Preview document (🔗 origineel)

---

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL		2
Vergaderjaar 2024-2025
36 578	Wijziging van de Pensioenwet, de Wet op de loonbelasting 1964 en enige andere wetten in verband met de verlenging van de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel
Nr. 25	NADER Gewijzigd AMENDEMENT VAN HET LID Van Kent TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 20
	Ontvangen 24 april 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In de beweegreden wordt “een jaar” vervangen door “twee jaar”.

II

In artikel I, onderdeel A, onder 1, wordt na “eindigt op” ingevoegd “31 december 2038 of een” en wordt “tijdstip” vervangen door “later tijdstip, dat gesteld wordt op 31 december nadat ten minste negen kalenderjaren zijn verstreken sinds de aanvang van de compensatieperiode”.

III

In artikel I, onderdeel B, onder 1, wordt “op een” vervangen door “op 1 januari 2039 of een” en wordt “tijdstip” vervangen door “later tijdstip, dat gesteld wordt op 1 januari nadat ten minste negen kalenderjaren zijn verstreken vanaf het moment van de collectieve waardeoverdracht, bedoeld in artikel 150m”.

IV

In artikel I, onderdeel C, onder 2, wordt “maar uiterlijk op een” vervangen door “maar uiterlijk op 1 januari 2029 of een” en wordt na “te bepalen” ingevoegd “later”.

V

In artikel I, onderdeel D, onder 3, wordt na “niet later dan” ingevoegd “1 januari 2029 of” en wordt na “te bepalen” ingevoegd “later”.

VI

Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 1 wordt na “maar uiterlijk op” ingevoegd “31 december 2028 of” en wordt na “te bepalen” ingevoegd “later”.

2. In onderdeel 2 wordt “op of na een” vervangen door “op of na 1 januari 2029 of een” en wordt na “te bepalen” ingevoegd “later”.

VII

In artikel I, onderdeel F, onder 1, wordt “maar uiterlijk een” vervangen door “maar uiterlijk 1 januari 2029 of een” en wordt na “te bepalen” ingevoegd “later”.

VIII

In artikel I, onderdeel G, onder 1, wordt na “is ontstaan op” ingevoegd “31 december 2030 of” en wordt na “te bepalen” ingevoegd “later”.

IX

In artikel I, onderdeel H, onder 1, wordt na “tot en met” ingevoegd “1 januari 2029 of” en wordt na “te bepalen” ingevoegd “later”.

X

In artikel III wordt “maar uiterlijk tot en met een” vervangen door “maar uiterlijk tot en met 1 januari 2029 of een” en wordt na “te bepalen” ingevoegd “later”.

XI

In artikel IV, onderdeel A, onder 1, wordt na “eindigt op” ingevoegd “31 december 2038 of een” en wordt “tijdstip” vervangen door “later tijdstip, dat gesteld wordt op 31 december nadat ten minste negen kalenderjaren zijn verstreken sinds de aanvang van de compensatieperiode”.

XII

In artikel IV, onderdeel B, onder 1, wordt “op een” vervangen door “op 1 januari 2039 of een” en wordt “tijdstip” vervangen door “later tijdstip, dat gesteld wordt op 1 januari nadat ten minste negen kalenderjaren zijn verstreken vanaf het moment van de collectieve waardeoverdracht, bedoeld in artikel 145l”.

XIII

In artikel IV, onderdeel C, onder 2, wordt “maar uiterlijk op een” vervangen door “maar uiterlijk op 1 januari 2029 of een” en wordt na “te bepalen” ingevoegd “later”.

XIV

In artikel IV, onderdeel D, onder 3, wordt na “niet later dan” ingevoegd “1 januari 2029 of” en wordt na “te bepalen” ingevoegd “later”.

XV

Artikel IV, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 1 wordt na “maar uiterlijk op” ingevoegd “31 december 2028 of” en wordt na “te bepalen” ingevoegd “later”.

2. In onderdeel 2 wordt “op of na een” vervangen door “op of na 1 januari 2029 of een” en wordt na “te bepalen” ingevoegd “later”.

XVI

In artikel IV, onderdeel F, onder 1, wordt “maar uiterlijk een” vervangen door “maar uiterlijk 1 januari 2029 of een” en wordt na “te bepalen” ingevoegd “later”.

XVII

In artikel IV, onderdeel G, onder 1, wordt na “is ontstaan op” ingevoegd “31 december 2030 of” en wordt na “te bepalen” ingevoegd “later”.

XVIII

In artikel IV, onderdeel H, onder 1, wordt na “tot en met” ingevoegd “1 januari 2029 of” en wordt na “te bepalen” ingevoegd “later”.

Toelichting

De Wet toekomst pensioenen staat ter discussie, daarbij zijn de huidige ontwikkelingen op de beurzen zorgelijk. Daarom voorziet dit amendement in een extra verlenging van een jaar voor de periode waarin pensioenfondsen een afweging moeten maken. De mogelijkheid om de periode per algemene maatregel van bestuur nog verder te verlengen, blijft in stand. Hierbij wordt ook de compensatieregeling mogelijk gemaakt tot een later moment, waarbij het uitgangspunt is dat deze regeling ten minste negen kalenderjaren van toepassing is.

Van Kent