Voorstel van wet van het lid De Hoop tot wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet in verband met de bevriezing van de huren in 2025 en van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en andere fiscale wetten in verband met het vervallen van de vennootschapsbelastingplicht voor woningcorporaties en dekkingsmaatregelen daarvoor (36 698) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D18771, datum: 2025-04-23, bijgewerkt: 2025-04-24 09:19, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-04-23 20:15: Voorstel van wet van het lid De Hoop tot wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet in verband met de bevriezing van de huren in 2025 en van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en andere fiscale wetten in verband met het vervallen van de vennootschapsbelastingplicht voor woningcorporaties en dekkingsmaatregelen daarvoor (36 698) (Plenair debat (initiatiefwetgeving)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Initiatiefwetsvoorstel-De Hoop Bevriezing van de huren in 2025
Initiatiefwetsvoorstel-De Hoop Bevriezing van de huren in 2025
Aan de orde is de behandeling van:
het Voorstel van wet van het lid De Hoop tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet in verband met de bevriezing van de huren in 2025 (36698).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is nu het voorstel van wet van
het lid De Hoop tot wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen
woonruimte en de Woningwet in verband met de bevriezing van de huren in
2025 en van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en andere fiscale
wetten in verband met het vervallen van de vennootschapsbelastingplicht
voor woningcorporaties en dekkingsmaatregelen daarvoor (36698).
Ik heet de initiatiefnemer van harte welkom in vak K. Dit moet haast wel
de snelste parlementaire behandeling van een initiatiefwet zijn in onze
rijke parlementaire geschiedenis. Ongeacht de afloop daarvan verdient u
een compliment. Het schrijven en verdedigen van een initiatiefwet is
bepaald geen sinecure. Ik wens u veel succes bij de verdediging.
Gelukkig heeft u ondersteuning bij dit intensieve proces. Een deel
daarvan is aanwezig in vak K. Dat zijn de heren Jan Daenen en Jarne van
der Poel en mevrouw Maura Ringelberg, allen werkzaam bij de fractie
GroenLinks-Partij van de Arbeid.
Tevens heet ik de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
van harte welkom. Zij zit ook in vak K. Zij is als adviseur van de Kamer
bij de behandeling van dit initiatiefwetsvoorstel. Het is de bedoeling
dat we vandaag de gehele wetsbehandeling doen. We gaan namelijk, vanwege
de snelle beoogde inwerkingsdatum, in principe morgen ook stemmen over
de wet. Ik heet ook de mensen op de publieke tribune van harte welkom,
evenals de leden die zich hebben ingeschreven en iedereen die dit debat
op afstand volgt. De eerste spreker is mevrouw Beckerman. Overigens
hebben zich tien leden ingeschreven. Zij gaat spreken namens de fractie
van de Socialistische Partij.
Gelet op het feit dat we bijna twee uur later beginnen dan gehoopt,
wilde ik het aantal interrupties beperken. Ik ga ervan uit dat zes
interrupties genoeg zijn, want anders wordt het wel heel erg diep in de
nacht. Ik kijk alleen al naar de nettospreektijd. Die is al ruim
anderhalf uur, zonder interrupties dus. We willen de wet behandelen vóór
de stemmingen morgen, dus vandaar die beperking.
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
Mevrouw Beckerman, aan u het woord. Gaat uw gang.
Mevrouw Beckerman (SP):
Goeienavond. Allereerst dank aan de heer De Hoop en zijn team voor het
indienen van deze wet. Ik vind het hard nodig dat we dit debat vandaag
hebben. We zitten sinds vorige week ook in een vrij absurde situatie. Ik
zou eerst even de voorstellen van de coalitie willen afwegen tegen de
wet die vandaag voorligt. Vorige week woensdag lekte het eerste nieuws
uit over de Voorjaarsnota. Ik was op dat moment oprecht opgetogen. Geert
Wilders x'te dat de huurstijgingen voor sociale huurwoningen voor 2025
en 2026 niet doorgaan en dat er een miljard euro is gereserveerd voor
een boodschappenbonus. Dat zijn hele terechte maatregelen. Vele
tienduizenden huurders zijn hier ook voor in actie gekomen. We weten
allemaal dat na het lekken het zuur komt. Maar zo zuur?
Laat ik beginnen met de zogenaamde boodschappenbonus. Op de manier
waarop het kabinet het doet, levert de huurbevriezing geld op. Tot 2030
hoeft het ongeveer 2,5 miljard minder uit te geven aan huurtoeslag. Die
2,5 miljard is in de begroting dus al gereserveerd voor huurders. Van
die 2,5 miljard gaat het kabinet 1 miljard teruggeven aan de huurders
voor een zogenaamde boodschappenbonus. Ongeveer 400 miljoen steken ze in
eigen zak. Geld dat gereserveerd is voor huurders verdwijnt dus in de
zakken van het kabinet, maar u presenteert het als een bonus. Dat is
toch gewoon politieke oplichting? Dat vragen we aan het kabinet en aan
de coalitiepartijen. U laat huurders hun eigen bonus betalen en klopt
hen daarbij ook nog eens geld uit de zak, maar presenteert het dan als
een cadeautje. Dat zijn politieke oplichting en een babbeltruc ten koste
van mensen die steeds meer moeite hebben om de boodschappen te betalen.
Dit is toch niet uit te leggen?
Voorzitter. Hoe blij we ook zijn met de aangekondigde huurbevriezing
voor twee jaar, het werd wel heel erg zuur toen bleek dat terwijl een
deel van de huurders terecht een huurbevriezing krijgt, de huren voor
een ander deel van de huurders blijven stijgen. In 2025 stijgen de huren
met 4,1% in de vrije sector en met maar liefst 7,7% voor
middenhuurwoningen. Dit is toch niet uit te leggen? Op 19 december
zeiden NSC en PVV: "De voorgenomen maximale middenhuurstijging van 7,7%
is onacceptabel." Dat zijn jullie woorden, zeg ik tegen NSC en PVV. Maar
hoe onacceptabel het ook is, het gaat met de nieuwe plannen van de
coalitie toch door. De ene huurder krijgt een huurbevriezing en de
andere krijgt een huurverhoging van 7,7%. Dat is niet uit te leggen. Het
kabinet speelt huurders tegen elkaar uit. Graag een reactie.
Maar helaas wordt het nog erger, want de coalitie wil de komende tijd
ook nog veel hogere huren toestaan en de Wet betaalbare huur aanpassen.
Kleinere verhuurders hoeven niet meer aan de Wet betaalbare huur te
voldoen. Minder woningen gaan dan onder de wet vallen, waardoor ze tot
de dure huur gaan behoren. Met name woningen in de grote steden mogen
duurder verhuurd worden. De Nederlandse huren behoren al tot de hoogste
van Europa. Deze coalitie wil ze nog verder verhogen. Dat is toch niet
uit te leggen, zeker voor NSC en PVV? Nog geen week geleden hielden zij
precies dit plan tegen. NSC-Kamerlid Welzijn betichtte de minister toen
van onrust stoken. PVV-Kamerlid Mooiman zei "onverstandig om nog hogere
huren toe te staan; de huren moeten juist omlaag". Nu doen ze het zelf.
Dit is toch niet uit te leggen?
Voorzitter. Terwijl particuliere verhuurders worden gepaaid met het
Voorjaarsnota-akkoord, worden corporaties uitgeknepen. Zij krijgen
straks minder inkomsten. Dat is heel slecht nieuws. Minder woningen
kunnen worden verbeterd. Zo blijven huurders zitten in ziekmakende
schimmelwoningen. Zo blijft de energierekening van veel huurders hoog.
Bovenal kunnen er veel minder woningen worden gebouwd. Het is niet uit
te leggen dat er nauwelijks echte compensatie komt voor de corporaties
in het Voorjaarsnota-akkoord. Het is niet uit te leggen dat corporaties,
en dus huurders, nog steeds winstbelasting en ATAD, een belasting voor
belastingontwijkende multinationals, moeten betalen. Met het pakket van
de Voorjaarsnota blijft ook nog veel onduidelijk. Geldt die terechte
huurbevriezing nou wel voor alle sociale huurders, vragen wij ook aan
het kabinet. Of geldt die alleen voor sociale huurders die bij
corporaties huren? Geldt dit ook voor sociale huurders die een
inkomensafhankelijke huurverhoging moeten betalen?
Voorzitter. Het gevolg van dit pakket aan maatregelen is een nog diepere
wooncrisis. Uit de onderhandelingen is een gedrocht gekomen, een
onsamenhangend pakket vol tegenstrijdigheden. Er is gekozen voor
peilingpaniekpolitiek in plaats van voor oplossingen voor de wooncrisis.
Als je een sociale huurwoning zoekt, een alternatief wil voor een te
dure huurwoning of in een ziekmakende schimmelwoning zit, ben je met dit
plan gewoon de klos. Op korte termijn redt dit de coalitie; op langere
termijn zitten we met een steeds diepere wooncrisis.
Voorzitter. Dit afwegende tegen de Wet-De Hoop die vandaag voorligt,
zien we dat De Hoop wél met een pakket komt dat samenhang biedt, goed is
voor huurders én de wooncrisis niet verder verdiept. Wij zullen die wet
dan ook van harte steunen. De huurbevriezing is een noodzaak, niet
alleen voor sociale huurders maar voor alle huurders. Het is goed dat
deze wet niet alleen dat regelt, maar ook zorgt dat het bouwen en het
verbeteren van woningen doorgaan doordat de winstbelasting en ATAD
worden geschrapt. Mijn partij heeft altijd gezegd dat het asociaal is om
winstbelasting en een belasting die is bedoeld voor belastingontwijkende
multinationals, te vragen van onze huurders.
Wij hebben wel zorgen over de timing. 1 mei is de wettelijke termijn
waarvoor corporaties de huurverhoging of -bevriezing moeten delen, maar
de Eerste Kamer heeft nu al reces. Is het niet verstandiger om net als
in 2021 met een motie de huurbevriezing voor sociale huurders of de
huurverhoging die 1 juli ingaat, te regelen?
Voorzitter. Voor de SP is het duidelijk: we kunnen deze wooncrisis
alleen oplossen als we wonen niet als markt zien. Wij zijn daar ook een
campagne voor gestart, Wonen zonder winst, die al door 25.000 mensen
wordt gesteund. Wij willen 1 miljoen betaalbare woningen erbij,
huurbevriezing voor alle huurders en zeggenschap voor huurders. Daar
gaan we de komende tijd mee door.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan gaan we luisteren naar de heer Grinwis. Hij voert
het woord namens de fractie van de ChristenUnie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. Hier staat een ogenschijnlijk rustige, maar werkelijk
woedende woonwoordvoerder. Het begon allemaal zo mooi met de
woonparagraaf over wonen en volkshuisvesting in het hoofdlijnenakkoord.
Wat mij betreft is dat echt het beste onderdeel van het coalitieakkoord.
Maar vorige week is in één wilde nacht deze mooie paragraaf over meer
betaalbaar bouwen en bestaanszekerheid door de shredder gehaald. Dat is
een staaltje bestuurlijk vandalisme van ongekende omvang, je reinste
pyromanenpolitiek. Ik heb het woord vaker gebruikt, maar nu is het zeker
van toepassing. U weet het, bederf van het beste is het slechtste.
Ondertussen is een woningzoekende het kind van de rekening. Moeders en
vaders maken zich zorgen of hun kind nog wel een huis kan huren of
kopen. Er zijn alleenstaande starters die geen kant op kunnen, om over
onze dakloze medemens maar te zwijgen.
Voorzitter. Het spijt me, maar het initiatiefvoorstel dat we vanavond
bespreken, maakt het er allemaal niet beter op. Natuurlijk is de wet
minder slecht dan de afspraken in de Voorjaarsnota, met compensatie voor
de bevriezing. In die zin geef ik credits voor deze wet. Sowieso dank
aan de heren De Hoop, Daenen en Van der Poel en mevrouw Ringelberg voor
het werk dat ze hebben verricht onder stoom en kokend water.
Voorzitter. Ik begrijp dat de initiatiefnemers willen opkomen voor
huurders. Dat wil de ChristenUniefractie ook. De huur is voor veel
mensen duur, ook al is de nettohuurquote de afgelopen jaren gemiddeld
iets gedaald. Te veel mensen worstelen maand op maand met het betalen
van hun vaste lasten, of het nu de huur of de energierekening is. Maar
we moeten eerlijk zijn. Bestaanszekerheid is niet gratis, ook al leg je
de rekening op het bordje van een ander.
Voorzitter. Huurders helpen kan op twee manieren: op een slimme en op
een oliedomme manier. Een slimme huurbevriezing, waar mijn fractie voor
zou zijn, is een zodanige verhoging van de huurtoeslag dat huurders die
recht hebben op maximale huurtoeslag volledig worden gecompenseerd voor
de huurverhoging van 4,5% dit jaar en 3,5% volgend jaar. Waarom hebben
de initiatiefnemers en de coalitiefracties daar niet voor gekozen? Dan
was je immers voor een paar honderd miljoen euro klaar geweest. Ik zal
daar in ieder geval, onder anderen samen met collega Vijlbrief, in
tweede termijn een motie over indienen.
Helaas heeft GroenLinks-PvdA ervoor gekozen het oliedomme paadje te
bewandelen, met desastreuze gevolgen voor de huurder. De PVV kleur laten
bekennen leek een leuk idee, maar dat bleek spelen met vuur. Want laten
we wel wezen, de Voorjaarsnota had toch nooit zo'n lompe huurbevriezing
bevat als de druk door aanhoudende moties van bijvoorbeeld de SP en door
dit initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks-PvdA niet zo was opgevoerd?
Natuurlijk is de PVV en is de coalitie volledig zelf verantwoordelijk,
maar mijn vraag aan de indieners is wel of ze inmiddels geen spijt
hebben van dit initiatiefwetsvoorstel, ook al zit er compensatie in. Dat
betreft compensatie in de vorm van het schrappen van de
vennootschapsbelasting. Daar is de ChristenUnie erg voor, maar dan niet
als compensatie, maar omdat het sowieso nodig is om in de toekomst te
kunnen blijven investeren in de bouw van voldoende betaalbare woningen.
De investeringscapaciteit van woningcorporaties hield immers al niet
over.
Enfin, inmiddels zitten we opgescheept met een oliedomme huurbevriezing
in het kwadraat. Want laten we wel zijn, ook de goed verdienende
scheefhuurder zit er met het voorstel van de initiatiefnemers en met dat
van de coalitie warmpjes bij. Ik heb een vraag aan de minister. Gaat de
inkomensafhankelijke huurverhoging, waarvan de aankondiging de deur al
uit was, nu ook niet door? En geldt de huurbevriezing alleen voor de
bewoners van de bijna 2 miljoen sociale huurwoningen van de
woningcorporaties of ook voor de 500.000 sociaal verhuurde woningen van
private verhuurders? Misschien kunnen de coalitiewoordvoerders hierover
straks ook klare wijn schenken. Hun partijen hebben immers deze
afspraken gemaakt. Zo ja, worden die private verhuurders dan
gecompenseerd? Als zij met hun woning in box 3 zitten, hebben ze
inmiddels al driedubbel pech, want daar wordt de belasting op
verhuurders alleen maar verder opgevoerd, ook in de Voorjaarsnota
weer.
Ondertussen zijn sowieso de corporaties de pineut, net als de
toekomstige huurder voor wie geen huis wordt gebouwd, maar uiteindelijk
ook de zittende huurder in een slecht geïsoleerd huis. Want blijft op
deze manier de energierekening niet nodeloos lang torenhoog?
Door het voorstel van collega De Hoop ging er aanvankelijk 31 miljard
euro aan investeringsruimte verloren, ofwel 110.000 woningen. Bij de
coalitie gaat het om 47,5 miljard euro, wat gelijkstaat aan 180.000
woningen. Waarom had de initiatiefnemer aanvankelijk geen compensatie
opgenomen in de wet zelf, maar deed hij dat pas te elfder ure? Waarom
hebben coalitie en kabinet niet een volledige compensatie in de
Voorjaarsnota opgenomen? En waarom wordt de rekening bij de verhuurder
gelegd? Dan doel ik niet alleen op de woningcorporaties maar ook op de
verhuurder bij wie het vel over de neus wordt getrokken in box 3.
Nogmaals, waarom is niet gekozen voor de route van de slimme
huurbevriezing, dus van de structurele verhoging van de
huurtoeslag?
Voorzitter. Voor de ChristenUnie is het kristalhelder dat dit
initiatiefvoorstel het tippingpoint is geweest voor de desastreuze
huurbevriezing in de Voorjaarsnota. Met die maatregel is de mooiste
paragraaf van het hoofdlijnenakkoord, de volkshuisvestingsparagraaf, in
één beweging geprullemandeerd. Ik citeer: "Het historische woningtekort
belemmert de bestaanszekerheid van vooral jongeren ernstig. Het
terugdringen hiervan is topprioriteit." Zo stond het zo prachtig in het
hoofdlijnenakkoord. Nou ja, niet dus. De schatkist wordt straks gespekt
met 0,5 miljard euro per jaar aan verminderde huurtoeslaguitgaven.
Enkele honderdduizenden woningen worden niet gebouwd. Wat een resultaat.
Ik citeer nogmaals uit het hoofdlijnenakkoord: "De jaarlijkse sociale
huurontwikkeling volgt tot 2026 de bestaande afspraak met de
woningbouwcorporaties, en daarna de inflatie." Dat deel van het
hoofdlijnenakkoord is keurig uitgevoerd, in tegenstelling tot veel
andere afspraken, en is vastgelegd in de Nationale Prestatieafspraken
2025-2035 en vervolgens op de Woontop. Die hele Woontop van de minister
is dus ook een farce geweest, een leuke exercitie voor de bühne. Zo had
de minister het beslist niet bedoeld; daarvoor ken ik haar te goed. Wat
is haar visie eigenlijk op de afspraken in de Voorjaarsnota inzake de
huurbevriezing zonder afdoende compensatie? Voelt zij zich niet in haar
hemd gezet door haar eigen coalitie?
Ik vind het echt erg wat deze coalitie de honderdduizenden
woningzoekenden in ons mooie land heeft aangedaan, maar ook wat ze deze
minister heeft aangedaan. Het is een grove schande. Vandalisme in de
polder, aldus de gewaardeerde professor Johan Conijn. Ik sluit me bij
hem aan. Gaat de minister zo spoedig mogelijk een impactanalyse maken om
te kijken wat er precies overblijft van alle afspraken en beloften die
gemaakt en gedaan zijn? Wat is haar inzet om de de facto eenzijdig
opgezegde prestatieafspraken weer tot leven te wekken en de op de
Woontop gemaakte afspraken allemaal uit te voeren? Kort gezegd: hoe gaat
de minister het in één nacht geknakte vertrouwen van woningcorporaties,
bouwbedrijven en woningzoekenden in de rijksoverheid weer
herstellen?
Want, voorzitter, de dubbele huurbevriezing is niet alleen een aanslag
op onze volkshuisvesting, maar de Voorjaarsnota is ook een aanslag op
het vertrouwen in de overheid en in politieke leiders die het ene moment
de woonkamer inrichten met prachtige afspraken en vergezichten die
iedereen, inclusief het Rijk, met de hand op het hart tekent, terwijl
het volgende moment het vloerkleed er in één nacht rücksichtslos onder
vandaan wordt getrokken. Ook daarom ben ik vanavond, wel ogenschijnlijk
rustig, werkelijk een woedende woonwoordvoerder.
De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw inbreng. We gaan nu luisteren naar de heer
Boswijk, die mevrouw Vedder vervangt, die ziek is. Hij gaat spreken
namens de fractie van het CDA, die in groten getale aanwezig is in de
zaal. Gaat uw gang.
De heer Boswijk (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst dank aan collega De Hoop voor zijn
initiatiefwet voor huurbevriezing in 2025. Ook dank aan zijn
ondersteuning. Een initiatiefwetsvoorstel is namelijk veel werk.
Laat ik ook direct onze kaarten op tafel leggen: het CDA steunt dit
voorstel niet, niet omdat we de zorgen niet delen — die zijn terecht —
maar omdat we de voorgestelde oplossing onjuist en onverantwoord vinden.
Ten eerste vinden wij huurbevriezing geen effectief middel om de
bestaanszekerheid te versterken. Ten tweede komt een deel volledig
terecht bij bedrijven: een forse lastenverzwaring, precies op het moment
dat het vestigingsklimaat vraagt om rust, reinheid en regelmaat.
Voorzitter. Ik kom straks terug op de inhoudelijke bezwaren, maar ik
begin met een compliment aan collega De Hoop. Hij doet iets wat vier
coalitiepartijen anderhalve week geleden in de nachtelijke uren niet
hebben gedaan, namelijk zoeken naar een structurele dekking. Als je dan
toch de huren wil bevriezen, iets wat wij als CDA afwijzen, dan moet je
dat wel gaan compenseren. Want ook een tijdelijke bevriezing heeft
structurele gevolgen. Doe je dat niet, dan verdwijnt de
investeringscapaciteit van woningbouwcorporaties als sneeuw voor de zon.
En dat midden in een woningnood. Dan zet je dus een streep door de bouw
van tienduizenden broodnodige woningen, terwijl honderdduizenden mensen
in Nederland, van jong tot oud, op zoek zijn naar een huis. De
woningnood is al jarenlang een van de grootste zorgen in onze
samenleving.
Het is eigenlijk van de zotte. Een paar maanden geleden hebben we nog
een debat gehad over de Nationale prestatieafspraken. Daarbij deelden
wij als CDA al onze zorgen dat dit kabinet waarschijnlijk de zwakke
factor gaat zijn. Onze angst wordt helaas bewaarheid. Dit kabinet trekt
zich met de afspraken in de Voorjaarsnota eenzijdig terug uit de
Nationale prestatieafspraken. Daarmee belanden de woonafspraken voor
100.000 nieuwe woningen per jaar direct in de prullenmand. Dat is een
schoffering van aannemers, coöperaties en gemeentes, maar vooral ook van
woningzoekenden.
Voorzitter. Het is onbegrijpelijk. Deze coalitie zorgt ervoor dat 50
miljard aan investeringscapaciteit verdampt. Dat is onbegrijpelijk,
onfatsoenlijk en onverantwoord. Ik vrees dat het hier niet bij blijft.
Woningbouwplannen bestaan namelijk uit een mix van koop en huur. Juist
die mix willen we wettelijk borgen met de Wet versterking regie
volkshuisvesting. Als woningbouwcorporaties sociale huur niet meer
kunnen betalen, vallen die gemengde plannen om. Gemeentes kunnen die
gaten niet dichten. De gevolgen gaan zijn: vertraging, uitstel, hogere
bouwkosten en nog minder woningen. Dit is politiek amateurisme van
mythische proporties.
Voorzitter. Ik weet dat deze minister een slimme politica is. Maar
linksom of rechtsom: deze ontwikkeling kan ze toch onmogelijk
verdedigen? Mijn vraag is dan ook: kan de minister vandaag bevestigen
dat de investeringscapaciteit van woningbouwcorporaties midden in deze
woningnood ongemoeid blijft, zoals is afgesproken in de NPA?
Voorzitter. Waar collega De Hoop komt met structurele dekking, is die
van deze coalitie incidenteel, onrechtvaardig en inefficiënt. Kort
gezegd komt het erop neer dat de middenklasse, de hardwerkende
Nederlander voor wie de VVD zegt op te komen, mag opdraaien voor de
boodschappenbonus van de PVV. Dat slikken ze ook nog eens. Het meest
rechtse kabinet komt met nivelleringsbeleid.
Voorzitter. We vragen ons ook nog af of het coalitievoorstel van de
huurbevriezing juridisch wel kan. De Raad van State heeft eerder gezegd
over de huurbevriezing van de heer De Hoop — ik citeer — "dit is een
substantiële inbreuk op eigendomsrechten en het EVRM." De Raad van State
maakt er een groot punt van hoe de investeringscapaciteit van
woningcorporaties wordt aangetast en dat er wordt gemorreld aan de
stabiliteit van hun financiering. Hoe kan je met die kennis, die er
gewoon al was tijdens de onderhandelingen van deze coalitiepartijen, in
vredesnaam toch deze afspraken maken? Daarom heb ik de volgende vraag
aan de minister. Ik kan me niet voorstellen dat zij dit, voordat zij dit
naar de Raad van State stuurde, niet juridisch heeft gecheckt binnen
haar ministerie. Klopt dat, vraag ik de minister. Zo ja, wil ze de
juridische toets ook met deze Kamer delen?
Terug naar het voorstel van collega De Hoop. Zoals gezegd hebben we twee
fundamentele bezwaren. Ten eerste: de huurbevriezing is geen geschikt
middel om bestaanszekerheid te bevorderen, juist omdat deze tijdelijke
maatregel permanente gevolgen heeft. Ja, de huren stijgen, maar de
inkomens stijgen gemiddeld harder. Dat blijkt uit het onderzoek van
onder andere het Nibud. De koopkracht neemt gemiddeld dus toe. Pak het
gericht aan als er extra hulp nodig is. Collega Grinwis doelde al op de
huurtoeslag. Doe dat niet via een generieke maatregel die marges
aantrekt of de investeringscapaciteit sloopt en die dus ook nooit meer
wordt ingelopen. Ten tweede: we kunnen niet instemmen met financiering
via een extra last op het bedrijfsleven. Daarom zijn we tegen het
voorstel.
Voorzitter. Ik ben nog niet klaar. Eerlijk is eerlijk, in het voorstel
van de heer De Hoop lees ik ook een terechte oproep om
woningbouwcorporaties meer te waarderen en ze weer in hun kracht te
zetten. Daar denkt het CDA graag over mee. Daarom horen we graag een
reactie van zowel de indiener als de minister op de drie volgende
perspectieven.
Allereerst de vpb. We zien de noodzaak voor meer financiële slagkracht
voor woningbouwcorporaties, maar ik herinner mij ook dat er in een brief
uit oktober 2023 werd gewaarschuwd dat dit mogelijk in strijd is met de
staatssteunregels. Is dit risico al ondervangen? Zouden we misschien
kunnen kijken naar de investeringsaftrek voor verduurzaming? Hoe kijkt
de initiatiefnemer hiernaar?
Ten tweede de kostendelersnorm. Steeds meer alleenstaande ouderen willen
graag samenwonen. Helaas wordt dat tot op de dag van vandaag fiscaal
bestraft. Eigenlijk is dat onbegrijpelijk. Enerzijds draagt het namelijk
bij aan de strijd tegen eenzaamheid. Anderzijds zorgt het ervoor dat
woningen weer beschikbaar komen voor jongeren en jonge gezinnen. We
hebben het al eerder gedaan voor jongeren tot 27 jaar. Kan de minister
verkennen hoeveel woonruimte er vrijkomt als we dit ook voor ouderen
gaan doen? Ten derde de staatssteun voor de middenhuur. Het
vliegwieleffect van de investeringen is groot, maar ook kwetsbaar. Dat
blijkt ook uit dit voorstel. Mis je 1,2 miljard aan kasstroom, dan
verdampt er 50 miljard aan investeringsruimte. Draai het vliegwiel om.
Ga in gesprek met institutionele beleggers. Werk aan garantiestellingen
en projectsubsidies. Zet een middenhuurfonds op. Maak een plan van
aanpak zodra we klaarstaan voor de staatssteuntoets.
Voorzitter. Ik sluit af met een zorg en een oproep. De huurbevriezing
lijkt verdacht veel op de oude verhuurderheffing, alleen in een nieuw
jasje. Ook toen werd de corporatiesector financieel uitgekleed, met
desastreuze gevolgen: jarenlang geen nieuwe sociale huur en verdwenen
starterswoningen. Wat zei men toen? De markt lost het wel op. Niet dus.
Mijn oproep aan deze coalitie is simpel. Breek onze
woningbouwcorporaties niet opnieuw af, want zij zijn de bouwers van de
gemeenschappen. Zij zorgen voor leefbaarheid, betaalbaarheid en
verbondenheid. Daarom een oproep aan het kabinet. Ondersteun die kracht
in plaats van die te ondermijnen. En haal die onzalige huurbevriezing zo
snel mogelijk van tafel.
Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw inbreng. We gaan nu luisteren naar de heer
Stultiens. Hij voert het woord namens de fractie van GroenLinks-Partij
van de Arbeid.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. De huren worden volgend jaar bevroren. Dat lijkt goed
nieuws. Er zijn vandaag twee politieke vragen. Een. Voor wie worden de
huren bevroren? Twee. Wie gaat de rekening betalen? Kiest de Kamer
vandaag voor een sociale of een asociale variant? Laat de Kamer dit ten
koste gaan van nieuwe huizen? Of vragen we een eerlijke bijdrage van de
sterkste schouders in dit land? Gaat de Kamer alle huurders helpen aan
bestaanszekerheid? Of laat de Kamer de middenhuurders en de
vrijehuurders keihard in de steek?
Voorzitter. Het zal u niet verbazen dat mijn fractie, GroenLinks-PvdA,
kiest voor de sociale manier. Wij willen dat alle huren worden bevroren,
omdat ook de mensen die geen sociale huurwoning hebben elke maand veel
te veel geld kwijt zijn aan de huur. En ja, wij willen dat
woningbouwcorporaties ruimschoots en structureel worden gecompenseerd
voor deze huurbevriezing zodat er genoeg huizen kunnen worden gebouwd de
komende jaren. Daarom zullen wij als fractie vol overtuiging voor het
wetsvoorstel stemmen.
Voorzitter. Waarom is dit voorstel zo belangrijk? Het recht op goede
huisvesting is een grondrecht: artikel 22 van de Grondwet. De
huisvesting moet ook betaalbaar zijn. We zagen vorig jaar de hoogste
huurstijging in 30 jaar tijd. Ook dit jaar dreigt er weer een
huurexplosie aan te komen, tot wel 7,7% voor de middenhuur. Deze groep
moeten wij als overheid, als Kamer, beschermen. Want wij weten uit alle
onderzoeken hoeveel huurders nu al in de knel zitten. Wij weten dat zij
elke maand een veel te groot deel van hun inkomen aan de huur kwijt
zijn. De SP zei het al: het contrast tussen dit wetsvoorstel van collega
De Hoop en het gepruts van de coalitie kan eigenlijk niet groter zijn.
Deze initiatiefwet zorgt voor een bevriezing voor alle huurders. De
coalitie besluit om juist meer ruimte te bieden aan woekerhuren. Wat is
er gebeurd met al die woorden vorige week, van NSC, van de PVV? Zij
zeiden: "Wij gaan het niet meemaken. Wij blokkeren deze plannen van
minister Keijzer. Wij gaan de Wet betaalbare huur niet versoepelen." Wat
is er gebeurd in die 24 uur dat dit nu toch wel gaat gebeuren? Waarom
tellen weer de belangen van de beleggers zwaarder dan die van de
huurders?
Voorzitter. Als het gaat om de wooncrisis zeggen partijen al gauw "we
moeten bouwen, bouwen, bouwen". En ja, dat is een deel van de oplossing.
Maar dan is het wel cruciaal dat je ook structureel genoeg middelen aan
de bouwers van dit land geeft, aan de woningbouwcorporaties. Het is
daarom onbegrijpelijk wat de coalitie vorige week heeft bedacht. De
woningbouwcorporaties worden niet structureel gecompenseerd. De komende
jaren worden veel minder huizen gebouwd en verduurzaamd. Toen ik die
variant las, dacht ik: dit ken ik ergens van. Dit heb ik ergens eerder
gelezen. En ja, dat klopt. Het is het programma van de VVD, de
doorrekening van de VVD, namelijk de sociale huren bevriezen en geen
compensatie bieden. Wat is het effect? Een kleinere rol voor de
woningbouwcorporaties, meer vrije markt en minder volkshuisvesting. Dat
is precies de liberale agenda van de VVD die het land niet nodig
heeft.
Voorzitter. Volkshuisvesting is veel te belangrijk om over te laten aan
alleen de vrije markt. Daarom roep ik de coalitie op: doe dit
niet.
Ik zie een vraag, dus ik wacht even met mijn betoog.
De heer Peter de Groot (VVD):
De heer Stultiens van GroenLinks-PvdA leest nu een onderdeel voor uit
het VVD-verkiezingsprogramma dat ik als VVD-Kamerlid niet ken. Ik ben
dus benieuwd waar de heer Stultiens dat vandaan haalt.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dank voor deze vraag. Het Centraal Planbureau rekent altijd de
programma's door van alle partijen die meedoen, gelukkig ook die van de
VVD, net als die van mijn partij. Daarin zie je staan dat de VVD zegt:
de sociale huur gaan we bevriezen, maar in ruil daarvoor gaan we dat
niet compenseren, want dat leidt tot een lagere huurtoeslag. Het gevolg
daarvan is — wat ik heel slecht vind — een kleinere sociale huursector.
Dat staat in Keuzes in Kaart 2025-2028 van het Centraal Planbureau.
De heer Peter de Groot (VVD):
Dat is leuk, maar dat gaat over een hele doorrekening. De heer Stultiens
haalt nu wellicht iets uit de doorrekening van 2021 of van 2023; dat
kan. Hij haalt er nu zo'n klein stukje uit en brengt dat hier naar
voren. Maar het gaat natuurlijk over een hele doorrekening. Daar gaat de
doorrekening over. Ik zou dus de heer Stultiens willen vragen: als u een
stukje eruit haalt, vertelt u dan ook het gehele brede verhaal.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dat doe ik met liefde. Het programma van de VVD staat vol met slechte
plannen in de doorrekening. Zo worden de lasten op arbeid weer verhoogd,
de werkenden betalen de rekening en de middenklasse betaalt de rekening;
eigenlijk net zoals het gaat bij deze coalitie. Dus er staan inderdaad
meer slechte plannen in de doorrekening. Voor het debat van vandaag was
voor mij het meest relevante stukje dat over de sociale huur. Daar wordt
het interessant, want er wordt soms gedacht: waar komt dit plan vandaan?
Daarom viel het mij op dat dit plan, dat eigenlijk vorige week is
toegepast, bij de VVD stond. Daarom noem ik het.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik vind dat de heer Stultiens toch wel vrij hoog van de toren blaast
richting andere partijen, terwijl zijn partij, GroenLinks-PvdA, met dit
initiatiefvoorstel toch de lont in het kruitvat heeft gestoken.
Huurbevriezing stond volgens mij niet in het laatste
verkiezingsprogramma van GroenLinks-PvdA. We hebben een jaar geleden de
wet-Nijboer verlengd. De voorganger van deze heren, die woonwoordvoerder
was en waar ik vaak heel fijn mee heb samengewerkt, heeft de huur
gemaximeerd. Dat gaf ook helderheid voor de komende jaren. Maar de inkt
van die verlengde wet is nog niet droog, en dan komt dit wetsvoorstel.
Ik snap wel dat de heer Stultiens naar andere partijen wijst en de VVD
even voor de bus wil gooien — de VVD staat inderdaad niet bekend om haar
geweldige woonbeleid — maar de heer De Groot heeft wel in de afgelopen
jaren afscheid genomen van die kaalslag, die huurbevriezingsfilosofie,
van de heer Koerhuis. Ik ga hem er zo meteen nog op bevragen hoe dat nu
gebeurd kan zijn in de afgelopen week. Maar waarom heeft de
GroenLinks-PvdA-fractie hier de lont in het kruitvat gestoken, terwijl
een beter voorstel, namelijk een structurele verhoging van de
huurtoeslag, de bestaanszekerheid van zowel woningzoekenden als huidige
huurders goed had kunnen helpen?
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dat zijn een boel vragen tegelijk. Ik ga ze netjes een voor een langs.
De kaalslag van de VVD is niet weg, want die hebben we vorige week
gezien, met deze huurbevriezing zonder compensatie. Dus die komt zo
terug. Laten we dat niet te positief bestempelen.
Dan verwijst de heer Grinwis naar ons werk van de afgelopen jaren. Wij
hebben vaker gepleit voor huur bevriezen. Is het de allerbeste
schoonheidsprijswet? Nee. Daar ben ik het mee eens. Het is eigenlijk een
soort noodmaatregel omdat eerdere verzoeken niet gelukt zijn. Zou het
beter zijn om het structureel te fiksen? Absoluut, absoluut. Maar dit is
nu een noodmaatregel vanwege het feit dat vorig jaar de huren explosief
gestegen waren, de hoogste stijging in 30 jaar — dat weet de heer
Grinwis ook — en dat ze nu weer dreigen te gaan stijgen. Dan zegt mijn
partij inderdaad: dan komen wij met een noodplan, omdat wij het niet uit
kunnen leggen dat er in dit land, waar je überhaupt soms al 30% à 40%
van je inkomen kwijt bent aan huur, ook nog eens een stijging van 7,7%
aankomt. Dan is het tijd voor noodmaatregelen. Daarom vind ik deze wet
toch een logisch voorstel.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
De ChristenUnie-fractie wil de huurder ook helpen. Daarvoor hebben we
een heel gericht instrument. Met name huurders in de knel met een laag
inkomen kun je via de huurtoeslag helemaal compenseren. Want bij iedere
euro huurverhoging krijg je op dit moment, als je een gemiddelde huur
betaalt, 65% vergoed. Dus van iedere euro huurtoeslag krijg je 65 cent
vergoed. Je zou de huurtoeslag zodanig kunnen verhogen dat je die
laatste 35 cent, die laatste 35%, ook goedmaakt. Dat is een veel
goedkoper voorstel, zonder dat je daarmee een gat slaat in de
investeringscapaciteit van de woningcorporaties. Bovendien zet
GroenLinks-PvdA nu wel het schrappen van de vennootschapsbelasting in,
maar die maatregel was sowieso nodig om in de toekomst de
investeringscapaciteit op peil te houden. Nu al zijn woningcorporaties
met de huidige investeringscapaciteit soms niet bij machte om de
hoeveelheid betaalbare woningen voor woningzoekenden te bouwen. Dus nu
wordt iets weggegeven als compensatie, wat je eigenlijk sowieso al had
moeten doen.
Dus nogmaals mijn oproep: is GroenLinks-PvdA bereid het voorstel van de
huurbevriezing te heroverwegen en om te zetten in een slimme,
intelligente huurbevriezing, namelijk volledige compensatie via de
huurtoeslag van huurders met een laag inkomen?
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Het zijn wederom een boel vragen. Eén. De wet zoals die er nu ligt,
vinden wij goed. Daar gaan wij voor stemmen. Twee. De heer Grinwis
insinueert dat door deze wet de coalitie vorige week een slechte keus
gemaakt heeft. Volgens mij geeft hij ons daarmee te veel credits, want
zo werkt de coalitie helaas niet. Bovendien zijn wij er niet
verantwoordelijk voor dat zij met slechte plannen komen. Sterker nog,
wij bieden nu eigenlijk een noodoplossing met deze wet aan de coalitie:
je kunt je fout nog herstellen als je hiervoor stemt.
De huurtoeslag. Ik zit met de heer Grinwis in verschillende debatten
over financiën. Daar zegt de ChristenUnie steeds weer: we willen gauw
een plan om van de toeslagen af te komen. Maar dat is nu dus behalve
deze. Maar dat lijkt een beetje te botsen, want als ze eraf willen, zou
ik de huurtoeslag niet opplussen. Dus ja, ik ben van harte bereid om te
kijken naar alle andere plannen die hier worden ingediend. Maar ik blijf
zeggen: voor deze grote groep huurders, die nu ook veel te hoge huren
hebben in de middensector en de vrije sector, zie ik nog geen oplossing
van de heer Grinwis. En die oplossing zie ik wel bij de heer De
Hoop.
De voorzitter:
De heer Grinwis? Nee. Dan gaat de heer Stultiens verder met zijn
betoog.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Waar was ik gebleven? Ja, ik was bij de 24 uur van de coalitie en wat er
allemaal gebeurd is.
Eigenlijk is de vraag: waarom heeft de minister van Volkshuisvesting, de
vicepremier, niet ingegrepen? Was zij nou wel of niet op de hoogte van
deze plannen? Dat maakt nogal wat uit. Was er sprake van onwetendheid
bij de coalitie of van onwil? Als het onwetendheid was, kunnen we de
fout nog herstellen, maar als het onwil was en zij dus wel betrokken
was, hebben we vandaag een groter probleem. Ik roep de partijen en de
minister daarom op om te kijken naar dit wetsvoorstel. Zie het als een
laatste gouden kans om de fouten van vorige week te herstellen!
Voorzitter, tot slot wens ik de heer De Hoop en zijn ondersteuning veel
succes en wijsheid bij de verdere beantwoording. Ik voel me een soort
minister, want ik heb nog een kaartje voor me liggen. Maar op wat daarop
staat, kom ik later terug, want zo snel kan ik niet nadenken.
De huurders en de bouwers van Nederland, ze rekenen op uw, meneer De
Hoop! Dank u wel.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. Dan gaan we nu weer luisteren naar de heer
Vijlbrief. Hij voert het woord namens de fractie van D66.
De heer Vijlbrief (D66):
Staat wel goed, hè, De Hoop in vak K?
Voorzitter. Nederland heeft een wooncrisis! Ik praat heel veel met
mensen en wanneer ik met mensen hierover praat, kom ik mensen tegen die
graag hun leven willen starten, maar geen huis kunnen vinden en ouderen
die naar een ander huis willen, maar dat niet kunnen, omdat er niet
gebouwd wordt voor ouderen. Als je dan beseft wat er vorige week gebeurd
is, dan moet je toch constateren dat er een heel lelijke coalitiedeal
gesloten is. Er is een dikke rode streep gezet door de bouw. Volgens
Aedes zijn het zelfs zo'n 150.000 woningen. Als je je dan ook nog
bedenkt dat we een Wet regie hebben die zegt dat de sociale huurwoningen
30% van het totaal dat er gebouwd wordt moeten zijn, dan heeft het ook
nog consequenties voor de rest van wat er gebouwd wordt.
En dat moet je vergelijken met bijna een half miljoen mensen die
woningen aan het zoeken zijn. Probeer je te bedenken wat dat dan
betekent voor de mensen die dit vorige week gehoord hebben. Geen eigen
kamer. Geen eigen huis. Geen mogelijkheid om een gezin te stichten. Ik
kan er niet bij, want wat doet de coalitie? Die maakt het probleem niet
kleiner, maar groter! Wat is hier gebeurd?
Laat ik helder zijn: deze deal had nooit het daglicht mogen zien. De
deal is funest voor mensen die een woning zoeken en de deal is funest
voor zittende huurders die veel geld hadden kunnen besparen met de
verduurzaming van hun huis. Je vraagt je dan een aantal dingen af en die
vragen ga ik nu maar aan de minister stellen. Kan de minister straks in
haar termijn aangeven hoe de deal die vandaag op tafel ligt, tot stand
is gekomen? Ze heeft in de pers gezegd dat ze met de fractieleiders gaat
praten. Gaat zij de partijen op het matje roepen over deze desastreuze
deal? Zij is verantwoordelijk voor de volkshuisvesting en voor het
bouwen in dit land. Zij hoort hier conclusies uit te trekken: ofwel deze
deal gaat van tafel, ofwel zij wordt zelf ongeloofwaardig. Staat zij
achter deze deal, die de Nationale Prestatieafspraken van vier maanden
geleden — laat het tot je doordringen: vier maanden geleden! — gewoon
naar de prullenbak verwijst? En meer fundamenteel: hoe denkt dit kabinet
eigenlijk ooit nog afspraken met iemand te maken als er in een nacht
opeens overal een streep doorheen gaat? Ik heb nog een vraag, die de
heer Boswijk volgens mij ook al stelde: kan dit juridisch gezien zomaar?
Dat is echt een goede vraag.
Voorzitter. Wat deze soap ons laat zien, is de onmacht van de coalitie.
Dat vind ik heel erg. Na die lelijke deal van vorige week, is het voor
ons nog duidelijker dat we anders moeten omgaan met de woningmarkt.
Alsof het toeval was … Het was ook echt toeval. "Alsof het zo bedoeld
was", wilde ik zeggen. Sorry, het was een lange dag, maar het was
toeval. We hadden deze week de presentatie van onze eigen ideeën — ik
zal ze zo meteen uitreiken aan de minister en de heer De Hoop — om een
eind te maken aan de woningnood in dit land, aan code rood voor alle
mensen die een huis zoeken. Dat plan heet Wonen voor mensen. Rob Jetten
en ik hebben het van de week gepresenteerd. Ik had me eigenlijk
voorgenomen om een halfuur over dit plan te vertellen, in plaats van het
te hebben over alle onzin die uit de coalitie komt, maar dat gaan we
niet doen na het vorige onzindebat over een pensioenamendement dat
nergens op slaat. Dat doen we dus maar niet. Maar ik wil er toch een
paar grote dingen over zeggen.
D66 zegt: voer een noodwoonwet in. Ga een aantal dingen gewoon zo snel
mogelijk wettelijk regelen om te zorgen dat de woningmarkt van het slot
gaat. Ik ga de grootste elementen even noemen. Wij zeggen ook: haal
taboes weg op nieuw te bouwen locaties. Dat zeggen wij tegen onszelf,
maar ook in de richting van alle partijen die die taboes nog wel hebben.
Er mag wat ons betreft ook gebouwd worden in weilanden, wanneer dat
nodig is om de woningnood op te lossen. Bouw meer voor middeninkomens en
zorg dat de sociale huur weer wordt voor de mensen voor wie het bedoeld
is. Sluit een doorstroomdeal tussen generaties. Zorg dat jongeren en
ouderen met elkaar zorgen dat er meer huizen vrij kunnen komen en dat er
doorgestroomd wordt. En ten slotte, erg belangrijk in dit debat: zorg
voor een fiscale schoonmaak. Haal het koopkrachtbeleid — coalitiemensen,
horen jullie het? — uit de woningmarkt. Daardoor is dit probleem
namelijk ontstaan. Als je gaat proberen om koopkrachtbeleid te voeren
via huren, dan kom je in dit soort troep terecht.
Voorzitter. Dan ga ik naar de wet van de heer De Hoop. Allereerst mijn
complimenten voor het feit dat deze initiatiefwet er ligt. Complimenten
aan de heer De Hoop en aan zijn medewerkers. Ik weet niet of ik deze wet
het beste idee vind om dit op te lossen. Is dit nu de beste manier om de
meest kwetsbare mensen financieel bij te staan? Door 1,5 miljard aan
extra belasting te heffen en vervolgens de vennootschapsbelasting voor
woningbouwcorporaties af te schaffen, zonder dat daar iets aan extra
woningen en extra verduurzaming voor terugkomt? Ons antwoord is: nee,
dat is niet het beste idee. Als je dan toch iets wil doen aan de
koopkracht van huurders, zet dan je koopkrachtinstrumenten in. De heer
Grinwis zei het al: gebruik dan maar de huurtoeslag. Dat is dan veel
effectiever.
Maar wat is er eigenlijk gebeurd met die hele huurbevriezing? Want
opeens zit GroenLinks-PvdA samen met de PVV in een kamp. Zij hebben dit
samen bedacht. De partij die hier recht tegenover mij zit, de VVD, die
hier altijd mordicus tegen was, heeft meegedaan om dit in een nacht te
bedenken. Het is een soort omdraaiing van alle rollen. Ik begrijp het
niet meer. Ik ga zo meteen de heer De Groot ook echt bevragen over wat
de VVD vindt van de huren, want ik kan het echt niet meer volgen. De VVD
was altijd een tegenstander van de huurbevriezing, en nu doen ze dit. Ik
begrijp er niks van. Ik pleit voor échte woondoorbraken, in plaats van
dit rommelige beleid.
Voorzitter, dank u wel. Ik wilde dit graag uitreiken …
De voorzitter:
Via de bode graag.
De heer Vijlbrief (D66):
… ter inspiratie.
De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw inbreng. We gaan nu luisteren naar de heer
Mooiman. Hij voert het woord namens de PVV-fractie. Gaat uw gang.
De heer Mooiman (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Vandaag ligt er een initiatiefwet voor die
voortkomt uit de bredere discussie over de huren, die wij afgelopen
februari met elkaar gehad hebben. Allereerst zijn complimenten
natuurlijk op z'n plaats. Er gaat veel werk in zitten. Het is goed dat
de heer De Hoop dat doet. Ook dank aan de ondersteuning
natuurlijk.
Voorzitter. Dan de inhoud. De voorliggende initiatiefwet deelt de wens
van ons om de huren te bevriezen. Wel is het zo dat deze wet er nog tot
vorige week vrijdag was zonder enige compensatie dan wel dekking. Er
werd slechts in de memorie van toelichting een aanzet gedaan, maar ook
op een heel andere manier. Ook de Raad van State heeft een kritisch
oordeel gegeven over hoe dit wordt vormgegeven. Inmiddels wordt een deel
nu wel gecompenseerd, maar voor zowel de middenhuur als de vrije sector
wordt er niets gecompenseerd. Daarnaast is het ook maar de vraag of dit
juridisch wel kan, zeker voor deze laatste twee. In hoeverre heeft de
indiener hier rekening mee gehouden? Waar het gaat om de argumentatie om
de laatste twee niet te compenseren, wordt onder andere in de memorie
van toelichting aangegeven dat de waarde van vastgoed fors is gestegen.
Dat klopt, maar dat is voor de sociale sector natuurlijk ook het
geval.
Voorzitter. Toch moeten we wel zijn, ondanks de goede intenties van de
wet. Het zijn juist de linkse partijen zoals die van de indiener,
GroenLinks-PvdA, die de huidige wooncrisis en de hoge huur- en
koopprijzen hebben veroorzaakt door het jarenlang toejuichen van de
massa-immigratie, het weigeren om buiten de stad te bouwen, de steeds
verder geforceerde verduurzaming en de steeds maar uitdijende
milieueisen. Zij hebben de sociale huurders jarenlang in de steek
gelaten en opgezadeld met allerlei problemen, om vervolgens moord en
brand te schreeuwen.
Voorzitter. We hoeven dan ook niet voor het voorstel dat nu voorligt, te
kiezen. De PVV heeft immers, samen met de andere coalitiepartijen,
tijdens de onderhandelingen over de Voorjaarsnota een ander en breder
pakket voor elkaar gekregen. Alle sociale huren worden dit jaar en
volgend jaar bevroren en de huurtoeslag gaat fors omhoog. Daar zijn wij
trots op. Alhoewel we het debat daarover bij de behandeling van de
Voorjaarsnota nog met verve zullen houden, wilde ik het wel alvast
gezegd hebben.
Voorzitter. Gelet op wat ik zojuist heb aangegeven, zullen wij de
voorliggende initiatiefnota dan ook niet steunen.
Mevrouw Beckerman (SP):
De heer Mooiman staat hier toch écht knollen voor citroenen te verkopen.
Er is in de begroting tot 2030 2,5 miljard gereserveerd voor huurders,
voor de huurtoeslag. Daarvan presenteert de heer Mooiman 1 miljard als
zogenaamde boodschappenbonus. Geld wat al in de begroting bestemd was
voor huurders, presenteert u als cadeautje voor huurders. Vervolgens
steekt u 400 miljoen in eigen zak. Dit is toch gewoon een babbeltruc?
Dit is toch politieke oplichting?
De heer Mooiman (PVV):
Ik hoorde het frame zojuist ook al, maar dat is natuurlijk absoluut niet
waar. Ten eerste hebben we er juist voor gevochten dat dat miljard bij
de huurders terechtkomt. Gelukkig is dat zo. Ik hoorde mevrouw Beckerman
net vol lof spreken over het voorstel van de heer De Hoop. Daarin zit
ook een besparing op de huurtoeslag, omdat de huren niet worden
verhoogd. Dat wordt ook niet bij de huurtoeslag teruggegeven. Wij doen
dat wel. Politieke oplichting? Absoluut niet. Wij hebben het juist voor
elkaar gekregen dat huurders er een miljard bij krijgen.
Mevrouw Beckerman (SP):
De PVV zegt: ze krijgen er een miljard bij. Laten we feitelijk blijven.
Dit bedrag was al in de begroting bestemd voor huurders. Daarvan steekt
u 400 miljoen in eigen zak. Als de PVV nou echt zaken wil doen, zou die
zeggen: zorg ervoor dat je al het geld inzet voor de nieuwbouw van
woningen. Want dat is nu de kritiek, de terechte kritiek, op het
voorstel waar de coalitie mee is gekomen. Wat doet de heer Mooiman met
de kritiek dat dit plan van de coalitie ervoor kan zorgen dat er de
komende jaren nog minder sociale huurwoningen gebouwd worden?
De heer Mooiman (PVV):
Ook daar wil ik wat over zeggen, want er wordt een heel frame opgehangen
met allemaal doemscenario's, terwijl het anders ligt dan u wellicht zou
denken. Een aantal dingen. Allereerst wordt er al meer dan een miljard
gecompenseerd voor verloren huurinkomsten. Daarnaast zien we ook
verschillende experts vanuit het veld, onder andere het Economisch
Instituut voor de Bouw, die aangeven dat er tot 2030 al veel in de
pipeline zit en dat het simpelweg doorrekenen van de huurbevriezingen en
doen alsof het allemaal investeringen zijn die zijn verdwenen, serieus
genuanceerd moet worden. We zien ook experts zoals
oud-woningbouwcorporatiebestuurders die aangeven dat corporaties zelf
veel meer kunnen doen, bijvoorbeeld wat betreft de verkoop van woningen
aan sociale huurders of starters. Gelet op de enorm gestegen
vastgoedprijzen kan daarmee het dubbele terug worden gebouwd. Ik ga dus
niet mee in het frame dat wordt opgehangen alsof het doemscenario van
Aedes, een belangenbehartiger van corporaties, vaststaat.
Mevrouw Beckerman (SP):
Als ik zo naar de heer Mooiman luister, lijkt het wel een beetje de PvdA
tijdens Rutte II: doen alsof je het opneemt voor huurders, maar de
wooncrisis verdiepen. Dit is letterlijk praat die Margaret Thatcher had:
woningen verkopen, sociale huurwoningen verkopen. U vergroot de
wooncrisis, zeg ik via de voorzitter, en u verkleint de sociale sector
als u zegt dan maar woningen te gaan verkopen vanwege een probleem dat
we zelf hebben gecreëerd. Ik vraag aan de heer Mooiman als laatste of
hij de mening van de SP deelt dat we juist moeten zorgen dat er meer
betaalbare sociale huurwoningen komen en niet minder, zoals hij nu zelf
voorstelt.
De heer Mooiman (PVV):
Dat is niet wat ik voorstel. Wat ik zeg, is dat woningbouwcorporaties
zelf veel meer kunnen doen dan zij tot nu toe zeggen. We zien dat ook
terug in het commentaar van experts hierover, onder andere
oud-corporatiebestuurders die dat zélf naar voren brengen.
Tegelijkertijd ben ik het simpelweg ook niet eens met het frame dat de
hele tijd wordt opgehangen door Aedes, die uiteindelijk de belangen van
woningbouwcorporaties behartigt, dat het gaat over aantallen a là
170.000. Daar ben ik het niet mee eens. We zien dat ook terug, nogmaals,
bij experts van het Economisch Instituut voor de Bouw, die zeggen dat
die cijfers helemaal niet zo liggen. Ik ben het er dus niet mee
eens.
De voorzitter:
Uw vierde interruptie, mevrouw Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
Het is hartstikke mooi dat u het daar allemaal niet mee eens bent, maar
bent u het dan nog wel eens met uzelf, vraag ik aan de heer Mooiman. Het
was namelijk de heer Mooiman die in december "onacceptabel" zei over de
7.7% huurverhoging in de middenhuur en die vorige week "daar valt niet
over te praten" zei over de aanpassing van de Wet betaalbare huur. Nu
liggen beide weer op tafel. Met het voorstel van de coalitie gaan de
huren nog steeds met 7,7% omhoog, maar met dit voorstel niet. De heer
Mooiman kan een heel lijstje opnoemen van mensen met wie hij het niet
eens is, maar is hij het nog met zichzelf eens? Is de PVV het nog wel
eens met alles wat zij hiervoor heeft gezegd? Het zou zeker nieuw zijn
als we dat deel vanavond ook kunnen regelen, namelijk: ook een
huurbevriezing voor die huurders.
De heer Mooiman (PVV):
Eerst een antwoord op de vraag of de PVV het wel met de PVV eens is. Ja,
natuurlijk. Dat lijkt me een beetje een gekke vraag. Ten tweede, ten
aanzien van de verhuur: we hebben net in onze spreektekst ook al
gevraagd naar de middenhuur en de vrije sectorhuur. Er is niet alleen
sprake van totaal andere wettelijke termijnen, omdat de maximale
huurverhoging daarvoor al bepaald is, maar het is ook nog eens zo dat
daar een heel juridisch kader aan vastzit dat dit niet eens mogelijk
maakt. Daar hebben we net ook in onze bijdrage naar gevraagd.
De heer Boswijk (CDA):
Als er één partij is die altijd strooit met frames en doemscenario's,
dan is het de PVV.
De heer Mooiman (PVV):
Onzin!
De voorzitter:
Gaat u door.
De heer Boswijk (CDA):
Ja, sorry. Ik ben even van mijn à propos, want dit had ik niet verwacht.
Feit is dat niet alleen de woningbouwcorporaties zeggen dat je hiermee
nu eenmalig een fooi geeft aan de sociale huur, maar daarmee generaties
aan nieuwe sociale huurders in de kou zet. 180.000 woningen gaan niet
gebouwd worden. Dat hebben niet alleen de woningbouwcorporaties gezegd,
maar inmiddels ook alle aannemers, gemeentes en provincies. Die hebben
dit allemaal gezegd. Dan kan de PVV wel zeggen dat dit allemaal frames
zijn, maar naar wie luistert u wel?
De heer Mooiman (PVV):
Zoals ik net al heb gezegd, heeft het Economisch Instituut voor de Bouw
daar een hele andere kijk op. Tegelijkertijd is ook het ministerie van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zelf nog bezig met het maken
van de doorrekeningen. Nogmaals, het doemscenario dat wordt opgeworpen
door Aedes volgen wij niet. Er zijn ook experts die juist aangeven dat
het allemaal om veel minder gaat.
De heer Boswijk (CDA):
Ik heb een klein beetje hoop gevestigd op de minister zo meteen. Die heb
ik net ook al als kundig en slim getypeerd. Ik ga ervan uit dat zij zo
meteen zowel het plan van De Hoop als het werkstukje van de
coalitiepartijen door de shredder haalt omdat zij wel naar de feiten
luistert. Stel dat deze minister zo meteen zegt: dit is een waardeloos
verhaal; dit gaat zo niet werken. Gaat de PVV dan dwarsliggen, of zegt
u: we zullen luisteren naar deze minister en wij staan voor die sociale
huur en voor de huurders van nu, maar ook voor de generatie hierna, die
nu in de kou staat?
De heer Mooiman (PVV):
Laat ik dit toch nog zeggen: het is hartstikke belangrijk dat die
socialehuurbevriezingen er komen. De 1,4 miljoen huishoudens met de
relatief laagste inkomens spenderen per maand 40% van hun inkomen aan de
huurlasten, aan de woonlasten. Dat is hartstikke veel. Ruim een kwart
van de huurders geeft aan moeite te hebben met het betalen van de huur.
Juist de huishoudens met de laagste inkomens hebben door de stijgende
huren ook nog eens het probleem dat zij nergens naartoe kunnen. Dat wil
ik toch even gezegd hebben. Er wordt namelijk maar gedaan alsof die
huurbevriezing niet nodig zou zijn en alsof mensen zich wel redden. Maar
ik denk dat heel veel huurders snakken naar deze huurbevriezingen.
Ten tweede: afspraak is afspraak; dat wil ik ook gezegd hebben. Dit is
de uitkomst van de onderhandelingen tussen de vier coalitiepartijen. Het
kabinet heeft daar ook, zonder wijzigingen, de handtekening onder gezet.
We kunnen over veel praten, absoluut, maar dit jaar en volgend jaar
worden de huren bevroren. Punt.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Nog even. Volgens de PVV is die hele huurbevriezing fantastisch nieuws
voor de volkshuisvesting. Maar dat is het niet. Meneer Mooiman verkoopt
hier mooie praatjes en staat mooi weer te spelen, maar dit is echt een
ongelofelijke aanslag op onze volkshuisvesting.
Ik heb een paar vragen aan de heer Mooiman: is hij bereid deze
huurbevriezing te heroverwegen en in te ruilen voor een structurele
verhoging van de huurtoeslag? Dan heb ik het dus niet over die
eenmalige, van 1 miljard, die huurders één jaar lang blij maakt, maar ze
het jaar daarna weer in de afgrond stort. Bovendien krijg je dan in
augustus, omdat de koopkracht voor mensen in de lage-inkomensklasse
omhooggaat, de VVD: ja, maar dan moet het inkomen voor de hogere
inkomens ook omhoog. Je schiet jezelf dus ook nog eens in je voet qua
onderhandelingsstrategie. Maar is de heer Mooiman daartoe bereid? Hij
schermt nu met cijfers van andere deskundigen. Is hij bereid om straks
mijn motie mee in te dienen of te ondersteunen om onafhankelijk te laten
onderzoeken wat de impact is van de beslissingen die in de Voorjaarsnota
zijn genomen? Professoren als Johan Conijn of Peter Boelhouwer, die niet
aan de leiband lopen van Aedes, zeggen dat dit tientallen miljarden aan
investeringscapaciteit gaat kosten. Dat zijn zomaar wat vragen waar ik
graag een reactie op wil.
De heer Mooiman (PVV):
Ik zal ze even een voor een aflopen. Ten eerste: zijn we bereid om de
huurbevriezing te heroverwegen? Nee, dat zijn we niet. Ik heb dat net
ook tegen de heer Boswijk van het CDA gezegd. Afspraak is afspraak. De
coalitiepartijen hebben deze afspraak gemaakt bij de onderhandelingen.
Die staat en blijft staan.
Vervolgens de vraag ten aanzien van de huurtoeslag. Alhoewel ik het
natuurlijk apprecieer dat de heer Grinwis voorstellen doet, moet ik
daarbij aangeven dat dat dit jaar helemaal niet meer kan. Die
huurexplosie waar mensen dit jaar mee te maken gaan krijgen, huren die
4,5% tot 5% omhoog kunnen gaan, willen wij voorkomen. We hebben vorig
jaar al de hoogste huurstijging gehad in 30 jaar. Deze huurexplosie moet
voorkomen worden, en dat kan alleen op deze manier.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Eenmalig mensen blij maken met 1 miljard extra huurtoeslag volgend jaar,
in 2026. Inderdaad, een toeslag kan op 1 januari omhoog. Maar dan hoef
je dus niet twee jaar de huren te bevriezen. In de redenering van de
heer Mooiman had je ook één jaar kunnen kiezen om daarna de huurtoeslag
structureel te verhogen. Waarom niet structureel de huurtoeslag
verhogen? Waarom eenmalig wel 1 miljard, wat heel veel is, en het jaar
daarna niks?
Laat ik nog twee ophelderingsvragen stellen. De Voorjaarsnota, deze
afspraak is in één nacht tot stand gekomen. Heel veel mensen lezen die
zinnen in de Voorjaarsnota en denken: wat staat hier nou precies? Voor
wie is die huurbevriezing? Alleen voor de sociale huurders van
woningcorporaties, omdat er voor hen een zeer geringe compensatie is van
2 à 3%? Die 1 miljard is 2 à 3% van de investeringscapaciteit die
wegvalt. Is het alleen voor de sociale huurders daar? Dat zijn bijna 2
miljoen huurhuizen. Of is het ook voor de 500.000 huizen in handen van
private verhuurders? En wat betekent die huurbevriezing voor de
inkomensafhankelijke huurverhoging die de deur al uit is? Gaat die door
of wordt die ook bevroren?
De heer Mooiman (PVV):
Ik zal het een voor een langs proberen te gaan. Ik zal ook nog even
terugkomen op het antwoord ten aanzien van de motie, want dat was ik
vergeten te vertellen. Ik zal de motie, zoals iedere motie, serieus tot
mij nemen. Op dat moment zult u natuurlijk ons oordeel horen. Op dit
moment heb ik de motie niet voor me, dus het is lastig voor mij om erop
te reageren. Maar alle voorstellen vanuit de Kamer, van welke partij dan
ook, beoordelen wij op de inhoud.
Dan de vraag voor wie dan deze huurbevriezing geldt en specifiek de
vraag over woningbouw die in het bezit is van corporaties en woningbouw
die in het bezit is van private huurders. Ik zal daar heel eerlijk over
zijn. De coalitiepartijen hebben geen gedetailleerde afspraken daarover
gemaakt. Mijn vraag aan de minister zou dan ook zijn wat de
mogelijkheden daarvoor zijn.
De voorzitter:
Meneer Grinwis, u heeft er nog twee, maar … Nee? Oké.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Die ga ik niet gebruiken, maar ik vind dit echt een ongelofelijk
antwoord van de onderhandelende partij die dit punt heeft
ingebracht.
De heer El Abassi (DENK):
En zo voert hij stiekem toch het woord.
Dit is toch mooi man, zou ik via de voorzitter willen zeggen. Geen
dekking, verwijzing naar de Raad van State, geen compensatie, juridisch
kan het niet. Dat horen we hier keer op keer van verschillende
kabinetten, van verschillende bewindspersonen, van verschillende
coalitiepartijen. Uitgerekend de PVV hield dan altijd een vurig betoog
en stond vurig tegenover deze bewindspersonen, tegenover deze
coalitiepartijen. En uitgerekend deze PVV gebruikt nu dezelfde woorden.
Ik zou de PVV willen vragen: dan ben je Henk en Ingrid toch helemaal
kwijt?
De heer Mooiman (PVV):
Wat een onzin. Wij zorgen er juist voor dat de sociale huren dit en
volgend jaar bevroren worden. Daarnaast moeten dingen natuurlijk wel
kunnen. Ik hoorde net een aantal vragen van het CDA ten aanzien van de
juridische status van de huurbevriezing in de sociale sector, bij de
woningcorporaties, maar dat heeft ook te maken met de manier waarop dat
wordt gedaan. In dit geval wordt het bijvoorbeeld bij ministeriële
regeling gedaan. Anderen hebben een wetswijziging nodig. Je zit met het
eigendomsrecht. Ik denk dat wij een hartstikke mooi pakket voor elkaar
hebben gekregen dat ook gewoon juridisch kan.
De heer El Abassi (DENK):
Ik schaam me echt voor de mensen thuis. Ik schaam me echt voor de
kiezers van de PVV. Ik heb hier een motie voor me: de Kamer, gehoord de
beraadslaging, verzoekt de regering — hij is lekker kort — de
huurprijzen in de sociale huursector met 20% te verlagen, en gaat over
tot de orde van de dag. Ik hoor geen dekking, ik hoor niks over de Raad
van State, ik hoor geen compensatie, ik hoor niet dat het juridisch niet
kan. En die is recent, nog net voordat de PVV in de coalitie kwam,
ingebracht. Dan zou — die vraag wil ik dan ook stellen aan de PVV — je
toch zeggen dat het voorstel dat vandaag wordt gedaan door de heer De
Hoop veel te slap is? Daar moet de PVV toch overheen kunnen? Of
niet?
De heer Mooiman (PVV):
Toch twee dingen. Dat de heer El Abassi zegt dat hij zich schaamt, kan
ik me wel voorstellen met de manier waarop zijn partij hier in het
parlement zakendoet. En ten tweede: blijkbaar weet de heer El Abassi ook
nog steeds het verschil niet tussen ministeriële regelingen,
wetswijzigingen en moties. Dat werd net ook eventjes aangehaald door
mevrouw Beckerman. Als in een motie wat gevraagd wordt, dan zal de
minister dat uit moeten werken en dan kan zij ook met een wetswijziging
komen. Ik zou dus eerder zeggen: meneer El Abassi, doe alstublieft uw
huiswerk.
De heer El Abassi (DENK):
Ik hoor eigenlijk de heer Mooiman zeggen dat als ik vandaag met een
motie kom om de huur met 20% te verlagen, hij dan wel instemt. Want dat
is een andere manier van inbrengen, namelijk een motie. Ik daag de heer
Mooiman dus uit om straks voor mijn motie te stemmen als ik die inbreng.
Dan de PVV. Ik kan niet anders constateren dan dat ze een huurverlaging
beloven van 20%, maar dat ze ondertussen niet eens de huur gelijk kunnen
houden. Sterker nog, de hoogste huurverhoging in 30 jaar en nu lijkt er
weer een hoge huurverhoging terug te komen. Ik kan niet anders
constateren dan dat de PVV het ene belooft, maar totaal het andere doet.
En daar wou ik het bij houden.
De heer Mooiman (PVV):
Ook daar heeft de heer El Abassi van DENK weer absoluut zijn huiswerk
niet gedaan voordat hij naar dit debat kwam. Kijk naar de
huurbevriezingen die er nu aankomen. Dit jaar zouden de huren origineel
met 6,2% gaan stijgen. Dat is vervolgens naar 4,5% afgezwakt. Nog steeds
teveel. Daar hebben wij van gezegd: dat wordt 0%. Volgend jaar,
geprojecteerd, 3,6%. Dat zou waarschijnlijk nog hoger worden vanwege de
inflatie. Daar hebben wij gezegd: dat moet naar 0%. Dat bij elkaar is al
een huurverlaging, een praktische huurverlaging, van bijna 10%. Dus
toch. Ik merk het in alle beantwoordingen. Doe uw huiswerk, zou ik
zeggen tegen de heer El Abassi.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
De heer El Abassi toonde goed aan dat het verschil tussen de PVV in de
oppositie en in de coalitie groot is. Dat was bekend. Laat ik er daarom
een paar vragen van de PVV in de coalitie bij pakken, van december 2024.
De vragen zijn gesteld door de heer Omtzigt, de heer Wilders, mevrouw
Welzijn en de heer Mooiman zelf: "bent u het ermee eens dat een
huurstijging van 7,7% voor de middenhuur niet draaglijk is voor deze
huishoudens, mede omdat veel huishoudens al moeite hebben met het
betalen van hun huur door hoge kosten van levensonderhoud?" Wat
antwoordt de heer Mooiman op zijn eigen vragen?
De heer Mooiman (PVV):
Daar staan we natuurlijk nog steeds achter. Dat is ook een enorm hoge
huurverhoging voor de middensector. Tegelijkertijd heb ik net ook de
techniek uitgelegd, hoe dat werkt. Er kan dit jaar überhaupt geen … Ook
de via de spoedwet van de heer De Hoop zou je daar juridisch mee in de
problemen komen. Dat kan niet meer dit jaar, want de maximale
huurprijzen staan al vast en dan krijg je problemen met het
eigendomsrecht. Dat er meer moet gebeuren voor de middenklasse, dat ben
ik met u eens. Maar tegelijkertijd wil ik ook zeggen dat er heel veel
mensen die tot die middenklasse behoren en ook heel veel mensen die
modaal verdienen, om en nabij modaal, ook in sociale huurwoningen
zitten. Er wordt toch een beetje gedaan alsof het allemaal maar een heel
kleine groep mensen is, maar 76% van alle huurders is sociale huurder.
De inkomens binnen die groep verschillen enorm. Dus ja, ook voor die
middenklasse doen we nu al veel en daar willen we nog meer voor
doen.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat dit het meest technocratische antwoord is dat ik ooit
gehoord heb van de PVV. "Juridisch" en "timing", maar waar blijft dan
het eigen wetsvoorstel van de PVV? Daar kunnen we ook op wachten. Maar
dan blijft mijn vraag wat hij, of eigenlijk de heer Wilders, vorige week
heeft zitten doen? De woningbouwcorporaties worden namelijk verder
uitgemolken en de woekerhuren gaan omhoog. Heeft de heer Wilders zitten
slapen bij die onderhandelingen?
De heer Mooiman (PVV):
Nee, als de heer Stultiens doelt op de afspraken ten aanzien van de Wet
betaalbare huur — daar ga ik even van uit — dan zeg ik dat er een aantal
afspraken is gemaakt om te kijken naar een drietal zaken: de WOZ, het
WWS en het uitzonderen van kleine verhuurders, die vaak van hun pensioen
particulier een woning verhuren. Die afspraken moeten ook nog nader
ingevuld worden. Dus er is verder in die zin nog helemaal niet bekend
welke kant dat opgaat. Ook dat vind ik dus te voorbarig van meneer
Stultiens. Die zegt dan vervolgens: ja, u heeft dit en dat. Dat is
helemaal niet waar.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Nou, "voorbarig"? Vorige week was de krantenkop: PVV en NSC houden het
tegen. Nu is de duiding: nou, we moeten nog even zien wat het betekent.
Dat lijkt me toch een vrij groot verschil met vorige week. Dus dan gaan
die woekerhuren toch gewoon omhoog de komende tijd?
De heer Mooiman (PVV):
Nee, absoluut niet. Dat staat er namelijk ook helemaal niet zo. Dat
heeft u waarschijnlijk ook kunnen zien in de berichtgeving. Het is
namelijk sowieso een feit dat de onderkant van de middenhuur gewoon
beschermd blijft worden. Daarnaast wil ik ook nog even aangeven dat we
binnen de middenhuur natuurlijk ook willen dat de middenklasse zelf er
op enig moment ook op vooruitgaat, verder dan dat we via de voorstellen
in het kabinet al hebben gedaan.
De voorzitter:
Uw vijfde interruptie, mevrouw Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
Hier bleek net wel iets heel ernstigs. De PVV draait inmiddels sneller
dan windmolens, maar hier gebeurde net iets heel heftigs. Vorige week —
ik heb de PVV hiervoor gecomplimenteerd — x'te Wilders: huren sociale
huurders voor twee jaren bevroren. En wat horen we hier net? Voor
sociale huurders van wie de verhuurder een particulier is, is dat
helemaal niet zeker. Dus bijna een half miljoen mensen moeten nu horen
dat hun huur op 1 juli wel gaat stijgen. De heer Mooiman telde het net
even op voor de heer El Abassi. We hoorden van de heer Mooiman dat dat
in twee jaar tijd om 10% gaat. Ik had al een motie gemaakt en
meegenomen, omdat ik bang was dat dit niet geregeld was. Kan de heer
Mooiman klip-en-klaar aangeven dat hij niet draait, dat die tweet, die
uitspraak staat en dat die huurbevriezing voor alle sociale huurders
gaat gelden, ook als hun verhuurder een particulier is?
De heer Mooiman (PVV):
Wij draaien helemaal niet. Wij hebben er juist voor gezorgd, en daar
hebben we keihard voor gevochten, dat we die bevriezingen van de sociale
huur dit jaar en volgend jaar nog krijgen. Ik heb net ook meermaals
uitgelegd, aan verschillende partijen, hoe die systematiek werkt en
waarom we daarvoor op deze manier gekozen hebben. Ik heb net ook aan de
minister vragen gesteld. Daar wil ik het bij laten.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie.
Mevrouw Beckerman (SP):
Maar dit is geen antwoord. Want dit betekent dus … Wat betekent dit nou
als je sociale huurder bent bij een particuliere verhuurder? Ik hoop dat
de heer Mooiman ze ook kent, maar je hebt van die mensen die ooit een
contract getekend hebben bij een corporatie en waarvan de woning buiten
hun schuld om verkocht is. Ze zijn nog steeds sociale huurders. Geldt
die huurbevriezing nou wel of niet voor hen? Gaan we vanavond naar huis
met onzekerheid en onduidelijkheid? Of zegt de heer Mooiman hier
klip-en-klaar: ja, die geldt ook voor hen. U zei net zelf: een woord,
een woord, een akkoord, een akkoord. Whatever. Uw tweet was: sociale
huren worden bevroren. Geldt die huurbevriezing voor sociale huurders
met een particuliere verhuurder? Een simpel ja is genoeg.
De heer Mooiman (PVV):
Wat ons betreft worden alle sociale huren bevroren. Ik heb daar net ook
vragen over gesteld aan de minister. Daar ben ik heel duidelijk in
geweest en daar laat ik het bij.
De heer Boswijk (CDA):
Sorry, maar: "wat ons betreft"? We hebben vier serieuze partijen. Dit is
de vertegenwoordiger van de grootste coalitiepartij en die kan op de
vragen van collega's Beckerman en Grinwis … Het is een hele simpele
vraag. Vallen die 500.000 mensen in Nederland die een particuliere
verhuurder hebben nu onder die huurbevriezing, ja of nee? Het gaat niet
over 10.000 of zo. Dan snap ik best dat het allemaal ingewikkeld en
moeilijk is en dat het details zijn. Nee, dit gaat over een half miljoen
mensen! Een simpele vraag: is dat tijdens die nachtelijke
onderhandelingen besproken, ja of nee? Valt dat eronder, ja of nee? Dat
is geen complexe vraag.
De heer Mooiman (PVV):
Ik heb daar net al op geantwoord. Dat heb ik inmiddels al vier keer
gedaan. Het gaat trouwens om rond de 400.000 woningen, dus het is
technisch niet correct, maar het is inderdaad belangrijk. Ik heb daar
net vragen over gesteld aan de minister en heb daar denk ik vijf keer op
geantwoord. Dus ik ga dat niet nog een keer doen.
De voorzitter:
Nee, meneer Boswijk, niet buiten de microfoon. De heer El Abassi.
De heer El Abassi (DENK):
Dank. Dan ga ik het vragen, want voor mij is het ook niet duidelijk. Ik
vraag me af of het überhaupt voor iemand duidelijk is. Anders stel ik de
vraag aan iemand anders. Mogelijk kan die het namens de PVV doen. Geldt
dit nou wel of niet voor die groep van 400.000 Nederlanders?
De heer Mooiman (PVV):
Zoals ik net al heb gezegd: wat ons betreft wel. We hebben daar vragen
over gesteld aan de minister. We verwachten dat de minister die
beantwoordt, en daarbij ook zegt waar de technische mogelijkheden
liggen. En daar laat ik het bij.
De heer El Abassi (DENK):
Dan stel ik 'm graag nog een keer. Dan kan die ook lekker vastgelegd
worden hier op beeld. Geldt de afspraak wel of niet voor die 400.000
Nederlanders? Ik stel 'm dus nog één keer.
De heer Mooiman (PVV):
Ik heb daarop geantwoord en ik ga niet meedoen aan spelletjes van
DENK.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie, meneer El Abassi.
De heer El Abassi (DENK):
Dan ga ik mijn spel afmaken. Ik kan constateren dat er een afpelmethode
is bij de PVV. De PVV draait niet alleen, liegt niet alleen, maar duikt
nu ook nog eens. Dit is niet hoe de Nederlanders de PVV kennen. Ik ben
blij dat de Nederlanders nu het ware gezicht van de PVV zien.
De heer Mooiman (PVV):
Nou, daarop reagerend: wat een onzin, voorzitter. We hebben als PVV
keihard geknokt om ervoor te zorgen dat we dit jaar de huren bevriezen
en dat we volgend jaar de huren bevriezen. Dat hebben huurders ook
keihard nodig. We hebben in ons verkiezingsprogramma opgenomen dat we de
sociale huren gingen verlagen. En dat hebben we voor elkaar gekregen.
Wij wél. Wij hebben in één dag meer voor elkaar gekregen dan DENK in z'n
hele bestaan voor elkaar heeft gekregen.
De voorzitter:
U was klaar met uw inbreng? Ja? Dan dank ik u daarvoor en gaan we
luisteren naar de heer El Abassi voor zijn inbreng namens de fractie van
DENK.
De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter, dank. Ik zie dat u al op het puntje van uw stoel bent gaan
zitten. Er is een tijd van praten en een tijd van doen. Als er één groep
in Nederland is die te lang is genegeerd, dan zijn het wel de huurders.
Dit wetsvoorstel van de heer De Hoop komt dan ook geen dag te vroeg. Ik
wil de heer De Hoop dan ook meteen bedanken voor al het werk aan dit
voorstel.
Voorzitter. Het is tijd om onze huurders ademruimte te geven. Het is
tijd om weer oog te hebben voor wonen als mensenrecht en niet als
verdienmodel. Ja, het is opmerkelijk dat uitgerekend de PvdA, die in
2008 zelf de vennootschapsbelasting voor woningcorporaties heeft
ingevoerd, nu pleit voor het schrappen ervan. Dat is terecht. Want de
belasting bleek een verschrikkelijke rem op sociale woningbouw, maar
zelfs als partijen die deze fout mede hebben gemaakt nu tot inkeer
komen, waarom zou dit kabinet dan weigeren om die schade te herstellen?
Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Het is nooit te laat om
terug te komen op een verkeerde keuze. Laat dit kabinet het voorbeeld
van de heer De Hoop volgen. Is het kabinet hiertoe bereid, zo vraag ik
de minister.
Voorzitter. We kennen nu allemaal de cijfers. We kennen de verhalen. De
huren in Nederland zijn in 2024 gemiddeld met meer dan 5% gestegen. Dat
is het hoogste percentage in 30 jaar. Voor 2025 dreigen de huren opnieuw
met 4% tot 7,7% te stijgen, terwijl de inflatie hoog blijft, de lonen
achterblijven en de vaste lasten voor huurders de pan uit rijzen. Wie nu
nog beweert dat het huidige systeem werkt, die leeft in een bubbel en
niet in de werkelijkheid van gewone mensen. Wat gaat de minister doen om
te voorkomen dat de huur weer gaat stijgen?
Bijna de helft van de huurders komt financieel nauwelijks rond, zegt het
Nibud. Bijna de helft van de huurders! Tegenwoordig is het niet meer:
boodschappen doen en de huur betalen. Het is: boodschappen doen of de
huur betalen. Jongeren zitten klem in te dure middenhuurwoningen.
Ouderen kunnen nergens heen. De wachtlijsten voor sociale huurwoningen
zijn ellenlang. Je komt gewoon niet meer aan de beurt. Intussen stijgt
het aantal daklozen weer.
Voorzitter. Het voorstel is helder: bevries de huren van alle
woonruimtes, sociaal, middenhuur en vrije sector, voor één jaar. Het
betreft 0% huurverhoging, zonder uitzonderingen. Dat zou ons weer wat
duidelijkheid, rust en koopkracht geven. Het drukt bovendien de
inflatie. Volgens het CBS is de huurverhoging namelijk verantwoordelijk
voor meer dan één procentpunt inflatie. Dit voorstel is dus niet alleen
sociaal, maar ook macro-economisch verstandig.
Voorzitter. Ja, er is een inmenging in eigendom. Maar dat is wel binnen
de juridische grenzen. De bevriezing geldt tijdelijk, voor een jaar. In
eerdere jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens
is vastgesteld dat in het algemeen belang een tijdelijke beperking van
eigendom geoorloofd is, mits proportioneel. Dat is het voorstel ook. Hoe
denkt de minister over dit voorstel, zou ik willen vragen.
Voorzitter. Dit voorstel gaat niet ten koste van woningcorporaties.
Sterker nog, dit voorstel bevat een echte compensatie. Het betreft geen
loze woorden, maar een vrijstelling van de vennootschapsbelasting voor
woningcorporaties. Want laat het glashelder zijn: de
vennootschapsbelasting van woningcorporaties is een winstbelasting.
Woningen zijn niet bedoeld om winst op te maken. Woningcorporaties zijn
geen commerciële bedrijven. Het zijn maatschappelijke instellingen. Het
is dan ook principieel onjuist dat zij belasting moeten betalen alsof ze
winst maken. Woningcorporaties betalen nu jaarlijks zo'n 1,3 miljard aan
vennootschapsbelasting. Dat is geld dat niet naar renovatie, isolatie of
nieuwbouw gaat. Het komt dus niet bij de huurder terecht. Dat is krom.
Dat is krom gemaakt door een keuze in 2008. Met dit voorstel kunnen we
dat weer rechtzetten.
Voorzitter. Het is bovendien extra wrang dat het kabinet waar de PVV
deel van uitmaakt verantwoordelijk is voor de hoogste huurverhoging in
30 jaar. Dat terwijl diezelfde PVV in haar verkiezingsprogramma juist
een huurverlaging van 20% beloofde en Wilders meermaals heeft getweet
dat de huren omlaag moeten. Dan mag je als kiezer verwachten dat je die
belofte terugziet in beleid. Dit is het moment om een zeer klein deel
van die belofte waar te maken.
Voorzitter. Ik weet dat het hier gaat om het inlossen van een fractie
van de belofte, maar ik kan me niet voorstellen dat de PVV vandaag niet
met het voorstel mee zal stemmen, alhoewel ik net hoorde dat de PVV toch
de andere kant op neigt. Hoe legt ze dat uit aan Ingrid, een jonge vrouw
die 40% van haar inkomen uitgeeft aan een kleine woning zonder
fatsoenlijke isolatie? Hoe leg je dat uit aan Henk, de gepensioneerde
man die moet kiezen tussen warme maaltijden en een warme woning? Hoe leg
je dat uit aan de alleenstaande moeder, Maria, die voor de vierde keer
een huurverhoging op haar bordje krijgt, terwijl haar loon
achterblijft?
De heer Mooiman (PVV):
Toch een vraag aan de heer El Abassi van DENK. Ik begrijp dat de heer El
Abassi ook zonder zijn huiswerk te doen — dat hebben we net gezien in de
interrupties — zijn spreektekst heeft geschreven. Er is hem net verteld
dat het neerkomt op een huurverlaging van 10% voor de sociale huren. Hoe
kijkt de heer El Abassi daar dan naar?
De heer El Abassi (DENK):
Sorry, kan de heer Mooiman van de PVV de vraag nog een keer stellen? Ik
hoorde namelijk "een huurverlaging van 10%". Dat heb ik nog niet uit de
mond van de heer Mooiman gehoord.
De heer Mooiman (PVV):
Los van het slechte huiswerk doen, is DENK blijkbaar ook slecht in
luisteren. Dat blijkt wel. We hebben net een interruptiedebatje met
elkaar gehad. De heer El Abassi vroeg mij hoeveel procent van de huur
wij daadwerkelijk hebben verlaagd. Ik heb dat voor hem uitgerekend. Wij
hebben de huur verlaagd van 6,2% naar uiteindelijk 0% en van 3,6% naar
0%. Hoe kijkt u naar de 10% huurverlaging die de PVV levert?
De heer El Abassi (DENK):
De vraag is niet hoe ik kijk naar de vraag die de heer Mooiman op dit
moment stelt. De vraag is hoe de kijkers thuis naar deze vraag kijken.
Ik zou zeggen: kijk vooral naar je eigen verkiezingsprogramma; doe je
huiswerk vooral goed. In het verkiezingsprogramma van de partij van de
heer Mooiman wordt een huurverlaging van 20% beloofd. Nu komt de heer
Mooiman met een goocheltruc waarbij hij doet alsof de huren omlaaggaan,
terwijl we niet alleen zien, maar ook lezen in kranten dat dit de
hoogste huurverhoging aller tijden is; bij een PVV-kabinet! De heer
Mooiman probeert het hier mooi te brengen, maar de heer Mooiman weet
donders goed dat onder het bewind van de PVV de hoogste huurverhogingen
aller tijden zijn ingevoerd en dat het alleen maar erger gaat worden
zolang de PVV hier is.
De heer Mooiman (PVV):
Ik vind het bijna beschamend worden hoeveel fouten de heer van DENK hier
verspreidt. Het klopt simpelweg niet. Ik zou inderdaad ons
verkiezingsprogramma er nog een keer op naslaan.
De heer El Abassi (DENK):
Het klopt wel. De heer Mooiman moet zijn huiswerk goed doen. De heer
Mooiman verwijt DENK vaker dingen, bijvoorbeeld dat we hier weinig
aanwezig zijn. Ook toen heb ik hem op de cijfers gewezen: ik ben hier
tien keer zo vaak aanwezig, ik dien tien keer zoveel moties in, ik dien
tien keer zoveel amendementen in en ga zo maar door. De heer Mooiman
probeert dingen er hier heel overtuigend in te slingeren, maar het is
een en al klinkklare onzin. Dat zie je ook in de dalende trend van
PVV-stemmers op dit moment. Ze zijn helemaal klaar met de PVV, durf ik
te zeggen.
Voorzitter, ik ga verder.
De voorzitter:
Ja.
De heer El Abassi (DENK):
Ik was gebleven bij de hoogste huurverhoging in 30 jaar. Deze mensen
bestaan niet alleen in rapporten van het Nibud of van het CBS; ze zijn
ons electoraat, ze zijn onze buren, ze zijn Nederland. Hoe legt de PVV
dit aan die mensen uit?
Voorzitter. Het voorstel is sociaal-financieel onderbouwd, juridisch
houdbaar en fiscaal verantwoord. Het is een fatsoenlijke huurbevriezing;
het is geen symboolpolitiek zoals we die hier vanaf de rechterkant
horen, maar een concrete maatregel die het verschil maakt, die
investeringen in woningbouw mogelijk houdt door structurele compensatie
voor corporaties en die huurders daadwerkelijk helpt. Deze maatregel is
geen onzin, maar helpt daadwerkelijk. Daarom vind ik dat dit voorstel
brede steun zou moeten krijgen, zeker ook van partijen die zich
profileren als sociale volkspartijen. DENK steunt dit voorstel dan ook
van harte. Omdat betaalbaar wonen een grondrecht is, omdat huurders het
verdienen om gehoord te worden en omdat recht doen aan mensen
belangrijker is dan rendement voor beleggers, zullen wij voor dit
voorstel stemmen, zoals ik al aangaf.
Ik zou de voorzitter willen bedanken. Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Wijen-Nass. Zij
voert het woord namens de fractie van de BBB. Gaat uw gang.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Vandaag bespreken we het initiatiefwetsvoorstel
van het lid De Hoop over het bevriezen van de huren in 2025, oftewel:
geen huurverhoging voor zittende huurders in dat jaar. Het idee klinkt
sympathiek en dat is het ook. Huurders krijgen dan meer ademruimte in
een tijd waarin veel mensen worstelen met hoge kosten. Laat ik daar
direct duidelijk over zijn: die zorgen begrijpt BBB heel goed. We zien
het initiatiefvoorstel van het lid De Hoop dan ook als een begrijpelijke
reactie op de huidige situatie, maar het schuurt wel op meerdere punten.
We moeten ook realistisch blijven kijken, want we hebben in Nederland
een enorme woningbouwopgave. Jaarlijks moeten er 100.000 woningen bij
komen. Dat is niet zomaar een ambitie; dat is pure noodzaak. Jongeren,
starters, gezinnen, ouderen: zoveel mensen zijn op zoek naar een woning.
Die nieuwe woningen moeten ook ergens van betaald worden. Ik zal maar
meteen met de deur in huis vallen: beseft meneer De Hoop dat met een
generieke bevriezing van particuliere huren het investeringsklimaat
kapot wordt gemaakt?
Voorzitter. Dan de woningcorporaties. De Hoop stelt voor om de
vennootschapsbelasting voor woningcorporaties te schrappen. Dat betekent
een gat van maar liefst 1,5 miljard euro in de begroting. Wat BBB
betreft mag de rekening van huurbevriezing niet neergelegd worden bij
het bedrijfsleven en zeker niet bij de ondernemers die onze huizen
moeten bouwen. Dat is een gigantische lastenverzwaring voor het
bedrijfsleven en dat vindt BBB onacceptabel, zeker in een tijd waarin
ondernemers al onder druk staan. Voor BBB is de initiatiefwet zoals die
er nu ligt, niet de oplossing.
Dan nog een ander punt, meneer de voorzitter, want het is geen geheim
dat BBB een groot tegenstander was van de wet van Hugo de Jonge, de Wet
betaalbare huur. We zijn dan ook blij dat er aanpassingen komen van die
Wet betaalbare huur en dat de minister met de uitwerking daarvan aan de
slag gaat, want wat heb je aan een betaalbare huur als er straks
simpelweg geen woning meer is om te huren?
Voorzitter. Een huurbevriezing in de sociale én particuliere huur, zoals
voorgesteld in dit initiatief, zet de woningmarkt direct onder druk en
maakt investeren in de huurmarkt opnieuw risicovoller, vooral ook voor
de kleine particuliere verhuurder, terwijl deze ook een enorm
belangrijke rol speelt. De Raad van State heeft dit in zijn advies ook
aangegeven: in hoeverre kan een verhuurder nog rendement behalen en is
dat voldoende om aan de verplichtingen te voldoen? Het antwoord van de
heer De Hoop hierop is: "Private verhuurders trekken nog altijd aan het
langste eind ten opzichte van de huurder." Ik zie het nu toch weer
gebeuren: private verhuurders worden door partijen zoals GroenLinks-PvdA
weer eens als huisjesmelkers weggezet, als mensen die over de rug van
huurders bakken met geld willen verdienen. BBB gaat niet mee in deze
gedachte. Sterker nog, deze verhuurders hebben we keihard nodig. Het
moge duidelijk zijn: deze initiatiefwet steunen wij niet.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Een ogenblik. U krijgt nog een vraag van de heer Stultiens.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Ik laat de discussie over de huisjesmelkers even voor wat ze is. Maar
mevrouw Wijen-Nass zei ook: we moeten de lasten niet leggen bij de
bouwers, degenen die de huizen bouwen in dit land. Daar ben ik het mee
eens. Dat is precies wat de coalitie nu wel gaat doen met de afspraken
van vorige week, met de woningcorporaties die worden uitgeknepen. Dus
hoe reflecteert mevrouw Wijen-Nass op haar eigen uitspraak nu deze
afspraken gemaakt zijn?
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Ik heb geprobeerd om dat duidelijk naar voren te brengen in mijn
bijdrage. Het voorstel dat er nu ligt van de heer De Hoop is het
bevriezen van alle huren. Daar kiezen wij nadrukkelijk niet voor. Er is
door de partijleiders een afspraak gemaakt dat de sociale huren bevroren
worden voor 2025 en 2026. Daarop heeft Aedes gezegd: pas op, dan kunnen
wij de woningaantallen niet bouwen die we wel willen. Als BBB willen we
dat wel heel graag — ik heb dat ook duidelijk toegelicht — want er is
een enorme woningbouwopgave en daar moeten we ook mee aan de slag. Ik
denk dat er nog best wel wat ruimte zit bij die woningcorporaties. Die
zit er zeker op dit moment, want we weten allemaal dat het zo een jaar
of tien duurt voordat een nieuwbouwplan gerealiseerd is, dus voor de
woningen nu denk ik niet dat er zo heel erg veel aan de hand is. Maar ik
heb de minister ook al heel erg duidelijk horen zeggen dat ze heel graag
met die woningcorporaties in gesprek gaat. De minister kennende denk ik
ook zeker dat zij daar straks in de beantwoording nog op terug gaat
komen.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
In gesprek gaan is altijd fijn, maar daar kun je geen huizen mee bouwen.
Dan is de vraag dus: roept BBB deze minister op om meer geld uit te
trekken om die corporaties te compenseren, of blijft het bij gratis
medelijden en "we gaan nog een keer doorpraten"? Want als je huizen wil
bouwen, heb je geld nodig. Dat hebben ze nu te weinig, zeggen ze.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Ik vind het wel een beetje gek om dit allemaal uit de mond van
PvdA-GroenLinks te horen. Zij komen met een generieke bevriezing,
waarbij ze voor de particuliere verhuurders geen enkele compensatie
hebben neergelegd. Dus ja, ik zou die bal net zo goed kunnen
terugkaatsen. Ik ben benieuwd naar het antwoord van de minister
straks.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. Dan gaan we nu luisteren naar de heer Boomsma, die
het woord voert namens de fractie van Nieuw Sociaal Contract.
De heer Boomsma (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Nieuw Sociaal Contract wil twee dingen: meer
bouwen en meer bestaanszekerheid. Wij willen lagere woonlasten voor de
huidige huurders, maar ook nieuwe woningen en nieuwe duurzame woningen
voor toekomstige huurders. De vraag is hoe je die twee dingen het beste
kunt bereiken en welke maatregelen daarbij het meest effectief zijn,
want het is allebei fundamenteel en het is allebei urgent. Huurders
moeten betaalbaar kunnen wonen en verhuurders moeten ook kunnen
verduurzamen en investeren.
We hebben enerzijds een tekort van 400.000 woningen, waardoor zo veel
mensen geen passend dak boven het hoofd kunnen vinden. Er dreigen
generaties op te groeien die geen eigen huis kunnen betalen. Talloze
stellen kunnen niet verder met hun leven en kunnen hun gezin niet
uitbreiden. Er zijn jongeren die noodgedwongen thuis moeten blijven
wonen, met wachtlijsten van meer dan tien jaar. Dat kan zo niet langer.
Daar moeten we aan werken. Anderzijds hebben we ook heel veel mensen die
wel een huis hebben, maar nauwelijks rond kunnen komen en een veel te
groot deel van hun inkomen kwijt zijn aan de huren en aan de vaste
lasten. Dat zijn lasten die ook steeds verder stijgen door hogere kosten
voor energie en door inflatie. Niemand zou in dit land gedwongen moeten
worden tot de keuze tussen de huur betalen of boodschappen doen. Daarom
heel veel dank aan de heer De Hoop voor zijn initiatiefwet en zijn inzet
voor lage woonlasten. Die inzet steunen en delen wij ook.
Dat neemt niet weg dat wij een aantal bezwaren hebben tegen deze
initiatiefwet. Je kunt namelijk niet met een druk op de knop alle huren
in Nederland bevriezen, dus sociaal, midden en vrije sector, maar
vervolgens alleen de woningbouwcorporaties compenseren. Dat is een
enorme ingreep in het eigendomsrecht, en bovendien vragen wij ons zeer
af of het inderdaad juridisch kan. Het jaagt particuliere investeerders
over de grens. Het jaagt ze weg, terwijl we ze ook hard nodig hebben
voor nieuwe woningen. Daarom vraag ik de initiatiefnemer wat nou zijn
overweging was om geen compensatie te bieden aan al die andere partijen,
maar alleen aan de corporaties. Kan hij dat toch nog wat toelichten? Een
groot deel van de bouwopgave moet toch ook komen van particulieren? Het
lijkt ons om die reden in ieder geval niet zo'n heel sociale
maatregel.
Voorzitter. Op het tweede probleem is al gewezen. PvdA-GroenLinks wil
dit dekken door een enorme lastenverzwaring voor het bedrijfsleven. Ook
dat kunnen wij niet steunen.
Voorzitter. Dat neemt niet weg dat compensatie via verlaging of
afschaffing van de Vpb voor bedrijven volgens Nieuw Sociaal Contract
helemaal geen gekke gedachte is. Dat is zeker iets wat nader moet worden
onderzocht. We moeten in ieder geval heel scherp hebben wat nou de
mogelijkheden daartoe zijn. Toen de Vpb in 2008 werd ingevoerd voor
corporaties was daar ook veel kritiek op. Corporaties hebben inderdaad
ook helemaal geen winstoogmerk. Het is dus heel goed om dat nader te
onderzoeken, maar wat ons betreft is het de vraag of het nu al kan. Kan
dat niet worden aangemerkt als staatssteun? Misschien kan de
initiatiefnemer toelichten hoe en op welke termijn dit dan zou kunnen
gebeuren. Om deze reden is onze NSC-man in het Europarlement in Brussel
nu ook al bezig om het in Europa mogelijk te maken om de Vpb voor
corporaties te beperken en om ook de ATAD-regels aan te passen, die nu
in Nederland ook veel strenger worden toegepast dan strikt noodzakelijk
vanuit Europa. Dat zou ook belangrijk zijn, want dan kunnen corporaties
meer gaan lenen en dus ook meer gaan investeren. Dat wordt nu bekeken.
Daarom toch de vraag aan de initiatiefnemer op welke termijn het
kwijtschelden van de vpb voor corporaties kan worden gerealiseerd. Die
vraag stel ik ook meteen aan de minister.
Voorzitter. Ik heb van collega's een aantal opmerkingen over de
Voorjaarsnota gehoord, maar vandaag gaat het toch echt over het
initiatiefvoorstel van de heer De Hoop, dus ik wil me daartoe beperken.
Dus tot zover.
De heer Vijlbrief (D66):
Is de heer Boomsma van dezelfde partij als mevrouw Welzijn? Als dat zo
is, en ik geloof dat dat vooralsnog zo is, hoe kan het dan dat hij
precies het tegenovergestelde beweert van wat mevrouw Welzijn beweert?
Want mevrouw Welzijn zei vorige week nog in het debat dat ze tegen de
aanpassing van de Wet betaalbare huur en tegen een huurbevriezing was.
De heer Boomsma kan wel net doen alsof dit debat alleen over de wet van
de heer De Hoop gaat, maar dit gaat ook over de
Voorjaarsnotabesluitvorming. Daar moet hij ook verantwoording over
afleggen. Ik wil dus weten of dit nu het nieuwe standpunt van NSC is.
Met andere woorden: zegt NSC nu voor huurbevriezing te zijn, waar
mevrouw Welzijn vorige week nog tegen was, en voor aanpassing van de Wet
betaalbare huur te zijn, waar mevrouw Welzijn vorige week ook tegen
was?
De heer Boomsma (NSC):
Het is een beetje een vreemde vraag om te stellen of wij tot dezelfde
partij behoren. Natuurlijk is dat zo. Ik heb in mijn bijdrage ook nog
helemaal niks gezegd over de Wet betaalbare huur. En de huurbevriezing
is een uitkomst geweest van een onderhandeling met andere partijen. Zo
gaat dat in een onderhandeling. Wij zijn niet veranderd van standpunt,
maar je komt met elkaar tot afspraken en tot een Voorjaarsnota. Daar is
dit uitgekomen. Daar lopen we helemaal niet voor weg. Het is inderdaad
goed om te kijken hoe we beide doelstellingen die ik net aangaf, dus
voldoende betaalbare en voldoende nieuwe woningen bouwen, het beste
kunnen realiseren. Dat vraagt dus ook dat we ervoor zorgen dat de
investeringscapaciteit van de corporaties op peil blijft. Daarom heeft
onze fractievoorzitter bij die onderhandelingen heel nadrukkelijk
aangegeven dat het een harde eis is van Nieuw Sociaal Contract dat de
investeringscapaciteit van woningcorporaties overeind blijft. Wij zullen
ook heel kritisch kijken of dat het geval blijft.
De heer Vijlbrief (D66):
Dat is dus niet het geval bij deze compensatie. Dat weet de heer Boomsma
ook best. Nu heb ik een andere vraag aan hem. Vindt hij het nou goed
bestuur — daar is NSC voor opgericht — dat een minister van het kabinet
waar NSC steun aan geeft vier maanden geleden een afspraak maakt met
partijen en dat er in een "wilde nacht", zoals die net werd
omgeschreven, een rode streep door zo'n afspraak wordt gezet? Wat vindt
hij daar nou bestuurlijk van? Gewoon even de heer Boomsma, even niet de
partij. Doe even de heer Boomsma. Wat zou u nou zeggen als u aan de kant
van die corporaties zat?
De heer Boomsma (NSC):
Ik begrijp die vraag heel goed. Het is inderdaad gek: je hebt vier
maanden geleden een afspraak gemaakt en nu komt er iets anders. Ik loop
daar zeker niet voor weg. Daarom zeg ik ook meteen: als het aan ons had
gelegen hadden we ook naar andere manieren kunnen kijken om de lasten
voor huurders te verlagen. Maar goed, het is wel heel belangrijk dat dat
gebeurt. Ik heb ook mensen in de Van der Pekbuurt in Amsterdam-Noord
gesproken die dolblij en opgelucht zijn dat deze lastenverlaging is
gelukt. Daar moeten we ook rekening mee houden. De gemaakte afspraken
zijn inderdaad zuur; daar lopen we zeker niet voor weg. We zullen dus
ook met elkaar in gesprek moeten gaan om die opnieuw te maken en die
investeringscapaciteit overeind te houden. Het is wel zo dat we in de
Tweede Kamer deze hele brede afwegingen moeten maken over
bestaanszekerheid en over hoe we ervoor zorgen dat mensen kunnen
rondkomen. Dat gaat inderdaad over veel dingen, waaronder wonen. Daarom
moeten we soms ook weer tot andere afspraken komen. Dat is inderdaad een
hard gelag voor de mensen met wie vier maanden geleden een afspraak is
gemaakt. Maar daarom zeg ik u dat we erop hebben ingezet en
herhaaldelijk hebben bevestigd dat we willen dat die
investeringscapaciteit overeind blijft. Daar gaan we ook voor zorgen. We
gaan daar kritisch verder over in gesprek bij de discussie over de
Voorjaarsnota.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik vind het toch een gemakzuchtig antwoord en eigenlijk een klap in het
gezicht van woningzoekenden, maar ook een beetje van collega Welzijn. Je
kunt dit toch niet zomaar bagatelliseren? Er is een compensatie
uitgetrokken van maar 1,1 miljard, terwijl er 47,5 miljard of in ieder
geval tientallen miljarden aan investeringscapaciteit zijn verdampt in
één wilde nacht. Ik noemde het al in mijn termijn. Dat is toch …
Vanmiddag hadden we die indruk soms al, maar nu kunnen we toch met
elkaar concluderen dat NSC, de partij van goed bestuur en
bestaanszekerheid, definitief met pensioen is? Dit is toch een aanval op
de bestaanszekerheid en op goed bestuur? Sterker nog, dit is toch
onbehoorlijk bestuur? Ik begrijp werkelijk niet waarom de heer Boomsma —
ik begrijp dat hij dit vanavond moet of wil verdedigen; daar wil ik hem
ook nog wel voor complimenteren — dit zo gemakzuchtig even wegzet, zo
van "het is een beetje zuur" en "we gaan het kritisch volgen", en dan
uiteindelijk, als puntje bij paaltje komt, zegt: in coalities maak je
dit soort afspraken. Deze afspraak is de bijl aan de wortels van NSC,
namelijk het staan voor goed bestuur en bestaanszekerheid. Ik kan niet
zomaar begrijpen dat de heer Boomsma hier zo gemakzuchtig staat. Is hij
bereid om een alternatief voorstel te overwegen en misschien te steunen
om de huren niet zomaar lomp te bevriezen, maar om de huurtoeslag op een
slimme manier structureel wat te verhogen, waarmee ook huurders in
Amsterdam-Noord geholpen zijn?
De heer Boomsma (NSC):
Ik loop nergens voor weg en ik ben zeker niet gemakzuchtig. Ik leg uit
wat er is gebeurd en hoe het is gegaan. Daar staan wij voor. Wij houden
ons ook aan onze afspraken. Ik deel overigens ook niet volledig het zeer
zwartgallige rampscenario dat de heer Grinwis schetst. Er is compensatie
geregeld. Dat is nog een fors bedrag. Het is ook echt belangrijk dat we
mensen deze lastenverlichting kunnen bieden. Ondertussen is afgesproken
dat we de investeringscapaciteit overeind houden. Er is ook nog heel
veel wél mogelijk. Er zijn nog miljarden over voor corporaties. We gaan
daar nader over in gesprek. Dat wordt ook nader onderzocht door de
minister. Ik heb van verschillende partijleiders gehoord, ook van de
partijleider van de VVD, dat zij het belangrijk vinden dat die
investeringscapaciteit overeind blijft. Wij vinden ook absoluut dat de
bouwambities uit het hoofdlijnenakkoord fier overeind blijven staan.
Daar houden wij gewoon aan vast. Daar gaan we voor. De heer Grinwis
vraagt of wij bereid zijn om naar andere plannen te kijken. We zijn
natuurlijk altijd bereid om daarnaar te kijken. Als hij ons er allemaal
van kan overtuigen dat zijn plan veel beter is, gaan we daar zeker niet
voor weglopen. Maar wij staan wel achter onze afspraak. Wij hebben deze
huurbevriezing afgesproken en daar blijven we achter staan.
De voorzitter:
Meneer Stultiens, dit is uw laatste interruptie.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Ja, ook op basis van de vragen van de heer Grinwis. Het is nu wel
verwarrend. Mijn beeld was dat de formatie of de mini-formatie voorbij
was na de hele discussie van vorige week. Maar nu hoor ik eigenlijk: "We
gaan weer opnieuw in gesprek. We hebben een harde eis, namelijk dat de
investeringscapaciteit overeind moet blijven." Dat suggereert dat NSC
zegt: we gaan de onderhandelingen heropenen; we hebben nieuwe wensen.
Wat is het nou? Is het afgerond of komt er nieuw geld bij? Wat zegt
NSC?
De heer Boomsma (NSC):
Dit is geen nieuwe afspraak. Dat is afgesproken bij de onderhandelingen.
Dat staat natuurlijk bovenaan. Alle partijen zullen het erover eens
zijn, ook de partijen die ik nu tegenover mij zie, dat er gebouwd moet
blijven worden en dat er voldoende woningen komen. Alle partijen willen
dat we die honderdduizend woningen bereiken. Ik zou ook willen zeggen:
laten we daar met z'n allen op inzetten en niet het doemscenario
schetsen dat de hele bouw gaat instorten. Niemand wil dat. Daar gaan we
dus ook helemaal niet mee akkoord. Dit is onderdeel van de afspraken.
Alleen, het gaat nu ook over de uitwerking. Daar wordt nu onderzoek naar
gedaan. Daar gaat de minister ook naar kijken. We zullen dat gesprek
verder voeren bij de Voorjaarsnota.
De heer Boswijk (CDA):
Het begint mij een beetje te duizelen. Zijn de onderhandelingen nou wel
of niet afgerond? Houden we ons aan de afspraken, ja of nee? Afspraken
die we vier, vijf maanden geleden met de sector hebben gemaakt en waar
we ons aan zouden houden, zijn nu al door de shredder gegaan. Voor mij
is het dus zeer de vraag of deze afspraken wel standhouden. Ik hoor
ondertussen de PVV zeggen "wij gaan helemaal niks meer veranderen", dus
ik vraag me af welke ruimte u gaat krijgen. En ik hoor iedereen uit de
samenleving, die er nog veel dichter op zit dan dat wij erop zitten,
zeggen: joh, er gaan gewoon 180.000 huizen minder gebouwd worden. Dus
wat NSC nu met onbehoorlijk bestuur voor elkaar heeft gekregen, is,
onder het mom van bestaanszekerheid van de huidige huurders, het op het
spel zetten van het recht op bestaan voor alle toekomstige huurders. Ik
denk dat dit polariserend is. Ik denk dat dit onbehoorlijk bestuur is.
Met de kennis van nu moet de heer Boomsma toch zeggen dat deze afspraken
verkeerd waren en dat het anders moet worden gedaan? Collega Grinwis
heeft al voorgesteld om naar de huurtoeslag te kijken. Dat kan je veel
fijnmaziger inrichten en dat is ook voor de overheid beter uit te
voeren. En dan haal je niet gelijk de hele investeringscapaciteit voor
alle mensen die voor ons moeten gaan bouwen door de shredder. Waar
wachten we nog op met al die kennis? U kunt toch gewoon zeggen: "Dat was
fout! Dat doen we niet meer."?
De heer Boomsma (NSC):
Nee, dat rampscenario delen we helemaal niet. We hebben afspraken
gemaakt. Tenminste, dat hebben de fractievoorzitters gedaan. Wij blijven
daar achterstaan en houden ons daaraan. De huurbevriezing gaat
plaatsvinden. Nu is inderdaad wel de vraag hoe we ervoor gaan zorgen dat
de investeringscapaciteit van corporaties op peil blijft. Daar hebben we
toen ook al afspraken over gemaakt. Die moeten nu worden uitgewerkt.
Daar zullen wij voor staan. Nogmaals, zo ongeveer alle partijen in deze
Tweede Kamer willen dat er voldoende woningen worden gebouwd. Daar
kunnen we met z'n allen voor zorgen en ik vraag het CDA daarop te
vertrouwen.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. We gaan luisteren naar de laatste spreker in de
eerste termijn van de Kamer. Dat is de heer De Groot en hij voert het
woord namens de VVD-fractie.
De heer Peter de Groot (VVD):
Dank u wel, voorzitter. De VVD staat voor redelijke huurprijzen en het
tegengaan van excessen op de huurmarkt. In een overspannen woningmarkt
zien we echter dat op sommige plekken de huren fors stijgen. Daarom
kijken we altijd naar de langjarige gemiddelde huurstijging om de
redelijkheid en fatsoenlijkheid te behouden. Feit is dat de afgelopen
jaren de huurstijging ver onder de inflatie is gebleven en dat
verschillende maatregelen zijn genomen om de impact van huurverhoging
voor kwetsbare mensen zo klein mogelijk te houden. Zoals gezegd, in de
basis staat de VVD voor redelijke huren en fatsoenlijke huurgroei. Het
eerlijke verhaal is dat er ook ruimte moet zijn voor een redelijke
huurstijging. We moeten namelijk investeren in nieuwbouw. Zo zorgen we
ervoor dat we meer bouwen en er voor al die mensen die nu smachtend op
een huurwoning wachten voldoende woningen worden gebouwd. Dat is iets
waar de VVD al heel lang aandacht voor vraagt. Dat doen we ook voor het
versnellen van het bouwtempo.
Ik wil allereerst de heer De Hoop en de ondersteuning danken voor het
ongetwijfeld vele werk dat in dit initiatiefwetsvoorstel is gestoken.
Het zal u wellicht niet verbazen dat wij het voorstel niet steunen en
ook niet kunnen leven met de gekozen dekking: een flinke
belastingverhoging voor bedrijven, eigenlijk ook voor bedrijven die
woningen bouwen. Daarnaast zit er in het voorstel een onuitgewerkte
dekking voor de huurbevriezing in de midden- en vrijehuursector.
Institutionele investeerders zoals pensioenfondsen moeten dit verlies
aan inkomsten dus maar zelf oplossen. Wat denkt u dat ze zullen doen?
Woningen bouwen met verlies? Of het pensioengeld veiligstellen en elders
investeren? Dat laatste zien we overigens al. Ik weet wel, en u
eigenlijk ook, waar deze partijen voor kiezen: weg investering en weg is
de nieuwbouw.
Voorzitter. Voor investeerders in het midden- en vrije segment bevriest
u de huren zonder een uitgewerkte compensatie te bieden. Voor de
middenhuur is dit een dubbele klap na de Wet betaalbare huur; een wet
die de huren naar beneden duwt waardoor investeren in de middenhuur niet
loont. Nu zegt GroenLinks-PvdA: "We hebben wel voor deze desastreuze wet
gestemd, maar willen hem eigenlijk nog verder aanscherpen. We willen
geen huurverhoging meer." De VVD is daarop tegen. We moeten bouwen voor
al die mensen die een woning zoeken. De Raad van State vindt dit ook.
Daarom is de VVD blij dat het bij de Voorjaarsnota is gelukt om de Wet
betaalbare huur op drie onderdelen fors te versoepelen: een lagere
grens, het zwaarder laten meetellen van de woningwaarde, en een
onderzoek naar het uitzonderen van particuliere beleggers. Deze
wijzigingen liggen in lijn met de door de VVD voorgestelde variant van
de Wet betaalbare huur. Dat debat hadden we 364 dagen geleden in deze
Kamer. Deze wijzigingen liggen in de lijn van wat de VVD toen ook
betoogde over de zogenaamde huurindex. Die zorgt ervoor dat de
verschillen in de woningmarktregio's echt worden gewaardeerd en dat
verhuren zal blijven lonen. Die zal er ook voor zorgen dat er meer
ruimte komt voor het behouden van huurwoningen, maar bovenal voor het
weer op gang brengen van investeringen in nieuwe middenhuur. Dat staat
haaks op het verder korten van deze sector door dit voorstel van
GroenLinks-PvdA.
Voorzitter. Zoals gezegd zal de VVD dit voorstel niet steunen.
Dank u wel.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik heb maar één heel simpele vraag aan de heer De Groot. Waarom is de
VVD akkoord gegaan met het laten stijgen van het aantal mensen dat een
huis zoekt tot meer dan 400.000, vorige week, door de huren te bevriezen
aan de onderkant en onvoldoende compensatie te geven aan corporaties?
Waarom is de VVD, die hier jarenlang heeft gevochten voor het oplossen
van het tekort, misschien wel langer dan wij, hier in hemelsnaam mee
akkoord gegaan? Ik begrijp het echt niet. Ik zei het net al in mijn
eigen inbreng.
De heer Peter de Groot (VVD):
Er zijn bij de Voorjaarsnota afspraken gemaakt over de Wet betaalbare
huur, zoals ik net heb betoogd, en ook over de huurbevriezing. Ook D66
is voorstander van de aanpassingen van de Wet betaalbare huur. We zien
in het hele land dat investeringen in middenhuur opdrogen, dat
pensioenfondsen niet investeren en dat buitenlandse en binnenlandse
investeerders wegrennen, waardoor woningen niet gebouwd worden. Laten we
daar niet omheen draaien. De VVD en ik vechten er echt al het hele jaar
voor om ervoor te zorgen dat deze desastreuze wet van tafel gaat. In die
afspraken — ik heb net de drie voorstellen genoemd om de wet te
versoepelen — is ook de huurbevriezing opgenomen. Wij zijn blij met het
totaalresultaat. En waarom? Ik zeg het gelijk, zodat de heer Vijlbrief
daar geen tweede interruptie aan hoeft te besteden: er is bij de
corporaties geen 120 miljard aan investeringsvolume weg. En het is ook
niet zo — dat is een simplistische voorstelling van zaken — dat op het
moment dat we de huren bevriezen, daar morgen direct miljarden aan
compensatie tegenover zou moeten staan en dat er ook niet gebouwd kan
worden. De VVD zegt vandaag in dit debat ook dat de bouw van sociale
huurwoningen moet doorgaan.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik val echt van mijn stoel. Ik zei dat vorige week ook en ik zeg het nu
nog een keer. De heer De Groot steekt nu de loftrompet over de
middenhuur. Dat mag hij doen, want ik weet dat die hem aan het hart
gaat, dus dat is helemaal goed. Maar hij moet niet net doen alsof mensen
die bij de corporaties werken liegen over het feit dat dit het
investeringsvolume gaat beperken, want dat doet dit wél, en dat doet dit
significant. En het zijn er meer dan 100.000, meneer De Groot, en dat
weet u. Dan moet u niet gaan smijten met grote bedragen als 50 miljard.
Aedes heeft een keurige berekening gemaakt, gebaseerd op de modellen die
het ministerie ook gebruikt: meer dan 100.000 minder woningen. U
verplicht meer dan 100.000 mensen in Nederland tot het niet vinden van
een huis. Dat is wat u vorige week heeft gedaan. Komt u nu niet aan met
een afleidingsmanoeuvre over de middenhuur. We hebben het over de
onderkant. U had daar niet mee akkoord moeten gaan volgens uw eigen
principes. U heeft die ingeruild voor een afspraak over de middenhuur.
Wees nou eerlijk en zeg hoe het gegaan is.
De heer Peter de Groot (VVD):
Ik laat me er niet van betichten dat ik hier sta te liegen. Dat ten
eerste. Dat laat ik me hier niet zeggen. Wat ik hier net gezegd heb, is
dat we een afspraak gemaakt hebben bij de Voorjaarsnota over de Wet
betaalbare huur en de huurbevriezing. De VVD is blij met de uitkomst
aangaande de Wet betaalbare huur, want door die wet zijn we al 50.000
huurwoningen verloren in de afgelopen jaren. Dat wil ik maar even gezegd
hebben.
Daarnaast heb ik iets gezegd over het investeringskapitaal van 120
miljard dat vrijstond bij de corporaties. Ik heb gezegd dat dit niet
helemaal weg is. Dat is wat ik gezegd heb. Ik heb niet ontkend dat er
investeringskapitaal verloren gaat door deze maatregel. Maar het is niet
waar dat die hele 120 miljard weg is. Dat is niet zo. Dat is wat ik hier
betoog en dat is ook het antwoord dat ik de heer Vijlbrief geef.
De heer Vijlbrief kan dit antwoord leuk vinden of niet, maar er staan
bij de corporaties nog tientallen miljarden klaar om geïnvesteerd te
worden. Als ik snel de rekensom maak, gaat het misschien wel om 70 tot
80 miljard. Het is de opgave van deze minister — ik snap dat dit een
hele opgave is — om te kijken hoe de corporaties met dat geld omgaan, om
ervoor te zorgen dat de woningen waarvan nu gezegd wordt dat ze niet
meer gebouwd zullen worden, toch gebouwd zullen worden. Ik denk dat ze
met dat geld zeker wel gebouwd kunnen worden. Alleen zal er gekeken
moeten worden hoe dat gedaan moet worden.
De heer Vijlbrief (D66):
De VVD laat mensen die een huurwoning zoeken, keihard in de kou staan.
En daar kan hij allerlei verhalen over vertellen, maar hij laat mensen
keihard in de kou staan. Hij heeft wat gedaan, omdat hij blijkbaar een
deal kon krijgen over de middenhuur. Maar aan de onderkant zijn er meer
dan 100.000 mensen die dankzij de VVD, dankzij de zwakke ruggengraat van
de VVD vorige week, geen woning kunnen vinden. Dat zijn de feiten. Dat
heb ik niet verzonnen. Dat zijn feiten. De heer De Groot kan dan wel
verwijzen naar de nog resterende investeringscapaciteit, maar hij weet
net zo goed als ik hoe die som tot stand komt. En die minstens 100.000
woningen komen er dus niet. Er worden overigens ook een heleboel
woningen niet meer verduurzaamd, maar dat vergeten we dan nog maar
even.
De heer Peter de Groot (VVD):
De heer Vijlbrief wrijft mij nu aan dat dat de waarheid is. Ik heb in
dit debat al gezegd dat er gekeken moet worden hoe we doorgaan met de
bouw van sociale huurwoningen. De VVD staat er ook voor dat er nieuwe
sociale huurwoningen worden gebouwd. Dat betoog ik hier in elk debat en
de heer Vijlbrief van D66 is daar ook bij aanwezig.
Maar het is wel zo dat 364 dagen geleden de heer Vijlbrief hier stond en
voor een wet heeft gestemd met precies hetzelfde effect. Daardoor zijn
er 50.000 huurwoningen verdwenen! We moeten hier elkaar dus niet de maat
gaan nemen en net doen alsof de VVD de enige partij in de Kamer is met
boter op zijn hoofd als het gaat om het korte- en het
langetermijneffect.
Ik noem het nogmaals, want de VVD staat daar dus wel voor: de
corporaties hebben nog zo'n 70 tot 80 miljard in de portemonnee zitten.
Als ik hem was, zou ik heel goed en heel slim kijken hoe ze dat kunnen
inzetten om ervoor te zorgen dat er voldoende sociale huurwoningen
worden gebouwd.
De voorzitter:
De laatste interruptie voor de heer Vijlbrief.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik heb geen vraag meer. Het is een schande wat de VVD hier doet! Er is
een afspraak gemaakt die ervoor zorgt dat er minder huizen worden
gebouwd en vervolgens zegt hij tegen de corporaties: weet je wat, zoek
het lekker uit; je hebt nog 70 miljard; succes ermee.
De voorzitter:
Een reactie, meneer De Groot? Nee. Dan de heer Boswijk, want hij was
eerder dan de heer Grinwis.
De heer Boswijk (CDA):
Ik hoor collega De Groot zeggen dat hij vecht voor de hardwerkende
Nederlander. We hebben eerder gehoord dat de VVD vecht om de migratie
tegen te gaan. Nou, daar horen we ze niet meer over. Ik heb eerder
gehoord dat ze vechten voor Defensie. Nou, we hebben allemaal op de
Voorjaarsnota gewacht en er komt dus nauwelijks wat bij. Ik zou de VVD
daarom echt willen vragen: stop met vechten, want de resultaten zijn
desastreus. 180.000 woningen op de helling!
Maatregelen als het aanpakken van box 3 waren veel effectiever geweest
om de kleine belegger te helpen. Maar wat doet de VVD? De VVD verhoogt
zelfs de belasting op het fictief rendement. Ik vind dat onbegrijpelijk.
Nu kan ik me voorstellen dat de VVD misschien niks met de
woningbouwcorporaties heeft, maar als nu zelfs aannemers, ondernemers
waarvan er veel op de VVD stemmen, zeggen "trek die afspraak terug en
houd je aan de afspraken die dit kabinet vier maanden geleden heeft
gemaakt", hoe reageert de VVD dan daarop? Laten ze deze ondernemers en
al die hardwerkende Nederlanders soms gewoon in de kou staan om
nivelleringsbeleid van de PVV, de boodschappenlijst die de hardwerkende
Nederlander moet betalen, gestand te doen?
De heer Peter de Groot (VVD):
Echt ongelofelijk dat de heer Boswijk van het CDA dit hier durft te
zeggen tegen de VVD. 364 dagen geleden stond hij hetzelfde verhaal over
de Wet betaalbare huur hier in de Kamer te vertellen. Al die ondernemers
stonden achter die VVD. Al die investeerders stonden ook achter die VVD
en zeiden "doe dit alsjeblieft niet, want ik houd geen cent meer over
aan het verhuren van mijn woning".
Maar los daarvan is het nog veel belangrijker dat we de afgelopen
periode hebben gezien — het gaat immers over het investeren in
nieuwbouwhuurwoningen — dat de pensioenfondsen, de binnenlandse
investeerders en de buitenlandse investeerders allemaal weggelopen zijn
van de nieuwbouwmarkt. Dat is precies de reden waarom er voor middenhuur
gebouwd wordt en die woningen, nog voordat de bouw af is, alweer
verkocht worden als koopwoningen, omdat het gewoon niet meer uit kan
door de Wet betaalbare huur.
Het heeft helemaal niets met box 3 te maken. Het heeft werkelijk waar
helemaal niets met box 3 te maken, want het zijn geen particuliere
verhuurders. Het waren investeerders die dachten: ik kan daar nog wel
geld aan verdienen. Die investeerders hebben die huurwoningen, voordat
ze de eindstreep hadden gehaald, verkocht als koopwoningen, omdat er
geen droog brood meer in te verdienen valt. En dan durft de heer Boswijk
mij hier de maat te nemen over nieuwbouwwoningen. Ik sta daarvoor. Ik
heb hier elk debat weer als woonwoordvoerder voorstellen gedaan. Ik weet
dat ik het CDA daarbij vaak aan mijn zijde vind, maar ik heb elk debat
voorstellen gedaan om ervoor te zorgen dat we voldoende woningen bouwen.
En dat zijn woningen in alle geledingen. Ik zeg hier vandaag ook — dat
heb ik ook tegen de heer Vijlbrief gezegd — dat wij ervoor staan dat er
voldoende sociale huurwoningen worden gebouwd.
De voorzitter:
De heer Boswijk. Dit is uw laatste interruptie.
De heer Boswijk (CDA):
Ik dacht dat ik geen interrupties meer had. Dat is mooi!
De voorzitter:
U heeft er nog één.
De heer Boswijk (CDA):
Fantastisch. Collega De Groot weet dat het onzin is dat er meer woningen
zijn verkocht. Hij weet ook dat er, voordat de overdrachtsbelasting
omhoogging, een hele hoop is aangekocht en dat er een correctie in zit.
Dus box 3 bagatelliseren en de verhoging van het fictief rendement nu
weer wegdoen … Als meneer De Groot met ondernemers spreekt, weet hij wel
degelijk dat dit een probleem is. Ik hoor hem ook helemaal niks zeggen
over mijn vraag omtrent die 180.000 woningen. Dat wordt ook
gebagatelliseerd. Het zijn niet alleen de woningbouwcorporaties; het
zijn de gemeentes en de provincies. En als dat je niet interesseert: het
zijn die bouwondernemers, die net voor het debat aan de noodrem hebben
getrokken. Wat zegt de VVD tegen die hardwerkende Nederlander die zo
meteen geen woning kan vinden en tegen die ondernemer die zo meteen die
woning niet meer kan bouwen? Daar heb ik geen antwoord op gekregen.
De heer Peter de Groot (VVD):
Ik zeg daartegen hetzelfde als wat ik tegen de heer Vijlbrief heb
gezegd: ik vind het een beetje de omgekeerde wereld dat ik hier 364
dagen geleden het debat voerde met het CDA en we precies dezelfde
discussie andersom hadden. Ik vroeg toen ook "wat zegt u tegen alle
ondernemers die straks geen investeringen meer kunnen doen in de
middenhuur?" Toen werd het allemaal van tafel geslagen, weggewuifd. U
heeft het over particuliere bezitters. Ik heb het over institutionele
investeerders die er niet meer zijn. Dat is een hele andere groep. Die
bouwen niet meer. Daar gaat mijn reactie over. U vraagt naar box 3 en
particuliere verhuurders. Dat zijn verhuurders. Dit gaat over
institutionele binnen- en buitenlandse investeerders, die er niet meer
zijn om nieuwe middenhuurwoningen te bouwen.
Dan het antwoord op de tweede vraag, want ik wil wel degelijk ook
antwoord geven op de vraag waar de honderdduizenden sociale huurwoningen
blijven die nu niet meer gebouwd kunnen worden. Dat is precies hetzelfde
verhaal. De corporaties hebben nog investeringscapaciteit. Dat is nog
zo. Ik ben me er wel degelijk van bewust dat daarvan een stukje wordt
ingeleverd door de huurbevriezing. Dat zeg ik ook; daar loop ik niet
voor weg. Maar er is nog 70 tot 80 miljard. Dat kunnen ze investeren. Ze
zullen er goed naar moeten kijken hoe ze dat doen. Dat is de
werkelijkheid van hoe het ervoor staat, en anders kloppen de brieven die
de minister gestuurd heeft over de Nationale Prestatieafspraken niet, of
kloppen de doorrekeningen niet. Er was een pakket van 120 miljard groot.
Dan klopt dat niet. Dan moeten we het dáárover hebben. Het was 120
miljard groot, en daar gaat nu een plak van af door de huurbevriezing —
soit; dat is zo — maar dan blijft er zeker nog een heel groot pakket
over.
De voorzitter:
De laatste interruptie van de heer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Eerst maar eens een vaststelling en dan een vraag. De vaststelling is
dat de VVD-fractie afgelopen week onze volkshuisvesting heeft verraden.
Dat aloude verhaal van "bouwen, bouwen, bouwen" … Dat mantra is nu een
mantra van "slopen, slopen, slopen", terwijl de VVD van al die
coalitiepartijen de partij is die het beste weet hoe de vork in de steel
zit. Ik vind het werkelijk ongelofelijk hoe dit wordt gebagatelliseerd.
"Ach, ze hebben nog wel 70, 80 miljard." Nou, volgens mij is dat 60
miljard, want uit de som was er nog 100 miljard over. Daar is 47,5
miljard van af, dus dan hou je nog ongeveer 63 miljard over aan
investerend vermogen. Maar oké, dan laten we dat onafhankelijk
onderzoeken. Daar dien ik zo een motie voor in. Die mag de heer De Groot
steunen. Ondertussen wordt hier voor een schotel linzen van een paar
versoepelingen van de Wet betaalbare huur, de volkshuisvesting te
grabbel gegooid. Ik vind het werkelijk ongelofelijk.
Nu een paar vragen. Is de heer De Groot bereid om deze maatregel van de
huurbevriezing te heroverwegen en deze in te ruilen voor een structurele
verhoging van de huurtoeslag, waarmee je hetzelfde doel, namelijk
huurders helpen, kunt bewerkstelligen? Kan de heer De Groot duiding
geven over wat er is precies is afgesproken in de Voorjaarsnota? Voor
welke huurders is er huurbevriezing? Geldt die alleen voor de sociale
huurwoningen van corporaties, of ook voor de sociaal verhuurde woningen
van private investeerders? Wat betekent dit voor de inkomensafhankelijke
huurverhoging? Zo kan ik nog wel een poosje doorgaan met de vragen …
De voorzitter:
Ja, maar dit is een hele inbreng.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
… met de vragen die de Voorjaarsnota, die deze coalitiepartijen zelf
hebben bewerkstelligd, oproept.
De voorzitter:
Ja. Maar we hebben het nu over een initiatiefwet, hè?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik vraag het aan de grootste partij die die domme huurbevriezing heeft
ingebracht; die weet niet eens wat die heeft uitonderhandeld. Daarom
vraag ik het maar aan de heer De Groot.
De voorzitter:
Die gaat nu antwoorden.
De heer Peter de Groot (VVD):
Om op het eerste te reageren: de VVD heeft de volkshuisvesting niet naar
de sloopkogel gebracht. Ook het mantra dat wij in Nederland moeten
bouwen, bouwen, bouwen — ik zeg het nog maar even een keer — is niet van
tafel; dat heb ik hier vanavond ook betoogd. We kunnen het niet eens
zijn over hoe we dat moeten verwerken in afspraken met de corporaties.
Dat we daar vandaag nog even het debat over voeren, vind ik heel
logisch. Ik voer overigens graag het debat met de heer Grinwis. Dat zijn
altijd hele inhoudelijke, diepe en lange debatten, met overigens veel
vragen in één interruptie. Zo ken ik de heer Grinwis ook; dat is heel
knap. Maar het is niet zo dat het allemaal naar de sloopkogel is
gebracht. Dat laat ik mij vanavond ook niet aanleunen, want dat is niet
het geval. Wij hebben al hele grote debatten gevoerd — ik heb dat net
ook gewisseld met de heer Boswijk — over de effecten van de Wet
betaalbare huur. Die zijn desastreus, als het over investeringen
gaat.
We kunnen nog wel een robbertje vechten: is de ChristenUnie nou de
partij die de volkshuisvesting sloopt door de investeringen niet
mogelijk te maken, of doet de VVD dat in de sociale sector? Ik zou
willen zeggen: de afspraak over de huurbevriezing staat. Wij zijn, zoals
u weet, altijd bereid om onze handtekening op het natte papier te
zetten, als wij een afspraak maken. Die afspraak staat zeker. Ik zie
zeker uit naar de uitwerking van wat dat betekent voor de
investeringscapaciteit die er nog is voor corporaties. Ik denk dat daar
mogelijkheden voor zijn. Ik denk zelfs dat corporaties de mogelijkheden
die er nog zijn, kunnen benutten om de inkomsten verder te genereren.
Kijk alleen al naar het pakket dat geïnvesteerd wordt in verduurzaming
en waar niks voor wordt teruggevraagd bij huurders. Daar zou je nog naar
kunnen kijken. Je kunt de miljarden die nodig zijn om de nieuwbouw door
te laten gaan — ik doel op dat "bouwen, bouwen, bouwen" — wat opplussen.
Dat zijn een aantal antwoorden op een heel aantal vragen die de heer
Grinwis slim in één interruptie heeft gesteld.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
En mijn vraag over de interpretaties van de afspraken zijn gemaakt …
De voorzitter:
Nee, nee, nee. We zijn klaar met de eerste termijn van de Kamer. Het is
een initiatiefwet. Dat betekent dat er in de schorsing ook wat extra
tijd nodig is om de antwoorden voor te bereiden. We gaan drie kwartier
schorsen. We gaan verder om 23.35 uur. Ja, zo werkt het. Het is zoals
het is. We zijn geschorst tot 23.35 uur.
De vergadering wordt van 22.51 uur tot 23.33 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voorzetting van de
initiatiefwet over de bevriezing van de huren in 2025. We zijn toe aan
de eerste termijn van de initiatiefnemer. Ik geef het woord aan de heer
De Hoop.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Dank aan alle Kamerleden voor hun inbreng. Ik
dank de minister dat zij hier is op deze late avond. Maar vooral ook
dank aan de Kamerondersteuning en iedereen die hier nu nog is. Om
eerlijk te zijn is het best ongebruikelijk dat wij momenteel zo laat nog
een debat voeren in de Kamer. Het is fijn dat dat nog kan.
Tegelijkertijd denk ik dat het hard nodig is.
Voorzitter. Vorige jaren kregen huurders de grootste huurstijging in 30
jaar voor hun kiezen, en dat in een tijd waarin steeds meer Nederlanders
al heel moeilijk rond kunnen komen. In een tijd waarin de stijging van
de zorgkosten, de boodschappen en de energie de bestaanszekerheid van
huurders al fors aantasten, komt een huurstijging extra hard aan. Met de
hoge inflatie kon het kabinet verwachten dat de huurstijging ook dit
jaar fors zou zijn. In de afgelopen maanden deden vele
oppositiepartijen, waaronder die van mij, voorstel na voorstel na
voorstel om dit te voorkomen, maar telkens werden die verworpen. Dat er
iets moest gebeuren aan de huren is duidelijk, maar we hebben als
parlement wel een grote verantwoordelijkheid om dat op een fatsoenlijke
manier te doen. Juist in een wooncrisis moeten we de volkshuisvesting
overeind houden. Dat maakte dat ik mij als volksvertegenwoordiger
genoodzaakt voelde om mijn laatste parlementaire middel in te zetten:
wetgeving. De enige mogelijkheid om dit nog op een snelle manier te
doen, was het indienen van een spoedwet.
Voorzitter. Ja, die huurbevriezing komt er. Dat lijkt inmiddels wel een
politiek feit. De manier waarop, is waar dit debat vanavond over gaat.
Vanavond ga ik mijn uiterste best doen om u te overtuigen om voor onze
sociale variant te kiezen, waarbij we huurders helpen, maar voorkomen
dat de wooncrisis verergert. Sinds vorige week is duidelijk dat de
coalitiepartijen nu ook een huurbevriezing willen, na een wilde nacht
waarvan de uitkomst eigenlijk nog steeds onduidelijk is. Welke sociale
huur wordt gecompenseerd? En is de compensatie nu voor die
woningbouwcorporaties genoeg? Is de minister eigenlijk wel blij met wat
de coalitiepartijen hebben voorgesteld? Hebben de woordvoerders hier in
de Kamer wel door waar ze nu eigenlijk voor getekend hebben, en heeft de
minister dat door, nu ze zeggen dat hun handtekening eronder
staat?
Wat ons betreft is de variant van de coalitie die voorligt asociaal:
alleen de sociale huur, zonder structurele compensatie voor de
woningbouwcorporaties, met als gevolg minder nieuwbouw, langere
wachtrijen, minder onderhoud, meer schimmel, minder verduurzaming en
hogere rekeningen. Door het kabinetsvoorstel worden er mogelijk 170.000
tot 180.000 woningen niet gebouwd en worden 1,4 miljoen woningen niet
verduurzaamd. Daarbij wordt ook nog eens bezuinigd op de huurtoeslag.
Huurders en woningzoekenden betalen dus zelf de prijs. Hiermee hebben de
coalitie en het kabinet de volkshuisvesting wat mij betreft in de
uitverkoop gezet. De minister en de Kamer hebben zo laat op de avond nog
een keuze. Kiezen we voor de asociale variant van de vier partijleiders,
waarvan die zelf hebben gezegd dat ze er ook niet zo heel gelukkig mee
zijn? Of kiezen we voor een sociale variant, een sociale huurbevriezing
die mensen direct helpt, die corporaties volledig compenseert door
eindelijk de vennootschapsbelasting van corporaties af te schaffen en
die ruimte laat voor investeringen in wonen? Kiezen we voor een
huurbevriezing voor alle huurders, niet alleen de sociale huurders, maar
ook de mensen die huren in de midden- en vrije sector, zodat alle
miljoenen huurders in Nederland financiële ademruimte gegeven wordt?
Voor sommige mensen kan dat €1.000 per jaar schelen.
Ik voel mij hier niet alleen in gesterkt door de maar liefst 26.000
mensen die onze petitie hebben ondertekend, maar ook door de
belangenbehartiger van de huurders, de Woonbond. Ook Aedes, de
branchevereniging van de woningbouworganisaties, geeft, ondanks dat die
tegen de bevriezing is, aan: als je voor een bevriezing kiest, is het
voorstel van GroenLinks-Partij van de Arbeid een stuk verstandiger dan
wat het kabinet hier voorlegt. Zij maakten dat beide gisteren duidelijk
in een brief.
Tot slot moet mij in mijn inleiding nog iets anders van het hart. Ook
blijkt nog dat het kabinet nu weer mogelijkheden geeft voor de
exorbitante huren die voorkomen werden door de Wet betaalbare huur en
dat deze wet in minder dan een jaar tijd alweer bij het grofvuil wordt
gezet. Hiermee gaan de huren voor veel mensen het komende jaar fors
omhoog. NSC en PVV hebben de coalitie doorbroken die die Wet betaalbare
huur overeind hield. Dat neem ik hen kwalijk. Wat ons betreft kan er
vandaag nog worden gekozen voor een sociale variant van
huurbevriezing.
Voorzitter. Dan ga ik nu over tot de beantwoording van de gestelde
vragen. Dat doe ik in een aantal blokjes en ik probeer dat kort te doen,
ook gezien de tijd. De blokjes zijn als volgt. Een: het doel van de wet.
Twee: effecten. Drie: wetskwaliteit. Vier: compensatie. Vijf:
uitvoering. Zes: overig. Dan komt daarmee hopelijk alles aan bod.
Voorzitter. Dan eerst naar de algemene vragen. Daarin proefde ik dat er
kritiek was op ons spoedwetsvoorstel en dat er gezegd werd: het is
sympathiek, maar ingewikkeld en moeilijk. Ik zeg tegelijkertijd tegen
deze Kamer: als we niets doen, betekent dat dat de variant van het
kabinet naar voren komt. Ik ben blij met de complimenten die van de
fracties van de SP en DENK kwamen dat wij op deze manier kiezen voor
alle huurders en voor een volledige compensatie voor de
woningbouwcorporaties.
Er waren een aantal kritische vragen van de VVD, de ChristenUnie, D66 en
het CDA over het middel van de huurbevriezing. Los van het feit dat ik
denk dat de huurbevriezing nu een politiek feit is, vind ik het wel
belangrijk om ook op die kritische vragen in te gaan.
Een derde van de huishoudens heeft moeite om de eindjes aan elkaar te
knopen, schrijft ook het Nibud. Wij zien bijvoorbeeld dat er niet alleen
bij de sociale huren problemen zijn, maar ook bij de middenhuur, waar
men 7,7% meer huur moet betalen. De kritiek van sommige partijen,
waaronder de ChristenUnie, het CDA en D66, op de maatregel van
huurbevriezing in het algemeen kan ik mij politiek gezien voorstellen.
Ik wil daarbij wel gezegd hebben dat bijvoorbeeld in de budgettaire
bijlage van het coalitieakkoord van het kabinet-Rutte IV, waar al deze
partijen hun handtekening onder hebben gezet, een huurbevriezing voor
het jaar 2024 is genoemd. Dat plan was dus niet zo gek dat het niet ooit
door deze partijen geopperd is. De ChristenUnie heeft in haar
verkiezingsprogramma nota bene ook staan dat ze van mening zijn dat de
huurprijsstijging nooit meer mag zijn dan de inflatie of de cao-lonen.
Ik ga er dan ook van uit dat de heer Grinwis het met mij eens is dat we
de afgelopen jaren wat dat betreft niet goed genoeg bezig zijn geweest
en dat het te rechtvaardigen is dat je wat aan huurmatiging zou willen
doen.
De voorzitter:
Ik zeg even dat er ook voor deze termijn zes interrupties zijn.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Zes op de heer De Hoop en zes op de minister?
De voorzitter:
Nee, in totaal.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Maar daarom hebben we de wet-Nijboer gesteund. Dan ga ik ze nog even
bewaren.
De voorzitter:
Dan tel ik die niet. Heel verstandig om ze te bewaren.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Daar ben ik de heer Grinwis nog steeds erg dankbaar voor, ook voor de
verlenging vorig jaar die we mede mogelijk hebben gemaakt.
Voorzitter. Voor de sociale huren geldt dat er inderdaad gezegd kan
worden dat de huurquote enigszins gedaald is sinds een periode. Maar we
moeten daarbij niet vergeten dat mensen met een klein aanvullend
pensioen en alleenstaande ouders in de bijstand hun inkomen minder hard
zagen stijgen dan dat de huren stijgen. Daarmee gaan zij er dus zeker
wel op achteruit. We zien dat jongvolwassenen, die vaak in een
middenhuur- of een vrijesectorwoning zitten, af en toe tot wel de helft
van hun netto-inkomen kwijt zijn aan huurstijgingen. Ook voor hen,
zeggen wij, moet je dus echt wat doen. Dan heb ik het bijvoorbeeld ook
over het WoonOnderzoek 2024. Je zag dat de huuruitgaven van jongeren
onder de 35 jaar in drie jaar stegen van 30% naar 35% van hun totale
inkomen.
NSC vroeg: hoe zorgen we ervoor dat mensen betaalbaar kunnen blijven
wonen? Ik vind dat een terechte vraag. Het is juist daarom belangrijk,
denk ik, dat we de huurbevriezing met elkaar mogelijk maken. Je zou
daarnaast gerichtere maatregelen kunnen nemen, bijvoorbeeld met de
huurtoeslag. Wij zijn blij dat het kabinet daar het afgelopen jaar een
aantal stappen in heeft gezet die wij eerder als GroenLinks-Partij van
de Arbeid ook hebben voorgesteld. Maar wij menen echt dat de
huurbevriezing nodig is om hier verdere stappen in te zetten.
Dat waren de algemene vragen. Dan ga ik nu met uw goedvinden door naar
het doel van de wet en ook de proportionaliteit van de maatregel.
Voorzitter. Het doel moge helder zijn. Wij zien een enorm probleem
ontstaan, vooral in de middenhuur en de vrije huur, waar huurquotes
immens stijgen. Wonen wordt steeds duurder en de koopkracht van
miljoenen huurders staat onder druk. Dat willen wij op een fatsoenlijke
manier oplossen voor alle huurders. Bijvangst is dat de inflatie ook nog
eens daalt als gevolg van een bevriezing. De ChristenUnie en D66 vragen
alsnog: waarom niet gericht via de huurtoeslag? Dat is op zichzelf een
terechte vraag. Het is lastig om ook voor huurders buiten het sociale
segment een gerichte maatregel te nemen. Zij profiteren niet van een
huurtoeslag. Wij vinden het belangrijk om ook die huurders te helpen. We
constateren uit de cijfers van het Nibud en het CBS dat vooral huurders
te maken hebben met krakende koopkracht. Huurders hebben sinds 2015 te
maken gehad met 6% meer inflatie dan huizenbezitters. En de huurquotes
zijn juist in die sectoren gestegen, zoals u weet: een huurquote van
ruim 43% in de dure huur en 31% in de middenhuur.
Het CDA zegt: huurbevriezing, is dat niet eigenlijk een soort nieuwe
verhuurdersheffing? Wij denken dat dat niet het geval is met ons
voorstel. Wel met het voorstel van het kabinet, maar niet met het
voorstel van ons, omdat wij juist wel zorgen voor de compensatie van
corporaties. De verhuurderheffing werd bovendien jaarlijks geheven en de
huurbevriezing zoals wij die voorstellen, geldt voor één jaar waar het
kabinet kiest voor twee jaar.
De PVV heeft het over een huurbevriezing alleen voor het sociale segment
en dat dat een goed idee is. Er zijn heel veel huurders die niet uit die
middenhuurwoning kunnen, die niet uit die vrijesectorwoning kunnen. Mijn
fractie vindt dat wij ook voor hen een oplossing moeten bieden. Ik ben
het heel erg eens met de heer Mooiman. Ik vind het goed dat er een
huurbevriezing komt voor die sociale sector. Maar wij vinden dat niet
voldoende, omdat je juist ook ziet dat de huurquote en de woonquote
eigenlijk in de middenhuur en in de vrije sector het hoogste zijn. Ik
zou dus eigenlijk tegen de heer Mooiman willen zeggen: als je het hebt
over de koopkracht, zou je juist voor hen ook een oplossing moeten
bieden. Ergens in het debat werd ook al gerefereerd aan de schriftelijke
vragen die de heer Mooiman eerder heeft gesteld met Wilders, Omtzigt en
Welzijn, waarin zij die zorgen ook uiten. Dus ik hoop toch echt de PVV
er nog van te kunnen overtuigen dat we ook voor die groepen een
oplossing zouden moeten bieden.
Voorzitter. Dan ga ik alweer door naar het derde blokje en dat gaat over
de effecten. De PVV had het over de huurtoeslag, over het feit dat daar
iets gebeurt en dat dat goed is, maar ook over dat met de bevriezing die
wij voorstellen de facto minder huurtoeslag uitgekeerd zal worden. En
dat is gewoon waar. Laten we wel wezen. Uiteraard betekenen lagere huren
ook een besparing voor de regering op de uitgaven voor de huurtoeslag.
Dat is logisch, maar dat maakt ons voorstel geen bezuiniging op de
huurtoeslag. Een sociale regering kan wat ons betreft die besparing
uiteraard ook weer investeren in de betaalbaarheid van wonen. Deze
coalitie doet dat niet met die huurtoeslag en dat is echt een groot
verschil tussen het voorstel dat ik doe en het voorstel van de
coalitie.
De ChristenUnie en D66 hebben het ook over de energierekening gehad.
Blijft die hierdoor niet juist hoog? In ons voorstel compenseren wij
woningbouwcorporaties zo fors dat het, zo blijkt, niet de extra
woningbouw of de extra verduurzamingsmaatregelen raakt, doordat wij die
compensatie volledig via de vpb doen. De woningbouwcorporaties geven
juist heel duidelijk aan dat zij de compensatie in ons voorstel hard
nodig hebben voor die woningbouw en voor die verduurzaming. Doordat de
verduurzaming doorgang kan vinden, kan ook de energierekening omlaag in
ons voorstel. In het voorstel van het kabinet kan bijvoorbeeld de
verduurzaming van 1,4 miljoen woningen mogelijk geen doorgang vinden.
Dus ook dat is een groot verschil tussen het voorstel dat wij doen en
het voorstel dat het kabinet doet. Overigens is ook nog een uitzondering
in onze wet opgenomen — in de wet is dat per definitie zo — die
huurstijging toestaat in het geval van woningverbetering. Dat geldt voor
alle verhuurders.
NSC en de VVD vreesden dat het bevriezen van de huren particuliere
investeringen zou wegjagen. Wat zouden mensen nu met het pensioengeld
doen, vroegen zij zich daarbij af. De particuliere investeringen komen
met name van institutionele beleggers. Het zijn vooral institutionele
beleggers die huizen bouwen. Dat zijn niet de kleine particuliere
verhuurders. Daarbij merk ik ook op dat die institutionele beleggers de
afgelopen jaren goed hebben verdiend: 3,6% direct rendement de afgelopen
tien jaar en 10,4% als je de waardeontwikkeling meetelt. Het is
inderdaad zo dat een jaar geen huurverhoging een effect op beleggers zal
hebben, maar dat effect is voor hen toch zeer beperkt, zeker als je het
spreidt over meerdere jaren, terwijl het in de portemonnee van de
huurder wel een groot effect heeft: boodschappen kunnen doen of niet.
Daarmee vinden wij het dan ook proportioneel. Bovendien zijn de
woningbouwcorporaties toch echt de belangrijkste pijler onder de
nieuwbouw. Die worden in ons voorstel fors en volledig gecompenseerd en
kunnen daarmee blijvend investeren. Voor bouwende particulieren, wat
voornamelijk neerkomt op de institutionele beleggers, pensioenfondsen,
zien we de mogelijkheid om naar voorbeeld van de compensatie voor de
huurbevriezing in 2021, een fonds op te richten waaruit bouwsubsidies
kunnen worden verleend, zoals ook toegelicht in onze memorie van
toelichting.
Het CDA geeft ook aan dat het goed is om in gesprek te gaan met die
institutionele beleggers voor garantstellingen en projectsubsidies; zet
een middenhuurfonds op, kom met een plan zodra er staatssteun mogelijk
is. Ja, ik denk dat dat goed is. We zien ook dat de Europese Commissie
daar beweging in mogelijk maakt. Ik zou de minister ook willen
aanmoedigen om die gesprekken te blijven voeren. Maar daarmee hebben we
de problemen van huurders nu niet opgelost. Daarvoor is het verstandig
om wel ons sociale voorstel te steunen.
Mevrouw Wijen-Nass hield een uitgebreid pleidooi voor de particuliere
verhuurders. Ik zou daar toch een aantal dingen naast willen leggen.
Particuliere verhuurders hebben in de jaren van 2016 tot 2023 flink
hogere huurstijgingen kunnen doorvoeren dan woningbouwcorporaties.
Particuliere verhuurders in het gereguleerde segment vragen ook al veel
vaker huur die tegen de maximumhuur aan zit dan dat de
woningbouwcorporaties dat doen. Dat blijkt ook uit de cijfers van de
rijksoverheid. Uit onderzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken
en Financiën blijkt ook dat 50% tot 94% van de particuliere verhuurders
in de gereguleerde sector nu al te veel huur vraagt voor een woning. Wat
betreft het effect op de bouw van nieuwe woningen zou ik dan toch nog
willen zeggen dat het vooral de institutionele beleggers zijn die bouwen
— en niet de kleine particuliere verhuurders. Dat zijn toch vaak de
verhuurders die bestaande woningen opkopen, daaraan verdienen, de
prijzen opdrijven en daarop verhuren. Dat mag, maar ik vind niet dat zij
woningen aan de voorraad toevoegen. Daarmee denken wij dat zij daarin
ook niet op die manier gecompenseerd hoeven te worden als de
woningbouwcorporaties.
Voorzitter. Tot slot daarover het volgende. Een huurbevriezing van
slechts één jaar zal wat ons betreft dan ook niet leiden tot immense
verliezen en grote financiële gevolgen voor eigenaren van die
huurwoningen, aangezien de huren volgend jaar ook weer verhoogd zouden
mogen worden. Het is ook goed om te vermelden dat we met het compenseren
van corporaties ook institutionele beleggers helpen, omdat veel
nieuwbouwprojecten voorzien in een mix van sociale huur en duurdere
woningen. Zo zouden ook andere bouwpartijen geraakt kunnen worden door
een huurbevriezing zonder compensatie, en zou de gehele bouw in kunnen
storten als je het voorstel van het kabinet naleeft en niet het voorstel
van ons.
Voorzitter. Dan ga ik door naar de wetskwaliteit van ons voorstel. Kan
het juridisch wel? In de memorie van toelichting en in mijn reactie op
het advies van de Raad van State heb ik uiteengezet dat de
huurbevriezing verenigbaar is met het eigendomsrecht. Een inmenging moet
bij wet voorzien zijn. Daar voorziet dit wetsvoorstel in. Het moet een
algemeen belang dienen. Het moge duidelijk zijn dat de bestaanszekerheid
van huurders voor ons allen een algemeen belang is. De inmenging moet
ook proportioneel zijn. Dat vereist dat de maatregel voorzienbaar is en
een balans vindt tussen het gediende algemene belang en de lasten voor
in dit geval de verhuurders. De huurbevriezing heeft grote gevolgen voor
de huurders en beperkte gevolgen voor de verhuurders. Hierbij is het van
belang dat de voorgestelde huurbevriezing voor één jaar geldt en dat de
verhuurders die de grootste opgave hebben, namelijk de
woningbouwcorporaties, worden gecompenseerd voor de huurbevriezing. Het
antwoord is dus: ja, dit kan juridisch in verhouding met het
eigendomsrecht.
De PVV vroeg of het juridisch kan dat sociale verhuurders wel worden
gecompenseerd en particuliere verhuurders niet. Volgens mij vroeg ook de
fractie van NSC daarnaar. Wij menen dat dit juridische onderscheid kan,
omdat het een gerechtvaardigd onderscheid is. Voor woningbouwcorporaties
is die compensatie dus voorzien, omdat zij voor grote opgaven staan. Die
opgaven dragen uiteindelijk ook bij aan de betaalbaarheid en de
beschikbaarheid van voldoende woningen. Om die reden stellen wij voor
hen te compenseren. Particuliere verhuurders hebben op die manier niet
een dergelijke opgave. Ze kunnen zeker bijdragen aan de gewenste
uitbreiding van de woningvoorraad, en doen dat ook, maar zij zijn er
niet aan gehouden. Bovendien is er wel een vorm van compensatie — dat
wil ik hier ook herhalen — voor particuliere verhuurders. Met de
voorgestelde dekkingsmaatregel is er genoeg geld om de afschaffing van
de Vpb te financieren en om daarnaast te kijken naar een fonds voor de
doorgang van het bouwen en de verduurzaming van woningen, waar
particuliere verhuurders aanspraak op kunnen maken in de vorm zoals dat
in 2021 ook gedaan is. Hiermee zou je zelfs echt enkele honderden
miljoenen kunnen uittrekken. Daarmee is de opmerking dat er voor
particuliere verhuurders in geen enkele compensatie voorzien zou zijn,
niet helemaal correct.
Voorzitter. Het investeringsbeleid van woningbouwcorporaties wordt
aangetast. Daar had het CDA een aantal verschillende zorgen over. Die
zorgen zijn terecht. Ze zijn de afgelopen weken ook duidelijk naar voren
gekomen, zeker na wat wij vanuit het kabinet hebben gezien bij de
Voorjaarsnota. Wij menen echter dat wij dat met onze nota van wijziging
echt opgelost hebben. We hebben echt gezorgd voor structurele
compensatie voor woningbouwcorporaties.
Maar er zijn ook een aantal vragen gesteld over de vorm waarin we die
compensatie ingericht hebben. Dan heb ik het met name over de vpb. Kan
het aangemerkt worden als staatssteun? Is dat risico goed afgedekt? Die
vragen begrijp ik erg goed. Allereerst hebben we dat natuurlijk
ambtelijk laten checken. Het advies is sowieso om de vpb-vrijstelling te
melden bij de Europese Commissie en te pogen de vrijstelling van de
staatssteun onder de DAEB-maatregelen te brengen. We hebben er alle
reden voor om ervan uit te gaan dat dat moet kunnen lukken. De
corporaties zijn geen winstgevende instellingen. Het is daarmee een
oneigenlijke belasting, omdat corporaties geen winst maken in die zin
dat ze die zouden uitkeren aan bijvoorbeeld aandeelhouders. Alle winsten
die ze overhouden, dienen ze te investeren in nieuwe woningen of het
verbeteren van de woningvoorraad. In de praktijk gebeurt dat ook. Het
CPB heeft het daarbij technisch en juridisch getoetst. Dat is ook omdat
het in onze doorrekeningen staat, evenals in die van andere partijen.
Die toets heeft het afschaffen van de vpb doorstaan. Voor 2008 werd er
natuurlijk ook geen vpb geheven op de corporaties. Daar werd eerder in
het debat ook al aan gerefereerd. De Europese Commissie is de regels
voor staatssteun aan het verruimen. Dat maakt de kans aannemelijk dat
zij er ook geen stokje voor zal steken.
De heer Boswijk (CDA):
Ik had deze vraag inderdaad gesteld. Dat kwam ook een beetje door het
volgende. In een ver verleden was ik woordvoerder Landbouw. Toen hadden
we het over regelingen om boeren te compenseren, uit te kopen en te
verplaatsen. Het ging soms ook over natuurorganisaties, dus organisaties
zonder een winstoogmerk, dienend het algemeen belang. Hoe nobel de
regelingen die we hadden ook waren en hoezeer die duidelijk het algemeen
belang dienden: ofwel ze haalden helaas toch niet de staatssteuntoets
ofwel we wachten nu, drie jaar later, nog steeds op een reactie uit
Europa. Mijn angst is toch wel een beetje dat we er dit jaar mogelijk
nog geen zekerheid over krijgen. Stel nou dat, in het meest negatieve
scenario, de Europese Commissie ineens zegt: helaas pindakaas, het is
wél staatssteun. Wat zijn dan de consequenties voor de wetgeving die we
er nu doorheen zouden ... Ik zal niet "jassen" zeggen, want we doen het
op een goede manier. Wat zouden dan de consequenties zijn? Moeten we het
dan terugdraaien? Worden we aangeslagen? Krijgen we een boete? Hebben we
dat scherp? Ik ben het er erg mee eens: ik zou het ook niet als
staatssteun willen bestempelen. Maar helaas is Brussel daarin toch niet
zo flexibel.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik begrijp de vraag. Deze vraag geldt natuurlijk ook voor het voorstel
dat het kabinet doet. Wij dekken het op deze manier. Zoals ik zeg,
hebben we het eerder getoetst bij onze doorrekeningen. Ik heb in de
gesprekken ambtelijk ook meermaals gevraagd of het kan. Daar wordt
gedacht dat dit zou moeten kunnen. De nieuwe Eurocommissaris heeft
daarnaast duidelijk aangegeven dat hij meer mogelijkheden wil bieden om
juist hierin investeringen te doen en dat je als Rijk de
woningbouwcorporaties zou mogen ondersteunen. Wij hebben er dus
vertrouwen in dat dat moet kunnen. Daarbij zit natuurlijk wel de vraag
per wanneer het kan. Dat is een terechte vraag. Wij schatten in dat dat
vanaf 1 januari 2026 zou moeten kunnen. Dat betekent dat het mogelijk
voor een deel met terugwerkende kracht zou moeten gebeuren. Maar wij
denken dat je de woningbouwcorporaties op deze manier heel gericht
volledig zou kunnen compenseren. We hebben er vertrouwen in dat het
mogelijk zou moeten zijn als deze minister de gesprekken aangaat met de
Eurocommissaris.
De voorzitter:
De heer De Hoop vervolgt zijn betoog.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dan heb ik nog een vraag van NSC. Ik zou komen bij die "1 januari". NSC
vroeg specifiek: per wanneer kan het dan? Wat ons betreft zou het per 1
januari 2026 kunnen ingaan, omdat het boekjaar anders van januari tot
januari loopt. In ons wetsvoorstel is voorzien dat met ingang van het
eerste volledige volgende boekjaar de afschaffing in effect treedt. Dat
is niet ideaal, maar het is in elk geval beter dan wat het kabinet doet,
want het kabinet geeft op die manier geen compensatie en we kunnen met
dat geld van het kabinet, dat al gereserveerd is — die 1,1 miljard —
bijvoorbeeld ook vóór 1 januari, per 1 juli, al geld naar voren
schuiven. Er zijn dus mogelijkheden om met het geld van het kabinet dat
nu al gereserveerd is, eerder een oplossing te bieden en om dat daarna
aan te vullen op het moment dat die mogelijkheden voor afschaffing van
de vpb er zouden zijn. We denken daar op deze manier dus goed aan te
kunnen voldoen. Daarmee heb ik ook dit blokje afgesloten.
Dan ga ik door naar blokje 5, een kort blokje over de uitvoering. Ik
kreeg daarover een vraag van mevrouw Beckerman: is het niet verstandig
om de huurbevriezing per motie te regelen, omdat de corporaties per 1
mei de nieuwe huren moeten communiceren aan huurders? Alleen de minister
kan dat doen: die kan per AMvB een bevriezing regelen. Ik verwacht ook
dat de minister daarmee de komende periode aan de slag zal gaan. Ik had
nog liever gehad dat ze mijn voorstel zou omarmen, maar anders zal deze
route waarschijnlijk bewandeld worden. Maar als je dat per AMvB doet,
kun je huurders in het middensegment en het vrije segment niet helpen.
Dat lijkt ons erg onwenselijk, omdat dat ook het doel is van ons
wetsvoorstel en ook het doel van wat mevrouw Beckerman wil. Daarmee is
een wetsvoorstel de enige mogelijkheid om dat op tijd te kunnen
doen.
Voorzitter. Dan ga ik door naar blokje 6, de compensatie. Het CDA en NSC
wezen erop dat de rekening bij de bedrijven terechtkomt. Ik hoorde die
zorgen ook bij de VVD en BBB. De heer Boswijk van het CDA en de heer
Boomsma hadden moeite met die dekking, omdat die volgens hen de rekening
te veel bij bedrijven neerlegt. Ik wil daarbij opmerken dat wij deze
dekking niet willekeurig hebben gekozen. Zij staat in het
verkiezingsprogramma, ook van D66, de ChristenUnie en zelfs de VVD. Dit
zijn dus lastenverzwaringen die, als je die bij het bedrijfsleven
neerlegt, ook de rechtse partijen en middenpartijen toch wel verstandig
vinden. Ik merk op dat het bij deze dekking gaat om bedrijven die veel
winst maken en dat de dekking vooral ook wordt gevonden door
belastingontwijking door die bedrijven tegen te gaan.
De heer Peter de Groot (VVD):
Ik had vandaag al heel veel interrupties kunnen plegen, maar nu moet ik
dat echt doen bij de heer De Hoop, want de heer De Hoop koppelt die
belastingverhoging voor bedrijven aan de huurbevriezing. Dat is niet wat
de VVD voorstelde. We kunnen het er met elkaar over hebben dat je soms
bedrijven moet belasten omdat je defensie-uitgaven moet doen voor de
veiligheid van Nederland of voor andere bestedingen, maar die koppeling
is niet terecht.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik zeg ook niet dat de VVD in het verkiezingsprogramma die dekking heeft
gekozen voor de besteding die wij hebben aangegeven. Ik zeg alleen dat
dit verzwaringen voor het bedrijfsleven zijn waarvan zelfs de VVD zegt:
als je lastenverzwaringen voor het bedrijfsleven doet, zijn dit
misschien redelijke om te kiezen. We hebben die dus uit verschillende
verkiezingsprogramma's gehaald. Je moet ook eerlijk zijn: als je dit
soort voorstellen wilt doen en als je woningbouwcorporaties wilt
compenseren, moet je dat ergens van betalen. We zien dat met de
Voorjaarsnota heel veel zoet dat bij de middenklasse terechtkomt, door
de middenklasse zelf wordt betaald. U kent mij: ik ben een
sociaaldemocraat en wij vinden dat de sterkste schouders de zwaarste
lasten moeten dragen en dat, als je iets voor volkshuisvesting doet, dat
voor een deel best bij het bedrijfsleven terecht mag komen. In die zin
denk ik dus ook niet dat dit verrassend is.
Voorzitter. Het schrappen van de vennootschapsbelasting is sowieso nodig
en nu verdampt die investeringscapaciteit; die punten hoorde ik ook
vanuit de ChristenUnie en D66. Op zichzelf zijn dat terechte punten. We
hadden dit ook zelf in ons verkiezingsprogramma staan en dat was toen
niet per definitie voor een huurbevriezing. Ik onderschrijf dat dus.
Mijn voorganger, de heer Nijboer, trok al samen op met de heer Grinwis
om de vpb voor corporaties af te schaffen. Ik heb mezelf daar ook altijd
hard voor gemaakt. Natuurlijk zie ik het liefst dat die ruimte omgezet
wordt in investeringscapaciteit, maar tegelijkertijd constateer ik dat
huurders totaal door de hoeven dreigen te zakken en dat de voorgestelde
huurstijging gigantisch is, zeker voor de middenhuur en de vrije huur.
Twee jaar op rij is dat gewoon heel flink, kijkend naar de voorgaande
huurstijging. En voor groepen waarvoor de huurverhoging hard aankomt,
zoals eenoudergezinnen, gepensioneerden en jongeren, maakt de
huurbevriezing echt een verschil. De harde realiteit is dat er hoe dan
ook een huurbevriezing komt. Dat weten we sinds vorige week. En dan is
dit wat ons betreft een hele verstandige dekking om
woningbouwcorporaties te helpen. Ik wil mij er niet bij neerleggen dat
zij niet geholpen worden. Wat dat betreft hebben wij ervoor gekozen om
dit als sociaal alternatief neer te leggen naast het pakket van het
kabinet.
Zowel de ChristenUnie als de PVV vroeg waarom ik op het laatste moment
die compensatie in de nota van wijziging heb vastgelegd. Kijk, we
bespreken het wetsvoorstel zoals het hier voorligt en niet het voorstel
van vorige week. Nog belangrijker is dat ik ook in het voorstel dat ik
hiervoor heb gedaan, altijd heb gezegd dat wij het belangrijk vinden dat
er een volledige compensatie is voor woningbouwcorporaties. Daarom
hebben we die nu wettelijk verder verankerd en heb ik de signalen die
wij naar aanleiding van de Voorjaarsnota van de corporaties gehoord
hebben, heel serieus genomen. Er is dus wat mij betreft niet iets te
elfder ure geregeld dat niet al in het originele voorstel zat. We hebben
het alleen verder verankerd. Inderdaad hebben wij ervoor gekozen om die
nota van wijziging in te dienen en echt goed wettelijk te verankeren,
want die volledige vrijstelling van de woningbouwcorporaties van de Wet
op de vennootschapsbelasting moet je ook in fiscale wetten regelen. We
zagen dat de coalitie helemaal geen heil zag in wat voor fatsoenlijke
compensatie dan ook. Daarom hebben wij dit zo in de nota van wijziging
gezet.
De ChristenUnie vroeg ook nog waarom de rekening bij de verhuurder
gelegd wordt, dus ook bij de verhuurders uit box 3. Compensatie is
voorzien voor woningbouwcorporaties en niet voor private verhuurders.
Dit wetsvoorstel gaat ook niet over box 3. Wat ons betreft betalen
verhuurders in box 3 zo snel mogelijk belasting over hun werkelijke
rendement, en in dit geval dus ook over de daadwerkelijke huurinkomsten.
Dat staat los van dit voorstel. Wat ons betreft hoeven de winsten van
private verhuurders niet elk jaar flink te stijgen. We zien dan ook geen
reden om daarvoor verdere compensatie mogelijk te maken. Overigens heeft
de Hoge Raad ook afgedwongen dat er een tegenbewijsregeling komt in box
3, waardoor verhuurders het zelf kunnen aangeven als de Belastingdienst
met een te hoog rendement rekent.
Ik heb hier nog een aantal vragen liggen over de afschaffing van de vpb,
maar die heb ik eigenlijk al beantwoord bij de vragen van het CDA. NSC
heeft daar ook nog vragen over gesteld.
Dat geldt ook voor de vragen van de SP over de uitvoering. Die heb ik
zonet ook al beantwoord.
Voorzitter. Dan kom ik al bij mijn laatste mapje, met de overige vragen.
D66 zei dat er echte doorbraken nodig zijn om meer woningen te bouwen en
meer doorstroming te krijgen. Ook de VVD wees erop dat we moeten
investeren in nieuwbouw. We moeten het bouwtempo versnellen. Eens. We
moeten ook meer bouwen. In reactie op deze opmerking wil ik toch ook
opgemerkt hebben dat op dit moment 1,9% van de rijksbegroting naar wonen
gaat. Mijn partij is bereid om 2,5 miljard per jaar structureel meer in
de volkshuisvesting te pompen. Daarmee zouden de uitgaven groeien tot
2,5%. Tegen eenieder die vandaag zorgen heeft geuit over de woningbouw,
zeg ik: kijk naar de doorrekeningen; er is geen partij die structureel
zo veel geld heeft uitgetrokken voor volkshuisvesting als
GroenLinks-Partij van de Arbeid. Er mag mij veel verweten worden —
misschien stel ik vandaag een beetje een links idee voor — maar niet dat
wij geen partij zijn die heel veel wil bouwen. Ik zie de minister gretig
knikken. Wij verschillen weleens van mening, maar over de noodzaak om te
bouwen zijn we het erg eens. Daarom hoop ik toch ergens nog steeds dat
de minister ziet dat mijn compensatie een stuk beter is dan die van het
kabinet. Maar daar gaan we zo naar luisteren.
Voorzitter. Ik wou eigenlijk doorgaan met mijn laatste opmerking. Die
gaat over de mensen achter mij in vak K. Ik sta hier natuurlijk het
wetsvoorstel te verdedigen, maar dat zou ik niet kunnen zonder hen. Een
initiatiefwetsvoorstel is veel werk, zeker, maar als je in die laatste
maanden ook nog een spoedwet indient, moet het nog sneller. Als het
kabinet ondertussen bij de Voorjaarsnota ook nog met een huurbevriezing
komt, waarna je naar aanleiding daarvan ook nog een nota van wijziging
moet schrijven, is er nog meer nodig. Daarom wil ik alle drie, Maura
Ringelberg, Jan Daenen en Jarne van der Poel, hartelijk danken voor al
het harde werk dat zij de afgelopen periode namens onze fractie hebben
gedaan.
Ik sluit mijn bijdrage af door de Kamerleden in dit parlement er nog één
keer aan te herinneren dat de huurbevriezing een politiek feit is. We
hebben met elkaar de keuze hoe we die inrichten. Ik hoop dat u ook ziet,
zeker met betrekking tot de sociale huur, dat we een voorstel voorleggen
met een volledige compensatie, dat de woningbouw in die zin niet raakt
en huurders op een gerichte manier helpt. Ik hoop u daarmee toch nog te
overtuigen.
Dank.
De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw welbespraakte verdediging van het
initiatiefwetsvoorstel. Het is ook terecht dat uw ondersteuning wordt
bedankt. Dan gaan we door naar de minister van Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening, die in haar rol als adviseur de vragen uit de
eerste termijn gaat beantwoorden. Ik geef de minister het woord.
Minister Keijzer:
Dat ga ik doen, voorzitter. Maar ik heb wel gemerkt dat zo'n beetje alle
interrupties blijkbaar niet werden gesteld of voor mij werden bewaard.
Dat is eigenlijk heel jammer, want we hebben hier een Kamerlid met een
initiatiefwetsvoorstel. Iedereen heeft terecht complimenten gemaakt.
Iedereen die dat als Kamerlid heeft gedaan, weet wat een ongelooflijke
hoeveelheid tijd, inspanning, onderzoek en schrijfwerk erin gaat zitten.
Het zou jammer zijn als de discussie vandaag vooral over de
Voorjaarsnota zou gaan. Maar dat is dan maar mijn lot.
Voorzitter. Om te beginnen is het, denk ik, goed om het te hebben over
de huurders. Ik heb namelijk alle begrip en aandacht voor huurders die
moeite hebben om aan het eind van de maand rond te komen. Ik heb ook
begrip voor alle partijen in deze Kamer die aandacht hebben gevraagd
voor deze huurders. Maar ik sta als minister wel voor een bredere opgave
dan alleen dat. Ik voer wetten uit die deze Kamer heeft aangenomen. Het
is goed om te memoreren dat de huurverhogingen in de middenhuur en de
vrije sector nog niet zo heel lang geleden door deze Kamer zijn
vastgelegd in wetten. Natuurlijk mag je op een gegeven moment van mening
veranderen — dat is sowieso het voorrecht van de Kamer — maar ik vind
dat je daar dan wel altijd eerlijk over moet zijn. Hetzelfde geldt
overigens voor de huurverhoging in de sociale huur. Die is ook onderdeel
van wetgeving. Elk voorjaar heb ik de mogelijkheid om die via een
ministeriële regeling vast te stellen. Dat gebeurt zo rond het voorjaar,
aan het begin van elk jaar. Dat was dus een tijdje geleden.
Voorzitter. Ik begin door in te gaan op het initiatiefwetsvoorstel. Dit
wetsvoorstel heb ik een keertje 's nachts om een uur of vijf gelezen. Ik
kon niet slapen. Ik lag wakker over hele andere onderwerpen. Ik dacht:
hoe krijg ik mijn gedachten nou toch eens bij iets anders? Toen dacht
ik: hé, er ligt nog een initiatiefwetsvoorstel van De Hoop. Ik heb dit
dus 's nachts om een uur of vijf gelezen. Je moet wat met je leven.
Sindsdien weet ik dus wat er in dit wetsvoorstel staat: een
huurbevriezing over alle sectoren voor een jaar.
Voorzitter. De dekking van dit wetsvoorstel rammelt. Dat viel mij 's
nachts meteen op. Ik heb het natuurlijk meteen even doorgebladerd om te
zien hoe het met de dekking zat. De dekking is er alleen voor
corporaties.
Voorzitter. Ik heb uiteraard net geluisterd naar de heer De Hoop. Als ik
"dekking" zeg, bedoel ik de tegemoetkoming van corporaties. Als je huur
bevriest, grijp je in in eigendomsrecht. Zo simpel is dat. Iemand heeft
het eigendom over een woning en krijgt daar huurpenningen voor. Als je
daarop ingrijpt, grijp je in op het eigendomsrecht. Dat is een
grondrecht. Grondrechten zijn nooit absoluut. Soms is dat toe te staan,
maar dan moet je je in ieder geval buigen over voorzienbaarheid, een
fair balance, het doel dat je wilt bereiken en of dat effectief is. Zo
is er een aantal afwegingen dat bij ingrepen in grondrechten gemaakt
moet worden.
Voorzitter. Het is niet zo — daar sprak de heer Boswijk over — dat jouw
particuliere politieke mening over dat doel op zichzelf een
rechtvaardiging is voor de ingreep en een rechtvaardiging is voor het
afzien van die compensatie. Ik heb geluisterd naar hoe de heer De Hoop
dat betoog opbouwde. Als je naar dit wetsvoorstel kijkt, is dit niet
voldoende. Je grijpt in in de middenhuur en in de vrije sector. Dat is
een reden waarom ik dit wetsvoorstel moet ontraden. Het zou ook
bijzonder zijn dat net de toevallige meerderheid in een Kamer bepaalt
wanneer ingrijpen in grondrechten gerechtvaardigd is. Dat is gelukkig
breder geregeld.
De heer Boswijk (CDA):
Allereerst sluit ik me volledig aan bij de woorden van de minister over
het werk dat de initiatiefnemer heeft gedaan en dat het jammer is dat ik
de enige interruptie heb gepleegd; dat was wel een goede overigens.
Minister Keijzer:
Die was fantastisch.
De heer Boswijk (CDA):
Precies, en er komt nog een fantastische. De minister zei net iets over
de juridische toets. Ik heb daar inderdaad in mijn inbreng vragen over
gesteld, want ik heb ook mijn twijfels of het voldoende is wat de
initiatiefnemer heeft neergelegd. Maar in het verlengde daarvan heb ik
de vraag gesteld. De coalitiepartijen hebben een soortgelijk voorstel
neergelegd, met een andere dekking en twee jaar in plaats van één jaar.
Als ik de zorg van de minister hoor, ben ik benieuwd of die juridische
toets ook is gemaakt naar aanleiding van de afspraken die de
coalitiepartijen hebben gemaakt vooruitlopend op het traject met de Raad
van State.
Minister Keijzer:
Nu gaat het toch door elkaar heen lopen. Ik vind het netjes om eerst
mijn oordeel over het initiatiefwetsvoorstel af te ronden. Ik kom daar
uiteraard op terug. Dit is een debat dat over een initiatiefwetsvoorstel
gaat. Ik vind het dan netjes om het over dat initiatiefwetsvoorstel te
hebben. Ik ben niet gek en snap dat u het over de Voorjaarsnota wilt
hebben. Ik ga daar direct ook antwoord op geven. Maar we staan hier
omdat er een initiatiefwetsvoorstel van De Hoop ligt. Ere wie ere
toekomt.
Voorzitter. De dekking die vervolgens wordt gegeven — het compenseren
van woningcorporaties via de vennootschapsbelasting — wordt ook nog best
wel een tour de force. Dank voor het vertrouwen van de heer De Hoop in
mijn activiteiten, maar je zult wel langs de Europese Commissie moeten.
Ik heb al in meerdere debatten met u gedeeld dat het afschaffen van
vennootschapsbelasting voor corporaties niet alleen iets doet met de
rijksbegroting, maar dat je ook zult moeten beargumenteren waarom je dat
alleen voor woningcorporaties doet. Woningcorporaties zijn niet de enige
investeerders in de woningmarkt. Veel meer organisaties doen dat, en
trouwens ook particuliere investeerders. Als je die
vennootschapsbelasting afschaft, want dat is uiteindelijk de dekking die
in de nota van wijziging zit, heeft dat tot gevolg dat op de
rijksbegroting gederfde inkomsten komen te staan.
Dan komt het ook aan op de dekking van de afschaffing van de
vennootschapsbelasting. Ik heb grote bezwaren tegen die dekking. Die
dekking wordt immers geregeld via een lastenverzwaring voor het
bedrijfsleven, die niet is afgesproken in het hoofdlijnenakkoord of in
de Voorjaarsnota. De verlaging van de aftrekbare rente van 24,5% naar
10% — dat is de dekking — is nu eenmaal een lastenverzwaring voor het
bedrijfsleven. En we hebben al een probleem in dit land met het
vestigingsklimaat, als je de berichten uit het bedrijfsleven hoort. Dus
om zomaar te zeggen dat er daar nog wel een onsje af kan, is in ieder
geval niet de lijn van dit kabinet. We moeten daar heel zorgvuldig in
zijn en altijd goed kijken wanneer we zoiets doen. Deze lastenverzwaring
staat in ieder geval haaks op het hoofdlijnenakkoord. De generieke
renteaftrekbeperking is heel recent verhoogd van 20% naar 24,5%.
Voorzitter. Er zijn allerlei bedragen voorbijgekomen: 5 miljard, 10
miljard, 20 miljard, 45 miljard. Het probleem bij dit soort cijfers is
dat je die naar eigen inzicht kunt presenteren. Ze zijn niet fout, maar
vertellen soms niet het hele verhaal. Ik wil dus graag nog uiteenzetten
hoe we uiteindelijk aan de cijfers komen.
Dan ga ik over tot het behandelen van hetgeen ik zou willen zeggen over
de Voorjaarsnota, want volgens mij heb ik hiermee de opmerkingen over
het wetsvoorstel gemaakt. Ik moet dit wetsvoorstel echt ontraden vanwege
de reden zoals net aangegeven. Je bevoordeelt een heleboel huurders,
maar je benadeelt een heleboel verhuurders, overigens zonder dat je een
groot gedeelte van die verhuurders compenseert. Dat is de reden om dit
wetsvoorstel te ontraden.
Dan de Voorjaarsnota. Er is een huurbevriezing afgesproken voor de
sociale huur voor twee jaar, zoals u allemaal hebt kunnen lezen in de
stukken. Daarbij is slechts zeer beperkt compensatie afgesproken. Dat is
waar. Dit zet de investeringscapaciteit van woningcorporaties onder
druk. Als je kijkt hoe dat dan uiteindelijk optelt, zie je dat de
corporaties door het bevriezen van de huren voor twee jaar in 2026 zo'n
€1,1 miljard aan huurinkomsten mislopen. Dit telt uiteraard in de jaren
op. Uiteindelijk telt het in 2030 op naar €1,9 miljard.
Met deze huurinkomsten kunnen corporaties leningen afsluiten om te
investeren; zo werkt dat. Als je kijkt naar 2027, zie je dat corporaties
met elke maandelijks gemiste euro aan huurinkomsten circa €32 minder
lenen. Dat is waar je het de facto over hebt. In dit geval betekent de
huurbevriezing dat corporaties ongeveer €35 miljard van de met elkaar
afgesproken opgave in de Nationale Prestatieafspraken niet kunnen
financieren. Die opgave is €110 miljard tot en met 2034.
De corporaties hadden dus een tekort van €5 miljard en dat gaat
uiteindelijk naar €35 miljard. Maar dat betekent ook — dat heb ik niet
teruggehoord in het debat vandaag — dat €75 miljard aan investeringen
dus wél kan worden gedaan. Ik zal zeker nog zeggen hoe ik daarnaar kijk,
maar we moeten dit debat echt feitelijk en zakelijk met elkaar voeren.
Het laat zich namelijk moeilijk raden hoe dit precies doorwerkt in de
voorgenomen nieuwbouw en verduurzaming, omdat elke corporatie die te
weinig middelen heeft nu een eigen afweging gaat maken over wat wel en
niet door kan gaan. Het is ook niet zo dat dat morgen meteen stopt. Er
staan bouwplannen op het punt te beginnen en er zijn ook bouwplannen die
al begonnen zijn. Er zijn soms al afspraken gemaakt en contracten
getekend. Die gaan door, maar op een gegeven moment gaat die afweging
natuurlijk wel gemaakt worden.
In de Nationale Prestatieafspraken hebben we afspraken gemaakt over 70
miljard aan nieuwbouw en 30 miljard aan verduurzaming. Dat telt op tot
100 miljard. Wat is die 10 miljard die dan nog overblijft? Dat zijn
leefbaarheid en parkeerplekken, dat soort dingen. Dit zijn macrocijfers
en het verschilt echt per coöperatie, maar voor de rekensom van
vanavond: als we ervan uitgaan dat nieuwbouw en verduurzaming evenredig
geraakt worden en die 70 miljard voor nieuwbouw en die 30 miljard voor
verduurzaming in de Nationale Prestatieafspraken pondspondsgewijs over
de toekomst worden uitgesmeerd, dan zullen er 365.000 woningen niet
verduurzaamd worden in de periode tot en met 2034. En in die periode
zullen zonder compensatie ook 85.000 woningen niet gebouwd kunnen
worden.
Voorzitter. Ik vond het een onaangename interruptie, maar dat wil dus
niet zeggen dat Aedes onwaarheden spreekt. Dat hoort u mij helemaal niet
zeggen en ik vind ook dat we hier niet op zo'n manier over moeten
spreken. Het is namelijk maar net hoe je rekent, welke tijdsspanne je
hebt en waar het neerslaat.
Voorzitter. Minder nieuwbouw van woningen is slecht nieuws voor de
woningzoekenden. Ik heb daar ook meteen eerlijk op gereageerd. Je hebt
aan de ene kant het belang van de zittende huurder; de vier
fractievoorzitters hebben met elkaar besloten dat daarop de nadruk ligt.
Maar aan de andere kant heb je de woningzoekenden, die in mijn deel van
Nederland soms twaalf jaar op de wachtlijst staan. Dat is de afweging
die je te maken hebt en die moet ik bij elkaar gaan brengen.
Maar er zit nog iets in. Die zittende huurder, die nu een lagere huur
krijgt, zit soms ook in een slecht geïsoleerde woning. Overigens is die
lagere huur veel beperkter dan je op het eerste gezicht zou zeggen, want
de huurtoeslag daalt. Als die woningen niet verduurzaamd worden, heeft
dat ook effect. Dat is iets wat hier ook nog bij betrokken wordt.
Voorzitter. Hoe kijk ik hiernaar? Het is voor mij een feit. Dus u kunt
met elkaar al die vijf interrupties die u nog overheeft, hieraan
besteden. Ik heb in december andere afspraken gemaakt. Punt! Maar ik heb
ook te maken met meerderheden in de Kamer. Altijd. En het budgetrecht
ligt bij uw Kamer. Dus als er op een gegeven moment andere afspraken
gemaakt worden, dan is dat ook een feit. En wat ik ga doen, is hier, met
deze cijfers en met de werkelijkheid in de corporatiewereld, het gesprek
over aangaan. Zien we dezelfde cijfers? En zo nee, waarom dan niet?
Vervolgens gaan we kijken wat de consequenties daarvan zijn.
De compensatie die in de Voorjaarsnota zit, telt niet op tot de bedragen
die ik noemde. Dus dat geef ik u ook gelijk mee. Maar ik ga wel het
gesprek daarover aan, omdat ik vind dat dat hoort bij mijn functie en
omdat wij hier uiteindelijk allemaal met elkaar delen dat het belangrijk
is dat ook die sociale huurwoningen gebouwd gaan worden. Iedereen die
voor dit wetsvoorstel wil gaan stemmen, moet zich ook realiseren dat er
geen compensatie in zit voor de middenhuur. En daar zul je je
uiteindelijk ook in moeten verdiepen, want in dit land hebben wij niet
alleen een tekort aan sociale huur, maar ook een gigantisch tekort aan
middenhuurwoningen.
Tot slot, voorzitter. Overal in Nederland worden er locaties ontwikkeld.
Af en toe, als je de krant leest of debatten volgt, denk je dat dat niet
zo is. Maar overal in Nederland wordt er gebouwd. Achter de ontwikkeling
van die locaties zit een combinatie van onderhandelingen en rekensommen.
We gaan na het meireces, als dat de Kamer behaagt, de Wet regie met
elkaar behandelen. Daar zitten combinaties in van sociale huur,
middenhuur, middenkoop en dure koop. Dit wetsvoorstel en het besluit dat
in de Voorjaarsnota is genomen, hebben wel consequenties voor die
rekensommen. Dat is ook waarom ik zo gemotiveerd ben om heel snel
duidelijkheid te krijgen over de consequenties van de Voorjaarsnota. Hoe
ziet de compensatie eruit? Is dat genoeg en, zo nee, tot welk bedrag dan
niet? Ik wil zo snel als mogelijk die duidelijkheid verschaffen, om de
vertraging zo klein mogelijk te houden.
De voorzitter:
Een uitgebreide toelichting.
Minister Keijzer:
Dit was mijn inleiding. Hiermee heb ik meteen een heleboel vragen van de
Kamer beantwoord. Ik heb hier nog een aantal mapjes, maar ik denk dat
dat gewoon vanzelf gaat.
De voorzitter:
Dat vermoeden heb ik ook, maar er zit wel een limiet op de interrupties.
De eerste is van de heer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik moet zeggen dat de minister al vrouwmoedig heeft geïnternaliseerd en
toegelicht wat de feiten zijn. Want dit zijn de feiten. Ik denk dat de
minister daar gelijk in heeft. En of het nou 35 miljard of 47,5 miljard
is; het is hoe dan ook een gat van tientallen miljarden in de
investeringscapaciteit, dat je linksom of rechtsom moet toedelen. Maar
toch. De minister is politiek bestuurder. Wij zijn
volksvertegenwoordigers. We zijn niet van suiker, maar ik neem aan dat
de minister hier toch op z'n minst even heeft geknarsetand. Er lag
namelijk een hoofdlijnenakkoord, dat heel uitgebreid is uitonderhandeld.
Daarin stonden hele duidelijke afspraken, zowel over de
woningbouwdoelstellingen als over de eis dat het allemaal op een
bepaalde manier betaalbaar moet blijven. Daar is het akkoord Nationale
Prestatieafspraken 2025-2035 op gebaseerd. Er is een Woontop. En dan
wordt er overnight, in één keer, een streep doorheen gezet. Ik ben toch
wel benieuwd. De minister zegt: "Dit is een feit. Dat accepteer ik; daar
heb ik mee te dealen." Maar ik kan me voorstellen dat zij ook denkt:
"Als politiek bestuurder sta ik voor betrouwbaar bestuur. Een verhaal,
een verhaal en een woord, een woord; ik kan dat woord niet houden."
Minister Keijzer:
Toch even … Je hebt investeringscapaciteit. Dat gaat over die €1 huur en
€32 kunnen lenen; dat is de investeringscapaciteit. Ik heb het over
opgaven. Een opgave verschilt per corporatie, al naargelang financiële
positie, grondposities, bezit enzovoort enzovoort.
Dan over mijn gemoedstoestand, want dat is waar de heer Grinwis naar
vaagt. Wat heeft u eraan als wij hier met elkaar … Dan moet er trouwens
ook een bank komen. Daar moet je dan op gaan liggen, heb ik weleens
gezien in films en series. Wat heeft u daaraan? Wat heeft u daaraan? Ik
heb getekend, en ik voer dat uit. Ik ben daar altijd precies in. Als ik
ja zeg, dan doe ik ja. Maar ik opereer in een politieke omgeving, met
een Tweede Kamer en een Eerste Kamer, waar meerderheden kunnen wijzigen.
Dat is de werkelijkheid waar je mee te doen hebt.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dat klopt. Dat weten we ook allemaal wel. Tegelijkertijd opereert de
minister niet alleen in een politiek-bestuurlijke omgeving, maar ook in
een maatschappelijk-bestuurlijke omgeving, met corporaties en bedrijven
die uitgegaan zijn van een meerjarig afsprakenkader, met de Nationale
Prestatieafspraken, waar nota bene 2035 aan gekoppeld was. Dat is ver
vooruit. Daar kun je op plannen. Daar moet je ook op kunnen rekenen. De
Woontop had grote repercussies, niet alleen voor morgen of overmorgen,
maar ook voor over tien jaar. Dit doet wel wat met de betrouwbaarheid
van de overheid. Wat is dan de inzet van de minister als het gaat over
het zo veel mogelijk overeind houden van de doelen van de Nationale
Prestatieafspraken en de Woontop, en daarmee dus ook over het herstellen
van het vertrouwen bij al die partners? Want het vertrouwen is bij al
die partners geschaad, hoe je het ook wendt of keert. Dat zijn geen
politici. Die zijn niet gewend aan deze politieke omgeving, maar hebben
wel te dealen met een overheid die in één keer geen betrouwbare partner
blijkt, maar een flipperkast.
Minister Keijzer:
De meeste corporaties — volgens mij geldt dat zelfs voor alle
corporaties — hebben elke dag te maken met politiek. Het is dus niet zo
dat die onder een steen vandaan zijn gekomen. Laten we die dus geen
onrecht aandoen. Ik sta voor mijn handtekening en mijn woord, maar ik
kan overruled worden door een meerderheid in de Tweede Kamer. Zo simpel
is het. Dan heb je altijd twee opties: je voert het uit of je gaat wat
anders doen. Met dat laatste schiet helemaal niemand wat op, want dan
komt de volgende die te maken heeft met een meerderheid in de Tweede
Kamer. Ik ben wel van de afdeling volhouden, heel erg lang.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Nog even over die cijfers. Ik had een motie voorbereid — die heb ik ook
aangekondigd — om onafhankelijk de impact te laten onderzoeken.
Eigenlijk geeft de minister hier al een groot deel van de impact op de
opgave weer. Is zij bereid — dat scheelt dan weer een motie — om over de
gevolgen, de impact, van de Voorjaarsnota-afspraken een brief naar de
Kamer te sturen? Is zij misschien bereid om onafhankelijke deskundigen …
Die zijn volgens mij ook betrokken. Denk aan Ortec en die club die de
woningaantallen altijd inschat; hoe heet die ook alweer?
Minister Keijzer:
EIB?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Nee, die andere.
Minister Keijzer:
Ook niet.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
ABF! Dank, collega De Groot!
Minister Keijzer:
Er zijn te veel afkortingen.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Maar ik bedoel dat u dat soort partijen mee laat kijken, zodat we
onafhankelijk in beeld krijgen wat de gevolgen zijn van de afspraken van
de Voorjaarsnota, zowel voor de opgave als voor de
investeringscapaciteit als voor gemengde projecten. Daar hoor ik
namelijk ook zorgen over. Een sociale huurwoning die niet gebouwd wordt,
kan ook consequenties hebben voor een middenhuurwoning die dan niet
gebouwd wordt of een duurdere woning die gekoppeld was in zo'n bedacht
project.
Minister Keijzer:
Ik denk dat de heer Grinwis naar de bekende weg vraagt. De Voorjaarsnota
is naar de Raad van State. Daar komt een advies op terug. Voor de
uitvoering van deze afspraken moet ik voor 1 juli alles in kannen en
kruiken hebben, inclusief een ministeriële regeling. Ik ga hier met alle
knappe koppen op mijn ministerie en alle knappe koppen bij de
corporaties in duiken. Ik kom zo snel als mogelijk — het is inmiddels
bijna eind april — met een ministeriële regeling, waar een aantal keuzes
in zitten. Ik moet ook bekijken wat dit betekent voor de dekking. Dat
gaat dan waarschijnlijk onderdeel uitmaken van de
augustusbesluitvorming. Maar ik kan daar niet op vooruitlopen. Ik heb
gewoon de tijd niet. Willen wij met elkaar iets doen aan de
huurbevriezing — die opdracht ligt er — dan moet ik dat voor 1 juli
doen.
De voorzitter:
Uw vierde interruptie, meneer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ja, voorzitter. Dat is de laatste in dit rondje, denk ik, maar dat zien
we nog even; dat is afhankelijk van het antwoord. Ik ga ervan uit dat de
minister alles op alles zet om zo goed mogelijk objectieve informatie te
krijgen over de gevolgen. Daar ga ik maar even van uit. Net hadden we
een beetje een welles-nietesdiscussie met een collega: de EIB zegt dit
en die zegt dat. Ik wil eigenlijk voorbij dit soort
welles-nietesdiscussies. Ik bedoel dat we gewoon hard en zwart-op-wit
hebben: dit zijn de feiten. Daar kunnen andere partijen zich dan bij
aansluiten.
Dan mijn laatste vraag. Toen we de Voorjaarsnota kregen, en ook in het
debat net, was er onhelderheid over de reikwijdte van de afspraken. Voor
welke huurders wordt de huur nou bevroren? Zijn dat alleen de huurders
die wonen in een woning van een woningcorporatie, waarvan bijna 2
miljoen sociaal worden verhuurd? Of geldt het ook voor woningen die door
private verhuurders sociaal worden verhuurd? Dat waren er ongeveer
502.000 in 2024. Is het dus ook voor die 500.000 huizen en de huurders
die daarin wonen, of alleen voor de 2 miljoen van de woningcorporaties?
Wat betekent de huurbevriezingsafspraak voor hen?
De voorzitter:
De minister was nog maar bij haar inleiding. Er zijn blokjes. Ik denk
dat die vragen nog beantwoord worden, maar de heer Grinwis heeft zijn
interruptie er al aan besteed. Ik geef de minister dus de kans.
Minister Keijzer:
Hij is er nu doorheen hè, voorzitter.
De voorzitter:
Nee, hij heeft er nog twee.
Minister Keijzer:
O!
De voorzitter:
Maar hij gaat hard.
Minister Keijzer:
In het wetsvoorstel van de heer De Hoop kan die inkomensafhankelijke
verhoging niet. Die is onmogelijk gemaakt. Ik moet daar uiteindelijk een
keuze in maken, waarbij alles wat ik in die regeling stop op deze korte
termijn ingewikkeld is. De vraag voor welke groepen dit gaat gelden,
moet ook daarin beslecht worden omdat dat ook weer te maken heeft met de
compensatie.
De heer Vijlbrief (D66):
De minister en ik hebben samen in een kabinet gezeten. Daar had ze twee
kenmerken. Ze was uitermate helder. De analyse die ze net maakte over de
cijfers was uitermate helder. En ze was ook heel dapper in dat kabinet.
Ik ga het maar niet over hebben waar dat allemaal over ging, maar het
was dapper.
De voorzitter:
O, jammer.
De heer Vijlbrief (D66):
Dat wil ik in dit geval ook aan haar vragen. De positie van de minister
voor die nacht, de nacht van de bevroren huren zullen we het maar even
noemen, was glashelder. Zij was tegen huurbevriezing en haar argument
daarvoor was vooral de investeringscapaciteit en "de corporaties moeten
overeind blijven". Eigenlijk is er die nacht het omgekeerde gebeurd. Er
is een compensatie bij gekomen. Mijn vraag aan de minister is: gaat zij
die dapperheid inzetten om een hogere compensatie te krijgen? Of gaat
zij nu proberen via allerlei wegen toch het investeringsvolume overeind
te houden? Dat bleef namelijk net in het debat een beetje hangen tussen
verschillende coalitiepartijen. Met andere woorden, is dat
compensatiebedrag nou vast of ziet de minister mogelijkheden om daar wat
aan te doen? Dat is een belangrijke politieke vraag.
Minister Keijzer:
Zeker, maar daar heb ik in het begin van gezegd wat ik ervan gezegd heb.
Ik ga beginnen met: wat zijn de consequenties macro? Is er al
duidelijkheid te krijgen over wat dat micro betekent? Zo noem ik het
maar even. Als ik dat allemaal de komende tijd helder krijg, dan wordt
op een gegeven moment duidelijk hoe die compensatie eruitziet. Dan weet
ik hoe het zit. Als het boven die 1 miljard uitgaat — dat is best voor
te stellen — dan moet ik uiteindelijk langs de minister van Financiën. U
krijgt nu een procesantwoord van mij, maar meer kan ik ook niet doen op
dit moment.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik vind het niet zo erg dat ik een procesantwoord krijg, want het is een
proces. Het is dus helemaal niet raar wat de minister zegt. Alleen meen
ik dat zij in interviews in de krant heeft gezegd: daar moet ik met de
vier fractieleiders over praten. Dat is wat ze zei. Ze bevestigt dat nu
ook door te knikken.
Minister Keijzer:
Nee, nee, ik bevestig dat niet. Ik bevestig dat het in de krant heeft
gestaan. Ik wil direct uitleggen wat daar gebeurd is.
De heer Vijlbrief (D66):
Graag, dat is mijn vraag. Mijn vraag is: bij wie gaat ze nou langs?
Eerst waren het de fractieleiders en nu is het de minister van
Financiën. Dat is mijn vraag.
Minister Keijzer:
Ik heb dat ook gelezen in de krant. Het is een beetje een
spraakverwarring geworden. Ik ben vrijdagochtend bij het Catshuis
bevraagd over de Voorjaarsnota; de heer Vijlbrief weet hoe dat gaat. In
de Voorjaarsnota was ook opgenomen de aanpassing in de Wet betaalbare
huur. Op dat moment was mij dat niet duidelijk: wel dat daar afspraken
over gemaakt waren, maar niet precies over welke onderwerpen. Dat moet
ik uiteraard ophalen bij de fractievoorzitters, dus daar komt die quote
vandaan.
De heer Vijlbrief (D66):
Dan concludeer ik na dit korte debatje dat de minister zegt: ik moet de
som gaan maken, ik moet precies kijken wat er aan de hand is en dan
sluit ik niet uit dat ik meer geld nodig heb voor compensatie. Want dat
hoorde ik haar net zeggen: en dan moet ik bij de minister van Financiën
langs. Is dat wat we kunnen verwachten de komende week, maand?
Minister Keijzer:
Ik sluit helemaal nooit iets uit, dus ook dat sluit ik niet uit. Maar ik
ga dit wel op een zorgvuldige, ordentelijke manier doen in gesprek met
de corporaties, want die zijn mijn gesprekspartner in dezen. Alles wat
ik doe landt uiteindelijk in brieven en in dit geval in een ministeriële
regeling. Daar heb ik, zoals voor alles in het leven van een
bewindspersoon, meerderheden voor nodig. Het werkt wel zo dat als je
onderdeel bent van een coalitie, je uiteraard altijd in eerste instantie
in gesprek bent met de dragende partijen van die coalitie.
De heer Vijlbrief (D66):
Ten slotte dan, voorzitter. Het werkt in een coalitie volgens mij ook zo
dat je als je een afspraak maakt over een beleidsterrein van iemand,
even belt met degene over wie het gaat. Blijkbaar in deze coalitie niet.
Tenminste, ik heb dat niet gehoord. Dat verbaast me zeer. En ik vind het
dus niet anders dan logisch dat de minister ofwel de consequentie trekt
dat ze het niet kan dragen ofwel, als zij zegt "ik hou gewoon vol", die
consequenties op papier zet — dat is dan echt logisch — en dat wij op
een gegeven moment als Kamer dat ook horen, want dat wil ik dan wel
weten. Ze zei net ook dat ze dat gaat doen, maar het is me iets te
makkelijk om te zeggen: ik ben een speelbal van de Kamer. U heeft zelf
een portefeuille. Dat zei u net zelf. En u had een opvatting hierover. U
was hier namelijk echt tegen. Ik kan het stukje uit het debat nog wel
herhalen, maar dat weet de minister ook. Ze was hier echt tegen. Slechte
maatregel, zei ze.
Minister Keijzer:
Dat is nog steeds zo, maar dat wil niet zeggen dat ik niet ook een
democraat ben en op een gegeven moment te maken heb met een meerderheid
in de Kamer. Dat gebeurt wel vaker. Dus weet u … "Democraten 66" was het
geloof ik. Dus de heer Vijlbrief weet wat dat is, democratie. Je hebt
gewoon op een gegeven moment te maken met de meerderheid in een Kamer en
daar heb je je toe te verhouden. Dat is wat ik hier doe. Ik sta wat dat
betreft voor mijn taak. Ik word uiteindelijk met zo'n besluit
geconfronteerd en ga vervolgens aan het werk. Dat is wat ik nu aan het
doen ben.
De voorzitter:
Uw vijfde?
De heer Vijlbrief (D66):
Dit is gewoon uitlokking. Ik ga daar toch nog wat op terugzeggen. Ja,
natuurlijk luistert u naar de Kamer. Maar iemand die als minister een
portefeuille heeft, heeft ook een eigen verantwoordelijkheid. En de
eigen verantwoordelijkheid is dat u ook een opvatting heeft over de
huisvesting. Die kennen we en er is lijnrecht daartegenin gehandeld door
onder anderen uw eigen fractieleider in de Kamer. Dat is gewoon een
feit. Dus wegdraaien en zeggen: ja, democratisch en dan moet ik naar de
Kamer luisteren? Nou, nee. U had ook gewoon kunnen zeggen tegen uw
fractieleider of tegen de coalitieleiders: dit is een heel onverstandige
maatregel. Dat is allemaal niet gebeurd blijkbaar.
Minister Keijzer:
De heer Vijlbrief weet ook — iedereen die hier langer rondloopt en
onderdeel is geweest van een coalitie weet dat — dat je niet eens even
uitgebreid gaat vertellen over hoe al die gesprekken hebben
plaatsgevonden en wat wel en niet gedeeld is. Dat ga ik ook niet doen.
En het is ook niet zo dat ik zeg: "O, oké. Dit is de Voorjaarsnota. Nou,
uitvoeren en door." Integendeel. Ik ben meteen bezig gegaan: hoe zit
dit, wat betekent dit, hoe pakt dit uit? Gesprekken met corporaties. Ik
heb diezelfde woensdagavond al contact gehad met de voorzitter van
Aedes. Die spreek ik van de week weer. Ik ben morgen op werkbezoek bij
de G40. Daar zal het hier ook over gaan. Daar krijg ik te horen hoe daar
hiernaar gekeken wordt, wat de consequenties daar zijn. Dat is wat je
doet als je verantwoordelijk bent als minister, maar het is ook zo dat
je op een gegeven moment te maken hebt met een meerderheidsbesluit. Dat
is dit en daar ga je mee aan het werk.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
De minister heeft helaas de wet ontraden. Dat vind ik jammer, maar so be
it. Een van de argumenten was: onvolledige compensatie. Dan ben ik
benieuwd of de minister vorige week eenzelfde signaal heeft afgegeven,
in die beruchte nacht, richting haar eigen partij of die andere drie
partijen. Heeft zij gezegd: luister eens jongens, dit heeft onvolledige
compensatie en jullie overzien niet de gevolgen die het heeft?
Minister Keijzer:
Ik ga geen mededelingen doen over gesprekken die ik wel of niet heb.
Maar ik vind het wel bijzonder dat de heer Stultiens deze vraag aan mij
stelt, terwijl hij een wetsvoorstel verdedigt waarin op geen enkele
manier de particuliere verhuurders, de institutionele verhuurders van
middenhuur en de vrijesectorhuur gecompenseerd, worden.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dank voor de vraag terug van de minister. Een concreet verschil is
bijvoorbeeld dat GroenLinks-PvdA dus wel vindt dat die woningcorporaties
structureel gecompenseerd moeten worden. Dan verbaast het mij dat de
minister niet eens wil zeggen of ze gewaarschuwd heeft. Nou, ik weet
niet wat dat betekent, wel of niet, maar de vraag blijft nu wat dan haar
oproep is aan die vier partijen. Moet er nog geld bij of worden het
alleen maar stevige gesprekken met de corporaties? Ik ben, net als al
die mensen die luisteren, gewoon oprecht benieuwd of de minister vanuit
haar verantwoordelijkheid als minister nog gaat proberen om die
woningbouwcorporaties te redden.
Minister Keijzer:
Ik ga niet in op gesprekken die ik heb met fractievoorzitters. Ik spreek
met meerdere Kamerleden. Het zou toch mooi zijn als ik hier elke keer
moet vertellen met wie ik waarover gesproken heb. Dus dat ga ik ook
gewoon niet doen.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Los van de vraag wie wie gesproken heeft, is de uitkomst dat er in ieder
geval niet geluisterd is naar adviezen, want er worden hier slechte
plannen doorgevoerd. Dus dan blijft mijn vraag staan: hoe gaat de
minister proberen om deze vier partijen nog een beetje verstand bij te
brengen om ervoor te zorgen dat er wel genoeg geld komt voor die
woningbouwcorporaties? Ik zie namelijk partijen trots zeggen: er komt
nog steeds 75 miljard. Maar dat is 35 miljard minder. Dat lijkt mij een
vrij fors bedrag. Dus hoe gaat de minister ervoor zorgen dat die
partijen terugkomen op het slechte plan en gaan zorgen voor betere
compensatie voor die woningbouwcorporaties?
Minister Keijzer:
Er ligt nu een jij-bak op het puntje van mijn tong. Dat moet je nooit
doen. Ik heb net uitgebreid uiteengezet wat ik ga doen met het besluit
van de fractievoorzitters en welk proces ik daarin ga doorlopen. Ik kom
uiteindelijk terug bij uw Kamer met een ministeriële regeling. Daarin
zal ik duidelijkheid verschaffen over hoe hiermee verder te gaan.
De voorzitter:
Meneer Stultiens, dit is uw vierde.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Ik ga één specifiek verzoek doen met betrekking tot de compensatie. De
minister gaf over de vpb voor woningbouwcorporaties aan dat het nog
pittig gaat worden om dat in Brussel te fiksen. De heer De Hoop zei dat
hij veel vertrouwen heeft in deze minister. Is de minister bereid om
serieus als optie te overwegen om als deel van de compensatie te kijken
naar de vpb-plicht voor woningbouwcorporaties?
Minister Keijzer:
De heer Stultiens bedoelt in relatie tot de Voorjaarsnota? Ik ga overal
naar kijken. Ik sluit niks uit. Dat heb ik ook al eerder gezegd. Maar
daarvoor geldt ook dat je altijd dekking moet zoeken. Pvda-GroenLinks
legt dat als altijd bij het bedrijfsleven neer, terwijl we dat gewoon
heel hard nodig hebben voor onze economie en voor de werkgelegenheid.
Dus ik ben daar veel terughoudender in dan de fractie van
PvdA-GroenLinks.
De voorzitter:
Het is: de fractie van GroenLinks-PvdA.
Minister Keijzer:
O, excuses, voorzitter. Is het niet PvdA-GroenLinks?
De voorzitter:
Nee, het is gewoon alfabetisch. De g komt voor de p.
Minister Keijzer:
O, alfabetisch.
De voorzitter:
Het is heel simpel.
De heer Boswijk (CDA):
In de inleiding herkende ik weer veel van minister Keijzer. Het is een
herkenbare analyse. We moeten met de grote opgave die we hebben een
betrouwbare overheid zijn. Maar tegelijkertijd hoor ik de minister ook
wel erkennen dat als je een paar maanden geleden afspraken maakt en
daarvan nu een deel door shredder gaat, dat niet helpt. Ik hoor de
minister ook zeggen dat het vooral gemixte plannen zijn. Het is dus
sociaal, midden en koop door elkaar heen. Nou, deze plannen van de
coalitie hebben vooral impact op sociaal, maar in potentie ook op midden
en nieuwbouw. Ik ben dus heel benieuwd. Ik zou het pleidooi van collega
Grinwis om het neutraal te analyseren, echt willen omarmen.
De minister zegt ook terecht: je kiest voor de zittende huurder of voor
de toekomstige huurder. Maar ik denk dat er ook wel een middenweg is.
Tot zover kan ik de minister volgen. Ik ken minister Keijzer als iemand
die autonoom opereert en zelfs moedig is. Helaas zag ik dat zojuist
niet. Ik hoor de minister zeggen: "Er zijn twee opties. Eén optie is dat
ik het teruggeef en de andere optie is dat ik gewoon uitvoer wat deze
coalitie doet." Ik denk dat er ook een derde optie is. We hebben een
bewindspersoon, namelijk Coenradie, die heel duidelijk en heel vocaal is
geweest. Die heeft gezegd: oké, jullie willen harder straffen, maar wat
jullie willen gaat niet, want ik heb te weinig cellen. Waarom hebben we
dit bij minister Keijzer niet gezien? Het feit dat deze coalitiepartijen
niet eens weten of particuliere verhuur eronder valt … Dat is niet echt
een detailtje, hè? Dan had deze minister toch ook moeten zeggen:
"Jongens, én ik ben onbetrouwbaar, én je helpt daarmee ook de middenhuur
om zeep, én jullie weten niet eens of de particuliere huur erbij zit"?
De minister had al die losse eindjes toch niet moeten accepteren?
Minister Keijzer:
Maar het klopt niet wat de heer Boswijk zegt. Ik heb niet gezegd: ik
voer gewoon uit. Ik ga met hetgeen dat in de Voorjaarsnota is opgenomen
aan het werk door gewoon te bekijken wat dit betekent, wat de
consequenties zijn en hoe je daarmee omgaat. Dat is wat ik aan het doen
ben. Het is ook niet zo dat het alleen de zittende huurder tegenover
woningzoekenden, toekomstige huurders, is. Ook de zittende huurder heeft
als hij in een slecht geïsoleerde woning zit, te maken met minder
verduurzamingsmaatregelen, als je pondspondsgewijs op deze manier
rekent. Ik zeg het er nog maar weer een keer bij. Ik ga dit de komende
tijd in beeld brengen en vervolgens kom ik bij u terug. Gewoon uitvoeren
is: een regeling sturen, hup naar de Kamer toe, goeiemiddag. Nou, zo zit
ik niet in mekaar. Ik voel mij verantwoordelijk voor mijn portefeuille,
dus ik ben aan het werk om het uit te zoeken — precies wat ik al een
aantal keren heb herhaald.
De heer Boswijk (CDA):
Maar de kans is natuurlijk levensgroot, 99,9%, dat de minister
uiteindelijk tot de conclusie komt die heel veel partijen hier trekken,
namelijk dat het onnauwkeurig is, onbetrouwbaar is en het deze minister
niet helpt om de gigantische woningopgave te vervullen. Dus wat gaat de
minister uiteindelijk doen als zo meteen blijkt dat die desastreuze
afspraken niet uitvoerbaar zijn en averechts werken? Kunnen we
verwachten dat deze minister dan zegt: jongens, ik ga dit gewoon niet
uitvoeren; geef mij meer financiële ruimte, of ik ben weg?
Minister Keijzer:
Ik ga hier niet op vooruitlopen. Want ik ben bezig met een zorgvuldig
proces, wat ik al een aantal keren gezegd heb. En gezien het tijdstip
... Als het nu 's middags vier uur was zou ik het nog tien keer
herhalen, maar het is bijna één uur 's nachts.
De voorzitter:
Ja, mevrouw Beckerman. Het is bijna één uur 's nachts. Dat klopt. U
heeft er nog twee.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dank aan de minister voor haar inleiding. Ik vond het helder dat de
minister zei: goed, de huurbevriezing is nu een feit. Maar wat ik lastig
daaraan vind, is dat gedurende dit debat bleek dat daar voor ongeveer
20% van de sociale huurders, dat is het deel van de sociale huurders dat
niet huurt bij een corporatie maar bij een private verhuurder, nog
onzekerheid over is. Kan de minister niet zeggen dat het ook voor hén
een feit is? Want zo staat het, letterlijk, ook in de suppletoire
begroting die we vandaag gekregen hebben: huurbevriezing voor sociale
huurders. En dat zijn zij.
Minister Keijzer:
Maar de compensatie ziet op investeringen in de sociale huur. Daar moet
ik een middenweg in vinden. Nee, niet met een middenweg: daarin moet ik
komen met een ministeriële regeling. Mevrouw Beckerman kan deze vraag
ook nu nog drie keer stellen, maar ik kom hierop terug in de
ministeriële regeling die naar uw Kamer komt.
Mevrouw Beckerman (SP):
Maar dit gaat niet over een vraag drie keer stellen. Wij hebben vrijdag
stukken gekregen, we hebben vandaag de suppletoire begroting gekregen,
en daarin staat: huurbevriezing voor sociale huurders. Het lijkt me niet
meer dan logisch dat als nu blijkt dat een op de vijf sociale huurders
daar mogelijk niet onder valt, we die vraag stellen. Overigens staat er,
los van mijn particuliere mening daarover, bij de compensatie ook
helemaal niet dat dat alleen voor corporaties is. Er staat óók:
compensatie sociale huur. Dus de minister kan dit nu als reden
aanvoeren, maar het klopt niet. Want in datgene wat wij gekregen hebben,
staat: huurbevriezing sociale huurders. Wil de minister ten minste
erkennen dat dát er letterlijk staat en dat als er nu iets anders uit
komt, dat wel degelijk een besluit is — en dat de Kamer daar dus ook een
besluit over kan nemen?
Minister Keijzer:
Ja, ik kom uiteindelijk met een ministeriële regeling. Daarin wordt
duidelijkheid verschaft. Ja, ik kan het nog tien keer zeggen.
Mevrouw Beckerman (SP):
Maar dat is toch moeizaam, omdat "huurbevriezing sociale huurders" nu
niet zo heel veel meer betekent. Want dat kan dus nog van alles worden
als we de woorden van de minister zo interpreteren.
Minister Keijzer:
Nee, dat kan niet van alles worden. Dat gaat uiteindelijk landen in de
ministeriële regeling. Ik snap dat het vervelend is, maar als je tien
keer dezelfde vraag stelt, dan krijg je bij mij althans tien keer
hetzelfde antwoord.
De voorzitter:
Mevrouw Beckerman? Nog een keer? Ja.
Mevrouw Beckerman (SP):
Maar ik krijg nog steeds geen antwoord over die 20%. Welke zekerheid is
er voor hen? Het gaat om sociale huurders die toevallig ... Heel vaak is
dat letterlijk toevallig: ze hebben ooit een contract getekend bij een
corporatie en zijn buiten hun weten om verkocht. Daar kun je als huurder
helemaal niks aan doen. Waarom wordt er voor die groep nou extra
onduidelijkheid geschapen in dit debat, terwijl er zo veel duidelijkheid
zit in alles wat we gekregen hebben?
Minister Keijzer:
Mevrouw Beckerman stelt dezelfde vraag meerdere keren. Ik ga voor de
zoveelste keer hetzelfde antwoord geven. Ik kom met een ministeriële
regeling. Daarin krijgen alle vragen die u hier vanavond gesteld heeft,
over wat dan, hoe dan, waar dan en compensatie, een plek.
De heer El Abassi (DENK):
Maar wij willen juist vandaag een antwoord. Ik weet dat de PVV die vraag
ook heeft gesteld. Ik kan me voorstellen dat ook de PVV zo opstaat om
hierop door te vragen. Ik zou de minister toch willen vragen om alsnog
antwoord te geven op de vraag van collega Beckerman.
Minister Keijzer:
Maar dat kan ik gewoon niet. Als je, in tegenstelling tot het
wetsvoorstel ... Ik heb begrepen dat de DENK-fractie daarvóór is,
ondanks het feit dat daarin geen compensatie zit voor heel veel
huurwoningen. Ik ben nu bezig met de volgende exercitie: "Over wie en
wat gaat dit? Wat zijn de consequenties ervan? Hoe compenseer je dat?"
Je moet goed kijken hoe je dat doet. De hoeveelheid eigenaren waar je
het dan over hebt, loopt in de honderdduizenden. Dat wordt een
gigantische exercitie. Het wordt een onmogelijke, onuitvoerbare
exercitie. Dat moet ik echt allemaal meenemen, wil ik met een
zorgvuldige ministeriële regeling komen. Als je dat niet doet, dan kan
je namelijk in oeverloze rechterlijke procedures terechtkomen. Daar is
uiteindelijk niemand bij gebaat.
De voorzitter:
De minister gaat nu haar betoog vervolgen. Ze gaat beginnen aan een
aantal blokjes, heb ik begrepen.
Minister Keijzer:
Ja, voorzitter, ik heb nog een aantal blokjes, maar volgens mij heb ik
zo'n beetje alles gehad.
Er zijn nog wel een aantal andere onderwerpen, zoals staatssteun en
ruimte voor de middenhuur. Dat was een vraag van de heer Boswijk. Daar
heb ik de Kamer al meerdere keren over geïnformeerd. Er is een
motie-Vedder. Die roept op tot het stellen van een plan voor de
middenhuur. De laatste stand van zaken in Europa — die is namelijk: dit
willen wij gaan doen — neem ik daarin mee. Daar wordt u dus over
geïnformeerd.
Hoeveel woonruimte komt er vrij als de kostendelersnorm voor ouderen
wordt afgeschaft? De Kamer weet dat daarover een onderzoek plaatsvindt.
Dat is samen met het ministerie van SZW.
Voorzitter. Dan heb ik hier een mapje dat gaat over het waarom, de scope
en de compensatie. Kan het juridisch allemaal wel? Daar heb ik in
reactie op allerlei interrupties antwoord op gegeven. De Voorjaarsnota
ligt bij de Raad van State. Dat is het grote adviesorgaan van de
regering. Alle andere onderwerpen worden uiteindelijk beslecht in de
ministeriële regeling.
Ook over de vraag of het afschaffen van de vennootschapsbelasting in
lijn is met de Europese staatssteunregels heb ik het een en ander
gezegd. Misschien is het goed om nog even de geschiedenis te memoreren.
Sinds 2008 zijn woningbouwcorporaties integraal
vennootschapsbelastingplichtig. Dat betekent dat woningcorporaties
sindsdien vpb verschuldigd zijn over hun fiscale winst. Het afschaffen
van de vpb-plicht raakt de staatssteunregels. Bij staatssteun gaat het
erom dat ondernemers op dezelfde markt niet ongelijk mogen worden
behandeld. Als een belastingvrijstelling c.q. -afschaffing een
selectieve uitwerking heeft, kan er sprake zijn van staatssteun. Ik weet
dat sommige mensen zeggen dat je niet mag spreken van "de woningmarkt"
en dat je het moet hebben over "volkshuisvesting". Dat deel ik; het is
een taak die de overheid heeft, maar tegelijkertijd denken dat je zonder
bedrijven kunt om al die woningen te bouwen … Dat gaat je niet lukken.
Als je iets doet, moet je dus altijd goed nadenken of je niet in het
staatssteunverbod landt. Om niet in de knel te komen met
staatssteunregels, is het belangrijk dat selectiviteit zo veel mogelijk
wordt voorkomen. Door de vpb-plicht enkel voor woningcorporaties af te
schaffen en niet voor andere verhuurders, is er sprake van
selectiviteit. Het doel en het middel moet je scherp maken. Daar waar de
afschaffing een compensatie is voor huurbevriezing, heb je dat wel
gedaan. Dan zul je de compensatie vervolgens zo moeten inrichten dat
deze daarop gericht is. De huurbevriezing moet dus gericht zijn op
corporaties, net als de compensatie, en/of er kan een aanvullende DAEB
worden gesteld, een dienst van algemeen economisch belang. Deze twee
richtingen moeten worden besproken met de Europese Commissie voordat je
deze compensatieregeling kunt inrichten.
Je kunt ook nog een investeringsaftrek verduurzaming doen, zeg ik
richting de heer Boomsma en de heer Boswijk; er staat hier "Boskamp",
maar het is Boswijk. Ach, het is 1.00 uur 's nachts; wat zou het? Die
kan maximaal 750 miljoen euro bedragen per jaar. Dus ja, daar kijk ik
ook naar.
Dan heb ik nog een factsheet over hoe de verschillende huurverhogingen
eruitzien voor de verschillende segmenten, maar daar heb ik in mijn
inleiding al over verteld.
Voorzitter, daarmee ben ik gekomen tot een einde. Tot slot heb ik hier
nog "Wonen voor mensen" liggen. Toen het gepresenteerd werd, heb ik het
uiteraard meteen met belangstelling gelezen. Er wordt gevraagd hoe laat
dat was. Laat ik niet al te persoonlijk worden, maar ik dank in ieder
geval de fractie van D66, want een groot gedeelte van de voorstellen die
D66 hierin doet, is gewoon mijn beleid. Ik voel me dus gigantisch
gesteund door de fractie van D66. Daar waar zaken nieuw zijn, komen we
daarover te spreken in het kader van de Wet regie. Ik zie dus vast nog
amendementen verschijnen en er zijn nog een aantal andere zaken waarvan
ik niet zo blij word, maar daar is dit het moment niet voor.
Voorzitter, ik dank u.
De heer Boswijk (CDA):
Het is toch mooi om 1.03 uur 's nachts te horen dat er overeenkomsten
zijn tussen D66 en BBB. Ik had een vraag gesteld in mijn allereerste
interruptie: heeft de minister een juridische toets laten uitvoeren naar
aanleiding van de deal die 's nachts gemaakt is? Is daar door het
ministerie ook juridisch naar gekeken? Zo ja, kan de minister dat dan
delen door de Kamer? Zo nee, is het dan niet erg onnauwkeurig om dat
niet te doen?
Minister Keijzer:
De Voorjaarsnota is naar de Raad van State gestuurd, en van de Raad van
State komt dus ook een advies terug over de Voorjaarsnota. De
huurbevriezing is daar een onderdeel van. Als de vraag is of er extern
juridisch advies is gevraagd, is mijn antwoord: voor zover ik weet niet,
maar ik ga dat direct even navragen. Ik denk het haast niet, want
daarvoor zat het allemaal veel te dicht op elkaar, maar tegelijkertijd
is het geen rocketscience.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie, meneer Boswijk.
De heer Boswijk (CDA):
Ik bedoel het iets specifieker. De vraag was eigenlijk de volgende. Over
de maatregelen, waaronder de huurbevriezing, is al vaker gesproken. Is
daar binnen het ministerie een juridische toets op geweest — dus niet
extern, maar binnen het ministerie — met informatie die deze
coalitiepartijen hadden kunnen hebben als ze hiermee bezig waren
geweest? Was er dus al informatie binnen het ministerie die luidde: dit
is juridisch niet handig? Zo ja, zou dat advies ook met deze Kamer
kunnen worden gedeeld?
Minister Keijzer:
U overvraagt mij op dit moment. Ik ga het dus direct even vragen. We
hebben nog een tweede termijn, denk ik zomaar.
De voorzitter:
Die is niet verplicht, maar …
Minister Keijzer:
Die is zeker niet verplicht. O, o, o, wat doe ik nou. Maar ik hoorde dat
er moties aangekondigd werden.
De voorzitter:
Ik vermoed dat die tweede termijn eraan komt.
Minister Keijzer:
Ik vermoed van wel. Ik ga het gewoon even navragen, maar gezien de
snelheid waarmee dit gegaan is, van woensdagochtend om een uur of elf
tot de ministerraad op donderdagochtend, denk ik van niet. En u weet hoe
het zit met ambtelijke stukken: daarover zijn afspraken gemaakt en daar
wijk ik niet van af.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Mijn vraag sluit hierop aan. Toen we vorige week de Voorjaarsnota
kregen, heb ik heel veel beslismemo's gekregen van Financiën, maar nu
lijkt de suggestie te zijn dat er ook beslismemo's bestaan van het
ministerie van Volkshuisvesting, maar dat we die pas later krijgen. Dus
…
Minister Keijzer:
Nee, dat is niet zo. Als u … Sorry.
De voorzitter:
De heer Stultiens maakt zijn interruptie even af.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Als die stukken er zouden zijn, had ik verwacht dat ze afgelopen
donderdag al bij de Kamer hadden gelegen. Of is de bewering dat er geen
ambtelijke adviezen zijn geleverd op deze huurbevriezing?
Minister Keijzer:
Nou begrijp ik de vraag. Nee, de stukken, de ambtelijke adviezen die
opgevraagd worden bij dit soort besluitvormingsprocessen, zijn door het
ministerie van Financiën gestuurd. Als daar stukken bij zaten van VRO,
zijn die ook toegestuurd. Maar ik begreep deze vraag anders, namelijk
als: is er binnen het ministerie tussen woensdagochtend 11.00 uur en de
besluitvorming in de ministerraad nog een extern advies geweest? Voor
zover ik weet niet. En over memo's aan mij zijn er afspraken gemaakt met
de Kamer, waar ik niet van ga afwijken.
De heer Boswijk (CDA):
Een puntje van orde, voorzitter.
De voorzitter:
Maar de minister komt er nog op terug in tweede termijn.
De heer Boswijk (CDA):
Ja, maar ik heb het, denk ik, zonet in mijn inbreng wel vrij nauwkeurig
gevraagd. Het is heel simpel. Is er een juridisch advies over het
onderwerp huurbevriezing?
Minister Keijzer:
Volgens mij niet.
De heer Boswijk (CDA):
Het maakt mij niet uit of het op woensdag was of twee weken daarvoor.
Het is een onderwerp dat al langer speelt, dus ik denk dat dit gewoon
een hele legitieme vraag is. We gaan er morgen over stemmen. Als er
intern advies is geweest over de huurbevriezingen, wil ik dat gewoon
graag zien.
De voorzitter:
Daar komt de minister in de tweede termijn op terug.
Minister Keijzer:
Dit luistert wel even nauw, realiseer ik mij nu. Richting de heer
Stultiens zeg ik: alles wat is opgevraagd binnen het proces van de
Voorjaarsnota is door het ministerie van Financiën gestuurd. Er zijn
daarbij dus geen andere stukken.
Dan over de vraag of er memo's aan mij gericht zijn. Daar zijn afspraken
over. Die worden gewoon niet gedeeld, omdat je anders in situaties
terechtkomt waarin ambtenaren het niet meer durven om adviezen aan
bewindspersonen op te schrijven.
Even in zijn algemeenheid: de Voorjaarsnota is naar de Raad van State
gestuurd. U heeft ook al in het wetsvoorstel kunnen lezen hoe de Raad
van State heeft gekeken naar de huurbevriezing. Daar staan flink wat
juridische kanttekeningen bij.
De voorzitter:
Daar laten we het nu bij. Als u daarop door wilt gaan, moet u dat maar
in uw tweede termijn doen. Het klopt dat er afspraken zijn. Als de
besluitvorming is voltooid, worden alle relevante documenten
meegestuurd. Bij andere trajecten is de afspraak: als er adviezen zijn
die niet gekoppeld zijn aan besluitvorming, dan krijgen we die in
principe niet. U vraagt heel breed of dat soort stukken er zijn. De heer
Boswijk kan daar eventueel in de tweede termijn op doorgaan.
Minister Keijzer:
Ik was klaar.
De voorzitter:
Dank voor uw antwoord in de eerste termijn.
Minister Keijzer:
Dank u.
De voorzitter:
Ik stel voor dat we gelijk doorgaan naar de tweede termijn van de zijde
van de Kamer. Als eerste kijk ik weer naar mevrouw Beckerman, die een
tweede termijn gaat uitspreken namens de fractie van de Socialistische
Partij. Gaat uw gang.
Mevrouw Beckerman (SP):
Zo, voorzitter, ik heb vijf minuten. Nee, ik zal het kort houden. Wij
hebben al uitgesproken dat wij de wet-De Hoop zullen steunen.
Voorzitter. In dit debat gebeurde een aantal opmerkelijke dingen. Een
daarvan was dat voor ongeveer 20%, oftewel voor een op de vijf sociale
huurders, de door de coalitie afgesproken huurbevriezing alsnog
onduidelijk is. En dan is "onduidelijk" zwak uitgedrukt. Voor sociale
huurders die wonen in een woning van een private verhuurder zijn geen
afspraken gemaakt. Ik vind dat heel onwenselijk. Er is namelijk met heel
veel bombarie een huurbevriezing aangekondigd aan deze huurders. Daarom
heb ik een motie die simpelweg zegt: houd je aan de uitspraak die je
hebt gedaan, of dat nou op X is of zelfs letterlijk in de suppletoire
begroting.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de coalitie heeft besloten om de huren voor twee jaar te
bevriezen;
constaterende dat er onduidelijkheid over is ontstaan of dit voor alle
sociale huurders geldt, inclusief sociale huurders bij particuliere
verhuurders;
constaterende dat haast is geboden gelet op de wettelijke verplichting
om voor 1 mei duidelijkheid te geven over de voorgenomen
huuraanpassingen;
verzoekt de regering alle sociale huren te bevriezen per 1 juli,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.
Zij krijgt nr. 10 (36698).
Mevrouw Beckerman (SP):
De tweede motie gaat over een andere afspraak in dat
Voorjaarsnota-akkoord, de aanpassing van de Wet betaalbare huur. Vorige
week was er nog heel duidelijk een meerderheid in deze Kamer voor het
idee om dat niet te doen. Ik hoop dat die nog steeds bestaat. Daarom heb
ik een hele simpele tweede motie. Sommige mensen van coalitiefracties
kunnen misschien hun eigen woorden erin herkennen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het onnodig en onwenselijk is de Wet betaalbare huur,
die nog geen jaar van kracht is, te wijzigen;
voorts overwegende dat het onverstandig is om nog hogere huren toe te
staan en aanpassing van de Wet betaalbare huur niet de manier is om de
druk op de middenhuur te verlichten;
verzoekt de regering de Wet betaalbare huur niet te wijzigen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman en Stultiens.
Zij krijgt nr. 11 (36698).
Een vraag van de heer Stultiens.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Ik had ongeveer dezelfde motie. Zou ik deze mogen meetekenen?
Mevrouw Beckerman (SP):
Uiteraard. Dat komt goed. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank. Dan gaan we luisteren naar de heer Grinwis. De heer Grinwis
spreekt namens de ChristenUnie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. Dank allereerst aan de initiatiefnemer, de heer De Hoop,
voor zijn vakkundige toelichting. Ook al heb ik hem niet
geïnterrumpeerd, ik heb wel genoten van hoe kwalitatief hoogwaardig en
bevlogen hij zijn verhaal heeft gehouden. Ook dank aan de minister. Dat
was een heel helder verhaal. Ik vrees de consequenties van de
huurbevriezing en denk dat hierover het laatste woord nog niet is
gezegd.
Laat ik overgaan tot de volgende moties, drie in getal. De eerste gaat
toch nog even over het onafhankelijk in beeld brengen van de impact,
omdat met het antwoord van de minister er toch ook weer gelijk reacties
kwamen als "ja, maar dat zit net iets anders met de getallen". Hoe dan
ook, laat het maar op tafel komen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
gelezen de afspraken van de Woontop, de Nationale Prestatieafspraken én
de Voorjaarsnota;
verzoekt de regering de impact van de ingrepen in de Voorjaarsnota voor
de uitvoering van de Woontopafspraken en de Nationale Prestatieafspraken
met spoed onafhankelijk in kaart te laten brengen, en de Kamer hierover
te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Vijlbrief, Flach,
Boswijk en Dassen.
Zij krijgt nr. 12 (36698).
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dan, in vervolg hierop, de tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
gelezen de afspraken van de Woontop, de Nationale Prestatieafspraken én
de Voorjaarsnota;
spreekt uit dat het Rijk zich moet houden aan afspraken die het heeft
gemaakt en ondertekend;
verzoekt de regering alles in het werk te stellen om de doelen van de
Woontop en de Nationale Prestatieafspraken om te voorzien in voldoende
betaalbare en goed geïsoleerde woningen overeind te houden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Vijlbrief, Flach,
Boswijk en Dassen.
Zij krijgt nr. 13 (36698).
De heer Grinwis (ChristenUnie):
En ten slotte een motie die een alternatieve mogelijkheid biedt, een
derde weg, die volgens mij en veel indieners verstandiger is dan de
huurbevriezing waarvoor is gekozen. Die motie luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat huurders van sociale huurwoningen in 2025 geconfronteerd
zouden worden met een huurstijging van 4,5% en in 2026 naar verwachting
met 3,5%;
overwegende dat de in de Voorjaarsnota voorgestelde huurbevriezing een
ongerichte maatregel is die alle huurders in sociale huurwoningen een
voordeel biedt en niet alleen de huurders met een lager inkomen;
overwegende dat deze huurbevriezing desastreuze gevolgen heeft voor de
investeringscapaciteit van woningcorporaties ten behoeve van de bouw van
nieuwe betaalbare woningen en de isolatie en renovatie van bestaande
woningen;
verzoekt de regering de voorgenomen huurbevriezing te heroverwegen en
als alternatief een "slimme huurbevriezing" te overwegen, te weten een
zodanige verhoging van de huurtoeslag dat huurders die recht hebben op
een huurtoeslag volledig worden gecompenseerd, en daarvoor onder andere
dekking te zoeken in de incidentele verhoging van de huurtoeslag en de
middelen om corporaties te compenseren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Vijlbrief, Boswijk en
Dassen.
Zij krijgt nr. 14 (36698).
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. Ten slotte nog een vraag aan de minister. De minister zei
dat het niet duidelijk is hoe de afspraken in de Voorjaarsnota moeten
worden geïnterpreteerd: inclusief of exclusief private verhuurders van
sociaal verhuurde woningen, inclusief of exclusief een
inkomensafhankelijke huurverhoging. Waarop is dan de som van het
ministerie van Financiën in de Voorjaarsnota gebaseerd van de besparing
op de huurtoeslag van structureel €492 miljoen? Daaronder zit de aanname
dat het alle huurtoeslagontvangers betreft, dan wel de aanname dat het
alleen de huurtoeslagontvangers betreft die in sociale huurwoningen
wonen. Het lijkt mij dat het ministerie van Financiën dat overzicht niet
heeft en dat het dus over alle huurtoeslagontvangers gaat. Ik ben heel
benieuwd waarop de aanname van die structurele besparing van €492 op de
huurtoeslag is gebaseerd.
Tot zover, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Boswijk, die het woord
voert namens de CDA-fractie.
De heer Boswijk (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst dank aan collega De Hoop voor al het
werk dat hij verricht heeft, samen met zijn ondersteuning, en voor de
antwoorden die hij ons heeft gegeven. Dank ook aan de minister voor haar
antwoorden en de duidelijkheid die zij gepoogd heeft te geven over de
Voorjaarsnota. Helaas zijn we daar alleen maar meer verontrust over
geworden. Nogmaals dus het verzoek om, als er een interne juridische
toets is gedaan op de huurbevriezing, die te delen met de Kamer. Dat zou
fijn zijn. Dat zou de besluitvorming alleen maar ten goede komen. Ik doe
dus nog een laatste appel op de minister.
Eén motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er heel wat ouderen zijn die graag in één woning zouden
willen wonen;
overwegende dat dit niet alleen zou bijdragen aan liefde, betrokkenheid
en zorgzaamheid voor elkaar, maar ook vrijvallende woonruimte zou kunnen
opleveren voor bijvoorbeeld jonge gezinnen die een (t)huis zoeken;
overwegende dat in het verleden de kostendelersnorm is afgeschaft voor
jongeren tot 27 jaar, om dakloosheid onder jongeren te bestrijden;
constaterende dat bij het in kaart brengen van de voordelen en de baten
van het afschaffen van de kostendelersnorm voor familieleden bleek dat
er niet genoeg kwantitatieve gegevens voorhanden waren;
verzoekt het kabinet een kwalitatieve verkenning uit te (laten) voeren
naar hoeveel woonruimte het over de loop der jaren zou kunnen opleveren
als de kostendelersnorm voor ouderen die willen samenwonen zou worden
afgeschaft,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Boswijk.
Zij krijgt nr. 15 (36698).
De heer Boswijk (CDA):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we nu luisteren naar de heer Stultiens, die spreekt
namens de fractie van GroenLinks-PvdA in zijn tweede termijn.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik zal het kort houden.
Ik begin met een dankwoord aan de initiatiefnemer en zijn ondersteuning
voor het wetsvoorstel. Ik heb al verklapt hoe we gaan stemmen, en dat is
onveranderd gebleven. Ik zie dat de minister daarover teleurgesteld
is!
Ik deel het punt van mevrouw Beckerman dat het na zo'n debat best wel
gek is dat we eigenlijk nog minder wijs zijn over wat er is afgesproken.
Het is bijvoorbeeld nog steeds onduidelijk of een vijfde van de sociale
huur wel of niet te maken krijgt met een huurbevriezing. Ik hoop dus dat
daar snel meer duidelijkheid over komt.
Ik haak wel een beetje aan bij het punt van collega Boswijk over die
ambtelijke adviezen. De minister zegt terecht: als er stukken zijn die
leiden tot besluitvorming, dan gaan die normaal gesproken naar de Kamer.
Dat is staand beleid. We hebben nu heel veel adviezen gehad van
Financiën, maar geen enkel advies van VRO. Dat vind ik onbevredigend. Om
als Kamer een goed beeld te krijgen, wil je weten wat er op alle
ministeries geadviseerd wordt. Dus nog graag een reactie van de minister
op dat punt.
Tot slot één motie. Ik dien die in omdat meerdere partijen hier vandaag
zeiden dat de investeringscapaciteit echt cruciaal, en zelfs een rode
lijn is.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering heeft aangekondigd de huren van sociale
huurwoningen te bevriezen in 2025 en 2026;
overwegende dat structurele compensatie van groot belang is om de
investeringscapaciteit van woningcorporaties overeind te houden;
overwegende dat de huurbevriezing er niet toe moet leiden dat er
substantieel minder nieuwe woningen worden gebouwd;
verzoekt de regering om bij de uitwerking van de huurbevriezing te
waarborgen dat de investeringscapaciteit van corporaties volledig
overeind blijft,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Stultiens.
Zij krijgt nr. 16 (36698).
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Vijlbrief, die zijn
tweede termijn namens D66 uitspreekt. Gaat uw gang, meneer
Vijlbrief.
De heer Vijlbrief (D66):
Voorzitter, ik heb de vijftien uur vergaderen gehaald vandaag. Dus als
ik niet meer zo samenhangend formuleer, dan ligt dat niet aan uw gehoor,
maar aan mij.
Ik wil allereerst de heer De Hoop en minister Keijzer danken voor hun
antwoorden.
Mijn politieke duiding van vandaag is een heldere: er is in die wilde
nacht, zoals die inmiddels wordt genoemd, een afspraak gemaakt. Ik weet
niet of iedereen zich toen heeft gerealiseerd wat daar gebeurde, maar ik
weet wel dat er één winnaar was in die wilde nacht. Dat is de
fractieleider van de PVV, want hij heeft gekregen wat hij wilde, een
huurbevriezing. En de partijen die daar ooit tegen waren, zijn daarmee
akkoord gegaan. Wie degenen zijn die daarvan de dupe zijn, is ook
duidelijk. Dat zijn de mensen die een huurhuis zoeken. Dat is de
consequentie van wat er daar gebeurde. Het is goed dat Nederland dat een
keer heel duidelijk hoort.
Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. De laatste spreker in de tweede termijn is de heer El
Abassi. Hij gaat het woord voeren namens de fractie van DENK. Gaat uw
gang, meneer El Abassi.
De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter, dank. Ik heb een viertal moties. Allereerst hoorde ik dat de
minister het bij huurbevriezing vooral had over hoe het niet kan. Ik zou
eigenlijk vooral willen bekijken hoe het wél kan. Daaruit vloeit mijn
eerste motie voort.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een tijdelijke huurbevriezing noodzakelijk is om
huurders in 2025 te beschermen tegen exorbitante lasten;
overwegende dat tijdelijke beperkingen op huurverhogingen binnen de
kaders van het Europees en nationaal eigendomsrecht vallen, mits
proportioneel en goed onderbouwd;
verzoekt de regering om de juridische houdbaarheid van tijdelijke
huurregulering actief te verdedigen en vast te leggen in toekomstige
wetgeving,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 17 (36698).
De heer El Abassi (DENK):
Dan mijn tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat huurders steeds vaker te maken hebben met hoge
woonquotes en een beperkte rechtspositie tegenover particuliere
beleggers;
overwegende dat wonen een grondrecht is en geen verdienmodel;
verzoekt de regering om concrete voorstellen te doen die het publieke
karakter van volkshuisvesting versterken, waaronder een grotere rol voor
woningcorporaties, publieke grondontwikkeling en
huurprijsregulering,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 18 (36698).
De heer El Abassi (DENK):
Dan de derde motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering de huurprijzen in de sociale sector met 20% te
verlagen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 19 (36698).
De heer El Abassi (DENK):
En ik ben vooral benieuwd naar hoe dat mogelijk is; vandaar mijn laatste
motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat veel huurders in de sociale sector moeite hebben om
hun woonlasten te dragen;
overwegende dat slechts een huurbevriezing niet voldoende is en dat een
huurverlaging van 20% een substantiële verlichting kan bieden;
verzoekt de regering te onderzoeken wat nodig is om de huurprijzen in de
sociale sector met 20% te verlagen, en de Kamer daarover te
informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 20 (36698).
De heer El Abassi (DENK):
Dank u wel. Dat was het.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dit was de tweede termijn van de zijde van de Kamer. We
gaan even schorsen. Er zijn elf moties ingediend en er zijn nog wat
vragen aan de minister gesteld. We schorsen nog een kwartier. Dan
krijgen we in de tweede termijn nog antwoord van de initiatiefnemer en
de minister. We zijn geschorst.
De vergadering wordt van 1.24 uur tot 1.34 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Inmiddels zijn we voorbij 1.30 uur. We zijn
toe aan de tweede termijn in dit debat. Ik wil toch wel eerst de
initiatiefnemer de kans geven om te reageren. Daarna is het woord aan de
minister.
Minister Keijzer:
Ik voelde me al bezwaard om bij een initiatiefwetsvoorstel alle moties
te krijgen, dus ik ben heel blij dat u ingrijpt, voorzitter. Het gaat
hier namelijk natuurlijk over het initiatiefwetsvoorstel van de heer De
Hoop.
De voorzitter:
Het woord is aan hem.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Om te beginnen met de moties: die zien toch allemaal
vooral op de plannen van het kabinet met betrekking tot de Voorjaarsnota
en niet zozeer op mijn wetsvoorstel. Daarmee acht ik het ook niet nodig
dat ikzelf de appreciaties geef van die moties.
Ik zou nog wel het volgende willen zeggen. Allereerst wederom dank voor
de inbreng van eenieder. Ik wil ook een aantal dingen vaststellen. Mijn
wetsvoorstel was glashelder. Wij waren duidelijk: wij willen alle huren
bevriezen. Wij hebben heel helder gesteld: wij willen de
woningbouwcorporaties volledig compenseren door de vpb af te schaffen.
Ik heb vanuit de Kamer van verschillende partijen gehoord dat men geen
draagvlak ziet voor de particuliere verhuur en de middenhuur. Daar leg
ik mij bij neer. Ik heb ook gehoord dat daarmee ook geen steun is voor
mijn voorstel, omdat partijen wat betreft de dekking voor de sociale
huur zeggen: die komt zo bij het bedrijfsleven te liggen; dat kan ik
niet steunen.
Ik wil wel het volgende markeren. Het kabinet heeft nog steeds niet
duidelijk voor wie die huurbevriezing allemaal geldt, hoe die
compensatie geregeld gaat worden en wat de consequenties zijn voor de
woningbouw. Bij mijn wetsvoorstel was dat wel zo, zeker voor de sociale
huur. We hebben daar een volledige compensatie voor geregeld via de vpb.
Het had eenieder in de Kamer vrijgestaan om daar een andere dekking op
te amenderen. Het had eenieder in de Kamer vrijgestaan om te kijken wat
we dan bijvoorbeeld alleen voor de sociale huur zouden kunnen doen. Dat
is niet gebeurd. Ik wil eraan memoreren dat wij ons hiermee vandaag
neerleggen bij het feit dat een huurbevriezing is geregeld met
onvoldoende compensatie en dat we niet weten voor wie die allemaal
geldt. Ik vind dat teleurstellend. Mijn fractie gaat zich daar niet bij
neerleggen en gaat zich er de komende tijd te allen tijde voor inzetten
dat de woningbouw overeind blijft, dat we corporaties helpen en dat we
in de tussentijd altijd oog hebben voor de huurbescherming van
huurders.
Tot zover, voorzitter. Nogmaals dank voor dit mooie debat.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan ga ik nu het woord geven aan de minister van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
Minister Keijzer:
Dank, voorzitter. Er zijn twee vragen aan mij gesteld en elf moties
ingediend. De vraag van de heer Grinwis was: waarop is de raming van de
huurtoeslag gebaseerd in de Voorjaarsnota? Gezien het tijdstip is het
voor mij nu niet te doen om daar antwoord op te geven. Hij vroeg naar
het ministerie van Financiën. Uiteindelijk kom ik daarop terug in de
wettelijke regeling die ik naar de Kamer ga sturen.
De fracties van het CDA en GroenLinks-PvdA vroegen mij naar ambtelijke
adviezen. Zoals ik net al zei, zijn alle stukken die opgevraagd zijn
vanaf de tafel van de Voorjaarsnota toegestuurd aan de Kamer. Er is geen
vraag van de tafel aan VRO gesteld, dus daarom zat die er niet bij. En
er is geen extern advies gevraagd. Voor ambtelijke stukken zijn er,
zoals u zelf ook bevestigde, afspraken gemaakt met de Kamer, en daar
houd ik mij uiteraard aan.
Dan heb ik elf moties. In haar motie op stuk nr. 10 vraagt mevrouw
Beckerman alle sociale huren te bevriezen. Met verwijzing naar het
debat: deze motie is ontijdig. Ze komt te vroeg. Ik ga uitwerken wat de
consequenties zijn en kom daar uiteindelijk bij u op terug in de
wettelijke regeling die ik moet maken, waarbij compensatie natuurlijk
een van de springende punten is.
Dan heb ik de motie-Beckerman op stuk nr. 11, waarin zij vraagt om de
Wet betaalbare huur niet te wijzigen. Ik moet deze motie ontraden. Om te
beginnen zijn daar afspraken over gemaakt in de Voorjaarsnota. Daarnaast
heb ik zelf een brief aan de Kamer gestuurd waarin ook voorstellen van
mij zitten om daarin wijzigingen aan te brengen. De reden die daarachter
zit, is de verkoopgolf van middenhuurwoningen.
In de motie-Grinwis c.s. op stuk nr. 12 wordt aan mij gevraagd om
onafhankelijk in kaart te laten brengen wat de impact is van de ingrepen
in de Voorjaarsnota. ORTEC heeft daar voor ons naar gekeken. Ik heb die
cijfers net hier opgesomd. Uiteraard wil ik die met de Kamer delen, maar
ze zullen uiteindelijk ook meegestuurd worden met de wettelijke
regeling. De vraag is eigenlijk: wil de heer Grinwis ze per kerende post
of volstaat de opsomming die ik net gedaan heb en ziet hij het geheel
tegemoet bij de wettelijke regeling die ik ga maken?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik zie het graag tegemoet. Is de minister dan bereid de motie dan maar
over te nemen?
Minister Keijzer:
Als hieronder verstaan wordt de cijfers van ORTEC: ja.
De voorzitter:
Dan moet ik even checken of er fracties zijn die bezwaar hebben tegen
het overnemen door de minister van de motie op stuk nr. 12 over de
informatie. Geen bezwaren?
De motie-Grinwis c.s. (36698, nr. 12) is overgenomen.
Minister Keijzer:
Dan heb ik de motie-Grinwis c.s. op stuk nr. 13, waarin de regering
gevraagd wordt alles in het werk te stellen om de doelen van de Woontop
en de Nationale Prestatieafspraak om te voorzien in voldoende betaalbare
en goed geïsoleerde woningen overeind te houden. Daar ben ik mee bezig.
Dat is uiteraard een inspanningsverplichting, want zo lees ik deze motie
ook. Daarmee kan ik deze motie oordeel Kamer geven.
Dan heb ik de motie op stuk nr. 14 waarin de heer Grinwis vraagt om een
huurtoeslag in plaats van een huurbevriezing. Ontraden. In strijd met de
Voorjaarsnota.
Dan heb ik de motie op stuk nr. 15 waarin de heer Boswijk aan mij vraagt
om in kaart te brengen wat de gevolgen voor de woonruimte zijn bij het
afschaffen van de kostendelersnorm voor ouderen die willen samenwonen.
Deze motie is overbodig. Ik ben op dit moment met een onderzoek bezig
naar de kostendelersnorm in de Participatiewet. Tegelijkertijd loopt er
vanuit SZW een maatschappelijke kosten-batenanalyse van de effecten van
de samenwoonkorting in de AOW. Ik verwacht de resultaten over de
samenwoonkorting voor de zomer naar de Kamer te sturen. Het onderzoek
naar de kostendelersnorm in de Participatiewet zal in het eerste
kwartaal van '26 naar uw Kamer worden gezonden. Maar ik snap wel heel
erg goed het belang dat hierachter zit. Desalniettemin is zij
overbodig.
Dan heb ik de motie op stuk nr. 16 van de heer Stultiens: waarborgen dat
de investeringscapaciteit overeind blijft. Ik ga mijn best doen, maar ik
kan u hier geen waarborgen geven. En ik had gewild dat de fractie van
GroenLinks-PvdA op dezelfde manier zou zijn omgegaan met de
institutionele beleggers in het eigen wetvoorstel, maar dat volledig
terzijde. Ik ontraad deze motie.
Dan heb ik de motie op stuk nr. …
De voorzitter:
Op stuk nr. 17.
Minister Keijzer:
Ja, op stuk nr. 17, want dit was die op stuk nr. 16. De motie van de
heer El Abassi over de juridische houdbaarheid. Ja, dit is eigenlijk wel
een heel bijzondere motie, want wat hier eigenlijk instaat, als ik 'm
goed begrijp — dat is deze motie — is dat de heer El Abassi wil dat in
wetgeving opgenomen wordt dat er altijd een tijdelijke huurbevriezing
kan zijn. Dat kan niet, want dan is het mogelijk dat je altijd ingrijpt
in eigendomsrecht van degene die verhuurt. Daarmee ontraad ik deze
motie.
Dan heb ik de motie op stuk nr. 18.
De voorzitter:
Een ogenblik. De heer El Abassi op de motie op stuk nr. 17.
De heer El Abassi (DENK):
Ik weet niet waar de minister "altijd" uit haalt. Ik lees namelijk:
"verzoekt de regering om de juridische houdbaarheid van tijdelijke
huurregulering actief te verdedigen en vast te leggen in toekomstige
wetgeving". Dat is iets anders dan dat ik het altijd wil.
Minister Keijzer:
Maar dan snap ik niet wat de heer El Abassi wil.
De heer El Abassi (DENK):
De motie roept op om het actief te verdedigen, in de zin van er op een
positieve manier naar kijken. Dat heb ik ook aangegeven bij het indienen
van de motie. Ik hoorde de minister aangeven dat het eigendomsrecht
belangrijk is en dat het initiatiefvoorstel van de heer De Hoop aan de
late kant is ingediend. Ik zou eigenlijk een andere blik willen hebben
vanuit het kabinet, namelijk hoe het wel mogelijk is. Dus niet wachten
op een initiatiefwetsvoorstel dat van een van de Kamerleden moet komen,
maar dat het kabinet daar gewoon actiever in is. Daar roept de motie toe
op.
Minister Keijzer:
Ik ben eigenlijk echt ... Weet u, ik vind het best heel erg ingewikkeld.
Het mag altijd. Maar er ligt hier een initiatiefwetsvoorstel en we
hebben eigenlijk het grootste deel van de tijd besteed aan een besluit
van het kabinet. Dat mag. Daar gaat u over. Maar als de heer El Abassi
dan vervolgens tegen mij zegt dat ik, omdat hij dat wil, blijkbaar in
zijn perceptie iets anders moet vinden dan dat ik altijd heb gevonden,
is dat sowieso ingewikkeld. Daarbij hebben wij gewoon te maken met de
besluitvorming van de vier fractievoorzitters. Dat is ook een feit. Ik
begrijp dus echt niet wat de heer El Abassi hiermee wil als niet bedoeld
is dat in wetgeving opgenomen moet worden dat er altijd een tijdelijke
huurbevriezing mogelijk moet kunnen zijn. Daarvan heb ik gezegd
"ontraden". Anders is het ook "ontraden", want ik weet niet wat hij
wil.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 18.
Minister Keijzer:
Dan heb ik de motie op stuk nr. 18 over concrete voorstellen om het
publieke karakter van de volkshuisvesting te versterken, waaronder een
grote rol voor woningcorporaties, publieke grondontwikkeling en
huurprijsregulering. Ik begrijp dus dat de heer El Abassi wil dat de
regering concrete voorstellen doet om de volkshuisvesting te versterken.
Ik sta zo'n beetje elke maand in uw Kamer om te spreken over voorstellen
van de regering om de volkshuisvesting te versterken. Dat doe ik dus.
Maar een grotere rol van woningcorporaties, publieke grondontwikkeling
en huurprijsregulering zijn daar sowieso ook altijd al onderdeel van. We
komen namelijk te spreken over de Wet regie. Daarin is opgenomen dat we
30% sociaal willen in woningbouwregio's. Dat is een taak van
woningcorporaties. Dan komen we na het meireces te spreken over een
planbatenheffing of een ander stelsel. Over huurprijsregulering hebben
we het vandaag gehad. Deze motie is als ik 'm zo interpreteer
overbodig.
De motie op stuk nr. 19 heeft geen dekking en daarom ontraad ik
'm.
Dat geldt eigenlijk ook voor de motie op stuk nr. 20: ontraden.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Hartelijk dank.
Minister Keijzer:
Het was mij een genoegen om hier te mogen zijn samen met de heer De Hoop
en zijn ondersteuning. We waren het weliswaar niet eens, maar het is
altijd mooi om te zien hoe de Kamer gebruikmaakt van dit
initiatiefrecht.
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Daar sluit ik me van harte bij aan. Veel dank aan de initiatiefnemer en
zijn ondersteuning, aan de minister en haar ondersteuning, aan de leden
en hun ondersteuning, en aan de ondersteuning van de Kamer.
De algemene beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik meld even dat we morgen gaan stemmen over de wet en de ingediende
moties. Dat zal plaatsvinden na de lunchpauze. Dan hebben we ook nog een
stemming over de moties ingediend bij de Defensieraad. En voor vandaag
... Nee, vandaag gaan we verder. Maar voor dit moment sluit ik de
vergadering, om later op de dag de vergadering weer te openen. We zijn
gesloten. Een goede reis en nachtrust toegewenst.
Sluiting
Sluiting 1.48 uur.
ONGECORRIGEERD STENOGRAM Aan ongecorrigeerde verslagen kan geen enkel recht worden
ontleend. |
---|