 2025.

SecFund

Eind 2024 is het SecFund opgericht met een startkapitaal van € 25 mln. Om het instrument een vervolg te kunnen geven is besloten het SecFund op te hogen met € 75 mln. Het totale fondsbedrag van € 100 miljoen is benodigd om de komende jaren voldoende startups en MKB’ers te ondersteunen en zo te komen tot succesvolle ontwikkeling van producten die zowel door Defensie als de civiele markt (dual use) afgenomen kunnen worden. Omdat het Ministerie van Economische Zaken aandeelhouder is van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) en de juiste juridische grondslag heeft wordt aanvullend kapitaal van € 75 mln overgeheveld van het Ministerie van Defensie teneinde het uit te keren aan de BOM.

Innovatiekrediet

Voor het Innovatiekrediet heeft een desaldering op de ontvangsten plaatsgevonden naar aanleiding van een bijstelling van de verwachte ontvangsten in de komende jaren. Als gevolg is er cumulatief € 1 mln toegevoegd aan het budget voor het Innovatiekrediet voor de komende jaren, met een ophoging van € 10 mln in 2025 en een neerwaartse bijstelling van cumulatief € 9 mln in de jaren 2026 tot en met 2030. Hiernaast is er een kasschuif doorgevoerd voor de komende jaren op basis van de huidige uitvoeringsinformatie van uitvoerder RVO. Hierdoor is het kasbudget in de jaren 2025 met € 3 mln opgehoogd en in 2026 met € 7 mln naar beneden bijgesteld. Verder is er € 6,9 mln toegevoegd aan het budget voor begrotingsjaar 2025 als gevolg van afspraken rondom het Toekomstfonds waarbij hoger dan geraamde ontvangsten voor o.a. het Innovatiekrediet uit het voorgaande begrotingsjaar mee worden genomen naar het daaropvolgende begrotingsjaar via een 100% eindejaarsmarge. Per saldo wordt met bovenstaande mutaties het uitgavenbudget van het Innovatiekrediet opgehoogd met € 19,9 mln in begrotingsjaar 2025 en met € 8 mln naar beneden bijgesteld in begrotingsjaar 2026.

Risicokapitaal SEED

Voor de SEED Capital en SEED Business Angels regelingen is een kasschuif doorgevoerd op basis van de huidige uitvoeringsinformatie van de uitvoerder RVO. Voor begrotingsjaar 2025 is daarom het kasbudget met € 8,8 mln naar beneden bijgesteld en naar latere jaren geschoven. Hiernaast is er € 4,6 mln opgeboekt voor de SEED als gevolg van afspraken rondom het Toekomstfonds waarbij hoger dan geraamde ontvangsten voor o.a. de SEED uit het voorgaande begrotingsjaar mee worden genomen naar het daaropvolgende begrotingsjaar via een 100% eindejaarsmarge. In totaal wordt hiermee het kasbudget van de SEED met € 4,1 mln naar beneden bijgesteld in 2025.

Vroegefasefinanciering

Voor de Vroegefasefinanciering (VFF) is een kasschuif doorgevoerd op basis van de huidige uitvoeringsinformatie van de uitvoerder RVO. Voor begrotingsjaar 2025 is daarom het kasbudget met € 6,2 mln naar beneden bijgesteld en naar latere jaren geschoven. Hiernaast is er € 2,7 mln opgeboekt voor de VFF als gevolg van afspraken rondom het Toekomstfonds waarbij hoger dan geraamde ontvangsten voor o.a. de VFF uit het voorgaande begrotingsjaar mee worden genomen naar het daaropvolgende begrotingsjaar via een 100% eindejaarsmarge. In totaal wordt hiermee het kasbudget van de VFF met € 3,6 mln naar beneden bijgesteld in 2025.

Ontvangsten

Innovatiekredieten

Voor het Innovatiekrediet heeft een desaldering op de ontvangsten plaatsgevonden naar aanleiding van een bijstelling van de verwachte ontvangsten in de komende jaren. Als gevolg is er cumulatief € 1 mln toegevoegd aan het budget voor het Innovatiekrediet voor de komende jaren, met een ophoging van € 10 mln in 2025 en een neerwaartse bijstelling van cumulatief € 9 mln in de jaren 2026 tot en met 2030.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 40 Apparaat Kerndepartement

Op dit artikel zijn de personele en materiële uitgaven en ontvangsten van EZ en KGG geraamd, voor zover die betrekking hebben op het kerndepartement (Directoraten-Generaal en stafdirecties) en de diensten van EZ en KGG (ACM1, CPB en SodM). Enkele stafdirecties van EZ werken als gemeenschappelijke dienst voor EZ, KGG en LVVN. In deze begroting is enkel het EZ en KGG-aandeel van deze gedeelde diensten geraamd, te weten 57%. De overige 43% van het budget staat op de LVVN-begroting geraamd.

Tabel 17 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 516.829 0 516.829 23.117 539.946 4.994 4.444 ‒ 1.528 ‒ 8.330 396.558
Uitgaven 516.829 0 516.829 23.117 539.946 4.994 4.444 ‒ 1.528 ‒ 8.330 396.558
Personele uitgaven 386.034 0 386.034 13.326 399.360 14.118 11.669 5.275 8.790 335.234
eigen personeel 231.818 0 231.818 14.935 244.579 22.998 14.621 12.944 10.351 308.024
inhuur externen 140.540 0 140.540 ‒ 6.112 134.428 0 0 0 0 21.126
overige personele uitgaven 13.676 0 13.676 4.503 18.436 ‒ 8.880 ‒ 2.952 ‒ 7.669 ‒ 1.561 6.084
Materiële uitgaven 130.795 0 130.795 9.791 140.586 ‒ 9.124 ‒ 7.225 ‒ 6.803 ‒ 17.120 61.324
ICT 33.303 0 33.303 ‒ 8.274 25.029 ‒ 10.019 ‒ 6.955 ‒ 6.803 ‒ 5.458 23.243
bijdrage aan SSO's 28.839 0 28.839 0 28.839 0 0 0 0 7.389
DICTU 27.256 0 27.256 0 27.256 0 0 0 0 2.935
overige materiële uitgaven 41.397 0 41.397 18.065 59.462 895 ‒ 270 0 ‒ 11.662 27.757
Ontvangsten 22.846 0 22.846 19.958 42.804 2.000 2.000 2.000 2.000 24.846
Overig 22.846 0 22.846 19.958 42.804 2.000 2.000 2.000 2.000 24.846

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

De stijging van het uitgaven- en verplichtingenbudget op het apparaatsartikel wordt vrijwel volledig verklaard door de desaldering van een aantal nieuw gebudgetteerde ontvangsten (zie toelichting bij de Ontvangsten).

Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven wordt in 2025 per saldo met € 13,3 mln verhoogd. De per saldo stijging van de eigen personele uitgaven (€ 14,9 mln) heeft te maken met:

  • een toename van het personele budget van de ACM met ca. € 8,9 mln in 2025, o.a. voor het voortzetten van het IV-portfolio;

  • een toename van het budget voor eigen personeel met € 2,5 mln in verband met de splitsing van EZK in EZ en KGG, m.n. voor waarborging van de financiële functie;

  • verschillende heralloceringen binnen het apparaatsartikel, waarmee per saldo ophoging van het budget voor eigen personeel;

  • het naar beneden bijstellen van het budget eigen personeel met € 6,8 mln om invulling te geven aan de apparaatstaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord.

De daling van de uitgaven voor externe inhuur met € 6,1 mln heeft te maken met:

  • het naar beneden bijstellen van het centraal beheerde budget voor de inhuur van externen met € 6,1 mln ter invulling van de apparaatstaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord, waarin expliciet aandacht is gevraagd voor het terugdringen van de externe inhuur tot de Roemernorm.

De stijging van het budget voor overige personele uitgaven met € 4,5 mln wordt grotendeels verklaard door:

  • een correctieve boeking van materiële naar overige personele uitgaven (€ 8,6 mln);

  • extra middelen voor maatregelen ter verbetering van de sturing en control binnen ACM in het kader van het programma Inzicht en Verantwoording (€ 1,7 mln);

  • een overheveling van ongeveer € 1,7 mln naar SWZ voor het besparingsverlies door het niet behalen van de banenafspraak;

  • verschillende heralloceringen binnen het apparaatsartikel, die per saldo zorgen voor verlaging van de overige personele uitgaven.

Materiële uitgaven

Het budget voor de materiële uitgaven wordt in 2025 per saldo met € 9,8 mln verhoogd. Deze verhoging wordt grotendeels verklaard door:

  • een toename in het materiële budget van ACM met ongeveer € 8,0 mln, waaronder € 5,4 mln om een inhaalslag op het ICT-beheer te maken in het kader van de verbetering van de informatievoorziening en € 0,2 mln voor uitvoering van de Dataverordening;

  • ophoging van het budget rondom klimaatcommunicatie met € 4,6 mln;

  • de overheveling van WaU-middelen (Werk aan Uitvoering) vanuit de Aanvullende Post voor 2025 van € 1,3 mln;

  • de apparaatstaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord is in eerste instantie met het budget voor overige materiële uitgaven ingevuld. Voor 2025 wordt dit nu doorberekend aan de organisatieonderdelen waarmee de overige materiële uitgaven weer worden opgehoogd;

  • een correctieve boeking van € 8,6 mln naar overige personele uitgaven;

  • het naar beneden bijstellen van het budget overige materiële uitgaven met € 1,3 mln om invulling te geven aan de apparaatstaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord;

  • het naar beneden bijstellen van het budget ICT met € 0,8 mln om invulling te geven aan de apparaatstaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord.

Ontvangsten

Het budget voor de ontvangsten wordt in 2025 met ongeveer € 20 mln verhoogd. Deze verhoging wordt verklaard door een bijstelling van de raming voor retributies die ACM in rekening brengt bij de onder toezicht gestelde sectoren. Gelet op de realisaties in afgelopen jaren kan de raming met € 2,0 mln worden verhoogd. Daarnaast wordt de verhoging verklaard door het afromen van het bovenmatig eigen vermogen van RDI (€ 2,9 mln), DICTU (€ 6,8 mln), RVO (€ 7,2 mln) en de NEa (€ 1,0 mln).

4.2 Artikel 41 Nog onverdeeld

Tabel 18 Nog onverdeeld (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2) Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 0 ‒ 7.134 ‒ 7.134 97.328 90.194 85.952 58.460 58.449 56.406 55.303
Uitgaven 0 ‒ 7.134 ‒ 7.134 97.328 90.194 85.952 58.460 58.449 56.406 55.303
Loonbijstelling 0 0 0 66.043 66.043 65.623 63.825 64.492 63.144 62.007
Prijsbijstelling 0 0 0 13.486 13.486 13.195 12.501 11.823 11.128 11.162
Onverdeeld 0 ‒ 7.134 ‒ 7.134 17.799 10.665 7.134 ‒ 17.866 ‒ 17.866 ‒ 17.866 ‒ 17.866
Onvoorzien 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Loon- en prijsbijstelling

Bij Voorjaarsnota 2025 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2025 overgeheveld naar de departementale begroting. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen. Een deel van de prijsbijstelling is ingezet als dekking voor generale tegenvallers. Ook de loonbijstelling op de uitgaven voor externe inhuur is niet uitgekeerd. De resterende loon- en prijsbijstellingstranche 2025 zal bij de eerst volgende begrotingsronde verdeeld worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen.

Onverdeeld

Bij behandeling van de MJN 2025 is er een taakstelling opgelegd welke toeziet op dekking van het maatregelenpakket voor het gedeeltelijk terugdraaien van bezuinigingen op de OCW-begroting. De taakstelling wordt primair bereikt door een aanvullende, proportionele korting op het apparaat van de Rijksoverheid, met name op personeelskosten, waarbij politie (bewaken en beveiligen), krijgsmacht, inlichtingen- en veiligheidsdiensten, COA, IND en het rechtsbestel incl. DJI, en uitvoering die ziet op de rechtsbescherming van burgers, zijn uitgezonderd. De taakstelling voor EZ bedroeg € 7,1 mln en wordt nu bij 1e suppletoire begroting gedekt. De resterende € 10,7 mln in 2025 betreft de uitgekeerde Eindejaarsmarge over de niet bestede middelen in 2024, welke bij de eerstvolgende begrotingsronde zal worden verdeeld. Tenslotte wordt er vanaf 2027 een ombuiging van € 25 mln per jaar gedaan op subsidies op de begroting van Economische Zaken, ter dekking van de rijksbrede problematiek. Deze ombuiging wordt voorlopig geboekt op artikel 41 onverdeeld.

5 Agentschappen

5.1 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

Tabel 19 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RVO.nl Eerste suppletoire begroting 2025 (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (3)=(1)+(2) Totaal geraamd
Baten
-Omzet 1.256.914 145.303 1.402.217
waarvan omzet moederdepartement 223.598 5.940 229.538
waarvan omzet overige departementen 1.008.574 125.491 1.134.065
waarvan omzet derden 24.742 13.872 38.614
Rentebaten 7.000 0 7.000
Vrijval voorzieningen 0 0
Bijzondere baten 0 0 0
Totaal baten 1.263.914 145.303 1.409.217
Lasten
Apparaatskosten 1.268.452 ‒ 36.730 1.231.722
-Personele kosten 735.702 84.533 820.235
waarvan eigen personeel 537.062 61.710 598.772
waarvan inhuur externen 176.568 20.288 196.856
waarvan overige personele kosten 22.071 2.536 24.607
-Materiële kosten 532.750 ‒ 121.263 411.487
waarvan apparaat ICT 5.327 612 5.939
waarvan bijdrage aan SSO's 293.012 33.668 326.680
waarvan overige materiële kosten 234.410 ‒ 155.542 78.868
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten 0 163.761 163.761
Rentelasten 1.134 0 1.134
Afschrijvingskosten 12.600 0 12.600
-Materieel 100 0 100
waarvan apparaat ICT 0 0 0
waarvan overige materiele afschrijvingskosten 100 0 100
-Immaterieel 12.500 0 12.500
Overige lasten 0 0 0
waarvan dotaties voorzieningen 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 0 0 0
Totaal lasten 1.282.185 127.032 1.409.217
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening ‒ 18.271 18.271 0
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0
Saldo van baten en lasten ‒ 18.271 18.271 0

Als agentschap werkt RVO met het uitgangspunt van een kostendekkende begroting. De totale mutatie in de baten is € 145,3 mln. Dit is deels te verklaren door een grotere kostenstijging dan was begroot, met als gevolg een hoger tarief en een hogere omzet. Daarnaast hebben er ten opzichte van de begroting een aantal wijzigingen plaatsgevonden in het opdrachtenpakket. 

Toelichting op de baten

Omzet moederdepartement

De omzet van het moederdepartement is gestegen met € 5,9 mln ten opzichte van de ontwerpbegroting. Hieronder worden de voornaamste mutaties toegelicht.

De opdracht van DG Bedrijfsleven & Innovatie is gedaald met € 8,1 mln. Dit komt voornamelijk door een daling bij de regelingen Tegemoetkoming Energiekosten energie intensief mkb (TEK € 4  mln) en de Corona regelingen (€ 1 mln).

De opdracht van DG Economie en Digitalisering is € 4,7 mln lager dan in de ontwerpbegroting. Deze daling wordt vooral veroorzaakt door het vervallen van de opdracht Nederlands Cybersecurity Coördinatiecentrum (€ 5 mln).

In de omzet moederdepartement zijn nu ook de WaU-gelden (€ 22,7 mln) opgenomen.

Omzet overige departementen

De totale omzet van de overige departementen is gegroeid met € 125,4 mln ten opzichte van de ontwerpbegroting. Hieronder worden de voornaamste mutaties toegelicht.

De opdracht van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur stijgt met € 53,5 mln ten opzichte van de ontwerpbegroting. De definitieve jaaropdracht was significant groter dan waar rekening mee was gehouden bij de ontwerpbegroting. Verder is er sprake van een aantal meewerkopdrachten. Onder anderen; Nationaal Strategisch Plan (€ 7,8 mln) en New Delivery Model (€ 3,4 mln).

De opdracht van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei is gegroeid met € 33,4 mln. Deze toename is onder anderen te verklaren door intensiveringen bij de Energie-Innovatie regelingen (€ 5 mln), Netcongestie (€ 2,5 mln) en Gebiedsgerichte Aanpak Energie (€ 3 mln).

De opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties is € 30,8 mln groter dan de ontwerpbegroting. Dit is voornamelijk te verklaren door een stijging van de opdracht van Groningen en Ondergrond (€ 28,0 mln).

De opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is in 2025 € 3,8 mln groter dan initieel begroot. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de toevoeging op de Oekraïne faciliteit (€ 3,2 mln) aan de opdracht. De opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is € 8 mln groter dan bij de ontwerpbegroting.

Omzet derden

De totale omzet derden valt € 13,9 mln hoger uit dan initieel begroot. Deze stijging vindt vooral plaats bij Provincies, waar de opdracht Nationaal Strategisch Plan (NSP) € 12,5 mln groter is dan initieel begroot.

Toelichting op de lasten

De lasten stijgen met € 127,0 mln. Dit is met name te verklaren door de stijging in personele kosten (€ 84,5 mln) ten opzichte van de ontwerpbegroting. De kosten voor ambtelijk personeel zijn gestegen met € 61,7 mln. De kosten voor externe inhuur zijn gestegen met € 20,3 mln. In de materiële kosten is een modelwijziging verwerkt ten opzichte van de ontwerpbegroting. Een deel van de materiële kosten uit de ontwerpbegroting is opgenomen onder de nieuwe categorie ‘Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten’. Dit betreft een verschuiving van € 163,8 mln.

Tabel 20 Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
Omschrijving (1) Vastgestelde begroting (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (3)=(1)+(2) Totaal geraamd
1. Rekening-courant RHB 1 januari 2025 + depositorekeningen 143.556 120.909 264.465
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 1.263.915 145.303 1.409.217
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 1.269.585 ‒ 127.032 ‒ 1.396.617
2. Totaal operationele kasstroom ‒ 5.670 18.270 12.600
Totaal investeringen (-/-) ‒ 15.000 ‒ 24.500 ‒ 39.500
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0
3. Totaal investeringkasstroom ‒ 15.000 ‒ 24.500 ‒ 39.500
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) 0 0 0
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) 20.332 ‒ 20.332 0
Aflossingen op leningen (-/-) ‒ 20.480 0 ‒ 20.480
Beroep op leenfaciliteit (+) 15.000 24.500 39.500
4. Totaal financieringskasstroom 14.852 4.168 19.020
5. Rekening-courant RHB 31 december 2025 (=1+2+3+4) 137.738 118.847 256.585

Toelichting op het kasstroomoverzicht

In het kasstroomoverzicht is zichtbaar dat het grotere opdrachtpakket zorgt voor hogere operationele ontvangsten en uitgaven. Ook de investeringen zijn toegenomen en betreft met name de ontwikkeling van software.


  1. __De leden van het Bestuur ACM vormen een ZBO. De uitgaven voor dit ZBO zijn geraamd op beleidsartikel 1.↩︎