[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Het bericht dat bestuursorganen risicoprofilering mogen toepassen zonder specifieke wetgeving

Schriftelijke vragen

Nummer: 2025D18904, datum: 2025-04-24, bijgewerkt: 2025-04-24 13:17, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z08278:

Preview document (🔗 origineel)


2025Z08278

(ingezonden 24 april 2025)

Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de minister en staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Justitie en veiligheid over het bericht dat bestuursorganen risicoprofilering mogen toepassen zonder specifieke wetgeving

Wat is uw reactie op het artikel ‘Rechtsbescherming tegen risicoprofilering op basis van de AVG, het EVRM en het Handvest’? [1]

Wat is uw reactie op de stelling uit het artikel dat de vijf voorwaarden uit het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) lastig te begrijpen vallen in het licht van artikel 22 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), omdat deze vijf voorwaarden niet bepalen of er sprake is van een uitsluitend op profilering gebaseerd besluit?

Hoe beoordeelt u de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) dat artikel 22 van de AVG geautomatiseerde besluitvorming, waaronder profilering, alleen toestaat wanneer dit is toegestaan op basis van nationale wetgeving? In uw reactie op de vraag van het lid Ergin [2] stelt u dat de AP de wet niet minder strikt interpreteert; toch blijkt uit het advies van de AP dat er géén specifieke wettelijke grondslag vereist is, hetgeen in tegenspraak lijkt met de uitleg van het HvJEU. Kunt u deze tegenstrijdigheid toelichten?

Wat is uw reactie op de stelling in het artikel dat uit artikelen 7 en 8 van het Handvest, artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 10 van de Grondwet volgt dat een inbreuk of beperking op het recht op respect voor het privéleven alleen gerechtvaardigd kan worden op basis van wetgeving, in materiële dan wel formele zin?

Klopt het dat veel bestuursorganen momenteel gebruikmaken van algoritmische risicoprofilering, terwijl hiervoor geen specifieke wettelijke basis bestaat, waardoor zij mogelijk in strijd met de wet handelen?

Hoe groot of betekenisvol moet volgens u de menselijke tussenkomst zijn om niet te kwalificeren als ‘uitsluitend op profilering gebaseerde besluiten’?

Erkent u dat, om dat te kunnen beoordelen, juist transparantie vereist is over het besluitvormingstraject, inclusief de rol en invloed van risicoprofilering in individuele besluitvormingsprocedures?

Klopt het dat u, mede op basis van het advies van de AP, het verzoek van de Kamer om alle rijksbrede profileringsalgoritmen te publiceren niet uitvoert? Hoe verhoudt dit besluit zich tot de toezegging die is gedaan om met een lijst te komen met potentieel onrechtmatige algoritmes? [3]

Deelt u de opvatting dat het in de praktijk vrijwel onmogelijk is om vast te stellen of er sprake is van een uitsluitend op profilering gebaseerd besluit in de zin van artikel 22 van de AVG als duidelijke documentatie en transparantie ontbreekt over de rol en invloed van risicoprofilering in individuele besluitvormingsprocedures? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid alsnog uitvoering te geven aan het verzoek van de Kamer strekkende tot de publicatie van alle rijksbrede profileringsalgoritmen?

 

[1] Nederlands Juristenblad, 18 april 2025, 'Rechtsbescherming tegen risicoprofilering op basis van de AVG, het EVRM en het Handvest' (njb.nl/magazines/njb-14-2025/).

[2] Kamerstuk 32761, nr. 314.

[3] Handelingen II, vergaderjaar 2023-2024, nr. 53, item 31.

Â