[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Het bericht 'Vaker advies om van strafzaken af te zien bij jongeren zonder migratieachtergrond'

Schriftelijke vragen

Nummer: 2025D18626, datum: 2025-04-23, bijgewerkt: 2025-04-23 15:40, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z08161:

Preview document (🔗 origineel)


2025Z08161

(ingezonden 23 april 2025)

Vragen van de leden Lahlah en Westerveld (beiden GroenLinks-PvdA) aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht 'Vaker advies om van strafzaken af te zien bij jongeren zonder migratieachtergrond'

 

1. Bent u bekend met het bericht 'Vaker advies om van strafzaken af te zien bij jongeren zonder migratieachtergrond'? 1)

2. Kunt u reflecteren op de conclusie uit het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut dat de Raad voor de Kinderbescherming bij jongeren van Nederlandse afkomst significant vaker adviseert om strafzaken te seponeren dan bij jongeren met een migratieachtergrond?

3. Deelt u de mening dat (minderjarige) verdachten gelijk behandeld moeten worden en dat het wel of niet hebben van een migratieachtergrond geen rol zou mogen spelen in het verdere verloop van het strafproces? Waarom wel of niet?

4. Deelt u de mening dat de ongelijkheid in het advies van de Raad voor de Kinderbescherming over jeugdstrafzaken in strijd is met artikel 2 van het VN-kinderrechtenverdrag en niet past in een rechtsstaat? Zo ja, welke maatregelen gaat u hiertegen treffen?

5. Wat vindt u van het feit dat de onderzoekers op basis van de registratiegegevens geen directe oorzaken konden vaststellen voor deze verschillen? 2) Deelt u de mening dat onderzoek naar deze oorzaken nodig is om eventuele vervolgstappen te kunnen nemen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn gaat u dit regelen? Bent u bereid dit onderzoek door een externe, onafhankelijke partij uit te laten voeren en niet door de Raad zelf?

6. Deelt u de mening dat kinderen van verschillende sociaaleconomische of etnische achtergronden gelijke toegang zouden moeten hebben tot alternatieve vormen van jeugdstrafrecht, zoals bijvoorbeeld taakstraffen of een sepot met voorwaarden? Hoe gaat u ervoor zorgen dat deze toegang gelijk wordt getrokken?

7. Wat vindt u van het feit dat taakstraffen van jongeren met een migratieachtergrond of uit gezinnen die in armoede leven vaker als ‘mislukt’ worden bestempeld? Hoe reflecteert u op de gevolgen die dat teweegbrengt voor deze groep kinderen, zoals een zwaardere vervolging? Welke maatregelen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat taakstraffen ook bij deze groep jongeren effectief is?

8. Hoe beoordeelt u de adviserende rol van de Raad voor de Kinderbescherming in jeugdstrafzaken? Bent u van mening dat het wenselijk is dat in jeugdstrafzaken het Openbaar Ministerie doorgaans het advies van de Raad voor de Kinderbescherming overneemt, nu uit onderzoek blijkt dat sprake kan zijn van ongelijke behandeling bij het uitbrengen van de adviezen? Acht u dit verenigbaar met het recht op een eerlijk en onpartijdig proces op grond van artikel 6 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)?

9. Bent u van mening dat het Openbaar Ministerie zelf actiever invulling moet geven aan zijn verantwoordelijkheid om ongelijke behandeling bij de beoordeling van jeugdstrafzaken te voorkomen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

10. Worden er maatregelen genomen om ongelijkheden jeugdstrafzaken te voorkomen? Zo nee, zijn die wat u betreft wel nodig na het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut?

11. Hoe reflecteert u op de bevindingen uit het rapport van Moviesie 3) uit 2023 waarin wordt geconcludeerd dat discriminatie op basis van etniciteit op verschillende niveaus voorkomt in de jeugdzorg? Hoe beoordeelt u het feit dat, ondanks deze eerdere bevindingen, wederom blijkt dat jongeren met een migratieachtergrond ongelijk worden behandeld door bijvoorbeeld de Raad voor de Kinderbescherming? Welke concrete stappen zijn er sindsdien genomen om discriminatie in de jeugdzorg te verbeteren?

12. Herkent u de signalen die wij krijgen dat het advies van de Raad voor de Kinderbescherming, gedurende het hele jeugdzorgtraject worden gebruikt en niet tussentijds wordt herzien of geëvalueerd? Deelt u de zorg dat dit kan leiden tot ongewenste gevolgen in de bejegening en hulp van jongeren binnen de jeugdzorg, met name wanneer sprake is van vooringenomen aannames bij de Raad voor de Kinderbescherming? Ziet u ook dat dit extra nadelig kan zijn voor jongeren met een migratieachtergrond, nu er duidelijk verschil blijkt te zijn in de wijze waarop de Raad voor de Kinderbescherming hierover adviseert?

13. Hoe reflecteert u op de cijfers waaruit blijkt dat één op de tien medewerkers van de Raad discriminatie ervaart op de werkvloer, en dat dit bij medewerkers met een niet-Europese achtergrond het zelfs gaat om bijna één op de vier werknemers?

14. Bent u van mening dat het antidiscriminatiebeleid van de Raad voor de Kinderbescherming voldoende is? Of acht u aanvullende landelijke kaders, richtlijnen of extra toezicht wenselijk op het beleid van de Raad?

15. Hoe beoordeelt u de impact van de bevindingen uit het onderzoek op het vertrouwen van jongeren en ouders in de adviserende rol van de Raad voor de Kinderbescherming? Bent u van plan om iets te doen om dat vertrouwen te herstellen of te versterken?

16. Hoe worden de aanbevelingen uit het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut opgevolgd en gemonitord? 4)

17. Hoe beoordeelt u de doorslaggevende invloed van het advies van de Raad voor de Kinderbescherming binnen de jeugdbeschermings- en strafketen? Acht u het, gezien de signalen van ongelijke behandeling en mogelijke vooringenomenheid, wenselijk om de rol en doorwerking ervan te herzien? Zo nee, waarom niet?

18. Kunt u bovenstaande vragen los van elkaar beantwoorden?

 

1) Trouw, 9 april 2025, Vaker advies om van strafzaken af te zien bij jongeren zonder migratieachtergrond (https://www.trouw.nl/binnenland/vaker-advies-om-van-strafzaken-af-te-zien-bij-jongeren-zonder-migratieachtergrond~ba2b0764/).

2) Verwey-Jonker Instituut, 9 april 2025, Werken aan kansengelijkheid door de Raad voor de Kinderbescherming (https://www.verwey-jonker.nl/publicatie/werken-aan-kansengelijkheid-door-de-raad-voor-de-kinderbescherming/).

3) Movisie, 6 maart 2024, Racisme en discriminatie voorkomen in de jeugdzorg (https://www.movisie.nl/artikel/racisme-discriminatie-voorkomen-jeugdzorg).

4) Verwey-Jonker Instituut, 9 april 2025, Werken aan kansengelijkheid door de Raad voor de Kinderbescherming (https://www.verwey-jonker.nl/publicatie/werken-aan-kansengelijkheid-door-de-raad-voor-de-kinderbescherming/).