Tweeminutendebat Schiphol (CD 9/4) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D19179, datum: 2025-04-24, bijgewerkt: 2025-04-25 09:34, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-04-24 10:40: Tweeminutendebat Schiphol (CD 9/4) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de orde is het tweeminutendebat Schiphol (CD d.d. 09/04).
De voorzitter:
De bel gaat. We gaan gelijk door met een volgend onderwerp, dat op het
beleidsterrein van dezelfde minister ligt. Nu gaat het over Schiphol.
Tien leden hebben zich hiervoor ingeschreven, van wie er acht hun
termijn willen uitspreken. De eerste spreker, en aanvrager van het
debat, is de heer De Groot. Hij gaat het woord voeren namens de
VVD-fractie.
De heer Peter de Groot (VVD):
Dank u wel, voorzitter. We hebben het debat gevoerd over de Balanced
Approachprocedure van Schiphol. Ik heb daarin namens de VVD-fractie mijn
zorgen geuit over de vraag of de Balanced Approach standhoudt, ook
gezien de opmerkingen die zijn gemaakt door de Europese Commissie.
Vorige week hebben we in de media gelezen dat de Europese Commissie weer
een brief zou hebben gestuurd aan de minister, waarin de minister wordt
opgeroepen om de tekortkomingen te repareren. Dat is eigenlijk een
andere toon dan de toon waarop de minister in het debat aangaf te zullen
omgaan met de Europese Commissie. De inhoud van de brief is onbekend,
dus ik vraag de minister om die bekend te maken en de brief naar de
Kamer te sturen, zodat de Kamer weet wat de Europese Commissie van hem
vraagt. Dat is dus het verzoek aan de minister.
Ik heb ook nog één motie meegenomen, die als volgt luidt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het voor een juist doorlopen Balanced
Approachprocedure noodzakelijk is dat krimp van het aantal
vliegtuigbewegingen alleen genomen wordt als lastresortmaatregel;
constaterende dat de regering in november 2025 een maatregelenpakket wil
doorvoeren voor 15% geluidsreductie, mede door een krimp naar 478.000
vliegtuigbewegingen;
constaterende dat de regering zich ten doel heeft gesteld om een
geluidsreductie van in totaal 20% te bewerkstelligen;
overwegende dat de impact van de maatregelen zal worden geëvalueerd en
een besluit zal worden genomen over eventuele aanvullende maatregelen in
fase twee;
verzoekt de regering, als blijkt uit de evaluatie dat het
geluidsreductiedoel is behaald, de exploitatiebeperking in wet- en
regelgeving aan te passen en deze mogelijke aanpassingen nu mee te
nemen, zodat groei van het aantal vluchten van Schiphol op termijn weer
mogelijk wordt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Peter de Groot.
Zij krijgt nr. 540 (29665).
Hartelijk dank voor uw inbreng. We gaan luisteren naar mevrouw Postma. Zij voert het woord namens de fractie van Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Postma (NSC):
Goedemorgen, voorzitter. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het geluidsdoel van 20% geluidsreductie onder andere
gebaseerd is op de aanname van autonome vlootvernieuwing;
overwegende dat de minister overweegt het meerekenen van autonome
vlootvernieuwing als maatregel in het plan van aanpak voor de invulling
van de resterende 5% van het geluidsreductiedoel mee te laten
tellen;
van mening dat autonome vlootvernieuwing niet dubbel meegerekend dient
te worden, in zowel de uitgangssituatie als in het
maatregelenpakket;
verzoekt de regering te bezien of het geluidsdoel naar boven bijgesteld
moet worden in het plan van aanpak voor de geluidshinderreductie op
Schiphol,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Postma en Grinwis.
Zij krijgt nr. 541 (29665).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat enkele maatregelen uit de Balanced Approachprocedure
zoals additionele vlootvernieuwing en tariefdifferentiatie afhankelijk
zijn van derde partijen, zoals KLM en Schiphol;
overwegende dat deze afspraken essentieel zijn voor het realiseren van
de gewenste geluidshinderreductie en er nog geen duidelijkheid is over
hoe deze juridisch en afdwingbaar geborgd zullen worden;
verzoekt de regering de Kamer voor het herfstreces te informeren hoe de
afspraken met sectorpartijen juridisch geborgd worden en welke sancties
gekoppeld worden aan het niet naleven daarvan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Postma.
Zij krijgt nr. 542 (29665).
Hartelijk dank voor uw inbreng. Dan gaan we luisteren naar de heer Boutkan. Hij voert het woord namens de fractie van de PVV.
De heer Boutkan (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Eerst een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Extinction Rebellion meerdere acties op Schiphol heeft
uitgevoerd, waaronder achter de paspoortcontrole;
constaterende dat Extinction Rebellion zich onder andere vastketende aan
bagagekarretjes, fietste over het platform, zich op de startbaan bevond
en zich vastklampte aan vliegtuigen;
constaterende dat Extinction Rebellion zich niet aan gemaakte afspraken
houdt over waar wel gedemonstreerd mag worden;
overwegende dat de regering zorg dient te dragen voor een veilige
luchthaven, veilig vliegverkeer en voor de veiligheid van
passagiers;
overwegende dat Extinction Rebellion heeft aangekondigd om door te gaan
met gevaarlijke, verboden en strafbare acties;
verzoekt de regering om Extinction Rebellion aan te wijzen als
terroristische organisatie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Boutkan en Vondeling.
De heer Boutkan (PVV):
Voorzitter …
De voorzitter:
Een ogenblik.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Gaat het wel goed met de heer Boutkan? U zit toch bij de Partij voor de
Vrijheid? Of heb ik dat verkeerd begrepen? Wat u hier doet, zomaar
demonstranten labelen als terroristische organisatie, gaat namelijk alle
perken ver te buiten. U mag kritiek hebben op hoe ze demonstreren en
waar ze demonstreren, maar dit doen en dan je partij "de Partij voor de
Vrijheid" noemen is werkelijk waar niet te geloven. U moet zich daarvoor
echt schamen.
De heer Boutkan (PVV):
Ik schaam me helemaal nergens voor bij dit onderwerp, want dit is
slechts één voorbeeld van deze club, die dit land gewoon voor de
hardwerkende Nederlander onmogelijk maakt. Kijk maar naar die tunnelbak
hiernaast, kijk maar naar die boterzuuracties, kijk maar naar het
belemmeren van museumpubliek enzovoorts, enzovoorts, enzovoorts. Zo kan
ik wel doorgaan. En ze mogen demonstreren; prima. Maar houd je dan aan
de afspraken en ga daar niet dwars tegenin. Dat is de achterliggende
gedachte. Volgens mij circuleert in uw club ook een brief om zelfs
andere organisaties niet op lijsten te plaatsen, dus ga mij niet de les
lezen, meneer De Hoop.
De voorzitter:
Ik wil overigens even zeggen dat wat dit dictum vraagt, niet door deze
minister kan worden uitgevoerd. Ik twijfel dus of dit in de orde van dit
debat past, maar u heeft de motie ingediend, dus die is ingediend. Ik
geef de leden de kans om te reageren, maar de minister van
Infrastructuur en Waterstaat kan geen enkele organisatie het stempel
geven waarom u vraagt. Dat is een andere bewindspersoon en een ander
debat.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Eerst een punt van orde. Dit gaat gewoon rechtstreeks tegen de Grondwet
in, tegen de rechtsstaat in. Er wordt een hele groep mensen — ik heb dat
de vorige keer ook al tegen de voorzitter gezegd — met gewoon docenten,
artsen, ouders en jongeren weggezet als terroristisch. Ik verwacht echt
van deze voorzitter dat hij daarop ingrijpt. Dit is onacceptabel in deze
Kamer. We kunnen het debat voeren op de inhoud. De heer van de PVV kan
prima zeggen wat hij een acceptabele demonstratieactie vindt of niet,
maar het is aan de rechter om te beslissen wat echt acceptabel is of
niet. Maar zomaar hele groepen mensen, van jong tot oud, wegzetten als
terroristen is echt een schande. Dat hoort niet in deze Kamer.
De voorzitter:
Nu richt u zich tot mij, maar deze motie is ingediend en ik kan leden
niet verbieden om bepaalde opvattingen te uiten en in moties te
verwoorden. Aan die oproep kan ik dus geen gehoor geven. Ik constateer
wel dat dit buiten de orde van dit debat valt, omdat dit een verzoek is
dat zich richt op een heel ander departement dan Infrastructuur en
Waterstaat. Ik denk ook dat de minister in zijn beoordeling zal zeggen
dat het niet aan hem is om daar een oordeel over uit te spreken.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Dan zou ik toch heel graag via het Presidium een brief willen hebben
over de regels rondom …
De voorzitter:
Dan moet u gewoon het Reglement van Orde lezen. Dat is heel
duidelijk.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik interpreteer … Voorzitter, mag ik 'm even afmaken?
De voorzitter:
Nee, ik heb het woord en ik geef u het woord. Ik zeg dat we niet nu weer
een brief gaan vragen aan het Presidium. Het Reglement van Orde bevat
regels. Daar staat niet de regel in dat als een lid op deze manier een
motie indient, de voorzitter bevoegd is die van tafel te vegen.
De heer El Abassi (DENK):
Ook ik heb een punt van orde. Mij boeit het niet dat de PVV moties
indient die totaal niks met Schiphol te maken hebben. Het gaat mij er
wel om dat de PVV bezig is met wat ze ook met groepen moslims doen,
namelijk een groep voor terroristisch uitmaken. Ik heb de PVV niet
gezien op momenten waarop wij het hier hebben over demonstranten die
losgaan op azc's en volksvertegenwoordigers. Dan verstoppen ze zich of
stemmen ze tegen moties. Ze zetten bepaalde groepen weg als terroristen.
Ik vind dat je dan best mag ingrijpen, voorzitter.
De voorzitter:
De heer Boutkan.
De heer Boutkan (PVV):
Ik hoor geen vraag, voorzitter.
Mevrouw Postma (NSC):
Ik ken het Reglement van Orde. Ik weet dat het voor u als voorzitter
lastig is om iets volgens het reglement buiten de orde te stellen, maar
volgens mij kunnen we dat als Kamer wel doen. Ik zou dus graag een
ordevoorstel willen inbrengen waarin ik de Kamerleden vraag om deze
motie, die gewoon niet bij dit debat past, buiten de orde te verklaren.
De motie zou meer bij JenV thuishoren. Tegelijkertijd vind ik ook dat
dit echt aan een rechter is en niet iets waar we ons vanuit de politiek
mee moeten bemoeien. Dit heeft namelijk ook te maken met het
demonstratierecht. Dat is een goed recht in onze democratie. Ik zou dus
graag dat ordevoorstel willen inbrengen.
De voorzitter:
Dan vraag ik aan de leden wat ze van het ordevoorstel vinden om deze
motie buiten de orde te verklaren.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Steun.
De heer Bamenga (D66):
Steun.
De heer El Abassi (DENK):
Steun, voorzitter.
De heer Baudet (FVD):
Geen steun.
De heer Pierik (BBB):
Steun voor het voorstel.
De heer Peter de Groot (VVD):
Steun voor het voorstel.
De voorzitter:
Dat is helder. Er is een meerderheid voor het voorstel om de motie
buiten de orde te verklaren. Dan doen we dat bij dezen.
De heer Baudet (FVD):
Mag ik daar één ding over zeggen?
De voorzitter:
Ja.
De heer Baudet (FVD):
Dit wordt nu buiten de orde verklaard op grond dat het schijnbaar niet
binnen de portefeuille van de minister past, maar je moet deze minister
niet onderschatten. Hij kan ook dingen inbrengen in de ministerraad.
Zijn departement heeft heel direct last van Extinction Rebellion. Het
zijn vervelende mensen, ze stinken, ze doen rare dingen …
De voorzitter:
Nee, meneer Baudet. Het ordevoorstel is aangenomen. We gaan er nu dus
niet verder op door. Meneer Boutkan, was u klaar met uw betoog?
De heer Boutkan (PVV):
Nee, voorzitter.
De voorzitter:
Nee? Dan gaat u door.
De heer Boutkan (PVV):
Dank u wel, voorzitter. De PVV heeft meerdere malen aandacht gevraagd
voor het overmatig gebruik van de secundaire banen. Heeft de minister
inmiddels al overleg gehad met Luchtverkeersleiding Nederland, zoals is
toegezegd? Zo ja, wat zijn de uitkomsten daarvan? Wanneer kunnen we deze
verwachten?
De PVV vreest dat het buitensporig gebruik van secundaire banen deze
zomer alleen maar zal toenemen. Er komt niet alleen groot onderhoud aan
de banen, maar er komt ook een pompeus NAVO-circus naar ons land en tot
slot is er de voortdurende klucht rond de zonnepanelen op de Polderbaan.
We hebben gevraagd hoe het hele proces is verlopen et cetera. Ik
verwacht dat in de toegezegde brief staat hoe de procedures zijn
verlopen, wat de tijdlijn was en wie wat wanneer heeft gedaan. Graag een
bevestiging.
Voorzitter. Het kan niet zo zijn dat bij een beetje mooi weer de
primaire baan wordt gesloten omdat piloten de baan niet goed kunnen
zien. Doordat er weer een primaire baan gesloten wordt, worden de
secundaire banen overmatig gebruikt, met alle gevolgen van dien. Graag
een reactie.
Voorzitter. Dan over wat ik bijna "de klucht" zou willen noemen van
zojuist. Dit heeft plaatsgevonden op Schiphol. Het heeft dus wel
degelijk te maken met Schiphol. Die luchthaven is onze nationale trots.
Daar is deze minister verantwoordelijk voor, vandaar deze motie. Ik
richt mij ook tot de regering.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. We gaan door met de heer El Abassi, die het woord
voert namens de fractie van DENK.
De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter. Ik heb altijd al gezegd: discriminatie is een veelkoppig
monster. Met "veelkoppig" bedoel ik niet "met 37 hoofden", maar dat het
echt alle kanten uitslaat. Het begint bij moslims en gaat door naar
Extinction Rebellion. Je ziet dat steeds meer groepen worden
geterroriseerd en uit de samenleving worden gezet.
Voorzitter. Desalniettemin ga ik het wél hebben over Schiphol. Ik heb
een tweetal moties. De eerste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de prijzen voor vliegreizen het afgelopen vijf jaar
met 73% zijn gestegen, waardoor een vakantie of familiebezoek voor veel
Nederlanders onbetaalbaar is geworden;
overwegende dat de Nederlandse Staat meerderheidsaandeelhouder is van
Schiphol en medeverantwoordelijkheid draagt voor het beleid en de
maatschappelijke toegankelijkheid van de luchthaven;
verzoekt de regering om samen met Schiphol beleid te ontwikkelen dat
betaalbaar vliegen mogelijk maakt voor mensen met een laag of een
middeninkomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 543 (29665).
De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter. Dan mijn tweede motie. We hebben het er al eerder over
gehad.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de vliegroute Amsterdam-Paramaribo wordt gedomineerd
door twee luchtvaartmaatschappijen, waardoor sprake is van beperkte
concurrentie en sterk gestegen ticketprijzen;
overwegende dat deze route voor duizenden Surinaamse Nederlanders
essentieel is voor familiebezoek, rouw en zorg;
verzoekt de regering om actief op te treden tegen deze marktdominantie,
onder meer door het stimuleren van alternatieve maatschappijen op deze
route via het toekennen van slots en andere faciliterende
maatregelen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 544 (29665).
De heer El Abassi (DENK):
Ik had er maar twee, voorzitter. Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan gaan we luisteren naar het lid Kostić namens de
Partij voor de Dieren. Gaat uw gang.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet een milieueffectrapportage (MER) gaat
uitvoeren voor de integrale herziening van het nieuwe luchthavenbesluit
(LVB) om te toetsen of aan gelijkwaardigheidscriteria wordt
voldaan;
constaterende dat het kabinet momenteel enkel de effecten van 460.000
tot 500.000 vluchten in de MER wil gaan onderzoeken;
constaterende dat uit onderzoeken blijkt dat om de geluidshinder
voldoende te verminderen, een bandbreedte van maximaal 400.000 tot
460.000 vluchten nodig is;
constaterende dat uit onderzoeken blijkt dat met die bandbreedte
Schiphol ook nog zijn gewenste netwerk kan faciliteren;
verzoekt de regering om in de MER voor de integrale herziening van het
LVB de bandbreedte aan te passen van 460.000 tot 500.000 vluchten naar
400.000 tot 500.000 vluchten, zodat ook scenario's met vluchtaantallen
opgenomen zijn waarvan eerdere onderzoeken hebben aangetoond dat aan
gelijkwaardigheidscriteria voldaan wordt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kostić, Bamenga en De
Hoop.
Zij krijgt nr. 545 (29665).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het schetsontwerp van de Luchtruimherziening is
besloten om geen vierde naderingspunt voor Schiphol op te nemen,
waardoor er formeel geen nieuwe vaste verkeersstroom vanuit het
zuidoosten zou ontstaan;
overwegende dat blijkt dat de luchtverkeersleiding vliegtuigen niet
altijd via vaste naderingspunten hoeft te laten vliegen, en dat het
mogelijk is naderingspunten over te slaan als dat efficiënter of
veiliger is;
overwegende dat hierdoor in de praktijk alsnog gevlogen kan worden via
de route die oorspronkelijk als vierde naderingspunt was voorzien en dat
dit vragen oproept over de daadwerkelijke effecten van het schrappen van
het vierde naderingspunt op de vliegroutes en de overlast voor
omwonenden;
verzoekt de regering helder te maken in welke mate er in de praktijk
aanvliegbewegingen naar Schiphol via een zuidoostelijke route worden
voorzien,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kostić.
Zij krijgt nr. 546 (29665).
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ten slotte.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat bij metingen van bewoners blijkt dat de nieuwe
Transaviavliegtuigen, die beloven 50% stiller te zijn, niet tot minder
geluidsoverlast leiden bij omwonenden dan oude
Transaviavliegtuigen;
verzoekt de regering om in het kader van goed bestuur te voorkomen dat
vlootvernieuwing vooral op papier een verschil maakt, maar niet in de
dagelijkse praktijk van omwonenden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kostić.
Zij krijgt nr. 547 (29665).
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer De Hoop, die spreekt namens de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het kabinet ernaar streeft de ontwikkeling van Schiphol
niet meer (uitsluitend) via aantallen vliegtuigbewegingen te sturen maar
op basis van geluid en milieucriteria;
overwegende dat hiervoor een nieuw stelsel van geluids- en milieunormen
voor Schiphol in de maak is;
verzoekt de regering om de nieuwe normen voor geluid en luchtkwaliteit
te baseren op wetenschappelijk herleidbare criteria voor gezondheid en
leefbaarheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden De Hoop, Kostić en
Bamenga.
Zij krijgt nr. 548 (29665).
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dank.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan tot slot in de termijn van de Kamer is het woord aan
de heer Baudet namens de fractie van Forum voor Democratie. O, sorry, ik
maak een fout. Bij mij staat "nul minuten" op de lijst bij de heer
Bamenga, maar hij heeft toch behoefte aan een inbreng. Sorry. Dan komt u
zo dadelijk nog, meneer Baudet. De heer Bamenga gaat zijn termijn
houden.
De heer Bamenga (D66):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet voornemens is een nieuw normenstelsel in
te voeren voor de luchtvaart, met milieunormen zoals geluid in plaats
van vliegbewegingen;
constaterende dat uit onderzoek blijkt dat de uitstoot van ultrafijnstof
en pfas door luchtvaart veel grotere negatieve gezondheidseffecten heeft
dan verwacht;
verzoekt de regering in dit integrale normenstelsel in ieder geval
normen op te nemen voor ultrafijnstof en pfas en naast gemiddelde
geluidsbelasting ook normen op te nemen voor piekbelasting, rustperiodes
en nachtsluitingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bamenga, Kostić en De
Hoop.
Zij krijgt nr. 549 (29665).
Hartelijk dank. Dan is nu wel het woord aan de heer Baudet. Hij spreekt namens de fractie van Forum voor Democratie.
De heer Baudet (FVD):
Dank u wel. Ik wil graag de volgende moties indienen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de veronderstelde geluidshinder rondom Schiphol wordt
bepaald op grond van veronderstelde decibellen in de open lucht;
overwegende dat het overgrote deel van de mensen 's nachts toch echt
binnenshuis verblijft, en vrijwel iedereen in elk geval binnenshuis
slaapt;
overwegende dat veronderstelde nachtelijke geluidshinder dus evident
betrekking zou moeten hebben op geluidshinder die mensen binnenshuis
ervaren, en nadrukkelijk níét op eventuele geluidsaanwezigheid in de
open lucht;
overwegende dat deze evidente gevolgtrekking dan ook terecht wordt
onderkend bij het bepalen van de veronderstelde geluidshinder van
treinen, die immers wordt gebaseerd op verwachte trillingen en
decibellen die binnenshuis worden ervaren;
verzoekt de regering eenzelfde logica toe te passen voor de bepaling van
nachtelijke geluidsoverlast rondom Schiphol en dus te stoppen met "in de
open lucht" als uitgangspunt te nemen voor de te stellen kaders aan
nachtvluchten, en in plaats daarvan de geluidshinder binnenshuis als
uitgangspunt te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet.
Zij krijgt nr. 550 (29665).
De heer Baudet (FVD):
Ik zie dat er een kleine taalfout in de motie staat, maar die corrigeren
we later wel.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat moderne vliegtuigen tot 75% stiller zijn dan modellen
van pakweg 30 jaar geleden;
overwegende dat in de huidige berekeningen, blijkens de berichten van
het ministerie en de beantwoording van de vragen van de minister, deze
innovaties slechts ten dele worden meegenomen (en gesproken wordt van
een correctie van circa 4% voor veronderstelde verminderde geluidshinder
van nieuwe vliegtuigen);
verzoekt de regering de modellen te verfijnen en de geluidscorrectie
voor vernieuwde vliegtuigen te benchmarken op daadwerkelijk gemeten
geluidsvermindering van de daadwerkelijk gebruikte vliegtuigen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet.
Zij krijgt nr. 551 (29665).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een groeiend aantal Nederlanders wegens de hoge
ticketprijzen vanaf Nederlandse luchthavens uitwijkt naar luchthavens in
Duitsland en België;
constaterende dat dit kabinet desondanks voornemens is de vliegbelasting
nóg verder te verhogen;
overwegende dat dit onze luchtvaartsector nóg minder aantrekkelijk zal
maken ten opzichte van ons omringende landen en dit verdere economische
krimp tot gevolg zal hebben;
verzoekt de regering om af te zien van de voorgenomen verhoging van de
vliegtaks,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet.
Zij krijgt nr. 552 (29665).
De heer Baudet (FVD):
De laatste motie. Heel kort.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese Unie vanaf 2030 een biobrandstofnorm van
6% zal hanteren, en dat Nederlandse vliegmaatschappijen zelf hebben
aangegeven te zullen streven naar 14%;
constaterende dat biobrandstof twee tot drie keer zo duur is als
kerosine;
overwegende dat de minister in het commissiedebat over Schiphol op 9
april jongstleden bevestigde een gelijk speelveld te willen behouden en
dat Nederland géén hogere norm zal opleggen aan de branche dan de
EU;
spreekt uit dat de luchtvaartbranche vanuit de Nederlandse overheid dus
op geen enkele wijze verplicht is of verplicht zal worden om het
bijmengpercentage van biobrandstoffen hoger te laten zijn dan de
Europese norm,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet.
Zij krijgt nr. 553 (29665).
Dank voor uw inbreng.
De heer Baudet (FVD):
Dank u wel.
De voorzitter:
We zijn aan het einde gekomen van de termijn van de Kamer. We gaan tien
minuten schorsen. Daarna komt er een appreciatie op de veertien
ingediende moties.
De vergadering wordt van 11.17 uur tot 11.30 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortzetting van het
tweeminutendebat Schiphol. We zijn toe aan de termijn van de regering.
Ik geef het woord aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Minister Madlener:
Dank u wel, voorzitter. We hebben veertien moties, dacht ik, dus dat is
best een hoop. Ik begin gelijk met de motie op stuk nr. 540 van het lid
De Groot van de VVD. Deze verzoekt de regering om, als de geluidsdoelen
behaald zijn, de exploitatiebeperking in wet en regelgeving aan te
passen en deze mogelijke aanpassingen mee te nemen zodat groei weer
mogelijk wordt. Dat is ook in lijn met het regeerprogramma. Ik vind de
motie sympathiek. De bepalende factor is niet het LVB, maar de
natuurvergunning. Als ik de motie zo mag uitleggen dat ik hierover in
gesprek ga met de staatssecretaris van LVVN om te bezien wat mogelijk is
binnen de natuurvergunning, dan kan ik 'm oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
De heer De Groot knikt instemmend.
Minister Madlener:
Ja, oordeel Kamer dan.
De voorzitter:
Sorry, toch nog een aanvulling van de heer De Groot.
De heer Peter de Groot (VVD):
Dank aan de minister voor de appreciatie van de motie. De minister zei
dat het niet gaat over de natuurvergunning, maar over het LVB. De
minister geeft aan dat dat niet de beperkende factor is, maar hij moet
er natuurlijk wel iets voor doen op het moment dat hij dat wil regelen.
Ik ga er dan ook van uit dat als dat zich voordoet, de minister dat ook
gaat doen vanuit de verantwoordelijkheid die hij zelf heeft.
Minister Madlener:
Ja, ik werk nu aan een kleine wijziging van het LVB en daarna komen we
bij het grote LVB. De natuurvergunning staat daar los van. Dat is
inderdaad een verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van LVVN, dus
daar ben ik van afhankelijk. Dus ja, ik zie dit ook als steun om met de
staatssecretaris van LVVN het gesprek aan te gaan over hoe we dit zo
flexibel mogelijk kunnen regelen. Vandaar oordeel Kamer.
De motie-Postma/Grinwis op stuk nr. 541 verzoekt te bezien of het
geluidsdoel naar boven bijgesteld moet worden in het plan van aanpak
indien wij de vlootvernieuwing niet meer als basis nemen. Deze motie
gaat eigenlijk helemaal in tegen de motie van het lid De Groot die
eerder door deze Kamer is aangenomen. Het is ook niet mijn bedoeling om
het zo te doen. Het is mijn bedoeling om autonome vlootvernieuwing
gewoon mee te nemen in het percentage. Ik moet deze motie dus
ontraden.
Mevrouw Postma (NSC):
De motie is complementair en bouwt juist op. Als je de motie van de heer
De Groot uitvoert, dan moet je ook gaan kijken naar het percentage
geluidshinder. Je maakt een van de regels anders, een van de parameters
die je erin stopt. Dat heeft effect op het geluidshinderniveau en dat
moet je dus mee gaan rekenen. De motie bouwt dus voort. Ik doe de heer
De Groot niet tekort met deze motie.
Minister Madlener:
Ik interpreteer het toch anders, want we doen dit om toekomstige groei
mogelijk te maken. Als je nu deze lijn zou volgen, dan zou die groei
weleens tegen kunnen vallen omdat je een extra doel zou stellen. Ik zie
dat dus toch anders. Ik interpreteer de door deze Kamer aangenomen motie
van de heer De Groot als een duidelijke opdracht en dat is niet conform
de motie die nu voorligt. Ik moet 'm dus ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 542.
Minister Madlener:
De motie op stuk nr. 542, ook van mevrouw Postma, verzoekt de regering
voor het herfstreces te bezien hoe we de afspraken met sectorpartijen
juridisch kunnen borgen en welke sancties we kunnen koppelen. Ik ben
inderdaad bezig om bindende afspraken te maken met die partijen. Als de
afspraken niet nagekomen worden, dan moeten daar uiteraard sancties aan
verbonden zijn. "De herfst" kan ik inderdaad toezeggen, dus oordeel
Kamer.
De motie op stuk nr. 543 van het lid El Abassi verzoekt om samen met
Schiphol beleid te ontwikkelen om betaalbaar vliegen mogelijk te maken
voor mensen met een laag of middeninkomen. De luchtvaartmaatschappijen
mogen uiteraard zelf hun tarieven bepalen. De Europese Commissie kan
onderzoeken of de tarieven in strijd zijn met het Europees
mededingingsrecht. Bij de aanstaande aanpassingen op de
afstandsafhankelijke vliegbelasting hou ik wel oog voor verschillende
groepen passagiers, maar het is een duidelijke opdracht uit het
regeerakkoord om de afstandsafhankelijke vliegbelasting in te voeren.
Daar kan ik dus niet aan tornen. Ik snap wel de zorgen van de heer El
Abassi over de betaalbaarheid. Daar moeten we ook goed naar kijken. Aan
de andere kant zie je ook een enorme vraag naar vliegreizen. Ik zie nog
niet zozeer dat mensen heel massaal gaan uitwijken naar het buitenland
of dat de luchtvaartmaatschappijen op Schiphol zelf in de problemen
komen. De vraag is nog heel groot, dus ik kan het in de motie verzochte
niet toezeggen; ik moet 'm ontraden.
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 544 van El Abassi: "verzoekt de
regering actief op te treden tegen marktdominantie onder meer door het
stimuleren van alternatieve maatschappijen op deze route". Dat ging over
Surinamereizen. Het luchtvaartverdrag met Suriname biedt ruime
mogelijkheden voor meerdere luchtvaartmaatschappijen om te vliegen
tussen Nederland en Suriname. De slotcoördinator is onafhankelijk en
deelt op een objectieve, transparante en non-discriminatoire manier de
slots uit. De prijzen kunnen ze zelf vaststellen. De Autoriteit
Consument & Markt kan op grond van het mededingingsrecht zelfstandig
óf op basis van klachten onderzoek doen. Ik heb daar nu geen indicaties
voor, dus moet ik deze motie op dit moment ontraden.
De motie van het lid Boutkan is buiten de orde verklaard. Die ging over
Extinction Rebellion. Zij is buiten de orde verklaard, dus ik zal er
hier niet verder op ingaan, behalve dat ik de zorgen natuurlijk deel en
met de minister van Veiligheid werk aan een strengere aanpak van dit
soort uit de hand gelopen demonstraties, want het is absoluut niet de
bedoeling dat onze maatschappij op die manier ontwricht wordt. Dus ik
deel de zorgen en we werken aan een strengere aanpak.
De motie op stuk nr. 545 van Kostić, Bamenga en De Hoop "verzoekt de
regering om in de MER voor de integrale herziening van het LVB de
bandbreedte aan te passen", naar beneden weliswaar. Die motie moet ik
ontraden. Het heeft geen zin om scenario's te onderzoeken die ik niet ga
uitvoeren. Bovendien kost het veel tijd en zou het langer duren om
opvolging te geven aan het RBV-vonnis om de rechtspositie van omwonenden
te herstellen.
Dan de motie op stuk nr. 546 van het lid Kostić: "verzoekt de regering
helder te maken in welke mate er in de praktijk aanvliegbewegingen naar
Schiphol via een zuidoostelijke route worden voorzien". De effectanalyse
op het schetsontwerp heeft de effecten van de nieuwe indeling in beeld
gebracht, waarbij gebruik is gemaakt van het simuleren van
verkeersstromen van en naar Schiphol. De adviescommissie uitvoering
programma luchtruimherziening zal de zorgvuldigheid en het nut en de
noodzaak beoordelen. Daarom kan ik deze motie oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
Lid Kostić, nog een vraag over de motie op stuk nr. 545.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ja, inderdaad. De motie op stuk nr. 546 krijgt oordeel Kamer; dank. Bij
de motie op stuk nr. 545 geeft de minister geen redenen, behalve dat hij
de motie gewoon niet leuk vindt, maar in het regeerprogramma is
afgesproken dat het kabinet zich houdt aan onder andere verdragen, zoals
mensenrechtenverdragen. Deze motie gaat daarover: voldoen aan de
gelijkwaardigheidscriteria conform uitspraken van de rechter. Daarbij is
gebleken dat je de MER dan wat moet verruimen. Nogmaals, het is alleen
maar het meenemen van een scenario, zodat de Kamer voldoende wordt
geïnformeerd en dan zelf kan oordelen wat nut en noodzaak zijn. Daarom
vraag ik de minister eigenlijk om zich gewoon te houden aan het
regeerakkoord, aan de mensenrechtenverdragen, en de Kamer voldoende te
informeren door de MER op deze wijze te verbreden. Is hij daartoe
bereid?
Minister Madlener:
Het antwoord is nee. We gaan dit scenario niet onderzoeken. Dat zou
onnodige verspilling van ambtelijke capaciteit en geld zijn. Dat is niet
een scenario dat ik overweeg.
De voorzitter:
Afrondend, het lid Kostić.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik vind het jammer om te constateren dat de minister dit niet wil. Dit
gaat namelijk gewoon om uitvoering van iets wat in het regeerakkoord
staat, om onze rechtsstaat, om tegemoetkoming aan omwonenden en de
rechter en vooral om het goed informeren van de Kamer.
Minister Madlener:
Ik heb ook de zorg over de belasting van dit alles. Het is allemaal niet
gratis. Een onderzoek doen naar iets wat wij niet van plan zijn, zie ik
niet als zinvol, en daarmee als een verspilling van
overheidsmiddelen.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 547.
Minister Madlener:
Dan de motie op stuk nr. 547, ook van het lid Kostić: "verzoekt de
regering om in het kader van goed bestuur te voorkomen dat
vlootvernieuwing vooral op papier een verschil maakt, maar niet in de
dagelijkse praktijk". De vlootvernieuwing zorgt wel degelijk voor minder
hinder. Toestellen zijn aantoonbaar stiller en dat zorgt voor minder
geluidsoverlast. Daarnaast monitoren we op dit moment ook hoe omwonenden
luchtvaartgeluid ervaren. Eén keer per vier jaar wordt door de GGD een
gezondheidsmonitor uitgevoerd waarin luchtvaartgeluid wordt meegenomen.
Deze gezondheidsmonitor maakt inzichtelijk hoe het geluid van de
luchtvaart ervaren wordt, dus ik zie geen noodzaak om nog aanvullende
acties hierop te ondernemen. Daarmee wil ik de motie op stuk nr. 547
ontraden.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Eigenlijk hoor ik niet waarom de minister deze motie ontraadt. De motie
verzoekt de regering om in het kader van goed bestuur te voorkomen dat
vlootvernieuwing vooral op papier een verschil maakt en geen verschil
maakt in de dagelijkse praktijk van omwonenden. Volgens mij sluit dit
aan bij de wens van de minister. Kan hij dit gewoon omarmen en dan
misschien kijken naar die monitoring en kan hij hier dan specifiek over
terugkoppelen aan de Kamer? Dat zou in ieder geval een kleine stapje
winst zijn. Is de minister daartoe bereid?
Minister Madlener:
De ervaren geluidshinder wordt dus al gemonitord door de GGD. Verder
gaan we in de regelgeving natuurlijk uit van de laatste inzichten in
hoeveel geluid een vliegtuig maakt. Dan zie je dat nieuwe vliegtuigen
ook stiller zijn. Dat nemen we dus mee in de geluidswinst die we willen
boeken. Ik zie dus eigenlijk geen toegevoegde waarde hiervan.
De voorzitter:
Afrondend, lid Kostić.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Dan is de minister toch een beetje aan het improviseren. De omwonenden
laten zien dat die impact er nog onvoldoende of niet is. Ik zeg: zorg
nou dat het niet alleen een papieren werkelijkheid is en koppel
specifiek terug naar de Kamer over de impact van de vlootvernieuwing.
Dat hoor ik niet terug van de minister. Dat vind ik jammer. Ik zet de
motie door en ik hoop dat de Kamer die wil omarmen.
Minister Madlener:
We moeten natuurlijk uitgaan van objectieve metingen. De subjectieve
geluidsbeleving is natuurlijk ook van belang, ook voor hoe je bouwt. Die
wordt dus ook in kaart gebracht, maar in de nieuwe regelgeving baseer ik
mij op objectieve metingen.
Dan kom ik bij motie op stuk nr. 548 van De Hoop, Kostić en Bamenga. De
motie verzoekt om de nieuwe normen voor geluid en luchtkwaliteit te
baseren op wetenschappelijk herleidbare criteria voor gezondheid en
leefbaarheid. Als ik de motie zo mag interpreteren dat we kijken naar de
laatste wetenschappelijke kennis en die betrekken in onze overwegingen,
dan kan ik 'm oordeel Kamer geven. Uiteraard staan wij open voor alle
inzichten. Uiteindelijk is het natuurlijk een politieke afweging hoe we
daarmee omgaan en hoe we dat in normen gaan vertalen. Als het een oproep
is om dit mee te wegen, zeg ik ja. Maar het moet niet volledig leidend
zijn, want uiteindelijk blijft het een politieke keuze.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik neem aan dat de minister die ook weer verantwoordt in de Kamer
voordat we een nieuw luchtvaartverkeerbesluit krijgen en dat we dan ook
over die waarden met elkaar spreken.
Minister Madlener:
Natuurlijk kunnen we altijd spreken over inzichten of verschil van
inzichten, want dat zal er ook zeker zijn. Maar uiteindelijk is het wel
aan de politiek om hier een oordeel over te geven. Ik laat een
wetenschappelijk debat, hoe dat ook gevoerd wordt, niet leidend zijn in
deze discussie, maar het weegt uiteraard mee in de inzichten die we met
elkaar delen. Daar kunnen we zeker het debat over voeren.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Daarmee omarm ik de appreciatie van de minister, dus dank daarvoor. Ik
heb er nog wel één vraag over. Ik zag dat in de beantwoording van de
minister aan de Eerste Kamer stond "de grenswaarden in handhavingspunten
zullen gedimensioneerd zijn op 478.000 vluchten", maar ik ga ervan uit
dat gezondheidsnormen en milieunormen daarbij wel leidend zijn; in de
RBV-zaak is ook gezegd dat het kabinet dat moet doen.
Minister Madlener:
Wij denken met dit pakket te voldoen aan de eisen uit de RBV-zaak. In
die zin zie ik daar geen spanning tussen. Het is juist bedoeld om
daaraan te voldoen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 548 krijgt daarmee oordeel Kamer. We gaan door naar
de motie op stuk nr. 549.
Minister Madlener:
De motie op stuk nr. 549 van Bamenga, Kostić en De Hoop verzoekt in het
integrale normenstelsel normen voor ultrafijnstof en pfas op te nemen en
naast gemiddelde geluidsbelasting ook normen op te nemen voor
piekbelasting, rustperiodes en nachtsluitingen. Op dit moment wordt er
dus gewerkt aan een nieuw stelsel om luchtvaart te reguleren op basis
van milieunormen. Voor pfas zal er een Europese regeling komen. Die
zullen we eerst bestuderen. Ik werk op dit moment niet aan normen voor
ultrafijnstof en pfas in de luchtvaart. Naar piekgeluid kijken we echter
wel. Daarom moet ik de motie ontraden.
Dan de motie op stuk nr. 550 van het lid Baudet.
De voorzitter:
Een ogenblik. De heer Bamenga.
De heer Bamenga (D66):
Zou de minister kunnen toelichten waarom daar niet aan gewerkt wordt?
Dit zijn toch wel stoffen die volgens de wetenschap zeer schadelijk
zijn. Ook vandaag kregen we weer zeer verontrustende nieuwsberichten
daarover. Ik zou dus eigenlijk op z'n minst van de minister willen
weten: waarom dan niet uitgerekend deze stoffen?
Minister Madlener:
Voor ultrafijnstof en zeer zorgwekkende stoffen is er op dit moment geen
wetenschappelijke grenswaarde om de normering op te baseren. Voor pfas
wordt een regeling verwacht. Die zullen we moeten afwachten. Dus
piekgeluid: ja. Maar wat betreft de andere vragen van het lid Bamenga
geldt: of we moeten het afwachten, of ik heb er nu geen norm voor.
De heer Bamenga (D66):
Ik hoop dat de minister zelf ook hoort dat wat hij nu zegt in strijd is
met wat hij net hiervoor heeft gezegd. Net gaf de minister namelijk aan
dat het niet aan de wetenschap is om hiervoor normen te gaan bepalen,
maar aan de politiek. Nu zegt de minister het andersom. Het is juist aan
ons om hiervoor de normen te bepalen. De wetenschap heeft al aangegeven
dat het zeer schadelijk is. Daarom vragen we met deze motie aan de
politiek om hier normen voor op te stellen. Zou de minister dat met ons
willen doen?
Minister Madlener:
Op dit moment dus niet.
De voorzitter:
We gaan door naar de motie op stuk nr. 550.
Minister Madlener:
De motie op stuk nr. 550 van het lid Baudet. Die verzoekt om voor de
bepaling van nachtelijke geluidsoverlast … O ja, de heer Baudet meent
dat geluidshinder van treinen binnenshuis wordt gemeten. We hebben in
het debat hierover gewisseld en ik heb het nog eens nagevraagd.
Treingeluid wordt niet binnenshuis gemeten. Het wordt op de gevel
gemeten, niet achter de gevel. Dat zou ook heel lastig zijn, want ieder
huis is anders. Daarbij zijn er ook mensen die met een open raam willen
slapen. Ieder huis is anders. Je kunt geluidsmetingen het beste baseren
op een objectieve plek, namelijk buitenshuis. Binnenshuis zou dat echt
onwerkbaar worden. Ieder huis is anders, iedere slaapkamer is anders en
als je een raam openzet, heb je veel meer geluid dan als je ramen
dichtzitten. Ik vind dit dus een onwerkbare motie. Ik zou dat echt
afraden. Ik ontraad de motie dan ook.
De heer Baudet (FVD):
Naar aanleiding van ons debat heb ik met diverse mensen uit de
luchtvaartsector gesproken, zowel die middag als daarna nog. Ik snap —
dat heb ik toen trouwens ook tegen de minister gezegd — dat elk huis
anders is. Dat geldt trouwens ook voor elk persoon. Elk trommelvlies is
anders. Toch hebben we normen. Het hele punt van die spoorwegmetingen,
niet alleen die op gevels, maar ook op diverse plekken in wat ze
"standaardwoonomgevingen" noemen ... Er wordt wel degelijk gekeken hoe
het vanuit de trilling op de gevel doorwerkt in het huis. Daar gaat het
namelijk om. Dit is gewoon een fantastisch voorbeeld van hoe een linkse
bias, een antiluchtvaartbias, is ingebouwd in het meetproces. Ik begrijp
niet waarom deze minister dat verdedigt. Ik snap wel dat er bezwaren
zijn. Iedereen begrijpt dat niet ieder huis even gehorig is. Toch
begrijpt ook iedereen dat het, over het algemeen, in een normaal huis
een stuk beter geïsoleerd is dan in de open lucht. Dus als het de
bedoeling is dat mensen 's nachts rustig kunnen slapen, slaat het
nergens op dat je buiten gaat meten.
De voorzitter:
Oké.
De heer Baudet (FVD):
Het slaat gewoon nergens op. Waarom kan de minister niet zeggen: ik ga
dit onderzoeken?
De voorzitter:
De minister.
De heer Baudet (FVD):
Hij staat toch voor de luchtvaart?
Minister Madlener:
De heer Baudet weet natuurlijk prima dat, als je een norm wil stellen,
die objectiveerbaar moet zijn. Dat kan niet binnenshuis, want ieder huis
is anders. Ieder persoon is anders. De ene mens slaapt met oordopjes; de
andere soms niet. Het is natuurlijk geen objectieve meting meer als je
gaat zeggen ... Want welk huis neem je dan? Het is dus gewoon
onwerkbaar. Dat weet de heer Baudet zelf ook. Ik snap wel wat hij zegt:
hou rekening met wat je binnenshuis beleeft. Dat doen we ook. Er zijn op
dit moment interessante onderzoeken bezig naar hoe we rond Schiphol
kunnen bouwen op een manier waarop je minder geluid ervaart. Het is echt
indrukwekkend hoe je anders met geluid kunt omgaan in je omgeving. Daar
kun je heel veel mee behalen. In die zin snap ik de oproep van de heer
Baudet: kijk ook wat je binnenshuis kunt doen om de overlast te
verminderen. Bij het stellen van een objectieve norm en bij het de
luchtvaartmaatschappijen daaraan houden zal ik alleen toch echt naar
objectieve criteria moeten zoeken. Dat is niet binnenshuis.
De voorzitter:
Afrondend, de heer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
Ook buitenshuis verschilt het heel erg. Is het bewolkt? Staan er veel
bomen? Waait het? Een norm is nooit volledig objectief. Het is altijd
aan allerlei criteria gebonden. Maar het centrale punt is toch evident?
Stel dat wij zeggen: het is te hard om 's nachts buiten, in de open
lucht, te kunnen slapen. Dat slaat toch nergens op? Niemand slaapt toch
in de open lucht? Ik begrijp werkelijk niet waarom dat zo moeilijk te
begrijpen is. Ik ben verbijsterd dat een PVV-minister dit PvdA-antwoord
loopt te geven.
Minister Madlener:
Een objectieve norm is helemaal geen PvdA-antwoord. Dat is gewoon heel
tastbaar en uit te leggen. Als je naar een niet-objectieve norm gaat,
namelijk een soort binnenshuismeting, dan heb je eigenlijk geen norm.
Ieder huis is namelijk anders. Je krijgt dan zoveel discussie. Het is
gewoon niet eens werkbaar. Ik begrijp wel waarom de heer Baudet het
zegt. Natuurlijk, mensen slapen binnen. Maar ja, heb je een oud huis of
een nieuw geïsoleerd huis? Of slaap je desnoods in de kelder? Dat geeft
natuurlijk allemaal enorme verschillen. Het is aan de mensen zelf om te
bepalen hoe ze willen slapen. Ik moet een objectieve norm hebben. We
willen naar meer metingen en naar een handhaafbaar stelsel. Dan kan ik
mijn metingen natuurlijk niet baseren op huis x of huis y. Dat is gewoon
niet werkbaar.
De voorzitter:
We gaan door naar de motie op stuk nr. 551.
Minister Madlener:
De motie op stuk nr. ...
De voorzitter:
... 551.
Minister Madlener:
De motie op stuk nr. 551, precies. Die is ook van de heer Baudet. De
motie verzoekt de regering de modellen te verfijnen en de
geluidscorrectie voor vernieuwde vliegtuigen te benchmarken op
daadwerkelijk gemeten geluidsvermindering van de vliegtuigen. We
harmoniseren de rekenmethode. Die heet "Doc.29". Die gaat ook voor
Schiphol gelden. Het is een Europese norm. Daarop gaan we het baseren.
Daarom zie ik op dit moment geen reden om de modellen aan te passen. We
willen naar een objectieve Europese norm.
Dan de motie op stuk nr. 552 van de heer Baudet.
De voorzitter:
Wat was het oordeel?
Minister Madlener:
Het oordeel is: ontraden.
De motie op stuk nr. 552. De heer Baudet vraagt om van de voorgenomen
verhoging van de vliegtaks af te zien. Helaas zit er geen dekking bij.
Dit is gewoon een opdracht uit het regeerakkoord. Die heb ik uit te
voeren, maar als er een alternatieve dekking gevonden is, verneem ik dat
natuurlijk graag. Ik moet deze motie dus ontraden.
Dan had ik nog een spreekt-uitmotie van de heer Baudet, op stuk nr.
553.
De voorzitter:
Die hoeft u niet te doen. Dat is een spreekt-uitmotie. Die is aan de
Kamer.
Minister Madlener:
Ja, maar ik wil hier wel nogmaals bevestigen — want ik denk dat het de
heer Baudet daarom te doen is — dat de Europese norm 6% gaat zijn en dat
alles daarboven vrijwillig is. Het is echt aan luchtvaartmaatschappijen
zelf om te beoordelen of zij dat gaan hanteren en of zij tot een hogere
norm willen komen. Misschien willen ze dat als daar een commerciële
reden voor is. Misschien willen mensen soms meer CO2-neutraal
vliegen of zo en is daar een markt voor. Dan is dat mogelijk, maar het
is dus vrijwillig. Dat wil ik hier bevestigd hebben en zo lees ik de
motie ook.
Ik had nog een aantal vragen gekregen.
Ten eerste is dat de vraag van de heer De Groot: kan ik de brief van de
Europese Commissie openbaar maken? Dat kan ik doen als ik haar
toestemming daarvoor heb, dus ik zal hier toezeggen om die toestemming
te vragen. Als ik die toestemming krijg, zal ik de brief openbaar maken,
maar als ze dat niet willen, dan kan ik dat niet doen.
De heer Peter de Groot (VVD):
Ik ga ervan uit dat het in principe geen probleem zou moeten zijn, omdat
we de vorige stukken ook hebben ontvangen van de Europese Commissie,
maar daar wacht ik dan op. Kan de minister een indicatie geven wanneer
dat is? Is dat komende week? Kan dat?
Minister Madlener:
Ik weet niet of de Europese Commissie ook meivakantie heeft. Ik ga mijn
best doen. Ik ga zo snel mogelijk kijken of we hier een antwoord op
kunnen krijgen. Dat moet niet te lang duren, lijkt me.
Dan heb ik nog een vraag van het lid Boutkan van de PVV over het gebruik
van primaire en secundaire banen. Je ziet toch meer secundaire banen in
gebruik vanwege een aantal zaken die spelen. Die zonnepanelen vormen
natuurlijk een heel lastig onderwerp. Ook de NAVO-top en baanonderhoud
nopen soms tot secundairebaangebruik. Gelukkig zijn die secundaire banen
er, want het is natuurlijk ook hun functie dat je uit kunt wijken door
omstandigheden die je soms niet kunt voorzien. Het beleid blijft dus: de
primaire banen moeten primair zijn en slechts indien het noodzakelijk
is, moet je uitwijken naar secundaire banen. Ik zal hierover ook, zoals
ik eerder heb toegezegd, terugkoppelen hoe LVNL hiernaar kijkt.
De heer El Abassi (DENK):
Bij de motie op stuk nr. 543 had ik …
De voorzitter:
Sorry, hoor. De moties hebben we gehad. We hebben nu al twee keer zoveel
spreektijd gebruikt voor de beide tweeminutendebatten. We zouden er al
bijna vier voltooid moeten hebben. Nu gaat u terugkomen op moties die de
minister al beoordeeld heeft. Ik vind dat ingewikkeld.
De heer El Abassi (DENK):
Ik wil best gaan zitten, hoor, voorzitter, maar u kunt voorkomen dat ik
die motie in stemming breng. Maar goed, dan ga ik wel zitten.
De voorzitter:
Ja, oké, maak uw punt, maar ik wil de leden wel oproepen om nu niet weer
nieuwe discussies te openen, want dit loopt uit de hand in de tijd. Dat
komt ook omdat leden — ook dat is een probleem — pas heel laat aangeven
dat ze ook nog willen spreken. De sprekerslijsten worden dus elke keer
op de dag van het debat langer. Ik zeg niet dat dat voor u tweeën geldt,
maar dat maakt dat we onmogelijk onze plenaire agenda fatsoenlijk kunnen
plannen en op een beetje christelijke tijden de vergaderingen kunnen
sluiten. Vannacht is het 1.45 uur geworden.
De heer El Abassi (DENK):
Toch dank, voorzitter. De reden dat ik hierop terugkwam, was ook dat
zonet heel kort de motie van de heer Baudet werd behandeld, waarbij
gesproken werd over de vliegtaks. Mijn motie op stuk nr. 543 werd om
dezelfde reden ontraden. Ik wil alleen even verduidelijkt hebben
richting de minister dat het bij mijn motie niet ging om de vliegtaks.
We hebben het hier namelijk niet over de luchtvaart maar over Schiphol.
Het ging mij om de luchthavenheffing, om de passagiersheffing, om
toegang tot slots en om het toelaten van prijsvechters op Schiphol. Daar
ging het mij om met deze motie. De vraag was of de minister daarover in
gesprek wil met Schiphol.
Minister Madlener:
Ik ben natuurlijk altijd in gesprek met Schiphol en we hebben ook zeker
aandacht voor tarieven en voor investeringen die leiden tot hogere
tarieven, maar luchtvaartmaatschappijen bepalen toch echt zelf hun
tarieven. Kijk, de taks die ik moet invoeren, komt uit het
regeerakkoord. Daar kan ik niks aan doen. De tarieven hangen natuurlijk
af van vele factoren, waaronder de prijs van ruwe olie op de markt en
natuurlijk de kerosineprijs. Ik begrijp de zorgen dus, maar ik heb
weinig handelingsmogelijkheden. De Europese Commissie kan wel
onderzoeken of tarieven in strijd zijn met het Europese
mededingingsrecht. De Autoriteit Consument & Markt kan ook een
onderzoek doen, maar verder zijn het echt de luchtvaartmaatschappijen en
de luchthaven zelf die hun tarieven bepalen.
De heer Boutkan (PVV):
Ik had de minister de vraag gesteld of hij dat overleg met
Luchtverkeersleiding Nederland heeft gehad over die primaire en die
secondaire banen en, zo ja, wat de uitkomst daarvan was en op welke
termijn wij deze uitkomst kunnen verwachten. Dat was vraag één. De
tweede vraag ging over het proces met betrekking tot de zonnepanelen. In
het commissiedebat was er helaas niet genoeg tijd. De vraag was of er
een brief kon komen met de procedures en een tijdlijn met daarin wie,
wat en wanneer.
Tot slot nog over de reactie van de minister op de motie die door mijn
collega's niet mocht worden ingediend.
De voorzitter:
Nee, nee, nee, nee.
De heer Boutkan (PVV):
Ik ben blij dat hij daar een reactie op heeft gegeven.
De voorzitter:
Nee, nee, nee, nee, nee, nee, dit is buiten de orde verklaard.
Minister Madlener:
De zonnepanelen en andere omstandigheden, de NAVO-top en baanonderhoud
leiden allemaal tot meer secundair baangebruik. Ik heb toegezegd
hierover het gesprek aan te gaan. Ik zal dat op korte termijn
terugkoppelen met de Kamer. Verder moet ik het bij het antwoord houden
dat ik eerst gegeven heb: die zonnepanelen zijn een heel lastige
kwestie, waarvoor de gemeente in eerste instantie zelf verantwoordelijk
is. We proberen wel hulp te bieden en waar nodig echt druk te leggen,
zodat dit wordt opgelost. Maar goed, het is lastig. We zijn nu samen met
de gemeente aan het werken aan een oplossing, maar het leidt tot meer
secundair baangebruik. Daar heeft de heer Boutkan gewoon gelijk in. Dat
is ongewenst, maar gelukkig is het wel mogelijk om uit te wijken, want
anders zou je gewoon minder kunnen vliegen. Dat zou een veel groter
probleem zijn. Het is dus helaas zo dat dit tot overlast leidt. We
proberen dat zo veel mogelijk te beperken. Ik zal binnenkort aan de heer
Boutkan laten weten hoe wij de komende tijd voor ons zien.
De heer Boutkan (PVV):
Ik ben blij met dit antwoord. Ik richt mij echter toch tot de minister.
Dadelijk krijgen we ook weer het najaar. Hopelijk schijnt de zon dan nog
steeds, maar dan is er weer overlast. In de tussenliggende fase moet er
dus wel een oplossing komen. In de brief willen we dan ook graag het
antwoord zien hoe dit opgepakt wordt.
Minister Madlener:
Ik zal inderdaad een soort tijdlijn proberen te schetsen, maar
natuurlijk werken we aan een oplossing. Die moet er gewoon komen. Dat
ben ik helemaal eens met de heer Boutkan. De gemeente begrijpt dat ook.
We werken hier met man en macht aan en ik zal zo snel mogelijk laten
weten hoe we de toekomst voor ons zien.
De voorzitter:
De minister vervolgt zijn betoog.
Minister Madlener:
Dan had ik nog een vraag van de heer Boutkan over de NAVO-top. Die heb
ik net eigenlijk ook al beantwoord. En over de zonnepanelen hebben we
het ook al gehad.
Dat was het.
De voorzitter:
Dank u wel. We zijn aan het einde gekomen van dit debat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Op 13 mei gaan we stemmen over de ingediende moties. We schorsen niet,
want we gaan door met dezelfde bewindspersoon. Inmiddels is ook de
staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aangeschoven.