[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2025D18403, datum: 2025-04-23, bijgewerkt: 2025-06-11 12:12, versie: 2 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36725 IX-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2025Z08082:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024‒2025
36 725IX Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen aan te brengen in:

de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB);

de begrotingsstaat inzake de Nationale Schuld (IXA).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Financiën,

E. Heinen

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbegroting 2025 van het ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA).

In hoofdstuk 2 zijn de overzichten opgenomen met de belangrijkste mutaties; in paragraaf 2.1 voor artikel 1 t/m 13 van IXB en in paragraaf 2.2. voor artikel 11 en 12 van IXA.

Hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 bevatten per beleidsartikel een budgettaire tabel. Conform de Rijksbegrotingsvooschriften (RBV) worden per artikel de (meerjarige) mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in de onderstaande (tabel 1) toegelicht. De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Voorjaarsnota opgenomen. Vanwege de staffel kan de som van de toegelichte mutaties afwijken van de totale mutaties op het artikel.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXB

In onderstaande tabellen worden de belangrijkste suppletoire uitgaven-(tabel 2) en ontvangstenmutaties (tabel 3) weergegeven.

Tabel 2 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Art. Uitgaven 2025 Uitgaven 2026 Uitgaven 2027 Uitgaven 2028 Uitgaven 2029 Uitgaven 2030
Vastgestelde begroting 2025 incl. amendementen 27.626.425 28.773.238 11.009.747 9.990.674 10.037.267
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Uitvoeringskosten aanvullend herstel box 3 1 45.000 50.000 0 0 0
2) Inzage Fiscaal Dossier (IFD) 1 15.705 8.865 0 0 0
3) Belasting- en invorderingsrente 1, 9 92.120 73.045 70.395 76.657 75.676
4) Naleving sancties 1, 9 3.829 3.400 26.522 26.522 26.522
5) Reservering TenneT 3 3.000.000 0 0 0 0
6) Update verliesraming EIB-EGF 4 33.841 16.793 ‒ 2.077 0 0
7) Wereldbank 4 0 0 0 0 95.028
8) Kasschuif Wereldbank 4 329.438 ‒ 329.438 0 0 0
9) Btw-compensatiefonds (BCF) 6 15.979 5.854 6.239 5.406 3.593
10) Kasschuiven scan & detectie 9 ‒ 20.118 11.700 0 8.418 0
11) Eindejaarsmarge 10 19.487 0 0 0 0
12) Loon- en prijsbijstelling 10 235.608 215.086 206.352 196.854 195.893
13) Toeslagen Herstel 13 289.044 444.592 19.643 7.635 0
14) Kasschuiven Toeslagen Herstel 13 ‒ 892.479 ‒ 60.448 590.547 362.380 0
15) Doorverdeling (apparaats)taakstellingen div 0 0 0 0 0
a. Taakstellingen totaal (hoofdlijnenakkoord (HLA) en Onderwijsbegroting) div 37.821 57.444 70.122 83.878 93.281
b.1 HLA: aandeel Belastingdienst 1 0 ‒ 4.398 ‒ 9.162 ‒ 13.968 ‒ 17.205
b.2 HLA: aandeel Kerndepartement 8 0 ‒ 14.198 ‒ 21.119 ‒ 28.745 ‒ 32.949
b.3 HLA: aandeel Douane 9 0 ‒ 700 ‒ 1.412 ‒ 2.440 ‒ 2.859
b.4: HLA: aandeel Toeslagen 13 0 ‒ 327 ‒ 608 ‒ 904 ‒ 2.447
c: Dekking voor maatregelenpakket OCW-begroting (amendement Bontebal c.s.) 1 ‒ 37.821 ‒ 37.821 ‒ 37.821 ‒ 37.821 ‒ 37.821
16) Overige kasschuiven div ‒ 7.157 7.157 0 0 0
17) Interdepartementale overboekingen div 17.768 1.069 2.532 2.663 2.134
18) Overige mutaties & extrapolatie div ‒ 28.320 ‒ 19.965 22.316 17.961 12.090 10.321.853
Stand 1e suppletoire begroting 2025 30.776.170 29.200.948 11.952.216 10.695.170 10.448.203 10.321.853

Toelichting

1. Uitvoeringskosten aanvullend herstel box 3

Vanaf de Aanvullende Post wordt € 45 mln. voor 2025 en € 50 mln. voor 2026 overgeheveld naar de Belastingdienst ten behoeve van de uitvoeringskosten van het aanvullend herstel van box 3. Het gaat hierbij om een gedeelte van de uitvoeringskosten, die gemoeid zijn met de Wet tegenbewijsregeling box 3.

2. Inzage Fiscaal Dossier (IFD)

Het amendement Omtzigt1voorziet in een recht op inzage in het eigen fiscale dossier. Ten behoeve van de uitvoering hiervan wordt € 25 mln. gereserveerd. Het amendement is gericht op het voldoen aan artikel 66a van het Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), dat op 31 december 2025 van kracht wordt. In de Kamerbrief van 20 januari jl. is de Kamer geïnformeerd over het proces van de uitvoering van het amendement en de budgettaire consequenties2.

3. Belasting- en invorderingsrente

De raming van de belasting- en invorderingsrente wordt geactualiseerd naar aanleiding van de nieuwe raming van de korte rente uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB) en de realisatiecijfers uit 2024. Verder wordt er in 2025 € 23 mln. aan rentevergoedingen geraamd in verband met het dossier Sondervermögen (waarin de Hoge Raad heeft bepaald dat een Duits fonds geen buitenlands belastingplichtige is in Nederland).

4. Naleving sancties

Om de sanctienaleving in Nederland te continueren en verder te versterken, worden extra middelen voor de uitvoering van sanctiemaatregelen beschikbaar gesteld. Voor Financiën betreft dit structurele middelen voor het continueren van de inzet van Douane en FIOD. De kosten bedragen structureel € 26,5 mln. Voor de begrotingswijziging omtrent naleving sancties ontvangt uw Kamer de onderbouwing conform de werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW3.1) voordat hierover wordt gestemd.

5. Reservering TenneT

In totaal is een reservering van € 7,3 mld. voor kapitaalstortingen in TenneT Duitsland opgenomen. Hiervan is € 3,0 mld. opgenomen op de Financiënbegroting, de overige € 4,3 mld. is op de Aanvullende Post gereserveerd. De gehele reservering moet worden gezien als een last resort maatregel, die zal worden gebruikt in het onverwachte geval dat de deelname van private investeerders niet voldoende is om de gehele kapitaalbehoefte in te vullen. Het kabinet acht een deelname van private investeerders in TenneT Duitsland de beste structurele oplossing voor het invullen van de kapitaalbehoefte van TenneT Duitsland.

6. Update verliesraming EIB-EGF

Het pan-Europees garantiefonds (EGF) van de European Investment Bank (EIB) is opgericht om de negatieve economische gevolgen van de coronacrisis te beperken. De allocatieperiode voor de producten in het fonds is afgelopen, waardoor het EGF nu in een fase zit waarin de garanties ingeroepen kunnen worden. Omdat de investeringen onder het garantiefonds een hoog risicoprofiel hebben, is een verliesraming opgenomen. De betalingen voor 2025 en 2026 vallen naar schatting hoger uit dan het eerder gereserveerde bedrag voor deze jaren. Dit komt doordat moeilijk te ramen is wanneer de verliezen zich precies voordoen en verliezen zich later voordoen vanwege een eerdere verlenging van het fonds. Het totale Nederlandse aandeel in de verliezen zal naar verwachting niet stijgen (blijft 20% van de totale garantie, verdeeld over de looptijd van het fonds).

7. Wereldbank

Dit betreft extra middelen ten gunste van de International Development Association (IDA) bijdrage aan de Wereldbank, overgeheveld vanuit de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (BHO). De IDA bijdrage valt onder het ODA-budget.

8. Kasschuif Wereldbank

Dit betreft een aanpassing van het kasritme van de IDA bijdrage aan de Wereldbank. De geplande betalingen van € 329,4 mln. in 2026 worden al bijgedragen in 2025.

9. Btw-compensatiefonds (BCF)

Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar het gemeente- of provinciefonds wordt het geraamde btw-deel van dit budget in het BCF gestort (meerjarig € 37,2 mln.). Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw die verband houdt met de overhevelingen terugvragen bij het BCF. Een onder- of overschrijding bij het BCF komt ten laste of ten gunste van het gemeente- en provinciefonds.

10. Kasschuiven scan en detectie

Dit betreffen kasschuiven voor de aanschaf van scan- en detectiematerialen door Douane, als onderdeel van de vervangingsopgave van scan- en detectiemateriaal voor het realiseren van afbouw van het gebruik van elektronica uit landen met een offensief cyberprogramma.

11. Eindejaarsmarge

De eindejaarsmarge 2024 van € 19,5 mln. wordt toegevoegd aan de begroting van Financiën.

12. Loon- en prijsbijstelling

De tranche 2025 van de loon- en prijsbijstelling wordt toegevoegd aan de begroting van Financiën. Er wordt 50% van de prijsbijstelling tranche 2025 uitgekeerd. Tevens wordt de loonbijstelling op de budgetten voor externe inhuur niet uitgekeerd.

13. Toeslagen Herstel

De raming van de Hersteloperatie is herijkt op basis van actuele inzichten inzake aantallen, bedragen, nu adequaat geachte aannames en gekozen richting. Als gevolg van deze herijking worden € 289 mln. niet bestede middelen uit 2024 en middelen vanuit de Aanvullende Post (€ 471,9 mln.) toegevoegd aan de begroting. Deze middelen worden ingezet op het budget van personeel, opdrachten, bijdrage aan medeoverheden en (schade)vergoedingen in 2025, 2026, 2027 en 2028 (respectievelijk € 289 mln., € 444,6 mln., € 19,6 mln. en € 7,6 mln.). Dit budget dekt naast de apparaatsuitgaven van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) en opdrachten van Programma DG Herstel voornamelijk de uitgaven voor de brede ondersteuning door gemeenten, dwangsommen, emotioneel herstel en aanvullende schaderoutes. Een integraal overzicht van de financiële stand van zaken van de Hersteloperatie Toeslagen is te vinden in de bijlage Toeslagen Herstel van de Voorjaarsnota 2025. Voor de voortgang per compensatieregeling wordt verwezen naar de voortgangsrapportage Hersteloperatie Toeslagen3. Voor de begrotingswijziging omtrent emotioneel herstel ontvangt uw Kamer de onderbouwing conform de werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW 3.1), voordat hierover wordt gestemd.

14. Kasschuiven Toeslagen Herstel

De raming van de Hersteloperatie is herijkt op basis van actuele inzichten in de ontwikkelingen binnen Toeslagen Herstel. Ten gevolge hiervan wordt er € 892,5 mln. uit 2025 en € 60,4 uit 2026 naar 2027 (€ 590,5 mln.) en 2028 (€ 362,4 mln.) geschoven, voornamelijk door een wijziging in het kasritme van de middelen ten behoeve van de compensatie van aanvullende schade.

15. Doorverdeling (apparaats)taakstellingen

Regel 15, a: taakstellingen totaal

Naar aanleiding van het hoofdlijnenakkoord (HLA) is een taakstelling op de apparaatsbudgetten van het ministerie van Financiën doorgevoerd oplopend tot € 71 mln. structureel. Hiervan is in de ontwerpbegroting 2025 reeds € 16 mln. structureel, zijnde de HLA-tranche 2025, doorverdeeld naar diverse onderdelen van het ministerie. De resterende taakstellingsreeks voor 2026-2029 en verder, € 55 mln. structureel, wordt in deze 1e suppletoire begroting 2025 concreet verdeeld over de apparaatsbudgetten. Daarnaast is de Financiënbegroting met € 38 mln. structureel verlaagd als gevolg van het maatregelenpakket voor de OCW-begroting. Tezamen betekent dit dat in deze suppletoire begroting € 93 mln. aan taakstellingen wordt doorverdeeld. Dit is nader uitgesplitst en toegelicht in de regels b1 tot en met c (zie tabel en zie onder).

Regel 15, b1-b4: verdeling resterende HLA-taakstelling van € 55 mln.

Het ministerie van Financiën heeft ervoor gekozen om het zwaartepunt van de HLA-taakstelling te laten neerslaan bij het kerndepartement, en daarbinnen te bezuinigen op de materiële uitgaven, op overhead en – in lijn met het regeerprogramma – tevens het aantal ambtenaren op termijn te verlagen. Ook dragen de uitvoeringsDG’s op verantwoorde wijze relatief beperkt bij aan het realiseren van de HLA-taakstelling, waarbij de publieke dienstverlening wordt ontzien.

Dit resulteert in de verdeling van genoemde resterende € 55 mln. over de organisatieonderdelen van Financiën, zoals in de regels b1 t/m b4 van tabel 2 weergegeven: kerndepartement: € 33 mln., de Belastingdienst: € 17 mln., Douane: € 3 mln. en Toeslagen € 2 mln. Voor het kerndepartement komt deze taakstelling neer op een daling van circa 10% van de beschikbare budgetten (inclusief de al in de Ontwerpbegroting 2025 verwerkte tranche 2025 betreft het circa 12%) voor de uitvoering komt het overeen met een daling van circa 0,6% van de budgetten (inclusief de al in de Ontwerpbegroting 2025 verwerkte tranche 2025 betreft dit circa 0,8%).

Regel 15, c: invulling korting maatregelenpakket OCW-begroting (amendement Bontebal c.s.)

Verschillende onderwijsbezuinigingen uit het hoofdlijnenakkoord zijn, naar aanleiding van het amendement van het lid Bontenbal c.s., teruggedraaid of verlaagd. De dekking voor het maatregelenpakket in dit amendement is verspreid over meerdere begrotingen. De begroting van Financiën wordt hierbij structureel verlaagd met € 38 mln.4 Dit wordt gedekt binnen nog niet verdeelde middelen binnen artikel 1 (Belastingen).

Met deze doorverdelingen zijn de (resterende) taakstellingen concreet belegd bij de organisatieonderdelen van Financiën en resteert er geen nog te verdelen bedrag meer.

16. Overige kasschuiven

Op artikel 10 Nog onverdeeld vindt een kasschuif van € 6,1 mln. naar 2026 plaats binnen de gereserveerde middelen voor Informatiehuishouding op Orde. Daarnaast wordt € 1,1 mln. apparaatsbudget naar 2026 doorgeschoven ten behoeve van de vernieuwing van het Treasury Management System bij het Agentschap.

17. Interdepartementale overboekingen

Dit betreft verschillende overboekingen met andere begrotingen, bijvoorbeeld voor uitvoeringskosten voor de verkenningsfase voor een alternatief met betrekking tot de kinderopvangtoeslag (€ 4,5 mln. in 2025), extra werkzaamheden van Dienst Toeslagen (€ 5 mln. in 2025) en een bijdrage voor categoriemanagement (€ 5,4 mln. in 2025).

Tabel 3 Overzicht belangrijkste suppletoire niet-belastingontvangsten (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Art. Ontvangsten 2025 Ontvangsten 2026 Ontvangsten 2027 Ontvangsten 2028 Ontvangsten 2029 Ontvangsten 2030
Vastgestelde begroting 2025 3.658.166 4.426.019 4.665.294 4.581.884 4.561.018
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Incidentele vrijval middelen 1 15.000 15.000 0 0 0
2) Belasting- en invorderingsrente 1, 9 125.082 94.567 116.075 122.923 137.240
3) Dividendraming update 3 ‒ 198.800 ‒ 222.000 ‒ 177.000 ‒ 207.000 ‒ 202.000
4) Aanpassing renteontvangsten TenneT 3 ‒ 115.134 ‒ 158.882 ‒ 12.911 0 0
5) Premieontvangsten garantie TenneT 3 3.000 33.000 75.000 115.000 157.000
6) Verkoop aandelen ABN AMRO 3 409.737 0 0 0 0
7) Aflossing lening Griekenland 4 0 ‒ 159.919 ‒ 159.919 ‒ 159.919 0
8) Overige mutaties & extrapolatie div 16.032 8.820 13.291 11.461 8.964 4.694.936
Stand 1e suppletoire begroting 2025 3.913.083 4.036.605 4.519.830 4.464.349 4.662.222 4.694.936

Toelichting

1. Incidentele vrijval middelen

Dit betreft een meevaller (€ 30 mln. in totaal) die voortkomt uit de bijstelling van de raming van de niet-belastingontvangsten (boetes en schikkingen), deze meevaller wordt afgedragen aan het generale beeld.

2. Belasting- en invorderingsrente

De raming van de belasting- en invorderingsrente wordt geactualiseerd n.a.v. de nieuwe raming van de korte rente uit het CEP van het CPB en de realisatiecijfers uit 2024. De belasting- en invorderingsrente maakt onderdeel uit van het inkomstenkader.

3. Dividendraming update

De dividendraming van de niet-financiële staatsdeelnemingen wordt aangepast als gevolg van de huidige marktomstandigheden. Er worden per saldo hogere ontvangsten verwacht, onder meer de winst van Schiphol valt de komende jaren hoger uit dan was geraamd in de begroting. Wel is het dividenduitkeringspercentage van Schiphol verlaagd, om Schiphol een gezonde financiële positie te laten behouden, gegeven haar grote investeringsagenda.

Voor de financiële staatsdeelnemingen worden lagere ontvangsten verwacht, onder andere door de afbouw van het belang in ABN AMRO. Hierdoor wordt over minder aandelen dividend ontvangen.

Per saldo voor zowel de financiële als niet-financiële staatsdeelnemingen betreft het in 2025 een bijstelling naar beneden van circa € 199 mln.

4. Aanpassing renteontvangsten TenneT

De raming van de renteontvangsten op de lening aan TenneT wordt bijgesteld aan de hand van de meest recente inzichten ten aanzien van het betaalritme waarmee TenneT de rente op leningsfaciliteit voldoet en de hoogte van de rente.

5. Premieontvangsten garantie TenneT

De Staat ontvangt als garantieverstrekker garantiepremie voor het verstrekken van de garantie aan TenneT Nederland. De premie wordt betaald over alle schuld die TenneT nieuw heeft aangetrokken onder de garantie en wordt gelijkgesteld aan het verwachte financieringsvoordeel dat TenneT krijgt door het verstrekken van de garantie.

6. Verkoop aandelen ABN AMRO

De verwachte ontvangsten worden met € 409,7 mln. naar boven bijgesteld, als gevolg van de verkoopopbrengst door het lopende verkoopprogramma van aandelen ABN AMRO tot en met maart 2025.

7. Aflossing lening Griekenland

Na indiening van de begroting heeft Griekenland in 2024 een deel van de uitstaande leningen onder de Greek Loan Facility vervroegd afgelost (€ 479,8 mln.). Het totale bedrag staat gelijk aan de voorziene aflossing voor 2026, 2027 en 2028, waardoor in deze jaren niet zal worden afgelost.

2.2 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXA

In onderstaande tabellen worden de belangrijkste suppletoire uitgaven-(tabel 4) en ontvangstenmutaties (tabel 5) weergegeven.

Tabel 4 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Art. Uitgaven 2025 Uitgaven 2026 Uitgaven 2027 Uitgaven 2028 Uitgaven 2029 Uitgaven 2030
Vastgestelde begroting 2025 33.281.701 44.295.112 51.196.916 51.622.433 49.812.276
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Rente vaste schuld 11 ‒ 637.000 ‒ 1.066.000 ‒ 1.076.000 ‒ 1.083.000 ‒ 1.221.000
2) Rente vlottende schuld 11 81.000 467.000 571.000 615.000 684.000
3) Aflossing vaste schuld 11 2.000 ‒ 123.000 ‒ 626.000 2.000 2.444.000
4) Rente kasbeheer 12 ‒ 484.599 ‒ 337.049 ‒ 202.415 ‒ 159.417 12.336
5) Overige mutaties & extrapolatie div 0 2.065 910 0 0 50.968.797
Stand 1e suppletoire begroting 2025 32.243.102 43.238.128 49.864.411 50.997.016 51.731.612 50.968.797

Toelichting

1. Rente vaste schuld

De rentelasten vaste schuld vallen naar verwachting lager uit met name als gevolg van het financieringsplan 2025 waarin is opgenomen dat er minder schuld wordt uitgegeven op de kapitaalmarkt. Daarentegen is er gerekend met hogere rentepercentages zoals die door het CPB zijn geraamd in het CEP. Hierdoor ontstaat per saldo een structurele meevaller van € 637 mln. in 2025 oplopend tot € 1,2 mld. in 2029.

2. Rente vlottende schuld

De raming van de rentelasten vlottende schuld valt per saldo hoger uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. De korte rente is door het CPB lager geraamd in het CEP dan de rente waarmee in de ontwerpbegroting 2025 rekening is gehouden. Echter, doordat de omvang van de kortlopende schuld naar verwachting toeneemt, ontstaat een structurele tegenvaller van € 81 mln. in 2025 oplopend tot € 684 mln. in 2029.

3. Aflossing vaste schuld

Door de vervroegde aflossing van obligaties in 2024 zal in 2026 en 2027 minder afgelost worden (in totaal € 749 mln.). In 2029 neemt de aflossing van de vaste schuld met € 2,4 mld. toe als gevolg van de uitgifte van een nieuwe staatsobligatie.

4. Rente kasbeheer

De raming van de rentelasten kasbeheer daalt in 2025 met € 485 mln. ten opzichte van de ontwerpbegroting 2025 met name door de verwachting dat sociale fondsen minder middelen zullen aanhouden in de schatkist. Hierdoor ontstaat een meevaller van € 485 mln. in 2025 aflopend tot € 159 mln. in 2028.

Tabel 5 Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Art. Ontvangsten 2025 Ontvangsten 2026 Ontvangsten 2027 Ontvangsten 2028 Ontvangsten 2029 Ontvangsten 2030
Vastgestelde begroting 2025 84.307.569 109.782.052 83.197.411 82.524.062 80.316.093
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Uitgifte vaste schuld 11 ‒ 29.084.000 ‒ 10.172.000 2.511.000 ‒ 1.743.000 ‒ 5.329.000
2) Mutatie vlottende schuld 11 28.203.000 0 0 0 0
3) Rente kasbeheer 12 ‒ 29.762 ‒ 29.882 ‒ 28.433 ‒ 26.790 ‒ 24.622
4) Ontvangen aflossingen 12 ‒ 939 ‒ 3.154 ‒ 5.451 ‒ 26.111 ‒ 47.740
5) Mutaties in rekening courant en deposito 12 ‒ 1.880.811 ‒ 1.841.836 81.957 715.506 1.648.528
6) Extrapolatie div 0 0 0 0 0 79.005.244
Stand 1e suppletoire begroting 2025 81.515.057 97.735.180 85.756.484 81.443.667 76.563.259 79.005.244

Toelichting

1. Uitgifte vaste schuld

De raming van de uitgifte vaste schuld is voor het lopende jaar met € 29,1 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het financieringsplan 2025. Daarin is opgenomen dat de Nederlandse staat € 40 mld. aan staatsobligaties zal uitgegeven. Het financieringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse staat voor 2025 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen. Daarnaast is de raming van de uitgifte vaste schuld voor 2026, 2028 en 2029 naar beneden bijgesteld als gevolg van een lager geraamd kastekort. In 2027 wordt naar verwachting per saldo meer schuld uitgegeven door hogere uitgaven van de Rijksoverheid.

2. Mutatie vlottende schuld

De vlottende schuld neemt in 2025 naar verwachting toe met € 28,2 mld. als gevolg van het financieringsplan 2025 waarin is opgenomen dat er meer financiering wordt aangetrokken op de geldmarkt. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.

3. Rente kasbeheer

De raming van de rentebaten kasbeheer is in de periode van 2025 tot en met 2029 lager dan geraamd bij de ontwerpbegroting 2025. Dit is het gevolg van het bijwerken van de realisatie van verstrekte leningen en de nieuwe rentestanden in de CEP-raming van het CPB.

5. Ontvangen aflossingen

Op basis van de actuele inzichten wordt verwacht dat de aflossingen op de leningen, die door de agentschappen en rechtspersonen met een wettelijke taak in het kader van schatkistbankieren worden afgesloten, in de periode van 2025 tot en met 2029 per saldo lager uitvallen dan eerder geraamd.

5. Mutaties in rekening courant en deposito

Uit de actualisatie van de raming van uitgaven en ontvangsten van sociale fondsen blijkt dat deze fondsen in 2025 en 2026 naar verwachting minder overtollige middelen zullen storten in de schatkist. Dit betekent dat de geraamde mutatie in het saldo op de rekeningen-courant en deposito’s daalt ten opzichte van de ontwerpbegroting 2025. Voor de periode van 2027 tot en met 2029 is de verwachting dat de sociale fondsen meer middelen aanhouden in de schatkist.

3 Beleidsartikelen Ministerie van Financiën (IXB)

Artikel 1 Belastingen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Belastingen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 3.547.362 0 3.547.362 577.084 4.124.446 ‒ 117.628 51.915 356.352 152.246 3.311.000
Uitgaven (1) + (2) 3.682.000 0 3.682.000 116.777 3.798.777 67.161 22.712 17.039 3.430 3.413.275
(1) Apparaatsuitgaven 3.605.884 0 3.605.884 9.981 3.615.865 ‒ 13.398 ‒ 54.906 ‒ 57.163 ‒ 61.811 3.277.127
Personele uitgaven 3.088.999 0 3.088.999 ‒ 15.011 3.073.988 ‒ 25.143 ‒ 53.334 ‒ 56.720 ‒ 61.368 2.874.670
Eigen personeel 2.678.071 0 2.678.071 ‒ 64.133 2.613.938 ‒ 41.358 ‒ 53.334 ‒ 56.720 ‒ 61.368 2.543.892
Inhuur externen 369.268 0 369.268 49.122 418.390 16.215 0 0 0 321.875
Overig personeel 41.660 0 41.660 0 41.660 0 0 0 0 8.903
Materiële uitgaven 516.885 0 516.885 24.992 541.877 11.745 ‒ 1.572 ‒ 443 ‒ 443 402.457
ICT 37.503 0 37.503 12.391 49.894 58 58 0 0 30.907
Bijdrage aan SSO's 388.481 0 388.481 ‒ 12.503 375.978 ‒ 9.643 ‒ 22.469 ‒ 21.282 ‒ 21.282 280.842
Overig materieel 90.901 0 90.901 25.104 116.005 21.330 20.839 20.839 20.839 90.708
(2) Programma-uitgaven 76.116 0 76.116 106.796 182.912 80.559 77.618 74.202 65.241 136.148
Garanties 181 0 181 0 181 0 0 0 0 181
Garantie procesrisico's 181 0 181 0 181 0 0 0 0 181
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 13.999 0 13.999 1.448 15.447 1.478 1.187 0 0 13.999
Waarderingskamer 2.489 0 2.489 0 2.489 0 0 0 0 2489
Kadaster 2.933 0 2.933 0 2.933 0 0 0 0 2933
Kamer van Koophandel 341 0 341 0 341 0 0 0 0 341
Overige bijdrage ZBO's/RWT's 8.236 0 8.236 1.448 9.684 1.478 1.187 0 0 8.236
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 3.387 0 3.387 48 3.435 0 0 0 0 3.387
Internationale Douaneraad 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdrage overige (inter)nationale organisaties 3.387 0 3.387 48 3.435 0 0 0 0 3.387
Opdrachten 391.097 0 391.097 22.445 413.542 16.471 16.471 7.980 0 373.356
ICT opdrachten 330.721 0 330.721 22.445 353.166 16.471 16.471 7.980 0 305.900
Overige opdrachten 60.376 0 60.376 0 60.376 0 0 0 0 67.456
Bijdrage aan agentschappen 12.889 0 12.889 1.170 14.059 0 0 0 0 12.877
Bijdrage Logius 4.287 0 4.287 0 4.287 0 0 0 0 4.275
Bijdrage overige agentschappen 8.602 0 8.602 1.170 9.772 0 0 0 0 8.602
(Schade)vergoeding 28.385 0 28.385 ‒ 435 27.950 ‒ 435 ‒ 435 ‒ 435 ‒ 435 5.950
(Schade)vergoedingen 24.993 0 24.993 ‒ 435 24.558 ‒ 435 ‒ 435 ‒ 435 ‒ 435 2.558
Vergoeding proceskosten 3.392 0 3.392 0 3.392 0 0 0 0 3.392
Rente 93.149 0 93.149 82.120 175.269 63.045 60.395 66.657 65.676 143.220
Belasting- en invorderingsrente 93.149 0 93.149 82.120 175.269 63.045 60.395 66.657 65.676 143.220
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken ‒ 466.971 0 ‒ 466.971 0 ‒ 466.971 0 0 0 0 ‒ 416.822
Toerekening uitgaven aan Douane ‒ 219.419 0 ‒ 219.419 0 ‒ 219.419 0 0 0 0 ‒ 219.509
Toerekening uitgaven aan Toeslagen ‒ 247.552 0 ‒ 247.552 0 ‒ 247.552 0 0 0 0 ‒ 197.313
Ontvangsten (3) + (4) 204.142.129 0 204.142.129 3.623.653 207.765.782 4.329.057 4.523.847 4.543.288 7.104.232 276.333.265
Programma-ontvangsten (3) 204.050.740 0 204.050.740 3.603.593 207.654.333 4.312.997 4.507.787 4.535.228 7.103.172 276.249.395
waarvan: Belastingontvangsten 202.574.477 0 202.574.477 3.475.511 206.049.988 4.215.430 4.403.712 4.424.305 6.977.932 274.849.173
Bekostiging 230.864 0 230.864 0 230.864 0 0 0 0 230.864
Doorbelasten kosten vervolging 230.864 0 230.864 0 230.864 0 0 0 0 230.864
Rente 1.006.758 0 1.006.758 113.082 1.119.840 82.567 104.075 110.923 125.240 930.717
Belasting- en invorderingsrente 1.006.758 0 1.006.758 113.082 1.119.840 82.567 104.075 110.923 125.240 930.717
Boetes en schikkingen 238.641 0 238.641 15.000 253.641 15.000 0 0 0 238.641
Ontvangsten boetes en schikkingen 238.641 0 238.641 15.000 253.641 15.000 0 0 0 238.641
Apparaatsontvangsten (4) 91.389 0 91.389 20.060 111.449 16.060 16.060 8.060 1.060 83.870
Tabel 7 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen € 1.000)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 3.547.362 0 3.547.362 577.084 4.124.446 ‒ 117.628 51.915 356.352 152.246 3.311.000
waarvan garantieverplichtingen 336 0 336 0 336 0 0 0 0 336
Garantie procesrisico's 336 0 336 0 336 0 0 0 0 336
waarvan overige verplichtingen 3.547.026 0 3.547.026 577.084 4.124.110 ‒ 117.628 51.915 356.352 152.246 3.310.664
Tabel 8 Geschatte budgetflexibiliteit1
2025
juridisch verplicht 69,9%
bestuurlijk gebonden 4,9%
beleidsmatig gereserveerd 25,2%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0,0%
  1. De berekende budgetflexibiliteit heeft alleen betrekking op de programma-uitgaven

Toelichting

Budgetflexibiliteit

De uitgaven die in 2025 reeds zijn gedaan, zijn aangemerkt als juridisch verplicht. Inzake nog niet gerealiseerde uitgaven het volgende:

Uitgaven die vallen onder de rubriek «Rente» zijn voor 100% juridisch verplicht. Ze vloeien bijvoorbeeld voort uit de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) en de Invorderingswet 1990 (rente-uitgaven). De programma-uitgaven die vallen onder de rubrieken «Bijdragen aan ZBO's/RWT's», «Bijdragen aan (inter)nationale organisaties» en «Bijdragen aan agentschappen» zijn voor 100% bestuurlijk gebonden verplichtingen voor zover zij niet door getekende contracten al juridisch verplicht zijn. De bijdrage aan de Waarderingskamer is voor 100% bestuurlijk gebonden op basis van de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ). Voor het Kadaster en de Kamer van Koophandel heeft de Belastingdienst samenwerkingsovereenkomsten voor gegevensuitwisseling die worden gebruikt bij de uitvoering van taken van de Belastingdienst. Ook bij de bijdragen aan Agentschappen en bijdragen aan Internationale organisaties geldt dat afspraken zijn gemaakt over de bijdragen en de dienstverlening, waardoor ook deze uitgaven als 100% bestuurlijk gebonden worden aangemerkt.

De overige programma-uitgaven betreffen met name de categorie «Opdrachten», waarvoor geldt dat deze gedeeltelijk als juridisch verplicht zijn aan te merken op het moment van het vaststellen van de begroting 2025. Hiervoor zijn dan bijvoorbeeld contracten gesloten ten behoeve van ICT en/of andere benodigde diensten voor de uitvoering van de primaire processen van de Belastingdienst. Voorbeelden hiervan zijn (verlenging van) licenties en onderhoudscontracten voor software en hardware. Een ander voorbeeld zijn de uitgaven voor papieren dienstverlening (brieven aan burgers en bedrijven). Over het algemeen geldt wel dat de niet-juridische verplichte uitgaven noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van de primaire processen.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt meerjarig aangepast en in 2025 verhoogd met € 577 mln. Voor een deel zijn de mutaties in de verplichtingen gelijk aan de uitgavenmutaties. Waar de mutaties gelijk zijn aan de mutaties in de uitgaven wordt dit toegelicht onder 'Uitgaven'. Het verplichtingenbudget wordt verhoogd vanwege een herijking als gevolg van het extra kasbudget, afwijkend verplichtingenritme en onderhandelingen en besluitvorming betreffende meerjarige contracten. Een ophoging van het verplichtingenbudget is nodig voor het aangaan of verlengen van nieuwe contracten waarvoor al meerjarig kasbudget beschikbaar is. Dit is voornamelijk het geval bij Opdrachten (ICT en overig). Contracten zoals de aanbestedingen voor de modernisering van het systeem Omzetbelasting en modernisering van het analytics platform, voor de internetverbinding van het overheidsdatacenter en voor de postbezorging zorgen naar verwachting voor een piek in 2025.

Uitgaven

Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven van de Belastingdienst wordt per saldo verlaagd: € 15 mln. in 2025 en € 61 mln. structureel. De voornaamste reden is de bijdrage van € 38 mln. per jaar structureel vanaf 2025 ten behoeve van het terugdraaien of verlagen van verschillende onderwijsbezuinigingen uit het hoofdlijnenakkoord naar aanleiding van het amendement van het lid Bontenbal c.s. Daarnaast vallen de naar verwachting incidenteel niet benodigde middelen (€ 35 mln. in 2025 en € 26 mln. in 2026) vrij voor het generale beeld en draagt de Belastingdienst structureel € 17 mln. bij aan de rijksbrede taakstelling uit het hoofdlijnenakkoord (die reeds verwerkt was op artikel 8 Apparaat). In verband met het aanvullende herstel box 3 wordt vanaf de Aanvullende Post € 35 mln. voor 2025 en € 38 mln. voor 2026 toegevoegd aan het personeelsbudget van de Belastingdienst (het overige budget wordt toegevoegd aan het materieel budget). Het gaat hierbij om een gedeelte van de uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de Wet tegenbewijsregeling box 3. In 2025 en 2026 wordt cumulatief € 25 mln. geheralloceerd voor werkzaamheden in het kader van inzage in het fiscaal dossier.5 Daarnaast ontvangt de Belastingdienst budget voor werkzaamheden in opdracht van DG Toeslagen (€ 8 mln. in 2025) en de uitvoering van sanctiemaatregelen in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken (€ 4 mln. in 2025 en € 5 mln. structureel).

Materiële uitgaven

Het budget voor materiële uitgaven wordt incidenteel verhoogd met € 25 mln. in 2025 en structureel verlaagd met € 0,4 mln. In verband met het aanvullend herstel box 3 wordt vanaf de Aanvullende Post € 10 mln. voor 2025 en € 12 mln. voor 2026 toegevoegd aan het materieel budget van de Belastingdienst (het overige budget wordt toegevoegd aan het personeelsbudget). Daarnaast wordt er vanuit artikel 13 Toeslagen € 15 mln. in 2025 naar de Belastingdienst overgeheveld voor overheadskosten ten gevolge van de groei van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) .

Opdrachten

Het budget voor Opdrachten (ICT en overig) wordt incidenteel verhoogd met € 22 mln. in 2025. Dit heeft te maken met de kosten voor onder andere geleverde diensten door de Belastingdienst aan het overheidsdatacenter (ODC) en voor rijksbrede dienstverlening onder beheer van de Belastingdienst (zoals videobellen). Hiertegenover staan evenredige ontvangsten.

Rente

De uitgavenraming van de belasting- en invorderingsrente wordt geactualiseerd naar aanleiding van de nieuwe raming van de korte rente uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB) en de realisatiecijfers uit 2024. Verder wordt er in 2025 € 23 mln. aan rentevergoedingen geraamd in verband met het dossier Sondervermögen (waarin de Hoge Raad heeft bepaald dat een Duits fonds geen buitenlands belastingplichtige is in Nederland).

Ontvangsten

Rente

De ontvangstenraming van de belasting- en invorderingsrente wordt geactualiseerd n.a.v. de nieuwe raming van de korte rente uit het CEP van het CPB en de realisatiecijfers uit 2024.

Boetes en schikkingen

Op basis van de gerealiseerde boeteontvangsten in 2024, wordt de raming in 2025 en 2026 opwaarts bijgesteld.

Apparaatsontvangsten

De apparaatsonvangsten worden opwaarts bijgesteld (€ 20 mln. in 2025 en € 1 mln. structureel). In 2025 worden hogere ontvangsten verwacht voor onder andere geleverde diensten door de Belastingdienst aan het overheidsdatacenter (ODC) en voor rijksbrede dienstverlening onder beheer van de Belastingdienst (zoals videobellen). Hiertegenover staan evenredige uitgaven.

Belastingontvangsten

In de Voorjaarsnota 2025 worden de mutaties van de belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de Voorjaarsnota en de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:

Tabel 9 Belastingontvangsten (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2025 ISB's Vastgestelde begroting 2025 na ISB's (1) Mutatie 1e suppletoire begroting (2) Stand 1e suppletoire begroting 2025 (3) = (1+2)
Totaal belastingontvangsten 273.833.945 0 273.833.945 5.236.014 279.069.959
– /– Afdracht Gemeentefonds 44.896.000 0 44.896.000 1.359.633 46.255.633
– /– Afdracht Provinciefonds 3.552.438 0 3.552.438 226.511 3.778.949
– /– Afdracht BES-fonds 87.642 0 87.642 9.734 97.376
– /– Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds 4.248.694 0 4.248.694 15.979 4.264.673
– /– Belastingontvangsten artikel 9 Douane 18.474.694 0 18.474.694 148.646 18.623.340
Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen 202.574.477 0 202.574.477 3.475.511 206.049.988

Artikel 2 Financiële markten

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Financiële markten (bedragen x € 1.000)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 28.452 0 28.452 2.512 30.964 3.489 1.200 1.200 1.200 28.056
Uitgaven 28.452 0 28.452 2.665 31.117 3.489 1.200 1.200 1.200 28.056
Bekostiging 7.910 0 7.910 0 7.910 0 0 0 0 7.902
Accountantskamer 1.460 0 1.460 0 1.460 0 0 0 0 1.460
Muntcirculatie 5.115 0 5.115 0 5.115 0 0 0 0 5.107
IMVO convenanten 32 0 32 0 32 0 0 0 0 32
Overig 1.303 0 1.303 0 1.303 0 0 0 0 1.303
Opdrachten 8.156 0 8.156 1.190 9.346 3.489 1.200 1.200 1.200 7.735
Wijzer in geldzaken 1.634 0 1.634 0 1.634 1.455 0 0 0 179
Vakbekwaamheid 4.660 0 4.660 0 4.660 0 0 0 0 4.660
Uitvoeringskosten SRH 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Schadeloosstelling SRH 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overig 1.862 0 1.862 1.190 3.052 2.034 1.200 1.200 1.200 2.896
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 11.095 0 11.095 1.475 12.570 0 0 0 0 11.068
Bijdrage AFM BES-toezicht 737 0 737 0 737 0 0 0 0 737
Bijdrage DNB toezicht en DGS BES 2.112 0 2.112 0 2.112 0 0 0 0 2.112
Bijdrage toezicht en handhaving MIF 488 0 488 ‒ 330 158 0 0 0 0 488
Bijdrage PSD II 592 0 592 ‒ 195 397 0 0 0 0 592
Bijdrage FEC 4.532 0 4.532 0 4.532 0 0 0 0 4.532
Overig 2.634 0 2.634 2.000 4.634 0 0 0 0 2.607
Storting/onttrekking begrotingsreserve 625 0 625 0 625 0 0 0 0 625
Dotatie begrotingsreserve DGS BES 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Dotatie begrotingsreserve NHT 625 0 625 0 625 0 0 0 0 625
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 666 0 666 0 666 0 0 0 0 726
IASB 441 0 441 0 441 0 0 0 0 441
(Caribean) Financial Action Task Force 225 0 225 0 225 0 0 0 0 285
Ontvangsten 9.905 0 9.905 0 9.905 1.455 0 0 0 8.450
Bekostiging 2.000 0 2.000 0 2.000 0 0 0 0 2.000
Ontvangsten muntwezen 2.000 0 2.000 0 2.000 0 0 0 0 2.000
Toename munten in circulatie 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opdrachten 1.455 0 1.455 0 1.455 1.455 0 0 0 0
Wijzer in geldzaken 1.455 0 1.455 0 1.455 1.455 0 0 0 0
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 6.450 0 6.450 0 6.450 0 0 0 0 6.450
Overig 6.450 0 6.450 0 6.450 0 0 0 0 6.450
Tabel 11 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 28.452 0 28.452 2.512 30.964 3.489 1.200 1.200 1.200 28.056
waarvan garantieverplichtingen 0 0 0 ‒ 153 ‒ 153 0 0 0 0 0
Garantie SRF 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Garantie WAKO (kernongevallen) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Garantie DGS BES 0 0 0 ‒ 153 ‒ 153 0 0 0 0 0
Garantie Stichting Waarborgfonds Motorverkeer 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen 28.452 0 28.452 2.665 31.117 3.489 1.200 1.200 1.200 28.056
Muntcirculatie 5.115 0 5.115 0 5.115 0 0 0 0 5.107
Vakbekwaamheid 4.660 0 4.660 0 4.660 0 0 0 0 4.660
Schadeloosstelling SRH 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdrage DNB toezicht en DGS BES 2.112 0 2.112 0 2.112 0 0 0 0 2.112
Bijdrage FEC 4.532 0 4.532 0 4.532 0 0 0 0 4.532
Overige betalingsverplichtingen 12.033 0 12.033 2.665 14.698 3.489 1.200 1.200 1.200 11.645
Tabel 12 Geschatte budgetflexibiliteit
2025
juridisch verplicht 71,0%
bestuurlijk gebonden 14,1%
beleidsmatig gereserveerd 14,9%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0,0%

Toelichting

Budgetflexibiliteit

Van de uitgaven op artikel 2 is in 2025 71% juridisch verplicht. Deze verplichte uitgaven (€ 22,1 mln.) bestaan voor het grootste deel uit uitgaven voor vakbekwaamheid (€ 4,7 mln.), muntcirculatie (€ 5,1 mln.), de bijdrage aan het Financieel Expertise Centrum (FEC) (€ 4,5 mln.), de bijdragen aan AFM en DNB voor het toezicht op de BES-eilanden (€ 2,8 mln.), de uitgaven inzake Wijzer in geldzaken (€ 1,6 mln.) en uitgaven omtrent de Accountantskamer (€ 1,5 mln.).

De juridisch verplichte uitgaven aan vakbekwaamheid betreffen de kosten van de centrale Wft-examinering. Het inhoudelijk beheer van de Wft-examinering is opgedragen aan het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD), terwijl het functionele en technische beheer is ondergebracht bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Uitgangspunt is dat de uitgaven worden gefinancierd uit de examengelden (leges) die worden afgedragen aan het ministerie (zie ontvangsten overig). De daaromtrent gemaakte afspraken zijn vastgelegd in een overeenkomst met het CDFD en een overeenkomst met de DUO.

De juridisch verplichte uitgaven vanwege de muntcirculatie komen voort uit de Muntwet, de afspraken met DNB en de afspraken in muntcontract voor circulatiemunten en het muntcontract voor verzamelaarsmunten van DNB met de Koninklijke Nederlandse Munt (KNM). De afspraken betreffen onder meer de te verstrekken vergoedingen vanwege:

  • de productie van circulatiemunten (hieronder vallen niet de aanschafkosten van de circulatiemunten);

  • de productie en distributie van munten die speciaal voor verzamelaars worden geslagen;

  • het verzorgen van de geldsomloop voor zover deze uit munten bestaat;

  • het fungeren als Nationaal Analysecentrum voor Munten.

De bestuurlijk gebonden uitgaven (14,1%) hebben met name betrekking op de uitvoeringstoets van het verbod op cashbetalingen van € 3.000 of meer. Tevens zien deze uitgaven op juridische kosten omtrent de zaak Conservatrix. De beleidsmatig gereserveerde uitgaven (14,9%) hebben betrekking op de implementatie en beheerskosten van de UBO-registers (Ultimate Beneficial Owners, uiteindelijke belanghebbenden).

Verplichtingen

Overige verplichtingen

Overige betalingsverplichtingen

De post overige betalingsverplichtingen is meerjarig bijgesteld. Zie ook de toelichtingen onder «Uitgaven» (Opdrachten - Overig en Bijdrage aan ZBO's/ RWT's - Overig).

Uitgaven

Opdrachten

Wijzer in geldzaken

De reeds gemaakte financieringsafspraken met de partners van Wijzer in geldzaken voor 2026 waren nog niet opgenomen bij de uitgaven en ontvangsten. Zodoende is de post met € 1,5 mln. bijgesteld voor 2026.

Overig

De post overig is meerjarig bijgesteld. Onder andere betreffen dit juridische kosten omtrent de zaak Conservatrix, bancaire kosten in Saba en kosten inzake bijstand voor vitale sectoren door het Nationale Cybersecurity Centrum (NCSC).

Bijdrage aan ZBO's/ RWT's

Overig

Door de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) zijn eind 2022 de UBO-registers gesloten. Omdat nog niet alle Wwft-instellingen weer uittreksels uit het register kunnen opvragen, zijn de beschikbare middelen niet toereikend om de kosten voor beheer en ontwikkeling te kunnen dekken. Deze kosten bedragen € 2,0 mln. in 2025.

Ontvangsten

Opdrachten

Wijzer in geldzaken

Zie toelichting onder 'Uitgaven'.

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector (bedragen x € 1.000)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 19.975.561 0 19.975.561 54.966.460 74.942.021 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 109.874
Uitgaven 14.783.893 0 14.783.893 2.999.700 17.783.593 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 109.874
Garanties 20 0 20 0 20 0 0 0 0 20
Regeling Bijzondere Financieringen 20 0 20 0 20 0 0 0 0 20
Leningen 14.200.000 0 14.200.000 0 14.200.000 0 0 0 0 0
Lening TenneT 14.200.000 0 14.200.000 0 14.200.000 0 0 0 0 0
Opdrachten 4.704 0 4.704 0 4.704 0 0 0 0 4.985
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen 4.704 0 4.704 0 4.704 0 0 0 0 4.985
Opstart Invest International 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Vermogensverschaffing/-onttrekking 574.000 0 574.000 3.000.000 3.574.000 0 0 0 0 100.000
Kapitaalinjectie TenneT 0 0 0 3.000.000 3.000.000 0 0 0 0 0
Aan-/verkoop vermogenstitels 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Afdrachten Staatsloterij 100.000 0 100.000 0 100.000 0 0 0 0 100.000
Kapitaalinjectie Invest-NL 330.000 0 330.000 0 330.000 0 0 0 0 0
Kapitaalinjectie Invest International 144.000 0 144.000 0 144.000 0 0 0 0 0
Kapitaalinjectie regionale netbeheerders 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 5.169 0 5.169 ‒ 300 4.869 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 4.869
NLFI 5.169 0 5.169 ‒ 300 4.869 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 4.869
Ontvangsten 1.812.752 0 1.812.752 98.803 1.911.555 ‒ 347.882 ‒ 114.911 ‒ 92.000 ‒ 45.000 2.772.992
Garanties 1.000 0 1.000 3.000 4.000 33.000 75.000 115.000 157.000 189.000
Premieontvangsten garantie TenneT 0 0 0 3.000 3.000 33.000 75.000 115.000 157.000 188.000
Premieontvangsten garantie KLM 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Premieontvangsten Gasunie 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Premieontvangsten garantie FMO 1.000 0 1.000 0 1.000 0 0 0 0 1.000
Leningen 743.252 0 743.252 ‒ 115.134 628.118 ‒ 158.882 ‒ 12.911 0 0 1.632.492
Renteontvangsten lening KLM 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Aflossing lening KLM 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Renteontvangsten lening TenneT 743.252 0 743.252 ‒ 115.134 628.118 ‒ 158.882 ‒ 12.911 0 0 1.632.492
Vermogensverschaffing/-onttrekking 1.064.000 0 1.064.000 210.937 1.274.937 ‒ 222.000 ‒ 177.000 ‒ 207.000 ‒ 202.000 947.000
Aan-/verkoop vermogenstitels 0 0 0 409.737 409.737 0 0 0 0 0
Afdrachten Staatsloterij 100.000 0 100.000 0 100.000 0 0 0 0 100.000
Dividenden staatsdeelnemingen 964.000 0 964.000 ‒ 198.800 765.200 ‒ 222.000 ‒ 177.000 ‒ 207.000 ‒ 202.000 847.000
Winstafdracht DNB 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
waarvan: Griekse inkomsten SMP 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
waarvan: rente-inkomsten ESM 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 4.500 0 4.500 0 4.500 0 0 0 0 4.500
NLFI 4.500 0 4.500 0 4.500 0 0 0 0 4.500
Tabel 14 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 19.975.561 0 19.975.561 54.966.460 74.942.021 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 109.874
waarvan garantieverplichtingen 0 0 0 51.966.760 51.966.760 0 0 0 0 0
Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Garantie FMO 0 0 0 ‒ 33.240 ‒ 33.240 0 0 0 0 0
Garantie TenneT 0 0 0 52.000.000 52.000.000 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen 19.975.561 0 19.975.561 2.999.700 22.975.261 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 109.874
Lening KLM 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Lening SRH ‒ 8.332 0 ‒ 8.332 0 ‒ 8.332 0 0 0 0 0
Lening TenneT 19.400.000 0 19.400.000 0 19.400.000 0 0 0 0 0
Kapitaalinjectie TenneT 0 0 0 3.000.000 3.000.000 0 0 0 0 0
Verwerving vermogenstitels 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Afdrachten Staatsloterij 100.000 0 100.000 0 100.000 0 0 0 0 100.000
Kapitaalinjectie Invest-NL 330.000 0 330.000 0 330.000 0 0 0 0 0
Kapitaalinjectie Invest International 144.000 0 144.000 0 144.000 0 0 0 0 0
Kapitaalinjectie regionale netbeheerders 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige betalingsverplichtingen 9.893 0 9.893 ‒ 300 9.593 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 9.874
Tabel 15 Geschatte budgetflexibiliteit
2025
juridisch verplicht 82,0%
bestuurlijk gebonden 18,0%
beleidsmatig gereserveerd 0,0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0,0%

Toelichting

Budgetflexibiliteit

De uitgaven op artikel 3 zijn in 2025 voor 82% juridisch verplicht en voor 18% bestuurlijk gebonden. De juridisch verplichte uitgaven bestaan voornamelijk uit de lening aan TenneT, (een deel van) de kapitaalinjecties aan Invest-NL en de afdrachten Staatsloterij. De bestuurlijk gebonden uitgaven bestaan vooral uit de gereserveerde kapitaastorting TenneT en de kapitaalinjecties aan Invest International.

Kapitaalinjectie Invest International en Invest-NL

De kapitaalinjecties voor Invest International zijn bestuurlijk gebonden. Na goedkeuring van de concrete aanvragen voor de kapitaalinjecties door Invest International wordt de verplichting juridisch vastgelegd. De kapitaalinjecties voor Invest-NL zijn grotendeels juridisch verplicht. Voor beide instellingen geldt dat de kapitaalinjecties naar verwachting nodig zijn om hun activiteiten uit te voeren.

Afdrachten Staatsloterij

De afdrachten Staatsloterij (uitgaven en ontvangsten) zijn 100% juridisch verplicht op basis van de Wet op de Kansspelen (WOK).

Verplichtingen

Garantieverplichtingen

Garantie FMO

De uitstaande garantie (USD 16 mld.) wordt naar beneden bijgesteld met € 33,2 mln. aan de hand van de EUR-USD wisselkoers per 1 maart 2025. De garantie is in USD ten opzichte van de Rijksbegroting in EUR. Aangezien de koers van de euro ten opzichte van de dollar is gestegen, daalt de waarde van deze garantie.

Garantie TenneT

De financieringsbehoefte van TenneT Nederland werd voorheen ingevuld met een combinatie van eigen vermogen en vreemd vermogen (ofwel schuld). Door de grote investeringsagenda neemt de financieringsbehoefte fors toe. Om te zorgen dat TenneT Nederland deze investeringsopgave kan financieren, heeft het kabinet besloten een garantie af te geven. Daarmee kan TenneT Nederland leningen aantrekken met dezelfde kredietwaardigheid als de Nederlandse staat (AAA). Als gevolg hiervan kan TenneT Nederland meer en goedkoper schuld ophalen op de kapitaalmarkt. In 2025 bedraagt het schuldplafond van de garantie € 52 mld. Over de garantie zal de Staat jaarlijks premie ontvangen.

Verplichtingen en uitgaven

Overige verplichtingen

Kapitaalinjectie TenneT

In totaal is een reservering van € 7,3 mld. voor kapitaalstortingen in TenneT Duitsland opgenomen. Hiervan is € 3,0 mld. opgenomen op de Financiënbegroting, de overige € 4,3 mld. is op de Aanvullende Post gereserveerd. De gehele reservering moet worden gezien als een last resort maatregel, die zal worden gebruikt in het onverwachte geval dat de deelname van private investeerders niet voldoende is om de gehele kapitaalbehoefte in te vullen. Het kabinet acht een deelname van private investeerders in TenneT Duitsland de beste structurele oplossing voor het invullen van de kapitaalbehoefte van TenneT Duitsland.

Ontvangsten

Garanties

Premieontvangsten TenneT

De Staat ontvangt als garantieverstrekker garantiepremie voor het verstrekken van de garantie aan TenneT Nederland. De premie wordt betaald over alle schuld die TenneT nieuw heeft aangetrokken onder de garantie en wordt gelijkgesteld aan het verwachte financieringsvoordeel dat TenneT krijgt door het verstrekken van de garantie.

Leningen

Renteontvangsten Lening TenneT

De raming van de renteontvangsten op de lening aan TenneT wordt bijgesteld aan de hand van de meest recente inzichten ten aanzien van het betaalritme waarmee TenneT de rente op leningsfaciliteit voldoet en de hoogte van de rente.

Vermogensverschaffing/-onttrekking

Aan-/verkoop vermogenstitels

De verwachte ontvangsten worden met € 409,7 mln. naar boven bijgesteld, als gevolg van de verkoopopbrengst door het lopende verkoopprogramma van aandelen ABN AMRO tot en met maart 2025.

Dividenden staatsdeelnemingen

De dividendraming van de niet-financiële staatsdeelnemingen wordt aangepast als gevolg van de huidige marktomstandigheden. Er worden per saldo hogere ontvangsten verwacht, onder meer de winst van Schiphol valt de komende jaren hoger uit dan was geraamd in de begroting. Wel is het dividenduitkeringspercentage van Schiphol verlaagd, om Schiphol een gezonde financiële positie te laten behouden, gegeven haar grote investeringsagenda.

Voor de financiële staatsdeelnemingen worden lagere ontvangsten verwacht, onder andere door de afbouw van het belang in ABN AMRO. Hierdoor wordt over minder aandelen dividend ontvangen.

Per saldo voor zowel de financiële als niet-financiële staatsdeelnemingen betreft het in 2025 een bijstelling naar beneden van circa € 199 mln.

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Internationale financiële betrekkingen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 2.584.933 0 2.584.933 6.543 2.591.476 ‒ 1 92.694 75.371 63.236 2.129
Uitgaven 628.955 0 628.955 363.327 992.282 ‒ 312.645 ‒ 2.077 0 95.028 460.325
Garanties 7.559 0 7.559 33.841 41.400 16.793 ‒ 2.077 0 0 0
EIB pan-Europees garantiefonds 7.559 0 7.559 33.841 41.400 16.793 ‒ 2.077 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 618.935 0 618.935 329.438 948.373 ‒ 329.438 0 0 95.028 458.196
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen 1.519 0 1.519 0 1.519 0 0 0 0 19
Rentecompensatie ESM 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wereldbank 323.080 0 323.080 329.438 652.518 ‒ 329.438 0 0 95.028 458.177
EBRD 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kapitaalinleg ESM 252.900 0 252.900 0 252.900 0 0 0 0 0
Bijdrage EU voor rente Oekraïne 41.436 0 41.436 0 41.436 0 0 0 0 0
Leningen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Teruggave winsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Lening aan Oekraïne 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opdrachten 2.461 0 2.461 48 2.509 0 0 0 0 2.129
Technische assistentie 2.361 0 2.361 0 2.361 0 0 0 0 2.029
Overige opdrachten 100 0 100 48 148 0 0 0 0 100
Ontvangsten 67.620 0 67.620 ‒ 9.193 58.427 ‒ 169.722 ‒ 165.254 ‒ 161.819 1.474 247.766
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 3.733 0 3.733 0 3.733 0 0 0 0 2.965
Ontvangsten IFI's 3.733 0 3.733 0 3.733 0 0 0 0 2.965
Ontvangsten ESM Kapitaal 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Leningen 63.887 0 63.887 ‒ 9.193 54.694 ‒ 169.722 ‒ 165.254 ‒ 161.819 1.474 244.801
Aflossing lening Griekenland 0 0 0 0 0 ‒ 159.919 ‒ 159.919 ‒ 159.919 0 159.919
Renteontvangsten lening Griekenland 63.887 0 63.887 ‒ 9.193 54.694 ‒ 9.803 ‒ 5.335 ‒ 1.900 1.474 48.211
Aflossing lening Oekraïne 0 0 0 0 0 0 0 0 0 33.333
Renteontvangsten lening Oekraïne 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3.338
Tabel 17 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 2.584.933 0 2.584.933 6.543 2.591.476 ‒ 1 92.694 75.371 63.236 2.129
waarvan garantieverplichtingen 1.364.000 0 1.364.000 43.067 1.407.067 0 0 0 0 0
Kredieten EU-betalingsbalanssteun 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Garantie aan DNB inzake IMF 0 0 0 57.124 57.124 0 0 0 0 0
ESM 1.364.000 0 1.364.000 0 1.364.000 0 0 0 0 0
EFSM 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
AIIB 0 0 0 ‒ 1.678 ‒ 1.678 0 0 0 0 0
EIB 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wereldbank 0 0 0 ‒ 12.379 ‒ 12.379 0 0 0 0 0
SURE 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
EIB - pan-Europees garantiefonds 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
NGEU 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
MFB 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
MFB Headroomgarantie 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Oekraïne faciliteit 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen 1.220.933 0 1.220.933 ‒ 36.524 1.184.409 ‒ 1 92.694 75.371 63.236 2.129
EIB - pan-Europees garantiefonds 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen 1 0 1 ‒ 1 0 ‒ 1 ‒ 1 ‒ 1 ‒ 1 0
Rentecompensatie ESM 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wereldbank 965.571 0 965.571 ‒ 36.571 929.000 0 92.695 75.372 63.237 0
EBRD 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kapitaalinleg ESM 252.900 0 252.900 0 252.900 0 0 0 0 0
Bijdrage EU voor rente Oekraïne 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Teruggave winsten SMP/ANFA 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Lening aan Oekraïne 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Technische assistentie kiesgroeplanden 2.361 0 2.361 0 2.361 0 0 0 0 2.029
Overige betalingsverplichtingen 100 0 100 48 148 0 0 0 0 100
Tabel 18 Geschatte budgetflexibiliteit
2025
juridisch verplicht 99,7%
bestuurlijk gebonden 0,0%
beleidsmatig gereserveerd 0,3%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0,0%

Toelichting

Budgetflexibiliteit

In 2025 bedraagt het totaal aan juridisch verplichte uitgaven 99,7% van het totaal aan uitgaven. Het bestaat voornamelijk uit uitgaven op garanties en bijdragen aan internationale organisaties. De 0,3% bij beleidsmatig gereserveerd bestaat voornamelijk uit technische assistentie aan kiesgroeplanden waarvoor nog geen verplichting is aangegaan.

Verplichtingen

Garantieverplichtingen

Garantie aan DNB inzake IMF

De uitstaande garantie wordt met € 57,1 mln. bijgesteld op basis van de wisselkoers. De garantie is in SDR (Special Drawing Rights) ten opzichte van de Rijksbegroting in EUR.

Wereldbank - IBRD

De uitstaande garantie aan de International Bank for Reconstruction and Development (IBRD, onderdeel van de Wereldbank) wordt met € 12,4 mln. bijgesteld op basis van de wisselkoers. De garantie is in USD ten opzichte van de Rijksbegroting in EUR.

Overige verplichtingen

Wereldbank - IDA

Het verplichtingenbudget voor de International Development Association (IDA, onderdeel van de Wereldbank) wordt geactualiseerd op basis van de laatste ontwikkelingen. Zo wordt het budget in 2025 verlaagd en gelijk gesteld aan de toegezegde bijdrage aan IDA21 conform het onderhandelingsresultaat (€ 929 mln. op de FIN-begroting). Tevens wordt het verplichtingenbudget in 2027, 2028 en 2029 gelijk gesteld aan de resterende gereserveerde middelen voor toekomstige IDA-bijdragen.

Uitgaven

Garanties

EIB pan-Europees garantiefonds

De EIB heeft in 2020 het pan-Europees garantiefonds (EGF) opgericht om de negatieve economische gevolgen van de coronacrisis te beperken. De allocatieperiode voor de producten in het fonds is afgelopen, waardoor het EGF nu in een fase zit waarin de garanties ingeroepen kunnen worden. De uitgaven zullen verspreid plaatsvinden over enkele jaren, daarom is deze verliesraming opgenomen. De betalingen voor 2025 en 2026 vallen naar schatting hoger uit dan het eerder gereserveerde bedrag, met een bedrag van € 33,8 mln. en € 16,8 mln. Dit komt doordat moeilijk te ramen is wanneer de verliezen zich precies voordoen en verliezen zich later voordoen vanwege een eerdere verlenging van het fonds. Om dezelfde reden vielen de verliezen in 2023 lager en in 2024 hoger uit dan geraamd. De investeringen onder het garantiefonds houden een hoog risicoprofiel, Nederland acht het daarom waarschijnlijk dat de garantie ingeroepen zal worden. Ondanks deze aanpassing is de verwachting dat het totale Nederlandse aandeel in de verwachte verliezen niet zal stijgen (blijft 20% van de totale garantie, verdeeld over de looptijd van het fonds)6.

Wereldbank - IDA

Dit betreft een aanpassing van het kasritme van de IDA bijdrage aan de Wereldbank. De geplande betalingen van € 329,4 mln. in 2026 worden al bijgedragen in 2025. Tevens worden vanaf 2029 vanuit de begroting van BHO extra middelen overgeheveld ten gunste van de IDA-bijdrage. De IDA bijdrage valt onder het ODA-budget.

Ontvangsten

Leningen

Aflossing lening Griekenland

In 2024 heeft Griekenland een deel van de uitstaande leningen onder de Greek Loan Facility vervroegd afgelost (€ 479,8 mln.). Het totale bedrag staat gelijk aan de voorziene aflossing voor 2026, 2027 en 2028, waardoor in deze jaren niet zal worden afgelost.

Renteontvangsten lening Griekenland

Op basis van de meest recente renteramingen van het Centraal Planbureau (CPB) en de bijstelling van de aflossing van de lening worden de verwachte renteontvangsten van de lening aan Griekenland bijgesteld.

Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 10.086.158 0 10.086.158 12.586 10.098.744 5.396 4.016 4.016 4.016 10.090.827
Uitgaven 148.158 0 148.158 7.586 155.744 396 ‒ 984 ‒ 984 ‒ 984 147.827
Opdrachten 19.386 0 19.386 2.586 21.972 1.396 16 16 16 20.033
Kostenvergoeding Atradius DSB 19.283 0 19.283 1.836 21.119 1.396 16 16 16 19.930
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten 0 0 0 750 750 0 0 0 0 0
Overige uitgaven 103 0 103 0 103 0 0 0 0 103
Garanties 57.000 0 57.000 6.000 63.000 0 0 0 0 57.000
Schade-uitkering EKV 57.000 0 57.000 0 57.000 0 0 0 0 57.000
Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten 0 0 0 6.000 6.000 0 0 0 0 0
Storting/onttrekking begrotingsreserve 71.772 0 71.772 ‒ 1.000 70.772 ‒ 1.000 ‒ 1.000 ‒ 1.000 ‒ 1.000 70.794
Mutatie begrotingsreserve EKV 71.772 0 71.772 ‒ 1.000 70.772 ‒ 1.000 ‒ 1.000 ‒ 1.000 ‒ 1.000 70.794
Ontvangsten 131.458 0 131.458 3.836 135.294 ‒ 4.604 ‒ 5.984 ‒ 5.984 ‒ 5.984 99.505
Garanties 107.175 0 107.175 2.000 109.175 ‒ 6.000 ‒ 6.000 ‒ 6.000 ‒ 6.000 74.575
Premies EKV 70.244 0 70.244 0 70.244 0 0 0 0 70.244
Premies herverzekering leverancierskredieten 0 0 0 7.000 7.000 0 0 0 0 0
Schaderestituties EKV voor 1999 26.743 0 26.743 0 26.743 0 0 0 0 0
Schaderestituties EKV vanaf 1999 tot 2019 1.528 0 1.528 ‒ 1.000 528 ‒ 1.000 ‒ 1.000 ‒ 1.000 ‒ 1.000 550
Schaderestituties EKV na 2019 8.660 0 8.660 ‒ 5.000 3.660 ‒ 5.000 ‒ 5.000 ‒ 5.000 ‒ 5.000 3.781
Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten 0 0 0 1.000 1.000 0 0 0 0 0
Storting/onttrekking begrotingsreserve 24.283 0 24.283 1.836 26.119 1.396 16 16 16 24.930
Mutatie begrotingsreserve EKV 24.283 0 24.283 1.836 26.119 1.396 16 16 16 24.930
Tabel 20 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 10.086.158 0 10.086.158 12.586 10.098.744 5.396 4.016 4.016 4.016 10.090.827
waarvan garantieverplichtingen 9.995.000 0 9.995.000 5.000 10.000.000 5.000 5.000 5.000 5.000 10.000.000
Herverzekering leverancierskredieten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Exportkrediet-verzekeringen 9.995.000 0 9.995.000 5.000 10.000.000 5.000 5.000 5.000 5.000 10.000.000
waarvan: aangegane garantieverplichtingen 9.995.000 0 9.995.000 5.000 10.000.000 5.000 5.000 5.000 5.000 10.000.000
waarvan: vervallen garantieverplichtingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen 91.158 0 91.158 7.586 98.744 396 ‒ 984 ‒ 984 ‒ 984 90.827
Kostenvergoeding Atradius DSB 19.283 0 19.283 1.836 21.119 1.396 16 16 16 19.930
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten 0 0 0 750 750 0 0 0 0 0
Storting begrotingsreserve EKV 71.772 0 71.772 ‒ 1.000 70.772 ‒ 1.000 ‒ 1.000 ‒ 1.000 ‒ 1.000 70.794
Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten 0 0 0 6.000 6.000 0 0 0 0 0
Overige betalingsverplichtingen 103 0 103 0 103 0 0 0 0 103
Tabel 21 Geschatte budgetflexibiliteit
2025
juridisch verplicht 100%
bestuurlijk gebonden 0%
beleidsmatig gereserveerd 0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

Toelichting

Budgetflexibiliteit

Opdrachten

Dit budget is 100% juridisch verplicht op basis van een overeenkomst met ADSB.

Garanties

Deze uitgaven zijn 100% juridisch verplicht, aangezien deze voortvloeien uit afgesloten exportkredietverzekeringen. Indien de verzekerde risico’s zich materialiseren en aan alle verzekeringsvoorwaarden is voldaan, moet de Staat als verzekeraar tot uitkering overgaan.

Verplichtingen en uitgaven

Opdrachten

De reden van de toename van de uitvoeringskosten komt voornamelijk door het hoger uitvallen van de kostenvergoeding ADSB en kosten voor externe expertise. Deze uitvoeringskosten worden middels een desaldering gedekt uit de begrotingsreserve.

Garanties

De herverzekering leverancierskredieten betreft een coronamaatregel waarbij er door de Staat voorkomen werd dat de kortlopende kredietverlening in de private verzekeringssector stilviel. De tijdelijke regeling is per 1 juli 2021 beëindigd, echter kunnen uitgaven en ontvangsten nog langer doorlopen. Uit de nieuwe raming van ADSB blijkt dat ook in 2025 uitgaven voor de schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten worden verwacht, daarom wordt de raming aangepast (€ 6 mln.).

Ontvangsten

Garanties

Premies herverzekering leverancierskredieten

Zie ook de toelichting onder 'Uitgaven - garanties'. Uit de nieuwe raming van ADSB blijkt dat ook in 2025 premieontvangsten voor de schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten worden verwacht, daarom wordt de raming bijgesteld (€ 7 mln.).

Schaderestituties ekv

De ontvangsten vanuit de schaderestituties worden meerjarig naar beneden bijgesteld op basis van de laatste inzichten. Hier is niet direct één oorzaak te geven, voor meerdere landen is de raming aangepast doordat er nu meer inzicht is in de recuperatie-mogelijkheden.

Artikel 6 Btw-compensatiefonds

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 Btw-compensatiefonds (bedragen x € 1.000)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 4.248.694 0 4.248.694 15.979 4.264.673 5.854 6.239 5.406 3.593 4.252.229
Uitgaven 4.248.694 0 4.248.694 15.979 4.264.673 5.854 6.239 5.406 3.593 4.252.229
Bijdrage aan medeoverheden 4.248.694 0 4.248.694 15.979 4.264.673 5.854 6.239 5.406 3.593 4.252.229
Bijdragen aan gemeenten 3.811.094 0 3.811.094 4.006 3.815.100 1.422 1.787 954 0 3.811.036
Bijdragen aan provincies 437.600 0 437.600 11.973 449.573 4.432 4.452 4.452 3.593 441.193
Ontvangsten 4.248.694 0 4.248.694 15.979 4.264.673 5.854 6.239 5.406 3.593 4.252.229
Tabel 23 Geschatte budgetflexibiliteit
2025
juridisch verplicht 100%
bestuurlijk gebonden 0%
beleidsmatig gereserveerd 0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

Toelichting

Budgetflexibiliteit

De bijdrage van het Rijk ter compensatie van de door decentrale overheden betaalde btw is opgenomen in de Wet op het Btw-compensatiefonds (BCF). De wet bevat de voorwaarden waarbinnen gemeenten en provincies kunnen claimen uit het BCF. Met ingang van 2015 is het BCF geplafonneerd.7 Dit plafond groeit jaarlijks mee met de uitkomst van de normeringssystematiek. Als minder geclaimd wordt uit het fonds dan het plafond, dan wordt de ruimte onder het plafond gestort in het Gemeente- en Provinciefonds. Als meer wordt geclaimd uit het fonds dan het plafond, dan wordt het bedrag boven het plafond teruggevorderd uit het Gemeente- en Provinciefonds. Hierdoor zijn het BCF en het Gemeente- en Provinciefonds communicerende vaten.

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar het gemeente- of provinciefonds wordt het geraamde btw-deel van de overheveling in het BCF gestort (meerjarig circa € 37,2 mln.). Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw die verband houdt met de overhevelingen terugvragen bij het BCF. De ontvangsten zijn gelijk aan de uitgaven omdat de terugbetaalde btw-bedragen tevens belastinginkomsten zijn. Een onder- of overschrijding bij het BCF komt ten laste of ten gunste van het gemeente- en provinciefonds.

Artikel 9 Douane

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 24 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 Douane (bedragen x € 1.000)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 837.396 0 837.396 ‒ 3.432 833.964 20.728 38.948 47.009 39.155 915.593
Uitgaven (1) + (2) 837.396 0 837.396 ‒ 3.432 833.964 20.728 38.948 47.009 39.155 915.593
(1) Apparaatsuitgaven 569.535 0 569.535 610 570.145 1.226 31.146 30.258 29.842 646.004
Personele uitgaven 564.366 0 564.366 783 565.149 922 29.862 28.956 28.540 580.521
Eigen personeel 544.020 0 544.020 783 544.803 922 29.862 28.956 28.540 575.091
Inhuur externen 19.676 0 19.676 0 19.676 0 0 0 0 5.200
Overig personeel 670 0 670 0 670 0 0 0 0 230
Materiële uitgaven 5.169 0 5.169 ‒ 173 4.996 304 1.284 1.302 1.302 65.483
ICT 1.466 0 1.466 ‒ 205 1.261 ‒ 18 ‒ 18 0 0 2.458
Bijdrage aan SSO's ‒ 322 0 ‒ 322 322 0 322 322 322 322 38.939
Overig materieel 4.025 0 4.025 ‒ 290 3.735 0 980 980 980 24.086
(2) Programma-uitgaven 267.861 0 267.861 ‒ 4.042 263.819 19.502 7.802 16.751 9.313 269.589
Bekostiging 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige bekostiging 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 1.488 0 1.488 0 1.488 0 0 0 0 1.488
Overige bijdrage ZBO's/RWT's 1.488 0 1.488 0 1.488 0 0 0 0 1.488
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 196 0 196 1.085 1.281 0 0 0 0 196
Wereld Douane Organisatie 196 0 196 0 196 0 0 0 0 196
Bijdragen vertragingsrente EU 0 0 0 1.085 1.085 0 0 0 0 0
Bijdrage aan overige (inter)nationale organisaties 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opdrachten 40.189 0 40.189 ‒ 15.212 24.977 9.417 ‒ 2.283 6.666 ‒ 772 31.742
ICT opdrachten 17.150 0 17.150 ‒ 3.445 13.705 ‒ 1.471 ‒ 1.471 ‒ 980 0 8.682
Overige opdrachten 23.039 0 23.039 ‒ 11.767 11.272 10.888 ‒ 812 7.646 ‒ 772 23.060
Bijdrage aan agentschappen 3.514 0 3.514 0 3.514 0 0 0 0 3.514
Bijdrage overige agentschappen 3.514 0 3.514 0 3.514 0 0 0 0 3.514
Rente 3.000 0 3.000 10.000 13.000 10.000 10.000 10.000 10.000 13.000
Belasting- en invorderingsrente 3.000 0 3.000 10.000 13.000 10.000 10.000 10.000 10.000 13.000
(Schade)vergoeding 55 0 55 85 140 85 85 85 85 140
(Schade)vergoedingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Vergoeding proceskosten 55 0 55 85 140 85 85 85 85 140
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 219.419 0 219.419 0 219.419 0 0 0 0 219.509
Toegerekende uitgaven van Belastingen 219.419 0 219.419 0 219.419 0 0 0 0 219.509
Ontvangsten (3) +(4) 18.485.399 0 18.485.399 160.646 18.646.045 130.734 184.821 259.231 341.410 21.649.972
Programma-ontvangsten (3) 18.484.794 0 18.484.794 160.646 18.645.440 130.734 184.821 259.231 341.410 21.649.972
waarvan: Belastingontvangsten 18.474.694 0 18.474.694 148.646 18.623.340 118.734 172.821 247.231 329.410 21.637.972
Bekostiging 500 0 500 0 500 0 0 0 0 0
Doorbelasten kosten vervolging 500 0 500 0 500 0 0 0 0 0
Rente 5.600 0 5.600 12.000 17.600 12.000 12.000 12.000 12.000 12.000
Belasting- en invorderingsrente 5.600 0 5.600 12.000 17.600 12.000 12.000 12.000 12.000 12.000
Boetes en schikkingen 4.000 0 4.000 0 4.000 0 0 0 0 0
Ontvangsten boetes en schikkingen 4.000 0 4.000 0 4.000 0 0 0 0 0
Apparaatontvangsten (4) 605 0 605 0 605 0 0 0 0 0
Tabel 25 Geschatte budgetflexibiliteit1
2025
juridisch verplicht 89%
bestuurlijk gebonden 0%
beleidsmatig gereserveerd 11%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%
  1. De berekende budgetflexibiliteit heeft betrekking op de programma-uitgaven, waarbij de toegerekende uitgaven van Belastingen buiten beschouwing zijn gelaten.

Toelichting

Budgetflexibiliteit

Bijdrage aan ZBO's/RWT

De bijdrage aan ZBO's en RWT's zijn beleidsmatig gereserveerd.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Douane is verantwoordelijk voor de heffing en inning van de Traditionele Eigen Middelen (TEM, invoerrechten) en de tijdige terbeschikkingstelling van deze eigen middelen aan de Europese Commissie (EC). De heffing, inning en terbeschikkingstelling van TEM door de Nederlandse Douane zijn gebaseerd op wetgeving van de EU. De lidstaten hoeven bedragen niet ter beschikking van de EC te stellen als deze niet kunnen worden geïnd door redenen die niet aan hen te wijten zijn. De EC beoordeelt deze casussen en kan alsnog het verschuldigde TEM bedrag opeisen, inclusief progressieve verschuldigde vertragingsrente. De vertragingsrente is 100% juridisch verplicht.

Opdrachten

Voor de correcte toepassing van de douanewetgeving worden opdrachten gegeven om ICT-systemen aan te passen. In de Algemene Douanewet staan de toezichtstaken en bevoegdheden uitgewerkt. Voor de uitvoering van de Algemene Douanewet geeft Douane opdrachten voor de inkoop van Douane specifieke middelen, bijvoorbeeld speurhonden, detectiesystemen, werktuigen, meldkamervoorzieningen en laboratoria. De post ICT opdrachten is voor 100% juridisch verplicht en de post Overige opdrachten is voor 50% juridisch verplicht en voor de overige 50% beleidsmatig gereserveerd.

Bijdrage agentschappen

Dit betreft met name de bijdrage aan de Rijksrederij van Rijkswaterstaat en is 100% juridisch verplicht vanuit samenwerkingsovereenkomsten.

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De personele uitgaven voor 2025 zijn bijgesteld met € 0,8 mln. De meest belangrijke en relevante mutaties zijn:

  • Er is budget toegekend voor het continueren van sanctiemaatregelen (vanaf 2027 € 21,6 mln. structureel).

  • Douane moet nieuwe taken uitvoeren voor Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). Op basis van de uitvoeringstoets zijn middelen toegevoegd. In 2025 gaat het om € 0,7 mln. en in 2026 om € 1,6 mln.

  • In het kader van het Programma Stuur in Eigen Hand is de dienstverlening (o.a. facilitaire zaken en O&P) vanuit de Belastingdienst aan Douane in kaart gebracht en zijn de diensten van tarieven voorzien. De budgetten zijn overgeheveld vanuit artikel 1 belastingen aan artikel 9 Douane. Douane heeft de budgetten terug overgeheveld als vergoeding voor de dienstverlening, behalve het budget vanaf 2027 voor de O&P dienstverlening (€ 9,6 mln.) en budget voor 2030 voor CFD en F&MI (€ 12,3 mln. en € 3,3 mln.)

  • De apparaatstaakstelling leidt in 2026 tot een bezuiniging op personele uitgaven van € 0,7 mln., oplopend naar € 2,9 mln. in 2030.

Opdrachten

De uitgaven aan opdrachten voor 2025 zijn bijgesteld met ‒ € 15,2 mln. De meest belangrijke en relevante mutaties zijn:

  • Er is € 11,7 mln. aan het budget van 2025 toegevoegd voor de aanschaf van scan-en detectiematerialen, dit is een CCEI-subsidie

(Customs Control Equipment Instrument) welke vorig jaar is ontvangen.

  • Van 2025 wordt in totaal € 20,1 mln. geschoven naar 2026 en 2028 op basis van de geplande uitgaven voor scan-en detectie materiaal.

  • Vanuit het ministerie van Justitie & Veiligheid zijn er middelen beschikbaar gesteld voor de inzet van drones en onderwaterdetectie in het kader van overkoepelende innovatieve initiatieven Mainportsaanpak (€ 1,1 mln.)

  • Douane heeft budget beschikbaar gesteld aan de Belastingdienst (€ 6,3 mln.) voor aanschaf van uniformen, extra ontwikkelcapaciteit voor het Douaneaangiften Management Systeem (DMS), en het nieuwe systeem voor het Douane vervoerproces (Ermis).

Rente

De uitgavenraming van de belasting- en invorderingsrente wordt geactualiseerd naar aanleiding van de realisatiecijfers uit 2024.

Ontvangsten

Rente

De ontvangstenraming van de belasting- en invorderingsrente wordt geactualiseerd naar aanleiding van de realisatiecijfers uit 2024.

Belastingontvangsten

In de Voorjaarsnota 2025 worden de mutaties van de Belastingontvangsten toegelicht. Een specificatie van de Belastingontvangsten is te vinden onder de toelichting van artikel 1 Belastingen.

Artikel 13 Toeslagen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 26 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 Toeslagen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 2.661.086 0 2.661.086 ‒ 619.082 2.042.004 387.351 613.307 372.755 1.197 361.973
Uitgaven (1) + (2) 2.821.655 0 2.821.655 ‒ 619.082 2.202.573 387.351 613.307 372.755 1.197 361.973
(1) Apparaatsuitgaven 681.280 0 681.280 ‒ 34.927 646.353 120.336 65.062 2.390 847 163.827
Personele uitgaven 662.999 0 662.999 ‒ 40.601 622.398 114.534 63.312 1.390 ‒ 153 158.246
Eigen personeel 250.933 0 250.933 23.736 274.669 95.700 61.112 1.790 247 144.511
Inhuur externen 410.911 0 410.911 ‒ 64.337 346.574 18.834 2.200 ‒ 400 ‒ 400 12.580
Overig personeel 1.155 0 1.155 0 1.155 0 0 0 0 1.155
Materiële uitgaven 18.281 0 18.281 5.674 23.955 5.802 1.750 1.000 1.000 5.581
ICT 275 0 275 0 275 0 0 0 0 220
Bijdrage aan SSO's 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige materiële uitgaven 18.006 0 18.006 5.674 23.680 5.802 1.750 1.000 1.000 5.361
(2) Programma-uitgaven 2.140.375 0 2.140.375 ‒ 584.155 1.556.220 267.015 548.245 370.365 350 198.146
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 106 0 106 0 106 0 0 0 0 106
Bijdrage overige ZBO's/RWT's 106 0 106 0 106 0 0 0 0 106
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 4.130 0 4.130 0 4.130 4.130 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 4.130 0 4.130 0 4.130 4.130 0 0 0 0
Opdrachten 74.801 0 74.801 7.744 82.545 29.157 0 0 0 127
ICT opdrachten 27 0 27 0 27 0 0 0 0 27
Overige opdrachten 74.774 0 74.774 7.744 82.518 29.157 0 0 0 100
Bijdrage aan medeoverheden 25.094 0 25.094 105.564 130.658 40.000 0 0 0 0
Bijdrage aan medeoverheden 25.094 0 25.094 105.564 130.658 40.000 0 0 0 0
(Schade)vergoeding 1.786.692 0 1.786.692 ‒ 697.463 1.089.229 193.728 548.245 370.365 350 600
Compensatie toeslagengedupeerden 1.338.568 0 1.338.568 ‒ 1.068.965 269.603 ‒ 483.383 ‒ 333.718 11.660 0 0
Kwijtschelden private schulden 124.338 0 124.338 ‒ 70.238 54.100 21.745 27.673 0 0 0
Herstelprogramma voor kinderen 118.000 0 118.000 ‒ 4.482 113.518 ‒ 19.040 5.170 0 0 0
Herstelregeling voor ex-partners 126.480 0 126.480 ‒ 91.480 35.000 ‒ 150.104 ‒ 157.410 0 0 0
Herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen 28.800 0 28.800 ‒ 11.520 17.280 11.360 160 0 0 0
Aanvullende schade 0 0 0 522.548 522.548 770.848 1.006.020 358.355 0 0
Overige (schade)vergoedingen 50.506 0 50.506 26.674 77.180 42.302 350 350 350 600
Subsidies 2.000 0 2.000 0 2.000 0 0 0 0 0
Subsidie toeslagen herstel 2.000 0 2.000 0 2.000 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 247.552 0 247.552 0 247.552 0 0 0 0 197.313
Toegerekende uitgaven van Belastingen 247.552 0 247.552 0 247.552 0 0 0 0 197.313
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Apparaatsontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Programma-ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Tabel 27 Geschatte budgetflexibiliteit
Geschatte budgetflexibiliteit
2025
juridisch verplicht 95,0%
bestuurlijk gebonden 0,0%
beleidsmatig gereserveerd 5,0%

Toelichting

Budgetflexibiliteit

De programma-uitgaven zijn overwegend gerelateerd aan de compensatie voor de gedupeerden van de problemen bij toeslagen. Deze uitgaven zijn voor circa 95 % juridisch verplicht doordat regelingen zijn verankerd in wetgeving of anderszins bindende afspraken die contractueel zijn vastgelegd.

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De bijstelling van het budget voor personele uitgaven kent verschillende redenen. De belangrijkste zijn:

  • De raming van de Hersteloperatie is herijkt op basis van de actuele inzichten in de ontwikkelingen binnen Toeslagen Herstel. Hiermee wordt het personeelsbudget bijgesteld vanuit de niet bestede middelen 2024, de Aanvullende Post en herschikkingen binnen artikel 13. Daarnaast wordt het kasritme in lijn gebracht met het verwachte moment van uitvoering, en is er sprake van meer bezetting door eigen personeel en minder gebruik van externe inhuur. Dit leidt netto tot een verlaging van personeelsbudget in 2025 (€ 35,1 mln.) en een verhoging in 2026 en 2027 (respectievelijk € 109,3 mln. en € 61,5 mln.).

  • Er wordt vanuit artikel 10 Nog onverdeeld in 2026 incidenteel budget overgeheveld naar Dienst Toeslagen voor de implementatie van de nieuwe huisbank (€ 1,2 mln.) en modernisering van het IV-landschap (€ 2,0 mln.). Verder vindt er vanuit artikel 10 een budgetoverheveling plaats voor de eindejaarsmarge (€ 1,6 mln. in 2025) en de uitvoering voor Informatie Open Overheid (IOO) (€ 0,8 mln. in 2025 en € 0,6 mln. in 2026).

  • Er wordt om verschillende oorzaken budget overgeheveld tussen artikel 13 Toeslagen en artikel 1 Belastingen. Ten eerste wordt er budget overgeheveld naar artikel 1 Belastingen als gevolg van werkzaamheden door ketenpartner CAP (Centrale Administratieve Processen) (€ 2,5 mln. in 2025, € 2,3 mln. in 2026), de voortzetting van de banenafspraak (€ 2,8 mln. in 2025) en dekking voor de overheadskosten bij de Belastingdienst ten gevolge van de groei van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) (€ 14,6 mln. in 2025). Daarnaast wordt er € 1,4 mln. in 2025 overgeheveld naar artikel 13 Toeslagen ter correctie van het benodigde budget voor het extra Integratie Business Services (IBS) team bij de Belastingdienst.

  • Ten behoeve van de uitvoeringskosten voor verbeterings- en vereenvoudigingsmaatregelen voor de huurtoeslag wordt er in 2025 netto € 0,7 mln. budget overgeheveld vanuit het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening naar artikel 13 Toeslagen. Deze overheveling naar artikel 13 Toeslagen loopt vanaf 2026 op tot netto € 2,5 mln. structureel. Verder wordt er vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2025 incidenteel € 4,5 mln. overgeheveld voor de verkenningsfase voor een alternatief met betrekking tot de kinderopvangtoeslag, en in 2025 incidenteel € 5,0 mln. voor incidentele extra werkzaamheden in de uitvoering van de kinderopvangtoeslag.

Opdrachten

Er vinden meerdere wijzigingen plaats op het budget van opdrachten:

  • De niet bestede middelen 2024, de reservering op de Aanvullende Post en herschikkingen binnen artikel 13 worden ingezet om het budget van opdrachten te verhogen met € 18 mln. in 2025 en € 31,4 mln. in 2026, voornamelijk voor de uitvoering van het kwijtschelden van private schulden door Sociale Banken Nederland (SBN), de uitvoering van de doorbraakmethode door het Instituut voor Publieke Waarden (IPW) en de uitvoering van de ondersteuning aan ouders in het buitenland door Radar.

  • Er vindt een budgetoverheveling van € 7,9 mln. plaats naar de Belastingdienst voor de uitvoering van werkzaamheden voor het aanmeldportaal van de aanvullende schaderoutes.

  • Er wordt € 2,4 mln. in 2025 en € 2,3 mln. in 2026 overgeheveld naar het ministerie van Justitie en Veiligheid voor de uitvoering van het programma uithuisplaatsingen van gedupeerden.

Bijdrage aan medeoverheden

De niet bestede middelen 2024 en herschikkingen binnen artikel 13 worden ingezet voor de brede hulp door gemeenten aan de gedupeerden van de problemen met de kinderopvangtoeslag. Om de declaraties van de gemeenten over 2024 te kunnen voldoen is er in 2025 € 105,6 mln. budget beschikbaar gesteld. Daarnaast wordt er in 2026 € 40 mln. gebudgetteerd in afwachting van de declaraties van de gemeenten uit 2025.

(Schade)vergoeding

De raming van de Hersteloperatie is herijkt op basis van actuele inzichten in de ontwikkelingen binnen Toeslagen Herstel. Als gevolg van de herijking worden de begrote compensatie- en hersteluitgaven bijgesteld door middel van herschikkingen binnen het herstelbudget, de reservering op de Aanvullende Post, en niet bestede middelen 2024. Ook is het budget voor aanvullende schaderoutes vanuit compensatie toeslagengedupeerden herschikt naar haar eigen budgetplaats. Tot slot vindt er een wijziging plaats in het kasritme van de herstelmiddelen, voornamelijk door een wijziging in het kasritme van de middelen ten behoeve van de compensatie van aanvullende schade.

De bijstellingen leiden tot een verlaging van het herstelbudget op (schade)vergoedingen in 2025 (€ 697,8 mln.) en tot een verhoging in 2026, 2027 en 2028 (respectievelijk € 193,4 mln., € 547,9 mln. en € 370,0 mln.). De hieruit voortkomende vrije middelen voor (schade)vergoedingen zijn herverdeeld over het budget voor de dwangsommen (€ 363,3 mln.) en de aanvullende schaderoutes (€ 68,3 mln.). Het integrale overzicht van de financiële stand van zaken van de Hersteloperatie Toeslagen is te vinden in de bijlagen van de Voorjaarsnota 2025. Voor de voortgang per compensatieregeling wordt verwezen naar de voortgangsrapportage Hersteloperatie Toeslagen8.

4 Beleidsartikelen Nationale Schuld (IXA)

Artikel 11 Financiering staatsschuld

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 28 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 Financiering staatsschuld (bedragen x € 1 mln.)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 27.683 0 27.683 ‒ 554 27.129 ‒ 720 ‒ 1.130 ‒ 466 1.907 43.818
Uitgaven 27.683 0 27.683 ‒ 554 27.129 ‒ 720 ‒ 1.130 ‒ 466 1.907 43.818
Opdrachten 21 0 21 0 21 2 1 0 0 21
Overige kosten 21 0 21 0 21 2 1 0 0 21
Rente 7.713 0 7.713 ‒ 556 7.157 ‒ 599 ‒ 505 ‒ 468 ‒ 537 15.062
Rente vaste schuld 6.565 0 6.565 ‒ 637 5.928 ‒ 1.066 ‒ 1.076 ‒ 1.083 ‒ 1.221 13.358
Rente vlottende schuld 1.148 0 1.148 81 1.229 467 571 615 684 1.704
Voortijdige beëindiging schuld 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Rente derivaten lang 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Rente derivaten kort 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Voortijdige beëindiging derivaten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Leningen 19.949 0 19.949 2 19.951 ‒ 123 ‒ 626 2 2.444 28.735
Aflossing vaste schuld 19.949 0 19.949 2 19.951 ‒ 123 ‒ 626 2 2.444 28.735
Mutatie vlottende schuld 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 69.114 0 69.114 ‒ 881 68.233 ‒ 10.172 2.511 ‒ 1.743 ‒ 5.329 60.270
Rente 30 0 30 0 30 0 0 0 0 10
Rente vlottende schuld 30 0 30 0 30 0 0 0 0 10
Voortijdige beëindiging schuld 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Rente derivaten lang 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Voortijdige beëindiging derivaten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Leningen 69.084 0 69.084 ‒ 881 68.203 ‒ 10.172 2.511 ‒ 1.743 ‒ 5.329 60.260
Uitgifte vaste schuld 69.084 0 69.084 ‒ 29.084 40.000 ‒ 10.172 2.511 ‒ 1.743 ‒ 5.329 60.260
Mutatie vlottende schuld 0 0 0 28.203 28.203 0 0 0 0 0
Tabel 29 Geschatte budgetflexibiliteit
2025
juridisch verplicht 99,92%
bestuurlijk gebonden 0%
beleidsmatig gereserveerd 0,08%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

Toelichting

Budgetflexibiliteit

De beleidsmatige ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de algemene doelstelling bestaan uit renteontvangsten en -betalingen als gevolg van transacties op de geld- en de kapitaalmarkt. Omdat de verplichtingen voornamelijk voortvloeien uit de in het verleden opgebouwde schuld is de budgetflexibiliteit voor dit artikel zeer gering. De uitgaven zijn voor 99,92% als juridisch verplicht aan te merken. Enkele overige kosten (circa € 21,0 mln. structureel), zoals advieskosten en drukkosten, zijn niet juridisch verplicht.

Aangezien de (betalings)verplichtingen van de aangegane staatsschuld voortvloeien uit beleids- en bedrijfsvoeringsuitgaven die ten laste van andere begrotingen komen, heeft een verplichtingenbenadering (als begrotingsstelsel) voor de begroting van Nationale Schuld noch uit het oogpunt van budgettaire beheersing, noch uit het oogpunt van budgetrecht meerwaarde ten opzichte van het kasstelsel. Om die reden is in de Comptabiliteitswet 2016 bepaald dat voor de uitgaven ten laste van de begroting van Nationale Schuld de verplichtingen in een jaar gelijkgesteld mogen worden aan de uitgaven in dat jaar.

Verplichtingen en uitgaven

Rente

Rente vaste schuld

De rentelasten vaste schuld vallen naar verwachting lager uit met name als gevolg van het financieringsplan 2025 waarin is opgenomen dat er minder schuld wordt uitgegeven op de kapitaalmarkt. Daarentegen is er gerekend met hogere rentepercentages zoals die door het CPB zijn geraamd in het CEP. Hierdoor ontstaat per saldo een structurele meevaller van € 637 mln. in 2025 oplopend tot € 1,2 mld. in 2029.

Rente vlottende schuld

De raming van de rentelasten vlottende schuld valt per saldo hoger uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. De korte rente is door het CPB lager geraamd in het CEP dan de rente waarmee in de ontwerpbegroting 2025 rekening is gehouden. Echter, doordat de omvang van de kortlopende schuld naar verwachting toeneemt, ontstaat een structurele tegenvaller van € 81 mln. in 2025 oplopend tot € 684 mln. in 2029.

Leningen

Aflossing vaste schuld

Door de vervroegde aflossing van obligaties in 2024 zal in 2026 en 2027 minder afgelost worden (in totaal € 749 mln.). In 2029 neemt de aflossing van de vaste schuld met € 2,4 mld. toe als gevolg van de uitgifte van een nieuwe staatsobligatie.

Ontvangsten

Leningen

Uitgifte vaste schuld

De raming van de uitgifte vaste schuld is voor het lopende jaar met € 29,1 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het financieringsplan 2025. Daarin is opgenomen dat de Nederlandse staat € 40 mld. aan staatsobligaties zal uitgegeven. Het financieringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse staat voor 2025 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen. Daarnaast is de raming van de uitgifte vaste schuld voor 2026, 2028 en 2029 naar beneden bijgesteld als gevolg van een lager geraamd kastekort. In 2027 wordt naar verwachting per saldo meer schuld uitgegeven door hogere uitgaven van de Rijksoverheid.

Mutatie vlottende schuld

De vlottende schuld neemt in 2025 naar verwachting toe met € 28,2 mld. als gevolg van het financieringsplan 2025 waarin is opgenomen dat er meer financiering wordt aangetrokken op de geldmarkt. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.

Artikel 12 Kasbeheer

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 30 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 Kasbeheer (bedragen x € 1 mln.)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 5.598 0 5.598 ‒ 485 5.114 ‒ 337 ‒ 202 ‒ 159 12 7.150
Uitgaven 5.598 0 5.598 ‒ 485 5.114 ‒ 337 ‒ 202 ‒ 159 12 7.150
Rente 2.898 0 2.898 ‒ 485 2.414 ‒ 337 ‒ 202 ‒ 159 12 4.450
Rente kasbeheer 2.898 0 2.898 ‒ 485 2.414 ‒ 337 ‒ 202 ‒ 159 12 4.450
Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Leningen 2.700 0 2.700 0 2.700 0 0 0 0 2.700
Verstrekte leningen 2.700 0 2.700 0 2.700 0 0 0 0 2.700
Mutaties in rekening-courant en deposito's 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Mutaties in rekening courant en deposito 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 15.194 0 15.194 ‒ 1.912 13.282 ‒ 1.875 48 663 1.576 18.735
Rente 193 0 193 ‒ 30 163 ‒ 30 ‒ 28 ‒ 27 ‒ 25 400
Rente kasbeheer 193 0 193 ‒ 30 163 ‒ 30 ‒ 28 ‒ 27 ‒ 25 400
Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Leningen 1.364 0 1.364 ‒ 1 1.363 ‒ 3 ‒ 5 ‒ 26 ‒ 48 2.078
Ontvangen aflossingen 1.364 0 1.364 ‒ 1 1.363 ‒ 3 ‒ 5 ‒ 26 ‒ 48 2.078
Mutaties in rekening-courant en deposito's 13.637 0 13.637 ‒ 1.881 11.756 ‒ 1.842 82 716 1.649 16.257
Mutaties in rekening courant en deposito's 13.637 0 13.637 ‒ 1.881 11.756 ‒ 1.842 82 716 1.649 16.257
Tabel 31 Geschatte budgetflexibiliteit
2025
juridisch verplicht 100%
bestuurlijk gebonden 0%
beleidsmatig gereserveerd 0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

Toelichting

Budgetflexibiliteit

De uitgaven en ontvangsten op dit artikel zijn voor 100% als juridisch verplicht aan te merken. Alle rentelasten en -baten zijn juridisch verplicht omdat deze volgen uit de leningen, deposito’s en rekening-courant-tegoeden die deelnemers in de schatkist aanhouden. De andere uitgaven en ontvangsten volgen ook uit de toename of afname van de middelen die door deelnemers in de schatkist worden aangehouden of uit de schatkist worden geleend.

Verplichtingen en uitgaven

Rente

Rente kasbeheer

De raming van de rentelasten kasbeheer daalt in de periode van 2025 tot en met 2028 ten opzichte van de ontwerpbegroting 2025 met name door de verwachting dat sociale fondsen minder middelen zullen aanhouden in de schatkist. Hierdoor ontstaat een meevaller van € 485 mln. in 2025 aflopend tot € 159 mln. in 2028.

Ontvangsten

Rente

Rente kasbeheer

De raming van de rentebaten kasbeheer is in de periode van 2025 tot en met 2029 lager dan geraamd bij de ontwerpbegroting 2025. Dit is het gevolg van het bijwerken van de realisatie van verstrekte leningen en de nieuwe rentestanden in de CEP-raming van het CPB.

Leningen

Ontvangen aflossingen

Op basis van de actuele inzichten wordt verwacht dat de aflossingen op de leningen, die door de agentschappen en rechtspersonen met een wettelijke taak in het kader van schatkistbankieren worden afgesloten, in de periode van 2025 tot en met 2029 per saldo lager uitvallen dan eerder geraamd.

Mutaties in rekening courant en deposito's

Mutaties in rekening courant en deposito's

Uit de actualisatie van de raming van uitgaven en ontvangsten van sociale fondsen blijkt dat deze fondsen in 2025 en 2026 naar verwachting minder overtollige middelen zullen storten in de schatkist. Dit betekent dat de geraamde mutatie in het saldo op de rekeningen-courant en deposito’s daalt ten opzichte van de ontwerpbegroting 2025. Voor de periode van 2027 t/m 2029 is de verwachting dat de sociale fondsen meer middelen aanhouden in de schatkist.

5 Niet-beleidsartikelen

Artikel 8 Apparaat

Tabel 32 Apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 431.251 2.000 433.251 24.124 457.375 18.994 29.434 36.938 40.323 378.898
Uitgaven 431.246 2.000 433.246 24.124 457.370 18.994 29.434 36.938 40.323 378.898
Personele uitgaven 287.425 2.000 289.425 3.508 292.933 ‒ 4.978 1.340 5.829 6.597 244.305
Eigen personeel 272.815 2.000 274.815 ‒ 3.002 271.813 ‒ 6.965 ‒ 773 3.493 4.112 233.463
Inhuur externen 13.698 0 13.698 6.510 20.208 1.878 1.950 2.119 2.246 9.724
Overig personeel 912 0 912 0 912 109 163 217 239 1.118
Materiële uitgaven 143.821 0 143.821 20.616 164.437 23.972 28.094 31.109 33.726 134.593
ICT 18.927 0 18.927 1.061 19.988 5.808 5.732 5.809 6.170 19.687
Bijdrage aan SSO's 45.636 0 45.636 5.970 51.606 8.404 10.616 12.879 13.784 51.731
Overig materieel 79.258 0 79.258 13.585 92.843 9.760 11.746 12.421 13.772 63.175
Ontvangsten 58.074 0 58.074 1.329 59.403 5.712 8.550 11.285 12.414 59.426
Apparaatontvangsten 58.074 0 58.074 1.329 59.403 5.712 8.550 11.285 12.414 59.426

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

  • In 2025 is er € 3 mln. extra budget toegekend vanuit artikel 10 voor onder andere implementatiekosten van Programma Beter Samenwerken. In het programma Beter Samen Werken (BSW) werken vier departementen samen aan het verbeteren van de informatiehuishouding (IHH) door het vernieuwen van de ICT-ondersteuning.

  • In de ontwerpbegroting 2025 is de HLA-taakstelling voor het departement tijdelijk op artikel 8 geplaatst (2026 en verder). Deze taakstelling is bij de 1e suppletoire begroting 2025 doorverdeeld naar artikel 1, 9 en 13. Het aandeel van het kerndepartement zelf in de HLA-taakstelling blijft op artikel 8 staan. Het effect van de taakstelling slaat neer op personele uitgaven, materiële uitgaven en ontvangsten. Zie tabel 2 'belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting)' voor een overzicht van de HLA-taakstelling per artikel, inclusief kerndepartement.

Materiële uitgaven

  • In 2025 zijn er bijdragen ontvangen voor de dekking van het tekort op de inkoopcontracten Categorie Vakkennis en Persoonlijke Ontwikkeling (VPO). Deze dekking komt vanuit de andere departementen en vanuit Financiën zelf (o.a. de Belastingdienst).

  • Vanuit de vrije ruimte op artikel 10 is € 5,2 mln. structureel toegekend om het tekort te dekken bij de departementale ICT-uitgaven als gevolg van diverse ontwikkelingen op ICT-gebied, de marktwerking en SSO’s . Er wordt tevens gewerkt aan een beheersingsmodel voor deze uitgaven.

  • Op 1 oktober 2023 is de overgangsperiode van het CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism) van start gegaan. Dit betreft een Europese verordering9. Hiervoor is respectievelijk € 5,0, € 2,9 en € 1,9 mln. beschikbaar gesteld op artikel 8 voor de jaren 2025, 2026 en 2027.

Ontvangsten

De ontvangsten van artikel 8 apparaat nemen in 2025 met € 1,3 mln. toe. Deze toename bestaat uit een aantal kleine ramingsbijstellingen binnen de apparaatsontvangsten.

Zoals in de Ontwerpbegroting toegelicht, bedroeg de resterende, nog door te verdelen HLA-taakstelling per saldo € 55 mln. structureel. Dit nog in te vullen bedrag bevatte een reeks aan de uitgavenkant en een reeks aan de ontvangstenkant, te weten € 12,4 mln. structureel. De per saldo € 55 mln. taakstelling wordt bij deze 1e suppletoire begroting structureel ingevuld. Daarmee wordt ook de ontvangstencomponent van € 12,4 mln. verwerkt. Onderdeel Belangrijkste mutaties, Tabel 2, gaat nader in op de invulling en verdeling van de HLA-taakstelling van € 55 mln.

Artikel 10 Nog onverdeeld

Tabel 33 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
Omschrijving Ontwerpbegroting 2025 (1) Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1)+(2) Mutaties 1e suppletoire begroting (4) Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) Mutatie 2026 Mutatie 2027 Mutatie 2028 Mutatie 2029 Mutatie 2030
Verplichtingen 51.797 ‒ 37.821 13.976 242.101 256.077 236.682 233.990 225.433 228.294 292.494
Uitgaven 51.797 ‒ 37.821 13.976 242.101 256.077 236.682 233.990 225.433 228.294 289.624
Nog te verdelen 51.797 ‒ 37.821 13.976 242.101 256.077 236.682 233.990 225.433 228.294 289.624
Loonbijstelling programma 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Loonbijstelling apparaat 9.517 ‒ 7.000 2.517 185.604 188.121 180.341 179.252 177.345 176.440 184.995
Prijsbijstelling apparaat 16.739 ‒ 16.000 739 46.748 47.487 26.965 27.100 19.509 19.453 31.835
Onvoorzien programma 13.455 ‒ 13.000 455 ‒ 455 0 ‒ 406 841 1.383 2.098 17.121
Onvoorzien apparaat 12.086 ‒ 1.821 10.265 10.204 20.469 29.782 26.797 27.196 30.303 55.673
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Nog te verdelen

Loonbijstelling apparaat

Op dit instrument wordt de loonbijstelling 2025 voor de Financiënbegroting ontvangen (€ 188 mln. in 2025 en € 176 mln. structureel). De loonbijstelling wordt in het volgende begrotingsstuk doorverdeeld naar de beleidsartikelen en het apparaatsartikel. De naar verwachting niet bestede middelen in 2025 (€ 2,5 mln.) en 2026 (€ 2,6 mln.) vallen vrij voor het generale beeld.

Prijsbijstelling apparaat

De prijsbijstelling 2025 wordt toegevoegd aan de Financiënbegroting (€ 47 mln. in 2025 en € 19 mln. structureel). De prijsbijstelling wordt in het volgende begrotingsstuk doorverdeeld naar de beleidsartikelen en het apparaatsartikel. De naar verwachting niet bestede middelen in 2025 (€ 0,7 mln.) en 2026 (€ 5,1 mln.) vallen vrij voor het generale beeld.

Onvoorzien programma

Incidenteel worden middelen vanuit de voorziening fiscale uitvoeringskosten overgeheveld naar artikel 1 Belastingen en structureel wordt deze voorziening juist gevuld door besparingen op artikel 1 naar aanleiding van herijkingen van uitvoeringstoetsen, zoals bijvoorbeeld beperken giftenaftrek Vpb en geven uit vennootschap. De naar verwachting niet bestede middelen in 2025 (€ 0,2 mln.) en 2026 (€ 0,3 mln.) vallen vrij voor het generale beeld.

Onvoorzien apparaat

Per saldo wordt het budget verhoogd met € 10 mln. in 2025 en € 30 mln. structureel. De belangrijkste mutaties:

  • In verband met het amendement Bontenbal c.s. ten behoeve van het terugdraaien of verlagen van verschillende onderwijsbezuinigingen uit het hoofdlijnenakkoord is artikel 10 tijdelijk structureel verlaagd met € 38 mln. Deze taakstelling wordt gedekt binnen artikel 1 (Belastingen). Er wordt daarom € 38 mln. per jaar van artikel 1 naar artikel 10 overgeheveld.

  • De eindejaarsmarge 2024 van € 19 mln. wordt toegevoegd aan de Financiënbegroting. De eindejaarsmarge wordt tegelijkertijd volledig overgeheveld naar de verschillende beleidsartikelen en het apparaatsartikel.

  • Een deel van de nog onverdeelde middelen wordt overgeheveld naar verschillende beleidsartikelen en het apparaatsartikel voor onder andere de doorontwikkeling van schatkistbankieren en de stijgende ICT-kosten van het kerndepartement (€ 10 mln. in 2025 en € 9 mln. structureel).

  • In 2025 bevat de voorziening Informatiehuishouding op Orde een overschot en in 2026 is er naar verwachting een tekort. Er vindt daarom een kasschuif van € 6 mln. plaats van 2025 naar 2026. Deze middelen zijn met name ten behoeve van een Document Management Systeem.

  • In het kader van Informatie Open Overheid (IOO) worden budgetten vanuit de voorziening Informatiehuishouding op Orde (volgend uit de kabinetsreactie Parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag (POK)) overgeheveld naar beleidsartikelen ten behoeve van de Belastingdienst, Douane en Toeslagen en het apparaatsartikel (€ 5 mln. in 2025 en € 3 mln. in 2026). Het betreft onder andere implementatiekosten van Programma Beter Samenwerken. In het programma Beter Samen Werken (BSW) werken vier departementen samen aan het verbeteren van de informatiehuishouding door het vernieuwen van de ICT-ondersteuning.

  • De naar verwachting niet bestede middelen in 2025 (€ 2,9 mln.) vallen vrij voor het generale beeld.


  1. __Kamerstukken II 2023-2024, 36 418, nr. 110↩︎

  2. __Kamerstukken II 2024-2025, 36 602, nr. 151↩︎

  3. __19e Voortgangsrapportage (VGR) Hersteloperatie Toeslagen, Kamerstukken II 2024-2025, 36 151, nr. AD↩︎

  4. __Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025 | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎

  5. __Kamerstukken II 2024-2025, 36 602, nr. 151↩︎

  6. __Deze verwachte verliezen zijn ook eerder gecommuniceerd aan de Tweede Kamer, Kamerbrief Oprichting pan Europees garantiefonds (EGF) Europese Investeringsbank (EIB)↩︎

  7. __Conform afspraken in het financieel akkoord uit 2013 tussen het Rijk en decentrale overheden, zie ook Kamerstukken II 2012-2013, 33 400 B, nr. 7.↩︎

  8. __19e Voortgangsrapportage (VGR) Hersteloperatie Toeslagen, Kamerstukken II 2024-2025, 36 151, nr. AD↩︎

  9. __Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM)↩︎