[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2025D18394, datum: 2025-04-23, bijgewerkt: 2025-06-11 17:13, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36725 VII-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2025Z08075:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024‒2025
36 725VII Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.J.M. Uitermark

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De eerste suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2025. De stand van de eerste suppletoire begroting wordt vanaf de stand van de ontwerpbegroting 2025 opgebouwd (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VII, nr. 1).

De stand van de vastgestelde begroting 2025 is inclusief het amendement van het lid Bontenbal (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VII, nr. 121), het gewijzigd amendement van de leden Sneller en Buijsse (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VII, nr. 79), het amendement van het lid Inge van Dijk c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VII, nr. 14), het amendement van het lid Van Baarle (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VII, nr. 12).

In deze eerste suppletoire begroting wordt in de tabel budgettaire gevolgen van beleid de cijfers van zes begrotingsjaren weergegeven. In de kolom van begrotingsjaar 2030 zijn de middelen in verband met de extrapolatie gepresenteerd.

Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde staffel. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV 2025
Artikel Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
1. Openbaar bestuur en democratie Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
2. Nationale Veiligheid Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
11. Centraal apparaat Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
12. Algemeen Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
13. Nog onverdeeld Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
14. Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
15. Een veilig Groningen met perspectief Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 10 mln. Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln. Ontvangsten: 20 mln.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x €1.000)
Artikelnummer Uitgaven 2025 Uitgaven 2026 Uitgaven 2027 Uitgaven 2028 Uitgaven 2029 Uitgaven 2030
Vastgestelde begroting 2025 5.074.528 4.535.264 3.284.854 3.042.142 2.164.828 0
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Wet op de politieke partijen kasschuif 1 ‒ 8.382 ‒ 217 298 8.301 0 0
2) Versterking kennis- en onderzoeksfunctie van de TK kasschuif 1 ‒ 9.900 9.900 0 0 0 0
3) Overboeking min J&V Stelsel Bewaken en Beveiligen 2 6.361 6.361 6.361 6.361 6.361 6.361
4) Middelen Hooflijnenakkoord nationale veiligheid 2 7.500 32.310 77.570 77.570 77.570 77.570
5) Overboeking min DEF AIVD 2 20.453 161 161 0 0 0
6) EU boete open data richtlijn 6 14.860 0 0 0 0 0
7) Dienstverleningsovereenkomsten SSO's 11 25.000 0 0 0 0 0
8) Diensten en producten uitvoeringsorganisaties 11 100.190 0 0 0 0 0
9 Apparaatskosten NCG 11 3.928 24.147 81.274 73.008 107.355 64.780
10) Bestendigen organisatie apparaat min VRO 11 1.088 7.776 9.462 9.462 12.657 12.657
11) Aanvullende taakstelling apparaat (amendement Bontenbal) 13 7.278 9.824 9.824 9.824 9.824 9.824
12) Slavernijverleden kasschuif 14 ‒ 7.325 1.675 3.310 675 1.665 0
13) Duurzaam herstel kasschuif 15 21.278 ‒ 21.278 0 0 0 0
14) Aanvullende MKB maatregelen AP 15 0 12.540 11.230 6.230 0 0
15) Bijstelling schaderaming IMG 15 231.190 7.849 415.348 388.772 133.313 33.797
16) Knelpunten IMG kasschuif 15 ‒ 9.959 ‒ 4.453 698 599 5.750 7.365
17) Overboeking economische agenda naar min EZ 15 ‒ 27.540 ‒ 27.540 ‒ 27.540 ‒ 10.057 ‒ 9.000 0
18) Verduurzaming bij lichte versterking AP 15 0 10.142 17.311 20.896 300 0
19) Verduurzaming bij lichte versterking kasschuif 15 ‒ 13.000 0 0 0 4.500 8.500
20) Versterkingsoperatie kasschuif 15 ‒ 65.000 0 0 0 16.000 49.000
21) Bijstelling raming versterkingskosten NCG 15 ‒ 382.036 ‒ 145.351 227.960 ‒ 32.340 323.919 175.137
22) Versterkingsoperatie hogere bouwkosten 15 8.400 8.800 2.300 500 0
23) Hogere bouwkosten compensatie gemeenten en provincie 15 0 64.700 0 0 0 0
24) Gestegen kosten batch 1588 AP 15 0 33.500 0 0 0 0
25) Nationaal Programma Groningen economische agenda kasschuif 15 45.500 ‒ 6.100 ‒ 6.000 ‒ 33.400 0 0
26) Nationaal Programma Groningen AP provincie Groningen 15 16.381 32.784 29.067 36.035 45.333 27.359
27) Nationaal Programma Groningen AP economische agenda 15 24.500 56.100 56.000 56.000 0 0
28) Nationaal Programma Groningen kasschuif 15 65.780 13.384 320 ‒ 6.792 ‒ 45.333 ‒ 27.359
29) Sociale agenda kasschuif 15 ‒ 41.900 41.900 0 0 0 0
30) Sociale Agenda AP 15 0 0 79.000 117.000 137.600 145.600
31) Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen AP opvraag 15 10.000 5.000 5.000 0 0 0
32) Eindejaarsmarge 2024 Alle 273.019 0 0 0 0 0
33) Extrapolatie 2030 Alle 0 0 0 0 0 2.146.408
34) Loon- en prijsbijstelling tranche 2025 Alle 78.862 73.780 69.130 66.496 61.590 61.078
35) Budgettaire invulling apparaatstaakstelling Hoofdlijnenakkoord Alle 0 9.118 11.136 13.712 14.456 14.437
36) Overig Alle ‒ 32.799 20.645 33.564 34.168 53.444 38.647
Stand 1e suppletoire begroting 2025 5.438.255 4.812.721 4.397.638 3.885.162 3.122.132 2.851.161

Toelichting

1. Wet op de politieke partijen kasschuif

Voor de Wet op politieke partijen (Wpp) is er subsidiebudget voor decentrale politieke partijen beschikbaar. In verband met vertraging van de inwerkingtreding van de Wpp naar 2026 vindt er een kasschuif plaats van 2025 en 2026 met een totaalbedrag van circa € 8,5 mln. naar 2027 en 2028. Hierdoor zijn de subsidiebudgetten voor decentrale politieke partijen vanaf 2026 structureel.

2. Versterking kennis- en onderzoeksfunctie van de TK kasschuif

Voordat de middelen uit het Hoofdlijnenakkoord kunnen worden ingezet voor versterking van de kennis- en onderzoeksfunctie van de Tweede Kamer is onderzoek nodig naar hoe het bedrag goed besteed kan worden. De middelen zijn daarom via een kasschuif van 2025 (- € 9,9 mln.) naar 2026 (€ 9,9 mln.) geschoven om deze in een realistischer kasritme te krijgen.

3. Overboeking min J&V Stelsel Bewaken en Beveiligen

Voor het versterken en vernieuwen van het stelsel bewaken en beveiligen, ontvangt het ministerie van BZK van het ministerie van Justitie en Veiligheid vanaf 2025 structureel € 6,4 mln.

4. Middelen hoofdlijnenakkoord nationale veiligheid

In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat er een structureel bedrag beschikbaar wordt gesteld voor Nationale Veiligheid. Het ministerie van BZK ontvangst van het ministerie van Justitie en Veiligheid in 2025 € 7,5 mln., in 2026 € 32,3 mln. en de daarop volgende jaren jaarlijks € 77,5 mln.

5. Overboeking min DEF AIVD

Het ministerie van BZK ontvangt in 2025 € 20,4 mln. van het ministerie van Defensie voor de bijdrage in het kader van de kostendeling van gezamenlijke eenheden, detachering en bedrijfsvoeringskosten.

6. EU boete open data richtlijn

Bij de tweede suppletoire 2024 is € 14,9 mln. gereserveerd in het geval het Europese Hof van Justitie over zou gaan tot vaststelling van een forfaitaire som vanwege de te late omzetting van de Europese Open Data Richtlijn in Nederlandse wetgeving. De uitspraak werd verwacht in 2024, maar heeft toen niet plaatsgevonden. De uitspraak volgt in 2025. Daarom worden de gereserveerde middelen meegenomen naar 2025.

7. Dienstverleningsovereenkomsten SSO's

De raming van de kosten van de dienstverlening van baten-lastenagentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's) wordt bijgesteld (€ 25,0 mln.).

8. Diensten en producten uitvoeringsorganisaties

Jaarlijks worden bij het voorjaar op basis van de jaarplanraming de tariefgefinancierde diensten en producten van de uitvoeringsorganisaties (vooral de Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding ), vastgesteld en verwerkt. Hierop worden de uitgaven- en ontvangstenbudgetten aangepast (€ 100,2 mln.).

9. Apparaatskosten NCG

De reguliere schade- en versterkingsraming wordt jaarlijks geactualiseerd bij de Voorjaarsnota. De apparaatskosten NCG worden ook bijgesteld naar aanleiding van de nieuwe versterkingsraming. Door de langere looptijd van de versterkingsoperatie zullen ook de apparaatskosten tot na 2028 doorlopen.

10. Bestendigen organisatie apparaat ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

In 2024 is het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) als zelfstandig departement opgericht met structurele taken. De apparaatsbudgetten van VRO zijn echter voor een groot deel incidenteel en nemen op termijn af. De afname komt doordat recente kabinetten incidenteel geld beschikbaar hebben gesteld. Ten behoeve van de structurele taken van VRO worden er middelen vrijgemaakt voor de bestendiging van het apparaat. De apparaatsuitgaven van VRO worden verantwoord op het centraal apparaatsartikel van de begroting van BZK. Vanaf 2026 worden deze verantwoord op het centraal apparaatsartikel van VRO (H22).

11. Aanvullende taakstelling apparaat (amendement Bontenbal)

Conform de grondslag is de dekking van het amendement-Bontenbal (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VII, nr. 121) voor een deel verder verdeeld over de uitvoeringsorganisaties. Hiervoor zijn middelen overgeboekt naar artikel 13 onvoorzien (€ 3,6 mln. vanaf 2026 structureel). Daarnaast wordt het amendement gedekt uit de prijsbijstelling (€ 7,3 mln. in 2025 en € 6,3 mln. vanaf 2026 structureel).

12. Slavernijverleden kasschuif

Tijdens het vormgeven van artikel 14 was het kasritme nog niet bekend. Middels een kasschuif zijn de middelen (- € 7,3 mln. in 2025) in het juiste kasritme gezet voor de komende jaren.

13. Duurzaam herstel kasschuif

Duurzaam schadeherstel zal deel gaan uitmaken van de versterkings- en hersteloperatie Groningen (Kamerstukken II, 2021/2022, 33 529, nr. 948). Er is een kasschuif van 2026 naar 2025 (€ 21,3 mln.) om zo de middelen duurzaam herstel in het juiste kasritme te zetten.

14. Aanvullende MKB maatregelen AP

Van de Aanvullende Post zijn middelen (€ 30,0 mln. voor de jaren 2026 tot en met 2028) overgeboekt voor aanvullende MKB-maatregelen. Er is onderzocht in hoeverre hulp aan MKB-ondernemers die nadelige gevolgen ondervinden van de gaswinning verbeterd kan worden. Daaruit blijkt met name dat gedupeerde micro-ondernemers in het aardbevingsgebied aanvullende hulp hard nodig hebben Deze zwaarst getroffen ondernemers zijn veel tijd en energie kwijt aan schadeherstel en/of een versterkingstraject. Dit gaat vaak ten koste van het ontwikkelen van de eigen onderneming.

15. Bijstelling schaderaming IMG

De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de BZK-begroting opgenomen bedrag voor de schadebetalingen bijgesteld over de gehele begrotingsperiode. Het betreft de uitgaven voor de bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), de vergoedingen fysieke en immateriële schade en waardedaling.

16. Knelpunten IMG kasschuif

In de kabinetsreactie op de parlementaire enquête is aangekondigd dat het IMG de bevoegdheid krijgt om individuele knelpunten in de schadeafhandeling voortvarender op te lossen (maatregel 4 uit Nij Begun). Een deel van de toegevoegde eindejaarsmarge is met een kasschuif naar latere jaren geschoven om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.

17. Overboeking ecomische agenda naar min EZ

Er is een overboeking naar het ministerie van Economische Zaken van in totaal € 101,7 mln. voor de jaren 2025 tot en met 2029 voor ondersteuning bij de Economische Agenda Groningen onder de noemer Economische Bedrijvigheid. Het budget is bedoeld voor strategische acquisitie, met als doel: het aantrekken van nieuwe (internationale) bedrijvigheid met strategische, toegevoegde waarde voor de regio. Verder is een deel van het budget bestemd voor de Noordelijke Ontwikkelmaatschappij (NOM) en de Economic Board Groningen (EBG). Tot slot wordt het budget gebruikt voor het ondersteunen van de uitvoeringskracht vanuit het ministerie van Economische Zaken bij projecten, innovatie en opschaling het benutten van bestaande regelingen en in aanmerking komen voor nationale en Europese financiering.

18. Verduurzaming bij versterking AP

Van de Aanvullende Post zijn middelen (€ 48,6 mln. voor de jaren 2026 tot en met 2029) overgeboekt voor de uitvoering maatregel 29 uit Nij Begun naar de BZK begroting. Het betreft hier verduurzaming bij lichte versterking door NCG.

19. Verduurzaming bij versterking kasschuif

Ter uitvoering van maatregel 28 uit Nij Begun neemt NCG verduurzamingsmaatregelen mee bij de uitvoering van de versterkingsoperatie voor (middel)zware versterkingen. Via een kasschuif (€ 13,0 mln. voor 2025) wordt een deel van de eindejaarsmarge naar de jaren 2029 en 2030 doorgeschoven om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.

20. Versterkingsoperatie kasschuif

Via een kasschuif worden de middelen (€ 65,0 mln. voor 2025) voor maatwerk in de versterkingsoperatie die voor een deel via de eindejaarsmarge toegevoegd zijn aan de begroting voor 2025 doorgeschoven naar latere jaren om beter aan te sluiten bij de verwachte uitgaven.

21. Bijstelling raming versterkingskosten NCG

Ieder jaar wordt bij de Voorjaarsnota de raming van de versterkingsoperatie geactualiseerd. Naar aanleiding van deze actualisatie worden de geraamde uitgaven en ontvangsten voor de gehele periode tot en met 2030 aangepast. NCG heeft een diepteanalyse uitgevoerd naar de einddatum van de versterkingsoperatie. Daaruit volgt dat het merendeel van de versterkingsopgave voor eind 2028 is afgerond. De analyse laat echter ook zien dat de beoogde einddatum voor de afronding van de versterking in 2028 niet voor alle gebouwen behaald kan worden. De huidige raming is gebaseerd op de laatste actualisatie van de diepteanalyse van maart 2025. Hieruit volgt dat de versterkingskosten in 2025 naar beneden zijn bijgesteld, en stijgen in latere jaren ten opzichte van de Voorjaarsnota 2024. De versterking zal dus langer op een hoger uitvoeringsniveau duren dan vorig jaar werd verwacht. De totale bijstelling t/m 2030 op de versterkingskosten onder de categorie opdrachten is ‒ € 237,4 mln. Hier staan bijstellingen naar boven op de budgetten voor vergoeding voor schade door versterken (bijstelling tot en met 2030 is € 65,7 mln.), versterken in eigen beheer (bijstelling tot en met 2030 is € 332,8 mln.) en diverse subsidies versterken tegenover.

22. Versterkingsoperatie hogere bouwkosten

Er is een tegenvaller als gevolg van gestegen bouwkosten en indexatie (meerjarig € 20,0 mln.) op diverse versterkingsprojecten uit bestuurlijke afspraken. Deze tegenvaller wordt gedekt vanuit de generale middelen.

23. Hogere bouwkosten compensatie gemeenten en provincie

Er is nog een tegenvaller als gevolg van gestegen bouwkosten en verdere indexatie (€ 64,7 mln.) op de versterkingsoperatie in Batch 1588. Deze tegenvaller wordt gedekt vanuit de generale middelen.

24. Gestegen kosten batch 1588 AP

Als onderdeel van de bestuurlijke afspraken worden gemeenten gecompenseerd voor de uitvoering van de versterkingsoperatie van Batch 1588. Voor gestegen bouwkosten zijn in Nij Begun middelen gereserveerd die van de Aanvullende Post naar de BZK-begroting zijn overgeboekt (€ 33,5 mln. voor 2026).

25. Nationaal Programma Groningen economische agenda kasschuif

Middels een kasschuif worden de middelen doorgeschoven van latere jaren naar 2025 (€ 65,8 mln.) en 2026 (€ 13,4 mln.) om beter aan te sluiten bij de verwachte uitgaven.

26. Nationaal Programma Groningen AP provincie Groningen

Met het NPG wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, in de economische ontwikkeling en in de energietransitie in Groningen. Vanuit de Aanvullende Post zijn voor de jaren 2025 tot en met 2030 middelen voor de NPG-aanvraag van de provincie Groningen (totaal € 187,0 mln.) toegevoegd aan de BZK-begroting.

Hierover ontvangt de Tweede Kamer in een aparte Kamerbrief een separate onderbouwing conform de rijksbrede werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW 3.1.).   

27. Nationaal Programma Groningen AP economische agenda

De verwachting was begin 2024 dat er al een start gemaakt zou worden met de Economische Agenda. Die is echter in 2025 definitief opgeleverd en de eerste projecten dienen zich aan. Daarom zijn vanuit de Aanvullende Post voor de jaren 2025 tot en met 2028 middelen toegevoegd aan de BZK-begroting voor het startkapitaal van de economische agenda (totaal € 192,6 mln.).

Hierover ontvangt de Tweede Kamer in een aparte Kamerbrief een separate onderbouwing conform de rijksbrede werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW 3.1.).   

28. Nationaal Programma Groningen kasschuif

Middels een kasschuif worden de middelen doorgeschoven van latere jaren naar 2025 (€ 45,5 mln.) om beter aan te sluiten bij de verwachte uitgaven.

29. Sociale agenda kasschuif

De sociale agenda bestaat uit concrete doelstellingen en investeringen die ten goede komen aan de leefbaarheid, onderwijskwaliteit, armoedebestrijding, gezondheid en arbeidsparticipatie van inwoners. Via een kasschuif worden de middelen van 2025 (- € 15,1 mln.), die via de eindejaarsmarge zijn toegevoegd, naar latere jaren geschoven om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.

30. Sociale Agenda AP

Van de Aanvullende Post zijn voor de jaren 2027 tot en met 2030 middelen toegevoegd aan de BZK-begroting voor de sociale agenda (totaal € 479 mln.).

31. Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen AP opvraag

Vanuit de Aanvullende Post zijn voor de jaren 2025 tot en met 2027 middelen (totaal € 20,0 mln.) voor de uitvoering van maatregel 16 (vergoeding eigen tijd van bewoners) uit Nij Begun toegevoegd aan de BZK-begroting.

32. Eindejaarsmarge

Dit betreft de ontvangen eindejaarsmarge van 2024 (€ 273 mln.). Hiervan is € 261 mln. ontvangen voor artikel 15 Een veilig Groningen met perspectief. Er heeft een korting plaatsgevonden om generale problematiek te dekken. De korting is niet van toepassing op de middelen voor Groningen.

33. Extrapolatie 2030

In miljoenennotajaar 2025 is het jaar 2030 toegevoegd aan de begroting. De middelen voor 2030 zijn via de extrapolatie in de 1e suppletoire begroting toegevoegd.

34. Loon- en prijsbijstelling

De tranche 2025 van de loon- en prijsbijstelling is toegevoegd aan de BZK-begroting. Van de prijsbijstelling is 50% overgemaakt. Ook de loonbijstelling is niet volledig uitgekeerd. Het kabinet heeft besloten om de loonbijstelling voor externe inhuur tranche 2025 in te houden. Dit wordt ingezet ter dekking van rijksbrede problematiek.

35. Budgettaire invulling apparaatstaakstelling Hoofdlijnenakkoord

De apparaatstaakstelling voor BZK en VRO uit het Hoofdlijnenakkoord bedraagt structureel € 121 mln. De invulling van de taakstelling valt uiteen in drie delen: invulling door de beleidskern en staf (fte-reductie) van € 23 mln. structureel, besparingen op (beleids)budgetten van € 41 mln. structureel en daarnaast besparingen op de bedrijfsvoering uitgevoerd door de Shared Service Organisaties (€ 57 mln.). Als gevolg van de beleidskeuzes wordt een aantal beleidsonderwerpen afgebouwd of wordt hier minder geld aan besteed. Hierbij kan worden gedacht aan een reductie van het aantal congressen en bijeenkomsten dat wordt georganiseerd, vermindering van opdrachten voor onderzoeken en het verminderen van subsidies. Op de begroting van BZK komt deze dekking grotendeels vanuit (beleids)budgetten van artikel 1, 6 en 7. Structureel betreft dit € 6,1 mln. voor artikel 1, € 5,9 mln. voor artikel 6 en € 5,4 mln. voor artikel 7. Met de wijze waarop de taakstelling op het gezamenlijk apparaat van BZK en VRO budgettair is ingevuld, wordt de uitvoering zoals bedoeld in de motie-Chakor niet geraakt (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VII, nr. 18).

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangsten mutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer Ontvangsten 2025 Ontvangsten 2026 Ontvangsten 2027 Ontvangsten 2029 Ontvangsten 2029 Ontvangsten 2030
Vastgestelde begroting 2025 1.771.618 2.175.828 1.918.923 946.271 821.653 0
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Diensten en producten uitvoeringsorganisaties 11 100.190 0 0 0 0 0
2) Dienstverleningsovereenkomsten SSO's 11 25.000 0 0 0 0 0
3) Bijstelling raming apparaat ontvangsten NAM versterkingsoperatie 11 ‒ 32.216 ‒ 44.596 33.488 78.992 65.198 98.163
4) Bijstelling raming ontvangsten NAM versterkingsoperatie 15 ‒ 174.292 ‒ 338.085 ‒ 139.329 182.657 ‒ 39.554 270.481
5) Bijstelling raming knelpunten IMG 15 ‒ 35.500 0 0 0 0 0
6) Bijstelling raming ontvangsten IMG 15 83.515 225.634 543 398.836 372.595 317.622
7) Bijstelling raming ontvangsten NAM Juridische Bijstand 15 ‒ 5.721 4.139 4.226 4.226 4.226 10.793
8) Extrapolatie 2030 Alle 0 0 0 0 0 264.527
9) Overige mutaties Alle 24.389 3.820 4.794 5.159 5.581 5.581
Stand 1e suppletoire begroting 2025 1.756.983 2.026.740 1.822.645 1.616.141 1.229.699 967.167

Toelichting

1. Diensten en producten uitvoeringsorganisaties

Jaarlijks worden bij het voorjaar op basis van de jaarplanraming de tariefgefinancierde diensten en producten van de uitvoeringsorganisaties (vooral de Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding), vastgesteld en verwerkt. Hierop worden de uitgaven- en ontvangstenbudgetten aangepast (€ 100,2 mln.).

2. Dienstverleningsovereenkomsten SSO's

Er zijn meerontvangsten van de dienstverlening van de baten-lastenagentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's). Middels een desaldering worden de geraamde kosten verhoogd.

3. Bijstelling raming apparaat ontvangsten NAM versterkingsoperatie

Verder heeft een bijstelling van ontvangsten van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) plaatsgevonden (minder ontvangsten in 2025 van € 32,2 mln. naar € 44,6 mln. in 2026 en vanaf 2027 meer ontvangsten van € 33,5 mln oplopend naar € 98,2 mln. in 2030).

4. Bijstelling raming ontvangsten NAM versterkingsoperatie

De kosten voor de versterkingsoperatie worden via een heffing bij de NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor de versterkingsoperatie worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld. De geraamde ontvangsten in 2025 worden met € 174,3 mln naar beneden bijgesteld.

5. Bijstelling raming knelpunten IMG

De raming is bij de uitgaven en bij de ontvangsten voor 2025 met € 35,5 mln. neerwaarts bijgesteld om zo aan te sluiten bij de laatste prognose.

6. Bijstelling raming ontvangsten IMG

De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor schade worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld. Het betreft de ontvangsten voor uitvoeringskosten, fysieke en immateriële schade en waardedaling.

7. Bijstelling raming ontvangsten NAM Juridische Bijstand

De kosten voor juridische bijstand aan bewoners worden bij de NAM in rekening gebracht (excl. btw). De actualisatie van de uitgavenraming leidt daarom eveneens tot een bijstelling op de ontvangsten. De geraamde ontvangsten voor de juridische bijstand worden opwaarts bijgesteld met cumulatief € 11 mln. tot en met 2030 naar aanleiding van de jaarlijkse actualisatie van de schaderaming. De neerwaartse bijstelling in 2025 betreft een bedrag van ca. € 6 mln.

8. Extrapolatie

In miljoenennotajaar 2025 is het jaar 2030 toegevoegd aan de begroting. De middelen voor 2030 zijn via de extrapolatie in de 1e suppletoire begroting toegevoegd.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Openbaar bestuur en democratie (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Art. Verplichtingen 164.462 0 164.462 ‒ 26.561 137.901 1.636 ‒ 4.993 4.217 ‒ 3.862 153.877
Uitgaven 164.462 0 164.462 ‒ 26.561 137.901 1.636 ‒ 4.993 4.217 ‒ 3.862 153.877
1.1 Bestuur en regio 52.573 0 52.573 ‒ 1.849 50.724 ‒ 4.686 ‒ 4.129 ‒ 4.835 ‒ 5.285 36.963
Subsidies (regelingen) 14.031 0 14.031 2.631 16.662 ‒ 442 ‒ 2.123 ‒ 2.008 ‒ 1.744 10.549
Multiproblematiek 1.518 0 1.518 0 1.518 0 ‒ 1.300 ‒ 1.300 ‒ 1.300 214
Antidiscriminatie 135 0 135 0 135 0 0 0 0 18
Oorlogsgravenstichting 4.066 0 4.066 675 4.741 767 600 750 900 5.064
Bestuur en regio 2.486 0 2.486 664 3.150 ‒ 151 ‒ 365 ‒ 400 ‒ 286 711
Basisinfrastructuur 840 0 840 2.000 2.840 0 0 0 0 0
Werk aan Uitvoering 1.686 0 1.686 0 1.686 0 0 0 0 0
Versterken rechtsstaat 3.300 0 3.300 ‒ 708 2.592 ‒ 1.058 ‒ 1.058 ‒ 1.058 ‒ 1.058 4.542
Opdrachten 22.750 0 22.750 ‒ 4.611 18.139 ‒ 4.244 ‒ 1.847 ‒ 2.427 ‒ 3.141 12.013
Multiproblematiek 393 0 393 0 393 0 0 0 0 665
Bestuur en regio 11.452 0 11.452 ‒ 974 10.478 ‒ 1.037 ‒ 1.000 ‒ 1.213 ‒ 1.728 4.211
Antidiscriminatie 381 0 381 0 381 0 0 0 0 936
Versterken rechtsstaat 6.830 ‒ 500 6.330 ‒ 1.005 5.325 ‒ 321 0 ‒ 214 ‒ 413 2.617
Antidiscriminatie 3.694 500 4.194 ‒ 2.632 1.562 ‒ 2.886 ‒ 847 ‒ 1.000 ‒ 1.000 3.584
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 279 0 279 0 279 0 0 0 0 278
Diverse bijdragen 279 0 279 0 279 0 0 0 0 278
Bijdrage aan medeoverheden 14.974 0 14.974 ‒ 323 14.651 0 0 0 0 13.985
Groeiopgave Almere 9.974 0 9.974 0 9.974 0 0 0 0 8.985
Diverse bijdragen 5.000 0 5.000 ‒ 323 4.677 0 0 0 0 5.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 39 0 39 0 39 0 0 0 0 38
Bijdragen internationaal 39 0 39 0 39 0 0 0 0 38
Bijdrage aan agentschappen 0 0 0 454 454 0 0 0 0 0
RWS 0 0 0 454 454 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 500 0 500 0 500 0 ‒ 159 ‒ 400 ‒ 400 100
Multiproblematiek 500 0 500 0 500 0 ‒ 159 ‒ 400 ‒ 400 100
1.2 Democratie 111.889 0 111.889 ‒ 24.712 87.177 6.322 ‒ 864 9.052 1.423 116.914
Subsidies (regelingen) 60.142 1.000 61.142 ‒ 6.982 54.160 ‒ 217 ‒ 181 10.248 3.088 55.024
Politieke partijen 32.910 0 32.910 630 33.540 0 0 2.426 3.567 30.858
Comité 4/5 mei 133 0 133 0 133 0 0 0 0 115
ProDemos 9.581 1.000 10.581 0 10.581 0 ‒ 479 ‒ 479 ‒ 479 7.817
Verbinding inwoner en overheid 2.989 0 2.989 ‒ 150 2.839 0 0 0 0 2.039
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers 2.655 0 2.655 1.050 3.705 0 0 0 0 2.637
Weerbaar bestuur 3.492 0 3.492 ‒ 130 3.362 0 0 0 0 3.336
St Thorbeckeleerstoel 0 0 0 0 0 0 0 0 0 72
Decentrale politieke partijen 8.382 0 8.382 ‒ 8.382 0 ‒ 217 298 8.301 0 8.150
Opdrachten 42.267 ‒ 1.000 41.267 ‒ 21.490 19.777 5.256 ‒ 1.966 ‒ 2.479 ‒ 2.948 51.191
Verbinding inwoner en overheid 33.031 ‒ 1.000 32.031 ‒ 19.048 12.983 8.277 ‒ 1.500 ‒ 1.713 ‒ 2.182 42.103
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers 556 0 556 0 556 0 0 0 0 846
Weerbaar bestuur 8.680 0 8.680 ‒ 2.442 6.238 ‒ 3.021 ‒ 466 ‒ 766 ‒ 766 8.242
Inkomensoverdrachten 7.356 0 7.356 1.828 9.184 483 483 483 483 7.780
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers 7.356 0 7.356 1.828 9.184 483 483 483 483 7.780
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 1.034 0 1.034 1.932 2.966 800 800 800 800 1.810
Diverse bijdragen 1.034 0 1.034 1.932 2.966 800 800 800 800 1.810
Bijdrage aan agentschappen 1.090 0 1.090 0 1.090 0 0 0 0 1.109
Dienst Publiek en Communicatie 1.090 0 1.090 0 1.090 0 0 0 0 1.084
RVO 0 0 0 0 0 0 0 0 0 25
Ontvangsten 14.765 0 14.765 483 15.248 483 483 483 483 25.248

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 5 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 1
2025
juridisch verplicht 45%
bestuurlijk gebonden 31%
beleidsmatig gereserveerd 22%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 2%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 45% juridisch verplicht.

1.1 Bestuur en regio

Subsidies (regelingen)

Basisinfrastructuur

Dit betreft een eindejaarsmarge van € 2 mln. Voor de overlopende verplichtingen van de POK-Basisinfrastructuur Versterking Dienstverlening Gemeente.

Opdrachten

Antidiscriminatie

Dit betreft voornamelijk een overboeking naar de begroting van het Gemeentefonds van € 2,5 mln. Gemeenten zetten zich in voor de preventie van discriminatie op lokaal niveau, burgers kunnen bij de gemeenten gebruik maken van de gemeentelijke antidiscriminatie voorzieningen. Om initiatieven voor preventie van discriminatie verder te stimuleren krijgen alle gemeenten een bijdrage in de vorm van een decentralisatie uitkering. Tevens is er € 1 mln. beschikbaar gesteld aan Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme.

1.2 Democratie

Subsidies (regelingen)

Politieke partijen

De Jetten-gelden zijn met deze begroting structureel gemaakt naar aanleiding van motie Vijlbrief (Kamerstukken II 2024/2025, 36600 IX, nr. 10).

Decentrale politieke partijen

Voor de Wet op politieke partijen (Wpp) is er subsidiebudget voor decentrale politieke partijen beschikbaar. In verband met vertraging van de Wpp naar 2026 vindt er een kasschuif plaats van 2025 en 2026 met een totaal bedrag van circa € 8,5 mln. naar 2027 en 2028. Hierdoor zijn de subsidiebudgetten voor decentrale politieke partijen vanaf 2026 structureel.

Opdrachten

Verbinding inwoner en overheid

Het kabinet heeft in het hoofdlijnenakkoord 2024 afgesproken dat de overheid en de maatschappij weerbaar worden gemaakt tegen desinformatie. Om de middelen op het juiste artikel en instrumenten te verantwoorden, wordt er circa € 1,7 mln. gerealloceerd naar artikel 6 van de BZK-begroting.

Voordat de middelen uit het hoofdlijnenakkoord kunnen worden ingezet voor versterking van de ondersteuning van de Tweede Kamer en (decentrale) politieke partijen is onderzoek nodig naar hoe het bedrag goed besteed kan worden. Een deel van de middelen zijn daarom via een kasschuif van 2025 (- € 9,9 mln.) naar 2026 (€ 9,9 mln.) geschoven om deze in een realistischer kasritme te krijgen.

Daarnaast is er vanuit het budget voor circa € 5,2 mln. gerealloceerd om verschillende zaken op het juiste instrument te verantwoorden. Hiervan is bijvoorbeeld circa € 2 mln. gerealloceerd om de uitvoering en implementatie van de EU-verordening inzake transparantie en gerichte politieke reclame op het instrument 'bijdragen aan ZBO's/RWT's' te verantwoorden.

Verder is er voor circa € 2,4 mln. overgeboekt naar andere begrotingshoofdstukken voor verschillende beleidsdoelstellingen.

3.2 Artikel 2. Nationale veiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Nationale veiligheid (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Art. Verplichtingen 487.621 0 487.621 34.931 522.552 38.392 83.652 83.931 83.931 578.163
Uitgaven 487.621 0 487.621 34.931 522.552 38.392 83.652 83.931 83.931 578.163
Apparaatsuitgaven 468.917 0 468.917 34.931 503.848 38.392 83.652 83.931 83.931 559.486
Programmauitgaven 18.704 0 18.704 0 18.704 0 0 0 0 18.677
2.0 Nationale veiligheid 18.704 0 18.704 0 18.704 0 0 0 0 18.677
Geheim 18.704 0 18.704 0 18.704 0 0 0 0 18.677
AIVD geheim 18.704 0 18.704 0 18.704 0 0 0 0 18.677
Ontvangsten 17.214 0 17.214 0 17.214 0 0 0 0 17.214

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 2 is 100% juridisch verplicht.

Uitgaven

Apparaatsuitgaven

Dit betreft een saldo van diverse mutaties.

In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat er een structureel bedrag beschikbaar wordt gesteld voor Nationale Veiligheid. Het ministerie van BZK ontvangst van het ministerie van Justitie en Veiligheid in 2025 € 7,5 mln., in 2026 € 32,3 mln. en de daarop volgende jaren jaarlijks € 77,5 mln.

Voor het versterken en vernieuwen van het stelsel bewaken en beveiligen, ontvangt het ministerie van BZK vanaf 2025 € 6,4 mln. van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Het ministerie van BZK ontvangt in 2025 € 20,4 mln. van het ministerie van Defensie voor de bijdrage in het kader van de kostendeling van gezamenlijke eenheden, detachering en bedrijfsvoeringskosten.

3.3 Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Art. Verplichtingen 535.688 0 535.688 34.065 569.753 12.786 2.349 ‒ 4.734 ‒ 6.547 608.229
Uitgaven 536.888 0 536.888 34.065 570.953 12.786 2.349 ‒ 4.734 ‒ 6.547 608.229
6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving 88.715 0 88.715 22.665 111.380 9.479 ‒ 808 ‒ 1.691 ‒ 2.504 80.912
Subsidies (regelingen) 8.542 0 8.542 4.525 13.067 837 ‒ 365 ‒ 573 ‒ 720 4.978
Overheidsdienstverlening 8.542 0 8.542 4.525 13.067 837 ‒ 365 ‒ 573 ‒ 720 4.978
Opdrachten 15.738 0 15.738 2.228 17.966 8.757 1.105 685 293 12.915
Overheidsdienstverlening 9.478 0 9.478 ‒ 3.459 6.019 7.350 0 0 0 5.903
Informatiesamenleving 6.260 0 6.260 5.687 11.947 1.407 1.105 685 293 7.012
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 25.626 0 25.626 ‒ 4.867 20.759 146 146 146 146 26.110
CBS 0 0 0 1.542 1.542 0 0 0 0 128
RDW 0 0 0 83 83 0 0 0 0 0
KvK 200 0 200 ‒ 200 0 ‒ 4 ‒ 4 ‒ 4 ‒ 4 363
ICTU 23.379 0 23.379 ‒ 6.281 17.098 0 0 0 0 23.422
Diverse bijdragen 2.047 0 2.047 ‒ 11 2.036 150 150 150 150 2.197
Bijdrage aan medeoverheden 839 0 839 642 1.481 0 0 0 0 767
Gemeenten 709 0 709 672 1.381 0 0 0 0 650
Provincies 130 0 130 ‒ 30 100 0 0 0 0 117
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 89 0 89 14.860 14.949 0 0 0 0 89
Diverse bijdragen 89 0 89 14.860 14.949 0 0 0 0 89
Bijdrage aan agentschappen 37.881 0 37.881 5.277 43.158 ‒ 261 ‒ 1.694 ‒ 1.949 ‒ 2.223 36.053
RVO 2.251 0 2.251 524 2.775 ‒ 27 ‒ 27 ‒ 27 ‒ 27 2.620
RODI 1.868 0 1.868 ‒ 948 920 0 0 0 0 1.868
Diverse bijdragen 0 0 0 119 119 0 0 0 0 0
Logius 28.289 0 28.289 4.587 32.876 ‒ 234 ‒ 1.667 ‒ 1.922 ‒ 2.196 26.092
RvIG 0 0 0 41 41 0 0 0 0 0
RDI 5.473 0 5.473 954 6.427 0 0 0 0 5.473
6.5 Identiteitsstelsel 38.342 0 38.342 14.778 53.120 6.491 6.491 491 ‒ 509 37.370
Opdrachten 1.063 0 1.063 ‒ 80 983 0 0 0 0 1.055
Identiteitsstelsel 1.063 0 1.063 ‒ 80 983 0 0 0 0 1.055
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 3.546 0 3.546 0 3.546 0 0 0 0 3.522
Diverse bijdragen 0 0 0 55 55 0 0 0 0 0
ICTU 3.546 0 3.546 ‒ 55 3.491 0 0 0 0 3.522
Bijdrage aan medeoverheden 3.509 0 3.509 ‒ 2.952 557 0 0 0 0 3.449
Gemeenten 3.509 0 3.509 ‒ 2.952 557 0 0 0 0 3.449
Bijdrage aan agentschappen 30.224 0 30.224 17.810 48.034 6.491 6.491 491 ‒ 509 29.344
RvIG 30.224 0 30.224 17.810 48.034 6.491 6.491 491 ‒ 509 29.344
6.7 Hoogwaardige dienstverlening één overheid 59.905 0 59.905 ‒ 975 58.930 ‒ 415 ‒ 565 ‒ 765 ‒ 765 141.836
Subsidies (regelingen) 4.898 0 4.898 0 4.898 0 0 0 0 4.064
Hoogwaardige dienstverlening één overheid 1.400 0 1.400 0 1.400 0 0 0 0 1.400
VNG 3.498 0 3.498 0 3.498 0 0 0 0 2.664
Opdrachten 6.471 0 6.471 ‒ 975 5.496 0 0 0 0 102.315
Hoogwaardige dienstverlening één overheid 6.471 0 6.471 ‒ 975 5.496 0 0 0 0 102.315
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 9.700 0 9.700 0 9.700 ‒ 300 ‒ 450 ‒ 650 ‒ 650 9.050
ICTU 6.000 0 6.000 545 6.545 ‒ 300 ‒ 450 ‒ 650 ‒ 650 5.350
Diverse bijdragen 3.700 0 3.700 ‒ 545 3.155 0 0 0 0 3.700
Bijdrage aan medeoverheden 17.127 0 17.127 0 17.127 0 0 0 0 15.414
Gemeenten 17.127 0 17.127 0 17.127 0 0 0 0 15.414
Bijdrage aan agentschappen 21.709 0 21.709 0 21.709 ‒ 115 ‒ 115 ‒ 115 ‒ 115 10.993
Logius 536 0 536 4.234 4.770 ‒ 26 ‒ 26 ‒ 26 ‒ 26 510
RvIG 12.742 0 12.742 ‒ 1.689 11.053 ‒ 16 ‒ 16 ‒ 16 ‒ 16 1.638
AZ-DPC 3.598 0 3.598 ‒ 772 2.826 ‒ 73 ‒ 73 ‒ 73 ‒ 73 4.012
Diverse bijdragen 4.833 0 4.833 ‒ 1.773 3.060 0 0 0 0 4.833
6.8 Generieke Digitale Infrastructuur 349.926 0 349.926 ‒ 2.403 347.523 ‒ 2.769 ‒ 2.769 ‒ 2.769 ‒ 2.769 348.111
Subsidies (regelingen) 0 0 0 5.904 5.904 0 0 0 0 0
Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid 0 0 0 5.904 5.904 0 0 0 0 0
Opdrachten 66.657 0 66.657 ‒ 64.098 2.559 0 0 0 0 67.274
Doorontwikkeling en innovatie 66.657 0 66.657 ‒ 64.098 2.559 0 0 0 0 67.274
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 7.623 0 7.623 23.460 31.083 0 0 0 0 6.859
KvK 6.873 0 6.873 850 7.723 0 0 0 0 6.859
ICTU 750 0 750 20.000 20.750 0 0 0 0 0
RDW 0 0 0 610 610 0 0 0 0 0
Diverse bijdragen 0 0 0 2.000 2.000 0 0 0 0 0
Bijdrage aan medeoverheden 0 0 0 3.749 3.749 0 0 0 0 0
Gemeenten 0 0 0 3.749 3.749 0 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 275.646 0 275.646 28.582 304.228 ‒ 2.769 ‒ 2.769 ‒ 2.769 ‒ 2.769 273.978
Logius 255.857 0 255.857 25.592 281.449 ‒ 2.661 ‒ 2.661 ‒ 2.661 ‒ 2.661 254.337
RvIG 10.942 0 10.942 745 11.687 ‒ 108 ‒ 108 ‒ 108 ‒ 108 10.812
RVO 8.084 0 8.084 2.850 10.934 0 0 0 0 8.068
RDI 763 0 763 ‒ 605 158 0 0 0 0 761
Ontvangsten 10.927 0 10.927 0 10.927 0 0 0 0 10.927

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 8 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 6
2025
juridisch verplicht 66%
bestuurlijk gebonden 30%
beleidsmatig gereserveerd 4%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 6 is 66% juridisch verplicht.

6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

Opdrachten

Informatiesamenleving

In het kader van het programma Werk aan Uitvoering (WaU) wordt € 2,4 mln. ingezet via artikel 6.5 voor het uitrollen van de identiteitsstructuur in Caribisch Nederland.

Daarnaast wordt € 4,0 mln. gerealloceerd van opdrachten overheidsdienstverlening naar opdrachten informatiesamenleving om deze middelen op de juiste regeling te verantwoorden. Het gaat hier o.a. om een publiekscampagne Informatieveiligheid, opdrachten publieke waarden en AI.

Tot slot wordt € 2,4 mln. gerealloceerd vanuit artikel 13 en € 1 mln. vanuit artikel 1 naar opdrachten Informatiesamenleving. Dit betreffen middelen die binnen de agenda van Goed Bestuur zijn vrijgemaakt in het Hoofdlijnenakkoord. Deze middelen zijn beschikbaar gesteld voor doordacht gebruik van AI/algoritmen, het weerbaar maken van de overheid en de maatschappij tegen desinformatie en het tegengaan van online discriminatie.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

ICTU

Dit betreft een saldo van diverse mutaties, waaronder een reallocatie van € 2,6 mln. naar de regeling Subsidies overheidsdienstverlening (artikel 6.2) om diverse subsidies, o.a. voor herinzet digitale apparaten, Expertise Centrum Digitalisering & Welzijn en online desinformatie, op het juiste instrument en regeling te verantwoorden.

Daarnaast wordt € 2,0 mln. gerealloceerd om diverse bijdragen aan Logius voor o.a. Basiswettenbestand, BSNK, Notificatieservice en Regie Zoekdienst op het juiste instrument en regeling te verantwoorden.

Tot slot wordt € 1,5 mln. gerealloceerd naar het CBS om de bijdragen o.a. in het kader van het toezicht dataverordening op de juiste regeling te verantwoorden.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Diverse bijdragen

Bij de tweede suppletoire 2024 is € 14,9 mln. gereserveerd in het geval het Europese Hof van Justitie over zou gaan tot vaststelling van een forfaitaire som vanwege de te late omzetting van de Europese Open Data Richtlijn in Nederlandse wetgeving. De uitspraak werd verwacht in 2024, maar heeft toen niet plaatsgevonden. De uitspraak volgt in 2025. Daarom worden de gereserveerde middelen meegenomen naar 2025.

6.5 Identiteitsstelsel

Bijdrage aan agentschappen

RvIG

Dit betreft een saldo van diverse mutaties.

Het huidige IT platform van de RvIG (waar het centrale applicatielandschap van het identiteitsstelsel waaronder BSN, BRP op draait) is end of service. Om deze reden moet het platform uiterlijk eind 2027 zijn gemigreerd naar een nieuw IT-platform. Hiervoor zijn extra middelen nodig, enerzijds omdat tijdens de transitiefase twee platforms naast elkaar beschikbaar moeten zijn en anderzijds omdat alle applicaties moeten worden aangepast en cloud-ready gemaakt moeten worden. Daarnaast zijn investeringen nodig om de informatiebeveiliging te versterken. Voor de komende vier jaar wordt hiervoor € 21,0 mln. vrijgemaakt.

Daarnaast zijn er extra bijdrages opgehaald bij meerdere departementen in verband met het meergebruik van de Basisregisratie Personen (BRP).

Tot slot wordt € 2,4 mln. gerealloceerd vanuit artikel 6.2 in het kader van het programma Werk aan Uitvoering (WaU) voor het uitrollen van de identiteitsstructuur in Caribisch Nederland.

6.8 Generieke Digitale Infrastructuur

Subsidies

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

Er wordt € 6 mln. gerealloceerd vanuit het instrument opdrachten voor de inzet van het Vernieuwingsbudget van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI). Het gaat hier om de subsidies (met name aan de VNG) voor o.a. Innovatiewerkplaats Digilab en Standaard methodiek toegangsverlening Application Programming Interfaces (API's).

Opdrachten

Doorontwikkeling en innovatie

Dit betreft een reallocatie van circa € 64,3 mln. om de inzet van het Vernieuwingsbudget van de GDI op de juiste instrumenten en regelingen te verantwoorden. Het betreft onder meer bijdragen aan Logius voor o.a. Herbouw Digipoort en Federatief Berichtenstelsel. Daarnaast worden middelen ingezet op het instrument bijdrage aan ZBO's/RWT's voor ICTU o.a. in het kader van het Europese Digitale Identiteit Raamwerk en Stelsel Toegang. Ook worden middelen ingezet voor subsidies (met name aan de VNG) voor o.a. Innovatiewerkplaats Digilab en Standaard methodiek toegangsverlening API's. Tot slot vindt er een reallocatie plaats van middelen om de specifieke uitkeringen in het kader van het innovatiebudget op het juiste instrument en regeling te verantwoorden.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

ICTU

Er wordt € 20 mln. gerealloceerd vanuit het instrument Opdrachten voor de inzet van het Vernieuwingsbudget van de GDI. Het gaat hier om de bijdragen aan ICTU o.a. in het kader van het Europese Digitale Identiteit Raamwerk en Stelsel Toegang.

Bijdrage aan agentschappen

Logius

Er wordt € 26 mln. gerealloceerd vanuit het instrument opdrachten voor de inzet van het Vernieuwingsbudget van de GDI. Het gaat hier om de bijdragen aan Logius voor o.a. Herbouw Digipoort en Federatief Berichtenstelsel.

Conform de grondslag is de dekking van het amendement Bontenbal (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VII, nr. 121) voor een deel verder verdeeld over de uitvoeringsorganisaties. Hiervoor zijn middelen overgeboekt naar artikel 13 onvoorzien (€ 2,7 mln. vanaf 2026 structureel).

3.4 Artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Art. Verplichtingen 85.544 0 85.544 5.271 90.815 8.929 3.058 2.422 425 95.859
Uitgaven 89.639 0 89.639 5.271 94.910 8.929 3.058 2.422 425 95.859
7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid 84.901 0 84.901 5.271 90.172 8.929 3.058 2.422 425 92.821
Subsidies (regelingen) 8.436 0 8.436 3.445 11.881 ‒ 505 ‒ 349 ‒ 322 ‒ 298 5.816
Diverse subsidies 1.430 0 1.430 3.200 4.630 ‒ 505 ‒ 599 ‒ 572 ‒ 548 159
Overlegstelsel 1.758 0 1.758 0 1.758 0 0 0 0 1.651
Ambtelijk Vakmanschap 67 0 67 40 107 0 0 0 0 0
Bedrijfsvoeringsbeleid 229 0 229 0 229 0 0 0 0 181
Leiderschap, diversiteit en inclusie 101 0 101 0 101 0 0 0 0 24
Ondersteuning koepels implementatie Woo 863 0 863 0 863 0 0 0 0 0
Compensatie Waterschappen Woo (structureel) 3.776 0 3.776 0 3.776 0 0 0 0 3.551
Bevorderen veilig werk- en meldklimaat 212 0 212 0 212 0 0 0 0 0
Ondersteuning melders misstanden 0 0 0 105 105 0 250 250 250 250
Informatiebeveiliging en privacy 0 0 0 100 100 0 0 0 0 0
Opdrachten 35.952 0 35.952 ‒ 6.370 29.582 7.076 2.061 1.349 ‒ 617 75.731
Bedrijfsvoeringsbeleid 12.587 0 12.587 ‒ 4.679 7.908 ‒ 1.738 ‒ 2.499 ‒ 3.080 ‒ 3.280 18.386
Kwaliteit management rijksdienst 4.537 0 4.537 0 4.537 0 0 0 0 4.465
Werkgeversbeleid 1.646 0 1.646 ‒ 600 1.046 ‒ 465 ‒ 428 ‒ 423 ‒ 444 1.281
Informatiehuishouding 11.156 0 11.156 ‒ 9.457 1.699 ‒ 317 ‒ 448 ‒ 584 ‒ 679 45.890
Ambtelijk Vakmanschap 1.480 0 1.480 4.300 5.780 7.700 4.000 4.000 2.350 3.530
Leiderschap, diversiteit en inclusie 600 0 600 300 900 500 250 250 250 519
Bevorderen veilig werk- en meldklimaat 605 0 605 ‒ 36 569 0 0 0 0 465
Ondersteuning van melders van misstanden 1.041 0 1.041 732 1.773 760 550 550 550 559
Open Overheid 1.200 0 1.200 2.294 3.494 0 0 0 0 0
Adviescollege ICT 100 0 100 0 100 0 0 0 0 0
Algemene beveiligingseisen Rijksoverheid 1.000 0 1.000 14 1.014 0 0 0 0 0
Digitalisering RijksInkoop 0 0 0 762 762 636 636 636 636 636
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 15.008 0 15.008 ‒ 4.812 10.196 1.079 366 415 560 5.518
Ambtelijk Vakmanschap 36 0 36 0 36 0 0 0 0 8
Bedrijfsvoeringsbeleid 401 0 401 540 941 0 0 0 0 381
Werkgeversbeleid 2.451 0 2.451 475 2.926 ‒ 571 ‒ 934 ‒ 885 ‒ 740 1.711
Staat van de Uitvoering 2.120 0 2.120 0 2.120 0 0 0 0 2.118
Ondersteuning van melders van misstanden 0 0 0 1.273 1.273 1.650 1.300 1.300 1.300 1.300
Diverse bijdragen 10.000 0 10.000 ‒ 7.100 2.900 0 0 0 0 0
Bijdrage aan medeoverheden 1.931 0 1.931 0 1.931 0 0 0 0 0
Compensatie Waterschappen Woo (incidenteel) 1.931 0 1.931 0 1.931 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 55 0 55 270 325 0 0 0 0 53
Werkgeversbeleid 55 0 55 0 55 0 0 0 0 53
Bedrijfsvoeringsbeleid 0 0 0 270 270 0 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 23.275 0 23.275 12.658 35.933 1.379 1.080 1.080 880 5.559
Ambtelijk Vakmanschap 319 0 319 500 819 0 0 0 0 17
O&P Rijk (Arbeidsmarktcommunicatie) 2.641 0 2.641 720 3.361 566 267 267 67 4.205
I-Functie Rijk 0 0 0 663 663 363 363 363 363 363
Staat van de Uitvoering 1.160 0 1.160 0 1.160 0 0 0 0 0
Bedrijfsvoeringsbeleid 394 0 394 530 924 0 0 0 0 383
Werkgeversbeleid 149 0 149 179 328 0 0 0 0 108
Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening 0 0 0 2.300 2.300 0 0 0 0 0
Leiderschap, diversiteit en inclusie 140 0 140 0 140 0 0 0 0 33
Diverse bijdragen 10.000 0 10.000 7.100 17.100 0 0 0 0 0
KOOP 7.637 0 7.637 0 7.637 0 0 0 0 0
Logius 835 0 835 0 835 0 0 0 0 0
Algemene beveiligingseisen Rijksoverheid 0 0 0 130 130 0 0 0 0 0
Digitalisering RijksInkoop 0 0 0 536 536 450 450 450 450 450
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 244 0 244 80 324 ‒ 100 ‒ 100 ‒ 100 ‒ 100 144
Bedrijfsvoeringsbeleid 244 0 244 80 324 ‒ 100 ‒ 100 ‒ 100 ‒ 100 144
7.2 Pensioenen en uitkeringen 4.738 0 4.738 0 4.738 0 0 0 0 3.038
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 4.738 0 4.738 0 4.738 0 0 0 0 3.038
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen 4.738 0 4.738 0 4.738 0 0 0 0 3.038
Ontvangsten 64 0 64 0 64 0 0 0 0 64

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 10 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 7
2025
juridisch verplicht 38%
bestuurlijk gebonden 27%
beleidsmatig gereserveerd 24%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 12%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget van artikel 7 is 38% juridisch verplicht.

7.1 Werkgevers-en bedrijfsvoeringsbeleid

Subsidies

Diverse subsidies

Er wordt € 3,2 mln. gerealloceerd vanuit opdrachten informatiehuishouding voor de bekostiging van de subsidie Electronic Commerce Platform Nederland (ECP).

Opdrachten

Bedrijfsvoeringsbeleid

Dit betreft een saldo van diverse mutaties.

Er vinden meerdere reallocaties plaats naar bijdrage aan agentschappen, waaronder € 2,3 mln. voor een kasschuif voor de eindfactuur van SSC-ICT. Daarnaast wordt € 0,9 mln. gerealloceerd voor de bekostiging van i-vakmanschap. Verder wordt € 0,4 mln. gerealloceerd voor de bekostiging van activiteiten van RijksAcademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (Radio). Tot slot vindt een kasschuif plaats van € 0,5 mln. in het kader van de Nederlandse cybersecuritystrategie (NCLS). Door deze kasschuif worden de middelen voor de Nederlandse cybersecuritystrategie in het juiste kasritme verwerkt in de begroting.

Informatiehuishouding

Dit betreft een saldo van diverse mutaties.

Vanuit BZK vindt een overboeking plaats van € 7,9 mln. voor de verdere opbouw en versterking van de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed (IO&E) van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW). Daarnaast wordt € 3,2 mln. gerealloceerd naar het instrument subsidies voor de bekostiging van de subsidie ECP. Tot slot wordt vanuit de Aanvullende Post (AP) bij het ministerie van Financiën € 1,6 mln. overgeboekt voor de bekostiging van diverse opdrachten binnen het programma Open Overheid.

Ambtelijk Vakmanschap

Het betreft een nadere uitwerking van de enveloppe Goed Bestuur en Sterke Rechtsstaat uit het Hoofdlijnenakkoord. Voor het versterken van dienstbare overheidsorganisaties wordt € 4,8 mln. ingezet op een overheid die anders werkt en wordt ambtelijk vakmanschap versterkt, o.a. via verplichte scholing voor (top)ambtenaren.

Open Overheid

Dit betreft een saldo van diverse mutaties.

Betreft een overboeking van € 4,4 mln. naar het ministerie van OCW voor de bekostiging van Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding (RvIHH). Daarnaast vindt een reallocatie plaats vanuit artikel 11 (bijdrage BZK) ten behoeve van het programma Beter Samen Werken (BSW). Verder vinden er overboekingen plaats vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en ministerie van Financiën, respectievelijk € 2,5 mln. en € 2,0 mln., voor het programma BSW.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Diverse bijdragen

Er wordt € 7,1 mln. gerealloceerd naar het instrument bijdrage aan agentschappen voor de verschillende projecten voor de informatiehuishouding van het Rijk om op het juiste instrument te verantwoorden.

Bijdrage aan agentschappen

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening

Er wordt € 2,3 mln. gerealloceerd vanuit het instrument Opdrachten. Verder betreft dit een correctie op de kasschuif voor de eindfactuur van SSC-ICT die in de suppletoire begroting september 2024 verkeerd is afgeboekt.

Diverse bijdragen

Er wordt € 7,1 mln. gerealloceerd vanuit het instrument ZBO's/RWT's voor de verschillende projecten voor de informatiehuishouding van het rijk.

3.5 Artikel 14. Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Art. Verplichtingen 26.278 0 26.278 ‒ 13.794 12.484 7.761 6.523 ‒ 2.658 1.665 8.000
Uitgaven 26.278 0 26.278 ‒ 13.794 12.484 4.427 6.457 742 1.665 8.000
14.0 Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité 26.278 0 26.278 ‒ 13.794 12.484 4.427 6.457 742 1.665 8.000
Subsidies (regelingen) 16.335 0 16.335 ‒ 5.601 10.734 3.366 3.300 67 0 8.000
Maatschappelijke initiatieven 8.333 0 8.333 ‒ 5.801 2.532 3.166 3.100 67 0 0
Herdenkingscomité 8.002 0 8.002 200 8.202 200 200 0 0 8.000
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 9.943 0 9.943 ‒ 8.193 1.750 1.061 3.157 675 1.665 0
Diverse bijdragen 9.943 0 9.943 ‒ 8.193 1.750 1.061 3.157 675 1.665 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 12 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 14
2023
juridisch verplicht 0%
bestuurlijk gebonden 100%
beleidsmatig gereserveerd 0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 14 is 0% juridisch verplicht en 100% bestuurlijk gebonden.

Uitgaven

Subsidies (regelingen)

Maatschappelijke initiatieven

De gesprekken met een beoogd uitvoerder van de subsidieregeling EU-NL Maatschappelijke initiatieven zijn in een vergevorderd stadium, maar hebben langer geduurd dan op voorhand gedacht. Dit heeft tot gevolg dat de subsidieregeling ruim een jaar later dan beoogd wordt opengesteld, waardoor het zwaartepunt verschuift naar 2026 en 2027. Met een kasschuif worden de middelen (- € 6,3 mln. in 2025) in het juiste kasritme gezet.

Op de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid is in 2024 circa € 0,5 mln. niet besteed. Deze middelen worden doorgeschoven naar 2025 en toegevoegd aan dit artikel. Op deze wijze blijven de middelen voor het slavernijverledenfonds behouden.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Diverse bijdragen

Tijdens het vormgeven van artikel 14 was het kasritme nog niet bekend. Middels een kasschuif zijn de middelen (- € 7,3 mln. in 2025) in het juiste kasritme gezet voor de komende jaren.

Daarnaast is er in 2025 circa € 0,9 mln. overgeboekt naar artikel 1 van de begroting om middelen voor antidiscriminatievoorzieningen op het juiste artikel en instrument te verantwoorden.

3.6 Artikel 15. Een veilig Groningen met perspectief

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 15 Een veilig Groningen met perspectief (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Art. Verplichtingen 2.636.339 0 2.636.339 219.926 2.856.265 200.387 913.536 457.038 481.238 443.403
Uitgaven 2.853.953 0 2.853.953 79.806 2.933.759 82.252 821.778 558.442 641.110 640.061
15.1 Algemeen 43.834 0 43.834 11.428 55.262 8.185 4.111 4.111 15.793 15.923
Opdrachten 23.885 0 23.885 7.670 31.555 4.074 0 0 0 130
Werkbudgetten 23.885 0 23.885 7.670 31.555 4.074 0 0 0 130
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 8.058 0 8.058 2.734 10.792 2.843 2.843 2.843 10.793 10.793
Raad voor Rechtsbijstand 8.058 0 8.058 2.734 10.792 2.843 2.843 2.843 10.793 10.793
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 5.391 0 5.391 ‒ 1.696 3.695 0 0 0 0 0
Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) 3.391 0 3.391 ‒ 1.696 1.695 0 0 0 0 0
Raad voor de Rechtspraak 2.000 0 2.000 0 2.000 0 0 0 0 0
(Schade)vergoeding 6.500 0 6.500 2.720 9.220 1.268 1.268 1.268 5.000 5.000
Vastgelopen situaties 6.500 0 6.500 2.720 9.220 1.268 1.268 1.268 5.000 5.000
15.2 Schadeherstel 1.165.844 0 1.165.844 237.805 1.403.649 ‒ 23.490 428.445 396.770 140.228 228.412
Subsidies (regelingen) 143.151 0 143.151 11.871 155.022 ‒ 40.086 0 0 0 0
Duurzaam herstel 143.151 0 143.151 11.871 155.022 ‒ 40.086 0 0 0 0
Bijdrage aan medeoverheden 7.264 0 7.264 2.466 9.730 13.622 12.312 7.312 1.082 0
MKB-programma 7.264 0 7.264 2.466 9.730 13.622 12.312 7.312 1.082 0
Bijdrage aan agentschappen 229.107 0 229.107 106.502 335.609 84.522 162.574 144.656 90.855 109.550
Bijdrage aan bestuur IMG 2.570 0 2.570 0 2.570 0 0 0 0 2.405
Bijdrage RVO 226.537 0 226.537 106.502 333.039 84.522 162.574 144.656 90.855 107.145
(Schade)vergoeding 786.322 0 786.322 116.966 903.288 ‒ 81.548 253.559 244.802 48.291 118.862
Commissie Bijzondere Situaties 3.106 0 3.106 1.904 5.010 0 0 0 0 0
Herbeoordeling waardedaling 0 0 0 423 423 0 0 0 0 0
Knelpunten IMG 15.453 0 15.453 ‒ 10.543 4.910 ‒ 4.453 698 599 5.750 7.365
Vergoeding fysieke schade 729.226 0 729.226 25.471 754.697 ‒ 130.233 227.537 244.203 42.541 111.497
Vergoeding immateriële schade 22.537 0 22.537 11.217 33.754 3.738 0 0 0 0
Vergoeding waardedaling 16.000 0 16.000 88.494 104.494 49.400 25.324 0 0 0
15.3 Versterken en perspectief 1.644.275 0 1.644.275 ‒ 169.427 1.474.848 97.557 389.222 157.561 485.089 395.726
Subsidies (regelingen) 59.978 0 59.978 ‒ 16.051 43.927 ‒ 22.581 ‒ 21.291 ‒ 5.929 ‒ 5.876 2.427
Diverse subsidies versterken 22.360 0 22.360 ‒ 3.808 18.552 5.474 6.334 4.228 874 177
Economische bedrijvigheid 27.540 0 27.540 ‒ 27.540 0 ‒ 27.540 ‒ 27.540 ‒ 10.057 ‒ 9.000 0
Geestelijke bijstand 550 0 550 0 550 0 0 0 0 0
Huurderscompensatie NAM 350 0 350 350 700 0 0 0 0 0
Nieuwbouwregeling 4.930 0 4.930 2.671 7.601 0 0 0 0 0
Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken 1.748 0 1.748 7.889 9.637 0 0 0 0 0
Uitbreiding bereik woningsverbeteringssubsidie 0 0 0 4.854 4.854 0 0 0 0 0
Woonbedrijf 2.500 0 2.500 ‒ 467 2.033 ‒ 515 ‒ 85 ‒ 100 2.250 2.250
Opdrachten 1.010.527 0 1.010.527 ‒ 301.756 708.771 ‒ 237.074 107.392 ‒ 106.219 286.160 208.007
Duurzaam herstel 0 0 0 14.374 14.374 18.808 0 0 0 0
Knelpunten NCG 20.000 0 20.000 ‒ 2.347 17.653 ‒ 13.242 3.129 6.939 6.970 9.689
Vastgelopen situaties 3.500 0 3.500 3.490 6.990 0 0 0 0 0
Verduurzaming bij versterken 29.000 0 29.000 11.913 40.913 10.142 17.311 20.896 4.800 8.500
Versterken industrie 241 0 241 0 241 241 0 0 0 0
Versterkingsoperatie 957.786 0 957.786 ‒ 329.186 628.600 ‒ 253.023 86.952 ‒ 134.054 274.390 189.818
Bijdrage aan medeoverheden 395.956 0 395.956 181.809 577.765 237.768 158.382 168.843 142.400 153.400
Clustering en gebiedsfonds 89.741 0 89.741 27.827 117.568 0 0 0 4.800 0
Compensatie gemeenten en provincie 69.300 0 69.300 2.481 71.781 99.700 0 0 0 0
Erfgoedprogramma 15.320 0 15.320 0 15.320 0 0 0 0 0
Knelpunten gemeenten sociaal domein 14.400 0 14.400 0 14.400 0 0 0 0 0
Leefbaarheid en wijkontwikkeling 60.000 0 60.000 8.319 68.319 0 0 0 0 0
Nationaal Programma Groningen 81.037 0 81.037 172.810 253.847 96.168 79.382 51.843 0 0
NCG bijdrage aan medeoverheden 500 0 500 0 500 0 0 0 0 0
Sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten 8.858 0 8.858 ‒ 1.000 7.858 0 0 0 0 7.800
Sociale agenda 56.800 0 56.800 ‒ 28.628 28.172 41.900 79.000 117.000 137.600 145.600
(Schade)vergoeding 177.814 0 177.814 ‒ 33.429 144.385 119.444 144.739 100.866 62.405 31.892
Duurzaam herstel 0 0 0 1.000 1.000 0 0 0 0 0
Knelpunten NCG 1.500 0 1.500 0 1.500 0 0 0 0 0
Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen 63.305 0 63.305 ‒ 444 62.861 30.291 36.929 15.661 6.750 1.366
Versterken in eigen beheer 111.650 0 111.650 ‒ 33.656 77.994 88.703 107.810 85.205 55.655 30.526
Versterken industrie 1.359 0 1.359 ‒ 329 1.030 450 0 0 0 0
Ontvangsten 1.532.265 0 1.532.265 ‒ 132.739 1.399.526 ‒ 107.600 ‒ 133.869 585.719 337.267 793.979

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 14 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 15
2025
juridisch verplicht 93%
bestuurlijk gebonden 6%
beleidsmatig gereserveerd 1%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 15 is 93% juridisch verplicht.

Uitgaven

15.1 Algemeen

Opdrachten

Werkbudgetten

Dit betreft voornamelijk de middelen voor de uitvoer van de versterkingsoperatie die in 2024 niet tot besteding zijn gekomen. Deze zijn via de eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting voor 2025 (€ 5,3 mln.).

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Raad voor Rechtsbijstand

Bewoners die in bezwaar of beroep gaan tegen besluiten rondom schade- en versterkingsgevallen kunnen op grond van de Tijdelijke wet Groningen rechtsbijstand ontvangen. De raming is geactualiseerd; waar eerder rekening werd gehouden met circa € 8,1 mln. aan kosten per jaar, worden de jaarlijkse kosten inmiddels op circa € 10,8 mln. geschat.

(Schade)vergoeding

Vastgelopen situaties

In het aardbevingsgebied doet zich een aantal situaties voor waar de schadeafhandeling of versterkingsoperatie is vastgelopen. Middelen die in 2024 niet tot besteding zijn gekomen, zijn toegevoegd aan de begroting voor 2025 (€ 16,3 mln.). Een deel hiervan is met een kasschuif naar latere jaren geschoven om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.

15.2 Schadeherstel

Subsidies (regelingen)

Duurzaam herstel

Duurzaam schadeherstel zal deel gaan uitmaken van de versterkings- en hersteloperatie (Kamerstukken II, 2021/2022, 33 529, nr. 948). Er is een kasschuif van 2026 naar 2025 (€ 21,3 mln.) om zo de middelen Duurzaam herstel in het juiste kasritme te zetten.

Verder is er een reallocatie van de middelen voor duurzaam herstel naar opdrachten (onderdeel 15.3), € 6,4 mln. in 2025 en € 18,8 mln. in 2026. De middelen worden afhankelijk van de casus door Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) of Nationaal Coördinator Groningen (NCG) uitgegeven en worden zo op het juiste instrument verantwoord.

Bijdrage aan medeoverheden

MKB-programma

Van de Aanvullende Post zijn middelen (€ 30,0 mln. voor de jaren 2026 tot en met 2028) overgeboekt voor aanvullende MKB-maatregelen. Er is onderzocht in hoeverre hulp aan MKB-ondernemers die nadelige gevolgen ondervinden van de gaswinning verbeterd kan worden. Daaruit blijkt met name dat gedupeerde micro-ondernemers in het aardbevingsgebied aanvullende hulp hard nodig hebben. Deze zwaarst getroffen ondernemers zijn veel tijd en energie kwijt aan schadeherstel en/of een versterkingstraject, dit gaat vaak ten koste van het ontwikkelen van de eigen onderneming.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage RVO

De uitgaven in 2025 voor bijdrage aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) zijn opwaarts bijgesteld met € 106,0 mln. RVO levert het personeel en de ondersteuning voor het IMG. De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd, waaronder ook de uitvoeringskosten. Naar aanleiding daarvan wordt ook het in de BZK-begroting opgenomen bedrag voor de uitvoeringskosten van het IMG bijgesteld.

(Schade)vergoeding

Knelpunten IMG

In de kabinetsreactie op de parlementaire enquête is aangekondigd dat het IMG de bevoegdheid krijgt om individuele knelpunten in de schadeafhandeling voortvarender op te lossen (maatregel 4 uit Nij Begun). De in 2024 niet tot besteding gekomen middelen (€ 35,4 mln.) worden toegevoegd aan het budget voor 2025. Een deel hiervan is met een kasschuif naar latere jaren geschoven om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.

Er is een correctie op een foutieve boeking uit 2024. Zowel de uitgaven op de knelpuntenbudget als de ontvangsten zijn hierdoor te hoog begroot en dat wordt met een desaldering hersteld (€ 35,5 mln.).

Vergoeding fysieke schade

De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de BZK-begroting opgenomen bedrag voor de fysieke schadebetalingen bijgesteld over de gehele begrotingsperiode. De uitgaven in 2025 voor vergoedingen fysieke schade zijn opwaarts bijgesteld met € 25,5 mln. Voornamelijk de uitvoeringskosten en de raming voor de regeling maatwerk vallen hoger uit dan vorig jaar.

Vergoeding immateriele schade

De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de BZK-begroting opgenomen bedrag voor de immateriële schadebetalingen bijgesteld over de gehele begrotingsperiode. De uitgaven in 2025 voor vergoedingen immateriële schade zijn opwaarts bijgesteld met € 11,2 mln.

Vergoeding waardedaling

De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de BZK-begroting opgenomen bedrag voor de vergoedingen voor waardedaling bijgesteld over de gehele begrotingsperiode. De uitgaven in 2025 voor vergoedingen waardedaling zijn opwaarts bijgesteld met € 88,5 mln. Dit is te verklaren doordat de regeling voor niet-woningen is opengesteld.

15.3 Versterken en perspectief

Subsidies (regelingen)

Economische bedrijvigheid

Er is een overboeking van in totaal € 101,7 mln. naar het ministerie van Economische Zaken voor de jaren 2025 tot en met 2029, ter ondersteuning van de Economische Agenda Groningen onder de noemer Economische Bedrijvigheid. Het budget is bedoeld voor strategische acquisitie, met als doel het aantrekken van nieuwe (internationale) bedrijvigheid met strategische, toegevoegde waarde voor de regio. Verder is een deel van het budget bestemd voor de Noordelijke Ontwikkelmaatschappij (NOM) en de Economic Board Groningen (EBG). Tot slot wordt het budget gebruikt ter ondersteuning van de uitvoeringskracht vanuit het ministerie van Economische Zaken bij projecten, innovatie en opschaling, het benutten van bestaande regelingen en het in aanmerking komen voor nationale en Europese financiering.

Opdrachten

Duurzaam herstel

Er is een reallocatie van de middelen voor duurzaam herstel van subsidies (onderdeel 15.2), € 6,4 mln. in 2025 en € 18,8 mln. in 2026. De middelen worden afhankelijk van de casus door IMG of NCG uitgegeven en worden zo op het juiste instrument verantwoord. Daarnaast zijn middelen (€ 8,0 mln.) die in 2024 niet tot besteding zijn gekomen via de eindejaarsmarge toegevoegd aan het budget voor 2025.

Verduurzaming bij versterking

Ter uitvoering van maatregel 28 uit Nij Begun neemt NCG verduurzamingsmaatregelen mee bij de uitvoering van de versterkingsoperatie voor (middel)zware versterkingen. Middelen die in 2024 niet tot besteding zijn gekomen (€ 22,7 mln.), worden toegevoegd aan de begroting voor 2025. Een deel hiervan (€ 13,0 mln.) is met een kasschuif naar de jaren 2029 en 2030 doorgeschoven om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.

Daarnaast is € 48,6 mln. voor de jaren 2026 tot en met 2029 toegevoegd aan dit budget van de Aanvullende Post voor de uitvoering maatregel 29 uit Nij Begun. Het betreft hier verduurzaming bij lichte versterking door NCG.

Versterkingsoperatie

De grootste mutaties worden hieronder toegelicht.

Ieder jaar wordt bij de Voorjaarsnota de raming van de versterkingsoperatie geactualiseerd. Naar aanleiding van deze actualisatie worden de geraamde uitgaven en ontvangsten voor de gehele periode tot en met 2030 aangepast. NCG heeft een diepteanalyse uitgevoerd naar de einddatum van de versterkingsoperatie. Daaruit volgt dat het merendeel van de versterkingsopgave voor eind 2028 is afgerond. Echter, de analyse laat ook zien dat de beoogde einddatum voor de afronding van de versterking in 2028 niet voor alle gebouwen behaald kan worden. De huidige raming is gebaseerd op de laatste actualisatie van de diepteanalyse van maart 2025. Hieruit volgt dat de versterkingskosten in 2025 naar beneden zijn bijgesteld en stijgen in latere jaren ten opzichte van de Voorjaarsnota 2024. De versterking zal dus langer op een hoger uitvoeringsniveau duren dan vorig jaar werd verwacht. De totale bijstelling tot en met 2030 op de versterkingskosten onder de categorie opdrachten is ‒ € 237,4 mln. Hier staan bijstellingen naar boven op de budgetten voor vergoeding voor schade door versterken, versterken in eigen beheer en diverse subsidies versterken tegenover.

De middelen voor maatwerk in de versterkingsoperatie, maatregel 12 uit Nij Begun, die in 2024 niet tot besteding zijn gekomen (€ 48,5 mln.) zijn via de eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting voor 2025. Middels een kasschuif worden deze middelen doorgeschoven naar latere jaren om beter aan te sluiten bij de verwachte uitgaven.

Er is een tegenvaller als gevolg van gestegen bouwkosten en indexatie (meerjarig € 20,0 mln.) op diverse versterkingsprojecten uit bestuurlijke afspraken.

Bijdrage aan medeoverheden

Clustering en gebiedsfonds

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 worden uitkeringen gedaan aan medeoverheden voor clustering en het gebiedsfonds (blokken B en D uit de bestuurlijke afspraken). Middelen die in 2024 niet tot besteding zijn gekomen (€ 24,0 mln.), zijn toegevoegd aan de BZK-begroting voor 2025.

Compensatie gemeenten en provincie

Als onderdeel van de bestuurlijke afspraken worden gemeenten gecompenseerd voor de uitvoering van de versterkingsoperatie van Batch 1588. Voor gestegen bouwkosten zijn in Nij Begun middelen gereserveerd die van de Aanvullende Post naar de BZK-begroting zijn overgeboekt (€ 33,5 mln. voor 2026). Daarnaast is er nog een tegenvaller als gevolg van gestegen bouwkosten en verdere indexatie (€ 64,7 mln.) op de versterkingsoperatie in Batch 1588. Deze tegenvaller wordt gedekt vanuit de generale middelen.

Leefbaarheid en wijkontwikkeling

Uitgaven voor het verbeteren van de leefbaarheid in gebieden waar veel woningen worden versterkt, zijn doorgeschoven van 2024 naar 2025. Via de eindejaarsmarge wordt het budget toegevoegd aan 2025 (€ 8,3 mln.).

Nationaal Programma Groningen (NPG)

Met het NPG wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Vanuit de Aanvullende Post zijn voor de jaren 2025 tot en met 2030 middelen voor de NPG-aanvraag van de provincie Groningen (totaal € 187,0 mln.) toegevoegd aan de BZK-begroting. Daarnaast zijn middelen die in 2024 niet zijn uitgekeerd (€ 11,1 mln.) via de eindejaarsmarge toegevoegd aan het budget van 2025. Middels een kasschuif worden de middelen doorgeschoven van latere jaren naar 2025 (€ 65,8 mln.) en 2026 (€ 13,4 mln.) om beter aan te sluiten bij de verwachte uitgaven.

Voor de Economische Agenda is in 2024 € 9,6 mln. onbenut gebleven en via de eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting van 2025. De verwachting was begin 2024 dat er al een start gemaakt zou worden met de Economische Agenda. Die is echter in 2025 definitief opgeleverd en de eerste projecten dienen zich aan. Daarom zijn vanuit de Aanvullende Post voor de jaren 2025 tot en met 2028 middelen toegevoegd aan de BZK-begroting voor het startkapitaal van de economische agenda (totaal € 192,6 mln.). Middels een kasschuif worden de middelen van latere jaren naar 2025 geschoven (€ 45,5 mln.) om beter aan te sluiten bij de verwachte uitgaven.

Sociale agenda

De sociale agenda bestaat uit concrete doelstellingen en investeringen die ten goede komen aan de leefbaarheid, onderwijskwaliteit, armoedebestrijding, gezondheid en arbeidsparticipatie van inwoners. Middelen die in 2024 onbenut zijn gebleven worden via de eindejaarsmarge aan de begroting van 2025 toegevoegd (€ 15,1 mln.). Via een kasschuif worden de middelen van 2025 naar latere jaren geschoven om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten. Daarnaast zijn van de Aanvullende Post voor de jaren 2027 tot en met 2030 middelen toegevoegd aan de BZK-begroting voor de sociale agenda (totaal € 479 mln.).

(Schade)vergoeding

Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen

De raming van de versterkingsoperatie wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding van deze actualisatie worden ook de geraamde uitgaven voor de vergoedingen schade door versterkingsmaatregelen voor de gehele periode tot en met 2030 bijgesteld. De uitgaven in 2025 voor schade door versterkingsmaatregelen zijn met € 13,0 mln. neerwaarts bijgesteld als gevolg van de doorwerking van de diepteanalyse. De totale bijstelling tot en met 2030 voor vergoeding schade door versterkingsmaatregelen is € 65,7 mln.

Daarnaast zijn vanuit de Aanvullende Post voor de jaren 2025 tot en met 2027 middelen (totaal € 20,0 mln.) voor de uitvoering van maatregel 16 (vergoeding eigen tijd van bewoners) uit Nij Begun toegevoegd aan de BZK-begroting.

Versterking in eigen beheer

Sinds de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet Groningen (TwG) per 1 juli 2023 is er de mogelijkheid om een vergoeding te ontvangen voor het in eigen beheer uitvoeren van versterking. De raming van de versterkingsoperatie wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding van deze actualisatie worden ook de geraamde uitgaven voor versterking in eigen beheer voor de gehele periode tot en met 2030 bijgesteld. De uitgaven in 2025 zijn met € 34,2 mln. neerwaarts bijgesteld. De totale bijstelling tot en met 2030 is € 332,8 mln.

Ontvangsten

Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid ontvangsten artikel 15 Een veilig Groningen met perspectief (bedragen x € 1.000)
OW2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutaties 2026 Mutaties 2027 Mutaties 2028 Mutaties 2029 Mutaties 2030
Ontvangsten NAM fysieke schade 424.479 0 424.479 47.062 471.541 25.471 ‒ 130.233 227.537 244.203 287.319
Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade 241.342 0 241.342 31.126 272.468 100.453 77.638 145.975 128.392 225.386
Ontvangsten NAM waardedaling 64.000 0 64.000 ‒ 45.343 18.657 88.494 49.400 25.324 0 0
Ontvangsten NAM immateriële schade 88.215 0 88.215 15.170 103.385 11.216 3.738 0 0 0
Ontvangsten NAM versterken industrie 1.989 0 1.989 ‒ 741 1.248 712 691 0 0 0
Ontvangsten NAM versterkingsoperatie 675.657 0 675.657 ‒ 174.292 501.365 ‒ 338.085 ‒ 139.329 182.657 ‒ 39.554 270.481
Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM) 25.000 0 25.000 0 25.000 0 0 0 0 0
Ontvangsten NAM Nieuwbouwregeling 4.930 0 4.930 0 4.930 0 0 0 0 0
Diverse ontvangsten 0 0 ‒ 0 ‒ 0 0 0 0 0
Ontvangsten NAM juridische bijstand 6.653 0 6.653 ‒ 5.721 932 4.139 4.226 4.226 4.226 10.793
Totale ontvangsten 1.532.265 0 1.532.265 ‒ 132.739 1.399.526 ‒ 107.600 ‒ 133.869 585.719 337.267 793.979

Ontvangsten NAM fysieke schade

De uitgaven voor de fysieke schade worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor schade worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld. De geraamde ontvangsten voor de fysieke schade worden opwaarts bijgesteld met cumulatief € 185 mln. tot en met 2030 naar aanleiding van de jaarlijkse actualisatie van de schaderaming. De opwaartse bijstelling in 2025 betreft een bedrag van circa € 83 mln.

Er is een correctie op een foutieve boeking uit 2024. Zowel de uitgaven op de knelpuntenbudget als de ontvangsten zijn hierdoor te hoog begroot en dat wordt met een desaldering hersteld (€ 35,5 mln.).

Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade

De uitgaven voor uitvoeringskosten van de schade worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld. De geraamde ontvangsten voor de uitvoeringskosten schade worden opwaarts bijgesteld met cumulatief € 723 mln. tot en met 2030 naar aanleiding van de jaarlijkse actualisatie van de schaderaming. De opwaartse bijstelling in 2025 betreft een bedrag van circa € 31 mln.

Ontvangsten NAM waardedaling

De uitgaven voor de waardedaling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor de waardedaling worden ook de geraamde ontvangsten van de NAM bijgesteld. De geraamde ontvangsten voor de waardedaling worden opwaarts bijgesteld met cumulatief € 118 mln. tot en met 2030 naar aanleiding van de jaarlijkse actualisatie van de waardedaling. De neerwaartse bijstelling in 2025 betreft een bedrag van circa € 45 mln.

Ontvangsten NAM immateriële schade

De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor immateriële schade worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld. De geraamde ontvangsten voor immateriële schade worden opwaarts bijgesteld met cumulatief € 30,1 mln. naar aanleiding van de jaarlijkse actualisatie van de immateriële schade. De opwaartse bijstelling in 2025 betreft een bedrag van € 15,2 mln. en wordt deels verklaard doordat in 2025 ook ontvangsten binnenkomen die aanvankelijk voor 2024 waren begroot.

Ontvangsten NAM versterkingsoperatie

De kosten voor de versterkingsoperatie worden via een heffing bij de NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor de versterkingsoperatie worden ook de geraamde ontvangsten van NAM naar beneden bijgesteld met cumulatief € 238,1 mln. tot en met 2030. De neerwaartse bijstelling in 2025 bedraagt € 174,3 mln.

Ontvangsten NAM juridische bijstand

De kosten voor juridische bijstand aan bewoners worden bij de NAM in rekening gebracht (excl. btw). De actualisatie van de uitgavenraming leidt daarom eveneens tot een bijstelling op de ontvangsten. De geraamde ontvangsten voor de juridische bijstand worden opwaarts bijgesteld met cumulatief € 11 mln. tot en met 2030 naar aanleiding van de jaarlijkse actualisatie van de schaderaming. De neerwaartse bijstelling in 2025 betreft een bedrag van circa € 6 mln.

Nij Begun-middelen uit de Aanvullende Post

In onderstaande tabel wordt weergegeven voor welke maatregelen bij de voorjaarsnota 2025 middelen zijn opgevraagd van de Aanvullende Post PEGA/Nij Begun. In de ontwerpbegroting 2025 tabel 25 is weergegeven welke middelen eerder naar de BZK-begroting zijn overgeboekt. De resterende middelen blijven beschikbaar op de Aanvullende Post voor Groningen en zullen later worden opgevraagd.

Tabel 16 Overzichtstabel: opvragen van de Aanvullende Post uit PEGA-middelen eerste suppletoire begroting 2025 (bedragen x € 1 mln)
2025 2026 2027 2028 2029 2030
Apparaatskosten verduurzaming bij lichte versterking BZK begroting, artikel 11 2,5 2,5 2,5 2,5 0,0 0,0
Drieborg BZK begroting, artikel 15 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 0,0
MKB-programma (regionaal) BZK begroting, artikel 15 0,0 12,5 11,2 6,2 0,0 0,0
Stut en steun BZK begroting, artikel 15 0,0 2,2 2,2 2,2 0,0 0,0
Verduurzaming bij lichte versterking BZK begroting, artikel 15 0,0 10,4 17,8 21,5 0,3 0,0
Agenda voor herstel BZK begroting, artikel 15 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Indexering en meerkosten batch 1588 BZK begroting, artikel 15 0,0 33,5 0,0 0,0 0,0 0,0
Economische Agenda BZK begroting, artikel 15 24,5 56,1 56,0 56,0 0,0 0,0
Sociale Agenda BZK begroting, artikel 15 0,0 0,0 79,0 117,0 137,6 145,6
Vergoeding eigen tijd BZK begroting, artikel 15 10,0 5,0 5,0 0,0 0,0 0,0
Verduurzaming Groningen VRO begroting, artikel 2 179,0 185,1 194,7 118,0 117,2 116,0
Totaal 217,4 308,4 369,5 324,5 256,2 261,6

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 11. Centraal apparaat

Tabel 17 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Art. Verplichtingen 850.589 0 850.589 165.127 1.015.716 77.846 138.463 139.019 185.383 646.605
Uitgaven 851.263 0 851.263 193.127 1.044.390 77.846 138.463 139.019 185.383 646.605
11.1 Apparaat (excl. AIVD) 851.263 0 851.263 193.127 1.044.390 77.846 138.463 139.019 185.383 646.605
Personele uitgaven 530.783 0 530.783 77.987 608.770 50.935 92.568 122.856 150.278 360.331
Eigen personeel 394.993 0 394.993 60.602 455.595 36.962 47.575 66.569 82.086 301.430
Inhuur externen 130.627 0 130.627 16.627 147.254 13.671 44.377 55.230 66.843 53.767
Overige personele uitgaven 5.163 0 5.163 758 5.921 302 616 1.057 1.349 5.134
Materiële uitgaven 315.523 0 315.523 108.562 424.085 19.600 38.563 10.043 25.085 277.241
Bijdrage SSO's 281.932 0 281.932 85.018 366.950 19.294 19.530 19.649 19.445 256.255
ICT 9.090 0 9.090 22.881 31.971 222 ‒ 6.145 ‒ 6.123 1.597 2.725
Overige materiële uitgaven 24.501 0 24.501 663 25.164 84 25.178 ‒ 3.483 4.043 18.261
Bijdrage aan agentschappen 4.957 0 4.957 6.578 11.535 7.311 7.332 6.120 10.020 9.033
Diverse bijdragen 215 0 215 0 215 0 0 0 0 213
Bijdrage aan DICTU 4.742 0 4.742 6.578 11.320 7.311 7.332 6.120 10.020 8.820
Ontvangsten 196.383 0 196.383 115.191 311.574 ‒ 41.971 37.108 83.668 70.296 119.735

Toelichting

Personele uitgaven

Eigen personeel

De grootste mutaties worden hieronder toegelicht.

De apparaatstaakstelling voor BZK en VRO uit het Hoofdlijnenakkoord bedraagt structureel € 121 mln. De invulling van de taakstelling valt uiteen in drie delen: invulling door de beleidskern en staf (fte-reductie) van € 23 mln. structureel, besparingen op (beleids)budgetten van € 41 mln. structureel en daarnaast besparingen op de bedrijfsvoering uitgevoerd door de Shared Service Organisaties (€ 57 mln.).

In 2024 is het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) als zelfstandig departement opgericht met structurele taken. De apparaatsbudgetten van VRO zijn echter voor een groot deel incidenteel en nemen op termijn af. De afname komt doordat recente kabinetten incidenteel geld beschikbaar hebben gesteld. Ten behoeve van de structurele taken van VRO worden er middelen vrijgemaakt voor de bestendiging van het apparaat. De apparaatsuitgaven van VRO worden verantwoord op het centraal apparaat artikel van de begroting van BZK (€ 1,1 mln. in 2025 oplopend naar 12,7 mln. in 2030). Vanaf 2026 zullen deze apparaatsuitgaven verantwoord worden op het centraal apparaat artikel van VRO (H22).

Er is een structurele reeks ter dekking van de capaciteitsuitgaven ten behoeve van de advisering en ondersteuning van de nieuwe Secretaris-Generaal VRO, de directeur Financieel Economische Zaken VRO en de uitgaven bij Financieel Dienstencentrum (€ 0,9 mln. in 2025 oplopend naar € 1,9 mln. in 2030).

Er is een incidentele reeks voor de i-Strategie BZK-VRO. Deze reeks is bestemd voor maatregelen voor de digitale transformatie van BZK-VRO om de weerbaarheid tegen nieuwe en/ of toenemende dreigingen te verhogen, een inhaalslag in de adoptie van nieuwe technologie te maken en om de executiekracht van de organisatie te vergroten.

Van de Aanvullende Post zijn twee reeksen apparaatbudget toegevoegd aan de BZK-begroting. Voor de jaren 2025 tot en met 2028 is er jaarlijks € 2,5 mln. toegevoegd voor de verduurzaming van de woningen (3.400 stuks) met lichte versterkingen gelijktijdig met de versterking uitgevoerd door de Nationale Coördinator Groningen (NCG). Verder is er voor de jaren 2026 tot en met 2030 jaarlijks € 4,0 mln. toegevoegd voor de uitvoeringskosten klimaat ten behoeve van de voortzetting van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie.

Jaarlijks worden bij het voorjaar op basis van de jaarplanraming de diensten en producten die tariefgefinancieerd zijn, van de uitvoeringsorganisaties (vooral de Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding (RvIHH)), vastgesteld en verwerkt. Hierop worden de uitgaven- en ontvangstenbudgetten aangepast (€ 25,4 mln.)

Met de groei van de organisatie is het verplichte quotum te realiseren banen voor arbeidsbeperkten vanuit de wet Banenafspraak (WBA) toegenomen. De extra banen en daarmee de meerkosten zijn steeds incidenteel gedekt. De toegenomen WBA-kosten worden voor 2025 (€ 2,5 mln.) en 2026 (€ 2,3 mln.) gedekt.

De apparaatskosten NCG worden ook bijgesteld naar aanleiding van de nieuwe versterkingsraming. Door de langere looptijd van de versterkingsoperatie zullen ook de apparaatskosten tot na 2028 doorlopen. Cumulatief gaat het om € 53 mln. voor de periode 2025 tot en met 2030.

Verder is € 11,3 mln. incidenteel overgeboekt van artikel 13 nog onverdeeld ter dekking van de apparaatstaakstelling voor BZK en VRO uit het Hoofdlijnenakkoord.

Inhuur externen

Het gaat hier om diverse mutaties, voornamelijk de vaststelling van de diensten en produkten van de uitvoeringsorganisaties (€ 21,6 mln. in 2025) en bijstelling apparaatskosten NCG (- € 12,7 mln. in 2025 en € 13,5 mln. in 2026 oplopend € 41,1 mln. in 2030).

Materiële uitgaven

Bijdrage SSO's

Het gaat hier om diverse mutaties, voornamelijk de vaststelling van de diensten en produkten van de uitvoeringsorganisaties (€ 30,2 mln. in 2025) en bijstelling apparaatskosten NCG (€ 6,6 mln. in 2025 oplopend naar € 5,4 mln. in 2030). Deze mutaties zijn hierboven bij eigen personeel al toegelicht.

Als gevolg van een gewijzigde aantallen medewerkers hebben alle departementen een aanvullende bijdrage moeten betalen voor P-Direkt (€ 7,8 mln. jaarlijks voor de jaren 2025 tot en met 2030).

Daarnaast zijn er meeruitgaven van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's). Middels een desaldering worden de geraamde ontvangsten verhoogd. Zie ook de toelichting bij de ontvangsten (€ 25,0 mln.).

Tot slot, wordt er een desaldering gedaan voor de incidentele dekking van de apparaatstaakstelling in 2025 (HLA).

ICT

Het gaat hier om diverse mutaties, waaronder de vaststelling van de diensten en produkten van de uitvoeringsorganisaties (€ 19,6 mln. in 2025) en bijstelling apparaatskosten NCG (€ 2,0 mln. in 2025 aflopende € 1,1 mln. in 2030). Deze mutaties zijn hierboven bij eigen personeel al toegelicht.

Overige materiële uitgaven

Het gaat hier om diverse mutaties, voornamelijk de vaststelling van de diensten van de uitvoeringsorganisaties (€ 3,4 mln. in 2025) en bijstelling apparaatskosten NCG (- € 4,0 mln. in 2025 aflopend naar € 2,2 mln. in 2030). Deze mutaties zijn hierboven bij eigen personeel al toegelicht.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage aan DICTU

De bijdrage aan DICTU door het NCG wordt ook bijgesteld naar aanleiding van de nieuwe versterkingsraming. Door de langere looptijd van de versterkingsoperatie zullen ook de apparaatskosten tot na 2028 doorlopen. Dit resulteert in een tegenvaller in 2025 van € 6,6 mln. oplopend naar € 8,8 mln. in 2030.

Ontvangsten

Jaarlijks worden bij het voorjaar op basis van de jaarplanraming de diensten van de uitvoeringsorganisaties (vooral RvIHH) die tariefgefinancierd zijn, vastgesteld en verwerkt. Hierop worden de uitgaven- en ontvangstenbudgetten aangepast (€ 100,2 mln.)

In verband met het opnieuw inrichten van de projectadministratie bij de Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding (RvIHH), zijn facturen over de jaargrens geschoven, die daarmee ten laste komen van 2025 in plaats van 2024. Dit is in de veegbrief in december 2024 (Kamerstukken II, 2024/2025, 36600, nr. 123) gemeld aan de Tweede Kamer (€ 2,3 mln.).

Daarnaast zijn er meerontvangsten van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's). Middels een desaldering worden de geraamde kosten verhoogd. Zie ook de toelichting bij het instrument bijdrage SSO's (€ 25,0 mln.).

Er heeft een bijstelling van ontvangsten van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) plaatsgevonden. Zie ook de toelichting bij uitgaven apparaatskosten NCG hierboven (minder ontvangsten in 2025 van € 32,2 mln. naar € 44,6 mln. in 2026 en vanaf 2027 meer ontvangsten van € 33,5 mln. oplopend naar € 98,2 mln. in 2030).

Tot slot, wordt er een desaldering gedaan voor de incidentele dekking van de apparaatstaakstelling in 2025 (HLA).

4.2 Artikel 12. Algemeen

Tabel 18 Algemeen (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Art. Verplichtingen 58.185 0 58.185 7.775 65.960 2.171 16.295 66.110 65.033 68.624
Uitgaven 58.435 0 58.435 7.775 66.210 2.171 16.295 66.110 65.033 68.624
12.0 Algemeen 58.435 0 58.435 7.775 66.210 2.171 16.295 66.110 65.033 68.624
Subsidies (regelingen) 805 0 805 120 925 100 100 100 0 541
Diverse subsidies 755 0 755 120 875 100 100 100 0 491
Koninklijk Paleis Amsterdam 50 0 50 0 50 0 0 0 0 50
Opdrachten 703 0 703 160 863 286 14.510 14.510 13.533 15.166
(Inter)nationale samenwerking 250 0 250 0 250 0 0 0 0 282
Diverse opdrachten 453 0 453 160 613 286 260 260 233 684
Goed Bestuur 0 0 0 0 0 0 14.250 14.250 13.300 14.200
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 118 0 118 ‒ 5 113 ‒ 15 ‒ 15 0 0 116
Diverse bijdragen 17 0 17 ‒ 5 12 ‒ 15 ‒ 15 0 0 15
BZK transparant 101 0 101 0 101 0 0 0 0 101
Bijdrage aan medeoverheden 50.000 0 50.000 0 50.000 0 0 0 0 0
Kwijtschelden publieke schulden 20.000 0 20.000 5.000 25.000 0 0 0 0 0
Schuldregeling ex-partners 30.000 0 30.000 ‒ 5.000 25.000 0 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 6.809 0 6.809 7.500 14.309 1.800 1.700 1.500 1.500 2.801
Eigenaarsbijdrage 5.500 0 5.500 7.100 12.600 1.400 1.400 1.400 1.400 1.400
BZK transparant 1.300 0 1.300 0 1.300 0 0 0 0 1.292
Diverse bijdragen 9 0 9 400 409 400 300 100 100 109
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 0 0 0 0 0 0 0 50.000 50.000 50.000
Versterken rechtsstaat 0 0 0 0 0 0 0 50.000 50.000 50.000
Ontvangsten 0 0 0 2.400 2.400 0 0 0 0 0

Toelichting

Opdrachten

Goed Bestuur

Het betreft een nadere uitwerking van de enveloppe Goed Bestuur en Sterke Rechtsstaat uit het Hoofdlijnenakkoord. Voor het Versterken van dienstbare overheidsorganisaties wordt ingezet op het vergroten van de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de overheidsdienstverlening, een overheid die anders werkt en wordt het ambtelijk vakmanschap versterkt, onder andere via verplichte scholing voor (top)ambtenaren. Ook worden Klokkenluiders beter beschermd en worden er middelen beschikbaar gesteld voor doordacht gebruik van AI/algoritmen. De middelen zijn voor de jaren 2027 tot en met 2030 overgeheveld van artikel 13 naar artikel 12, artikel 6 en artikel 7.

Bijdrage aan medeoverheden

Kwijtschelden publieke schulden

Betreft een reallocatie van schuldenregeling partners naar kwijtschelden publieke schulden. Aan beide budgetten ligt dezelfde regeling ten grondslag (€ 5 mln.).

Schuldregeling ex-partners

Betreft een reallocatie van schuldenregeling partners naar kwijtschelden publieke schulden. Aan beide budgetten ligt dezelfde regeling ten grondslag (- € 5 mln.).

Bijdrage aan agentschappen

Eigenaarsbijdrage

Dit betreft een aantal mutaties:

Centraal budget FMH

Er is sprake van een tekort op het budget centrale bekostiging FMH van € 1,4 mln. jaarlijks. Volgend op de evaluatie van de centrale bekostiging in 2017 zijn interdepartementaal bijdragen opgehaald. Voor het oude opdrachtgeversbudget en nieuw opdrachtgeversbudget is daarbij rekening gehouden met verschillende prijspeilen naar aanleiding van de LPO-toekenning 2017. Hierdoor is indertijd een te laag structureel bedrag aan evaluatiebijdrage opgehaald.

Eigenaarsbijdrage Logius

Logius is eind 2024 geconfronteerd met een door Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) aangekondigde tariefverhoging voor 2025 met een financiële impact van € 2,4 mln. Dit bedrag kon niet meer tijdig worden opgenomen in de begroting van Logius voor 2025. Hierdoor ontstaat een tegenvaller op de begroting van Logius.

Tekort eigen vermogen ODI

De Rijksorganisatie voor Ontwikkeling Digitalisering en Innovatie (ODI) heeft een negatief resultaat over 2024. Het negatief resultaat kan onvoldoende opgevangen worden met het eigen vermogen van ODI. Conform artikel 11 van de regeling agentschappen mag een agentschap geen negatief eigen vermogen hebben. In dat geval dient de continuïteitsverantwoordelijke zorg te dragen dat een negatief eigen vermogen uiterlijk bij eerste suppletoire begrotingswet wordt aangevuld tot minimaal € 0,- (€ 3,3 mln.).

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Versterken rechtstaat

Dit betreft een reallocatie van artikel 13 nog onverdeeld naar bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken voor het Constitutioneel Hof en verzelfstandiging Raad van State zoals is opgenomen in de envelop Goed Bestuur en versterking rechtsstaat, vanaf 2028 is er € 50 mln. per jaar beschikbaar.

Ontvangsten

Logius heeft over het jaar 2024 een positief resultaat behaald waardoor het eigen vermogen groeit tot boven het in artikel 11, lid 3 van de regeling agentschappen vastgestelde maximum. Het maximum wordt berekend als 5% van de gemiddelde jaarlijkse baten over de laatste drie kalenderjaren. Dat wat de 5% overstijgt dient conform artikel 11, lid 6 van de regeling agentschappen bij eerste suppletoire begroting afgeroomd te worden door de eigenaar. Voor 2024 betreft dit € 2,4 mln.

4.3 Artikel 13. Nog onverdeeld

Tabel 19 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Art. Verplichtingen 15.400 ‒ 9.411 5.989 49.107 55.096 49.018 45.725 ‒ 7.129 ‒ 9.834 61.154
Uitgaven 15.400 ‒ 9.411 5.989 49.107 55.096 49.018 45.725 ‒ 7.129 ‒ 9.834 61.154
13.0 Nog onverdeeld 15.400 ‒ 9.411 5.989 49.107 55.096 49.018 45.725 ‒ 7.129 ‒ 9.834 61.154
Nog te verdelen 15.400 ‒ 9.411 5.989 49.107 55.096 49.018 45.725 ‒ 7.129 ‒ 9.834 61.154
Loonbijstelling 0 0 0 52.309 52.309 50.549 50.723 51.351 49.614 49.307
Prijsbijstelling 0 0 0 2.787 2.787 9.418 8.792 5.810 2.641 2.436
Onvoorzien 15.400 ‒ 9.411 5.989 ‒ 5.989 0 ‒ 10.949 ‒ 13.790 ‒ 64.290 ‒ 62.089 9.411
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Nog te verdelen

Loonbijstelling

Dit betreft de loonbijstelling tranche 2025 voor BZK. De loonbijstelling is niet volledig uitgekeerd. Het kabinet heeft besloten om de loonbijstelling voor externe inhuur in tranche 2025 in te houden. Dit wordt ingezet ter dekking van rijksbrede problematiek.

Prijsbijstelling

Dit betreft de prijsbijstelling tranche 2025 voor BZK. Uit de prijsbijstelling is onder andere dekking voor het amendement van het lid Bontenbal (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VII, nr. 121) overgeboekt naar onvoorzien (€ 7,3 mln. in 2025 en € 6,3 mln. vanaf 2026).

Verder is € 11,3 mln. incidenteel overgeboekt naar artikel 11 centraal apparaat ter dekking van de apparaatstaakstelling voor BZK en VRO uit het Hoofdlijnenakkoord.

Onvoorzien

De grootste mutaties worden hieronder toegelicht.

De nadere uitwerking van de enveloppe Goed Bestuur en Sterke Rechtsstaat uit het Hoofdlijnenakkoord. Voor het Versterken van dienstbare overheidsorganisaties wordt ingezet op het vergroten van de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de overheidsdienstverlening, een overheid die anders werkt en wordt het ambtelijk vakmanschap versterkt, onder andere via verplichte scholing voor (top)ambtenaren. Ook worden Klokkenluiders beter beschermd en worden er middelen beschikbaar gesteld voor het doordacht gebruik van AI/algoritmen. Daarnaast is voor de jaren 2028 tot en met 2030 jaarlijks € 50 mln. gereserveerd voor het Constitutioneel Hof en verzelfstandiging van de Raad van State. De middelen zijn overgeheveld van artikel 13 naar artikelen 6, 7 en 12.

De eindejaarsmarge van BZK (inclusief VRO) bedraagt € 44,3 mln. Hiervan is € 31,9 mln. ingezet voor de begroting VRO en € 12,5 mln. voor de begroting BZK.

Dekking voor het amendement van het lid Bontenbal (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VII, nr. 121) komt uit de prijsbijstelling (6,3 mln. structureel) en een korting op de uitvoeringsorganisaties (structureel 3,6 mln.).

5 Agentschappen

5.1 Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

Exploitatieoverzicht

Tabel 20 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RvIG (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) Totaal geraamd
Baten
- Omzet 236.033 18.964 254.997
waarvan omzet moederdepartement 65.174 15.561 80.735
waarvan omzet overige departementen 0 0 0
waarvan omzet derden 170.859 3.403 174.262
Rentebaten 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0
Bijzondere baten 0 0 0
Totaal baten 236.033 18.964 254.997
Lasten
Apparaatskosten 203.225 19.647 222.872
- Personele kosten 67.739 ‒ 3.161 64.578
waarvan eigen personeel 33.333 0 33.333
waarvan inhuur externen 32.973 ‒ 3.161 29.812
waarvan overige personele kosten 1.433 0 1.433
- Materiële kosten 135.486 22.808 158.294
waarvan apparaat ICT 10 0 10
waarvan bijdrage aan SSO's 225 0 225
waarvan overige materiële kosten 135.251 22.808 158.059
Rentelasten 0 0 0
Afschrijvingskosten 11.540 53 11.593
- Materieel 7.025 0 7.025
waarvan apparaat ICT 50 0 50
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 6.975 0 6.975
- Immaterieel 4.515 53 4.568
Overige lasten 0 0 0
waarvan dotaties voorzieningen 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 0 0 0
Totaal lasten 214.765 19.700 234.465
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 21.268 ‒ 736 20.532
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0
Saldo van baten en lasten 21.268 ‒ 736 20.532

Toelichting

Baten

Omzet

De omzet stijgt als gevolg van de nieuwe vastgestelde tariefstelling inzake de Basisregistratie Personen (BRP). Daarnaast stijgt deze ook voor een bedrag van € 5,3 mln. vanwege te ontvangen extra gelden inzake opdrachten richting het moederdepartement.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

RvIG zal minder externe inhuur overnemen als gevolg van een beperktere insourcing van de uitbestede dienstverlening ten behoeve van het platform- en applicatiebeheer.

Materiële kosten

De materiële kosten stijgen deels door de verschuiving van de externe inhuur, zoals hierboven bij de personele kosten benoemd. Tevens krijgt RvIG in 2025 te maken met extra kosten voor de vernieuwing en verbetering inzake de IT. Deze zijn deels onderdeel van de (bij de omzet genoemde) opdrachten en komen deels ten laste van de reisdocumenten en de BRP.

Afschrijvingskosten

RvIG krijgt naar verwachting te maken met afgerond € 53.000 aan extra afschrijvingskosten vanwege het strakker monitoren op eventuele bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot in het verleden aangeschafte hardware.

Kasstroomoverzicht

Tabel 21 Kasstroomoverzicht RvIG (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) Totaal geraamd
1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 12.106 0 12.106
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 236.033 18.964 254.997
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 203.225 ‒ 19.647 ‒ 222.872
2. Totaal operationele kasstroom 32.808 ‒ 683 32.125
Totaal investeringen (-/-) ‒ 3.100 0 ‒ 3.100
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 3.100 0 ‒ 3.100
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) 0 0 0
Eenmalige storting door moederdepartement (+) 0 0 0
Aflossingen op leningen (-/-) 0 0 0
Beroep op leenfaciliteit (+) 0 0 0
4. Totaal financieringskasstroom 0 0 0
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) 41.814 ‒ 683 41.131

Toelichting

Operationele kasstroom

De extra ontvangsten komen voort uit de extra omzet die wordt verwacht, zoals toegelicht in de toelichting inzake de omzet.

De extra uitgaven zijn voornamelijk te wijten aan de extra kosten voor de vernieuwing en verbetering inzake de IT, zoals toegelicht onder de materiële kosten.

5.2 Organisatie & Personeel Rijk (O&P Rijk)

Exploitatieoverzicht

Tabel 22 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap O&P-Rijk (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) Totaal geraamd
Baten
- Omzet 362.210 ‒ 42.000 320.210
waarvan omzet moederdepartement 168.237 ‒ 2.000 166.237
waarvan omzet overige departementen 191.922 ‒ 40.000 151.922
waarvan omzet derden 2.051 0 2.051
Rentebaten 0 0 0
Vrijval voorzieningen 175 0 175
Bijzondere baten 0 0 0
Totaal baten 362.385 ‒ 42.000 320.385
Lasten
Apparaatskosten 360.332 ‒ 42.000 318.332
- Personele kosten 210.159 0 210.159
waarvan eigen personeel 181.289 0 181.289
waarvan inhuur externen 23.776 0 23.776
waarvan overige personele kosten 5.094 0 5.094
- Materiële kosten 150.173 ‒ 42.000 108.173
waarvan apparaat ICT 13.694 0 13.694
waarvan bijdrage aan SSO's 47.792 0 47.792
waarvan overige materiële kosten 88.687 ‒ 42.000 46.687
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten 0 0 0
Rentelasten 0 0 0
Afschrijvingskosten 2.053 0 2.053
- Materieel 102 0 102
waarvan apparaat ICT 102 0 102
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 0 0 0
- Immaterieel 1.951 0 1.951
Overige lasten 0 0 0
waarvan dotaties voorzieningen 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 0 0 0
Totaal lasten 362.385 ‒ 42.000 320.385
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 0 0 0
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0
Saldo van baten en lasten 0 0 0

Toelichting

Baten

De wijziging ten opzichte van de ontwerpbegroting 2025 betreft een daling van de baten met € 42,0 mln. betreffende omzet WWplus en een daling van de kosten met € 42,0 mln. betreffende kosten WWplus.

Per 1 juli 2024 heeft WWplus de uitvoering van de bovenwettelijke ontslaguitkeringen sector Rijk overgenomen van de Algemene Pensioen Groep (APG). O&P Rijk is als gedelegeerd opdrachtgever verantwoordelijk voor de betaling van de dienstverlening WWplus (Uitkeringen en Uitvoeringskosten) en de een-op-een-doorbelasting naar de departementen waar de uitkeringsgerechtigden hebben gewerkt.

Deze kasstromen, binnenkomend € 42,0 mln. en uitgaand € 42,0 mln., zijn in de ontwerpbegroting 2025 opgenomen als bate en als last. Gedurende 2024 is O&P Rijk tot de conclusie gekomen dat deze presentatie de staat van baten en lasten van O&P Rijk opblaast en het beter zou zijn deze stromen te verantwoorden via de balans. Hiertoe is een position paper geschreven en ter beoordeling verzonden aan het kerndepartement, die heeft hier positief op gereageerd. De ADR heeft dit vervolgens volledig geaccepteerd.

Lasten

De lasten zijn gedaald met € 42,0 mln. betreffende kosten WWplus. Hiervoor geldt dezelfde toelichting als de baten.

Kasstroomoverzicht

Tabel 23 Kasstroomoverzicht O&P-Rijk (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (2) Mutaties 1e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) Totaal geraamd
1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 37.909 0 37.909
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom 362.210 0 362.210
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom ‒ 376.507 0 ‒ 376.507
2. Totaal operationele kasstroom ‒ 14.297 0 ‒ 14.297
-/- totaal investeringen ‒ 2.053 0 ‒ 2.053
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 2.053 0 ‒ 2.053
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement 0 0 0
+/+ eenmalige storting door moederdepartement 0 0 0
-/- aflossingen op leningen 0 0 0
+/+ beroep op leenfaciliteit 0 0 0
4. Totaal financieringskasstroom 0 0 0
5. Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4) 21.559 0 21.559

Toelichting

Het kasstroomoverzicht is niet gewijzigd, aangezien de kasstromen WWplus blijven lopen via O&P en alleen de presentatie van de WW-plus gelden niet langer worden geboekt via de staat van baten en lasten, maar via de balans.