Tweeminutendebat Nivel Kennisvraag: Kenmerken van mensen die afzien van zorg om financiële redenen (29689-1286) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D19188, datum: 2025-04-24, bijgewerkt: 2025-04-25 09:45, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-04-24 16:00: Tweeminutendebat Nivel Kennisvraag: Kenmerken van mensen die afzien van zorg om financiële redenen (29689-1286) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de orde is het tweeminutendebat Nivel "Kennisvraag: Kenmerken van mensen die afzien van zorg om financiële redenen" (29689, nr. 1286).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Nivel
"Kennisvraag: Kenmerken van mensen die afzien van zorg om financiële
redenen". We hebben een achttal aanmeldingen, waarvan twee geen
spreektijd hebben aangevraagd. We beginnen met de heer Bushoff van
GroenLinks-PvdA.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Het is natuurlijk heel treurig als mensen afzien
van zorg om financiële redenen. Natuurlijk heeft het kabinet een aantal
plannen om daar iets aan te doen. Daar kunnen we op een later moment
verder over discussiëren, maar een deel van die plannen, of je ze nou
goed genoeg vindt of niet, gaat pas wat later in. Daarom dien ik de
volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit onderzoek van Nivel en Patiëntenfederatie
Nederland blijkt dat het aantal zorgmijders toeneemt;
overwegende dat het aantal zorgmijders om financiële redenen in 2025 en
2026 naar verwachting alleen maar zal toenemen door de hogere
zorgpremie, stijgende leefkosten en aanhoudende inflatie, met alle
gevolgen van dien;
verzoekt de regering om in ieder geval tot de halvering van het eigen
risico in 2027 ervoor te zorgen dat de groep zorgmijders om financiële
redenen kleiner wordt in plaats groter,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bushoff.
Zij krijgt nr. 1287 (29689).
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik denk dat het eigenlijk ook gewoon goed is om onszelf een
aantal doelen te stellen om ervoor te zorgen dat het aantal zorgmijders
afneemt. We moeten dat echt eventjes scherp neerzetten. We moeten ook
bekijken of we die doelen halen. Dat lijkt me eigenlijk wel zinvol;
vandaar een tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit onderzoek van Nivel en Patiëntenfederatie
Nederland blijkt dat het aantal zorgmijders toeneemt;
overwegende dat zorgmijding leidt tot ergere klachten, meer complicaties
en veel hogere zorgkosten;
verzoekt de regering om met concrete doelen te komen om het aantal
zorgmijders terug te brengen en deze doelen jaarlijks te evalueren en te
rapporteren of deze doelen worden behaald,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bushoff.
Zij krijgt nr. 1288 (29689).
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ik zie een vraag.
De voorzitter:
Er is een interruptie van mevrouw Tielen.
Mevrouw Tielen (VVD):
Interessante motie! Ik ga die zo nog een keer lezen. Wat zou de heer
Bushoff zelf een acceptabel doel vinden?
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Je ziet dat er in de afgelopen jaren, sinds 2020, een lichte stijging is
van het aantal zorgmijders. Althans, dat blijkt uit de onderzoeken van
Nivel. Ik zou het best zinvol vinden om in ieder geval die stijging af
te vlakken en langzaamaan toe te werken naar juist een afname van het
aantal zorgmijders. Dat zou mijn politieke ambitie zijn. Ik hoop dat het
ook de ambitie van het kabinet is. Stel dat de Kamer deze motie
aanneemt, dan denk ik dat het heel zinvol is om te kijken met welke
doelen het kabinet komt. Net heb ik alvast een voorschot gegeven op wat
ik acceptabele doelen zou vinden.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Dijk van de SP.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb drie moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit de kennisvraag van Nivel blijkt dat de kosten die
mensen zelf moeten betalen, zoals het eigen risico, ertoe leiden dat
mensen afzien van zorg;
overwegende dat het kabinet de toegang tot zorg juist wil
vergroten;
verzoekt het kabinet het eigen risico volledig af te schaffen in
2026,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 1289 (29689).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat 1 miljoen Nederlanders moeite heeft met het vinden van
een huisarts en ruim een kwart van de Nederlanders zorg mijdt door lange
wachttijden bij een huisarts;
overwegende dat de Kamer heeft opgeroepen tot een noodplan
huisartsenpraktijk met de motie-Dobbe/Dijk (33578, nr. 129);
verzoekt het kabinet met een uitgewerkt plan te komen om wachttijden bij
huisartsen te voorkomen door hen beter te ondersteunen en hiertoe
voorstellen naar de Kamer te sturen voor deze zomer,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 1290 (29689).
De heer Dijk (SP):
Dan heb ik nog een motie over het eigen risico. We krijgen heel vaak de
cijfers over de aantallen mensen die zorg mijden, maar we weten niet wat
het uiteindelijk kost dat die mensen zorg mijden. Wat zou het opleveren
als die mensen niet zorg zouden mijden, minder leed hebben en
uiteindelijk dus minder hoge zorgkosten voor de samenleving veroorzaken?
Daar moet onderzoek naar gedaan worden. Daar is in 2015 door
Zorgverzekeraars Nederland zelf onderzoek naar gedaan. Toen bleek ook
dat een op de vijf mensen zorg mijdt door het eigen risico en dat de
helft daarvan binnen een halfjaar terug is met zwaarder leed en hogere
zorgkosten. Het is heel goed om dat een keer helemaal in kaart te
brengen. Daarom heb ik de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er uit eerder wetenschappelijk onderzoek blijkt dat
uitstel of het afzien van zorg op een later moment kan leiden tot hogere
zorgkosten voor de maatschappij en zwaarder leed;
overwegende dat onderzoek hiernaar nuttig is voor de discussie over de
verdeling van zorgkosten in Nederland;
verzoekt het kabinet te laten onderzoeken hoeveel maatschappelijke
kosten het volledig inkomensafhankelijk maken van de zorg kan opleveren
op lange termijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 1291 (29689).
Dank u wel. Dan gaan we over naar mevrouw Daniëlle Jansen van NSC.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Voorzitter. Nog steeds mijden veel te veel mensen zorg, omdat zij de
kosten niet kunnen dragen of niet weten van welke zorg ze kosteloos
gebruik kunnen maken. De vraag naar zorg blijft stijgen en de
betaalbaarheid staat steeds verder onder druk. Als we de zorg in
Nederland toegankelijk en betaalbaar willen houden, dan moeten we meer
inzetten op passende zorg. Het is essentieel dat we zorg leveren die
daadwerkelijk aansluit bij de behoeften van de patiënt. Noodzakelijke
zorg moet op tijd worden geboden, terwijl onnodige en overbodige zorg
moet worden voorkomen. Dat is niet alleen beter voor de gezondheid van
mensen, maar helpt ook om de kosten voor ons allemaal beheersbaar te
houden.
Tegelijkertijd mogen we niet vergeten dat lang niet iedereen even goed
in staat is om zijn of haar eigen gezondheid te beoordelen. Beperkte
gezondheidsvaardigheden maken het moeilijk om in te schatten welke zorg
nodig is. Willen we voorkomen dat mensen zorg mijden, dan moeten we zorg
organiseren op een manier die voor iedereen begrijpelijk en toegankelijk
is. Zorgverleners spelen hierin een sleutelrol. Zij hebben de expertise
om te helpen bij het maken van passende keuzes, afgestemd op de situatie
en mogelijkheden van de patiënt.
Als we nu de juiste keuzes maken, kunnen we de zorg in Nederland
toegankelijk, betaalbaar en toekomstbestendig houden. Door te investeren
in passende zorg en oog te hebben voor de uiteenlopende
gezondheidsvaardigheden van mensen, gaan we de goede kant op en zorgen
we ervoor dat niemand buiten de boot valt. Nieuw Sociaal Contract zal
zich inzetten om de omslag te maken naar een zorgstelsel waarin iedereen
de hulp krijgt die hij of zij nodig heeft op het juiste moment en de
juiste plek.
De voorzitter:
Dank u wel. Voordat u verdergaat: u heeft een interruptie van de heer
Bushoff.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Een korte vraag nog. Ik hoor NSC zeggen dat het belangrijk is dat het
aantal zorgmijders afneemt. Het is onwenselijk als we te veel mensen
hebben die zorg mijden. Voelt NSC er dan ook wat voor om daar een
doelstelling aan te koppelen? Ik laat nog even in het midden welke
doelstelling dat precies is, maar ik bedoel dat we zeggen: we willen
daar beter op kunnen sturen, dus we koppelen daar een doelstelling aan
en houden in de gaten of we een beetje op de goede weg zijn en of het
aantal zorgmijders afneemt.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Op zich ben ik altijd wel gecharmeerd van concrete, realistische
doelstellingen, omdat je dan iets hebt om naartoe te werken. Als je het
reëel maakt, weet je dat het in principe haalbaar moet zijn. In principe
sta ik daar positief tegenover. Ik vind wel dat we met z'n allen moeten
bekijken wie er in staat is om te sturen op die gezondheidszorg. Nu zijn
dat vooral de zorgverzekeraars, onder andere met hun beleid. Ik wil met
name kijken hoe je meer kan sturen op passende zorg, zoals ik net zei.
Zo wil ik proberen ervoor te zorgen dat iedereen de zorg krijgt die hij
of zij nodig heeft.
De voorzitter:
Ik wil wel een beetje voorkomen dat we hele debatten gaan overdoen, want
het wordt dan vanavond ook een latertje. Heel kort nog, meneer
Bushoff.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
U heeft gelijk, voorzitter. Heel kort, dan. Is het niet zo dat je juist
goed kunt sturen op al die dingen die mevrouw Jansen van NSC ook graag
wil, als je die doelen stelt en goed in de gaten houdt of je die
haalt?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
In principe wel. Dat vind ik een hele goede methode.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Tielen van de VVD.
Mevrouw Tielen (VVD):
Voorzitter. Het debat is schriftelijk gevoerd, dus ik begrijp wel een
beetje dat de heer Bushoff soms een tweede interruptie wil doen.
In het verslag is gesproken over noodzakelijke en minder noodzakelijke
zorg. De minister heeft aardig wat referenties gebruikt bij de
antwoorden op een aantal van mijn vragen. Maar afzien van minder
noodzakelijke zorg hoeft helemaal niet zo erg te zijn. Ik zou dan ook
best wel graag willen — en daarom vind ik de motie van de heer Bushoff
wel interessant — dat de minister streefgetallen zou noemen, of doelen,
of wat dan ook. In het schriftelijk verslag gaf ze daar geen antwoord
op; dat wilde ze niet. Maar ze impliceert wel dat het terug moet naar 0%
zorgmijding om financiële kosten. Dat is volgens mij onmogelijk. Dat is
punt één.
Punt twee is de vraag: wat mag dat dan kosten voor iedereen? Wat mag dat
voor invloed hebben op de zorgpremie voor iedereen? Dus ik zou graag
toch een wat concretere visie van de minister krijgen op wat zij
aanvaardbaar vindt als het gaat over het mijden van zorg. Er soms toch
voor kiezen om die niet af te nemen, hoeft niet alleen maar erg te zijn.
Ik sluit me daarbij aan bij de woorden van mevrouw Jansen over passende
zorg, waarbij we niet alleen met geld te maken hebben, maar ook met de
inzet van mensen, waar we nu al grote tekorten aan hebben. Dus ik hoop
dat de minister zo'n brief kan toezeggen, het liefst voor het debat over
het zorgverzekeringsstelsel dat wij nog voor de zomer gaan hebben.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we over naar de laatste spreker bij dit
tweeminutendebat: dat is mevrouw Rikkers-Oosterkamp van BBB.
Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de zorgpremies en het eigen risico sinds de invoering
van het huidige zorgstelsel in 2006 aanzienlijk zijn gestegen;
constaterende dat de motie-Krul waarin wordt verzocht een
staatscommissie in te stellen voor het onderzoek naar een
toekomstbestendige en weerbare inrichting van het zorgstelsel, door het
kabinet wordt uitgevoerd;
overwegende dat er internationaal verschillende zorgstelsels bestaan met
mogelijk betere uitkomsten op het gebied van efficiëntie,
toegankelijkheid en betaalbaarheid;
overwegende dat de Bloomberg Health-Care Efficiency Index internationaal
zorgsystemen vergelijkt op basis van effectiviteit en
kostenefficiëntie;
verzoekt de regering in het kader van de staatscommissie expliciete
aandacht te hebben voor zorgsystemen in andere landen die hoog scoren op
de Bloomberg Health-Care Efficiency Index,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Rikkers-Oosterkamp.
Zij krijgt nr. 1292 (29689).
Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk even naar de minister voor hoelang zij nodig heeft.
Vijf, zes minuten? Prima. Dan schors ik voor zes minuten.
De vergadering wordt van 16.32 uur tot 16.38 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Het woord is aan de minister voor de
beantwoording van de vragen en de oordelen over de moties.
Minister Agema:
Dank u wel, voorzitter. Allereerst de vraag van mevrouw Tielen. Zij
dacht dat ik zorg mijden om financiële redenen zou willen terugbrengen
naar 0%. Ik weet natuurlijk dat dat niet kan. We zijn wel in de
gelegenheid om het eigen risico fors te verlagen, naar €165 per jaar. Ik
denk dat dat scheelt. Maar daarnaast zijn er nog eigen betalingen en
eigen bijdragen. Ik kan daar natuurlijk niet zomaar wat mee. Het is dus
een verbetering en een verlaging, maar ik heb niet de indruk dat zorg
mijden om financiële redenen naar 0% teruggebracht zou kunnen worden
door het verlagen van het eigen risico. Mevrouw Tielen zegt dat afzien
van zorg niet altijd erg is; dat klopt. Er is ook weleens sprake van
overbehandeling, blijkt uit het onderzoek van de Raad voor de
Volksgezondheid en Zorg, van een paar dagen geleden; dat neem ik
natuurlijk ook ter harte.
We zitten hier op het spanningsveld van de zorgkosten en de
beschikbaarheid van zorg, die enorm onder druk staat. De beschikbaarheid
van personeel staat ook enorm onder druk. Ik wil dus dat de anderhalf
miljoen mensen die straks in de zorg werken zich bezighouden met de
meest effectieve zorg. Daarom hebben we ook in het hoofdlijnenakkoord
afgesproken om in ieder geval de cure door te lichten. Dat zijn gewoon
een aantal dingen die wij gaan doen en waar ik ook een commitment voor
heb. Want uiteindelijk is degene die zorg nodig heeft, het meeste kwijt.
Ik wil er dus voor iedereen voor zorgen, ook als je geen zorg gebruikt,
dat de zorgkosten in de hand blijven. Veel mensen geven nu al aan dat
het ze te gek wordt. We gaan dus in het aanvullend zorg- en
welzijnsakkoord de volgende stap zetten in passende zorg. Mevrouw Tielen
vraagt om een brief. Ik hoop dat zij ook genoegen wil nemen met het
lezen van de afspraken die wij maken in het aanvullend zorg- en
welzijnsakkoord. Mocht zij daarna nog vragen hebben, dan kunnen we die
bespreken. Dat is mijn antwoord op haar vraag.
Dan kom ik bij de eerste motie, op stuk nr. 1287, van het lid Bushoff.
Die verzoekt de regering om in ieder geval tot de halvering van het
eigen risico in 2027 ervoor te zorgen dat de groep zorgmijders om
financiële redenen kleiner wordt in plaats van groter. Ik begrijp zijn
zorg. We verlagen in ieder geval de inkomstenbelasting in 2025 en 2026.
Ook ben ik in het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord afspraken aan het
maken op het schuurvlak tussen medisch en sociaal. Dat zijn een aantal
afspraken die we aan het maken zijn met de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten. Ik hoop ook op een klein beetje geduld van de heer Bushoff.
Hij kan daarin ook onze bedoeling lezen om juist daar waar het moeilijk
is, op dat grensvlak, afspraken te maken, waardoor zorgmijding om
financiële redenen geadresseerd wordt, maar ook het soort vragen die
veel in de zorg spelen zoals de weg niet kennen of niet verder kunnen
komen omdat iemand schulden heeft. Ik maak daar een aantal mooie
afspraken over. Ik hoop die spoedig aan u te kunnen presenteren.
De voorzitter:
Wat is het oordeel op de motie?
Minister Agema:
Overbodig.
De motie op stuk nr. 1288 verzoekt de regering om met concrete doelen te
komen om het aantal zorgmijders terug te brengen, deze doelen jaarlijks
te evalueren en te rapporteren over of deze doelen worden behaald. Het
lastige is dat we een ander systeem, of niet een ander systeem, maar
andere verhoudingen willen met eigen betalingen. Voor de zomer hoop ik
de Wet eigen risico nog naar de Kamer toe te sturen. Ik hoop 'm in
september of na de zomer met de Kamer te kunnen bespreken om op stoom,
op koers, te blijven. Vanaf 2027 gaat het eigen risico flink omlaag. In
ieder geval doet het Nivel elk jaar dit onderzoek naar aanleiding van
het schriftelijk overleg. Met die argumenten vind ik de motie overbodig,
maar ik begrijp wel wat de indiener zegt. Het Nivel zal na de verlaging
van het eigen risico de enige echte juiste monitor zijn die kan zien of
het aantal zorgmijders om financiële redenen afneemt of niet. Ik hoop
natuurlijk dat dit wel het geval zal zijn.
De voorzitter:
Een korte vraag van de heer Bushoff.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Op zich goed dat het Nivel dat onderzoek doet, maar dat is nog niet
helemaal wat de motie beoogt, namelijk dat we ook nog bepaalde vrij in
te vullen doelstellingen formuleren vanuit het kabinet, vanuit de
minister zelf, zodat we ook met z'n allen een beetje kunnen kijken naar:
zitten we nou op de goede weg, ja of nee? Dat is wat de motie
beoogt.
Minister Agema:
Ja, maar dan denk ik dat de heer Bushoff ook nieuwe doelen bedoelt. We
hebben eigenlijk al een heel aantal dingen die we nu aan het doen zijn.
Dan heb ik het over de afspraken die ik maak op het grensvlak van zorg
en sociaal. Dan heb ik het over het landschap, toegankelijkheid en
reistijd en over het ziekenhuis dichtbij als uitgangspunt. Ik noem ook
passende zorg. Sociale Zaken zet een programma armoede en schulden uit.
We zijn ook de samenwerking tussen huisarts en de schuldhulpverlening in
de benen aan het zetten. Dus we doen wel al een heel aantal dingen. The
proof of the pudding is in the eating. Ik zou deze dingen die we aan het
ondernemen zijn een kans willen geven. Dan zien we uiteindelijk in de
Nivel-rapportages wat voor effect dat heeft.
De voorzitter:
De heer Bushoff tot slot op dit punt.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ja, tot slot. De minister noemt best een aantal goede dingen, maar het
is denk ik juist heel zinvol om van alles wat we doen te weten of het
inderdaad het beoogde effect heeft. Daarom zeg ik: laten we er een
doelstelling aan koppelen, zodat we weten: maatregel a die we nemen,
leidt tot het gewenste effect b, namelijk een afname van het aantal
mensen dat zorg mijdt om financiële redenen.
Minister Agema:
Maar in dat geval had je ook een nulmeting moeten hebben. We zitten nu
natuurlijk in het proces dat we naar een situatie toe gaan met al deze
interventies. Ik denk dat we het moeten doen met de Nivel-rapportage. Ik
zie de heer Bushoff natuurlijk aan de interruptiemicrofoon staan als dit
hele pakket aan maatregelen niet gaat lukken. Maar ik hoop het
natuurlijk van ganser harte wel, want dat is de insteek.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan de motie op stuk nr. 1289.
Minister Agema:
De motie op stuk nr. 1289 van de heer Dijk verzoekt het kabinet het
eigen risico volledig af te schaffen. Die motie moet ik ontraden, omdat
er geen dekking bij zit.
De motie op stuk nr. 1290 verzoekt het kabinet met een uitgewerkt plan
te komen om wachttijden bij huisartsen te voorkomen door hen beter te
ondersteunen en hiertoe voorstellen naar de Kamer te sturen voor deze
zomer. We hebben op dit moment al de Eerstelijnsvisie 2030 die we hierop
inzetten. Wat het aantal huisartsen betreft: tien jaar geleden hadden we
er 1 op 1.500 patiënten. Nu hebben we er 1 op 1.200, daar waar de
normpraktijk 2.100 is. Het is wel zo dat je op regionaal gebied tekorten
ziet. Die nemen we zeer serieus. We zien bij pilots in Zeeland en in
Twente dat het gelukt is om met begeleiding jonge huisartsen meer te
motiveren om een eigen praktijk te beginnen. Die pilots wil ik landelijk
uitrollen. In Bergen op Zoom, waar we de verdrietige situatie hebben
gezien met Co-Med, is er een ruilsysteem opgezet. Dat blijkt heel goed
te werken. Ook dat systeem zou ik landelijk willen inzetten. Dat
allemaal samen moet er toch voor zorgen dat deze situatie ook een stuk
beter wordt. Daarom is de motie overbodig.
De motie-Dijk op stuk nr. 1291 verzoekt het kabinet te laten onderzoeken
hoeveel maatschappelijke kosten het volledig inkomensafhankelijk maken
van de zorg kan opleveren op lange termijn. Deze motie moet ik ontraden,
want het doen van onderzoek is kostbaar. Ik moet ook bezuinigen op het
apparaat, zoals u weet. Ik zie geen ruime Kamermeerderheid voor het
volledig inkomensafhankelijk maken van de zorg. Dan had ik het nog
kunnen overwegen.
De heer Dijk (SP):
Die meerderheid gaat er zo langzamerhand wel een keertje komen. Ik snap
er eigenlijk helemaal geen bal van dat er partijen zijn die zeggen: we
moeten alle toeslagen afschaffen, want dat is het rondpompen van zo veel
geld. Ja, dan moet je de zorgpremie inkomensafhankelijk maken. Dan heb
je geen toeslagen meer. Daar heeft u inderdaad een punt; dat is helemaal
waar. Maar die meerderheid zal er ooit wel een keer komen.
Het achterliggende punt van deze motie is vooral dat het eigen risico
leidt tot zorg mijden. Dat heeft u zelf ook heel vaak betoogd. Daarom
zegt u zelf ook dat het halveren van het eigen risico in 2027 ertoe zal
leiden dat minder mensen zorg gaan mijden. Maar daarachter zit nog een
andere vraag. Doordat mensen zorg mijden, zijn er hogere kosten voor ons
stelsel, maar is hun leed ook zwaarder. Dat wordt al heel lang niet
onderzocht. Ik snap dat dat ook geld kan kosten, maar het zou heel goed
zijn om een keer helemaal uiteen te zetten ...
De voorzitter:
En uw vraag is?
De heer Dijk (SP):
Dit is ook in lijn met de gedachte die de minister zelf heeft, namelijk
dat het eigen risico daartoe leidt.
Minister Agema:
Ik snap de vraag van de heer Dijk. De situatie zoals we die nu kennen,
gaat natuurlijk veranderen. Dat is al binnen anderhalf jaar. Het lijkt
me eerder zinvol om zoiets te doen als het eigen risico verlaagd is. Dat
is vanaf 2027. Ik hoor wat de heer Dijk zegt, maar ook in de
voorbereiding van die wetgeving vind ik dat er te weinig onderliggende
onderzoeken zijn. Ik voel dus met hem mee, maar ik ga het niet op korte
termijn doen. Voor de zomer stuur ik die wet naar de Kamer en ik hoop
die na de zomer met u te kunnen bespreken. Dat is een veel te korte
termijn om te doen wat u zegt, of om te doen wat u wil. Ik begrijp u op
dit punt wel heel goed, want ik zit eigenlijk met hetzelfde
vraagstuk.
De voorzitter:
De heer Dijk, tot slot op dit punt.
De heer Dijk (SP):
Dan ga ik toch heel even nadenken of ik de motie op dat punt ga
aanpassen. In het verleden waren het de zorgverzekeraars zelf die dit
onderzochten. Ik noemde net het onderzoek uit 2015. Zij gaven toen zelf
aan dat de helft van de mensen terugkwam. Zij hebben best goed
onderzocht hoeveel kosten bespaard konden worden. Ik ga hier dus nog
even op broeden.
Minister Agema:
Er zijn wel onderzoeken, maar ik vind dat het er niet veel zijn. Ik had
er zelf graag meer gehad. De onderzoeken bevestigen dan wel ontkrachten
redeneringen die alle kanten op gaan.
De voorzitter:
Dank u wel. De motie op stuk nr. 1291 blijft ontraden, met de huidige
tekst.
Dan de motie op stuk nr. 1292.
Minister Agema:
Ik heb nog een heel klein punt wat betreft de zorgtoeslag. Die kun je
inderdaad afschaffen, maar dat hoeft niet per se tot een compleet
inkomensafhankelijke zorgpremie te leiden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1292.
Minister Agema:
De motie op stuk nr. 1292, van mevrouw Rikkers-Oosterkamp, kan ik
oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1292: oordeel Kamer.
Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het tweeminutendebat Nivel
"Kennisvraag: Kenmerken van mensen die afzien van zorg om financiële
redenen".
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Over de ingediende moties wordt na het meireces, op 13 mei aanstaande,
gestemd. Volgens mij kunnen wij direct overgaan op het volgende debat.
Ik hoor dat dat niet het geval is. Dan schors ik even een minuutje, voor
een enkel ogenblik.