[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat PGB (CD 9/4) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D19186, datum: 2025-04-24, bijgewerkt: 2025-04-25 09:44, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de orde is het tweeminutendebat Pgb (CD d.d. 09/04).

De voorzitter:
Aan de orde is het onderwerp pgb. We gaan nu door met alleen de staatssecretaris Langdurige Zorg.

De heer Krul heeft andere verplichtingen en heeft van de collega's de ruimte gekregen om als eerste te spreken. Hij zal het woord voeren namens de fractie van het CDA. Gaat uw gang.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Heel veel dank aan de collega's. Ik heb even gecheckt of ik nu een motie ga indienen die een andere collega al van plan is in te dienen. Dat is niet zo. Ik heb één motie, over de meerzorgregeling.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het zorgkantoor beoordeelt of de budgethouder in aanmerking komt voor de meerzorgregeling;

constaterende dat je om in aanmerking te komen voor de meerzorgregeling, minstens 25% meer zorg nodig moet hebben dan het zorgprofiel biedt en er sprake moet zijn van een uitzonderlijke zorgbehoefte;

overwegende dat er in de uitvoering van de regeling onduidelijkheden zijn over de wijze waarop zorgkantoren beoordelen wanneer sprake is van een uitzonderlijke zorgbehoefte;

overwegende dat zowel het zorgkantoor als de budgethouder gebaat is bij een transparante regeling waarin zo onafhankelijk en objectief mogelijk beoordeeld wordt of iemand in aanmerking komt voor de meerzorgregeling;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe zo onafhankelijk en objectief mogelijk vastgesteld kan worden wanneer een budgethouder in aanmerking komt voor de meerzorgregeling, daarvoor de noodzakelijke stappen te zetten om de regeling hierop aan te passen, en de Kamer voor de volgende begroting hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Krul en Diederik van Dijk.

Zij krijgt nr. 365 (25657).

De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Het gaat dus bijvoorbeeld om iemand die een bepaald zorgprofiel heeft, maar ook blind is. Die heeft dus tot 25%, of meer dan 25%, extra zorg nodig. Er zijn gewoon voorbeelden — die casussen heb ik ook aan de staatssecretaris meegegeven — waarbij het zorgkantoor zegt: u moet dan wel even een onderzoek van niet langer dan een jaar geleden aanleveren om te bewijzen dat dat nodig is. Iemand die blind is, is dat helaas voor de rest van zijn leven. We moeten eigenlijk stoppen met dit soort praktijken. Die meerzorgregeling is juist zo'n mooi instrument om net dat beetje extra zorg te bieden aan iemand die iets meer nodig heeft dan het zorgprofiel biedt. Dan is het wel de bedoeling dat zorgkantoren die zorg ook gewoon verstrekken.

Dank u wel.

De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan gaan we nu luisteren naar de aanvraagster van dit debat, mevrouw Jansen. Zij voert het woord namens Nieuw Sociaal Contract. Gaat uw gang.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Voorzitter, dank u. Ik heb twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat mensen met een levenslange en levensbrede beperking bij verschillende loketten een hulpvraag moeten indienen voor zorg, ondersteuning en voorzieningen;

constaterende dat deze mensen elke keer weer hun verhaal moeten doen als ze hulp nodig hebben vanuit verschillende (zorg)wetten en instanties en weer bewijzen moeten aanleveren dat zij een beperking hebben;

constaterende dat zij regelmatig het gevoel hebben van het kastje naar de muur gestuurd te worden;

overwegende dat het voor deze mensen veel simpeler en sneller zou zijn als zij op één plek terecht zouden kunnen voor al hun aanvragen;

verzoekt de regering een pilot op te zetten in één regio om een integraal toegangsloket in te richten waar mensen terechtkunnen voor alle aanvragen tot realisatie met betrekking tot zorg, ondersteuning en voorzieningen met mandaat om deze hulpvragen vast te stellen voor de verschillende verstrekkers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Daniëlle Jansen en Bikker.

Zij krijgt nr. 366 (25657).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het wettelijk is vastgesteld dat gemeenten toereikende tarieven moeten hanteren voor zowel de Jeugdwet als de Wmo;

constaterende dat er tussen gemeenten enorme verschillen zijn in de hoogte van pgb-tarieven voor gelijke ondersteuningsfuncties;

constaterende dat budgethouders aangeven dat het hierdoor voor hen steeds moeilijker wordt om met de door de gemeente vastgestelde tarieven kwalitatief goede zorg en ondersteuning in te kopen;

constaterende dat dit al eerder aan de orde is geweest met als gevolg de totstandkoming van de Handreiking toereikende tarieven pgb sociaal domein;

van mening dat de handreiking onvoldoende wordt toegepast binnen gemeenten;

van mening dat dit ook een probleem is in de Wet langdurige zorg en de Zorgverzekeringswet;

verzoekt de regering het toepassen van de Handreiking toereikende tarieven pgb sociaal domein verplicht te stellen en een aanvullende handreiking te ontwikkelen voor de Wet langdurige zorg en de Zorgverzekeringswet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Daniëlle Jansen en Bikker.

Zij krijgt nr. 367 (25657).

Hartelijk dank. En mevrouw Bikker is ook de volgende spreekster in deze termijn van de Kamer, namens de ChristenUnie. Zij draagt haar partijkleur, zie ik.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ja, voorzitter, wij zijn van alle kleuren thuis. Zeker rondom Pasen is paars een mooie kleur.

Voorzitter, dank u wel. Naar aanleiding van het debat waarin wij goed gesproken hebben over de pgb's, maar ook hebben gezien hoe bijvoorbeeld ouderinitiatieven en wooninitiatieven zoals de Thomashuizen onder druk staan, heb ik een motie. Die dien ik mede in namens een aantal andere collega's, die u zo ook gaat horen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat ouderinitiatieven en wooninitiatieven zoals de Thomashuizen en de Herbergier onder druk staan vanwege niet-toereikende tarieven die voor Wlz-pgb's worden gehanteerd;

overwegende dat zonder toereikende tarieven deze initiatieven in ernstige mate moeten afschalen of moeten worden stopgezet en hiermee cruciale zorg, vaak georganiseerd door het eigen netwerk, weg zou vallen;

verzoekt de regering te voorkomen dat ouderinitiatieven omvallen door financieringsproblemen vanwege stijgende structurele lasten;

verzoekt de regering daartoe zo spoedig mogelijk met ouderinitiatieven samen in kaart te brengen waar ze tegen aanlopen ten aanzien van de financiering van de zorg en te bekijken wat een passende oplossing is om de wooninitiatieven te laten bestaan, en de Kamer hier voor het zomerreces over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bikker, Westerveld, Diederik van Dijk, Krul en Dobbe.

Zij krijgt nr. 368 (25657).

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik zie een redactioneel foutje in de motie staan, maar dat pas ik gelijk even aan.

Het ergste zou zijn dat deze initiatieven omvallen, terwijl er zo veel mooi werk gebeurt. We willen allemaal dat ze blijven bestaan. Ik nodig de staatssecretaris van harte uit om daarvoor een oplossing te vinden die zij passend acht, maar dat doel moet wel vooropstaan. Vandaar dat we beide verzoeken in de motie zo verwoord hebben.

Dank.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we nu luisteren naar mevrouw Westerveld namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Het pgb, het persoonsgebonden budget, geeft mensen eigen regie over hun eigen zorg, maar daarmee dus ook over hun eigen leven. Daarom is het belangrijk dat we het koesteren en is het ook belangrijk dat we vertrouwen hebben in mensen. Ik vond het mooi dat dit uitgangspunt breed werd gedeeld en dat zowel de Kamer als de staatssecretaris aangaf hoe mooi en goed het pgb-instrument is.

Maar er zijn wel flink wat barrières waar budgethouders tegenaan lopen. Mevrouw Bikker noemde net de ouderinitiatieven, prachtige initiatieven die wel tegen barrières aan lopen. We weten ook allemaal dat veel budgethouders kampen met heel veel administratieve lasten. De Kamer moet ervoor waken dat dit soort zaken mensen in de weg staan. Ik heb daartoe een motie, die gaat over de vergoedingenlijst.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zorgkantoren jaarlijks gezamenlijk afspreken welke zorg onder welke voorwaarden vergoed wordt vanuit het pgb en dit vastleggen in een vergoedingenlijst;

constaterende dat deze strikt afgebakende vergoedingenlijst weinig ruimte biedt voor maatwerk voor mensen met specifieke behoeften;

verzoekt de regering om de belangenvereniging voor budgethouders Per Saldo en het ministerie van VWS te betrekken in afspraken over de vergoedingenlijst en met hen en zorgkantoren afspraken te maken over maatwerk bij specifieke behoeften die bijdragen aan gezondheid en welzijn van budgethouders,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Westerveld.

Zij krijgt nr. 369 (25657).

Hartelijk dank. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Rikkers-Oosterkamp. Zij voert het woord namens de BBB-fractie.

Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij langdurige inzet van informele zorg, tijdelijke uitval van deze zorg realistisch is;

constaterende dat bij ziekte of andere omstandigheden tijdelijk meer zorg nodig is;

overwegende dat geld dat niet aan zorg is besteed aan het einde van het jaar wordt terugbetaald door de budgethouder;

overwegende dat een vooraf ingecalculeerd percentage voor vervangende en extra zorg budgethouders rust en ruimte kan geven, zonder onnodige aanvraagprocedures voor de ophoging van het budget;

verzoekt de regering een ophoging met een vast percentage van 10% te berekenen boven op het vastgestelde budget bij pgb op maat in de Wlz,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Rikkers-Oosterkamp.

Zij krijgt nr. 370 (25657).

Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Dank u wel.

De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan is het woord aan de heer Thiadens. Dat voert hij namens de fractie van de PVV.

De heer Thiadens (PVV):
Voorzitter, dank. Ik heb twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bonafide, goedwillende budgethouders veel stress ervaren van regeldruk door administratieve taken die van hen worden verwacht;

constaterende dat deze groep het overgrote deel van de populatie budgethouders betreft;

constaterende dat de groep bonafide budgethouders door deze maatregelen lijdt onder de kleine groep frauduleuze budgethouders;

verzoekt de regering te werken aan het verminderen van de regeldruk van bonafide budgethouders en meer in te zetten op handhaving en vervolging van misbruik door malafide budgethouders,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thiadens.

Zij krijgt nr. 371 (25657).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er veel data met betrekking tot pgb's bekend zijn bij gemeentes, die niet openbaar anoniem gedeeld worden;

constaterende dat geanonimiseerde data, zoals het totale aantal aanvragen, het aantal afwijzingen en de verschillende zorgvragen voor pgb's, relevant kunnen zijn voor beleidsinterventies;

verzoekt de regering om met gemeentes te regelen dat geanonimiseerde data van de zorgverlener met betrekking tot pgb's geopenbaard worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thiadens.

Zij krijgt nr. 372 (25657).

Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Diederik van Dijk namens de fractie van de SGP.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Ik begin met een vraag aan de staatssecretaris, in de verwachting dat ik daarmee een motie kan voorkomen. Heb ik in het commissiedebat de staatssecretaris goed begrepen dat zij inderdaad serieus in overleg gaat met gemeenten om te bewerkstelligen dat langdurig beschikken ook zal worden toegepast op langdurige hulp en ondersteuning op basis van een pgb? Daar ontvang ik graag een nader antwoord op, hopelijk bevestigend.

Ik heb één motie, die ik indien mede namens collega Bikker. Die gaat over de tarieven voor de informele zorg.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er signalen zijn dat budgethouders aangeven niet uit te komen met het Zvw-pgb-tarief;

constaterende dat het Zvw-pgb-tarief voor informele zorg al gedurende meerdere jaren beperkt wordt of niet geïndexeerd wordt door zorgverzekeraars;

verzoekt de regering om het gesprek aan te gaan met zorgverzekeraars over hoe zij tot redelijke tarieven komen en welke elementen zij in hun overweging meenemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Diederik van Dijk en Bikker.

Zij krijgt nr. 373 (25657).

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dank u, voorzitter.

De voorzitter:
Hartelijk dank. Tot slot in de termijn van de Kamer is het woord aan de heer Dijk, namens de Socialistische Partij.

De heer Dijk (SP):
Voorzitter. Twee moties van de SP.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sommige gemeenten mensen die eerst gebruikmaakten van een pgb dwingen om over te stappen op een algemene voorziening;

overwegende dat algemene voorzieningen lang niet altijd een passend en volwaardig alternatief zijn voor pgb-gefinancierde zorg;

verzoekt de regering om met gemeenten en vertegenwoordigers van mensen die afhankelijk zijn van Wmo-voorzieningen in gesprek te treden, om ervoor te zorgen dat mensen nooit gedwongen worden over te stappen op een algemene voorziening,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dijk en Dobbe.

Zij krijgt nr. 374 (25657).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zorggeld dat beschikbaar wordt gesteld via pgb's niet ten prooi mag vallen aan commerciële investeerders;

overwegende dat het gebruik van pgb's bij commerciële wooninitiatieven niet altijd een vrije keuze van de pgb-houder is;

overwegende dat de staatssecretaris van plan is om zorgkantoren via de Regeling langdurige zorg de mogelijkheid te geven bij de verlening van een pgb ook eisen op te leggen aan budgethouders "die betrekking hebben op de kwaliteit en doelmatigheid van de in te kopen pgb-zorg";

verzoekt de regering om via de Regeling langdurige zorg ook eisen te stellen aan zorgaanbieders, waardoor het niet langer mogelijk wordt voor commerciële wooninitiatieven om buitensporige winsten te maken met pgb's,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dijk en Dobbe.

Zij krijgt nr. 375 (25657).

Hartelijk dank. Dat was de termijn van de Kamer. We gaan even tien minuten schorsen. Dan krijgen we een appreciatie van de tien ingediende moties.

De vergadering wordt van 15.27 uur tot 15.42 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortzetting van het tweeminutendebat Pgb. We geven nu het woord aan de staatssecretaris van VWS voor haar termijn.

Staatssecretaris Maeijer:
Voorzitter. De motie op stuk nr. 365 van de heer Krul en de heer Van Dijk kan ik oordeel Kamer geven. Die sluit aan bij de toezegging uit het commissiedebat.

De motie-Jansen/Bikker op stuk nr. 366 roept op tot één loket. Ik ben het met de indieners eens dat de toegang tot zorg en ondersteuning voor mensen met een levenslange en levensbrede beperking gemakkelijker en beter moet. Om dit te realiseren sluit ik, zoals ik ook in het debat heb aangegeven, aan bij het initiatief overheidsbrede loketten van Binnenlandse Zaken. Dit betekent dat we in verschillende gemeenten gaan onderzoeken en beproeven hoe zorgpartijen, zoals zorgverzekeraars en zorgkantoren, en de overheidspartijen, zoals gemeenten en het UWV, beter met elkaar samen kunnen werken en hoe zij de verantwoordelijkheid kunnen nemen om iemands hulpvraag integraal te beantwoorden. Het voorstel dat u doet, past hier niet in. Het vraagt ook een ingrijpende werkwijze met juridische en personele consequenties. Daarom moet ik de motie ontraden.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Is het niet goed om daarom wel een pilot uit te voeren om erachter te komen of het wel of niet kan? Ik vind het eigenlijk een beetje gemakkelijk om nu bij voorbaat al te zeggen dat het niet kan, terwijl er wel behoefte aan is.

Staatssecretaris Maeijer:
Ik snap en herken die behoefte. Dat is de reden waarom ik wil aansluiten bij de overheidsbrede loketten. U kunt dat ook een pilot noemen. Het idee is om daar al dit jaar mee te starten in een aantal gemeenten. De pilot die ik voor me zie, gaat ergens aan het einde van dit jaar plaatsvinden.

Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
De staatssecretaris zegt dat dit idee niet in het voorstel van de staatssecretaris past, maar zou dit wel ingevoegd kunnen worden?

Staatssecretaris Maeijer:
Het lastige hieraan is dat wat u vraagt, zoals ik het lees, een stap verder gaat. Het gaat om een integraal toegangsloket met mandaat. Dat is iets anders dan de overheidsbrede loketten. Hoewel we daar ook een integrale samenwerking voorstaan en iemand met een hulpvraag daarnaartoe kan, is dat iets anders dan een loket waar mensen zitten met mandaat om ter plekke het besluit te nemen. Daar zit een cruciaal verschil, want dat vraagt gewoon een andere inrichting. Omdat ik de roep om een loket en de roep om een meer integrale benadering herken en erken, is mijn intentie wel om daar nog dit jaar stappen in te zetten, dus om die pilot of het onderzoek echt dit jaar al te gaan draaien in een aantal gemeenten. Ik zou dat toch eerst willen afwachten voordat we daar eventueel nog dingen in integreren en verwerken.

De voorzitter:
De staatssecretaris vervolgt haar betoog.

Staatssecretaris Maeijer:
De motie-Jansen/Bikker op stuk nr. 367 moet ik ontraden. Toepassing van de handreiking omtrent tarieven kunnen we niet verplichten, want de gemeenten zijn verantwoordelijk. We kunnen wel stimuleren om de handreiking te gebruiken. Voor wat betreft de Zvw is de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraars. Ik kan wel in de richting van mevrouw Jansen toezeggen met hen in gesprek te gaan hierover.

Voorzitter. De motie op stuk nr. 368 van mevrouw Bikker, mevrouw Westerveld, de heer Van Dijk, de heer Krul en mevrouw Dobbe kan ik oordeel Kamer geven.

De motie op stuk nr. 369 van mevrouw Westerveld verzoekt de regering om belangenvereniging voor budgethouders Per Saldo en het ministerie van VWS te betrekken in afspraken over de vergoedingenlijst. Die kan ik oordeel Kamer geven.

Voorzitter. De motie op stuk nr. 370 van mevrouw Rikkers verzoekt de regering een ophoging met een vast percentage van 10% te berekenen. Ik vind het heel waardevol dat het pgb op maat kijkt naar de individuele persoon en de bijbehorende zorgvraag. Ik herken dat er ruimte moet zijn voor budgethouders. Ik kan niet zelf een percentage vaststellen, waar deze motie om vraagt. Zorgkantoren kennen het pgb op maat toe. Zij zijn als zelfstandig bestuursorgaan verantwoordelijk voor het vaststellen van de hoogte van het percentage of de marge boven op het pgb-budget om onvoorziene omstandigheden, zoals een wijziging in de zorgvraag of vervanging, op te kunnen vangen. De zorgkantoren werken nu met een marge. Zorgverzekeraars Nederland heeft mij laten weten dat alle zorgkantoren een marge hanteren van plus 5%. Het percentage zal naar verwachting goed aansluiten bij de ervaringen die zorgkantoren al hebben met het pgb op maat. Maar uiteraard kunnen de budgethouders contact opnemen met het zorgkantoor wanneer het niet voldoende is. Ik heb ook met de zorgkantoren afgesproken dat zij snel zullen handelen als dit nodig is. De hoogte van de marge is ook onderdeel van de evaluatie die volgt binnen anderhalf jaar na de invoering van pgb op maat. Maar ook in de tussentijd wordt er een soort continu overleg gevoerd met Per Saldo en ZN om ook de signalen rondom het pgb op maat te bespreken en te monitoren. Dus die checks-and-balances hebben we voor zover mogelijk al georganiseerd, en daarom moet ik de motie ontraden.

Voorzitter. De motie op stuk nr. 371 van de heer Thiadens kan ik oordeel Kamer geven.

In de motie op stuk nr. 372 vraagt de heer Thiadens in de tweede constatering specifiek naar het aantal afwijzingen. Die hebben we niet. Die kunnen wij ook niet krijgen. Dan zou de gemeente een wettelijke verplichting moeten hebben om ze te registreren. Als u het stukje "aantal afwijzingen" schrapt, dan zou ik 'm oordeel Kamer kunnen geven, maar met die twee woorden erin moet ik 'm helaas ontraden.

De heer Thiadens (PVV):
Volgens informatie die bij Per Saldo vandaan komt, is wel degelijk bekend bij gemeenten hoeveel afwijzingen voor aanvragen van pgb's er zijn. Dat is nou juist cruciaal om te betrekken in het hele plaatje van aanvragen. Dan kun je zien wat de verhouding is tussen toegekende pgb's en afgewezen pgb's. Dan kun je ook zien waar de zorgvraag dan wél terechtkomt. Dus voor de sturingsinformatie is het juist wel van belang, en volgens mijn informatie is de informatie ook gewoon beschikbaar bij gemeentes.

Staatssecretaris Maeijer:
Ik snap op zich de achtergrond van de vraag. De informatie die ik heb, is dat gemeenten geen wettelijke verplichting hebben om het aantal afwijzingen te registreren. Dus het is mogelijk dat gemeentes die informatie soms wel hebben, maar ze zijn daartoe wettelijk niet verplicht. Als u ze allemaal openbaar wilt hebben, zoals u vraagt in deze motie, dan kan ik u dat niet toezeggen.

De voorzitter:
Ontraden.

Staatssecretaris Maeijer:
Voorzitter. De motie op stuk nr. 373 van de heer Diederik van Dijk en mevrouw Bikker kan ik oordeel Kamer geven.

Dan de motie op stuk nr. 374 van de heer Dijk en mevrouw Dobbe: ik wil dat gesprek graag aangaan, maar ik kan geen garantie geven, zou ik willen zeggen in de richting van de heer Dijk. Dus met die opmerking erbij kan ik 'm oordeel Kamer geven.

De voorzitter:
De heer Dijk knikt instemmend.

Staatssecretaris Maeijer:
Voorzitter. Tot slot de motie op stuk nr. 375 van de heer Dijk en mevrouw Dobbe. Wij willen geen buitensporige winsten. We hebben overigens ook geen signalen dat die er zijn. We vragen ons ook af of de Regeling langdurige zorg wel de juiste plek is om zoiets te moeten regelen. Dus ik zou de heer Dijk eigenlijk de suggestie willen doen om de motie aan te houden, omdat zij ontijdig is, en in te dienen bij het debat over private equity. Dat is volgens mij op 14 mei.

De voorzitter:
Is meneer Dijk bereid de motie aan te houden? Hij denkt er even over na. Nee. Dan noteren we even "ontijdig" als oordeel.

Staatssecretaris Maeijer:
Dat was het.

De voorzitter:
Hartelijk dank.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
We stemmen over de ingediende moties op 13 mei, de dinsdag na het reces.

Ik schors een ogenblik, want we verwachten ook de minister voor het volgende debat over langdurige zorg.