Het lot van de witoorpenseelapen in het apenproefdiercentrum
Schriftelijke vragen
Nummer: 2025D18911, datum: 2025-04-24, bijgewerkt: 2025-04-24 13:19, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I. Kostic, Tweede Kamerlid (PvdD)
Onderdeel van zaak 2025Z08283:
- Gericht aan: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Gericht aan: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: I. Kostic, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2025Z08283
(ingezonden 24 april 2025)
Vragen van het lid Kostić (PvdD) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over het lot van de witoorpenseelapen in het apenproefdiercentrum.
Kunt u bevestigen dat het apenproefdiercentrum, het Biomedical Primate Research Centre (BPRC), vijftig witoorpenseelapen weg gaat doen en ervoor heeft gekozen om ze naar een andere proefdierinstelling te verplaatsen in plaats van ze een fijn leven te gunnen in een opvangcentrum? 1)
Kunt u bevestigen dat de apen naar alle waarschijnlijkheid in een proefdierinstelling in het buitenland zullen belanden?
Kunt u aangeven welke proefdierinstelling dit zal zijn en voor welke onderzoeken de apen daar gebruikt zullen worden? Zo nee, kunt u de Kamer hier zo snel mogelijk van op de hoogte brengen, gezien de politieke en maatschappelijke aandacht voor apenproeven?
Kunt u beschrijven in wat voor verblijven de apen zullen worden gehouden in het nieuwe proefdiercentrum, zowel gedurende een proef als wanneer ze niet worden ingezet voor een proef?
Kunt u aangeven en precies beschrijven welke dierproeven en handelingen deze apen al hebben moeten ondergaan in het BPRC?
Wat vindt u ervan dat de apen – die al hun hele leven in een proefdierinstelling worden gehouden – de rest van hun leven in een ander proefdiercentrum moeten slijten, terwijl ze daar allerlei verschrikkelijke proeven moeten ondergaan?
Kunt u herinneren dat u in uw Kamerbrief, gebaseerd op het rapport van de Commissie Bijker, waarschuwt dat dierproeven zullen verplaatsen naar het buitenland en dat u dit als argument gebruikt om apenproeven niet af te bouwen? 2)
Hoe rijmt u deze argumentatie met het feit dat het BPRC er nu, met uw instemming, zélf voor zorgt dat apenproeven worden verplaatst naar het buitenland?
Deelt u de mening dat het opvangen van deze apen en ze een rustige oude dag gunnen de voorkeur heeft boven het verplaatsen van de apen naar een andere proefdierinstelling waar ze de rest van hun leven ingezet zullen blijven worden voor dierproeven? Zo nee, waarom vindt u dat deze apen het verdienen dat ze de rest van hun leven opzettelijk ziek worden gemaakt en uiteindelijk van ellende zullen sterven gedurende een dierproef of na afloop van een proef zullen worden gedood?
Bent u bereid om het BPRC op te roepen om hun apen niet te verplaatsen naar een ander proefdiercentrum, maar om een andere opvanglocatie te zoeken waar ze niet meer zullen worden gebruikt voor dierproeven? Zo nee, waarom niet?
Kunt u deze vragen één voor één en zo snel mogelijk beantwoorden, in ieder geval vóórdat de Tweede Kamer de recent door u gestuurde Kamerbrief gaat behandelen?
1) Kamerstuk 32 336, nr. 164
2) Kamerstuk 32 336, nr. 164