Tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving (CD 9/4) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D19182, datum: 2025-04-24, bijgewerkt: 2025-04-25 09:36, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-04-24 12:25: Tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving (CD 9/4) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de orde is het tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving (CD d.d. 09/04).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat
Klimaatakkoord gebouwde omgeving. Ik heet de minister van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van harte welkom, temeer daar
zij vanochtend om 1.45 uur ook nog hier in de zaal was, net als een
aantal woordvoerders die ik zie, trouwens. Er hebben zich tien leden
ingeschreven, allemaal met spreektijd. Ik hoop dat het geen aanleiding
geeft tot heel veel nieuwe vragen, maar dat het echt over het gevoerde
commissiedebat gaat. Dat gaan we merken bij de eerste spreekster,
mevrouw Beckerman. Zij heeft het debat aangevraagd. Ze gaat het woord
voeren namens de Socialistische Partij. Gaat uw gang.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dat klopt, voorzitter. Goeiemiddag. Twee weken geleden heeft de minister
het nieuwe WoonOnderzoek gepresenteerd. Daaruit blijkt dat het aantal
woningen met schimmel toeneemt. Veel huurders worden ziek van hun eigen
huis. In het commissiedebat heb ik onder andere verteld over de Van der
Pekbuurt in Amsterdam. Daarvan is een "verkrotte droom" gemaakt, zoals
een prachtige documentaire heet. Heel veel van die huurders verliezen
eigenlijk zeggenschap over en plezier in hun woning. Daarom de volgende
motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat veel woningen kampen met vocht- en schimmelproblemen
die leiden tot gezondheidsklachten;
overwegende dat eerder aangenomen moties voor een landelijk actieplan
tegen schimmelwoningen nog onvoldoende zijn opgevolgd;
verzoekt de regering om alsnog met spoed met een landelijk actieplan
tegen schimmelwoningen te komen, in samenwerking met
huurdersorganisaties, gemeenten en woningcorporaties, en dit uiterlijk
in het najaar van 2025 aan de Kamer te presenteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.
Zij krijgt nr. 1325 (32847).
Mevrouw Beckerman (SP):
Voorzitter. Dan de tweede motie. Die dien ik samen met collega Peter de
Groot in. Al een aantal jaren lang vragen de fracties van SP en VVD
gezamenlijk — dat is al bijzonder genoeg — aandacht voor de kwaliteit
van energielabels. Keer op keer komen er toch weer berichten over fraude
met energielabels. Daardoor zitten mensen in een slechtere woning dan ze
denken. Huurders betalen te veel. De problemen zijn bekend. Wij willen
daar toch nog een motie over indienen, om zowel eigenaren als huurders
beter te helpen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er structurele problemen zijn met fraude en gebrekkige
kwaliteit van energielabels;
overwegende dat burgers nu nauwelijks mogelijkheden hebben om bezwaar te
maken of om een onafhankelijke beoordeling te verkrijgen;
verzoekt de regering een geschillencommissie in te stellen waar huurders
en kopers terechtkunnen bij twijfel over de kwaliteit van het
energielabel,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman en Peter de
Groot.
Zij krijgt nr. 1326 (32847).
Mevrouw Beckerman (SP):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Hartelijk dank. We gaan luisteren naar de heer Grinwis. Ik zie hem even
niet, dus we wachten even, maar niet op hem. Ik geef het woord aan
mevrouw Bruyning. O nee, sorry. Ik ben afgeleid. Het lid Kostić voert
eerst het woord, met instemming van mevrouw Bruyning. Ze heeft namelijk
ook een ander commissiedebat. Ze doet dat namens de Partij voor de
Dieren.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Heel fijn, voorzitter. Groen zorgt voor schone lucht en gratis
verkoeling. Het is onmisbaar in de strijd tegen de klimaatcrisis. Groen
maakt kinderen slimmer en scheelt miljoenen aan zorgkosten per jaar. De
Kamer, bouwende partijen en gemeenten hebben de minister duidelijk
meegegeven dat ze in moet zetten op meer natuurinclusieve gebouwde
omgeving. Ik roep de minister dus nogmaals op om de kansen van het groen
echt te benutten en er niet alleen maar obstakels in te zien.
Ik heb één motie over eDNA, eigenlijk als een soort
informatieverzoek.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het mogelijk moet zijn goed geïsoleerde woningen te
realiseren met respect en bescherming voor wilde dieren en dat hiervoor
met provincies al een pad is uitgezet;
constaterende dat de minister van VRO echter opeens in de
Omgevingsregeling de eDNA-methode als een erkende maatregel
aanwijst;
overwegende dat provincies als bevoegd gezag zich met hun juristen
verzetten tegen dit besluit, omdat ze constateren dat eDNA nog
onvoldoende uitgewerkt is, dat het besluit van de minister de al
ingezette oplossingen en afspraken over natuur inclusief isoleren
schaadt, en dat er grote juridische bezwaren zijn,
overwegende dat ook RVO en de Zoogdiervereniging vergelijkbare bezwaren
hebben geuit;
overwegende dat provincies en de Zoogdiervereniging constructief hebben
aangegeven hoe het beter kan en dat eDNA als aanvullend instrument zou
kunnen werken, maar dat als het niet zorgvuldig wordt uitgewerkt en
ingepast, onder andere bedrijven straks alsnog in grote problemen
komen;
overwegende dat de minister in het commissiedebat heeft aangegeven dat
ze geen problemen ziet met haar besluit over eDNA, maar dit nog niet
onderbouwd heeft;
overwegende dat de minister heeft toegezegd in gesprek te gaan met de
provincies hierover;
overwegende dat het belangrijk is dat de Kamer goed wordt geïnformeerd
(artikel 68 Grondwet), om haar controlerende en kaderstellende taak te
kunnen uitvoeren;
verzoekt de regering om voor het zomerreces aan de Kamer:
een zorgvuldige juridische en wetenschappelijke onderbouwing te sturen van haar keuze om eDNA als een geschikte methode aan te wijzen in de Omgevingsregeling, waarin ze in ieder geval ingaat op de zorgen en argumenten van de provincies en de Zoogdiervereniging;
terug te koppelen wat met de provincies en de Zoogdiervereniging is besproken en wat de conclusies zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kostić.
Zij krijgt nr. 1327 (32847).
Kamerlid Kostić (PvdD):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we nu luisteren naar mevrouw Bruyning. Ik meld even
dat de heer Grinwis zich had afgemeld. Dat had ik nog niet op mijn
papiertje staan. Mevrouw Bruyning voert het woord namens de fractie van
Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank, voorzitter. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat hittestress in dichtbebouwde stedelijke gebieden
toeneemt, met negatieve gevolgen voor gezondheid, leefbaarheid en het
binnenklimaat;
overwegende dat gevelgroen een bewezen effectieve en kostenefficiënte
maatregel is om oppervlaktetemperaturen van gevels met tot 15 graden
Celsius te verlagen en de binnentemperatuur met 1 à 2 graden Celsius te
reduceren;
overwegende dat bewoners in veel gemeenten een vergunning nodig hebben
om gevelgroen aan te brengen, terwijl juist laagdrempelige vergroening
noodzakelijk is om de leefomgeving klimaatrobuuster te maken;
verzoekt de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
om:
een landelijke instructieregel voor te bereiden die gemeenten verplicht om in hun omgevingsplan op te nemen dat het aanbrengen van gevelgroen onder redelijke voorwaarden vergunningsvrij is;
deze instructieregel uiterlijk in het vierde kwartaal van 2025 in werking te laten treden;
de instructieregel te ondersteunen met een landelijke communicatiecampagne gericht op bewoners en vve's,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bruyning en Welzijn.
Zij krijgt nr. 1328 (32847).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er signalen zijn van fraude bij de toekenning van
energielabels, zoals recentelijk onderzocht en gerapporteerd door Het
Financieele Dagblad;
overwegende dat het energielabel van invloed is op de hoogte van de
huurprijs, de koopprijs van woningen en de hoogte van de hypotheek die
verstrekt kan worden;
overwegende dat onjuiste of frauduleuze energielabels daardoor kunnen
leiden tot misleiding van consumenten, oneerlijke concurrentie en
onterechte financiële voordelen;
constaterende dat er in 2025 een wetsvoorstel aan de Kamer voorgelegd
zal worden om de onafhankelijke toezichthouder te introduceren en het
toezicht verder vorm te geven;
verzoekt de minister om te verkennen wat er nodig is om datagedreven
metingen de norm te maken bij het vaststellen van een energielabel,
daarbij financiële instellingen zoals banken te betrekken om de voor hen
mogelijke gevolgen in kaart te brengen wanneer een woning voorzien
blijkt van een te hoog energielabel, en haar bevindingen uiterlijk
september 2025 met de Kamer te delen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bruyning en Welzijn.
Zij krijgt nr. 1329 (32847).
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Rooderkerk. Zij voert het woord namens de fractie van D66.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dank, voorzitter. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het stoppen van de salderingsregeling leidt tot een
langere terugverdientijd voor zonnepaneelbezitters;
overwegende dat het verhogen van het eigen verbruik van zonnestroom de
terugverdientijd kan verkorten en goed is voor het tegengaan van
netcongestie;
overwegende dat de ISDE niet is ingericht op het verhogen van het eigen
gebruik;
verzoekt de regering om werk te maken van een flexbonus, door:
technologieën die het eigen verbruik verhogen toe te voegen aan de ISDE;
in de ISDE interoperabiliteit met zonnepanelen op te nemen als randvoorwaarde voor relevante technieken, zoals warmtepompen;
te verkennen of het wenselijk is dat zonnepaneelbezitters extra subsidie kunnen ontvangen wanneer zij maatregelen nemen die het eigen verbruik verhogen en het net ontlasten en, zo ja, hoe dit vormgegeven kan worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Rooderkerk.
Zij krijgt nr. 1330 (32847).
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Kröger. Zij voert het woord namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik heb drie moties, dus ik ga rap lezen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het kabinet verhuurders van woningen met de slechtste
energielabels gaat verplichten om deze woningen voor 2029 te
verduurzamen;
overwegende dat deze verplichting zowel nodig is voor energiebesparing
als voor het betaalbaar houden van de woonlasten en voor de gezondheid
van huurders;
overwegende dat als deze plicht niet wordt nageleefd in de huidige
plannen verhuurders gemeenten een boete moeten betalen, maar huurders
daar geen voordeel van hebben terwijl ze dan nog wel met een hoge
energierekening zitten;
overwegende dat in het geval van een huurgebrek de Huurcommissie
huurkortingen kan opleggen;
verzoekt de regering om energielabels E, F en G vanaf 2029 aan te wijzen
als huurgebrek en de Huurcommissie de bevoegdheid te geven om dan een
navenante huurkorting op te leggen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.
Zij krijgt nr. 1331 (32847).
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dan de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in de sociale huursector de laatste jaren een
inhaalslag gaande was met de aanleg van zonnepanelen;
constaterende dat na de afschaffing van de salderingsregeling de
netto-opbrengst voor veel huurders vrijwel nul wordt of zelfs
negatief;
overwegende dat juist huurders vaak relatief veel te winnen hebben bij
een betaalbare energierekening;
overwegende dat het onwenselijk zou zijn als huurders hun verhuurder
verzoeken om zonnepanelen weer van het dak te halen, maar een deel dit
nu wel overweegt;
verzoekt de regering om een deel, waarvan de hoogte bepaald wordt in
overleg met Aedes, van de restwaarde van zonnepanelen af te kopen van
woningbouwcorporaties zodat de servicekosten kunnen worden verlaagd tot
een punt waarop zonnepanelen aantrekkelijk blijven voor huurders,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Beckerman.
Zij krijgt nr. 1332 (32847).
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Tot slot, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat natuur en energiebesparing samen kunnen gaan als het
goed wordt aangepakt;
overwegende dat in december 2023 Rijk en provincies afspraken hebben
gemaakt over natuurvriendelijk isoleren maar de toegezegde gedragscode
natuurvriendelijk isoleren nog niet is opgesteld;
overwegende dat eDNA nog inhoudelijke en juridische onzekerheden kent en
niet alle diersoorten detecteert, waaronder gebouwgebonden vogels als
mussen en zwaluwen;
overwegende dat eDNA in de huidige vorm daarom juridische risico's voor
bedrijven, medeoverheden en woningeigenaren meebrengt;
verzoekt de regering om zo snel mogelijk de gedragscode NVI alsnog vast
te stellen in afstemming met de provincies, en de Kamer hier voor de
zomer over te informeren;
verzoekt de minister om in overleg met de provincies eDNA als erkende
maatregel ecologisch en juridisch te optimaliseren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Kostić.
Zij krijgt nr. 1333 (32847).
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Flach. Hij voert het
woord namens de fractie van de SGP.
De heer Flach (SGP):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb tijdens het commissiedebat gewezen op de
mogelijkheden voor ontzorging van huishoudens bij het verduurzamen van
hun woningen. Met een aanpak via gemeentelijke verduurzamingsregelingen
en de inzet van de baatbelasting kun je meters maken terwijl het Rijk
geen geld hoeft op te hoesten. Ik zie hierin beweging. Waar dit eerst
"juridisch onmogelijk" werd genoemd, zegt de minister nu namelijk dat
het juridisch kwetsbaar is. Verschillende juristen hebben inmiddels
aangegeven dat het gewoon kan. De minister schrijft dat het heffen van
die belasting beperkt moet zijn tot de gemeentelijke huishouding. Daar
zitten voldoende aanknopingspunten, gelet op de warmteplannen waar
gemeenten mee aan de slag moeten, de netcongestieproblematiek en de
armoedebestrijding. Ik stel dus nogmaals dezelfde vraag. Wil de minister
met een proactieve houding in gesprek blijven met betrokken overheden en
partijen en de Kamer informeren over de inhoud van deze
gesprekken?
Ik vroeg tijdens het commissiedebat ook om extra geld voor het
Warmtefonds. Uit de Voorjaarsnota blijkt dat er in 2028 108 miljoen en
in 2029 27 miljoen extra naar het Warmtefonds gaan. Hoewel er volgens
mij meer nodig is, zie ik dit wel als een eerste mooie stap.
Tot slot dien ik nog een motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bij de bepaling van het energielabel in geval van
aanwezigheid van een warmtenet wordt gewerkt met een forfaitaire
waarde;
overwegende dat dit leidt tot de situatie waarin de waarde van een
warmtenet niet altijd goed terugkomt in het energielabel;
overwegende dat hierdoor soms voor minder duurzame oplossingen wordt
gekozen, terwijl een collectief warmtenet gunstiger is;
overwegende dat zeker bij nieuwe woningen, die reeds voldoen aan de
BENG-eisen en voldoende geïsoleerd zijn, het wenselijk is dat de
voordelen van een warmtenet terugkomen in het energielabel;
verzoekt de regering te bezien hoe de aanwezigheid van een warmtenet
beter tot uitdrukking kan komen in het energielabel, en daarbij indien
nodig onderscheid te maken tussen nieuwe en bestaande woningen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Flach en Grinwis.
Zij krijgt nr. 1334 (32847).
De heer Flach (SGP):
Ik kan helaas de beantwoording van de minister niet afwachten, dus ik
reken op een ruimhartig oordeel van de minister op dat punt.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Wijen-Nass. Zij voert het
woord namens de BBB-fractie. Gaat uw gang.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel, meneer de voorzitter. Eén motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat isoleren bijdraagt aan het verlagen van de
energierekening, CO2-uitstoot en bedrijvigheid;
constaterende dat de uitrol van soorten managementplannen kostbaar en
tijdrovend is door onder andere een ecologentekort;
constaterende dat de eDNA-onderzoeksmethode bij ministeriële regeling is
vastgesteld voor het voldoen aan de (specifieke) zorgplicht;
constaterende dat er een eenduidige landelijke lijn natuurvriendelijk
isoleren is en deze nu dreigt te versnipperen waarbij elke provincie
eigen beleid maakt en dit tot veel onduidelijkheid bij burgers en
bedrijven kan leiden;
verzoekt de regering om samen met de provincies en gemeenten zorg te
dragen voor één uniforme landelijke werkwijze waarbij eDNA als
onderzoeksmethode in combinatie met de werkwijze natuurvriendelijk
isoleren kan worden toegepast om de versnelling van de isolatieopgave zo
goed mogelijk te faciliteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wijen-Nass.
Zij krijgt nr. 1335 (32847).
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Ook ik kan niet bij de tweede termijn blijven, omdat ik door moet naar
een commissiedebat. Ik hoop natuurlijk ook op een positief oordeel van
de minister.
Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. De heer De Groot gaat nu het woord voeren namens de
fractie van de VVD. Gaat uw gang.
De heer Peter de Groot (VVD):
Voorzitter. Twee moties. De eerste ziet op de mooie samenwerking met
mevrouw Beckerman van de SP, al eerder gememoreerd in dit
tweeminutendebat. De motie gaat over energielabels. Ik zet me samen met
mevrouw Beckerman al jaren ervoor in om de data die beschikbaar zijn, te
gebruiken bij de juiste waardering van het energielabel om fraude tegen
te gaan. Daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het energielabel van een woning toegekend wordt op basis
van schattingen, de meters van een woning niet worden uitgelezen en het
werkelijke energieverbruik van een woning niet wordt onderzocht;
overwegende dat er gevallen bekend zijn waarbij de werkelijke
energieprestatie van een woning zeer uiteenloopt met de geschatte
energieprestatie van het energielabel van een woning;
constaterende dat verduurzaming hoort te lonen en het inzichtelijk moet
zijn voor huizenbezitters wat verduurzaming opbrengt;
verzoekt de regering om vóór 2030 een energielabel te ontwikkelen op
basis van werkelijke energieprestaties van een woning, bijvoorbeeld door
het uitlezen van energiemeters, zodat de werkelijke energieprestaties
van een woning altijd aansluit bij het energielabel;
verzoekt de regering om met een routekaart te komen voor hoe een
dusdanige meting kan worden ingevoerd,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Peter de Groot en
Beckerman.
Zij krijgt nr. 1336 (32847).
De heer Peter de Groot (VVD):
Voorzitter. Dan de tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat banken strengere eisen stellen bij het verstrekken van
hypotheken voor woningen met een relatief slecht energielabel;
constaterende dat dit gevolgen kan hebben voor het verkrijgen van
hypotheken voor deze woningen en de positie van kopers van deze
woningen;
verzoekt de regering te onderzoeken of starters die hun gekochte woning
niet kunnen of willen verduurzamen op achterstand komen te staan bij het
verkrijgen van een eerste koopwoning;
verzoekt de regering in overleg te treden met de financiële sector als
uit dit onderzoek blijkt dat starters op achterstand komen te
staan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Peter de Groot.
Zij krijgt nr. 1337 (32847).
Hartelijk dank. Tot slot in de termijn van de Kamer is het woord aan de heer Mooiman, die dat voert namens de fractie van de PVV.
De heer Mooiman (PVV):
Yes. Dank u wel, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat nieuwbouwwoningen in 2030 moeten voldoen aan de "Whole
Life Carbon"-normering (WLC) van de Europese Unie en dat de regering in
2027 de uitgangskaders voor Nederland moet hebben bepaald;
overwegende dat Nederland te maken heeft met een woningcrisis en het
daarom verstandig is om de effecten van de WLC op de woningbouwambities
te meten;
verzoekt de regering in kaart te brengen hoe voor Nederland opgestelde
WLC-eisen effect hebben op de realisatie van de
woningbouwambities,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Mooiman.
Zij krijgt nr. 1338 (32847).
Hartelijk dank. Dit tweeminutendebat is maar liefst veertien moties rijk. We gaan vijftien minuten schorsen. Daarna krijgen we een appreciatie.
De vergadering wordt van 13.17 uur tot 13.32 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortzetting van het
tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving. Het woord is aan de
minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
Minister Keijzer:
Dank u wel, voorzitter. Geïnspireerd door de heer Jansen, mijn collega,
de staatssecretaris van IenW, ga ik proberen net zo snel hierdoorheen te
gaan als hij.
De motie op stuk nr. 1325: ontraden. Mevrouw Beckerman wil een nationaal
actieplan. Dat zou komen boven op alles wat we al doen. Daar heb ik in
het commissiedebat uitgebreid over verteld.
De motie op stuk nr. 1326 moet ik helaas ook ontraden. Die staat haaks
op wat ik inmiddels, trouwens ook op verzoek van de Kamer, allemaal al
aan het uitvoeren ben, namelijk de verbeterde klachtenregeling en het
instellen van een publiek toezichthouder. Deze aanpak komt nog voor de
zomer in internetconsultatie. Dit zou weer iets nieuws daarbovenop
zijn.
De motie op stuk nr. 1327 is overbodig. Misschien moet ik hem zelfs
ontraden, want de regeling die ik heb gemaakt, is niet in strijd met de
Omgevingswet en biedt een oplossing voor het voldoen aan de zorgplicht.
De wetenschappelijke en juridische onderbouwing is terug te vinden in de
publicatie van 7 maart jongstleden in de Staatscourant. Ik kan wel
positief reageren op haar pleidooi voor groen in en om de stad. Ik deel
wat zij zegt, namelijk dat dat om allerlei redenen verstandig is om te
doen.
De voorzitter:
Is de motie nu overbodig?
Minister Keijzer:
Nou, doe maar "ontraden".
Dan de motie op stuk nr. 1328 van mevrouw Bruyning en mevrouw Welzijn.
Deze motie moet ik ontraden, omdat die niet past in het systeem van de
Omgevingswet. Dit betreft een medebewindstaak. Daarmee is dit geen
onderwerp waarover het Rijk op grond van artikel 2.25, derde lid, van de
Omgevingswet instructieregels kan opstellen.
Bij de motie op stuk nr. 1329 kan ik het oordeel aan de Kamer laten. De
resultaten van het onderzoek naar meer digitale hulpmiddelen zijn in
oktober '24 met de Kamer gedeeld. We zijn nu aan het kijken hoe dit
uiteindelijk verder kan worden vormgegeven, waarvoor ik in overleg ben
met financiële instellingen.
De motie op stuk nr. 1330 moet ik ontraden. Ik snap wat mevrouw
Rooderkerk beoogt. Het lijkt me ook verstandig om te kijken hoe we dat
zouden kunnen gaan doen, maar de ISDE is daar geen logisch instrument
voor.
De motie …
De voorzitter:
Een ogenblik. Mevrouw Rooderkerk.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
We zijn inderdaad op zoek naar een oplossing voor een groot probleem
door het stoppen van de salderingsregeling en de lange terugverdientijd.
Kan de minister dan toelichten waarom de ISDE daar niet voor geschikt
is? Kan zij wellicht onderzoeken of het mogelijk zou zijn die er
geschikt voor te maken? Het is natuurlijk de vraag wat je daarin
onderbrengt. Wellicht zijn er wel meer opties mogelijk.
Minister Keijzer:
Je kunt in de ISDE geen financiële prikkels geven voor het gebruik van
energie. Wat de ISDE wel doet, is het stimuleren van het plaatsen van
duurzame warmteapparaten. De ISDE is een subsidieregeling. Wat mevrouw
Rooderkerk beoogt, zijn financiële prikkels voor het gebruik van
energie. Daarnaast is het zo dat voor het verwarmen van de eigen woning
zonnestroom beperkt te gebruiken is, aangezien er in de koude maanden
minder zon is.
De voorzitter:
Afrondend, mevrouw Rooderkerk.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Ik snap dat het kort moet, maar ik beoog niet per se financiële prikkels
daarin in te bouwen. Het idee is juist als volgt. Je kunt op dit moment
bijvoorbeeld een zonnepaneel aanschaffen via de ISDE. Je zou daar ook in
kunnen opnemen dat je bijvoorbeeld een warmtepomp via de ISDE kan
aanschaffen. Omdat het dan samenwerkt met je zonnepaneel, ben je
vervolgens aan het besparen. Dat is het idee van zo'n flexbonus. Volgens
mij zou de ISDE daar wel gewoon een goed middel voor kunnen zijn.
Minister Keijzer:
Volgens mij niet. Dit wordt welles-nietes.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dan is het niet logisch waarom niet. Dat is heel onduidelijk.
Minister Keijzer:
Dat heb ik net verteld.
De voorzitter:
De minister gaat door met haar betoog. De motie is ontraden.
Minister Keijzer:
Misschien is het goed dat wij na dit debat nog even contact met elkaar
hebben, want ik begrijp dat mevrouw Rooderkerk nu zegt: de minister
begrijpt mij niet. Dan ben ik altijd bereid om in gesprek te gaan over
waar dat onbegrip aan mijn kant zit. Soms kom je dan verder met
elkaar.
Voorzitter. De motie van mevrouw Kröger op stuk nr. 1331 verzoekt om
energielabels E, F en G aan te wijzen als huurgebrek. Deze motie is
ontijdig. Ze loopt vooruit op de uitwerking van de aangekondigde
normering waar ik mee bezig ben. Ik ben voornemens om voor de zomer een
aangepast Besluit bouwwerken leefomgeving in internetconsultatie te
brengen. Dan zal ik ook de Kamer informeren. Maar het komt de
zorgvuldige besluitvorming niet ten goede om dit nu al op deze manier te
doen. Dus ontijdig.
De voorzitter:
Meestal volgt dit oordeel op het verzoek aan de indiener om een motie
even aan te houden. Ik vraag toch even aan mevrouw Kröger of zij, gelet
op de woorden van de minister, de motie wil aanhouden.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dan heb ik toch een inhoudelijke vraag. Geeft de minister hiermee aan
dat dit een route is die we voor de zomer zouden kunnen terugvinden in
het voorstel waarover geconsulteerd wordt?
Minister Keijzer:
Zo word ik op een gegeven moment terughoudend om tegen een Kamerlid te
zeggen: interessant, ik ga eens kijken. Want als dan de volgende stap is
"en nu moet u het doen", dan gaat het gewoon niet goed. Ik sta altijd
open voor goede ideeën. Heel veel van mijn beleid vloeit trouwens voort
uit de discussies met uw Kamer. Dit moet je alleen wel zorgvuldig doen.
Dat is wat ik aan mevrouw Kröger vraag. Ze loopt eigenlijk voor de
muziek uit. Ik ben bezig met een zorgvuldig proces, en het is voor mij
nog te vroeg om te zeggen dat dit is hoe het moet. Vandaar mijn oordeel
Kamer.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik ga me even beraden.
De voorzitter:
Ja. Het oordeel is "ontijdig". We gaan naar de motie op stuk nr.
1332.
Minister Keijzer:
Dank u wel, voorzitter. De motie op stuk nr. 1332 moet ik ontraden. Deze
motie kost geld, maar er zit geen dekking bij. Ik ben wel bezig met een
onderzoek naar het stopzetten van de salderingsregel en de consequenties
daarvan voor huurders. Dat is afgerond. Dat gaat zo snel mogelijk,
vanuit de minister van KGG, naar de Kamer.
Dan heb ik de motie op stuk nr. 1333. Hier zitten een aantal
overwegingen in die niet juist zijn, namelijk dat eDNA inhoudelijke en
juridische onzekerheid kent en niet alle diersoorten detecteert,
waaronder gebouwgebonden vogels zoals mussen en zwaluwen. Dat zijn
andere diertjes dan vleermuizen. Die zitten ook niet in spouwmuren. Ze
vliegen uit; je hoort ze kwetteren. Ik heb net bij een andere motie
aangegeven waar al deze informatie te vinden is. Deze motie vraagt
vervolgens aan mij om in overleg te gaan met provincies. Dat ben ik
zeker van plan. Daarmee zou ik voldoen aan deze motie, ware het niet dat
de overwegingen niet juist zijn. Ik zit hiermee dus eigenlijk in een
lastige positie. Ik ben in gesprek met provincies, dus als dat de
strekking van deze motie is, ga ik dat doen. Maar de overwegingen die
erin staan, zijn niet juist. Zou mevrouw Kröger deze overwegingen willen
aanpassen? Ik ben namelijk ook bezig met het verzoek om verder te gaan
met de gedragscode NVI. Dat ben ik ook al aan het doen.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Volgens mij is er een verschil van mening tussen de ecologen, de
provincies en de minister over die overwegingen. Maar goed, dat is
precies de dialoog die moet plaatsvinden. Ik vind het dus prima om die
overwegingen aan te passen, zolang die dialoog maar plaatsvindt.
Minister Keijzer:
Zeker weten. Daarmee kan ik het oordeel over deze motie aan de Kamer
laten.
De voorzitter:
Dan moet er wel per e-mail een aangepaste versie van de motie komen,
want die blijft ontraden totdat er een nieuwe versie is. Die nieuwe
versie krijgt dan oordeel Kamer.
Minister Keijzer:
Zo werkt dat volgens mij altijd, voorzitter, maar dank voor uw
scherpte.
De voorzitter:
We moeten het scherp bijhouden, want anders ontstaan er ongelukken.
Minister Keijzer:
Zo is dat. Dat moeten we niet hebben!
Ik kan de motie op stuk nr. 1334 oordeel Kamer geven. Ik wil hier wel
voorzichtig mee zijn, omdat dit nogal consequenties heeft. Ik ben bereid
om te kijken naar de modernisering van de bepalingsmethode van het
energielabel naar aanleiding van EPBD IV, de Energy Performance of
Buildings Directive.
De vraag van de heer Flach over de baatbelasting is een terugkerend
verzoeknummer van de heer Flach. Ik verwijs hiervoor naar de
commissiebehandeling. Ik sta altijd open voor gemeentes die met mij of
mijn ambtenaren hierover het gesprek willen aangaan. Dat was de motie op
stuk nr. 1334.
Dan is er de motie op stuk nr. 1335. Dit is precies wat wij beogen met
deze regeling, zeg ik tegen mevrouw Wijen-Nass. Dat doen we in nauwe
samenwerking met provincies en gemeentes, juist vanuit de belangen die
mevrouw Wijen-Nass hier naar voren brengt. Ik wil de oproep tot het
borgen van één uniforme lijn nogmaals onder de aandacht brengen, dus:
oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 1336 van de heer De Groot geef ik oordeel Kamer,
als ik de motie zo mag opvatten dat bij de ontwikkeling van de
gemoderniseerde bepalingsmethode van het energielabel zal worden gekeken
naar de bijdrage van gemeentedata.
De voorzitter:
De heer De Groot knikt instemmend.
Minister Keijzer:
Meneer De Groot knikt, dus dat is mooi.
De motie op stuk nr. 1337 van de heer De Groot verzoekt om in overleg te
treden met de financiële sector als uit het genoemde onderzoek blijkt
dat starters op achterstand komen. Deze motie krijgt oordeel Kamer. De
hypotheekverstrekkers baseren zich op leennormen zoals opgenomen in de
Tijdelijke regeling hypothecair krediet. In verschillende hypotheken
zijn er daarbovenop proposities om woningeigenaren te helpen met het
verduurzamen van de eigen woning. Ik vat het onderzoek zo op dat mijn
ministerie een inventarisatie en een analyse maakt van de manier waarop
de financiële sector omgaat met het verstrekken van hypotheken voor
woningen met een slecht energielabel. Het oordeel over deze motie is dan
aan de Kamer.
Last, but certainly not least is er de motie van de heer Mooiman op stuk
nr. 1338 om in kaart te brengen hoe voor Nederland de opgestelde
WLC-eisen effect hebben op de realisatie van woningbouwambities. Dit is
de laatste motie en ik ben in een goede stemming. Eigenlijk is de motie
een beetje overbodig, want ik ben dit aan het doen. Maar vooruit:
oordeel Kamer.
De voorzitter:
Dank u wel.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We gaan op 13 mei stemmen over de ingediende moties. Dat is de dinsdag
na het reces. We gaan nu schorsen. Dat doen we ook voor de lunch, want
die hebben we nog niet gehad, althans sommigen van ons. Ik schors tot
14.15 uur, waarna we doorgaan met een aantal stemmingen. Daarna zijn er
nog meer tweeminutendebatten. We zijn nu geschorst tot 14.15 uur.